m°. 37©. 7"" JHurgang. - Woensdag 30 Juni 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. Voor 't Vaderland. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post1.50. Afzonder. \jIre nummers0.05. Deze Courpnt verschijnt dagelgks, behalve op Zon- en Feest- dagon. Advertentiénmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bg de Uitgever» in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel moer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bg vooruitbetaling.. Qroote lottors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen Ut het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Eente circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. TBR-VISIE-LIGGING OPGAVEN VAN OAN Dl DATEN. Do Burgemeester dor gemeente Amersfoort maakt bekend: dat dó bij hem ingeleverde opgaven van can- didaten voor de op heden gehóuden verkiezing, tor vervulling van zes plaatsen in den Raad der gemeente Amersfoort, evenals de door hem op gemaakte proaefesen-verbaal van sluiting der Candida tenl ijst en ter gemeente-secretarie voor een- ieder ter inzage liggen dat afschriften dier stukken aangeplakt en tegen betaling der kosten verkrijgbaar zijn. Amersfoort, den 29. Juni 1909. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Politiek Overzicht ])e Unancieele hervorming in DuUsclilancl. Vorst Billow's dagen als rijkskanselier zijn geteld. Dat blijkt uit de mededeelingen, die van regeeringswege zijn gedaan over de uitkomst van het onderhoud, dat Keizer en kanselier verleden Zaferdag hebben gehad naar aanleiding, van de tot dusver door den rijksdag over de financioele hervorming ge nen eri besluiten. Aan duidelijkheid laten die mededeelingen wel wat te wenschen over men moet tusschen de regels lezen om te verstaan wat wordt bedoeld. Het eerste be richt hield in, dat de Keizer Billow's ver zoek om dadelijk ontslag had afgewezen en eerst dan dat verzoek in overweging zou ne men, wanneer de werkzaamheden ten be hoeve van de hervorming der rijksfinanciën een positief en voor de verbonden regeerin gen aannemelijk resultaat zullen hebben op geleverd. Dat deze mededeeling te veel on opgehelderd liet, heeft men in de regeerings- kringeu zelf begrepen. De Nordd. Allg. Ztg. heeft daarom een aanvullend bericht ge bracht, waarin tot toelichting van het ver zoek, door den Keizer aan Bülow gedaan om ,,zijn ambt nog zoo lang te bekleeden totdat de rijks financieele hervorming, welker af doening eene nationale noodzakelijkheid is, tot stand zal zijn gekomen", wordt gezegd ,,De Keizer heeft zich .daarbij laten leiden door de overtuiging, dat het allereerst aan vorst Bülow zal gelukken, het werk onder afwijzing van de voor het algemeen belang nadeelige en daarom voor de verbonden re- goeringen onaannemelijke belastingvoorstel len ten einde te brengen. Aan heb verzoek van den Keizer heeft de rijkskanselier zich niet willen onttrekken. Intusschen is hij met het oog op de politieke ontwikkeling, die door de stemming over de erfenisbelas ting hare uitdrukking heeft gevonden, on herroepelijk besloten, terstond na het afdoen van de financieele hervorming zijn ambt ne der te leggen." Een medewerker van de Frankf. Ztg., die een gesprex heeft gevoerd met „iemand, die het best het tusschen Keizer en kanselder ge voerde onderhoud kent en de beteekonis, die men heeft willen leggen in de daarover ge dane officieuse mededeeling", ontleent daar aan, dat „Bülow werkelijk enkel op verlan gen van den Keizer nog zoo lang blijft, tot dat over de financieele hervorming een voor de •■•erbonden regeeringen aannemelijk resul taat is verkregen. Dan echter is zijn aftre den met volledige instemming van den Kei zer besloten. Bülow houdt vast aan de" prae- missen, die hij na rijpe overweging in zijne rede in den rijksdag van 16 Juni voor zijn aanblijven in het bewind heeft geformuleerd. Ten gevolge van de verwerping van de erfe nisbelasting door de conservatieven is 't hem - nmogelijk gemaakt do sedert de ontbinding van <!en rijksdag ingeslagen, politiek voort te zetten, is de ontwikkeling ingetreden, waarvan hij den 16en Juni zeide, dat hij haar met kon, zou en wilde meemaken. En daaruit maakt hij de toen aangekondigde gevolgtrekking. Een sterk en levendig ge voel voor zijn persoonlijk aanzien zegt hem, dat hij onder deze omstandigheden met eere niet meer* i t functie kan blijven, iiij wil zich niet tot den zaakwaar nemer van de conservatieve partij laten vernederen, die hem met overleg en bewust eene politieke en persoonlijke nederlaag heeft toege bracht. Dat alleen, niet eenige andere be dreiging of bemoeielijking van zijne stelling is de reden van zijn aftreden. In het oor deel over en in deschatting van dit motief stemt de Keizer geheel met den kanselier overeen. Bülow bezit het volle vertrouwen van den Keizer en zal zijn raadsman blijven tot aan die benoeming van een opvolger, over wiens persoon voor t oogenblik nog niets vaststaat. Hij zal beproeven de finan cieele hervorming in een, hoezeer na het voorafgegane niet voor hem, maar, voor zooveel mogelijk, voor de verbonden regee ringen aannemelijken vorm tot stand te brengen, maar als iemand, die de bruggen achter zich heeft afgebroken." Het staat du vast, dat vorst Bülow heen gaat. Hij blijft alleen voorloopig, omdat- do Keizer hem beter dan iemand anders ge schikt acht om de hervorming van de rijks financiën, ondoanks het gebeurde, in eene voor den bondsraad aannemelijken vorm tot stand te brengen. Waarop die meening van den Keizer steunt, is niet gemakkelijk te begrijpen. De door Bülow voorgedragen en in den rijksdag verdedigde ontwerpen van bene bezitbelast-ing, als hoeksteen van zijn financieel hervormingsplan, zijn door den rijksdag verworpenvan zijne erfenisbelas ting is bij die tweede lezing in den rijksdag niets overgebleven, zoodat zij bij eventueele onderhandelingen over een compromis in de derde lezing, die nog moet komen, is uit geschakeld. Hoe het dus komt, dat juist hij als de man beschouwd wordt, die beter dan iemand andiers in staat is de zaak nog tot een bevredigend einde te brengen, is voor oningewijden moeielijk te vatten. De naaste toekomst zal ons de oplossing van dit raad sel moeten brengen. Wordt dit vertrouwen beschaamd, dan zal men vooi' een nieuw raadsel komen te staan de vraag wat de verbonden regeeringen denken te doen, als het conservatiof-clerioale blok blijft vast houden aan de belastdngontwerpen, waarvan do regeering te kennen heeft gegeven, dat zij voor haar onaannemelijk zijn. Daarom- trei-t ontbreekt voorshands alle licht. De reis van den Czaar. Uit den volledigèn tekst van de op het feestmaal in het slot te Stockholm tusschen den Koning van Zweden en zijn gast, den Russischen Czaar, gewis selde dronken blijkt, dat Koning Gustaaf met groote ingenomenheid er van ge waagde, dat de banden van vriendschap en verwantschap, die hem en zijn gast ver eenigen, nu nog vaster geknoopt zijn door de geboorte van een spruit uit de beide fami- liën, waarover de Czaar peet zal staan. De Koning drukte den wensch uit in het bezoek van zijn gast een bewijs te mogen zien voor de uitmuntende betrekkingen, die tusschen de beide naburige volken bestaan, en ver klaarde, dat het zijn vaste hoop is, dat deze betrekkingen, die in het laatste jaar plech tig bezegeld werden, zich steeds meer zul len bevestigen op den grondslag van weder- keei-ig vertrouwen, en dat de gemeenschap pelijke belangen een vasten grondslag krij gen ten nutte van beide landen. Het antwoord van den Czaar noemde de aangename ontvangst, die hem werd bereid, een nieuw bewijs voor de banden van vriend schap en verwantschap, die de beide volken vereenigeu, welk bewijs tevens een waar borg is voor de goede betrekkingen tusschen de beide landen, die onlangs door eene plechtige politieke overeenkomst nader be vestigd werden en welker verdere bevesti ging en ontwikkeling hem zeer ter harte gaat. Hiermee werd gedoeld op de in het vorige jaar tot stand gekomen Oostzee-overeen- komst, die tusschen Duitschland, Rusland, Zweden en Denemarken is gesloten. ïullgarn, 2 9 Juni. Het Rus sische Keizerlijke eskader koos hedenmor gen zee. Aan bet Paris-Journal wordt uit Peters burg bericht, dat het nu tamelijk zeker ie, dat de Czaar in den loop van den kruis tocht tot het bezoeken van Europeeoche hoven, die hij binnen kort zal ondernemen, ook eene ontmoeting zal hebben met sultan Mohammed. Wanneer die Czaar dfen sul'an in Konsiautinopel bezoekt, dan zal dó sul tan in October van dit jaar naai* Peters burg komen om hot te beantwoorden. De onbevredigende toestand van de ge zondheid der Keizerin verwekt im de hof kringen ongerustheid. Haar toestand is zoo danig, dat besloten is, dat zij niet in staat zal zijn dón Czaar te vergezellen, wanneer hij in Juli zilch naar Poltawa begeeft om de feesten ter- viering van den tweehond-erd- siteai gedenkdag van den veldslag, wtaarin de Russische wapenen eene beslissende overwinning behaalden op Koning Karei XII van Zweden-, bij te wonen. Evenmin zal zij haren gemaal vergezellen op zijne reis naar Frankrijk en Engeland en verder maar dó Midcïellandsche zee, maar zij zal met hare kinderbal geruiimen tijd vertoeven in Livadia. Tot verzekering van d'e veilig heid van den Czaar tijdens zijn bezoek aan Poltawa, zijn door de geheime politie uitge breide maatregelen genomeneen aanzien lijk aantal verdachte personen zijn ün ver zekerde bewaring genomen of uit het land verwijderd. Het uitvoerend comité van de arbeiders partij in Engeland heeft een manifest tegen het bezoek van den Czaar uitgevaardigd. „Wij gelooven, dat het be zeek van den Czaar door de groote meerderheid van het Britsche volk als een beleediging wordt op gezet. Wij wenschen niet ons in de aange legenheden eener vreemde regeering te men gen, maar wanneer deze zich slechts kan handhaven door terechtstellingen, wanneer zij de beste burgers in ballingschap, wan neer zij elke vrije uiting door beulen, spion nen en misdadigers van allerlei slag den kop indrukt, dan is het een beleediging voor den goeden naam van ons volk, wan neer onze Koning uit onzen naam het hoofd van zulk eene regeering zou ontvangen". Zoo luidt de aanhef van het manifest, waarin ten slotte de hoop wordt te kennen gegeven, dat het land luid en duidelijk het vonnis 'zal uitspreken over de regeering, die voor dit bezoek verantwoordelijk is. De socialistische bond te Rome heeft be sloten de algemeene staking af te kondigen, indien de Czaar naar Italië komt. Duitschland. Breslau, 29 Juni. De kunsthisto ricus prof. dr.. Richard Muther is gisteren avond te Woelfelsgrund aan hartzwakte ge storven. België. Brussel, 29 Juni. In de Kamer verklaarde de president van den minister raad op eene desbetreffende vraag dat de regeering zeer spoedig een ontwerp tot een militaire reorganisatie hoopt in te dienen dat in de Kamer in den loop der vol gende zitting zal behandeld worden. Frankrijk. Toen gisteren president Falliëres van de wedrennen te Lougchamps terug kwam, werd hij door „camelots du roy" uitgeflo ten. Dit bekwam den betoogers slecht; zij werden met parapluies en stokken toegeta keld, totdat de politie hen in veiligheid bracht, door lien in verzekerde bewaring te nemen. De menigte juichte den president toe. Steeds komen nieuwe gevallen voor van sabotage, die op verstoring van de telegra fische gemeenschap zijn gericht. In één nacht werden 29 draden van de telegraaf- en [telefoonlijn ParijsBordeaux doorge sneden en onderling verward, om het her stel van de leidingen te bemoeielijken. Uit de wijze waarop dit was geschied, kon men opmaken, dat de bedrijvers van deze euvel daad deskundigen waren. Engeland. Loude n-, 29 Juni. De suffragettes hielden eene betooging buiten het parle- ffiienitsgebouw, die woester was dan eenige, welko tot dusiver is ondternomein-. Zij dóden herhaaldelijk pogingen in het gebouw te dringen, hetgeen tot woeste tooneelon van wanordio leidden. 1500 m aai sell appeal der politie te voet en te paard moesten ingrij pen. Zij siteeuigdon ook dó vensters van liet admiraliteitsgebouw. Om tien uur waren 108 personen gevangen genomen; drie gewonden werden naar li-et liospitaal gebracht. Onder de ar restanten is ook de leidsvrouw va.nl dó suf fragettes, mrs. Pankhurst, die bij herhaling een inspecteur van politie in hot gezicht sloeg. Londen, 29 Juni. De nationale mijnwerkersbond hield heden te Londen eene vergadering om te overwegen of de mijnwerkers in Wales zouden worden ge steund in hun geschil met de eigenaar van de mijn. De vergadering besloot eenstem mig, dat de mijnwerkers in Wales moeten worden gesteund, zoo noodig door eene al gemeene staking af te kondigen. De verga dering werd daarna verdaagd om aan alle mijnwerkers in het land gelegenheid te ge geven hunne stem over deze zaak uit te •brengen. Spanje. De doopplechtigheid van de jonge infante Beatrix, het derde kiud van heb Spaansche Koningspaar, heeft verleden Zondag plaats gehad iu de troonzaal van het slot te La Granja. Turkije. K o n s t a n i i n o p e 1, 2 9 Juni. In j een interw'ev heeft Djavid-bey, de nieuwe 1 minister van financiën, de volgende verkla-j ring afgelegd: 1 „Het misverstand tusschen den minister van oorlog en dien vaai financiën is bijge- t legd in oveieerstemming met het beginsel van financier-! beleid. De eerste taak is nu om het financieele bestuur te reorganisee- ren. Rifaat-bty bereidde eon reorganisatie voor van beo departement, die ik, belhou- i dens eenige wijzigingen, zal aanvaarden. |- Alvorens met de hervormingen in. de pro- .L vincae te beg'nnen, moeten wij tot overeen- il stemming ziei. te komen mót do Ottomaan- r sehe Bank, die wij wenschen te belasten met den dienst van de schatkist. Belang- I rijke hervormingen zijn noodig in het be lastingstelsel, maar allereerst is eene nieuwe ji regeling van het innen der belastingen on misbaar." Kreta. De Porte is nu door de beschermende mogendheden officieel in kennis gesteld van de aanstaande ontruiming van Krota door de internationale troepenmacht. Volgens een bericht van Reuter uit Konotantinopel, ne men bij de Porte de klachten toe, die inko men van de mohammedanen op Kreta over hunne behandeling door de Krotensische regeering. De Grieksche gezant heeft eer gisteren een langdurig onderhoud gehad- met den minister van buitenlandse lie zaken. Konstantinopcl, 29 Juni. 1 De Porte gaf haren gezanten in het buiten- land last aan de vier beschermende mo- 1 gendheden kennis te geven, dat Turkije nooit zijn protest tegen de concessiën, <lio den Kretenzers zijn gedaan ondier dó be- staande regeling, heeft opgegeven; eai de mor I, gendheden te waarschuwen, dat onmogelijk eenig voorstel kan worden aanvaard, waar- j in erkend wordt-, dat Grieken-land ook maar indirect belang bij de aangelegetnlieden van Kreta heeft. Tweede telegram. De Porte heeft aan hare gezanten een nieuw rond schrijven d-oen toekomen, waarin zij ver klaart den indruk te hebban, gekregen-, dat de beschermende mogendheden de aan do j Kretensers in den laatston tijd verleende tegemoetkomingen willen beschouwen als verkregen rechten, hoewdl de Porto steeds hiertggen met klem heeft geprotesteerd. Do Porte is verplicht op haar standpunt te blijven. Do Porte doet opmerken, dat ou der den druk der openbare meaning de Ka mer, die door do herhaalde 9cJi-endiugen der Turksche rechten geprikkeld was, be sloot de rechten van Turkije op Kreta uit drukkelijk vast te stollien In het rondschrijven worden de gezan ten uitgenoodigd al hun vader 1 amisUeveud© pogingen aan te wenden om de regeeringen te overtuigen, dat d'e Porte beslist ver plicht is elk voorstel te verwerpen, waarbij Griekenland ook maar indirect werd toege laten zich te bemoeien met de zaken van Kieta. Allerlei. vDe gezondheidstoestand van mevrouw Steinheil moet zeer achteruit zijn gegaan. Zij is zoo verzwakt, dat ze ternauwernood Naar hat Fransch van Edmoxxd Lepelletier. 27 noen J. L. VAN DER MOER. HOOFDSTUK XVI. Verboden Liefde. Terwijl de graaf op weg was naar Kop pel, riep Dolorès de te korte oogen-blikken van geluk in haar geest terug, waarin Kar- loo bij haar was geweest. Wat had hij haar plotseling en ruw ver laten.! Welk een dwaasheid had hij zich toch in het hoofd gehaald om, half gekleed, zon der een enkel woord, zonder afscheidsgroet, zich onder die woelige menigte te begeven, die zich verzette tegen de invoering van de nieuwe belasting? Die belasting ging hem toch niet aan? Hij was immers geen koop man,... integendeel was hij, als kapitein van de Burgerwacht, verplicht de wanorde tegen ie- gaanHij 'had met het plat, en zoo noodig met de punt, van zijn degen al die schreeuwende kooplui in hun winkels moe ten terugjagen... En zij had het einde van het opstootje duidelijk waargenomen..., men had de draagkoets van de dochter van den hertog van Alva omsingeld, het jonge meisje zelfs bedreigd... Karloo was toen tusschcifbeiden gekomen, om haar te beschermen... Dat was j tenminste optreden als een galan't ridder... j Door den versehuldigdèn eerbied tegenover de dochter van den Landvoogd in acht te doen neipen voldeed hij althans aan de ver plichtingen, welke aan zijn ambt verbonden waren... Maar had hij niet wat erg veel ijver aan den dag gelegd om die dona Ra- faële te hulp te komen...? Ze was lief, die Rafaële, haar oogen wa ren zacht en haar rein voorhoofd herinner de aan het beeld van de Heilige Maagd op het hoog-aliaar in de S't. Gudule... Karloo zou verliefd op haar kunnen worden... En deze jaloersche gedachten, gevoegd bij het treurige- van haar eenzaamheid, de den het gezicht van Dolorès betrekken. Zij zat in een grooten leuningstoel, nabij het venster, en keek verstrooid naar de men- scheu, die zich op het plein bewogen. De avond begon te vallen en in het hart van Dolorès werd het ook duister. Aan haar echtgenoot had zij nog geen enkele maal gedacht, alleen van Karloo was zij geheel vervuld en reeds twintig keer had zij zich angstig afgevraagd „Zou hij vandaag nog komen? Ach, hij heeft mij niet zóó lief als ik hem... Zou hij me anders zoo doen lij-don?" Een rilling voer haar eensklaps door -de leden, hot bloed steeg haar naar het hoofd. Zij herdacht de geschiedenis van haar jeugd', zij voelde nog hoe zij door haar moe der werd afgeranseld en hoe verlaten- zij leefde in die vervallen woning, waar de •buitengewone liefdie van den graaf Van Rijsoor haar bereikt had. Welken weg, had zij afgelegd sedert die jaren van ellende? De deur werd onverwacht geopend, een jonge man kwam binnen en trad zwijgend op haar toe. Diep bewogen keerde zij zich om..."haar oogen schitterden... zij had den stap herkend van hem, dien zij wachtte. „Karloo!" riep ze, plotseling geheel ver anderd en naar hem toe vliegend als om hem haar mond' en hart aan te bieden-. „Stil," sprak Karloo... „voorzichtig, ver wijder de bedienden!" „Wat heb je? Je ziet zoo bleek... is er iets bijzonder*?' ,,'t Is noodig dat we alleen zijn! De be dienden mogen ons niet hooren!" Gudule was achter Karloo binnengeko men. „De graaf is nog niet terug, mevrouw. Moet 'k al dekkenDe hofmeester vraagt ook orders... of moeten we wachten?" „Dolorès, ik wil je spreken... we moe ten alleen zijn, verwijder ze allemaal," sprak Karloo nogmaals. „Dat gaat niet op dit uur, 't zou te veel opvallen. Je hebt zelf op voorzichtigheid aangedrongen, wacht dus zoo lang," flui sterde zij hem toe En daarna hardop tot Gudule: „Zet de tafel gereed... de hof meester kan opdoen als de graaf terug is. Hij zal zeker niet lang meer wachten." Gudule en de hofmeester, zoomede twee lakeien, begaven -zich naar de groote eet zaal, waarvan als naar gewoonte, de deur tijdens het dekken -bleef openstaan. Dolorès was lij Karloo teruggekomen. Zij wilde aijn hand nemen, om dezo snel, hart stochtelijk te drukken. Karloo uitte een lichten kreet en trachtte zijn hand terug te trekken, hetgeen haar verwonderd deed vragen „Heb je pijn?... O ja, die wond aan de hand van van nacht?" ,,'t Is niets, 'n schrammetje, 't is de moeite niet waard' er over te spreken." ,,'t ls toch te zien... ik heb gezien dat je gewond bent, anderen kunnen 't dus ook opmerken." Karloo stak zijn hand vooruit, die door een handschoen bedekt was. „Deze handschoen beschermt tegen onbe scheiden blikken. Wie zou er iets van kun nen raden?" „Maar die Spaansche officier dan, met wien je gevochten hebt?" „Die was dronken. Laat ons maar aan nemen, dat hij 't avontuur al vergeten heeft. Mocht bij er nog aan denken, dan zal hij ten gevolge van zijn dronkenschap de feiten toch we1 verwarren. En bovendien, met wien zou hij over die zaak spreken, waarin immers toch niemand belang stelt? Een nachtelijke twist, zooals er telkens voorkomen in 'u bezette plaats tusschen de inwoners en de ingekwartierdienanders niet. Maar hierover wilde 'k je niet spre ken." „Waarover dan? Je kijkt zoo ernstig." „Je man is terug." „Wel nu, ik wacht 'm, dat zie je toch wel? Ik laat opzettelijk nog wachten met 't eten. Misschien zal hij wel dadelijk ko men. „Hij is in de stad, een van de onzen heeft 'm gezien en gesproken op 't oogen- b1 ik dat- hij Brussel binnenkwam." „Welnu, dat was immers- te voorzien. M'n man is heengegaan en heeft me gezegd van daag te zullen terugkomen. Dit wist 'k wel zeker." Karloo keek haar met verstrooide blikken aan on zijn stem beefde, terwijl hij zeide „Je zegt dat op 'n toon alsof je gehoopt hadt, dat hij weg zou blijven." Dolorès was gaan zitten. Koel luidde haar antwoord „En jij zelf, liad't je iets dergelijks óok niet gehoopt? De wegen zijn onvoilig in deze woelige tijden, en vooral op den weg naar Leuven is 't zeer gevaarlijk. Daar we melt 't van huurlingen en soldaten van den hertog van Alva, die Den Zwijger op de hielen zitten, 'n Musketschot van achter 'n wal of van achter 'n muur gaat zoo gemakke lijk af. Karloo, jij hebt van nacht even goed als ik moeten dénken aan zoo'n musket schot van 'n Spaanschen soldaat, die zich ergens op den weg verdekt had opgesteld; jij hebt zoo goed als ik moeten denken, dat 'u goed gerichte kogel voor ons 'nu groote verandering zou kunnen brengen?" „De -hemel mag op me neerstorten, als 'k zoo'nafschuwelijken wensch zou gekoe sterd hebben," riep Karloo uit. „Gelukkig heeft Jonas hem gezien, zooals 'k reeds zeide. Hij is heelhuids door de Leuvensche poort binnengekomen." ,,'t Is mogelijk; maar iemand die zoo veel avonturen najaagt, moet den eenen of anderen dag we' doodi t'huis gebracht wor den." „Zeg niet zulke afschuwelijke dingen, Dolorès „Wordt hij -niet door nog veel ernstiger gevaren bedreigd, dan door dio waaraan uien te velde bloot staat, waar allerlei rui ters en lanskeuets ronddolen? In dó stad zelf is hij voortdurend aan 't gevaar bloot gesteld'. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1