ar. 858.
Vrijdag 18 Juni 1909.
BUITENLAND^
FEUILLETON.
Voor 't Vaderland.
7"* Jaargang:.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00.
Idem frauco per poet- 1.50.
Afzonder. ijle nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiénmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur
's morgens t>{j de Uitgeven in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF 6 C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PEUS DER ADVERTENTIÉN:
Vu 15 reg.la f O.ÖO.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 85 cent* bfl vooruitbetaling
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen Ut
het herhaald adverteeren in dit Blad, bty abonnement. Eesse
circulairebevattende de voorwaarden, vrordt op aanvraag
toegezonden.
Aan hen, die met 1 Juli
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand Juni nog
zullen verschijnenkoste
loos toegezonden.
Kennisgeving.
Do Burgemeester van Amersfoort,
Gezien artikel 41 der gemeentewet,
Brengt ter kennis van d'e ingezetenen, dat de
ltaad dezer gemeente zal vergatieren op Dinsdag,
den 22. Juni aanstaande, des middags te ure.
Amersfoort, den 17. Juni 1909.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTEERS.
Politiek Overzicht
l>e overeenkomst met «Ie
Orlent-spoorwegmuAtscbappij.
De onderhandelingen van de Orientspoor-
wegmaatschappij met de Porte en met Bul
garije hebben thans tot overeenstemming ge
leid op alle punten behalve het eene, dat de
betaling betreft van de schadevergoeding
voor het gemis van bedrijfsinkomsten sedert
■den 22en September van het vorige jaar.
Bulgarije wil slechts betalen wat de maat
schappij heeft moeten derven tot den 14en
Maart, hoogstens tot den 19en Mei, den dag
van 't sluiten van het verdrag met Turkije.
Turkije is tot dusver niet gezind het verdere
te betalen tot den 5en Juni. Van veel ge
wicht is dit eenig overgebleven punt van
verschil echter niet; men mag aannemen,
dat daarop het tot stand komen van de defi
nitieve overeenstemming niet zal afstuiten.
De Portöüieeft, zooals bekend is, doordat
de Russische regeering van 40 jaarlijksche
termijnen der Turksche oorlogsschadevergoe
ding afstand lm eft gedaan, een bedrag van
125 millioen frs. gekregen, terwijl Bulgarije
zich tegenover Rusland slechts voor 82 mil
lioen behoefde te verbinden. Uit het eerst
genoemde bedrag moest Turkije d-e schade
vergoeding aan de Orientspoorwegmaat-
schappij betalen, en het heeft nu daarvoor
21^ millioen frs. toegestaan, ofschoon in de
contradictoire onderhandelingen tusschen
Bulgarije, Turkije en de maatschappij van
November jl. de aanspraken van de maat
schappij op ruim 26 millioen frs. waren be
paald. De maatschappij heeft intusschen aan
een vergelijk, waarmee zij üit kon, al was
het ook niet schitterend, de voorkeur gege
ven boven een blij venden oorlogstoestand.
Tegenover het nominale kapitaal dar maat
schappij van 50 millioen frs. schijnt de
schadevergoeding van het genoemde bedrag
voor de genaaste baanvakken, die slechts het
vierde gedeelte van het geheele net uitma
ken, onevenredig hoog. Maar de Oost-Ru-
melische baanvakken maakten de voordeslig-
ste van het geheele net uitzij waren als
't ware het hart van het lichaam der maat
schappij.
Er blijven thans aan de maatschappij drie
lijnen, namenlijk de hoofdlijn van de Bul-
gaarsche grens over Adrianopel naar Kon-
stantinopel, de zijtak naar Dedeagatsch aan
de Egeische zee, die nog slechts eene ge
ringe waarde heeft, omdat de Bulgaarsche
uitvoer voortaan de zee in Burgas over zui
ver Bulgaarsche wegen zal zoeken, eindelijk
de aan de hoofdlijn geïsoleerde lijn van Sa-
loniki naar Uskub en de Servische grens.
Verder exploiteert de maatschappij nog de
lijn van de zelfstandige Macedonische spoor
wegmaatschappij (SalonikiMonastir).
Het dividend van de Orientspoorwegmaat-
schappij voor 1908 zal 5 pet. bedragen,
tegen 6 pet. in het vorige jaar. Men mag
echter verwachten, dat de met de Turksche
regeering verkregen overeenstemming tot
gevolg zal hebben, dat in volgende jaren het
dividend weer de vroegere hoogte zal berei
ken, omdat de maatschappij nu met de Turk
sche regeering ook vrede gesloten heeft over
een aantal oude geschilpunten. Het scheids
gerecht had het hoofdpunt van geschil in
het voordeel van de maatschappij beslist,
maar de vroegere Turksche regeering had
telkens weer middelen gevonden óm de uit
voering van de arbitrale uitspraak op de
lange baan te schuiven. Thans is een com
promis tot stand gekomen, waardoor de
maatschappij wel geen contant geld in han
den krijgt en ook lang niet de som, die zij
vroeger hoopte te krijgen, maar daarvoor
eene vergoeding bekomt, omdat zij, doordat
eene wijziging gebracht is in den verdeelings-
sleutel van de inkomsten tusschen den
Turkschen staat als eigenaar van de lijnen
en de met de exploitatie belaste maatschap
pij, een eenigszins grooter aandeel van deze
inkomsten ontvangt. Volgens den ouden
sleutel ontving de maatschappij eerst 7000
frs. per KM. voor exploitatiekosten en ver
der 55 pet. van wat de opbrengst meer be
droeg dan 10,333 frs.voortaan zal de maat
schappij 70 pet. krijgen in plaats van 55,
hetgeen, als men de inkomsten van 1907 als
'basis neemt en in aanmerking nemende dat
310 KM. zijn afgescheiden van het geheele
net van 1269 KM., oen hooger bedrag van
355,842 frs. in het jaar uitmaakt.
Duitschland.
Tot aanvulling van hot in het vordge
nun mei* medegedeelde over de vergadering
van den rijksdag van gisteren, laten wij hier
volgen het slot van de rede van den rijks
kanselier, waarin hij de slotsom van zijn
betoog en als gevolgtrekking van de opvat
ting, die hij bij alle gedach'tenwisselingen
over de rijks financieele hervorming van den
beginnen af heeft voorgestaan, het volgen
de zeide
In overeenstemming met de verbonden
regeeringen beschouw ik heb als nobile offi
cium, als plicht van verzoenende gerechtig
heid, als sociaal-politieke noodzakelijkheid,
dat de aan de samenleving opgelegde nieuwe
belastingen voor een goed deel door de be-
zittenden gedragen worden. Heb gaat niet
aan, dat 500 millioen nieuwe belastingen
enkel op de middenstanden of op^ weinig
bemiddelden gelegd worden, op verbruiks-
lasten en indirecte heffingen, die de mid
denstanden en minder bemiddelden naar
verhouding zouden treffen dan de gegoeden.
Het zou ook onrechtvaardig en onjuist zijn,
sommige soorten van bezit te belasten en
ander® vrij te laten. Omdlat zij alle soor
ten van het bezit gelijkmatig treft, omdat
zij de heffing naar draagkracht- mogelijk
maakt-, omdat zij voortkomt uit den bodem
van sociale rechtvaardigheid, daarom en
niet uit eigenzinnigheid en zucht om gelijk
te hebben houd ik vast aan de erfenisbe
lasting en kom ik op tegen de pogingen
om enkele soorten van het inkomen of van
het bedrijf aan eene belasting t? onderwer
pen. Ik weiger in den bondsraad belastin
gen te verdedigen, die handel en. bedrijf
ernstig benadeelen, die handel en nijverheid
bezwaren en de geheele economische positie
van het land slechter maken. De financieele
hervorming dat is de weloverwogen mee
ning van de verbonden regeeringen kan
slechts tot stand komen wanneer de beslui
ten van dit huis zakelijk verdedigbaar zijn
en volgens deskundig oordeel de onvoor
waardelijk noodige som in haar volle bedrag
opleveren. Ondanks de moeielijkheid van
den toestand en de betreurenswaardige span
ning tusschen de verschillende partijen van
het huis houd ik nog vast aan de hoop,
dat in dit huis gemeenschapszin, nationaal
en sociaal gevoel de overwinning zullen be
halen op kleingeestigheid en partijgekibbel.
In deze hoop word ik versterkt door de
stemming van het land. Deze is vrij van
bekrompenheid, zij schat met juistheid de
groote taak en zal vroeger of later streng
gericht houden over de partijen, die het
groote werk der financieele hervorming
mochten benadeelen of ten val brengen.
Nu nog een persoonlijk woord. Sedert
weken winden de bladen zich er over op of
ik blijf of ga. Ik blijf, zoolang Z. M. de
Keizer gelooft, dat mijne medewerking in
do binnenlandsche en buitenlandsche po
litiek nuttig is voor het rijk en zoolang ik
zelf naar mijne eigen politieke overtuiging
en naar mijn oordeel over den toestand, meen
nuttig te kunnen werken. Ik ken thans in
do binnenlandsche politiek niets van zoo
groot gewicht als het spoedig tot stand ko
men van de financieele hervorming. Aan
dezen grooten taak maak ik, zooals van zelf
spreekt, mijn persoon geheel ondergeschikt.
Wanneer ik tot de overtuiging mocht ko
men, dat mijn persoon aan de zaak in den
weg staat, dat een ander gemakkelijker tot
het doel zal komen, of wanneer de omstan
digheden zich mochten ontwikkelen in eene
richting, die ik niet kan en wil meemaken
en niet. zal meemaken, dan zal het mij ook
mogelijk zijn, den drager van de kroon van
de raadzaamheid van mijn heengaan te over
tuigen en dan. zal mijn wensch, dat mijn
opvolger succes behaalt, even eerlijk zijn
als mi.n arbeid in dienst van het land dlit
was.
B e r 1 ij n, 17 Juni. In de vergade
ring van den Rijksdag verklaarden de
woordvoerders van de conservatieven en het
Centrum, dat zij volharden in hun verzet
tegen de successiebelasting en vasthouden
aan de ,,Kotderuingssteuer" (belasting op
den omzet van roeremd kapitaal.)
Minister Rheinbabea verklaarde namens
de regeering, dat aan de invoering van de
„Kotierungssteuer" groote, onoverkomelij
ke moeilijkheden in dan wag staan. De erfe
nis-belasting is thans een dira necessitas
(harde noodzakelijkheid.)
Hatzfeldt (Rijkspartij) las eene verkla
ring voor van zijne partij, dat zij met de
erfenisbelasting meegaat, mits die later
niet verhoogd wordt.
Namens de Polen werd verklaard, dat de
partij geen deel neemt aan het debat, maar
voor commissoriale behandeling is.
Morgen voortzetting.
Frankrijk.
P a r ij s, 17 Juni. Met 202 tegen 17
stemmen heeft de Senaat het wettsontwerp
tot het verleeinen van amnestie wegens sta-
kingsmisdrijven en feiten, daarmee in ver
band staande, aangenomem.
De geestelijkheid van Bordeaux heeft aan
haren aartsbisschop, kardinaal Andrieu een
adres gezonden, waarin zij hem gelukwenscht
met zijne houding in de tegen hem wegens
overtreding van de vereenigingswet ingestel
de vervolging hij zal niet voor den rech
ter verschijnen gelukwensch als toon
beeld van bisschoppelijke onaantastbaarheid.
Het adres besluit: ,,Het katholieke gewe
ten was te lang ingesluimerd in Frankrijk.
Door uwe groote stemming gewekt, zal het
de hutsmuur van de maatschappelijke
orde worden en na misschien veel strijd zal
het recht over het geweld de overwinning
behalen.
Engeland*
De minister van buitenlandsche zaken Sir
Edward Grey heeft, naar aanleiding van
eene vraag die hem in het lagerhuis werd
gesteld, verklaard dat hij de volle politieke
verantwoordelijkheid op zich nam voor het
bezoek van den Czaar. Dit ontlokte aan
eenige radicalen heftige protestende socia
list Thorne noemde in eene interruptie den
Russischen Czaar ,,an inhuman brute",
waarvoor de Speaker hem natuurlijk tot de
orde riep. De conservatieve Globe, die dit
tooneel afkeurt, geeft aan den anderen kant
toe, dat de stemming, die daartoe leidde,
met het oog op de toestanden in Rusland
geheel is te eerbiedigen.
De Daily News neemt dit tooneel als
aanleiding tot een hevigen aanval op Enge-
land's buitenlandsche politiek en zijn samen
gaan met Rusland. Tegenover het voor
wendsel, dat het bondgenootschap met En
geland een steun is voor het Russische
liberalisme, wijst het blad er op hoe gering
de invloed is, dien het democratische Frank
rijk op de binnenlandsche ontwikkeling van
Rusland heeft kunnen uitoefenen. Perzië is
het been, dat men den hond toewierp om
hem gunstig te stemmen, en toch is het on
zeker of met dit tegemoet komen Rusland's
loyauteit is gekocht.
Het Huis van Afgevaardigden van Nieuw-
Zeeland heeft eenstemmig het aanbod van.
een Dreadnought, door de regeering aan de
Engelsche vloot gedaan, goedgekeurd.
Oosten rij k-Hongarlje.
We enen, 17 Juni. De Kamer ging
voort met de behandeling der begrootiug.
Minister-president v. Bienerth kwam op
tegen de bewering, dat de politiek van het
Kabinet den Slaven vijandig zou zijn. On
danks alle bezwaren zal de regeering haar
best blijven doen om overeenstemming of al
thans een modus vivendi te verkrijgen tus
schen Czechen en Duitschers, hetgeen een
grondslag zal zijn voor het samengaan van
de groote partijen in het parlement en voor
de samenstelling van een parlementair kabi
net.
De Kamer nam de Artikelen aan, betrek
king hebbende op het presidium van den
ministerraad en op de geheime fondsen ter
beschikking van den minister-president, met
218 tegen 198 stemmen.
Budapest, 17 Juni. De oud-mi
nister van financiën Lukacs, die van den
Keieer-Koning de opdracht gekregen heeft
om eene oplossing te geven aan de minis-
terieeie crisis, heJeft een onderhoud gehad
met Kossuth om te trachten een kabinet te
vormen met hem en met andere leden van,
de onafhankelijkheidepartij. Kossuth ant-,
woordde, dat het hem niet mogelijk was^
een dergelijk gesprek achter den rug van.
de andere leden van het demissionaire ka
binet voort te zetten, omdat dit niet loyaal
zou zijn.
Rusland.
Stockholm. 17 Juni. Swenska
Telegrambyran bericht uit Helsingfors, dat
de Hohenzollern met den Puitschen Keizer
aan boord en dé schepen van het escorto
heden voormiddag om 9.45 op de anker
plaats van het Russische eskader kwam. De
aan den mast met vlaggen versierde oorlogs
schepen vuurden het saluut. De Czaar be
gaf zich terstond aan boord van de Hohen
zollern
Helsingfors, 17 Juni. Czaar
Nicolaas werd bij zijne komst op de Hohen
zollern ontvangen met het keizerlied. Toen
keizer Wilhelm zijn tegenbezoek bracht op
de Standart, speelde de muziek de Wacht am
Rhein.
Re val, 17 Juni. Het bezoek van
Czaar Nicolaas aan boord van de Hohenzol
lern duurde een half uur. Terstond nadat
de Czaar aan boord van de Standart was
teruggekomen, beantwoordde keizer Wil
helm het bezoek.
R e v a 1 (per radiotclegraaf), 1 7 J u n i.
De tocht van den Keizer van Dantzig naar
Björko geschiedde bij mooi, koel weder.
Bij zijn bezoek aan de „Standart" was de
Keizer vergezeld door de heeren v. Schön,
Pourtalès, Plessen, de kabinetchefs en het
overige gevolg.
Op do Standart werd de Keizer begroet
door den Czaar en do Czarina en hun ge
volg, waartoe behoorden minister-president
Stolypin, de minister van buitenlandsche za
ken Iswolsky en de minister van marine.
De eerste ontmoeting der vorsten op de
Hohenzollern was zeer hartelijkzij kusten
elkander herhaaldelijk.
Roval, 17 Juni. Om één uur had
een dejeuner plaats op üe Standart. Do Kei
zer bleef tot half zes op het jacht en dronk
daar ook thee.
De Czaar vereerde prachtige geschenken
aan de heeren von Eulonburg en von Ples
sen staatssecretaris von Schön en de overige
heeren van het gevolg des Keizers werden
begiftigd met hooge ridderorden.
Stockholm, 17 Juni. Svenska
Telegraiiibyran bericht uit Helsingfors, dat-
een Engelsche gooderenboot Woensdag-
voormiddag voorbij Pitkapassivigen kwam,,
waar zij het Russische eskader ontmoette.1
Door dit es kaden- werd eerst een blind
schot gelost; vijf minuten later worden
twee scherpe schoten gelost, die het schip_
troffen, een stoomketel vernielden en. een
machinist aan het been troffen. Do stoom
boot had loodsen aan boord en werd gevolgd
door een torpedoboot.
(Reuter's agentschap toekent hierbij aan,
dat het op zijn aanvrage uit Petersburg
bericht ontving, dat de marinestaf daar
niets wist van het geval.)
Stockholm, 18 J u nl i. Svenska
Telegrambyran bericht uit Helsingfors
De stoomboot, die gisteren door het Russi
sche eskader beschoten is, is de Wortburg,
kapitein Robertson. Nadat de stoomboot de
schade had hersteld, is zij om 1 uur 's na
middags naar Engeland vertrokken de ge
wonde machinist is naar het ziekemhuis to
Wiborg gebracht. De stoomboot had den»
goeden koers.
Turkije.
Konstantinopel, 17 Juni. De
secretaris las een verbetering voor van de
notulen, inhoudende dat art. 70 van het ont
werp tot herziening van de grondwet is ver-
Naar het Frantch van Edmond Ij$pelletier.
18 DOSR
J. L. VAN DER MOER.
Plotseling werd de diepe stilte in het ver
trek verbroken.
„Volg me!" sprak een barsche. stem.
Rijsoor schrikte op. Het kostte hem
moeite zijn blikken af te wenden, van den
nog rookenden hoop asch, het eenig over
blijfsel van zijn reisgenoot van dien morgen,
van den man die de bevrijding van dé Ne
derlanden niet meer zou mogen zien, waar
voor hij toch zoo veel gedaan had. Had hij
voor die vrijheid niet herhaaldelijk gepre
dikt, had hij haar niet geplant in de zielen
van honderden? En van dien weisprekenden
mond, die in treffende woorden zoo vaak en
zoo innig had gebeden voor de vrijheid en
het Vaderland, bleef niets over dan een wei
nig stof, dat de beulsknechten weldra door
den wind zouden doen verspreiden.
•Rijsoor wendde zich tot den cipier, die
hem geroepen had en vroeg hem
„Welnu, was is er van uw belofte gewor
den V'
,,'t Was te laat."
De man legde den vinger op den mond om
tot stilte aan te manen en herhaalde
„Volg mei"
„Waarheen?" sprak Rijsoor, die zijn koel
bloedigheid had teruggekregen.
„Naai* den Raad van Beroerten, waarvoor
ge moet verschijnen."
„Ha, ha, de Bloedraad? En wat willen
die beulen van me?"
„Men wil u hooren, heer Graaf."
„Zeg n\aar liever veroordeelenZijn De
Vargas, die tijger in menschelijke gedaante,
Noircarmes, de leverancier van menschen-
vleesch voor 't schavot, en de helleknecht
Delrio onbeschaamd genoeg, om zich op het
oogenblik nog als rechters te beschouwen?
Ja, ja, 't is waar ook, bij hen behoort ook
nog de zwaarlijvige Hessels... Die man is
geen Spanjaard, hij is 'n Vlaming, 'n verra
der! Hij eet, drinkt en doet hangen, ziedaar
in 't kort z'n heele bestaan. Wanneer die
achter de groene tafel zit, als een van de
onzen door de bewakers wordt binnenge
bracht, dan sluit ie de oogen, alsof ie bang
is voor de verontwaardigde blikken van de
onschuldigen, die hij veroordeelt. Hij slaapt
terwijl de stukken worden voorgelezen en
zoo lang 't verhoor duurt. En zoodra 't von
nis moet worden uitgesproken, dan komt er
eenige beweging in z'n grove, dikke lippen
en klinkt 't onverschillig: „Aan de galg!"
als ie ten minste niet zegt„Op den brand
stapel." 't Zijn tnooie rechters vóór welke ge
mij brengt!"
„Spreek toch niet zóó luid, heer Graaf,"
fluisterde de verschrikte bewaarder. En ter
wijl hij voorzichtig rondzag, voegde hij er
zachtjes aan toe: „ik ben geen Span
jaard... mijn vader woont in Haarlem, ik
heet Adriaan Maes. Toen 'k daar woonde,
heb 'k wat dolle streken uitgehaald en heb
ben ze me voor schulden gevangen gezet. Ik
verveelde me verschrikkelijk achter de tra
lies en m'n hart had nog altijd 'n beetje be
hoefte aan liefde. De cipier had 'n allerlief
ste dochter. Toen 'k van den goeverneur, na
verloop van eenigen tijd, enkele gunsten had
gekregen en ik ine vrij in de gevangenis
mocht bewegen, heb 'k Brigitta 't hof ge
maakt, waarvan ze zich niet afkeerig toon
de
„En toen wilde je er zeker met haar van
door gaan?" bracht Rijsoor tusschen beiden,
glimlachend om het liefdes-avontuur van den
praatzieken bewaarder.
„Nu, zoo dwaas was 'k niet... Wat had
'k moeten beginnen, zonder geld, met 'n
vrouw tot m'n last en altijd in angst dat 'k
gesnapt zou worden? Ik heb wijzer gedaan,
ik heb Brigitta getrouwd en ben sleutelbe
waarder in de gevangenis geworden. Als m'n
schoonvader komt te sterven, dan volg ik
'm op."
,,'n Treurig bestaan, zoo altijd tusschen
die dikke muren, te midden van al die wau-
hopige mensehen, die beven zoodra ge hun
deur opent, omdat ze bang zijn naar den
beul te worden gebracht.
„Daar went men aan," antwoordde Maes
gemoedelijk. „En bovendien is, in de tegen
woordige onrustige tijden, de gevangenis
eigenlijk nog de veiligste plaats. Hier wordt-
men niet gearresteerd." En terwijl hij den
Graaf met een veel beteekenendén blik aan
keek, voegde hij er bij „Hier kan men ook
de boekon lezen, die men wil."
Rijsoor had zijn 'blik opgemerkt.
„Wat wilt gij daarmee zeggen? Leest ge
dén bijbel soms?"
Macs trad de cel binnen en fluisterde den
Graaf in het oor:
„Ja, daarin loos 'kik ben ook..."
„Laat me u de hand drukken," sprak Rijs
oor. „Ik zal dan toch in m'n laatste uur
want men keert niet weer vau 't schandelijk
gerechtshof waar ge me heenbrengt ik
zal dan toch in m'n laatste uur den troost
hebben, tot 'n eerlijk man te spreken."
En hij stak den bewaarder de hand toe,
die, zeer bewogen, even aarzelde baar aan
te nemen.
„Daar 'k in u 'a geloofsgenoot ontmoet,
ga 'k 'n buitengewonen dienst van u vragen.
O, wees niet bang," ging hij voort, toen hij
Maes een vreesachtige beweging zag maken,
„ik zal niets vragen dat in strijd is met uw
plicht. Wanneer die ellendelingen me zullen
veroordeeld hebben, ga dan naar mijn wo
ning. Ge kunt immers uitgaan, wanneer ge
wilt?..." Vraag de gravin Van Rijsoor te
spreken en zeg haar dat m'n laatste gedach
te voor haar was, voor m'n geliefde vrouw,
m'n trouwe echtgenoote. Geef haar dezen
ring, dien 'k van haar ontving op den dag
van ons trouwen..."
De Graaf zweeg en was diep ontroerd. Hij
had moeite zijn tranen te bedwingen, bij de
gedachte aan zijn verloren geluk.
„Anders niet, heer Graaf?" vroeg de be
waarder verlegen.
„Nee... of ja, luister nog even." Hij haal
de een dolk van onder zijn kleeron te voor
schijn.
„Toen men mij ontwapende, heeft men
mijn kleeding niet nader onderzocht. Ik had
er op gerekend mij van dit wapen te bedie
nen om 'n terechtstelling te ontgaan en mij
niet levend aan onze beulen over te geven-
Maar daar straks heb ik, van dit venster
uit, 'n onschuldige heldhaftig 'n gruweldood!
zien sterven en ik heb de verontwaardiging
van 't volk waargenomen bij dat afschuwe
lijk tooneel. Tóen heb 'k begrepen dat wij,
die 't voorbeeld moeten geven, niet 't recht
hebben ons aan 'n terechtstelling te onttrek
ken. 't Volk wordt geprikkeld bij 't zien
van ons bloed. Wanneer men onzen degen
ons heeft afgenomen en onze moed niets
meer vermag, dan kunnen we 't Vaderland
nog verdedigen door ons lijden, ja, door de
strafwerktuigen, die men gebruikt om ons
af te maken Zoo heeft ook Jezu9 door 't
kruis overwonnen!"
„Wat moet 'k met dezen dolk doen?"
vroeg Maes.
„Breng 'm aan -Karloo, dien ge wel kent,
'n edele, jonge man, m'n vriend en wapen
broeder, 'n goed vaderlander, voor wien 'k
gaarne m'n leven zou geven en die omge
keerd, zonder aarzelen, voor mij z'n bloed
zou doen stroomen. Zeg hem, dat 'k hem
dit wapen toevertrouw om daarmee de ver
raders te -straffen, die onder ons schuilen
Verzoek 'm namens mij, te zweren dat hij
dezen ponjaard steeds bij zich zal dragen,
opdat hij voortdurend worde herinnerd aan
de wraak, die elke Nederlander op dJn
vijand nemen moet
„U kunt op mij vertrouwen."
„Goed, ge zijt 'n braaf man, ik dank u,"
sprak Rijsoor, hem nogmaals de hand druk
kend. En daarna, weer geheel tot kalmte ge
komen, vervolgde hij, op de deur wijzend:
„En breng me nu maar vóór de ellende
lingen, die men eer voor ongevoelige slagers
dan voor rechters zou houden. Zittende op
hun zoogenaainden rechterstoel, zijn ze met
bloed bespat
Terwijl hij den bewaker door dé donkere
gang volgde, ontsnapte een zucht aan zijn
borst en fluisterde hij, als laatste uiting
van menschelijke zwakheid: „Dolorès! Ar
me, geliefde vrouw! Wat zal er vau wor
den I'
ll' oreU vervolgd.