m°. 362. Dinsdag 22 Juni 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. Voor 't Vaderland. 7" Jaargang* AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 ma a ti Jen voor Amersfoortf l.OO. Idem frauoo per post - 1.50. Afzonder.'yks nummers- 0.05. Deze Courrnt versohynt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertontiënmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur 's morgens by de Uitgeven in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRUS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 95 cents by vooruitbetaling. Oroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedryf bestaan zeer vooideelige bepalingen Ut het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eette circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvrasg toegezonden. A.an hendie met 1 Juli a. s. op dit blad inteekenen worden de nummers die ge durende de maand Juni nog zullen -verschijnenkoste loos toegezonden. Politiek Overzicht De ontmoeting van de belde Keizers. De ontmoeting, die de Keizers van. Rus land en van het Duitsche rijk Donderdag en Vrijdag aan de oevers van Finland bij Björkö hebben gehad, is verloopen op eene wijze, die beantwoordt aan de verwachting, die daarvan werd gekoesterd. De Nordld. Allg. Zei bung drukt in haar weerkoverzieht hare voldoening daarover aldus uit: „In. de aan boord van het Russische kei zerlijke jaoht gehouden feestdronken werd het voortduren van de hartelijke vriend schap tussehen de beide heerschers nogmaals bevestigd en. de door hen gekoesterde op rechte wensoh weder bekrachtigd om deze traditioneel© betrekkingen in het belang van. hunne landen en van den vrede ook verder te koesteren. Voor de Duitsolie en Russische staatslieden wordt hetzelfde stre ven door de officieus© mededeeling over de uitkomst van de gesprekken tussehen de HH MM. vergezellende staatslieden ver kondigd. Inzonderheid werd nogmaals ge constateerd-, dat de goede betrekkingen van Duitschlanl en Rusland tot elkaar in geen enkel opzicht vijandig staan tegenover de internationale overeenkomsten, waarbij deze beide staten betrokken zijn. Het is dus te hopen, dat de ontmoeting van de beide Kei- z<Jrs in do Finlandsohe wateren, die van het begin tot het einde een bijzonder verblijdend verloop genomen heeft, voortaan tob erg- denkende of op misverstand' steunende op vattingen geen aanleiding meer zal bieden." Het hoofdaccoord, waarop deze ontmoe ting was gestemd, werd uitgedrukt in de woorden van de aan boord van de Stan- dart gewisseldo feestdronken, waarin na druk werd gelegd op „de traditioneele be trekkingen van hartelijke vriendschap en wederzijdsch vertrouwen", die de bedde hui zen steeds hebben verbonden en die „een onderpand van de goede betrekkingen tus sehen de bedde landen vormen." Deze woor den bewijzen ook, dat de draad tussehen Berlijn en Petersburg, ondanks alle stoor nissen van voorbij gaanden aard, niet is door gesneden, hetgeen voor de handhaving van den Europeeschen vrede van beteekenis is. Op eene opmerkelijke zinswending in den feestdronk van Keizer Wilhelm vestigt de Neue Freie Presse de aandacht. Die kan namelijk, al is zij zeer algemeen gehouden, worden uitgelegd als eene zeer zachte zin speling op de grondwet, die de Czaar aan het Russische rijk heeft gegeven. Het Weener blad schrijft: „De uitlegging is niet dwingend, maar ook niet onmogelijk. Keizer Wilhelm zeide, dab hij dronk „op het ge dijen van het gansche Russische rijk in de banen, die de hooge wijsheid van Uwe Ma jesteit het hebben aangewezen." Dit besluit van den feestdronk kan natuurlijk de alge- meene beteekenis hebben, dat de Czaar all© banen van de Russische politiek voor schrijft. Er blijft echter een zekere indruk alsof de Keizer met eene zachte, haast niet merkbare zinspeling op het teruglkeeren van geregelde toestanden onder handhaving van heb parlement, al is dat zeer gebrekkig, heeft willen wijzen. Dit slot klinkt als een gelukwenseh na eene zware crisis. „Wie uit de Keizerlijke feestdroDjken de slotsom trekt, dat de buitenlandsche betrek kingen tussehen Duitschland en Rusland in den eersben tijd geen© storingen zullen ondervinden! en dezen indruk uit di© feest dronken put-, beweegt zich in ieder geval op een veiligen bodem. De samenkomst van de beide monarchen zal na deze feestdron ken de uitwerking hebben, dat de aanstaan de reis van Keizer Nicolaas naar Engeland en Frankrijk geen ongerustheid kan verwek ken. Ook laat zich de verdere conclusio trekken, dat de nauwe betrekkingen tus sehen Oostenrijk-Hongarije en Duitsch l'and geen beletsel zijn voor de vi*iendschap en het vertrouwen tussehen Rusland en Duitschland. Daaruit volgt met dwingende noodzakelijkheid, dat Rusland duurzaam, ook geen dieper wantrouwen tegen Oos tenrijk- Hongraije kan hebben. Vertrou wen in Duitschland en diep wantrouwen in Oosteurijk-IIongarije zouden onivereenlg- bare tegenstrijdigheden zijn. De feestdron ken zijn daarom een bewijs, dat ook de ontstemming tegen onze monarchie lang zaam en door den invloed van den tijd in Petersburg zal kunnen verflauwen." Duitichland. Ove-r de in de bestaande omstandigheden gewichtige vraag of de erfenisbelasting in den rijksdag een meerderheid zal vinden, wordt aan de Frankf. Ztg. uit Berlijn ge schreven, dat ook nadat de algemeene be raadslagingen gesloten zijn, niemand in staat is daarop een stellig antwoord te geven. Het staat vast, dat de vrijzinnige fraction en de nationaal-liberalen als één man voor zul len stemmen, al is er veel in het tegenwoor dige ontwerp, dat hen niet bevalt. Van de leden der nationaal-nberale fractie, die vroe ger eene afwijkende meeniug hadden, heb ben allen op één na verklaai-d, dat zij mee zullen doen. Men neemt verder aan, dat de rijkspartij, de „Wirtschaftliche Vereini- guug" en de „Reformpartei" met weinige uitzonderingen voor zullen stemmen. Als de sociaal-democraten, die een definitief besluit nog niet genomen hebben, in de opvatting dat heb betere soms de vijand van het gcede is, met de linkerzijde stemden, dan zou de meerderheid voor de erfenisbelasting zoo goed als zeker zijn, want het staat vast, dat van de conservatieve partij een aantal leden, in ieder geval meer dan de drie of ■vier vroeger genoemden, zich van het gros der opponeerende fractie zullen afscheiden. Vast blijft het centrum cn het oefent partij- dwang uit, zooals reeds zoo dikwijls, een dwang die door velen van zijne leden, inzon derheid uit de arbeiderskringen, bitter wordt gevoeld. Frankrijk. Het interpellatiedebat over de algemeene politiek zal eerst aanstaanden Vrijdag wor den voortgezet. Men verwacht, dat deze aan val op de regeering 'zonder resultaat zal blijven. P a r ij s 2 1 Juni. De regeering zal bij het parlement een wetsontwerp indienen «om een crediet van 1,800,000 frs. beschik baar te stellen ten behoeve der slacht offers van de aardbeving in het zuiden. Zoo dra het rapport over den staat van de ver liezen ontvangen is, zal een tweede wets ontwerp worden ingediend, strekkende om het Crédit foncier ie machtigen leeningen toe te staan tot een -bedrag van verscheidene millioenen, aflosbaar in 45 jaren voor t/wee derden door den slaat, voor een derde door de belanghebbenden. De aangerichte schade wordt thans op 15 millioen begroot. I s s y-M oulineaux, 2 1 Juni. Bleriot steeg om 3 uur minuut op met zijn monoplan. Op het oogenblik dat hij andermaal zou opstijgen, vatte de motor vuur. Het luchtschip -bleef ongedeerdde schade is van weinig belang. Engeland. Londen, 21 Juni. De Kamer is heden begonnen met de behandeling der ar tikelen van de wet op de middelen, die 74 artikelen bevat. De voorgestelde amende menten beslaan reeds meer dan 100 bladzij den van het parlementaire „order-paper" en daar de rogeering geen voorstel heeft gedaan tot beperking van den tijd, die voor de discussie beschikbaar zal worden gesteld, is het onmogelijk te voorspellen, hoe lang de behandeling zal duren. De eerste 6 ar tikelen behandelen de nieuwe grondbelas tingen en zullen een harden strijd géven. Lord Weardale heeft het voorzitterschap op 'zich genomen van de oommissie voor de ontvangst van de leden van den rijksraad en de rijksdoema, die Engeland komen bezoe ken. In eene openbare vergadering, die den 18en Juli in Trafalgar Square zal worden gehouden als de politie daartoe toestemming verleent, zullen de leiders van de arbeiders partij Keir Hardie, Henderson en Ramsay Macdonald het woord voeren om te pro testeeren tegen de officieele begroeting van den Czaar van Rusland door de regeering. De eerste lord van do admiraliteit Mac Kenna heeft in Middleton (Lancaster) eene rede gehouden, waarin hij over do vloot zeide, dat de regeering drie jaren lang haar best had gedaan voor eene 'vermindering van de krijgstoerustingen den weg te banen. Maar de andere natiën hebben het voor beeld niet gevolgd. Dientengevolge kunnen zelfs do meest optimistische lieden niet in gebreke blijven te erkennen, dat de ver wachtingen op eene beperking -van de pro gramma's van vlootbouw tegen'woordig onge grond zijn. De regeering geeft het geld lie ver uit voor sociale hervormingen dan voor schepen, maar men zal niet ophouden voor de veiligheid tegenover het buitenland even zeer te- zorgen als voor binnenlandsche her vormingen. De tegenwoordige belastingplannen zijn niet van verderfelijken invloed, omdat zij met de krachten 'van het land rekening hou den. Andrew Carnegie "heeft in een brief aan de Times een dringend beroep op Engeland gedaan, de Europeesche natiën tot overleg gingen over de toerustingen ter zee' uit te noodigen, omdat het ook het eerst het Dreadiiought-type heeft ingevoerd en daar mee de tegenwoordige ongerustheid in het leven heeft geroepen. Rusland. Petersburg, 21 Juni. De rijks raad heeft in zijne vergadering van heden de 'begrooting voor 1909 in ontvangsten en uitgaven aangenomen. De Russische doema-leden, die eerstdaags als gasten in Engeland worden verwacht, zullen door Koning Eduard ontvangen wor den. De aansporing daartoe is van de Engel- sche regoering uitgegaan, maar in overeen stemming met het gebruik moest de Rus sische gezant een officieel verzoek om audiëntie voor de Russsche parlementsleden indienen. Dit weigerde de gezant intus- schenhij wilde alleen voor den voorzitter van de doema eene audiëntie vragen, maar kwam daarvan terug, toen de Czaar per soonlijk den wensch uitdrukte, dat alle af gevaardigden, die zich naar Engeland be geven, inzonderheid ook de kadettenleider Miljoekow, aan den Koning zouden worden voorgesteld. De Czaar drukte daarbij de hoop uit, dat de Russische afgevaardigden een gunstigen invloed zouden uitoefenen op stemming in Engeland. Turkijs. Over den strijd, die thans in Albanië wordt gevoerd, wordt uit Uskub aan de Koln. Ztg. bericht, dat generaal Djawid Patha, volgons de berichten, niet eene ne derlaag heeft geleden, maar zijne operatiën gestaakt heeft en is teruggegaan omdat de Albaneezen hunne onderwerping hebben aangekondigd. Bijzonderheden kan men niet veel gewaar worden. Djawid Pacha moet naar de Malissia in twee colonnes opgerukt zijn, die tweemaal door de Albaneezen wer den aangevallen. Het aantal dooden moet aanzien!ijk zijn, maar het juiste cijfer is nog niet op te geven. Wanneer op het slag veld slechts twaalf gevallen Albaneezen ge vonden werden, dan is dat nog geen bewijs, want volgens de Albaneesch© gowoonte wor den de dooden en gewonden bij den terug tocht meegenomen. Meer dan honderd ver sterkte steen en torens werden, volgens de berichten, vernield. De verliezen van de troepen zijn niet bekend. Toen na de ge vechten do beide colonnes zich hadden ver- oenigd en heb bericht was ingekomen van de enderweiping der Albaneezen, die be loofden belastingen te betalen en recruton te leveren., gingen de troepen naar Djakowa terug. Het gerucht, dat de Albaneezen ziöh ook bereid hadden verklaard hunne wapens uit ie leVeren, vindt geen geloof. Verdere operatiën tegen Noord-Albanië zullen niet plaats hebben; men hoort zelfs uit kringen, die met de bevolking aldaar in nauwkeurige voeling staan, dat de stammen zich eene tuchtiging door Djawid Pacha niet rustig zouden welgevallen, maar plannen tot een grooten opstand kunnen beramen. Naar gemeld wordt, zal thans eene expeditie plaats hebben in liet gebied van Güan en Preschowo. Men verwacht, dat het optreden van eenigszins sterke troepen afdeel ingen aan de Servische grens indruk zal maken op de d'aar aanwezige Serven, die zich aan allerlei uitspattingen hebben schuldig gemaakt. Griekenland. In een somber gestemd schrijven uit Athene bericht de Yossische Ztg. De toestand wordt hoe langer hoe don kerder. Over het Kreta-vraagstuk brengen de bladen kolommen lange telegrammen uit Europa en Konstantinopel, die door de be volking verslonden worden. Niemand, zelfs in regeeringskrlngen, weet iets van eene oplossing van do kwestie in een bepaalden zin men wil echter tot het laatste oogen blik vertrouwen hebben in de beschermende mogendheden. Nooit was in hot koninkrijk eene zoo algemeene, diepe ontroering merk baar als thans. Niemand durft aan een oor log denken. Men weet wel, dat daarvoor noch leger, noch vloot, noch geld aanwezig is. Dat alles hebben gedurende tientallen van jaren de personen-partijen verslonden. Ieder meent: Er zal wat gebeuren. Maar wa't Brieven van officieren in Athene aan hunne bloedverwanten in de provincie ge wagen van groote dingen, die in Athene wor den voorbereid. Een doel daarvan mag men op rekening stellen van de opgewonden oos- torsche fantasie In tussehen blijft de toe stand zeer bedenkelijk niet alleen voor de dynastie, maar ook voor de verantwoorde- L lijke politieke partijen. De oppositie en de j regeering blijven geheel stom, omdat allo personen-partijen voor het eerst inzien, dat de verbittering van het volk zich tegen al len keert. De anders gaarne politiek ophit- j sendo burgerlijke pers legt ontstel ben is aan f den dag. Het groote blad van de bourgeoisie de Empros, erkent, dab de toestand zoo moeielijk is geworden, dat de regeering ter stond de Kamer moet bijeen roepen, want slechts de Kamei kan ten slotte in nationale zaken beslissen Groot opzien baart ook een oproeping van den jongen officier en afge vaardigde Karaiskakis in de dagbladen, waarin hij zegt: „Volk van Griekenland, houd uwe vierschaar gereed. Ditmaal zult gij spoedig over de werkelijk schuldigen oordeelen." Kreta. Tussehen de vier Ki>eta beschermende mogendheden is nog geen overeenstemming verkregen omtrent de voor Kreta te nomen maatregelen. Ui! Konstantinopel wordt aan de Frankf. Ztg. bericht, dat, terwijl Enge land en Rusland besloten zijn hunne troe pen terug to trokken, Frankrijk en Italië overwegen of de oogenblikkelijke toestand van Turkije de uitvoering raadzaam maakt van dit besluit, dat meer dan een jaar ge leden genomen is, toen men die tegenwoor dige omstandigheden niet kon voorzien. In ieder geval zijn de vier beschermende mo gendheden 't er over eens, dat de souverei- niteit van de Portie moet worden geëerbie digd en dat er iets moet gebeuren, opdat haar symbool ;n de Sudabaai, de Turkscho vlag, die overigens, om tegen de ongunst van het weder stand te houden, uit metaal vervaardigd is, niet door de Kretensers kan worden neergehaald. De Porte kan zich te genover de mogendheden op een gewichtig argument beroepen. Deze hebben zich name lijk in 1898 door eene nota verbonden do Turksche soüvereiniteit over het eiland te waarborgen, als Turkije zijne troepen uit Kreta terug trok. Volgens de Courrier d'Orient heeft do voorloopige regoering van Kreta in het bui tenland, voor rekening van de Grieksche regeer Lag, vijf batterijen berggeschut be steld. Met de oorlogstoerustingen is men op Kreta ijverig aan den gang. De Turkscho vloot ligt tegenwoordig in de baai van Gem- lik, vanwaar zij over eenige dagen naar Smyrna zal gaan. Marokko. Oudjda, 21 Juni. Melilla is vol Spaansche soldaten. De toegang tot de stad is aan alle Marokkanen verbodenook mo gen zij zich niet buiten de wallen begeven. Naar aanleiding daarvan werd in de laatste dagen eene belangrijke vergadering van no tabelen gehouden Twintig stammen van het Riff-gebied waren daar vertegenwoordigd en besloten zich te verbinden, om gezamenlijk tegen de Spanjaarden te handelen. Naar hM Fransch van Edmond Lrptlletier. 21 DOSR J. L. VAN DER MOER. Intusschen kon hij natuurlijk niet nala ten de verklaringen van den getuige te hooren. De eeriooze rechtens van den Bloed raad beroemden zich nog op hun correct heid, hoewel ze op cynische wijze spotten met alle rechtszekerheid waarborgende mid delen eenier goede Justitie Nadat hij naam en voornamen, en leef tij dl aan den officier gevraagd "had", gdng d'e op perrechter op korzeligen toon voort: „Zweert ge, bij Christus, de waarheid, en niets dan de waarheid te zullen zeggen en *e spreken zonder eenigen haat tegen den hier aanwezigen beklaagde?" „Dat zweer ikl" antwoordde de getuige, terwijl hij de rechterhand naar het cruci fix uitstrekte. ..Zijt ge bij Rijsoor dn kwartier, kapi tein Riguenez? Waart ge in den naolvt van Zaterdag op Zondag in zijn woning?" „Ja, daar was dik." „Op welk uui zijt ge thuis gekomen?" „Omstreeks 't uur van taptoe." „Hebt -ge dien avond iet® buitengewoons waargenomen in 't huis van Rijsoor?" „Nee, edelachtbare heer... Ik was wol 'ai beetje zwaar rn 't hoofd, daar. ik met eenige kameraden, allen officieren van Zijne Ma jesteit, aan 'n diner 'had deelgenomen, dat ons in 't stadhuis aangeboden werd... Heel veel aandacht heb 'k dus niet geschonken aan datgene wat er in .huis bij den graaf voorviel... Ik geloof dat de menschen naar bed of uit waren." „Ge kunt ons dus niet zeggen of Rijsoor dien nacht thuis was?" „Ja, 'zeker, dat kan 'k verklaren. Op dit punt zijn m'n herinneringen volmaakt juist." Rijsoor maakte een onwillekeurige bewe ging „Tk ben verloren," dacht hij. „Die kapi tein heeft natuurlijk geïnformeerd, naar me gevraagd... zijn getuigenis zal aansluiten bij dat van den spion... 't Is maar goed dat ik niet gelogen heb... 't leven is geen leugen waard 1" Hij dacht aan zijn zoo zeer beminde Dolo res, die hij wel nimmer zou weerzien, en een diepe zucht ontsnapte zijn borst. Maar hij herstelde zich spoedig, want hij wilde zijn beulen het genot niet gunnen hem op een zwakheid betrapt te hebben. Kalm en waar dig wachtte hij dus op het verdere antwoord van Riguenez, dat hem ongetwijfeld tot den dood zou doen veroordeel©». „De graaf Van Rijsoor is een van mijn vijanden, edele heeren," vervolgde Riguenez op fliniken toon... „Overal waar 'k hem met den degen in de hand zal ontmoeten, be hoeft hij van mijn zijde niet op eenige toe gefelijkheid te rekenen. Maar 'n officier van den Koning van Spanje, zooals i k, zal tegen zijn meest geduchten tegenstander, al is deze dan ook, als de graaf, 'n ketter en oproer ling, geen valsche beschuldiging inbrengen. U hadt me hier niet behoeven te doen ko men, wanneer u soms een antwoord van mij hebt verwacht zooals u gaarne wenscht... Voor zulke baantjes zijn uw spionnen, meneer de opperrechter, dergelijke diensten vraagt men uiet aan 'n kapitein van de mus ketiers „Getuige", viel de Vargas hem in de rede, „ge zijt hier om de waarheid en niets dan deze te zeggen... De Raad vraagt... gij hebt te antwoorden! Aldus nogmaals: is 't u bekend of de graaf Van Rijsoor in den nacht van Zaterdag op Zondag in zijn wo ning was?" „In den nacht waarvan u spreekt, was de graaf Van Rijsoor thuis... dat verklaar ik op mijn degen en vóór het Christusbeeld 1" De leden van den Raad waren blijkbaar verrast. De Vargas fluisterde Noircarmes toe „Wat bazelt die vent? Hij was dronken en weet zich niets meer te herinneren." Rijsoor keek den kapitein stom-verbaasd aan, zich afvragend welk belang deze vijan delijke officier er bij hebben kon hem vrij te pleiten. De opperrechter richtte het hoofd op, en terwijl hij Riguenez scherp aankeek, vroeg hij: „Zijt ge wel volkomen zeker van hetgeen ge zegt, kapitein? Kunt ge u niet in den datum vergissen? Was de graaf Van Rijsoor werkelijk thuis in den nacht van Zaterdag op Zondag, na de taptoe, alzoo op eeu uur waarop de poorten gesloten waren en nie mand de stad dus meer kon verlaten? Denk eens goed na,.,, 'n vergissing is mogelijk... bovendien hebt go zelf verklaard' van 'n vroolijk feest te zijn gekomen..." „Ik had m'n z:nnen volstrekt niet verlo ren, heeren,... ik was wel 'n beetje opgewon den, maar da's ook alles. Ik herinner *t me heel goed, dat 't Zaterdagnacht was, na tap toe..." „Ge blijft dus volhouden dat de graaf bij hem thuis was, op 'n tijdstip waarop hij, volgens bij ons ingekomen, nauwkeurige rapporten, zich op den weg naav Leuven be vond, waar hij 'n samenkomst ging bijwo nen in de herberg „De Zilveren Wijnkan", met de vijanden van zijne Majesteit? Denk nog 's goed na, don Riguenez, uw verklaring is van veel gewicht!" „Ik kan niet anders verklaren dan zooals 't is... zeker, ik heb den graaf dien nacht gezien." „Hebt ge met 'm gesproken?" „Meer dan dat... ik heb met 'm gevoch ten en 'm verwond 1" De rechters zagen elkaar verwonderd aan. Het getuigenis van Riguenez was beslissend. Het alibi van den graaf scheen onbetwist baar en de spion moest zich vergist hebben Men kon den Vlaamschen patriot ditmaal ten minste niet bewijzen dat hij saamgezwo ren en hoogverraad gepleegd had. Rijsoor, die zeer bleek zag, 'trachtte te vergeefs de zaak te begrijpen. Wat vertelde die kapitein toch wel? Hoe kwam hij aan het verbaal van dat avontuur?... Hij zou ge vochten hdbben en verwond zijn door den officier?... 't Was 'n droom... Om welke re den dischtc die vreemdeling dat verhaal voor der> Raad'op?... En toch scheen hij wel over tuigd..., hij had er toch ook geen belang hij hem te redden... Maar waarom hield' hij dan vol hem tehuis te hebben: gezien, op het uur waarop hij zich met Willem van Oranje iu „De Zilveren Wijnkan" bevond? Dat gan sche verhaal draaide hein door het hoofd. Hij kon niet nalaten het woord te nemen, nog vóór dat Noircarmes, die zichtbaar zeer verbaasd was, er aan dacht hem te beletten aan don getuige vragen te stellen. „Met uw welnemen, kapitein," sprak hij met eenigszins bevende stem, „zoudt u, aan gezien deze lieeren. eenigszins schijnen te twijfelen aan de juistheid van de dbor u ge noemde feiten, misschien wel 'zoo goed wil len zijn enkele bijzonderheden mede te dee- len van de ontmoeting, die ik, volgens uw getuigenis, de eer had met u te mogen heb ben?" ..Volgaarne, graaf, en ik zal duidelijk zijn," antwoordde Riguenez, anet een lichte buiging voor den beklaagde. En zich ver volgens tot den Raad wendend, vervolgde hij „Zooals ik reeds gezegd heb, ikeerde ik naar huis terug, min of meer onder den in vloed van den uitmuntenden wijn uit de kelders van 't gemeentehuis. Al de deuren van 't huis van den graaf waren gesloten, met uitzondering van één. Deze trad ik bin nen, meenende zoo mijn kamer te kunnen bereiken, 't Was zeer donker in die ellendige gang, en ik struikelde toen ik de trap op ging. Plotseling hoor ik 'n deur open doen en daarna 't geluid van stemmen boven m'n hoofd. Men roept mij aan en ik begrijp dat 'k me moet vergist hdbben. Ik was op de trap, die naar de vertrekken van den graaf leidt. Op 't oogenblik dat 'k excuses aanbied en den goeden weg wil zoeken, word 'k op ruwe wij7.o aangeroepen door den. verbaasden en boos geworden beer des huizes, wat 'k me begrijpen kan. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1