W. 81
Dinsdag 20 Juli 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Voor 't Vaderland.
8"" JHHrganc.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per S maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem frauco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Daze Cour rat verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feest
dagen.
Ad vertent iënmededoelinger. enz.gelieve men vóór 11 urn
's morgens bjj de Uitgeven in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels f 0.50.
Elke regel meer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen Uit
bet herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eeae
ciroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
Do Burgemeesters van Amersfoort,
Brengt ter Icon nis van do ingezetenen rlezer
Gonieente, dat liet door den Directeur van
's Rijkfs directe beladingen, env. te Utrecht
executöor verklaard kohier Xo. 1 van de Be
drijf-belasting over het dienstjaar 1.009/1010
aan den Ontvanger van Rijles directe belas
tingen alhier ls ter har.d gesteld, aan wien
,ie<ler verplicht is zijnen aanslag op don bij de
wet bepaalden voet te voldoen.
Gedaan on op de daarvoor gebruikelijke plaats
sen aangeplakt te Amersfoort den 19 juli 1909.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Politiek Overzicht
De trooiis ver w isseling in Perzic.
De sjah van Per zié Mohammed A In' heoft
hot lot on dé rg aan, dat verleden jaar sultan
Abdul Hamid van Turkije heeft getroffen
hij lxtfcft afstand moeten doen van> dlem
trooni. Alleeu is bij hem de vorm wat meer
i-n acht genomemhij is geen gevangen
man, en de Russische gezant, onder wiens
bescherming hij zich heeft gesteld, zal hem
voor dat lot ook wel hehoedieai. Maair zijtnte
macht is hij kwijt.
Veel genoegen heeft hij niet- beleefd van
de macht, die hij eem paar jaren geleden
van zijai> vader Moezaffer Eddin heeft ge
ërfd. l>e grondwet, die Moezaffer kort voor
eijn dood had afgekonldii'gd, besnoeide het
gezag vani den sjah zeer, en het parlemlent
droeg nauwlettend zorg, dat dit gezag bin
nen- de perken bleef. Dit was oorzaak, dat
de sjah gaarne het oor leende aan de kleine
maar invloedrijke groep hovelingen, die
hem tot verzet aanispoordle vati den dag
af, waarop het parlement het besluit nam,
door bepaling van hot inkomieail van den
sjah op een bedrag, dat de schatkist kon
dragen, Jen einde te maken» aan het lev.en
der lievelingen op koston: vanl heb volk. Op
hun aandrang hief de sjah de grondwet we
der op, nadlat hij van eerüige hooge geeste
lijkten het advies had gekregen, dat zij
met den koran in strijd was.
Dat was inftusschen het sein tot de bewe
ging waarvan wij thans de ontkinloopiug
hebben gezien. Langzaam maar ajanluou-
dend heeft deze beweging veld gewonmlen.
Ispahan, en Tiibriz gaven het voorbeeld. De
nationalisten en Bakhtiaren eischen her
stel van de constitutioneele rechten en het
uitschrijven, van nii'ejiwe p ar lemen ts-verkie
zingen. De afval van deze gewesten van
d-en sjah werd ook spoedig een feil. In Ta-
bris en in Ispahan werd een eigen landdag
gekozenIspahan ging zelfs zoo ver een.
zelfstandigen heerscher uiit te roepen. En
ten slotte konden de tegenstanders van
den sjah hem in zijne eigen hoofdstad be
stoken en hem tot aftreden dwingem', ten
gunste van zijn nog minderjarigen zoon,-
nadat hij zich vooraf onder Russische be
scherming had gesteld. Dat is geschied
nog voordat in de stad zelve de beslissing,
was gevallen, terwijl buitten de stad nog
een groot aantal troepen ter b'eschibki'ng
van d-en sjah stonden. Het hoofdmotief
moet geweest zijn het groote wantrouwen
tegen die eigen troepen, die angst dia't zij,
aan 't muiten, zouden slaan, e«i de vrees»
voor sluipmoord, wat bij dje stemming on
der de troepen niet ongerechtvaardigd
schijnt te zijn geweest.
De geschiedenis van de Perzische om
wenteling is daarmee in een, nieuw stadium
getreden, dat zich voorloopig vreedzaam
laat aanzien., maar waarva'n mbeft worden
afgewacht hoe het zich verder zal ontwik
kelen. Aan de Köln. Ztg. wordt dlaarover-
uit Berlijn geschreven:
Snéller dan men kan aannemen is de revo
lutionaire 'beweging geslaagd, die slechts
steunde op eene zeer gebrekkige organisatie
en ook numeriek geen groot aantal strijders
op de been kon brengen. De bijeengeraapte
scharen, die Teheran aanvielen, zouden, als
izij -een goed georganiseerden troep tegen
over zich hadden gehad, hun verderf tege
moet zijn gegaan. Wanneer izij hebben over
wonnen, dan bewijst dit, dat het den Rus-
sischen kolonel Liakhow, die de troepen van
den sjah heeft georganiseerd, niet gelukt is
een bruikbare en betrouwbare legermacht
samen te stellen Aan den anderen kant
stonden de Bakhtiaren en andere aanval
lers niet alleenvoor hen was de algemeene
ontstemming tegen de regeering van den
sjah een bondgenoot, die evenzeer als de wa
penen van de revolutionairen de bestaande
regeering ten val heeft gebracht. De revo
lutionaire beweging was ontstaan uit een
reeks van plaatselijke opstanden, die in het
eind een vereenigingspunt hadden gevon
den, en zij werd waarschijnlijk gevoed en
bespoedigd door de vrees voor een militair
ingrijpen van Rusland, dat scheen voor de
deur te staan. Had de sjah zich nog maar
een korten tijd kunnen handhaven, dan zou
den de voor den marsch naar Teheran ge
reed staande Russische troepen zijn opge
rukt, en als zij vóór de revolutionairen in
Teheran waren aangekomen, dan zou het
dezen wel niet gelukt zijn, de stad in te
nemen en zich tot meesters van den toestand
te maken.
De gewichtigste en het meest voor de
hand liggende vraag is nu of de omwente
ling in Tehenan de Russen zal bewegen, af
te zien van den voorgenomen marsch naar
de hoofdstad. Van Russische zijde was er
geizegd, dat eene militaire bemoeiing slechts
het dool had de veiligheid van leven en
eigendom der Europeanen te waarborgen en
tegen anarchistische toestanden op te tre
den. Nu zal men 'zeker niet kunnen zeggen,
dat de toestaand in Perzië ook na de jongste
gebeurtenissen alle gevaren uitsluit, maar
men zal bezwaarlijk meer van eene werke
lijke anarchie kunnen spreken, doch moe
ten toegeven, dat de bezorgdheid voor de
veiligheid van de Europeanen zeer ver
minderd is. De aanvallende revolutionairen
hebben zieer verstandig en blijkbaar stelsel
matig vermeden zich aan Europeanen te
vergrijpen.
Wanneer Rusland nu tot de overtuiging
mocht komen, dat, als er eene nieuwe regee
ring dn Perzië is ingesteld en de rust al
thans oppervlakkig is hersteld, er geen
reden meer is om militair op te treden, dan
zou daarmee aan de nieuwe machthebben-
den in Perzië de mogelijkheid gelboden zijn
om te toonen wat zij kunnen. De geringe
politieke opvoeding van het volk opent niet
de beste vooruitzichten in deze richting, en
ook zal het geldgebrek zich verzetten tegen
•de inrichting en uitoefening van een be
hoorlijk bestuur. Hoe de zaken zich zullen
ontwikkelen, moet worden afgewacht, maar
al kan men de toekomst niet zonder ern
stige bezorgdheid tegemoet zien, het is toch
niet uitgesloten, dat de Perzen in zich zelf
de kracht zullen vinden om tot dragelijke
toestanden te komen. De vrees voor vreem
de bemoeiing 'aal misschien de moeder van
voorzichtigheid en verstandig handelen zijn.
Duitschland.
Bergen, 19 Juli. De Holneozol-
lern, met den keizer aam boord, ijs te 5 J
uur onder de saluutschoten van de vesting
en he's ter reede liggend Noorweegsch parat-
serschip Norg|6 biet binmleaigeLoop-en
Het vertrek van vorst Bülow uit Berlijn
heeft het karakter gedragen van eene groot-
sche huldebetooging voor den afgetreden
rijkskanselier. Reeds toen hij en zijne ge
malin het paleis in de Wilhelmstras&e ver
lieten, werden zij door een groote menigte,
bijna uitsluitend dames en heeren wit
kringen, die men gewoon is de be
tere te noemen, levendig begroet. De
wagen werd omringd, aoodat hij eerst
in den langzaam stlen draf, later stap
voets moest rijden. Bülow had onafgebro
ken den hoed in de hand, de vorstin neeg
en wenkte. Aan het station was zoowat al
les wat tot de officieele wereld behoort,
aanwezig; het was een gezelschap, zooals
men op een minister-soiree aanwezig vindt,
dat 4ich om Bülow en om de vorstin ver
drong tot het nemen van afscheid.
Toen Bülow en zijne gemalin het salon
rijtuigen bestegen, barstte stormachtig
„Hoch "-geroep los, dat minutenlang, tot
dat de trein zich in beweging zette, weer
klonk. Alles zwaaide met de hoeden en zong
„Deutschland, Deutschland über alles",
,.W ederkommen". Het was een ontroerend
afscheid dat, zooals men den beiden vertrek-
kenden, die uit het raam groetten, kon aan
zien, niet gemakkelijk viel.
Frankrijk.
Het geschil tusschen Kamer en Senaat
over de voordracht bot vermeerdering van de
artillerie bestond hierin, dat de Senaat ver
langde, dat de nieuwe veldlbatterijen, die
zullen worden gevormd, zullen worden toe
gevoegd aan de bestaande regimenten, ter
wijl de Kamer in overeenstemming met de
regeering de vorming van een derde regi
ment van ieder legerkorps verlangde. De
Senaat wilde dius hetzelfde getal kanonnen
en paarden toestaan, maar verlangde geen
vermeerdering van het aantal regiments
commandanten, gedeeltelijk om redenen van
spaarzaamheid, gedeeltelijk uit vrees, dat
een spoedige bevordering onder de officieren
van de artillerie, de officieren van de infan
terie en cavallerie zou bena loeien.
De Senaat heeft, zoo als reeds werd be
richt, toegegeven en bet voorstel is wet ge
worden in den door reegeering en Kamer
verlangden vorm.
Calais, 19 Juli. Lathan is om 6.A5
hedenmorgen vertrokken om te beproeven
het Kanaal over te steken. Hij vloog op een
post hoogste.
Tweede telegram. Een sleepboot
heeft Lathan opgevischt, die op 18 K.M.
afstand van de kust in zee gevallen is, om
dat zijn motor in gang was verminderd.
Lathan kwam ongedeerd hier terug.
Chalons sur Marne, 19 Juli.
F arm an steeg heden avond op en verricht te
eene vlucht van 1 uur en 23 minuten, waar
mee hij alle Fransche records versloeg.
Portugal.
Lissabon, 19J uli. De Kamers ver
daagden hunne zitting ten teoken van rouw
over den dood van den president van Bra
zilië.
Turkije.
Uit Saloniki wordt aan de Frankf. Ztg.
bericht, dat de toeetand in Macedonië in. den
laatsten tijd meer bezorgdheid wekt, zoodat
er met spoed militaire voorzorgsmaatregelen
worden genomen. Groote hoeveelheden mu
nitie komen van Konstantinopel aan en wor
den terstond naar Previsa doorgezonden.
Op dringend telegraphisch bevel zijn de
noodige maatregelen genomen tot verpleging
van de in het grensgebied aanwezige troe
pen
De Bulgaren, Turken en Koetzowalachen
in Wodena, Kestena en Klissura houden
groote vergaderingen tegen de toenemende
Grieksche propaganda. Zij sporen de regee
ring aan, de strengste maatregelen te ne
men om de Helleensclie onruststokers te ver
jagen, de bevolking te ontwapenen en de rust
te verzekerenanders kan de toch reeds kri
tieke toestand nog ergr worden.
In Konstantinopel verklaart het dagblad
Ittihad, dat het opzien moet baren, dat er
onbedriegelijke aanwijzingen zijn, dat in
Macedonië moeilijkheden voor de deur staan,
die ten gevolge van den grooteren haat der
volken zeer ernstig kunnen worden. De re
geering moet bij tijd® gepaste maatregelen
nemen, om de plannen '-an de rustverstoor
ders te dwarsboomen. Daaronder wordt ver
staan, da: de houding van de Grieken aan
de kust en in vele steden uitdagend kan
worden, hetgeen dan moet leiden tot onwet
tige handelingen en pogingen om zich zelf
te helpen en de mohammedanen, misschien
ook de Macedonische Bulgaren tegen de
Grieken.
De kali van Smyrna heeft de daar geves
tigde christelijke en joodsche notabelen ern
stig gewaarschuwd, dat zij niet de minste
aanleiding moeten geven tot voorvallen,
waarbij de troepen zouden moeten optreden.
Ko nstantinopel, 17 Juli.
Heden morgen weriden 13 persenen opge
hangen, waaronder Mehmed Joessoef Pacha,
gewezen commandant van Erzereem, de
sjeik Vahdeti, twee kolonels, vijf andere
•officieren en drie soldaten.
Kreta.
De Echo de Paris bericht, dat de Turk
sche regeering in haar antwoord op de mede-
deeling van de vier beschermende mogend
heden over de terugroeping van hunne troe
pen uit Kreta zal verlangen, dat de mogend
heden zich duidelijker er over zullen verkla
ren, wat zij bedoelen met de zinsnede, dat
zij de hoogste rechten van den sultan op het
eiland wenschen te handhaven en dat zij
willen voortgaan zich met het Kreta-vraag
stuk in welwillenden zin bezig te houden om
met de hooge Porie overleggingen te plegen
over de toekomstige reg «ringsomstandighe
den van het eiland.
Over het algemeen laat de Turksche pers
zich in zeer gematigde bewoordingen uit over
de nota.
De T a n i n zegt, dat de ontruiming van
Kreta door de mogendheden van eenige be
teeken is zou zijn, indien zij gevolgd werd
door de aankomst van Grieksche troepen
op het eilandmaar nu de mogendheden
blijven waken over Kreta, blijft liet preoies
hetzelfde of d!ie bewaking geschiedt door
troepen of door zeeschepen. ,,De dubbelzin
nige bewoordingen van de nota" zegt het
blad, „door welke men de hoop zoowel bij
Ottomanen als bij Kretensers tracht leven
dig te houden, getuigt van de onzekerheid
bij de mogendheden over de resultaten van
de constitutioneele regeering En het trekt
daaruit dan de volgende les: ,,Wij moeten
dus d .1 invloed van de Grondwet verster
ken en adininistratierve hervormingen invoe
ren, willen wij de annexatie van het eiland
voorkomen".
Marokko.
M e 1 i 1 1 a, 1 9 J u 1 i. In bet gevecht
van gisteren werden 15 Spanjaarden» ge
dood, waaronder een luitenant-kolonel, een
majoor en een kfapiitein22 werden ge
wond.
Perzië-
P a r ij s, 19 Juli. De waarnememxie
Perzische minister van buflteniandsche za
ken beeft aan d»en gezant te Parijs geseind,
dat de troons ver wisseling gelukkig ie vol
bracht. De vrees voor bloedvergieten i« on
gegrond gebleken. De orde en veiligheid
zijn sedert drie dagen geheel hersteld,
nieuwe onlusten zijn niet waarschijnlijk
en de veiligheid der vreemdelSngen i.s ver
zekerd.
Over den toestand in Teheran nadat de
troons verwisseling is voltrokken, wordt be
richt, dat de stad volkomen rustig is. De
tram heeft den dienst hervat. De Armeniërs,
die in grooten getale naar de gezantschap
pen gevlucht zijn, hebben echter nog geen
groot vertrouwen in den nieuwen toestand;
zij blijven d'aar voorloopig nog. Aan do
Kóln. Ztg. wordit uit Teheran bericht: De
nieuwe regeerdng is nog niet geheel op
streek, maar zal sterk genoeg zijn om de nog
bestaande bezwaren te overwinnen. Kroon
prins Achmed Mirza is tot heerscher uit
geroepen als oudste lid van het Kadijaren-
geslacht heeft Nassr ul Mulk voor den min
derjarigen vorst hij is 11 h 12 jaar
het regentschap op zich genomen. Een van de
eerste handelingen van de nieuwe regeering
was eene kennisgeving aan de bevolking, dat
in plaats van den afgetreden sjah zijn zoon
Achmod Mirza tot sultan is uitgeroepen.
Deze kennisgeving is onderteekend door de
beide overwinnaars in den burgeroorlog, den
Sipachdar en den Sardar Assad. De titel van
sjah is dus afgeschaft, en Mohammed Ali zal
als de laatste sjah met stille trom in de
diepte verdwijnen, om als Roi en exil zijne
dagen verd» in Rusland te sLijten.
Over de laatste phase van den strijd, die
leidde tot het sluiten van den vrede, bericht
de correspondent van de Times te Teheran,
dat heb besluit van den monarch om naar
het Russische gezantschap te vluchten, reeds
in den avond van den 15en tot rijpheid, was
gekomen. De verhuizing geschiedde echter
eerst den volgenden dag, des Vrijdags. Om
half negen 's morgens verecheen de sjah met
zijne naaste verwanten en den emir Baha-
doer, die z o lang zijn raadsman is geweest,
in de zomerresidentie van liet Russische ge
zantschap, waar spoedig een Engelsch-Rus-
sische wachtpost werd geplaatst, terwijl tot
aanduiding van de overeenstemming dter bei
de groote mogendheden hunne vlaggen ge
kruist over den ingang werden aangebracht.
De nota van dte Russische regeering luidt
aldus: „Petereburg, 17 Juli. Gisteren mor
gen zocht de sjah Mohammed Aid met fami
lie en gevolg toevlucht in de zomerresiden-
Naar het Fransch van Erfmond Lej>elletier.
44 noen
J. L. VAN DER MOER.
,,'t Is dan toch waar," hernam Rijsoor.
,,Ik twijfelde nog... ik was nog zoo dwaas
te hopen op 'n misverstand, 'u vergissing...
Ellendige vrouw, die 'k zoo ontzettend heb
liefgehad, die zoo hoog stond in m'n
achting, waarop 'k zoo trotsch was! Stom
merik die 'k was!... Maar vooruit, nu zult
ge me alles zeggen... ik moet den naam
weten I"
„Martel me niet Zijt ge dan waanzinnig
geworden?"
„Dat zou waarlijk niet zoo vreemd zijn...
vooruit, spreek op 1 't Was dus 'n minnaar,
die 's nachts hier was, tijdens m'n afwezig
heid?"
„Welnu, ja!" riep Dolorès opspringend en
hem vlak in het gezicht kijkend.
„Ge bekent dus?" vroeg hij op treurigen
toon.
„Ge dwingt me de waarheid te zeggen,
welnu, meneer, ik zeg haar."
„En zonder berouw, valsch, ellendig
6chepsel... zonder vrees... zonder schaamte
doet ge me de wreodé werkelijkheid zien.
Ge mist zelfs de 9chaamte u te verdedigen."
„Zeg eerder dat 'k niet zoo onwaardig
ben Verwijt me m'n bekentenis niet, ze is
m'n rechtvaardiging, ze is m ij n eer I Waar
om u langer te misleiden en te bedriegen?...
Ja, 't is waar, ik ben schuldig."
„Schuldig! Ach, ik ben wél ongelukkig,"
sprak Rijsoor, als totaal vernietigd.
Hij was diep terneergeslagen, en de waar
heid, de zekerheid omtrent zijn ongeluk,
welke hij toch Voorzien had, maakten hem
nóg meer bedroefd, nu hij zo vernam uit
den mond van de schuldige echtgenoote zelf.
Hij voelde zich dubbel ellendig, nu hij de
erkentenis van haar verraad van haar eigen
lippen boorde.
„Ja, ik heb geen excuus," hernam Dolo
res, met nog meer nadruk, „ik ken m'n
fout, gij hebt 't recht zonder genade te zijn.
Dood me maar, als ge wilt, ik ben bereid
te sterven... nee, ik zal me niet door nieuwe
leugens trachten te redden... m'n valsch-
heid heeft haar toppunt bereikt, ik heb geen
moed meer de schijnheiligheid nog langer
vol te houden... God zij geloofd, loopt de
marteling ten einde... ge weet nu alles,
dood me maar, vernietig me en laat 't uit
zijnl"
„En spreekt g ij op die wijze tot me?"
„O, ge weet niet wat er in me omgaat,"
rep Dolorès, steeds meer opgewonden„ik
zweer u dat er 'n oogenblik aanbreekt,
waarin de dood 'n ware verlossing is... Ein
delijk zal 'k dan toch niet meer gedwongen
zijn m'n hartzeer te verbloemen, ik zal m'n
afkeer niet meer achter 'n glimlach, m'n
verlangers niet meer achter 'n masker van
kalmte behoeven te verbergen... 't Zal niet
meer noodig zijn belangstelling te toonen
in uw ontboezemingen, die me tot verzet
prikkelen... ik zal die komedie van den
hartstocht niet meer behoeven te spelen, m'n
lippen zullen niet langer liefde huichelen,
waar m'n hart overloopt van haat!"
„Koester je haat jegens m ij, jij, Dolorès,
jij, m'n vrouw, die ik heb aangebeden?"
„Ja, haat!... Des te erger... 't kwam er
uit, ondanks mij zelve... m'n hart was tè
volEn 't as me 'n vreugde, de eenige die
me nog rest en die 'n vergoeding is voor
al m'n ellende, je in 't gezicht te kunnen
zeggen, dat ik jè haat, haat!"
,,'t Is onmogelijk, ongehoord, haat jegens
mij
„Ja, ja, versta me wel, ik haat jou en
ik heb 'n ander liefl"
Terwijl Dolorès deze verschrikkelijke
woorden sprak, was zij mooi van woede en
hartstocht. Met loshangend haar en fonke
lende oogen, bevend over haar geheele
lichaam, liep zij door de kamer. Zij geleek
op een woedenden panter, die zich achter de
tralies van zijn kooi beweegt.
„Wat ben je 'n ellendige, onwaardige
vrouw," zei Rijsoor innig bedroefd. Want
hij beminde die wreede, slechte echtgenoote
nog altijd, en zijn hartstocht, wellicht ge
prikkeld door haar verachting, was sterker
dan zijn toorn.
„Die liefde drukte je dus wel zwaar? En
toch, wat heb 'k niet gedaan om je geluk
te bevorderen. Je was jong, arm, verlaten,
in een van de voorsteden van deze stad
voor den bedelstaf bestemd, of misschien
wel voor erger, want je was mooi en behaag
ziek. Ik ben tot je gekomen en ik heb ge
zegd Zie hier m'n fortuin, m'n rang, m'n
naam, neem alles! Dit is dan ongetwijfeld
m ij n misdaad in jouw oogen? Ik ben dus
wel zeer schuldig geweest?"
„Ik beschuldig u niet," sprak Dolorès,
even de schouders ophalend.
„Moet je mij haten, omdat 'k goed voor
je geweest ben JIcb 'k dan in jouw oog 'n
misdaad begaan toen 'k je op zekeren* dag
uit dat donkere steegje in een van de armste
wijken van Brussel haalde, toen 'k je ver
wijderde van dien haard zonder vuur, van
die tafel zonder brood, uit dat bed waarin
je moeder omkwam van ellende? En was ik
dan zoo'n nare, jaloersche slechte echtge
noot, dat 'k me zelfs ijouw haat moest op
den hals halen? Wil je me daar eens op ant
woorden
„Ik heb nooit ontkend dat ge goed voor
me zijt geweest, maar ik heb 't u al gezegd'
en ik herhaal 't, ik heb u niet meer lief...
ik heb u nooit lief gehad."
„Goede hemel," riep hij uit, „wat hen 'k
toch 'n botterik geweest Daar doet men als
eerlijk man en goed echtgenoot steeds z'n
plicht, nooit koestert men 'n andere gedachte
dan dezezorg voor 't geluk van die vrouw,
bevredig haar genoegens en kom zooveel mo
gelijk tegemoet aan haar kleine grillen en
vraag niets in ruil dan 'n beetje genegen
heid1; en op zekeren dag komt. die goede,
domme man thuis, en wat vindt hij daar?
De vrouw die hem schaamteloos bedriegt-,
hem haar ondeugd bekent met 'ni brutaliteit,
die zoo ongeveer zeggen wil: „en wat wil
j ij nu eigenlijk?" Ja, waarlijk, zoo is 't. Er
mankeeri alléén nog maar aan, dat ze hem
bewijst dat h ij eigenlijk de oorzaak van al
't ongeluk, dat li ij zelf de schuldige is!"
„Maar, m'n God, dat i s ook zoo, ge z ij t
ook de schuldige," riep Dolorès.
„Ik?" vroeg Rijsoor, meer dan verbaasd.
„Ja neker, voelt ge dat niet?"
„Ge zijt waanzinnig, mevrouw. I k schul
dig? En waaraan...?"
„Ge staat er óp liet te weten?... Heusch
ge 'hebt ongelijk. Uw goedheden, mijnheer,
die ge me zoo gaarne voorhoudt, die kon 'k
wel... jarenlang heb 'k er me erkentelijk
voor betoond... Ik roep God tot getuige dat
'k uw woning ben binnengekomen als 'n eer
baar meisje en dat 'k ook besloten was 'n
eerbare vrouw te zullen zijn. Hebt gij me
daarin gesteund?... Nooit. M'n dankbaarheid!
hebt ge gedood door de verveling, m'n sym
pathie door onverschilligheid".
„Hoe is 't mogelijk? Mijn liefde, d'ie zoo
groot was
„Uw liefde? Ja, laat ons eens over die
liefde spreken! Meent ge dan dat ik niet
weet wie die liefde bezit? Ik ken mijn mede
minnares, reeds eerder heb ik haar genoemd,
uw zoo zeer beminde provincie Vlaanderen,
of zooals gij altijd zegt, mijn Vaderland.
Daarvoor is uw liefde bestemd... maar voor
mij...
Er kwam zulk een verachtelijke trek om
haar lippen, zij haalde met zóó veel min
achting de schouders op, dat Rijsoor slechts
kon antwoorden
„Helaas! Er mankeert niet anders meer
aan dan dat ge me nog beleedigt 'im 't eenige
waarin ik nog geloof."
„Oprecht gesproken," hernam Dolorès, op
spotteirdèn toon voortgaande en het wapen
der minachting blijvende gebruiken in dit
treurig tweegevecht, „welk leven hebt ge
mij eigenlijk bereid met dien waanzinnigen
hartstocht voor de staatkunde, of, zooals gij
dat noemt, voor de vrijheid! M ij n bestaan
is nog al dragelijk, niet waar, zoo tusschen
uw verdachte reizen, avond-uitgangefcjee en
aparte maaltijden in? Ge hebt 't altijd druk,
ge windt u op tegenover de menschen, ver
vloekt de gebeurtenissen, uw blik zoekt iets
geheimzinnigs in do ruimte, waarmee ik niet
te maken heb... en toch ben 'k er hij en zeg
tot me zelve „hij denkt aan mijn tegen
stander, aan 't Vaderland 1"
Wordt vervolgd.