ar. 858. Vrijdag 18 Juni 1909. BUITENLAND^ FEUILLETON. Voor 't Vaderland. 7"* Jaargang:. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem frauco per poet- 1.50. Afzonder. ijle nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiénmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur 's morgens t>{j de Uitgeven in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF 6 C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PEUS DER ADVERTENTIÉN: Vu 15 reg.la f O.ÖO. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 85 cent* bfl vooruitbetaling Qroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen Ut het herhaald adverteeren in dit Blad, bty abonnement. Eesse circulairebevattende de voorwaarden, vrordt op aanvraag toegezonden. Aan hen, die met 1 Juli a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand Juni nog zullen verschijnenkoste loos toegezonden. Kennisgeving. Do Burgemeester van Amersfoort, Gezien artikel 41 der gemeentewet, Brengt ter kennis van d'e ingezetenen, dat de ltaad dezer gemeente zal vergatieren op Dinsdag, den 22. Juni aanstaande, des middags te ure. Amersfoort, den 17. Juni 1909. De Burgemeester voornoemd, WUIJTEERS. Politiek Overzicht l>e overeenkomst met «Ie Orlent-spoorwegmuAtscbappij. De onderhandelingen van de Orientspoor- wegmaatschappij met de Porte en met Bul garije hebben thans tot overeenstemming ge leid op alle punten behalve het eene, dat de betaling betreft van de schadevergoeding voor het gemis van bedrijfsinkomsten sedert ■den 22en September van het vorige jaar. Bulgarije wil slechts betalen wat de maat schappij heeft moeten derven tot den 14en Maart, hoogstens tot den 19en Mei, den dag van 't sluiten van het verdrag met Turkije. Turkije is tot dusver niet gezind het verdere te betalen tot den 5en Juni. Van veel ge wicht is dit eenig overgebleven punt van verschil echter niet; men mag aannemen, dat daarop het tot stand komen van de defi nitieve overeenstemming niet zal afstuiten. De Portöüieeft, zooals bekend is, doordat de Russische regeering van 40 jaarlijksche termijnen der Turksche oorlogsschadevergoe ding afstand lm eft gedaan, een bedrag van 125 millioen frs. gekregen, terwijl Bulgarije zich tegenover Rusland slechts voor 82 mil lioen behoefde te verbinden. Uit het eerst genoemde bedrag moest Turkije d-e schade vergoeding aan de Orientspoorwegmaat- schappij betalen, en het heeft nu daarvoor 21^ millioen frs. toegestaan, ofschoon in de contradictoire onderhandelingen tusschen Bulgarije, Turkije en de maatschappij van November jl. de aanspraken van de maat schappij op ruim 26 millioen frs. waren be paald. De maatschappij heeft intusschen aan een vergelijk, waarmee zij üit kon, al was het ook niet schitterend, de voorkeur gege ven boven een blij venden oorlogstoestand. Tegenover het nominale kapitaal dar maat schappij van 50 millioen frs. schijnt de schadevergoeding van het genoemde bedrag voor de genaaste baanvakken, die slechts het vierde gedeelte van het geheele net uitma ken, onevenredig hoog. Maar de Oost-Ru- melische baanvakken maakten de voordeslig- ste van het geheele net uitzij waren als 't ware het hart van het lichaam der maat schappij. Er blijven thans aan de maatschappij drie lijnen, namenlijk de hoofdlijn van de Bul- gaarsche grens over Adrianopel naar Kon- stantinopel, de zijtak naar Dedeagatsch aan de Egeische zee, die nog slechts eene ge ringe waarde heeft, omdat de Bulgaarsche uitvoer voortaan de zee in Burgas over zui ver Bulgaarsche wegen zal zoeken, eindelijk de aan de hoofdlijn geïsoleerde lijn van Sa- loniki naar Uskub en de Servische grens. Verder exploiteert de maatschappij nog de lijn van de zelfstandige Macedonische spoor wegmaatschappij (SalonikiMonastir). Het dividend van de Orientspoorwegmaat- schappij voor 1908 zal 5 pet. bedragen, tegen 6 pet. in het vorige jaar. Men mag echter verwachten, dat de met de Turksche regeering verkregen overeenstemming tot gevolg zal hebben, dat in volgende jaren het dividend weer de vroegere hoogte zal berei ken, omdat de maatschappij nu met de Turk sche regeering ook vrede gesloten heeft over een aantal oude geschilpunten. Het scheids gerecht had het hoofdpunt van geschil in het voordeel van de maatschappij beslist, maar de vroegere Turksche regeering had telkens weer middelen gevonden óm de uit voering van de arbitrale uitspraak op de lange baan te schuiven. Thans is een com promis tot stand gekomen, waardoor de maatschappij wel geen contant geld in han den krijgt en ook lang niet de som, die zij vroeger hoopte te krijgen, maar daarvoor eene vergoeding bekomt, omdat zij, doordat eene wijziging gebracht is in den verdeelings- sleutel van de inkomsten tusschen den Turkschen staat als eigenaar van de lijnen en de met de exploitatie belaste maatschap pij, een eenigszins grooter aandeel van deze inkomsten ontvangt. Volgens den ouden sleutel ontving de maatschappij eerst 7000 frs. per KM. voor exploitatiekosten en ver der 55 pet. van wat de opbrengst meer be droeg dan 10,333 frs.voortaan zal de maat schappij 70 pet. krijgen in plaats van 55, hetgeen, als men de inkomsten van 1907 als 'basis neemt en in aanmerking nemende dat 310 KM. zijn afgescheiden van het geheele net van 1269 KM., oen hooger bedrag van 355,842 frs. in het jaar uitmaakt. Duitschland. Tot aanvulling van hot in het vordge nun mei* medegedeelde over de vergadering van den rijksdag van gisteren, laten wij hier volgen het slot van de rede van den rijks kanselier, waarin hij de slotsom van zijn betoog en als gevolgtrekking van de opvat ting, die hij bij alle gedach'tenwisselingen over de rijks financieele hervorming van den beginnen af heeft voorgestaan, het volgen de zeide In overeenstemming met de verbonden regeeringen beschouw ik heb als nobile offi cium, als plicht van verzoenende gerechtig heid, als sociaal-politieke noodzakelijkheid, dat de aan de samenleving opgelegde nieuwe belastingen voor een goed deel door de be- zittenden gedragen worden. Heb gaat niet aan, dat 500 millioen nieuwe belastingen enkel op de middenstanden of op^ weinig bemiddelden gelegd worden, op verbruiks- lasten en indirecte heffingen, die de mid denstanden en minder bemiddelden naar verhouding zouden treffen dan de gegoeden. Het zou ook onrechtvaardig en onjuist zijn, sommige soorten van bezit te belasten en ander® vrij te laten. Omdlat zij alle soor ten van het bezit gelijkmatig treft, omdat zij de heffing naar draagkracht- mogelijk maakt-, omdat zij voortkomt uit den bodem van sociale rechtvaardigheid, daarom en niet uit eigenzinnigheid en zucht om gelijk te hebben houd ik vast aan de erfenisbe lasting en kom ik op tegen de pogingen om enkele soorten van het inkomen of van het bedrijf aan eene belasting t? onderwer pen. Ik weiger in den bondsraad belastin gen te verdedigen, die handel en. bedrijf ernstig benadeelen, die handel en nijverheid bezwaren en de geheele economische positie van het land slechter maken. De financieele hervorming dat is de weloverwogen mee ning van de verbonden regeeringen kan slechts tot stand komen wanneer de beslui ten van dit huis zakelijk verdedigbaar zijn en volgens deskundig oordeel de onvoor waardelijk noodige som in haar volle bedrag opleveren. Ondanks de moeielijkheid van den toestand en de betreurenswaardige span ning tusschen de verschillende partijen van het huis houd ik nog vast aan de hoop, dat in dit huis gemeenschapszin, nationaal en sociaal gevoel de overwinning zullen be halen op kleingeestigheid en partijgekibbel. In deze hoop word ik versterkt door de stemming van het land. Deze is vrij van bekrompenheid, zij schat met juistheid de groote taak en zal vroeger of later streng gericht houden over de partijen, die het groote werk der financieele hervorming mochten benadeelen of ten val brengen. Nu nog een persoonlijk woord. Sedert weken winden de bladen zich er over op of ik blijf of ga. Ik blijf, zoolang Z. M. de Keizer gelooft, dat mijne medewerking in do binnenlandsche en buitenlandsche po litiek nuttig is voor het rijk en zoolang ik zelf naar mijne eigen politieke overtuiging en naar mijn oordeel over den toestand, meen nuttig te kunnen werken. Ik ken thans in do binnenlandsche politiek niets van zoo groot gewicht als het spoedig tot stand ko men van de financieele hervorming. Aan dezen grooten taak maak ik, zooals van zelf spreekt, mijn persoon geheel ondergeschikt. Wanneer ik tot de overtuiging mocht ko men, dat mijn persoon aan de zaak in den weg staat, dat een ander gemakkelijker tot het doel zal komen, of wanneer de omstan digheden zich mochten ontwikkelen in eene richting, die ik niet kan en wil meemaken en niet. zal meemaken, dan zal het mij ook mogelijk zijn, den drager van de kroon van de raadzaamheid van mijn heengaan te over tuigen en dan. zal mijn wensch, dat mijn opvolger succes behaalt, even eerlijk zijn als mi.n arbeid in dienst van het land dlit was. B e r 1 ij n, 17 Juni. In de vergade ring van den Rijksdag verklaarden de woordvoerders van de conservatieven en het Centrum, dat zij volharden in hun verzet tegen de successiebelasting en vasthouden aan de ,,Kotderuingssteuer" (belasting op den omzet van roeremd kapitaal.) Minister Rheinbabea verklaarde namens de regeering, dat aan de invoering van de „Kotierungssteuer" groote, onoverkomelij ke moeilijkheden in dan wag staan. De erfe nis-belasting is thans een dira necessitas (harde noodzakelijkheid.) Hatzfeldt (Rijkspartij) las eene verkla ring voor van zijne partij, dat zij met de erfenisbelasting meegaat, mits die later niet verhoogd wordt. Namens de Polen werd verklaard, dat de partij geen deel neemt aan het debat, maar voor commissoriale behandeling is. Morgen voortzetting. Frankrijk. P a r ij s, 17 Juni. Met 202 tegen 17 stemmen heeft de Senaat het wettsontwerp tot het verleeinen van amnestie wegens sta- kingsmisdrijven en feiten, daarmee in ver band staande, aangenomem. De geestelijkheid van Bordeaux heeft aan haren aartsbisschop, kardinaal Andrieu een adres gezonden, waarin zij hem gelukwenscht met zijne houding in de tegen hem wegens overtreding van de vereenigingswet ingestel de vervolging hij zal niet voor den rech ter verschijnen gelukwensch als toon beeld van bisschoppelijke onaantastbaarheid. Het adres besluit: ,,Het katholieke gewe ten was te lang ingesluimerd in Frankrijk. Door uwe groote stemming gewekt, zal het de hutsmuur van de maatschappelijke orde worden en na misschien veel strijd zal het recht over het geweld de overwinning behalen. Engeland* De minister van buitenlandsche zaken Sir Edward Grey heeft, naar aanleiding van eene vraag die hem in het lagerhuis werd gesteld, verklaard dat hij de volle politieke verantwoordelijkheid op zich nam voor het bezoek van den Czaar. Dit ontlokte aan eenige radicalen heftige protestende socia list Thorne noemde in eene interruptie den Russischen Czaar ,,an inhuman brute", waarvoor de Speaker hem natuurlijk tot de orde riep. De conservatieve Globe, die dit tooneel afkeurt, geeft aan den anderen kant toe, dat de stemming, die daartoe leidde, met het oog op de toestanden in Rusland geheel is te eerbiedigen. De Daily News neemt dit tooneel als aanleiding tot een hevigen aanval op Enge- land's buitenlandsche politiek en zijn samen gaan met Rusland. Tegenover het voor wendsel, dat het bondgenootschap met En geland een steun is voor het Russische liberalisme, wijst het blad er op hoe gering de invloed is, dien het democratische Frank rijk op de binnenlandsche ontwikkeling van Rusland heeft kunnen uitoefenen. Perzië is het been, dat men den hond toewierp om hem gunstig te stemmen, en toch is het on zeker of met dit tegemoet komen Rusland's loyauteit is gekocht. Het Huis van Afgevaardigden van Nieuw- Zeeland heeft eenstemmig het aanbod van. een Dreadnought, door de regeering aan de Engelsche vloot gedaan, goedgekeurd. Oosten rij k-Hongarlje. We enen, 17 Juni. De Kamer ging voort met de behandeling der begrootiug. Minister-president v. Bienerth kwam op tegen de bewering, dat de politiek van het Kabinet den Slaven vijandig zou zijn. On danks alle bezwaren zal de regeering haar best blijven doen om overeenstemming of al thans een modus vivendi te verkrijgen tus schen Czechen en Duitschers, hetgeen een grondslag zal zijn voor het samengaan van de groote partijen in het parlement en voor de samenstelling van een parlementair kabi net. De Kamer nam de Artikelen aan, betrek king hebbende op het presidium van den ministerraad en op de geheime fondsen ter beschikking van den minister-president, met 218 tegen 198 stemmen. Budapest, 17 Juni. De oud-mi nister van financiën Lukacs, die van den Keieer-Koning de opdracht gekregen heeft om eene oplossing te geven aan de minis- terieeie crisis, heJeft een onderhoud gehad met Kossuth om te trachten een kabinet te vormen met hem en met andere leden van, de onafhankelijkheidepartij. Kossuth ant-, woordde, dat het hem niet mogelijk was^ een dergelijk gesprek achter den rug van. de andere leden van het demissionaire ka binet voort te zetten, omdat dit niet loyaal zou zijn. Rusland. Stockholm. 17 Juni. Swenska Telegrambyran bericht uit Helsingfors, dat de Hohenzollern met den Puitschen Keizer aan boord en dé schepen van het escorto heden voormiddag om 9.45 op de anker plaats van het Russische eskader kwam. De aan den mast met vlaggen versierde oorlogs schepen vuurden het saluut. De Czaar be gaf zich terstond aan boord van de Hohen zollern Helsingfors, 17 Juni. Czaar Nicolaas werd bij zijne komst op de Hohen zollern ontvangen met het keizerlied. Toen keizer Wilhelm zijn tegenbezoek bracht op de Standart, speelde de muziek de Wacht am Rhein. Re val, 17 Juni. Het bezoek van Czaar Nicolaas aan boord van de Hohenzol lern duurde een half uur. Terstond nadat de Czaar aan boord van de Standart was teruggekomen, beantwoordde keizer Wil helm het bezoek. R e v a 1 (per radiotclegraaf), 1 7 J u n i. De tocht van den Keizer van Dantzig naar Björko geschiedde bij mooi, koel weder. Bij zijn bezoek aan de „Standart" was de Keizer vergezeld door de heeren v. Schön, Pourtalès, Plessen, de kabinetchefs en het overige gevolg. Op do Standart werd de Keizer begroet door den Czaar en do Czarina en hun ge volg, waartoe behoorden minister-president Stolypin, de minister van buitenlandsche za ken Iswolsky en de minister van marine. De eerste ontmoeting der vorsten op de Hohenzollern was zeer hartelijkzij kusten elkander herhaaldelijk. Roval, 17 Juni. Om één uur had een dejeuner plaats op üe Standart. Do Kei zer bleef tot half zes op het jacht en dronk daar ook thee. De Czaar vereerde prachtige geschenken aan de heeren von Eulonburg en von Ples sen staatssecretaris von Schön en de overige heeren van het gevolg des Keizers werden begiftigd met hooge ridderorden. Stockholm, 17 Juni. Svenska Telegraiiibyran bericht uit Helsingfors, dat- een Engelsche gooderenboot Woensdag- voormiddag voorbij Pitkapassivigen kwam,, waar zij het Russische eskader ontmoette.1 Door dit es kaden- werd eerst een blind schot gelost; vijf minuten later worden twee scherpe schoten gelost, die het schip_ troffen, een stoomketel vernielden en. een machinist aan het been troffen. Do stoom boot had loodsen aan boord en werd gevolgd door een torpedoboot. (Reuter's agentschap toekent hierbij aan, dat het op zijn aanvrage uit Petersburg bericht ontving, dat de marinestaf daar niets wist van het geval.) Stockholm, 18 J u nl i. Svenska Telegrambyran bericht uit Helsingfors De stoomboot, die gisteren door het Russi sche eskader beschoten is, is de Wortburg, kapitein Robertson. Nadat de stoomboot de schade had hersteld, is zij om 1 uur 's na middags naar Engeland vertrokken de ge wonde machinist is naar het ziekemhuis to Wiborg gebracht. De stoomboot had den» goeden koers. Turkije. Konstantinopel, 17 Juni. De secretaris las een verbetering voor van de notulen, inhoudende dat art. 70 van het ont werp tot herziening van de grondwet is ver- Naar het Frantch van Edmond Ij$pelletier. 18 DOSR J. L. VAN DER MOER. Plotseling werd de diepe stilte in het ver trek verbroken. „Volg me!" sprak een barsche. stem. Rijsoor schrikte op. Het kostte hem moeite zijn blikken af te wenden, van den nog rookenden hoop asch, het eenig over blijfsel van zijn reisgenoot van dien morgen, van den man die de bevrijding van dé Ne derlanden niet meer zou mogen zien, waar voor hij toch zoo veel gedaan had. Had hij voor die vrijheid niet herhaaldelijk gepre dikt, had hij haar niet geplant in de zielen van honderden? En van dien weisprekenden mond, die in treffende woorden zoo vaak en zoo innig had gebeden voor de vrijheid en het Vaderland, bleef niets over dan een wei nig stof, dat de beulsknechten weldra door den wind zouden doen verspreiden. •Rijsoor wendde zich tot den cipier, die hem geroepen had en vroeg hem „Welnu, was is er van uw belofte gewor den V' ,,'t Was te laat." De man legde den vinger op den mond om tot stilte aan te manen en herhaalde „Volg mei" „Waarheen?" sprak Rijsoor, die zijn koel bloedigheid had teruggekregen. „Naai* den Raad van Beroerten, waarvoor ge moet verschijnen." „Ha, ha, de Bloedraad? En wat willen die beulen van me?" „Men wil u hooren, heer Graaf." „Zeg n\aar liever veroordeelenZijn De Vargas, die tijger in menschelijke gedaante, Noircarmes, de leverancier van menschen- vleesch voor 't schavot, en de helleknecht Delrio onbeschaamd genoeg, om zich op het oogenblik nog als rechters te beschouwen? Ja, ja, 't is waar ook, bij hen behoort ook nog de zwaarlijvige Hessels... Die man is geen Spanjaard, hij is 'n Vlaming, 'n verra der! Hij eet, drinkt en doet hangen, ziedaar in 't kort z'n heele bestaan. Wanneer die achter de groene tafel zit, als een van de onzen door de bewakers wordt binnenge bracht, dan sluit ie de oogen, alsof ie bang is voor de verontwaardigde blikken van de onschuldigen, die hij veroordeelt. Hij slaapt terwijl de stukken worden voorgelezen en zoo lang 't verhoor duurt. En zoodra 't von nis moet worden uitgesproken, dan komt er eenige beweging in z'n grove, dikke lippen en klinkt 't onverschillig: „Aan de galg!" als ie ten minste niet zegt„Op den brand stapel." 't Zijn tnooie rechters vóór welke ge mij brengt!" „Spreek toch niet zóó luid, heer Graaf," fluisterde de verschrikte bewaarder. En ter wijl hij voorzichtig rondzag, voegde hij er zachtjes aan toe: „ik ben geen Span jaard... mijn vader woont in Haarlem, ik heet Adriaan Maes. Toen 'k daar woonde, heb 'k wat dolle streken uitgehaald en heb ben ze me voor schulden gevangen gezet. Ik verveelde me verschrikkelijk achter de tra lies en m'n hart had nog altijd 'n beetje be hoefte aan liefde. De cipier had 'n allerlief ste dochter. Toen 'k van den goeverneur, na verloop van eenigen tijd, enkele gunsten had gekregen en ik ine vrij in de gevangenis mocht bewegen, heb 'k Brigitta 't hof ge maakt, waarvan ze zich niet afkeerig toon de „En toen wilde je er zeker met haar van door gaan?" bracht Rijsoor tusschen beiden, glimlachend om het liefdes-avontuur van den praatzieken bewaarder. „Nu, zoo dwaas was 'k niet... Wat had 'k moeten beginnen, zonder geld, met 'n vrouw tot m'n last en altijd in angst dat 'k gesnapt zou worden? Ik heb wijzer gedaan, ik heb Brigitta getrouwd en ben sleutelbe waarder in de gevangenis geworden. Als m'n schoonvader komt te sterven, dan volg ik 'm op." ,,'n Treurig bestaan, zoo altijd tusschen die dikke muren, te midden van al die wau- hopige mensehen, die beven zoodra ge hun deur opent, omdat ze bang zijn naar den beul te worden gebracht. „Daar went men aan," antwoordde Maes gemoedelijk. „En bovendien is, in de tegen woordige onrustige tijden, de gevangenis eigenlijk nog de veiligste plaats. Hier wordt- men niet gearresteerd." En terwijl hij den Graaf met een veel beteekenendén blik aan keek, voegde hij er bij „Hier kan men ook de boekon lezen, die men wil." Rijsoor had zijn 'blik opgemerkt. „Wat wilt gij daarmee zeggen? Leest ge dén bijbel soms?" Macs trad de cel binnen en fluisterde den Graaf in het oor: „Ja, daarin loos 'kik ben ook..." „Laat me u de hand drukken," sprak Rijs oor. „Ik zal dan toch in m'n laatste uur want men keert niet weer vau 't schandelijk gerechtshof waar ge me heenbrengt ik zal dan toch in m'n laatste uur den troost hebben, tot 'n eerlijk man te spreken." En hij stak den bewaarder de hand toe, die, zeer bewogen, even aarzelde baar aan te nemen. „Daar 'k in u 'a geloofsgenoot ontmoet, ga 'k 'n buitengewonen dienst van u vragen. O, wees niet bang," ging hij voort, toen hij Maes een vreesachtige beweging zag maken, „ik zal niets vragen dat in strijd is met uw plicht. Wanneer die ellendelingen me zullen veroordeeld hebben, ga dan naar mijn wo ning. Ge kunt immers uitgaan, wanneer ge wilt?..." Vraag de gravin Van Rijsoor te spreken en zeg haar dat m'n laatste gedach te voor haar was, voor m'n geliefde vrouw, m'n trouwe echtgenoote. Geef haar dezen ring, dien 'k van haar ontving op den dag van ons trouwen..." De Graaf zweeg en was diep ontroerd. Hij had moeite zijn tranen te bedwingen, bij de gedachte aan zijn verloren geluk. „Anders niet, heer Graaf?" vroeg de be waarder verlegen. „Nee... of ja, luister nog even." Hij haal de een dolk van onder zijn kleeron te voor schijn. „Toen men mij ontwapende, heeft men mijn kleeding niet nader onderzocht. Ik had er op gerekend mij van dit wapen te bedie nen om 'n terechtstelling te ontgaan en mij niet levend aan onze beulen over te geven- Maar daar straks heb ik, van dit venster uit, 'n onschuldige heldhaftig 'n gruweldood! zien sterven en ik heb de verontwaardiging van 't volk waargenomen bij dat afschuwe lijk tooneel. Tóen heb 'k begrepen dat wij, die 't voorbeeld moeten geven, niet 't recht hebben ons aan 'n terechtstelling te onttrek ken. 't Volk wordt geprikkeld bij 't zien van ons bloed. Wanneer men onzen degen ons heeft afgenomen en onze moed niets meer vermag, dan kunnen we 't Vaderland nog verdedigen door ons lijden, ja, door de strafwerktuigen, die men gebruikt om ons af te maken Zoo heeft ook Jezu9 door 't kruis overwonnen!" „Wat moet 'k met dezen dolk doen?" vroeg Maes. „Breng 'm aan -Karloo, dien ge wel kent, 'n edele, jonge man, m'n vriend en wapen broeder, 'n goed vaderlander, voor wien 'k gaarne m'n leven zou geven en die omge keerd, zonder aarzelen, voor mij z'n bloed zou doen stroomen. Zeg hem, dat 'k hem dit wapen toevertrouw om daarmee de ver raders te -straffen, die onder ons schuilen Verzoek 'm namens mij, te zweren dat hij dezen ponjaard steeds bij zich zal dragen, opdat hij voortdurend worde herinnerd aan de wraak, die elke Nederlander op dJn vijand nemen moet „U kunt op mij vertrouwen." „Goed, ge zijt 'n braaf man, ik dank u," sprak Rijsoor, hem nogmaals de hand druk kend. En daarna, weer geheel tot kalmte ge komen, vervolgde hij, op de deur wijzend: „En breng me nu maar vóór de ellende lingen, die men eer voor ongevoelige slagers dan voor rechters zou houden. Zittende op hun zoogenaainden rechterstoel, zijn ze met bloed bespat Terwijl hij den bewaker door dé donkere gang volgde, ontsnapte een zucht aan zijn borst en fluisterde hij, als laatste uiting van menschelijke zwakheid: „Dolorès! Ar me, geliefde vrouw! Wat zal er vau wor den I' ll' oreU vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1