nr. 364.
Donderdag 24 Juni 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Voor 't Vaderland.
7ae JHHrgang.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortl.OO.
Idem franco per post- 1.50»
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bg de Uitgevers in te zenden.
Uilgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bg vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tel
het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Eeme
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
A.an hen, die niet 1 Juli
a. s. op dit blad int eekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand Juni nog
zullen verschijnenkoste
loos toegezonden.
Kennisgeving.
Burgemeester en Wethouders vara Amersfoort,
Gezien de missive van. dien heer Kolonel-Miilli-
tie-Oomjndssainis iini deze /provincie <ld, 21 Juni
1909, no. 14, en; art. 130 der Militie wet 1901;
Doen tie weien, dat de venlofigangers dé&er gje^
•meente
lé. i mo t he u s van N1 i en b ur g, léte-
ling uit die gemeente Amersfoort van de lichting
•van 1901, van liet le regiment huzaren.;
2e. Gerardus Evers, loteling uit de ge
meente Leuédém van de lichting 1901, ran het
2e regiment huzaren;
31e. Hendrik van A ohlt er b er ghi, lote-
ling uit die gemeenite Amersfoort van. dé lichting
van: 1907, van! het- 5e regiment infanterie;
4e. Hernnanus Heinriolh Isinig, lo te
ling uit de gemeente Amersfoort, van dé lioh-
Iting van 1907, van het 5e negimient infanterie,
op Donderdag den 15en Juli 1909, dies voérimiid.
dalgs ton tien uren, in het Militaire Logement
Lange Ndeuwstraat te Utrecht, gekleed in uni
form. en voorzien van de Meeding- en uitrusting
stukken, henl bij vertrek met groot verlof mede
gegeven, van bunl zakboekjes en verlofpassen.,
ter na-inspectie voor gemélden Mil i tic-Gommis--
saris moeten verschrijnen:.
De aandacht van gemelde verlofgangers wordt
gevestigd. op aid. 131 Jer Militiewet 1901, het
welk o. m. bepaalt, dat de verlofgangers, diie
ndét oveieenikioiostag art. 130 dér gemelde wet
voor den Mfilitie-Com'niii&sans verschijnen1, in
werkelijkert dienst worden geroepen eni daarin
gedurende ten hoogste drie maanden geliouden.
Amersfoort, 23 Juni 1909.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Secretaris. De Burgemeester,
J. G. STENFERT KR0ESE. WUIJTIEItS.
Politiek Overzicht.
De flnaneieelc hervorming in
Duitschland.
De tijd vair praten is nu voorbij in den
Duitschen rijksdag; het oogenblik van han
delen is gekomen. De nieuwe meerderheid
van conservatieven en centrum, met de
Polen als slippendragers, heeft de neuzen
geteld en is verlangend de hervorming van
de rijks financiën tot stand te brengen naar
haar recept, dat, zooals 'bekend is, bereid is
naar de leer, dat men moet zorgen zelf van
lasten 'bevrijd te blij'ven en, als er nieuwe
lasten moeten worden opgelegd, die op an
deren moet leggen. Dat komt uit in het
votum over de zoogenaamde „Kotierungs-
sbeuer", waarmee de zitting van eergisteren
besloten is. Daarmee toch wordt beoogd op
sommige deelen van het kapitaalbezit, be
staande uit ter beurze verhandelde effecten,
eene bijzondere vermogensbelasting te leg
gen, die onder bijzondere omstandigheden
neerkomt op eene gedeeltelijke confiscatie
van het vermogen, opdat het in het voor
den landbouw 'bestemde grondbezit -belegde
vermogen van de bezitbelasting zal vrij blij
ven. Gisteren is daarop de aanneming ge
volgd van het complement dezer belasting,
de belasting op de waardevermeerdering van
onroerend goed.
Er werd bij deze stemming hoofdelijk ge
stemd. Van de 397 leden van .den rijksdag
namen 359 aan de stemming deel. Met ja
stemden 203, met neen 155 ledenéén ont
hield zdc-h van de stemming. Het was eene
zuivere partijstemming; alleen de rijkspar
tij (de vrij-conservatieven) waren verdeeld;
de meerderheid van hare leden stemde tegen,
de minderheid stemde voor.
De „Kotieruugs&teuer" is in groote baast
door de commissie opgemaakt, en het bij
den rijksdag ingediende ontwerp draagt
daarvan alle blijken. De oppositie gunde
zioh het genoegen er de aandacht op te ves
tigen, dat in dezen arbeid leemten waren
en dat sommige bepalingen zelfs onuitvoer
baar waren. Maar op de beleefde uitnoodi-
ging om voorstellen tot verbetering te
•doen, waarvan welwillende overweging werd
toegezegd, luidde het bondige bescheid
„Wat onuitvoerbaar is, is niet te verbete
ren als ge wetten wilt, die u bevallen,
maaik ze dan zelf".
Terwijl de rijksdag het werk, dat de com
missie geleverd bad in de „Kotierungis-
steuer", bij de tweede lezing goedkeurde,
beeft de commissie bij staking van de stem
men 14 tegen 14 het door de regee-
ring ingediende ontwerp van de erfenisbe
lasting, de hoeksteen van het financieele
hervormingsplan der regeering, verworpen.
Heden komt die zaalk in de vergadering van
•den rijksdag aan de orde. Over de kans, die
dit gewichtige onderdeel daar heeft, wordt
aan de Frankf. Ztg. uit Berlijn bericht:
„liet resultaat van de stemming in de
commissie laat geen stellige conclusie toe
omtrent de uitkomst in de vergadering. Hét
zou mogelijk kunnen zijn, dab de erfenis
belasting in de vergadering eene kleine meer
derheid vindt, want die zou te verkrijgen,
zijn, wanneer, zooals in de commissie, de
gebeele linkerzijde met inbegrip van de
sociaal-democraten, de rijkspartij en de
„wirtschaftlicbe Vereinigung", als één
man voor haar stemden. Maar als de behan
deling van de artikelen achter den rug is,
dan zullen sommige leden van de bedde
laatstgenoemde fractiën afvallenaan den
andéren kant zullen een aantal conservatie
ven voor de erfenisbelasting stemmen. Of
dat eene meerderheid oplevert, blijft twijfel
achtig, en bovenal blijft het ook aan twijfel
onderhevig, of de sociaal-democraten, die
het ontwerp in zijn tegenwoordigen vorm
als onvoldoende beschouwen, toch om voor
de hand liggende politieke redenen in de
vergadering er voor zullen stemmen. Men
moet steeds met de mogelijkheid, ja zelfs
met de waarschijnlijkheid rekenen, dat de
belasting wordt verworpen.
De meerderheid voor de Kotierungs-
steuer is, zooals gebleken is, niet voor over
tuiging vatbaar, en het zal van de houding
der verbonden regeeringen afhangen, d. i.
van eene stellige verklaring van dén bonds
raad, dat deze belasting voor hen onaanne
melijk blij to, of het tegenwoordige besluit
in de derde lezing bevestigd wordt of niet.
Naar wat men uit bondsraadskringen hoort,
willen de verbonden regeeringen op dit
punt standvastig blijven en deze belasting,
zooals zij nu is, onder alle omstandigheden
weigeren. Er zijn echter reeds duidelijke
aanwijzingen, dat, als het centrum en de nu
geheel onder zijn invloed staande conserva
tieven in de tweede lezing hunne macht heb
ben getoond, nog een compromis zal worden
beproefd voordat het tot de derde lezing
komt. Men neemt aan, dat de conservatieven
tot eene wijziging van de Kotierungssteuer
of tot eene andere belasting van het zooge
naamde mobiele kapitaal bereid zullen zijn,
die den bondsraad dan ten slotte door den
nood gedwongen zou accepteeren. En uit
verschillende aanwijzingen kan men opma
ken, dat de vroegere gedachte om althans
do nationaal-liberalen voor dit compromis te
winnen, nog niet geheel is prijs gegeven.
Daarom wordt in sommige dagbladartikelen
den nation aal-liberal en nu weer op het ge
moed gedrukt, dat zij, als de erfenisbelasting
gevallen is, zich niet met de overige linker
zijde afwijzend moeten gedragen, maar, zoo
als men in zulko gevallen zegt, positief en
krachtig moeten medewerken om erger te ver
hoeden. Er wordt verzekerd, dat de conser
vatieven in de derde lezing de handen vrij
zullen hebben en daarvan partij zullen trek
ken om nog eene brug te slaan naar do
nation aal-liberalen.
„Het is moeielijk in den tegenwoordigen
toestand iets te voorspellen, maar de natio-
naal-liberalen verzekeren, dat voor hen eene
belastinghervorming zonder erfenisbelasting,
d. w. z. zonder eene gelijkmatige belasting
van het bezit, onaannemelijk blijft, en dat
zij de conservatief-clerical© meerderheid de
zaak alleen zullen laten beredderen. Deze
is er ook ongetwijfeld toe bereid."
Dultschland.
Keizer Wilhelm heeft in zijne rede te
Hamburg ook op den binnenlandschen poli-
tieken strijd, die nu gaande is, gezinspeeld,
in deze woorden: „Wij doen hier aan sport
en niet aan staatkunde. Gij (de burgemees
ter van Hamburg) hebt ook de goedheid ge
had, de dingen aan te roeren, die thans
het hart van alle Duitschers bewegen. 11^
hoop nog altijd, dat het gemeenschaps
gevoel onder onze volksvertegenwoordigers
zich boven 4e partijen zal verheffen, want
ik neem aan, dat niemand onder hen de
verantwoordelijkheid op zich zal nemen,
de mislukking van eene hervorming die
voor ons vaderland, naar binnen en naai*
buiten, on vermoedelijk1 noodig is, bewerkt,
te hebben."
B e r 1 ij n, 2 3 Juni. De Rijksdagv
heeft de belasting op de waardevermeer
dering van onroerende goederen aangeno
men. Voor stemdende geheel© rechter
zijde, het centrum en de Polen.
Frankrijk.
Het door den afgevaardigde Henry
Michel namens de marine-enquêtecommis
sie uitgebrachte rapport stelt aan de Ka
mer voor over de bij den aanbouw van
schepen aan 't licht gekoaneoi onregelma
tigheden en nalatigheid afkeuring uit te
spreken en eene vermindering van de over
eengekomen prijzen, benevens de afschaf
fing van de premiën te verlangen. Wat de
stoomketels betreft, drukt de commissie
haar leedwezen er over uit, dat de minister
sedert tien jaren heeft nagelaten de leve-
rantiën uit te besteden en dat hij niet een
als beter erkend type van stoomketels'
heeft gekozen. Ten aanzien van de artil
lerie betreurt de commissie, dat men in
de laatste drfe jaren niet meer zijn best
gedaan heeft om de vloot met halfpantser-
granaten van staal uit te nisten. De com
missie stelt de Kamer voor te verlangen,
dat de arsenalen eene betere mi trusting
krijgen, en dringt ten slottoi aan op eene
reorganisatie van het centrale bestuur en
op de invoering van een nauwgezet en
scherp bestuur van dien controledienst.
De Kamer heeft een van socialistische
zijde ingediend voorstel behandeld, dat
strekte om de regeering uit te noodigen dé
gerechtelijke vervolging tegen de oprich
ters van de vakvereeniging der postbeamb
ten te verdagen totdat de Kamer zou heb
ben beslist over het ontwerp van het amib-
tenaarsstatuut. De minister van justitie
Briand bestreed dit voorstel, oandat liet,
er op neerkwam dat de ambtenaarsyndica
ten voorloopig werden geduld en aan de
Kamer een dwang zoude opleggen wat hare
toekomstig© besluiten betreft Het voorstel
werd met 446 tegen 122 stemmen verwor
pen.
Chalons sur Marne, 23 Juni.
Lathan steeg met zijn luchtschip op tot een
hoogte van 25 a 50 Meters van 6 uur tot
6.19 des avonds. Het vaartuig kwam daarna
langzaam op de grond terecht, omdat de
stop van den carburator was gesprongen,
Engeland.
Londen, 2 3 Juni. Heden werd,
hier, onder voorzitterschap van lord Roth
schild, een zeer druk bezochte vergadé-
ring gehouden om te protesteeren tegen de
door die kanselier der schatkist voorge
stelde begroeting. Er waren o.a. tegen-,
woordig lord Avebury, Viscount Goschen,
Sir Felix Schuster, benevens vele andere
mannen van naam.
Met algemeen© stemmen werden motiën
aangenomen, waarin de noodzakelijkheid
van bellastin'gverhooging wordt erkend,
maar de voorstellen van den minister wor
den veroordeeld, als den ondernemings
geest ontmoedigd en nad'eeliig voor dén
handel.
Italië.
Rome,23Juui. Bij de behandeling
van de begrooting van budtenlandsche zaken
stelde de socialistische afgevaardigde Mor-
gari eene motie voor om de Italiaausche re
geering uit te noodigen het initiatief te ne
men tot eene internationale conferentie voor
arbitrage en ontwapening. In zijne toelich
ting deed hij een heftigen uitval tegen den
Gzaar.
De minister van buitenlandsche zaken Tit-
toni releveerde deze woorden van Morgari.
Hij verklaarde dat deze gebruik had ge
maakt van de vrijheid van het woord, maar
dat ééne zinsnede van zijne rede de perken
van gematigdheid en fatsoen overschreed.
Evenals in andere parlementen de verant
woordelijke ministers bun plicht vervullen
door daartegen op te komen, rekende hij
zicb Verplicht tot een woord van protest.
„Onze betrekkingen met Rusland zijn uit
muntend en wij wenschen niet alleen, dat ze
zoo blijven, maar willen ze verder ontwik
kelen. Wanneer de Czaar naar Italië komt,
zal hij onze geëeiibiedigde gast zijn en zul
len wij hem ontvangen als het hoofd van een
bevrieuden staat. Ik verklaar uit naam van
de regeering, dat wij geen sommatie aan
vaarden en dat wij geen bedreigingen vree
zen. De regeering aanvaardt de motie-Mor
gari niet, wegens de door den spreker gebe
zigde uitdrukkingen".
In hare namiddagvergadering zette de
Kamer de behandeling van de begrooting
van buitenlandsche zaken voort. Minister
Tittoni zeidé in zijn antwoord aan verschil
lend© sprekers, dat de gebeurtenissen, die
in den laatsten tijd zijn voorgekomen, een
helder licht hebben moeiten werpen op fei
ten, die eerst niet in hun ware licht waren
verschenen en waarop velen om verschillen
de redénen hadden aan te merken.
De minister herinnerde, dat 'hij in Decem
ber breedvoerig had gesproken over de be
trekkingen van Italië met Rusland en over
ons programma in het oosten van Europa.
In het eene zoowel als in heb andere kwam
geen verandering. De ontmoeting te Baja
en de vaderlandslievend© betoogingen bij de
viering van den 50en roemrijken verjaar
dag van onze nationale wederopstanding zijn
een nieuw bewijs van onze uitmuntende be
trekkingen met die bevriende natiën. De
ontmoeting te Brindisi en de hartelijke tele
grammen, die tusscihen de Duitsche en Oos-
tenrijkscihe Keizers en den Koning van Ita
lië gewisseld zijn, toonden de onwrikbare
stevigheid van den driebond aan.
De minster ging aldus voort: Sommigen
spreken van die gebeurtenissen alsof zij
elkaar wederkeerig moesten neutraliseeren
en in hunne uitwerking elkaar vernietigen.
Het is zonderling, dat onze politiek van
bondgenootschappen en vriendschappen, die
in den vreemde door onze bondgenooten en
vrienden gewaardeerd wordt als een vredes-
element, alleen in Italië gekritiseerd wordt
door personen, die hun best doen bij onze
bondgenooten en vrienden wantrouwen te
verwekken. Ik ben nooit moede om te her
halen, dat ik onze houding in de buiten
landsche politiek met het oog op den tegen
woordigen toestand van Europa onvermijde
lijk acht. Alleen in Italië verzekerde men,
dat onze handelingen iemand Iconden belee-
digen. Wij krenken integendeel niemand,
omdat onze politiek tegen niemand gericht
is, omdat onze politiek een politiek van
vrede is, omdat wij vast volharden aan eene
vredespolitiek.
In antwoord op eene vraag van Barzilai
betreffende de vervroegde vernieuwing van
den driebond, zooals een gerucht wil, zeide
de minister, dat niet alleen de driebond'
mi et vóór den tijd vernieuwd werd, maar dat
hij uitdrukkelijk kan verzekeren, dat geen
enkele der contracteerende partijen ooit
dacht en denkt aan ©ene '-ervroegde ver
nieuwing.
De Kamer ging hierna over tot de stem
ming over de motie-Morgaris, die verworpen
werd -net 205 tegen 27 stemmen.
Spanje.
Madrid, 23 Juni. Barriey Mier,
het hoofd van de carlistisehe partij in
Spanje, is overleden.
Oostenrijk.
Uit Weenen wordt aan de Vos-si sc'he Ztg.
bericht, dat daar in de regeeringskringen
over een aanstaande ontmoeting van den
Czaar met Keizer Frans Jozef voorshand»
niets békend is. Het schijnt echter niet uit
gesloten, dat tijdens de rondreis van den
Czaar tot het bezoeken van de Europeesche
hoven eene ontmoeting met Keizer Frans
Jozef zal plaats hebben. Een besluit in dien
zin van den Czaar zou in Weenen zeker
vriendelijk begroet worden.
Weenen, 23 Juni. De Kamer van
afgevaardigden heeft de begrootingen van
de departementen van landsverdediging,
handel, spoorwegen, landbouw en openbare
werken aangenomen. Zij besloot naar de
commissie te verzenden eene motie van de
socialisten, diie de tijdelijke schorsing van.
de invoerrechten op granen en fouragemi-d-
delen vraagt.
Servië.
De voorzitter van de sikoepsclrtina heeft
bericht ontvangen, dat de Russische doema-
Naar het Fransch van Edmond Lepelletier.
23 D0®B
J. L. VAN DER MOER.
Nadat Rijsoor zich 'hersteld had, groette
hij de menigte 'ernstig ien vervolgens haastte
hij zioh een zijstraat in te slaan, die hem
rechtstreeks maar zijn woning voerde.
Alhier aangekomen, wendde hij zich plot
seling om, ten eind© zich te overtuigen dat
hij niet gevolgd werd, dat niet de eene of
andere geheime :agent hem bespiedde.
De straat was geheel verlaten, niemandi
vertoonde zich vóór de vensters. Inplaats
van zijn huis binnen te treden, begaf li ij
zich naar ©em herberg welke tot opschrift
droeg: „In den Boodschapper van Leu
ven". Hier kwamen gewoonlijk de officieren
van het paleis, de dienaren van den hertog
van Al va en de personen die bij den land
voogd moestén zijn, samen.
Het was duister ioj het lage, diepe ver
trek. In een' hoek zaten twee musketiers 'te
dobbelen. Ze dronken bier en waren druk
bezig een klerkje dronkeni te voeren.
„Goed," dacht Rijsoor, „hier zal niemand
op ons letten."
Een stevige Antwerpsche vrouw bediende
in de herberg. Nadat -Rijsoor haar een pint
bier besteld had, vroeg hij haar of niet
iemand' even een boodschap voor hem zon
kunnen overbrengen aan een. Spaanschen ka
pitein, bij den Raad van Beroerte
„Wel zeker," antwoordde zij beleefd," 't is
op 't oogenblik nog al" niet druk hierals
ge 't goed vindt, dan zal ik 't zelf wél even
doen."
Hij vond het 'best, haalde een stuk papier
uit den zak, scheurde het in tweeën en)
schreef er een paar regels op.
„Mijn bericht aan den Raad van Beroer
te,' sprak hij bij zich zelf, en hij kon niet
nalaten daarbij even te glimlachen. „Maar
wat doet 't er toe? In deze treurige tijden
schrijft men zoo goed en zoo kwaad' als 't
kan en op 't papier, dat men vindt. Kapi
tein Riguenez zal er zich niet beleedigd door
gevoelen."
Hij verzocht dén Spaanschen kapitein hem
in de herberg te willen te woord staan.
Korten tijd daarna verscheen Riguenez,
die de vrouw aan de deur van de gerechts
zaal ontmoet had. Hij groette Rijsoor zeer
beleefd én nam bij hem aan het tafeltje
plaats, waarna hém een kroes bier werd aan
geboden, dat hij gaarne accepteerde.
Rijsoor, zijn best doend' om zijn ontroe
ring te bedwingen, richtte dadelijk het woord
tot den kapitein, die natuurlijk nieuwsgierig
was te vernemen wat de graaf van hem. ver
langde.
,,'t Zal u wel 'bevreemden, don Riguenez,
dab ik u verzocht heb mij hier 'n oogenblik
te willen te woord staan maar ge hebt mij,
't leven geréd, mij, 'n vijand nog wel, en ik
gevoel me gedrongen u daarvoor dank te
zeggen."
Riguenez maakte een buiging, miet begrij
pend waar Rijsoor heen wildé.
Ik heb 'n schuld van erkentelijkheid je
gens ,u aangegaan en 'ik weet niet, of de om
standigheden mij zullen veroorloven die te
vereffenen... maar ge zoudt mij verplichten
met mij ©enige opheldering te geven..."
„Ik ben geheel te uwer beschikking."."
„Ik weet niet 'waaraan ik de edelmoedig
heid moet toeschrijven, die u vóór den Raad
ten mijnen gunste heeft doen spreken, zoo
ais ge gedaan hebt... Nu we alleen zijn, zult
ge toch zeker wel willen, toegeven, dat go
de feiten eenigszins verkeerd hebt voorge
steld
„Ik?... maar ik heb alleen dé waarheid)
gesproken, ik heb niets anders verteld1 dan
wat i>k gezien en gehoord héb. Dat weet u
toch ook wel," antwoordde Riguenez leven
dig, niets begrijpend van Rijsoor's verlegen
heid.
„Neem me niet kwalijk, kapitein, maar ik
ben. nog geheel onder den indruk... eerst
die onverwachte gevangennéming, toen de
terechtstelling van den ongelukkigen Hoo
per, waarvan ik getuige was, eindelijk 't ver
hoor dat imeai mij heeft doen ondergaan,
al die gebeurtenissen spelen me nog door 't
hoofd... Ik verwar de datums en, de feiten.
Daarom verzoek 'k u dringend mij 'n beetje
tegemoet te komen. Donk 's goed na, herin
ner u 's goed? Ge waart dronken houd me
ten goede dat ik 't zeg maar ge hebt 't
zelf vóór den Raad bekend."
„Dat zal 'ik hier zeker niet ontkennen. De
nieuwe burgemeester was dien avond zeer
royaal geweest... Ik moet u zeggen dat dé
heeren uitmuntenden wijn hebben liggen in
de kelders van 't stadhuis," zei Riguenez.
En hij klakte met dei tong bij de gedachte
aan het donkere druivennat, dat indertijd
reeds uit Frankrijk werd ingevoerd door de
hertogen van Bourgondië en waarvan dé
voorraad naderhand geregeld door dé sche
penen van Brussel werd aangevuld.
„Een, bovendien was 't nacht... in den
denker ziet men allerlei dingen, die men
zich den volgenden dag niet goed meer her
inneren kan. Men verbeeldt zich dan wel 's
iets, men meent iets gezien of gehoord te
hebben," sprak Rijsoor 'eenigszins weiMend.
„Wat drommel, ni'n waarde graaf, u vei'-
baast me met al die onderstellingen," ant
woordde Riguenez vroolijk, terwijl hij zijn
kroes ledigde; „ik zweer u dat, ondlan'ks de
duisternis en 't prettige feest in 't stadhuis,
ik me de gebeurtenissen uitstékend herin
ner."
„Men gelooft soms dat de avontuurtjes
waarover men wel 's gedacht heeft, werke
lijkheid, zijn geworden... Ik zelf, bij voor
beeld, durf niet met zekerheid te zeggen1 of
'k in dien bewustem nacht de door u aange
duide kamer al of niet erlaten heb."
„Niet uit uw kamer gekomen?... Ik werd
anders alles behalve aangenaam ontvangen,
en u hebt me dé trappen vrij wat sneller
doen 'afdalen, dan ik ze beklommen heb. Ik
wa® aan alle kanten, gekneusd toen 'k bene
den kwam, en als 't geheugen me in den
steek zon laten, dan is m'ni schouder er nog
altijd om me aan 't grapje te herinneren!"
„Maar de vrouw dan, die volgens uw zeg
gen met 'n brandende kaars te voorschijn,
kwam, om 't tooneel te verlichten... is 't
wel zeker, dat ge die vrouw gezien hebt?"
De stem van Rijsoor beefde, toen hij deze
vraag stelde.
„Zeg 's, waarde "graaf," riep Riguenez
vroolijk uit, „nu maakt u er toch 'n beetje
gekheid mee? Ik heb de gravin gezien, zóó
duidelijk als 'k u op 't oogenblik zie... ik
hoor u nog tot haar zeggen: „Men vecht
niet met Jn dronken man." En u hebt er
nog iets aan toegevoegd als: „Stél u go-
rust... ga naar binnen, mevrouw!"
„Heb ik dat gezegd?"
„Ja... u... en de gravin is 'n beetje terug
gegaan. t Licht van, de kaars viel op mij,
maar uw gezicht bleef in 't. donker. Toen
hebben we onze degens gekruist... Dat is
allemaal toch zeer juist en duidelijk... zijt
ge er nu aelvter?"
„Ja, ja, volkomen, ik dank u," zei Rijs
oor zeer somber.
„We zullen de zaak dus maar vergeten,
niet waar?... En laat ons dan ,nog 'n pint
hier drinken...
Rijsoor gaf geen antwoord.
De gedienstigo meid bracht het bier, en
uit erkentelijkheid trok Riguenez haar naar
zich toe en kuste haar op de frissch© wan
gen
Maar zij werd vuurrood en rukte zioh los.
„Meneer de Spanjaard," zei de woedend,,
„u moet zulke aardigheden liever uithalen-
tegen de deon ns, die de" hertog van Alva
uit Bohemen, Italië en Hongarije heeft la
ten komen misschien wel twee duizend.
om u en uw soldaten, die niét zoo erg
kieskeurig zijn op 't gebied van de liefde,
"n, beetje verstrooiing te bezorgen... Wij,
Vlaamsche vrouwen, bewaren onze liefde
voor de mannen., die van ons bloed en van
ods ras zijn, voor dé patriotten 1"
„Kom, .kom, Liefje, waarom je zoo boos
gemaakt? Heb je soms 'n vrijer onder de
oproerlingen
„Ik zou er tien hebben, meneer de kapi
tein, als ze one beloofden tien van die
vreemde indringers naar de andere wereld
te helpen," antwoor'ddé de dappere, jonge
vrouw.
Wordt vorvol'gd.