I". 15. Tweede blad.
Jaargang.
Woensdag 14 Juli 1909.
CH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
^er 3 maanden voor Amersfoort f l.OO.
Idtun franco per post - l.SO.
Afzoi-Jorlijko nummert - 0.05.
j Oouian verschijn dagelijks bohalv op Zon- en Feest
dagen.
Advertontiën mededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zendon.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50,
Elke regel moor - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling
Qroote letters naar plaatsruimte-
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene
circulairebevattendo de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Provinciale Staten van Utrecht.
De Provinciale Staten van Utrecht kwa
men gisterenmorgen 10 uur opnieuw bijeen,
onder voorzitterschap van xnr. F. D. graaf
Schimmel penninck.
De Voorzitter deelt mede, dat bericht van
verhindering is ingekomen van de heeren
De Wijkerslooth de Weerdcsteijn, Wentink,
v. d. Burg, Lothen van Doelen Grothe en
Schimmelpenninck.
De Voorzitter stelt hierna aan de orde het
adres van gelukwensching aan H. M. de
Koningin, dat als volgt wordt vastgesteld:
Utrecht, 13 Juli 1909.
Aan Hare Majesteit de Koningin.
De Provinciale Staten van het Gewest, dat
zich steeds in Uwer Majesteits warme be
langstelling mocht verheugen en waaraan
voor Uwe Majesteit zooveel liefelijke herin
neringen uit Hare jeugd zijn verbonden,
stellen er niet minder hoOgen prijs op dan
anderen, aan Uwe Majesteit de meest eer
biedige en oprechte gelukwenschen aan te
bieden met. de geboorte van Hare Ko
ninklijke Hoogheid Prinses Juliana.
Moge de Prinses onder Gods zegen op
groeien tot vreugde Harer ouders, tot heil
van Haar volk.
De Staten van Utrecht vleien zich, in
lengte van dagen aan de jonggeboren Prin
ses even talrijke en diepgevoelde blijken van
hulde en gehechtheid te mogen geven, als zij
aan Uwe Majesteit en Haar doorluchtig Huis
zoo vaak hebben aangeboden, in de overtui
ging, dat de banden tussc'hen Oranje en Ne
derland nooit vast genoeg kunnen worden ge
snoerd.
Uwer Majesteits gehoorzame en ge
trouwe onderdanen,
De Staten der provincie Utrecht.
Du Voorzitter geeft hierna het woord aan
den heer Van Ittersum om de heer
Doude van Troostwijk te antwoorden op
diens vragen omtrent de waterstanden aan
de Vecht.
De hoor Van Ittersum gaf n'a-
menits Ged. Staten antwoord op d!e in de
vorige vergadering door dien heer Doude
van* Troostwijk gedane vraag hoe het nju
staat met de onderhandelingen betreffende
de waterstands op de Vecht. Uit dit
antwoord blijkt, dat Ged. Staten den 15en<
Februari van den hoofdingenieur een rap
port hebben ontvangen betreffende de voor-
loopige plannen tot verbetering. De kos
ten, aan de uitvoering van die plannen
verbonden bleken echter zoo aanzienlijk te
zijn, dat Ged. Staten in de eerste plaats
meenden op aanmerkelijke besparingen be
dacht te moeten zijn. Den 19. Juni werd
een< betreffende enkele hoofdpunten uitge
werkt nader plan van den hoofdingenieur
oin'bvangen, waaruit de mogelijkheid bLeek
van inderdaad aanzienlijke bezuinigingen*,
zoowel op de kosten van aanleg als op die
van exploitatie, de inrichting tot beheor-
sching van dem waterstand op de Vecht.
Ged. Staten hebben, in verband ook met 't
toegezegde rijkssubsidie, de aanvankelijk
verkregen resultaten ter kennis gebracht
van den minister van Waterstaat bij schrij
ven van 29 Juni jl. Zij twijfelen niet of de
hooge regeering, die tot dusver op een on
dubbelzinnige wijze van hare belangstel
ling en medewerking blijk gaf, zal ook in
de toekomst haar die medewerking blijven
verleen<en.
De Voorzitter stelt hierna aan de orde
1. Voorstel van Gedeputeerde Staten be
treffende de verbetering van de Kerkvaart.
Gedep. Staten vragen machtiging om met
het gemeentebestuur van Breukelen-Nijen-
rode een overeenkomst aan te gaan, waarbij
de provincie op zich neemt de Kerkvaart uit
te diepen tot eene bodem breed te van 3 M.
en eene diepte van 1.65 N.A.P., terwijl
de gemeente Breukeleu-Nijenrode zich ver
bindt tot voortdurend onderhoud van de
Kerkvaart op minstens dezelfde afmetingen.
De kosten van de uitdieping worden op
f 400 geraamd.
De commissie van rapporteurs adviseert
conform het voorstel van Gedep. Staten to
besluiten.
Het ontwerp-besluit werd aangenomen
met 16 tegen 4 stemmen.
Tegen stemden de heeren Molengraaff, die
Louter, van J-'uyll en Doude van Troostwijk.
De Voorzitter stelt hierna aan de orde
3. Voorstel van Ged. Stalen tot wijziging
van bet provinciaal reglement op het rijden
met hondenwagens.
Ged. Staten adviseeren het reglement niet
van toepassing te verklaren op voor ten
hoogste twee personen ingerichte voertui
gen, waarbij de bonden gedeeltelijk achter
en gedeeltelijk onder den wagen loopen, ter
wijl bet voertuig zelf voorzien is van een
nauwkeurig werkend stuurtoestel en van een
rem, wanneer het ieder oogenblik tot stil
stand kan worden gebracht.
De aanleiding tot dit voorstel is een adres
van de hh. M. W. van de Waal te Zcfcst
en K. P van Deinse, arts te Kamcrik,
waarin werd verzocht, dat het voertuig, ge
naamd do ,,kynomobiel" zou worden ont
trokken aan de werking van bet reglement.
Do commissie adviseert de voordracht van
Ged. Staten aan te nemen behoudens eene
wijziging in de redactie, zoodat dit, artikel
*al luiden:
,,Op voor ten hoogste twee personen in-
gerichte voertuigen, welke voorzien zijn
,,van een nauwkeurig werkend stuurtoestel
,,en van eene rem, waarmede het voertuig
onmiddellijk tot stilstand kan worden ge-
bracht, en welke worden getrokken door
„honden, die gedeeltelijk onder het voertuig
„loopen, is'dit reglement van toepassing".
De heer VanBeeckCalkoen (Co-
then) kan zich met voorstel van Ged. Staten
niet vereenigen. Hierdoor zou de gebeele
kracht van het reglement op het rijden met
hondenwagens verloren gaan, daar aan
ieder hondenkar met primitieve middelen een
stuurtoestel, een rem enz., als aan de kyno-
mobielen kan worden aangebracht. Om dit
nu te voorkomen, stelt Spr. voor dat de be
paling worde aangebracht in art. 1 dat de
desbetreffende hondenwagens moeten loopen
op gummibanden en kogelassen en voorzien
moeten zijn van een signaalhoorn.
In dezen geest dient spr. een amendement
in, dat in de Vergadering wordt gesteund.
De Voorzitter stelt voor dit vrij
ingrijpend amendement na de pauze te be
handelen.
Conform wordt besloten.
Hierna werden er-schillende subsidiën
verleend.
Aar. het Genootschap voor Landbouw en
Kruidkunde werd 9500 subsidie verleend
voor landbouwbdastingenvoorts 2000
aan bet Nederlaridsche Gasthuis voor Be
hoeftige Ooglijders2000 aan de Vak
school voor Typografen te Utrecht, en dan
nog alle verdere aangevraagde subsidiën tot
kleinere bedragen.
Aan de orde kwam daarna het voor
stel van Gedeputeerde Staten betreffende
het toekennen toelagen aan oud-wegwerkers.
Dit voorstel strekt om aan Van der Vel
den r~i aan H. Markenhof eene toelage te
verleene van. f 6 per week, welke tot f 4
zal worden verminderd na de ontbinding van
het huwelijk, en de aan J. Klarenbeek ver
leende toelage te verhoo^en tot f 6 per week
zoolang zijne echtvereeniging voortduurt.
De commissie van rapporteurs adviseert
conform het voorstel te besluiten met eenige
wijziging in de redactie, hoofdzakelijk hier
op neerkomende, dat voor „na ontbinding
van. bet huwelijk" wordt gelezen „na over
lijden".
Naar aanleiding van een mededeeling om
trent redactiewijziging namens Ged. Staten
door den Voorzitter gedaan, trekt de com
missie dit advies in.
De heer Kettlitz heeft mat sympa
thie het voorstel van Gedep Staten gele
zen Met teleurstelling heeft spreker ech
ter de beperkende bepaling gezien, dat
na het overlijden van de vrouw de toela
ge voor den. man vermindert.
De man behoort na het overlijden' zijner
vrouw onafhankelijk te zijn van de
publieke weldadigheid' of van kinde
ren. Juist wanneer de vrouw komt
te sterven, wordt de man afhanke
lijk van vreemde hulp en worden de uit
gaven van den man grooter im plaats
van minder, omdat het zuinige beheer der
huisvrouw ontbreekt. Spr. stelt voor deze
beperkende bepaling terug te nemen. Vóór
een amendement in te dienen, zou spr.
het ge voel eb van Ged. Staten wililen ver
nemen. Spr. stelt ook voor de toelage van
den wegwerker Jansen, die in 1894 is ge
pensioneerd en wiens vrouw is overleden
van f 4 op f 6 te brengen.
De heer Van Boetzelaer deelt
medie dat ook in de comm. van rapporteurs
het door den heer Kettlitz in hiet midden
gebrachte, onder de oogen is gezien. De
meerderheid der commissie van rappor
teurs is echter van meening, dat het voor
stel van Ged. Stalen dient te worden, aan
genomen. Spr. betoogt dat het leven op
het platteland zeer goedkoop is en de man
ergens in den kost ban gaan. Waarom
zal mefii' hem dan f 6 geven als hij met
f 4 volstaan kan.. Zulks is met het oog op
de provinciale^inanciën niet gewenscht.
De heer Bilderdijk zegt te behoo-
ren tot de minderheid der commissie. Het
voorstel van Ged. Staten heeft hem zeer
bevreemd, te meer omdat hier een maat
staf van penstoneering wordt aangelegd,
die nergens bestaat.
De heer Van Beeck Calkaen
(Cothen) is 't met de heer van Boetzelaer
eens. Deze wegwerkers kunnen na hun,
pemtsioneering, vooral tijdens de zomer
maanden, nog een duitje er bij verdienen
met tuinieren enz.
De heer Huydecoper, sprekende
namens Ged. Staten, zegt dat deze rege
ling accoord gaat met de meendng van den
hoofdingenieur van den Waterstaat. Het
moge eenjgszins hard klinken oim van een
man, die zijn vrouw verliest, de toelage
te verminderen, zoo'n man kan later zeer
wel ergens zijn intrek nemen, bij goede
menschen. Dat is in de pr'actijk gebfle-
von. Wij moeten hier alleen vragen: wat
is strikt noodzakelijk. Aan den heer Bil
derdijk antwoordt spr. dat wij hier zelfs
boven de rijkspensioenregeling gaan, om
dat het peJnsioen meer dan 2/3 van het
loon bedraagt. Het is heel gemakkelijk om
grootere bedragen te voteeren en om de
menschen rijk en gelukkig te maken, maar
wij moeten rekening houden mot de pro
vinciale fin'anoiën.
D,e heer Kettlitz dient na dit ant
woord zijn amendement in. Spr. is verwon
derd over de bestrijding van den heer van
Boctzolaer. Spr. kan zich niet voorstellen
dat f 4 voldoende is voor iemand om van
te leven. Spr. stelt hier eon bepaling voor
die de provincie al heel weinig zal kosten'.
Juist het bezwaarlijke vindt spr. dat zoo'n
man die zijn heel© leven in een ©ïgen huis
je heeft gewoond, bij vreemden moet wor
den verplaatst. Men moiet geen oude hoo
rnen verplanten, geen menschen wegrukken
uit het milieu, waarin ze hun leven lang
naast hun vrouw hebben gewoond. Spr.
merkt op dat hetgeen de heer v. Beeck
Calkoen opmerkt, eigenlijk geen oppositie
is. Spr. doet een aanhaling uit heb ver
handelde der Prov. Staten in de wïnter-
zitting van 1894, waaruit volgens spr.
blijkt, dat de Ged. Staten zich toen op een
ander standpunt steldein als thans.
De beer van Hazen-donk merkt
op dat hier iets wordt gegeven, wat niet
gevraagd wordt. Spr. woont op het plat
teland om kent de wegwerkers van aan-
sehijb tot aanschijn. De wegwerkers zijn al
kinderlijk blij met hunne tegenwoordige
toelage.
De heer van Andel zegt dat de vo
rige spreker zelfs opkomt tegen het voor
stel van Ged. Staten, die eem hoogere toe
lage voorstellen,. Spr. gaat met de heieren
Keittlitz en Bilderdijk mede. Heb geldt
hier oudjes, wier grooter of klednier pen
sioen geen ingrijpend© gevolgen voor de
financiën zal hebben. Nog een be
zwaar is, dat wanneer zoo'n man her
trouwt-, daarin thans ook niet wordt
voorzien.
Heb eerste deel van bet araendement-
Kettlfitz wordt in stemming gebracht en
verworpen met 18 tegen 15 stemmen. Daar
mede is het tweede deel vait het amende
ment omtrent den wegwerker Jansen even
eens vervallen.
Voor stemden de heerenHamers,
Royaards, Bicker Caarten, Kol van Ouwer-
kerk, Van Lier, Molengraaff, Ragay, Van
Andel, Bilderdijk, Van Sasso van Ysselfc,
Kettlitz, Schilte, Van Hardeubroek, Van
Bolhuis en Doude van Troostwijk.
Tegen stemden de heeirenDe Waal
Malefijt, Van Lynden van Sandenburg, De
Jong, Van Tuyll van Zuylen, Timmerman,
Dc Louter, Van Ittersum, Bosch van Oud-
Amelisweerd, Grijns, Huydecoper, Klein-
schniit, Knigge, Van Boetzelaer, Van Asch
van Wijck, W. A. van Beeck Calkoen, mr.
W. J. vaai Beeck Calkoen, Van Loon en
Hazendonk.
De rekening over 1907, sluitende met een
batig slot ad f 46.836.31J, werd goedge
keurd.
Aan de orde kwam hierop de behande
ling der ontwerp-begi'ooting voor 1910 en
van het voorstel tot het heffen van elf op
centen op de hoofdsom der belasting op ge
bouwde en ongebouwde eigendommen en op
de personeele belasting.
De heer Kettlitz zag de noodzake
lijkheid der groote verhooging van opcen
ten niet in. Voor onvoorziene uitgaven was
o. a. veel te veel uitgetrokken.
De heer Van Lynden van San
denburg verdedigde het voorstel na
mens Gedeputeerden. De onvoorziene uit
gaven zijn hoog geraamid, daar de verple
ging van noodlijdende krankzinnigen dit
jaar 21,000 gulden meer kost en ook met
do aflossingen op het renteloos voorschot
aan de waterschappen „Gixiot-Mijdrecht"
en „Beoosten de Vecht" rekening moet wor
den gehouden. Ook is er nog een post uit
getrokken voor subsidie aan de Middelbare
Technische School, die eerst in de winter-
zitting aan de orde zal worden gesteld.
Voorts is ook nog geen rekening gehouden
met het bedrag ad 164,000, dat beschik
baar moet worden gehouden voor subsidie
aan do Nederlandsche Electrischo Spoor
weg-Maatschappij.
Na de pauze komt aan de orde de benoe
ming van een buitengewoon lid der Pro
vinciate Staten.
Benoemd wordt prof. mr. J. de Louter,
met 26 van de 30 stemmen.
Vervolgens wordt de discussie over het
reglement op de hondenwagens voortgezet
met het amendement van den hoor W. A.
van Beeck Calkoen.
Gedeputeerde Staten nemen dit amende
ment over.
De heer Molengraaff deelt namens
do Commissie van Rapp. mede, dat deze er
geen bezwaar tegen heeft.
Het voorstel wordt, aldus geamendeerd,
z. h. o. aangenomen.
Daarna wordt de begrooting verder be
handeld.
Bij volgnummer 32 zegt de heer H u y-
d o c o p e r dat Ged. Staten verbetering
van het jaagpad de Meern-Oudewater niet
noodig is, aangezien de toestand daarvan
niet te wenschen overlaat.
Bij volgnummer 32 zegt de lieer Huy
decoper spoed toe bij het vervangen
van oude waarschuwingsborden voor auto's
door nieuwe, al zijn die oude waarschu
wingsborden nog geen ernstig beletsel voor
bekeuringen.
Naar aanleiding van dit artikel verzoekt
de heer Van Beeck Calkoen (Co-
then) op de waarschuwingsborden ook de
richting van den weg aan te geven, om on
gemak voor de betrokkenen te voorkomen.
Bij volgnummer 89 (weg Maartensdijk
de Vuursche) deelt de heer Huydeco
per mede, dat Gel S'nten vex© p^ghgen
hebben gedaan om dezen weg, een der oude
geconcessioneerde wegen, te verbeteren,
maar men1 stuitte op allerlei bezwaren, nu
eens van de gemeentebesturen, dan weer
van den concessionarisop deze wegen rust
vaak nog veel oude schuld. Niettemin blijft
deze weg een voorwerp van de zorg van
Ged. Staten. Verbetering van den weg Nieu-
wersluister Aa blijft in onderzoek, doch
wordt voorsbands niet noodig geacht.
De heeren v. Boetzelaer en Dou
de v. Troostwijk betoogen tegenover
den heer Huydecoper dat de weg Nieuwer-
sluis-Ter Aa wel degelijk in slechten toe
stand verkeert. Vooral na regen is de toe
stand zoo deplorabel dat zelfs de voetgan
gers in den weg blijven steken.
De heer D.ude v. Troostwijk bepleitte een
subsidie aan de particuliere die dezen, weg
onderhoudt.
Bij volgnummer 94 geeft de heer d e
Waal M a 1 e f ij t inlichtingen over de
werkzaamheid der Holl. Electr. Spoorw.
Mij. Aanvankelijk is er groote vertraging
ondervonden, omdat de minister van water
staat nieuwe voorwaarden voor subsidie
stelde, maar daarna is overeenstemming
met den Staat verkregen. Na slui
ting in Api'il van dit jaar der overeenkomst
met den Staat is onmiddellijk begonnen met
voorbereidende werkzaamheden voor ver
schillende bruggen, welker bouw dezen zo
mer nog zal worden aanbesteed
Wat onze provincie betreft, de terreinen
voor de lijn NieuwersluisUithoorn zijn
zoo goed als alle in eigendom verkregen.
Alleen vanwege de tweede bedijking is be
zwaar ingekomenmen wil de spoor nl. niet
langs maar over den dijk hebben. De Gedep.
Staten hebben goedkeuring aan de eerste
wijze van aanleg gehecht, doch de water
schapsbesturen hebben hooger beroep aange-
teekend. De aanleg van de lijn Nieuwer
sluisUithoorn is dus nog niet geheel ge
reed, doch zal ongetwijfeld binnen niet al
te langen tijd tot stand komen.
De heer Van Hardenbroek leest
een uitgebreide memorie voor, waarin ge
klaagd wordt over de lage waterstanden op
den Krommen Rijn, in verband met den ge
middelden lagen waterstand op de Lek.
Vooral bij vriezend weer laat dit ongemak
zich duchtig gevoelen. Hierin zou, volgens
Spr., zijn te voorzien indien men den drem
pel van de provinciale duikersluis te Wijk
bij Duurstere verdiept in overeenstemming
met den bodem van het inundatiekanaal.
Hierdoor zal het geheele Z.-O. deel der pro
vincie Utrecht worden gebaat, vooral wat
aangaat de scheepvaart. Spr. wijst op het
groote watergebrek dat zich thans daar vaak
voordoet, wat een groot gevaar oplevert met
het oog op brand. Spr. geeft toe, dat het
vraagstuk groote moeielijkheden oplevert,
doch Spr. heeft genoeg vertrouwen in den
goeden wil van Ged. Staten en het vernuft
onzer waterstaatkundigen, om niet de hoop
te koesteren dat deze zaak niet tot een goed
einde kan worden gebracht.
De heer V an Beeck Calkoen (Co
then) sluit zich hierbij aan en wijst er op,
dat niet alleen het Z.-O. deel der provincie
door de verbetering wordt gebaat, doch ook
de omstreken van Lopik, Jaarsveld, enz.,
waar de teenksoplieden een groot belang bij
betere toestanden hebben.
De heer Hazendonk spreekt in go-
lijken geest.
De lieer Van Ittersum is zeer ge
voelig voor den lof aan de Gedep. Staten
gebracht, doch meent dat aan het euvel
niet voel is te doen. In de eerste plaats
toont Spr. met cijfers aan, dat de gemiddel
de waterstand bij de Lek niet lager is dan
in vroeger tijden. Doch het groote bezwaar
is dat tusschen het eerste en het tweede
pand zich een hoogtepeil bevindt van 3.08
M., d. i. het peil der stadsgrachten in Wijk
bij Duurstede. Het eenige middel zou zijn
een rechtstreekscho verbinding aan te bren
gen tusschen de duikersluis en het tweede
panddaarvoor zou een bemalingstoestel
noodig wezen, een heele onderneming, waar
over Spr. nu maar niet zal beginnen.
De heer Van Beec k Calkoen,
repliceorende, blijft onder aanhaling van tal
van technische détails volhouden, dat ver
betering is te brengen door van een der
Wijksche stadswateren de vaargeul over IJ
Meter 40 cM. uit te diepen.
De heer Van Ittersum ontkende,
dat zulk eene uitdieping den waterstand van
den Krommen Riin verbeteren zou.
De discussie wordt daarna gesloten.
De geheele ontwerp-begrooting werd hier
na met nlgemeene stemmen aangenomen.
Vervolgens sloot de voorzitter in naam
der Koningin de zomerbijeenkomst der Sta
ten.
Landbouwongeyallenverzekering.
(Vervolg).
Na do opendngsrede van den voorzitter,
die luide werd toegejuicht), had. de
behandeling plaats van de ontwerp-statuten
van de Centrale Landbouw-Onderlinge, Ne
derlandsche Landbouw-Vereeniging tot het
onderling dragen van het bedrijfsrisico.
Door verschillende aanwezigen werden om
trent de statuten inlichtingen gevraagd,
wel'ke door den adviseur, mr. H. P. L. C.
de Kruyff Jr., werden verstrekt. Op enkele
punten werden nog wijzigingen in de sta
tuten aangebracht en daarna door het Per-
manent Comité aangenomen.
Hierdoor was de oprichting van de Cen
trale Landbouw Onderlinge een feit gewor
den. De vergadering verleende machtiging
tot aanvrage van de Koninklijke goedkeu
ring op deze statuten.
Vervolgens kwam aan de orde het ont-
werp-regleinent van de Landbouw-bedrijfs-
ongevallenregeling, bedoeld in art. 2 al. 1
van de zoo juist aangenomen statuten. Ook
dit reglement werd in zijn geheel aange
nomen.
Hierna had de verkiezing van de directie
plaats. Tot directeuren werden benoemd do
heeren mr. H. P. L. C. de Kruyff Jr. en
F. E. Posthuma, beiden reeds directeur van
de Tuinbouw-Onderlinge, zoodat de onder
linge land- en tumbouwongevallenverzeke-
ring onder ééne directie komt.
De Voorzitter feliciteert onder luid ap
plaus der vergadering mr. >de Kruyff met
deze benoeming en in de allereerste plaats
wensch ik de vereeniging geluk, zei de heer
De Boer, dat wij aan het hoofd van onze
Centrale Landbouw-Onderlinge een man
krijgen van 'zoo bekende reputatie en werk
kracht op het terrein van de ongevallen
verzekering.
Tot commissarissen werden benoemd de
heeren K.Czn. de Boer te Assendelft, R.
P. Dojes, lid der Eerste Kamer te Uithui
zen, en mr. W. J. baron van Dedem van
de Rollecate te Nieuwleusen.
Het college van commissarissen zal, zoo-
dra de provinciale verzekeringsvereenigin-
gen zijn opgericht, worden uitgebreid met
voor iedere vereeniging één commissaris,
aan te wijzen door de besturen dier vereeni-
gingen.
Tot leden van de balans-commissie wer
den benoemd de heeren H. J. E. van Hoek
te Enschedé, S. C. Korteweg te 's Graven-
hage en G. C. Lunsingh Meijer te Assen
tot plaatsvervangende leden de heeren mr.
P. H. A. Tydeman van Lodo en Oudewaard
te TielJ. P. Wiersma te Ferwerd en mr.
H. C. Hoolenburgh te Zierikzee
De agenda was hiermede afgehandeld.
Thans krijgt mr. C. P. Zaayer, voorzitter
van de Hollandsche Maatschappij van Land
bouw het woord en wijst er op, dat door
de opgekomenen een daad van groote bil
lijkheid is verricht, geleid door verstand.
Spreker heeft eerbied voor de werkkracht
van het Permanent comité en van den heer
De Kruyff. Wij voelen, dat een arbeid door
de heeren is verricht, die van groote betee-
kenis voor ons land zal worden. Intussclien
betreuren wij, dat 'het Permanent Comité
nu voor langen tijd op non-activiteit zal
worden gesteld om daarna voor goed uit
een te gaan, maar al moge dan eenmaal het
Permanent Comité worden opgelost, per
manent zal blijven de eore-zuil, die de hee
ren "door hun arbeid -zich zelf hebben ge
sticht (Applaus).
De Voorzitter dankte den heer Zaaijer
voor diens vriendelijke woorden tot de leden
van het comité gericht. Hij verheugt er
zich over, dat de landbouwers getoond heb
ben niet alleen iets te willen, doch ook iets
te kunnen. Dankbaar is hij gestemd nu ge
bleken is, dat men over kleinigheden wist
heen te stappen om tot een groot doel te ge
raken.
Al gaan de heeren oprichters zoo straks
naar huis, hiermede is hun taak nog niet
afgeloopen. Wij staan pas aan het begin en
Idaarom laten wij de heeren nog niet los.
Spreker is overtuigd, dat hij kan rekenen
op hun hulp.
Door de stichting van de Centrale Land
bouw-Onderlinge hebben wij een daad van
groote sociale beteekenis verricht. Wij bob
ben er door het bewijs geleverd, dat de
regeling van sociale verhoudingen, waardoor
sociale wanverhoudingen worden opgeheven,
niet van boven af behoeven getroffen te
worden. Integendeel, sociale wetten zijn dan
het meest doeltreffend, als zij niets anders
zijn dan een vastleggen van hetgeen door
het bedrijf zelf wordt geregeld.
Zóó staan wij dan aan het begin van eene
nieuwe periode en van harte hoopt de heer
De Boer, dat het aan den landbouw mag
gegeven zijn te kunnen toonen, dat ook zon
der ingrijpen van de Regeering, het bedrijf
zijn eigen verplichtingen kan volbrengen,
(Luid applaus).
Hierna werd de vergadering, die door een
vijftigtal personen uit alle provinciën, be
halve Noord-Brabant en Limburg was bij
gewoond, gesloten. Schriftelijk hadden een
dertigtal heeren, die niet aanwezig konden
zijn, hunne instemming met de stichting
betuigd.