1°. 363. 7" Jaargang. Woensdag 23 Juni 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. Voor 't Vaderland. ERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór II uur 's morgens bij de Uitgeven in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen to1* het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eeme circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan hen, die met 1 Juli a. s. op dit blad int eekenen, -worden de nummers die ge durende de maand Juni nog zullen -verschijnenkoste loos toegezonden. Politiek Overzicht. Italiaansche toerustingen. De Italiaansche Kamer heeft met over groot© meerderheid, 300 tegen 50 stemmen, aan <le regeering de door haar verlangde aanzienlijke verhooging van de uitgaven voor het leger toegestaan. Evenmin valt er aan te twijfelen of ook de minister van ma rine zal zonder groote moeite de gelden toe- gestaain krijgen, die hij heeft aangevraagd ten behoeve der versterking \.in de vloot. Zelfs de republikein en irrede* t:sfc Bai'zilai, die zoo min de binnenlandsche als de bui- tenlanidsohe politiek van de regeering goed keurt, heeft, met eene onverholen verwijzing naar Oostenrijk en naar een mogelijk einde van de bondsverhouding, hetgeen met zijn wenseh zou overeenkomen, eene verster king van de weerbare macht van Italië on vermijdelijk noodig verklaard en reeds bij voorbaat zich bereid verklaard, ook voor dén i.anbouw van nieuwe linieschepen en kustversterkingen geld toe te staan. Nog een aantal andere sprekers hebben op het ge vaar gewezen, dat het besluit tot het bouwen van nieuwe reuzen-pantserschopen in Oos tenrijk de verhouding van de drijvende strijdkrachten in de Adriatische zee nog meer verplaatst ten nadeele van Italië, dat reeds door de ligging van zijne kusten en zijne havens in het nadeel is. Met groote vrijmoedigheid en met versmading van diplo matieke omschrijvingen is d'aarbij Oosten rijk als de eenige mogelijke tegenstander aangewezen. De afgevaardigde di Palma, die een dui delijk eii voldoend vlootprogramma aan prees, zeide o. a.„Welk programma moet het zijn? Hot is op de lippen van alle Italia nen, Het leeft in de harten van allen; geen diplomatieke reserve, gieen politiek naar de oogen zien kan het verhelen. Het wordt bepaald door de vlootsterkte van Oostenrijk. Het doel van de Oostenrijks&he vloot is de beheersching van de Adria. Wil Italië niet afstand doen van zijne nationale waardig heid, dan moet het zich daartegen verzetten, en dit kan slechts gebeuren aLs onze vloot de vermocht heeft op de vijandelijke. Nog is het tijd, dezen toestand te verkrijgen, maar dan moet er snel en krachtig gehan deld worden. Eenmaal verloren, zal de over macht niet terug te winnen zijnHet is een beslissend oogenblik voor onze vloot. Zij moet sterk zijn, opdat de vrede verze- kerd, onze heerschappij ter zee gewaar borgd, onze rechten en belangen beschermd zijn. Wanneer wij betrouwbare bondgenoot schappen en oprechte vriendschapsbetrekkin gen willen, dan moet Italië op een sterk leger en eene sterke vloot kunnen rekenen. De Adria is, zonder dat wij het hebben ge wild of er den stoot to6 hebben gegeven, het tooneel van een wedstrijd geworden. De nationale eer gebiedt ons, den strijd met opoffering te voeren en onze overmacht ter zee te handhaven. De Adria is te klein, dan dat een wedstrijd tussohen twee groote vloten lang zou kunnen duren; een van de beide vlaggen moet achterstaan. Afle Italianen zonder partij ver schil hopen, dat het niet de onze zal zijn, die den strijd opgeeft." Het schijnt wel alsof hiermee de mee ding van do groote meerderheid der Ita lianen, ook van de regeering en heb par lement, wordt uitgedrukt. Intusschen blijft het niet zonder protest, dab in deze debatten! gewezen is op de mogelijkheid van vijandelijkheden tus&chen Italië en Oostenrijk-Hongarije. Zoo teebent in de Corriere d-ella Sera de gewezen minister van de schatkist Luigi Luzzatti er verzet tegen aan, dat de buitenlandse he betrek kingen eene zoo breede plaats hebben iui- genomen in do leger debatten. Hij betoogt, dat de nieuwe toerustingen geene aanvals plannen ten doel hebben, maar slechts be- oogen Italië bij allen achting te verschaf fen. Met nog grooter beslistheid drukt de radicale afgevaardigde Domenico Zeppa zich uit, een gewezen medestrijder van Garibaldi. Hij keurt het af, dat Oostenrijk als een mogelijke vijand is aangewezen. De verwijzing naar Oostenrijk-Hongarije heeft misschien in de hand gewerkt, dat de op zich aelf noodige toerustiaiigen zijn goedgekeurd, maar nu moot men het voor wendsel laten varen. Men mag niet langer beweren, dat Italië zich moet beschermen tegen een dreigend gevaar van de zijde van Oostenrijk. Oostenrijk-Hongarije heeft niet de bedoeling Italië aan te vallen. Ver der beantwoordt Zeppa de vraag of Italië Oostenrijk wil aanvallen, met het betoog, dat geen strooming in het volk dit wil, dat geen belang liet verlangt on dat het eene grenzeilooze dwaasheid zou zijn. Wanneer het bondgenootschap met Oostenrijk hut- tig is, dan mag men het niet door argwaan verzwakkenwanneer het voor het recht matige streven van Italië niet voldoende is, laat men het dan verbeteren onder toe stemming van de bonldgenooten. Maar te verklaren, dat het noodig is zich toe te rusten tegen een bondgenoot, is onbehoor lijk en schadelijk. De eerlijkheid en be trouwbaarheid van de Italiaansche politiek wordt daardoor in twijfel getrokken. ,,In den driehond", zoo merkt Zeppa op, „heb ben wij zeker de sterkste basis voor eenle internationale actie tot bescherming van onze belangen; men kan voorwaardelijk toegeven, dat er in de toekomst eene andere aan den dag kan komen, die beter is, maar voorloopig moeten wij, zoolang wij in den driebond zijn, meer dan de anderen er op bedacht zijn haar niet te verzwak ken, omdat juist wij het meest aan het gevaar zijn blootgesteld de zwakkeren te blijven. Laat ons dus ophouden van drei gende toerustingen van Oostenrijk te spre ken, althans als wij weasckeu, dat het onze bondgenoot blijft, en laat ons eerlijk de waarheid zeggen, dat wij ons toerus ten om niet zwakker te zijn dan de anderen. Wij willen geen oorlog en zouden er ook geen kunnen voeren, en zoolang onze politiek rechtvaardig en verstandig is, zal niemand ons willen aanvallen,." Duitschland. Cuxhaven,22Juni.Na den heden door den Noord-Duitschen Regatta ver e in gehouden zeilwedstrijd op de Beneden- El.be begaf de Keizer zich aan boord van de voor Altenbruch voor anker liggende stoom boot Deutschland, waar hij de prijsuitdee- ling verrichte. Aan het feestmaal, dat zich daarbij aan sloot, bracht de 'burgemeester van Hamburg Burehard het „Hoch!" op den Keizer uit. De Keizer antwoordde met eene rede, waar in hij zeide: Gij hebt allen met belang stelling mijne reis naar de Finsche Scheren gevolgd, waar ik eene zoo warme en gastvrije ontvangst bij den Kei'zer aller Russen en de zijnen heb gevonden. Het verheugt mij in de gelegenheid te zijn juist aan u als ver tegenwoordigers van de handels- en zaken wereld, die belang heeft bij een vreedzaam verloop van de toekomst, te kunnen mede- deelen, dat Keizer Nicolaas en ik overeen stemmend van meening waren, dat onze samenkomst is op te vatten als eene kracht dadige bevestiging van den vrede. (Luid bravo). Wij voelen ons als monarchen ver antwoordelijk aan onzen God voor het wel en wee van onze volken, die wij zoo ver mogelijk willen vooruitbrengen op den vreed- zamen weg en tot bloei willen 'brengen. Alle volken hebben den vrede noodig om met zijne .bescherming zich ongestoord te kuu- nen wijden aan de groote beschavende taak van hunne economische en commercieel® ontwikkeling. Daarom zullen wij beiden steeds er naar streven, zoover dit in onze macht is, met Gods hulp voor de hand having en de bevordering van den vrede werkzaam te zijn. (Langdurig bravo). Onder dezen vrede kan zich natuurlijk ook de sport ten volle ontwikkelen. De Keizer besloot met een hoera voor de stad Hamburg en de Hamburg-Amerika- lijn. B e r 1 ij n, 2 2 Juni. De financieele commissie van den rijksdag verwierp het be slissende artikel 9 van de erfenisbelasting met 14 stemmen (van de conservatieven, het centrum en de Polen) tegen 14. Alle voor stellen tot wijziging zijn verworpen. a B e r 1 ij n, 2 2 J u n i. De rijksdag heeft de „Kotierungssteuer" (belasting op het roerend kapitaal) met 203 tegen 155 stem men aangenomen. Een afgevaardigde ont hield zich van de stemming. x we cl e telegram. De nationaal - liberale fractie beeft besloten, voor het ge val dat de erfenisbelasting mocht worden verworpen, het financieele hervormingsplan van de conservatjef-clericale meerderheid in al zijne onderdeelen te verwerpen. Frankrijk. De staatsbegrooting voor 1910 bevat voor de voorgestelde nieuwe belasting op de erfe nissen de volgende heffingsschaalper mille tot 10,000 frs.1 per mille tot 2,5 per mille telkens met per mille, klimmen de voor erfenissen tot 50,000, 100,000, 250,000 en 500,000 frs.dan volgt eene klimming telkens van 2,5 per mille tot 1.5 voor erfenissen tot een millioen, twee, vijf, tien en vijftig millioen en 2 voor erfenis sen boven de vijftig millioen. De heffing is gedacht als een bijslag tot de tegenwoor dige belasting. Engeland. Londen, 22Juni. In het lagerhuis werd bij de behandeling van de wet op de middelen een ingrijpend amendement van de oppositie tegen het artikel betreffende de belasting op de waardevermeerdering van grond verworpen met 301 tegen 196 stem men. De minderheid was samengesteld uit unionisten, nationalisten en eenige liberalen. De kanselier der schatkist Lloyd George stelde daarna voor het debat te sluiten over eenige andere amendementen, die op slechts één regel van het artikel waren voorgesteld. Daartegen werd geopponeerd met een be roep op het reglement van orde. De opposi tie opponeerde luidruchtig. Er volgde een tooneel van groote wanorde, waarbij de op positie spottend sluiting van het debat over de geheele wet op de middelen verlangde. Ten slotte liet de oppositie bij wijze van protest de motie tot sluiting zonder strijd doorgaan, waarna het debat werd verdaagd. Londen, 23 Juni. De Daily Gra phic bericht, dat de regeering heimelijk een groot luchtschip, vau het type-Zeppeuin, bouwt in het noorden van Engeland. Er is een vrouwenbond voor luchtscheep vaart opgericht om de belangstelling van de vrouwen van het land in de luchtscheep vaart aan te wakkeren. De Standard verneemt uit Barrow, dat in 't geheim toebereidselen worden gemaakt door Vickers tot het bouwen van een groot luchtschip. Het is onbekend of de admirali teit daarbij is geïnteresseerd of de bouwers geldelijk steunt. Italië. Tot herdenking van de veldslagen in den oorlog van 1859 in de vlakte van Lom'bar- dije volgt het eene Fransch-Italiaansche ver broederingsfeest op het andere. Verleden Zondag was er te Rome eene plechtige ver gadering van de academie in den Argentina- schouwburg in tegenwoordigheid van den Koning, des avonds feestmaal van de stad Rome ter eere van de Fransche gedelegeer den op het KapitoolMaandag een déjeu ner, door de vrijmetselarij gegeven, en des avonds een feestmaal van den Fransch-Ita- liaanschen bond. Spanje. La G r a n j a, 2 2 Juni. De Ko ningin is van een dochter bevallen. Portugal. Uit Lissabon wordt bericht, dat in ver band met den Koningsmoord van 1 J^bruari zijn genomen. Oostenrijk-Hongarije. Het hoogste gerechtshof heeft het beroep in cassatje van den Rutheeuschen student Siczynski, die door het hof van assises te Lamberg wegens moord op den stadhouder van Galicië graaf Potocki ter dood werd ver oordeeld, verworpen. Budapest, 22 Juni. Minister-pre sident Wekerle heeft dén Koning het voorstel gedaan het parlement gunstig te stemmen voor de goedkeuring der nieuwe lasten voor het leger, door sommige concessiën aan Hon garije te doen. Dit werd door den Koning geweigerd. Wekerle verzocht daarop van zijn ambt te worden ontheven. De Koning drukte den wensch uit, dat het kabinet de zaken nog eenige dagen gaande zou houden. Rusland. De Finsche Loods van de Woodburn heeft tot zijne rechtvaardiging aangevoerd, dat de groote vaargeul dicht langs de ankerplaats van het jacht Staudart liep en hij vanwege den grooten diepgang van de Woodlburn niet langs de 'kust kon blijven varen. Turkije. Het plan tot instelling van het ambt van onderstaatssecretaris van staat, waarvan de titularissen zitting en stem zouden beko men in het kabinet, is prijsgegeven. Het voorstel daartoe vorderde, daar het eene wij ziging van een grondwetsartikel inhield, eene meerderheid van twee derden der stem men bij de stemming verklaarde zich 108 voor en 75 tegen, zoodat het als verworpen moest worden beschouwd. Er is nog eene po,ging gedaan om deKamer tot eene nieuwe stemming te bewegen, op grond, dat de leden in onvoldoend aantal waren opgekomen maar daartoe beeft 'de Kamer niet willen overgaan, zoodat het besluit gehandhaafd blijft. In de Jong-Turksche kringen is men .zeer verbitterd over deze negatieve beslissing; men stelt de ministers, van wie niemand bij de stemming tegenwoordig was, daarvoor verantwoordelijk. Aan de Frankf. Zt-g. wordt uit Kon.stantïnope-1 bericht, dat deze afwe zigheid geen toevallige was. De organen van het comité critiseeren scherp de houding van het kabinet, en het wordt als buiten twijfel beschouwd., dat het comité de eerste de beste gelegenheid zal aangrijpen om het ministerie ten val te brengen. Intusschen is het aan twijfel onderhevig of dat comité de macht bezit de regeering te doen vallen tegen den wil van Mahmoed Chefket. Deze schijnt eer der besloten te zijn, de ontbinding van de Kamer voor te bereiden. De minister van oorlog heeft het veihod aan de officieren om deel uit te maken van een comité en van eene politieke partij, vernieuwd onder be dreiging van degradatie in geval van over treding. De inspecteur-generaal te Saloniki heeft van de regeering bevel gekregen, de ont lading van. den doorvoer van Servisch oor- logsmaterieel over Saloniki toe te staan. Er moeten aanzienlijke hoeveelheden munitie uit Frankrijk en België onderweg zijn. De Kamer beraadslaagt thans over de vraag of de belasting ter vervanging van den dienstplicht voor christenen, verder zal werden geheven. Tot een besluit is zij nog Konstantinopel, 2 2 Juni. In antwoord op de interpellatie van de Albanee sdie afgevaardigden over de expeditie van generaal Dj avid Pacha tegen de ALbaneezen te Malissia las d!e minister van binnenlaud- sdie zaken een telegram voor van den vali te Uskub, berichtende dat de rust hersteld is. De minister voegde daaraan toe, dat de ten- dtenz-berichteu van sommige vreemde bladen over een in die streek geleverd gevecht niet geloofwaardig zijn. De Kamer verklaarde zich voldaan over de verklaringen van don minister en begon daarna met de behande ling '"an de bogrooting. Londen, 22 Juni. De Evenings News bevat het prospectus van de 4 pets. Turksche leeiving, die heden avond wordt uitgegeven. Do leening bedraagt 4.282,840 p. st., waarvan 1,094,280 aan Londen zijn voorbehouden. De prijs van uitgifte is 89$ pot. Londen, 23 Juni. De Telegraph heeft uit Ween en bericht ontvangen, dat een telegram uit Ueskub meldt, diat gene raal Djavid Pacha met drie regimenten infanterie eene nederlaag geleden heeft te gen de Albaneezen bij Ipek en Djakovo. De Turken verloren 14 officieren en 350 man aan dooden en gewonden. De Alba- neescbe opstandelingen zijn 14,000 man sterk. Naar h«t Fransch van Edtnond Lepelletier. 22 DOOB J. L. VAN DER MOER. „Door mij?" zei Rijsoor zacht, met groote aandacht naar het zonderlinge verhaal vau Riguenez luisterende. „Ja, door u," vervolgde de kapitein, die had gehoord wat de graaf zeide. „Wie an ders dan u, heer graaf, zou mij in den nacht den toegang tot uw slaapkamer hebben wil len beletten?... Intusschen zweer ik u, dab 'ik geheel te goeder trouw was en zondter eeniige verkeerde bedoeling naar boven kwaim „Dat is volkomen juist," sprak Rijsoor met moeite. „En hebben wij toen onze de gens gekruist." „Niet dadelijk. We stonden beiden in duister, tot er plotseling licht verscheen, 't Was uw vrouw die, op 't lawaai afkomend, met 'n 'brandende kaars in de hand vooruit trad." „De gravin Van Rijsoor... en weet u ook nog wat ze gezegd heeft?" „Dat heb 'k, om u de waarheid: te zeggen, niet goed begrepen... ik had trouwens andere dingen te doen... wij stonden met den degen in de hand! tegenover elkaar..." „Dus", viel thans Noircarmes in, „ge houdt vol den graaf dien nacht bij hem aatu huis gezien U hebben, dat ge hem hebt hooren spreken, ja zélfs dat ge met hem ge vochten hebt?" „En dat 'k hem aan dte liand! 'heb ver wond. Ik 'heb 'm hooren schreeuwen." „Heb i k geschreeuwd 1'sprak Rijsoor, niet lahger in staat 'zijn verbazing te ver bergen. „Ontkent ge de juistheid van de verkla ring van den getuige?" vroeg die opper rechter barscii. Rijsoor beefde van angst. Het ging nu niet meer om zijn leven, maar hij moest thans zijn eer verdedigen. Die kapitein scheen werkelijk te goeder trouw met zijn verhaal dat hij hem, Rijsoor', in gezelschap van 'zijn vrouw had gezien op de trap, die naar zijn slaapkamer leidde, terwijl hij zeker wist zich op het bedoelde uur op den Leuvensehen. weg te hebben be vonden. Welke reden kon die man hébben om te liegen?... En indien hij eens dte waar heid sprak! Wanneer hij in dlien bewusten nacht eens werkelijk met een man gevochten Ead, dan was dit het bewijs dat -die gravin niet alleen was en dat rij een minnaar had 1 Rijsoor gevoelde zich tegelijkertijd' door smart en wraakzucht overmand!, zijn voor hoofd brandde, zijn bloed1 kookte. Hij stond op het punt zich op Riguenez te wei-pen, dezen hij de keel te grijpen en hem toe te schreeuwen: „je hebt gelogen!" Maar hij wist zich te 'bedwingen. Een 'bang voorge voel van ongeluk kwam voor het eerst in de ziel vani den echtgenoot, die altijd vol vertrouwen was geweest, doch thans ach terdochtig 'begon te worden. Maai- hij mocht zijl. twijfel aan niemand toonen, aangezien de kapitein hem, door zijn onverwacht ge tuigenis, een uil weg opende; daar, dank zij het zonderlinge alibi dat men hem verschaf te, de grendels der gevangenis van den Bloedraad voor hem werden weggeschoven, zou hij wijs doen daarvan gebruik te maken. Eenmaal in vrijheid gesteld, zou hij de ver klaringen van Riguenez nader onderzoeken, hij zou Dolorès en de bedienden ondervra gen, met den kapitein onder vier oogen spre ken en eindelijk de waarheid vernemen! Misschien zou het zijn dood zijn, maar hij wilde leven cm te weten. Sterven? Goed, maar, thans nog niet, later, wanneer hij een maal zou ontdekt hebben wat thans voor hem. van meer belang was dan liet leven zelf!... En wie weet of de weinige uren, welke hij zich met behulp van de leugens van Rigue nez spaarde, misschien niet ten goede zou- dei.' komen aan het Vaderland! Want in dit gewichtige oogenblik, waarin zijn hart werd saam geknepen door dte onrust, vermengde zich de herinnering aan Dolorès, die liem wellicht bedrogen had, met de ge dachte aan het Vaderland, waarvoor hij, op straffe van •beschuldigd te worden van ver raad, strijden en overwinnen moest, tot aan den voet van de galg, tot aan zijn jongsten snik Zich met geweld bedwingend, antwoordde Rijsoor toen kalm aan Noircarmes: „Ik erken de verklaring van kapitein don Riguenez als juist. Wie anders dan degene, die hier vóór u staat, zou zich trouwens ook In den bewusten nacht hij mijn echtgenoote hebben kunnen bevinden?" Noircarmes boog zich tot De Vargas over er. zeide„We moeten er 'n eind aan ma ken, vindt ge niet? We zullen hem 'n ande ren koer wel vinden..." „Welzeker," fluisterde De Vargas, „do spion moet zich vergist hebben, of wel... En fin, ik zal wel nader onderzoeken en de waar- beid te weten komen." „Graaf Van Rijsoor," sprak Niorcarmes plechtig, „ge zijt vrij. Wanneer ge van hier gaat, kunt ge recht doen wedervareu aan den Raad van Beroerte, wiens vonissen door uw landgenooten steeds zoo onrechtvaardig worden beoordeeld. Wij weten de personen, die ten onrechte gevangen genomen zijn, ook vrij te laten, wanneer ze, zooals u, hun on schuld' kunnen bewijzen. Ge kunt gaan, maar laat men u in 't vervolg niet meer op den weg naar Leuven' ontmoeten, wanneer de. oproerling Willem van Oranje zich in de nabijheid ophoudt!" Rijsoor boog, zonder te antwoorden. Noircarmes gaf een teeken aani de bewa kers, die op zijde gingen om den graaf door te laten. Rijsoor trad naar bet door de helle baardiers bewaakte hek, waar een menigte nieuwsgierigen stonden te wachten, die ge woon waren de gevangenon den drempel van de zittingszaal van den Bloedraad' slechts te zien overschrijden, om naar het schavot te gaan, dat op 'het plein steeds voor onmiddel lijk gebruik gereed stond. „De zitting wordt opgeheven, voor heden is 't voldoende," sprak de opperrechter, haastig opstaande. En terwijl Delrio zijn papieren bij elkaar pakte, fluisterde hij De Vargas toe „Noir carmes is niet rouwig om dezo vrijspraak. Als ie de terechtstelling nog had moeten bijwonen, zou de ontmoeting met z'n schoone er bij ingeschoten zijn. „Met de vrouw van Koppel?" „Natuurlijk, hij is er dol op." „Denk je dat ie succes heeft?" „Och, Jn opperrechter beschikt over mid delen om zich te doen beminnen... Lachend begaven beiden zich naar het bu reau der griffie, waar Noircarmes zich reeds verkleedde, vurig verlangend naar zijn ont moeting met de deugdzame vrouw van den 'brouwer Koppel, welke hij met zijn liefdes betuigingen vervolgde. HOOFDSTUK XIV. Een Aanwijzing. Toen Rijsoor het paleis verliet, werd' hij een oogenblik duizelig. De vrije, frissche lucht streelde zijn ge zicht en alles soheotl om hem: te draaien, zoodat hij zelfs op het punt stond te be zwijmen. Aan: alle kanten zag hij hoe men de hoeden en mutsen, eerbiedig voor hem af nam. Men durfde niet roepen: „Leve Rijs oor!" De Raad van, Beroerte was te dicht in de nabijheid. Een betooging van sympathie', zelfs voor een beklaagde wiens onschuld be wezen was, kon gevaarlijk zijn. Overal werd men bespied en beluisterd, geen. men Sc h was ei* ini die verschrikkelijke tijden zeker van, wanneer hij des ochtends zij i; huis verliet, er 's avonds te zullen Le- rugkeeren. Een kreet, een gebaar, een blik, een gevangen genomen patriot geldend1, of zelfs maar iemand die onder verdenking stond, kon een oogenblikkelijkei arrestatie ten gevolge hebben. Ieder was gedwongen over 'zij-n tong, zijn oogen, zijn, houding te waken'om van zijn. leven eenigszins zeker te zijn, deed men. het verstanigdigst zich 'als een stomme op straat te bewegen -. Brussel was één groot kerkhof geworden. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1