m°. 362.
Dinsdag 22 Juni 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Voor 't Vaderland.
7" Jaargang*
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 ma a ti Jen voor Amersfoortf l.OO.
Idem frauoo per post - 1.50.
Afzonder.'yks nummers- 0.05.
Deze Courrnt versohynt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertontiënmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur
's morgens by de Uitgeven in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRUS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 95 cents by vooruitbetaling.
Oroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedryf bestaan zeer vooideelige bepalingen Ut
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eette
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvrasg
toegezonden.
A.an hendie met 1 Juli
a. s. op dit blad inteekenen
worden de nummers die ge
durende de maand Juni nog
zullen -verschijnenkoste
loos toegezonden.
Politiek Overzicht
De ontmoeting van de belde
Keizers.
De ontmoeting, die de Keizers van. Rus
land en van het Duitsche rijk Donderdag
en Vrijdag aan de oevers van Finland bij
Björkö hebben gehad, is verloopen op eene
wijze, die beantwoordt aan de verwachting,
die daarvan werd gekoesterd. De Nordld.
Allg. Zei bung drukt in haar weerkoverzieht
hare voldoening daarover aldus uit:
„In. de aan boord van het Russische kei
zerlijke jaoht gehouden feestdronken werd
het voortduren van de hartelijke vriend
schap tussehen de beide heerschers nogmaals
bevestigd en. de door hen gekoesterde op
rechte wensoh weder bekrachtigd om deze
traditioneel© betrekkingen in het belang
van. hunne landen en van den vrede ook
verder te koesteren. Voor de Duitsolie en
Russische staatslieden wordt hetzelfde stre
ven door de officieus© mededeeling over de
uitkomst van de gesprekken tussehen de
HH MM. vergezellende staatslieden ver
kondigd. Inzonderheid werd nogmaals ge
constateerd-, dat de goede betrekkingen van
Duitschlanl en Rusland tot elkaar in geen
enkel opzicht vijandig staan tegenover de
internationale overeenkomsten, waarbij deze
beide staten betrokken zijn. Het is dus te
hopen, dat de ontmoeting van de beide Kei-
z<Jrs in do Finlandsohe wateren, die van het
begin tot het einde een bijzonder verblijdend
verloop genomen heeft, voortaan tob erg-
denkende of op misverstand' steunende op
vattingen geen aanleiding meer zal bieden."
Het hoofdaccoord, waarop deze ontmoe
ting was gestemd, werd uitgedrukt in de
woorden van de aan boord van de Stan-
dart gewisseldo feestdronken, waarin na
druk werd gelegd op „de traditioneele be
trekkingen van hartelijke vriendschap en
wederzijdsch vertrouwen", die de bedde hui
zen steeds hebben verbonden en die „een
onderpand van de goede betrekkingen tus
sehen de bedde landen vormen." Deze woor
den bewijzen ook, dat de draad tussehen
Berlijn en Petersburg, ondanks alle stoor
nissen van voorbij gaanden aard, niet is door
gesneden, hetgeen voor de handhaving van
den Europeeschen vrede van beteekenis is.
Op eene opmerkelijke zinswending in den
feestdronk van Keizer Wilhelm vestigt de
Neue Freie Presse de aandacht. Die kan
namelijk, al is zij zeer algemeen gehouden,
worden uitgelegd als eene zeer zachte zin
speling op de grondwet, die de Czaar aan
het Russische rijk heeft gegeven. Het
Weener blad schrijft: „De uitlegging is niet
dwingend, maar ook niet onmogelijk. Keizer
Wilhelm zeide, dab hij dronk „op het ge
dijen van het gansche Russische rijk in de
banen, die de hooge wijsheid van Uwe Ma
jesteit het hebben aangewezen." Dit besluit
van den feestdronk kan natuurlijk de alge-
meene beteekenis hebben, dat de Czaar all©
banen van de Russische politiek voor
schrijft. Er blijft echter een zekere indruk
alsof de Keizer met eene zachte, haast niet
merkbare zinspeling op het teruglkeeren van
geregelde toestanden onder handhaving van
heb parlement, al is dat zeer gebrekkig,
heeft willen wijzen. Dit slot klinkt als een
gelukwenseh na eene zware crisis.
„Wie uit de Keizerlijke feestdroDjken de
slotsom trekt, dat de buitenlandsche betrek
kingen tussehen Duitschland en Rusland
in den eersben tijd geen© storingen zullen
ondervinden! en dezen indruk uit di© feest
dronken put-, beweegt zich in ieder geval
op een veiligen bodem. De samenkomst van
de beide monarchen zal na deze feestdron
ken de uitwerking hebben, dat de aanstaan
de reis van Keizer Nicolaas naar Engeland
en Frankrijk geen ongerustheid kan verwek
ken. Ook laat zich de verdere conclusio
trekken, dat de nauwe betrekkingen tus
sehen Oostenrijk-Hongarije en Duitsch
l'and geen beletsel zijn voor de vi*iendschap
en het vertrouwen tussehen Rusland en
Duitschland. Daaruit volgt met dwingende
noodzakelijkheid, dat Rusland duurzaam,
ook geen dieper wantrouwen tegen Oos
tenrijk- Hongraije kan hebben. Vertrou
wen in Duitschland en diep wantrouwen in
Oosteurijk-IIongarije zouden onivereenlg-
bare tegenstrijdigheden zijn. De feestdron
ken zijn daarom een bewijs, dat ook de
ontstemming tegen onze monarchie lang
zaam en door den invloed van den tijd
in Petersburg zal kunnen verflauwen."
Duitichland.
Ove-r de in de bestaande omstandigheden
gewichtige vraag of de erfenisbelasting in
den rijksdag een meerderheid zal vinden,
wordt aan de Frankf. Ztg. uit Berlijn ge
schreven, dat ook nadat de algemeene be
raadslagingen gesloten zijn, niemand in
staat is daarop een stellig antwoord te geven.
Het staat vast, dat de vrijzinnige fraction en
de nationaal-liberalen als één man voor zul
len stemmen, al is er veel in het tegenwoor
dige ontwerp, dat hen niet bevalt. Van de
leden der nationaal-nberale fractie, die vroe
ger eene afwijkende meeniug hadden, heb
ben allen op één na verklaai-d, dat zij mee
zullen doen. Men neemt verder aan, dat de
rijkspartij, de „Wirtschaftliche Vereini-
guug" en de „Reformpartei" met weinige
uitzonderingen voor zullen stemmen. Als de
sociaal-democraten, die een definitief besluit
nog niet genomen hebben, in de opvatting
dat heb betere soms de vijand van het
gcede is, met de linkerzijde stemden, dan
zou de meerderheid voor de erfenisbelasting
zoo goed als zeker zijn, want het staat vast,
dat van de conservatieve partij een aantal
leden, in ieder geval meer dan de drie of
■vier vroeger genoemden, zich van het gros
der opponeerende fractie zullen afscheiden.
Vast blijft het centrum cn het oefent partij-
dwang uit, zooals reeds zoo dikwijls, een
dwang die door velen van zijne leden, inzon
derheid uit de arbeiderskringen, bitter wordt
gevoeld.
Frankrijk.
Het interpellatiedebat over de algemeene
politiek zal eerst aanstaanden Vrijdag wor
den voortgezet. Men verwacht, dat deze aan
val op de regeering 'zonder resultaat zal
blijven.
P a r ij s 2 1 Juni. De regeering zal
bij het parlement een wetsontwerp indienen
«om een crediet van 1,800,000 frs. beschik
baar te stellen ten behoeve der slacht
offers van de aardbeving in het zuiden. Zoo
dra het rapport over den staat van de ver
liezen ontvangen is, zal een tweede wets
ontwerp worden ingediend, strekkende om
het Crédit foncier ie machtigen leeningen
toe te staan tot een -bedrag van verscheidene
millioenen, aflosbaar in 45 jaren voor t/wee
derden door den slaat, voor een derde door
de belanghebbenden. De aangerichte schade
wordt thans op 15 millioen begroot.
I s s y-M oulineaux, 2 1 Juni.
Bleriot steeg om 3 uur minuut op met
zijn monoplan. Op het oogenblik dat hij
andermaal zou opstijgen, vatte de motor
vuur. Het luchtschip -bleef ongedeerdde
schade is van weinig belang.
Engeland.
Londen, 21 Juni. De Kamer is
heden begonnen met de behandeling der ar
tikelen van de wet op de middelen, die 74
artikelen bevat. De voorgestelde amende
menten beslaan reeds meer dan 100 bladzij
den van het parlementaire „order-paper"
en daar de rogeering geen voorstel heeft
gedaan tot beperking van den tijd, die voor
de discussie beschikbaar zal worden gesteld,
is het onmogelijk te voorspellen, hoe lang
de behandeling zal duren. De eerste 6 ar
tikelen behandelen de nieuwe grondbelas
tingen en zullen een harden strijd géven.
Lord Weardale heeft het voorzitterschap
op 'zich genomen van de oommissie voor de
ontvangst van de leden van den rijksraad en
de rijksdoema, die Engeland komen bezoe
ken.
In eene openbare vergadering, die den
18en Juli in Trafalgar Square zal worden
gehouden als de politie daartoe toestemming
verleent, zullen de leiders van de arbeiders
partij Keir Hardie, Henderson en Ramsay
Macdonald het woord voeren om te pro
testeeren tegen de officieele begroeting van
den Czaar van Rusland door de regeering.
De eerste lord van do admiraliteit Mac
Kenna heeft in Middleton (Lancaster) eene
rede gehouden, waarin hij over do vloot
zeide, dat de regeering drie jaren lang haar
best had gedaan voor eene 'vermindering van
de krijgstoerustingen den weg te banen.
Maar de andere natiën hebben het voor
beeld niet gevolgd. Dientengevolge kunnen
zelfs do meest optimistische lieden niet in
gebreke blijven te erkennen, dat de ver
wachtingen op eene beperking -van de pro
gramma's van vlootbouw tegen'woordig onge
grond zijn. De regeering geeft het geld lie
ver uit voor sociale hervormingen dan voor
schepen, maar men zal niet ophouden voor
de veiligheid tegenover het buitenland even
zeer te- zorgen als voor binnenlandsche her
vormingen.
De tegenwoordige belastingplannen zijn
niet van verderfelijken invloed, omdat zij
met de krachten 'van het land rekening hou
den.
Andrew Carnegie "heeft in een brief aan
de Times een dringend beroep op Engeland
gedaan, de Europeesche natiën tot overleg
gingen over de toerustingen ter zee' uit te
noodigen, omdat het ook het eerst het
Dreadiiought-type heeft ingevoerd en daar
mee de tegenwoordige ongerustheid in het
leven heeft geroepen.
Rusland.
Petersburg, 21 Juni. De rijks
raad heeft in zijne vergadering van heden
de 'begrooting voor 1909 in ontvangsten en
uitgaven aangenomen.
De Russische doema-leden, die eerstdaags
als gasten in Engeland worden verwacht,
zullen door Koning Eduard ontvangen wor
den. De aansporing daartoe is van de Engel-
sche regoering uitgegaan, maar in overeen
stemming met het gebruik moest de Rus
sische gezant een officieel verzoek om
audiëntie voor de Russsche parlementsleden
indienen. Dit weigerde de gezant intus-
schenhij wilde alleen voor den voorzitter
van de doema eene audiëntie vragen, maar
kwam daarvan terug, toen de Czaar per
soonlijk den wensch uitdrukte, dat alle af
gevaardigden, die zich naar Engeland be
geven, inzonderheid ook de kadettenleider
Miljoekow, aan den Koning zouden worden
voorgesteld. De Czaar drukte daarbij de
hoop uit, dat de Russische afgevaardigden
een gunstigen invloed zouden uitoefenen op
stemming in Engeland.
Turkijs.
Over den strijd, die thans in Albanië
wordt gevoerd, wordt uit Uskub aan de
Koln. Ztg. bericht, dat generaal Djawid
Patha, volgons de berichten, niet eene ne
derlaag heeft geleden, maar zijne operatiën
gestaakt heeft en is teruggegaan omdat de
Albaneezen hunne onderwerping hebben
aangekondigd. Bijzonderheden kan men niet
veel gewaar worden. Djawid Pacha moet
naar de Malissia in twee colonnes opgerukt
zijn, die tweemaal door de Albaneezen wer
den aangevallen. Het aantal dooden moet
aanzien!ijk zijn, maar het juiste cijfer is
nog niet op te geven. Wanneer op het slag
veld slechts twaalf gevallen Albaneezen ge
vonden werden, dan is dat nog geen bewijs,
want volgens de Albaneesch© gowoonte wor
den de dooden en gewonden bij den terug
tocht meegenomen. Meer dan honderd ver
sterkte steen en torens werden, volgens de
berichten, vernield. De verliezen van de
troepen zijn niet bekend. Toen na de ge
vechten do beide colonnes zich hadden ver-
oenigd en heb bericht was ingekomen van
de enderweiping der Albaneezen, die be
loofden belastingen te betalen en recruton
te leveren., gingen de troepen naar Djakowa
terug. Het gerucht, dat de Albaneezen ziöh
ook bereid hadden verklaard hunne wapens
uit ie leVeren, vindt geen geloof.
Verdere operatiën tegen Noord-Albanië
zullen niet plaats hebben; men hoort zelfs
uit kringen, die met de bevolking aldaar in
nauwkeurige voeling staan, dat de stammen
zich eene tuchtiging door Djawid Pacha
niet rustig zouden welgevallen, maar plannen
tot een grooten opstand kunnen beramen.
Naar gemeld wordt, zal thans eene expeditie
plaats hebben in liet gebied van Güan en
Preschowo. Men verwacht, dat het optreden
van eenigszins sterke troepen afdeel ingen aan
de Servische grens indruk zal maken op de
d'aar aanwezige Serven, die zich aan allerlei
uitspattingen hebben schuldig gemaakt.
Griekenland.
In een somber gestemd schrijven uit
Athene bericht de Yossische Ztg.
De toestand wordt hoe langer hoe don
kerder. Over het Kreta-vraagstuk brengen
de bladen kolommen lange telegrammen uit
Europa en Konstantinopel, die door de be
volking verslonden worden. Niemand, zelfs
in regeeringskrlngen, weet iets van eene
oplossing van do kwestie in een bepaalden
zin men wil echter tot het laatste oogen
blik vertrouwen hebben in de beschermende
mogendheden. Nooit was in hot koninkrijk
eene zoo algemeene, diepe ontroering merk
baar als thans. Niemand durft aan een oor
log denken. Men weet wel, dat daarvoor
noch leger, noch vloot, noch geld aanwezig
is. Dat alles hebben gedurende tientallen
van jaren de personen-partijen verslonden.
Ieder meent: Er zal wat gebeuren. Maar
wa't Brieven van officieren in Athene aan
hunne bloedverwanten in de provincie ge
wagen van groote dingen, die in Athene wor
den voorbereid. Een doel daarvan mag men
op rekening stellen van de opgewonden oos-
torsche fantasie In tussehen blijft de toe
stand zeer bedenkelijk niet alleen voor de
dynastie, maar ook voor de verantwoorde- L
lijke politieke partijen. De oppositie en de j
regeering blijven geheel stom, omdat allo
personen-partijen voor het eerst inzien, dat
de verbittering van het volk zich tegen al
len keert. De anders gaarne politiek ophit- j
sendo burgerlijke pers legt ontstel ben is aan f
den dag. Het groote blad van de bourgeoisie
de Empros, erkent, dab de toestand zoo
moeielijk is geworden, dat de regeering ter
stond de Kamer moet bijeen roepen, want
slechts de Kamei kan ten slotte in nationale
zaken beslissen Groot opzien baart ook een
oproeping van den jongen officier en afge
vaardigde Karaiskakis in de dagbladen,
waarin hij zegt: „Volk van Griekenland,
houd uwe vierschaar gereed. Ditmaal zult
gij spoedig over de werkelijk schuldigen
oordeelen."
Kreta.
Tussehen de vier Ki>eta beschermende
mogendheden is nog geen overeenstemming
verkregen omtrent de voor Kreta te nomen
maatregelen. Ui! Konstantinopel wordt aan
de Frankf. Ztg. bericht, dat, terwijl Enge
land en Rusland besloten zijn hunne troe
pen terug to trokken, Frankrijk en Italië
overwegen of de oogenblikkelijke toestand
van Turkije de uitvoering raadzaam maakt
van dit besluit, dat meer dan een jaar ge
leden genomen is, toen men die tegenwoor
dige omstandigheden niet kon voorzien. In
ieder geval zijn de vier beschermende mo
gendheden 't er over eens, dat de souverei-
niteit van de Portie moet worden geëerbie
digd en dat er iets moet gebeuren, opdat
haar symbool ;n de Sudabaai, de Turkscho
vlag, die overigens, om tegen de ongunst
van het weder stand te houden, uit metaal
vervaardigd is, niet door de Kretensers kan
worden neergehaald. De Porte kan zich te
genover de mogendheden op een gewichtig
argument beroepen. Deze hebben zich name
lijk in 1898 door eene nota verbonden do
Turksche soüvereiniteit over het eiland te
waarborgen, als Turkije zijne troepen uit
Kreta terug trok.
Volgens de Courrier d'Orient heeft do
voorloopige regoering van Kreta in het bui
tenland, voor rekening van de Grieksche
regeer Lag, vijf batterijen berggeschut be
steld. Met de oorlogstoerustingen is men op
Kreta ijverig aan den gang. De Turkscho
vloot ligt tegenwoordig in de baai van Gem-
lik, vanwaar zij over eenige dagen naar
Smyrna zal gaan.
Marokko.
Oudjda, 21 Juni. Melilla is vol
Spaansche soldaten. De toegang tot de stad
is aan alle Marokkanen verbodenook mo
gen zij zich niet buiten de wallen begeven.
Naar aanleiding daarvan werd in de laatste
dagen eene belangrijke vergadering van no
tabelen gehouden Twintig stammen van het
Riff-gebied waren daar vertegenwoordigd en
besloten zich te verbinden, om gezamenlijk
tegen de Spanjaarden te handelen.
Naar hM Fransch van Edmond Lrptlletier.
21 DOSR
J. L. VAN DER MOER.
Intusschen kon hij natuurlijk niet nala
ten de verklaringen van den getuige te
hooren. De eeriooze rechtens van den Bloed
raad beroemden zich nog op hun correct
heid, hoewel ze op cynische wijze spotten
met alle rechtszekerheid waarborgende mid
delen eenier goede Justitie
Nadat hij naam en voornamen, en leef tij dl
aan den officier gevraagd "had", gdng d'e op
perrechter op korzeligen toon voort:
„Zweert ge, bij Christus, de waarheid,
en niets dan de waarheid te zullen zeggen
en *e spreken zonder eenigen haat tegen
den hier aanwezigen beklaagde?"
„Dat zweer ikl" antwoordde de getuige,
terwijl hij de rechterhand naar het cruci
fix uitstrekte.
..Zijt ge bij Rijsoor dn kwartier, kapi
tein Riguenez? Waart ge in den naolvt van
Zaterdag op Zondag in zijn woning?"
„Ja, daar was dik."
„Op welk uui zijt ge thuis gekomen?"
„Omstreeks 't uur van taptoe."
„Hebt -ge dien avond iet® buitengewoons
waargenomen in 't huis van Rijsoor?"
„Nee, edelachtbare heer... Ik was wol 'ai
beetje zwaar rn 't hoofd, daar. ik met eenige
kameraden, allen officieren van Zijne Ma
jesteit, aan 'n diner 'had deelgenomen, dat
ons in 't stadhuis aangeboden werd... Heel
veel aandacht heb 'k dus niet geschonken
aan datgene wat er in .huis bij den graaf
voorviel... Ik geloof dat de menschen naar
bed of uit waren."
„Ge kunt ons dus niet zeggen of Rijsoor
dien nacht thuis was?"
„Ja, 'zeker, dat kan 'k verklaren. Op dit
punt zijn m'n herinneringen volmaakt juist."
Rijsoor maakte een onwillekeurige bewe
ging
„Tk ben verloren," dacht hij. „Die kapi
tein heeft natuurlijk geïnformeerd, naar me
gevraagd... zijn getuigenis zal aansluiten bij
dat van den spion... 't Is maar goed dat ik
niet gelogen heb... 't leven is geen leugen
waard 1"
Hij dacht aan zijn zoo zeer beminde Dolo
res, die hij wel nimmer zou weerzien, en
een diepe zucht ontsnapte zijn borst. Maar
hij herstelde zich spoedig, want hij wilde zijn
beulen het genot niet gunnen hem op een
zwakheid betrapt te hebben. Kalm en waar
dig wachtte hij dus op het verdere antwoord
van Riguenez, dat hem ongetwijfeld tot den
dood zou doen veroordeel©».
„De graaf Van Rijsoor is een van mijn
vijanden, edele heeren," vervolgde Riguenez
op fliniken toon... „Overal waar 'k hem met
den degen in de hand zal ontmoeten, be
hoeft hij van mijn zijde niet op eenige toe
gefelijkheid te rekenen. Maar 'n officier van
den Koning van Spanje, zooals i k, zal tegen
zijn meest geduchten tegenstander, al is deze
dan ook, als de graaf, 'n ketter en oproer
ling, geen valsche beschuldiging inbrengen.
U hadt me hier niet behoeven te doen ko
men, wanneer u soms een antwoord van mij
hebt verwacht zooals u gaarne wenscht...
Voor zulke baantjes zijn uw spionnen,
meneer de opperrechter, dergelijke diensten
vraagt men uiet aan 'n kapitein van de mus
ketiers
„Getuige", viel de Vargas hem in de rede,
„ge zijt hier om de waarheid en niets
dan deze te zeggen... De Raad vraagt... gij
hebt te antwoorden! Aldus nogmaals: is 't
u bekend of de graaf Van Rijsoor in den
nacht van Zaterdag op Zondag in zijn wo
ning was?"
„In den nacht waarvan u spreekt, was de
graaf Van Rijsoor thuis... dat verklaar ik
op mijn degen en vóór het Christusbeeld 1"
De leden van den Raad waren blijkbaar
verrast. De Vargas fluisterde Noircarmes
toe
„Wat bazelt die vent? Hij was dronken
en weet zich niets meer te herinneren."
Rijsoor keek den kapitein stom-verbaasd
aan, zich afvragend welk belang deze vijan
delijke officier er bij hebben kon hem vrij
te pleiten.
De opperrechter richtte het hoofd op, en
terwijl hij Riguenez scherp aankeek, vroeg
hij:
„Zijt ge wel volkomen zeker van hetgeen
ge zegt, kapitein? Kunt ge u niet in den
datum vergissen? Was de graaf Van Rijsoor
werkelijk thuis in den nacht van Zaterdag
op Zondag, na de taptoe, alzoo op eeu uur
waarop de poorten gesloten waren en nie
mand de stad dus meer kon verlaten? Denk
eens goed na,.,, 'n vergissing is mogelijk...
bovendien hebt go zelf verklaard' van 'n
vroolijk feest te zijn gekomen..."
„Ik had m'n z:nnen volstrekt niet verlo
ren, heeren,... ik was wel 'n beetje opgewon
den, maar da's ook alles. Ik herinner *t me
heel goed, dat 't Zaterdagnacht was, na tap
toe..."
„Ge blijft dus volhouden dat de graaf bij
hem thuis was, op 'n tijdstip waarop hij,
volgens bij ons ingekomen, nauwkeurige
rapporten, zich op den weg naav Leuven be
vond, waar hij 'n samenkomst ging bijwo
nen in de herberg „De Zilveren Wijnkan",
met de vijanden van zijne Majesteit? Denk
nog 's goed na, don Riguenez, uw verklaring
is van veel gewicht!"
„Ik kan niet anders verklaren dan zooals
't is... zeker, ik heb den graaf dien nacht
gezien."
„Hebt ge met 'm gesproken?"
„Meer dan dat... ik heb met 'm gevoch
ten en 'm verwond 1"
De rechters zagen elkaar verwonderd aan.
Het getuigenis van Riguenez was beslissend.
Het alibi van den graaf scheen onbetwist
baar en de spion moest zich vergist hebben
Men kon den Vlaamschen patriot ditmaal
ten minste niet bewijzen dat hij saamgezwo
ren en hoogverraad gepleegd had.
Rijsoor, die zeer bleek zag, 'trachtte te
vergeefs de zaak te begrijpen. Wat vertelde
die kapitein toch wel? Hoe kwam hij aan
het verbaal van dat avontuur?... Hij zou ge
vochten hdbben en verwond zijn door den
officier?... 't Was 'n droom... Om welke re
den dischtc die vreemdeling dat verhaal voor
der> Raad'op?... En toch scheen hij wel over
tuigd..., hij had er toch ook geen belang hij
hem te redden... Maar waarom hield' hij dan
vol hem tehuis te hebben: gezien, op het uur
waarop hij zich met Willem van Oranje iu
„De Zilveren Wijnkan" bevond? Dat gan
sche verhaal draaide hein door het hoofd.
Hij kon niet nalaten het woord te nemen,
nog vóór dat Noircarmes, die zichtbaar zeer
verbaasd was, er aan dacht hem te beletten
aan don getuige vragen te stellen.
„Met uw welnemen, kapitein," sprak hij
met eenigszins bevende stem, „zoudt u, aan
gezien deze lieeren. eenigszins schijnen te
twijfelen aan de juistheid van de dbor u ge
noemde feiten, misschien wel 'zoo goed wil
len zijn enkele bijzonderheden mede te dee-
len van de ontmoeting, die ik, volgens uw
getuigenis, de eer had met u te mogen heb
ben?"
..Volgaarne, graaf, en ik zal duidelijk
zijn," antwoordde Riguenez, anet een lichte
buiging voor den beklaagde. En zich ver
volgens tot den Raad wendend, vervolgde
hij „Zooals ik reeds gezegd heb, ikeerde ik
naar huis terug, min of meer onder den in
vloed van den uitmuntenden wijn uit de
kelders van 't gemeentehuis. Al de deuren
van 't huis van den graaf waren gesloten,
met uitzondering van één. Deze trad ik bin
nen, meenende zoo mijn kamer te kunnen
bereiken, 't Was zeer donker in die ellendige
gang, en ik struikelde toen ik de trap op
ging. Plotseling hoor ik 'n deur open doen
en daarna 't geluid van stemmen boven m'n
hoofd. Men roept mij aan en ik begrijp dat
'k me moet vergist hdbben. Ik was op de
trap, die naar de vertrekken van den graaf
leidt. Op 't oogenblik dat 'k excuses aanbied
en den goeden weg wil zoeken, word 'k op
ruwe wij7.o aangeroepen door den. verbaasden
en boos geworden beer des huizes, wat 'k
me begrijpen kan.
Wordt vervolgd.