nr. 364. Donderdag 24 Juni 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. Voor 't Vaderland. 7ae JHHrgang. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortl.OO. Idem franco per post- 1.50» Afzonderlijke nummers - 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bg de Uitgevers in te zenden. Uilgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bg vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tel het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Eeme circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. A.an hen, die niet 1 Juli a. s. op dit blad int eekenen, worden de nummers die ge durende de maand Juni nog zullen verschijnenkoste loos toegezonden. Kennisgeving. Burgemeester en Wethouders vara Amersfoort, Gezien de missive van. dien heer Kolonel-Miilli- tie-Oomjndssainis iini deze /provincie <ld, 21 Juni 1909, no. 14, en; art. 130 der Militie wet 1901; Doen tie weien, dat de venlofigangers dé&er gje^ •meente lé. i mo t he u s van N1 i en b ur g, léte- ling uit die gemeente Amersfoort van de lichting •van 1901, van liet le regiment huzaren.; 2e. Gerardus Evers, loteling uit de ge meente Leuédém van de lichting 1901, ran het 2e regiment huzaren; 31e. Hendrik van A ohlt er b er ghi, lote- ling uit die gemeenite Amersfoort van. dé lichting van: 1907, van! het- 5e regiment infanterie; 4e. Hernnanus Heinriolh Isinig, lo te ling uit de gemeente Amersfoort, van dé lioh- Iting van 1907, van het 5e negimient infanterie, op Donderdag den 15en Juli 1909, dies voérimiid. dalgs ton tien uren, in het Militaire Logement Lange Ndeuwstraat te Utrecht, gekleed in uni form. en voorzien van de Meeding- en uitrusting stukken, henl bij vertrek met groot verlof mede gegeven, van bunl zakboekjes en verlofpassen., ter na-inspectie voor gemélden Mil i tic-Gommis-- saris moeten verschrijnen:. De aandacht van gemelde verlofgangers wordt gevestigd. op aid. 131 Jer Militiewet 1901, het welk o. m. bepaalt, dat de verlofgangers, diie ndét oveieenikioiostag art. 130 dér gemelde wet voor den Mfilitie-Com'niii&sans verschijnen1, in werkelijkert dienst worden geroepen eni daarin gedurende ten hoogste drie maanden geliouden. Amersfoort, 23 Juni 1909. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, De Secretaris. De Burgemeester, J. G. STENFERT KR0ESE. WUIJTIEItS. Politiek Overzicht. De flnaneieelc hervorming in Duitschland. De tijd vair praten is nu voorbij in den Duitschen rijksdag; het oogenblik van han delen is gekomen. De nieuwe meerderheid van conservatieven en centrum, met de Polen als slippendragers, heeft de neuzen geteld en is verlangend de hervorming van de rijks financiën tot stand te brengen naar haar recept, dat, zooals 'bekend is, bereid is naar de leer, dat men moet zorgen zelf van lasten 'bevrijd te blij'ven en, als er nieuwe lasten moeten worden opgelegd, die op an deren moet leggen. Dat komt uit in het votum over de zoogenaamde „Kotierungs- sbeuer", waarmee de zitting van eergisteren besloten is. Daarmee toch wordt beoogd op sommige deelen van het kapitaalbezit, be staande uit ter beurze verhandelde effecten, eene bijzondere vermogensbelasting te leg gen, die onder bijzondere omstandigheden neerkomt op eene gedeeltelijke confiscatie van het vermogen, opdat het in het voor den landbouw 'bestemde grondbezit -belegde vermogen van de bezitbelasting zal vrij blij ven. Gisteren is daarop de aanneming ge volgd van het complement dezer belasting, de belasting op de waardevermeerdering van onroerend goed. Er werd bij deze stemming hoofdelijk ge stemd. Van de 397 leden van .den rijksdag namen 359 aan de stemming deel. Met ja stemden 203, met neen 155 ledenéén ont hield zdc-h van de stemming. Het was eene zuivere partijstemming; alleen de rijkspar tij (de vrij-conservatieven) waren verdeeld; de meerderheid van hare leden stemde tegen, de minderheid stemde voor. De „Kotieruugs&teuer" is in groote baast door de commissie opgemaakt, en het bij den rijksdag ingediende ontwerp draagt daarvan alle blijken. De oppositie gunde zioh het genoegen er de aandacht op te ves tigen, dat in dezen arbeid leemten waren en dat sommige bepalingen zelfs onuitvoer baar waren. Maar op de beleefde uitnoodi- ging om voorstellen tot verbetering te •doen, waarvan welwillende overweging werd toegezegd, luidde het bondige bescheid „Wat onuitvoerbaar is, is niet te verbete ren als ge wetten wilt, die u bevallen, maaik ze dan zelf". Terwijl de rijksdag het werk, dat de com missie geleverd bad in de „Kotierungis- steuer", bij de tweede lezing goedkeurde, beeft de commissie bij staking van de stem men 14 tegen 14 het door de regee- ring ingediende ontwerp van de erfenisbe lasting, de hoeksteen van het financieele hervormingsplan der regeering, verworpen. Heden komt die zaalk in de vergadering van •den rijksdag aan de orde. Over de kans, die dit gewichtige onderdeel daar heeft, wordt aan de Frankf. Ztg. uit Berlijn bericht: „liet resultaat van de stemming in de commissie laat geen stellige conclusie toe omtrent de uitkomst in de vergadering. Hét zou mogelijk kunnen zijn, dab de erfenis belasting in de vergadering eene kleine meer derheid vindt, want die zou te verkrijgen, zijn, wanneer, zooals in de commissie, de gebeele linkerzijde met inbegrip van de sociaal-democraten, de rijkspartij en de „wirtschaftlicbe Vereinigung", als één man voor haar stemden. Maar als de behan deling van de artikelen achter den rug is, dan zullen sommige leden van de bedde laatstgenoemde fractiën afvallenaan den andéren kant zullen een aantal conservatie ven voor de erfenisbelasting stemmen. Of dat eene meerderheid oplevert, blijft twijfel achtig, en bovenal blijft het ook aan twijfel onderhevig, of de sociaal-democraten, die het ontwerp in zijn tegenwoordigen vorm als onvoldoende beschouwen, toch om voor de hand liggende politieke redenen in de vergadering er voor zullen stemmen. Men moet steeds met de mogelijkheid, ja zelfs met de waarschijnlijkheid rekenen, dat de belasting wordt verworpen. De meerderheid voor de Kotierungs- steuer is, zooals gebleken is, niet voor over tuiging vatbaar, en het zal van de houding der verbonden regeeringen afhangen, d. i. van eene stellige verklaring van dén bonds raad, dat deze belasting voor hen onaanne melijk blij to, of het tegenwoordige besluit in de derde lezing bevestigd wordt of niet. Naar wat men uit bondsraadskringen hoort, willen de verbonden regeeringen op dit punt standvastig blijven en deze belasting, zooals zij nu is, onder alle omstandigheden weigeren. Er zijn echter reeds duidelijke aanwijzingen, dat, als het centrum en de nu geheel onder zijn invloed staande conserva tieven in de tweede lezing hunne macht heb ben getoond, nog een compromis zal worden beproefd voordat het tot de derde lezing komt. Men neemt aan, dat de conservatieven tot eene wijziging van de Kotierungssteuer of tot eene andere belasting van het zooge naamde mobiele kapitaal bereid zullen zijn, die den bondsraad dan ten slotte door den nood gedwongen zou accepteeren. En uit verschillende aanwijzingen kan men opma ken, dat de vroegere gedachte om althans do nationaal-liberalen voor dit compromis te winnen, nog niet geheel is prijs gegeven. Daarom wordt in sommige dagbladartikelen den nation aal-liberal en nu weer op het ge moed gedrukt, dat zij, als de erfenisbelasting gevallen is, zich niet met de overige linker zijde afwijzend moeten gedragen, maar, zoo als men in zulko gevallen zegt, positief en krachtig moeten medewerken om erger te ver hoeden. Er wordt verzekerd, dat de conser vatieven in de derde lezing de handen vrij zullen hebben en daarvan partij zullen trek ken om nog eene brug te slaan naar do nation aal-liberalen. „Het is moeielijk in den tegenwoordigen toestand iets te voorspellen, maar de natio- naal-liberalen verzekeren, dat voor hen eene belastinghervorming zonder erfenisbelasting, d. w. z. zonder eene gelijkmatige belasting van het bezit, onaannemelijk blijft, en dat zij de conservatief-clerical© meerderheid de zaak alleen zullen laten beredderen. Deze is er ook ongetwijfeld toe bereid." Dultschland. Keizer Wilhelm heeft in zijne rede te Hamburg ook op den binnenlandschen poli- tieken strijd, die nu gaande is, gezinspeeld, in deze woorden: „Wij doen hier aan sport en niet aan staatkunde. Gij (de burgemees ter van Hamburg) hebt ook de goedheid ge had, de dingen aan te roeren, die thans het hart van alle Duitschers bewegen. 11^ hoop nog altijd, dat het gemeenschaps gevoel onder onze volksvertegenwoordigers zich boven 4e partijen zal verheffen, want ik neem aan, dat niemand onder hen de verantwoordelijkheid op zich zal nemen, de mislukking van eene hervorming die voor ons vaderland, naar binnen en naai* buiten, on vermoedelijk1 noodig is, bewerkt, te hebben." B e r 1 ij n, 2 3 Juni. De Rijksdagv heeft de belasting op de waardevermeer dering van onroerende goederen aangeno men. Voor stemdende geheel© rechter zijde, het centrum en de Polen. Frankrijk. Het door den afgevaardigde Henry Michel namens de marine-enquêtecommis sie uitgebrachte rapport stelt aan de Ka mer voor over de bij den aanbouw van schepen aan 't licht gekoaneoi onregelma tigheden en nalatigheid afkeuring uit te spreken en eene vermindering van de over eengekomen prijzen, benevens de afschaf fing van de premiën te verlangen. Wat de stoomketels betreft, drukt de commissie haar leedwezen er over uit, dat de minister sedert tien jaren heeft nagelaten de leve- rantiën uit te besteden en dat hij niet een als beter erkend type van stoomketels' heeft gekozen. Ten aanzien van de artil lerie betreurt de commissie, dat men in de laatste drfe jaren niet meer zijn best gedaan heeft om de vloot met halfpantser- granaten van staal uit te nisten. De com missie stelt de Kamer voor te verlangen, dat de arsenalen eene betere mi trusting krijgen, en dringt ten slottoi aan op eene reorganisatie van het centrale bestuur en op de invoering van een nauwgezet en scherp bestuur van dien controledienst. De Kamer heeft een van socialistische zijde ingediend voorstel behandeld, dat strekte om de regeering uit te noodigen dé gerechtelijke vervolging tegen de oprich ters van de vakvereeniging der postbeamb ten te verdagen totdat de Kamer zou heb ben beslist over het ontwerp van het amib- tenaarsstatuut. De minister van justitie Briand bestreed dit voorstel, oandat liet, er op neerkwam dat de ambtenaarsyndica ten voorloopig werden geduld en aan de Kamer een dwang zoude opleggen wat hare toekomstig© besluiten betreft Het voorstel werd met 446 tegen 122 stemmen verwor pen. Chalons sur Marne, 23 Juni. Lathan steeg met zijn luchtschip op tot een hoogte van 25 a 50 Meters van 6 uur tot 6.19 des avonds. Het vaartuig kwam daarna langzaam op de grond terecht, omdat de stop van den carburator was gesprongen, Engeland. Londen, 2 3 Juni. Heden werd, hier, onder voorzitterschap van lord Roth schild, een zeer druk bezochte vergadé- ring gehouden om te protesteeren tegen de door die kanselier der schatkist voorge stelde begroeting. Er waren o.a. tegen-, woordig lord Avebury, Viscount Goschen, Sir Felix Schuster, benevens vele andere mannen van naam. Met algemeen© stemmen werden motiën aangenomen, waarin de noodzakelijkheid van bellastin'gverhooging wordt erkend, maar de voorstellen van den minister wor den veroordeeld, als den ondernemings geest ontmoedigd en nad'eeliig voor dén handel. Italië. Rome,23Juui. Bij de behandeling van de begrooting van budtenlandsche zaken stelde de socialistische afgevaardigde Mor- gari eene motie voor om de Italiaausche re geering uit te noodigen het initiatief te ne men tot eene internationale conferentie voor arbitrage en ontwapening. In zijne toelich ting deed hij een heftigen uitval tegen den Gzaar. De minister van buitenlandsche zaken Tit- toni releveerde deze woorden van Morgari. Hij verklaarde dat deze gebruik had ge maakt van de vrijheid van het woord, maar dat ééne zinsnede van zijne rede de perken van gematigdheid en fatsoen overschreed. Evenals in andere parlementen de verant woordelijke ministers bun plicht vervullen door daartegen op te komen, rekende hij zicb Verplicht tot een woord van protest. „Onze betrekkingen met Rusland zijn uit muntend en wij wenschen niet alleen, dat ze zoo blijven, maar willen ze verder ontwik kelen. Wanneer de Czaar naar Italië komt, zal hij onze geëeiibiedigde gast zijn en zul len wij hem ontvangen als het hoofd van een bevrieuden staat. Ik verklaar uit naam van de regeering, dat wij geen sommatie aan vaarden en dat wij geen bedreigingen vree zen. De regeering aanvaardt de motie-Mor gari niet, wegens de door den spreker gebe zigde uitdrukkingen". In hare namiddagvergadering zette de Kamer de behandeling van de begrooting van buitenlandsche zaken voort. Minister Tittoni zeidé in zijn antwoord aan verschil lend© sprekers, dat de gebeurtenissen, die in den laatsten tijd zijn voorgekomen, een helder licht hebben moeiten werpen op fei ten, die eerst niet in hun ware licht waren verschenen en waarop velen om verschillen de redénen hadden aan te merken. De minister herinnerde, dat 'hij in Decem ber breedvoerig had gesproken over de be trekkingen van Italië met Rusland en over ons programma in het oosten van Europa. In het eene zoowel als in heb andere kwam geen verandering. De ontmoeting te Baja en de vaderlandslievend© betoogingen bij de viering van den 50en roemrijken verjaar dag van onze nationale wederopstanding zijn een nieuw bewijs van onze uitmuntende be trekkingen met die bevriende natiën. De ontmoeting te Brindisi en de hartelijke tele grammen, die tusscihen de Duitsche en Oos- tenrijkscihe Keizers en den Koning van Ita lië gewisseld zijn, toonden de onwrikbare stevigheid van den driebond aan. De minster ging aldus voort: Sommigen spreken van die gebeurtenissen alsof zij elkaar wederkeerig moesten neutraliseeren en in hunne uitwerking elkaar vernietigen. Het is zonderling, dat onze politiek van bondgenootschappen en vriendschappen, die in den vreemde door onze bondgenooten en vrienden gewaardeerd wordt als een vredes- element, alleen in Italië gekritiseerd wordt door personen, die hun best doen bij onze bondgenooten en vrienden wantrouwen te verwekken. Ik ben nooit moede om te her halen, dat ik onze houding in de buiten landsche politiek met het oog op den tegen woordigen toestand van Europa onvermijde lijk acht. Alleen in Italië verzekerde men, dat onze handelingen iemand Iconden belee- digen. Wij krenken integendeel niemand, omdat onze politiek tegen niemand gericht is, omdat onze politiek een politiek van vrede is, omdat wij vast volharden aan eene vredespolitiek. In antwoord op eene vraag van Barzilai betreffende de vervroegde vernieuwing van den driebond, zooals een gerucht wil, zeide de minister, dat niet alleen de driebond' mi et vóór den tijd vernieuwd werd, maar dat hij uitdrukkelijk kan verzekeren, dat geen enkele der contracteerende partijen ooit dacht en denkt aan ©ene '-ervroegde ver nieuwing. De Kamer ging hierna over tot de stem ming over de motie-Morgaris, die verworpen werd -net 205 tegen 27 stemmen. Spanje. Madrid, 23 Juni. Barriey Mier, het hoofd van de carlistisehe partij in Spanje, is overleden. Oostenrijk. Uit Weenen wordt aan de Vos-si sc'he Ztg. bericht, dat daar in de regeeringskringen over een aanstaande ontmoeting van den Czaar met Keizer Frans Jozef voorshand» niets békend is. Het schijnt echter niet uit gesloten, dat tijdens de rondreis van den Czaar tot het bezoeken van de Europeesche hoven eene ontmoeting met Keizer Frans Jozef zal plaats hebben. Een besluit in dien zin van den Czaar zou in Weenen zeker vriendelijk begroet worden. Weenen, 23 Juni. De Kamer van afgevaardigden heeft de begrootingen van de departementen van landsverdediging, handel, spoorwegen, landbouw en openbare werken aangenomen. Zij besloot naar de commissie te verzenden eene motie van de socialisten, diie de tijdelijke schorsing van. de invoerrechten op granen en fouragemi-d- delen vraagt. Servië. De voorzitter van de sikoepsclrtina heeft bericht ontvangen, dat de Russische doema- Naar het Fransch van Edmond Lepelletier. 23 D0®B J. L. VAN DER MOER. Nadat Rijsoor zich 'hersteld had, groette hij de menigte 'ernstig ien vervolgens haastte hij zioh een zijstraat in te slaan, die hem rechtstreeks maar zijn woning voerde. Alhier aangekomen, wendde hij zich plot seling om, ten eind© zich te overtuigen dat hij niet gevolgd werd, dat niet de eene of andere geheime :agent hem bespiedde. De straat was geheel verlaten, niemandi vertoonde zich vóór de vensters. Inplaats van zijn huis binnen te treden, begaf li ij zich naar ©em herberg welke tot opschrift droeg: „In den Boodschapper van Leu ven". Hier kwamen gewoonlijk de officieren van het paleis, de dienaren van den hertog van Al va en de personen die bij den land voogd moestén zijn, samen. Het was duister ioj het lage, diepe ver trek. In een' hoek zaten twee musketiers 'te dobbelen. Ze dronken bier en waren druk bezig een klerkje dronkeni te voeren. „Goed," dacht Rijsoor, „hier zal niemand op ons letten." Een stevige Antwerpsche vrouw bediende in de herberg. Nadat -Rijsoor haar een pint bier besteld had, vroeg hij haar of niet iemand' even een boodschap voor hem zon kunnen overbrengen aan een. Spaanschen ka pitein, bij den Raad van Beroerte „Wel zeker," antwoordde zij beleefd," 't is op 't oogenblik nog al" niet druk hierals ge 't goed vindt, dan zal ik 't zelf wél even doen." Hij vond het 'best, haalde een stuk papier uit den zak, scheurde het in tweeën en) schreef er een paar regels op. „Mijn bericht aan den Raad van Beroer te,' sprak hij bij zich zelf, en hij kon niet nalaten daarbij even te glimlachen. „Maar wat doet 't er toe? In deze treurige tijden schrijft men zoo goed en zoo kwaad' als 't kan en op 't papier, dat men vindt. Kapi tein Riguenez zal er zich niet beleedigd door gevoelen." Hij verzocht dén Spaanschen kapitein hem in de herberg te willen te woord staan. Korten tijd daarna verscheen Riguenez, die de vrouw aan de deur van de gerechts zaal ontmoet had. Hij groette Rijsoor zeer beleefd én nam bij hem aan het tafeltje plaats, waarna hém een kroes bier werd aan geboden, dat hij gaarne accepteerde. Rijsoor, zijn best doend' om zijn ontroe ring te bedwingen, richtte dadelijk het woord tot den kapitein, die natuurlijk nieuwsgierig was te vernemen wat de graaf van hem. ver langde. ,,'t Zal u wel 'bevreemden, don Riguenez, dab ik u verzocht heb mij hier 'n oogenblik te willen te woord staan maar ge hebt mij, 't leven geréd, mij, 'n vijand nog wel, en ik gevoel me gedrongen u daarvoor dank te zeggen." Riguenez maakte een buiging, miet begrij pend waar Rijsoor heen wildé. Ik heb 'n schuld van erkentelijkheid je gens ,u aangegaan en 'ik weet niet, of de om standigheden mij zullen veroorloven die te vereffenen... maar ge zoudt mij verplichten met mij ©enige opheldering te geven..." „Ik ben geheel te uwer beschikking."." „Ik weet niet 'waaraan ik de edelmoedig heid moet toeschrijven, die u vóór den Raad ten mijnen gunste heeft doen spreken, zoo ais ge gedaan hebt... Nu we alleen zijn, zult ge toch zeker wel willen, toegeven, dat go de feiten eenigszins verkeerd hebt voorge steld „Ik?... maar ik heb alleen dé waarheid) gesproken, ik heb niets anders verteld1 dan wat i>k gezien en gehoord héb. Dat weet u toch ook wel," antwoordde Riguenez leven dig, niets begrijpend van Rijsoor's verlegen heid. „Neem me niet kwalijk, kapitein, maar ik ben. nog geheel onder den indruk... eerst die onverwachte gevangennéming, toen de terechtstelling van den ongelukkigen Hoo per, waarvan ik getuige was, eindelijk 't ver hoor dat imeai mij heeft doen ondergaan, al die gebeurtenissen spelen me nog door 't hoofd... Ik verwar de datums en, de feiten. Daarom verzoek 'k u dringend mij 'n beetje tegemoet te komen. Donk 's goed na, herin ner u 's goed? Ge waart dronken houd me ten goede dat ik 't zeg maar ge hebt 't zelf vóór den Raad bekend." „Dat zal 'ik hier zeker niet ontkennen. De nieuwe burgemeester was dien avond zeer royaal geweest... Ik moet u zeggen dat dé heeren uitmuntenden wijn hebben liggen in de kelders van 't stadhuis," zei Riguenez. En hij klakte met dei tong bij de gedachte aan het donkere druivennat, dat indertijd reeds uit Frankrijk werd ingevoerd door de hertogen van Bourgondië en waarvan dé voorraad naderhand geregeld door dé sche penen van Brussel werd aangevuld. „Een, bovendien was 't nacht... in den denker ziet men allerlei dingen, die men zich den volgenden dag niet goed meer her inneren kan. Men verbeeldt zich dan wel 's iets, men meent iets gezien of gehoord te hebben," sprak Rijsoor 'eenigszins weiMend. „Wat drommel, ni'n waarde graaf, u vei'- baast me met al die onderstellingen," ant woordde Riguenez vroolijk, terwijl hij zijn kroes ledigde; „ik zweer u dat, ondlan'ks de duisternis en 't prettige feest in 't stadhuis, ik me de gebeurtenissen uitstékend herin ner." „Men gelooft soms dat de avontuurtjes waarover men wel 's gedacht heeft, werke lijkheid, zijn geworden... Ik zelf, bij voor beeld, durf niet met zekerheid te zeggen1 of 'k in dien bewustem nacht de door u aange duide kamer al of niet erlaten heb." „Niet uit uw kamer gekomen?... Ik werd anders alles behalve aangenaam ontvangen, en u hebt me dé trappen vrij wat sneller doen 'afdalen, dan ik ze beklommen heb. Ik wa® aan alle kanten, gekneusd toen 'k bene den kwam, en als 't geheugen me in den steek zon laten, dan is m'ni schouder er nog altijd om me aan 't grapje te herinneren!" „Maar de vrouw dan, die volgens uw zeg gen met 'n brandende kaars te voorschijn, kwam, om 't tooneel te verlichten... is 't wel zeker, dat ge die vrouw gezien hebt?" De stem van Rijsoor beefde, toen hij deze vraag stelde. „Zeg 's, waarde "graaf," riep Riguenez vroolijk uit, „nu maakt u er toch 'n beetje gekheid mee? Ik heb de gravin gezien, zóó duidelijk als 'k u op 't oogenblik zie... ik hoor u nog tot haar zeggen: „Men vecht niet met Jn dronken man." En u hebt er nog iets aan toegevoegd als: „Stél u go- rust... ga naar binnen, mevrouw!" „Heb ik dat gezegd?" „Ja... u... en de gravin is 'n beetje terug gegaan. t Licht van, de kaars viel op mij, maar uw gezicht bleef in 't. donker. Toen hebben we onze degens gekruist... Dat is allemaal toch zeer juist en duidelijk... zijt ge er nu aelvter?" „Ja, ja, volkomen, ik dank u," zei Rijs oor zeer somber. „We zullen de zaak dus maar vergeten, niet waar?... En laat ons dan ,nog 'n pint hier drinken... Rijsoor gaf geen antwoord. De gedienstigo meid bracht het bier, en uit erkentelijkheid trok Riguenez haar naar zich toe en kuste haar op de frissch© wan gen Maar zij werd vuurrood en rukte zioh los. „Meneer de Spanjaard," zei de woedend,, „u moet zulke aardigheden liever uithalen- tegen de deon ns, die de" hertog van Alva uit Bohemen, Italië en Hongarije heeft la ten komen misschien wel twee duizend. om u en uw soldaten, die niét zoo erg kieskeurig zijn op 't gebied van de liefde, "n, beetje verstrooiing te bezorgen... Wij, Vlaamsche vrouwen, bewaren onze liefde voor de mannen., die van ons bloed en van ods ras zijn, voor dé patriotten 1" „Kom, .kom, Liefje, waarom je zoo boos gemaakt? Heb je soms 'n vrijer onder de oproerlingen „Ik zou er tien hebben, meneer de kapi tein, als ze one beloofden tien van die vreemde indringers naar de andere wereld te helpen," antwoor'ddé de dappere, jonge vrouw. Wordt vorvol'gd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1