Jtf°. 34. Eerste JEtlad
Zaterdag 24 Juli 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON,
Voor 't Vaderland.
8"" Jttargaiitti
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post1.50.
Afzonder;gte nummers0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiönmededeelingec enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bjj de Uitgevere in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 65.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tel
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Ee&e
oiroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht.
Spanje In Marokko.
De berichten van de laatste dagen uit
Melilla duiden aan, dat Spanje in zijne
Noord-Afrikaansche bezittingen, onder den
naam van dj Presidios bekend, thans een
vrij ernstigen strijd heeft te voeren. Spanje
bevindt zich daar midden in eene militaire,
reeds aan bloedige offers rij'ke onderneming.
Men heeft hier te doen met een onderdeel
van het Marokko-vraagstuk, dat afgeschei
den is van de algemeene, internationale
kwestiehet Rif vraagstuk. Dat gaat speciaal
Spanje aan. Het programma van het regee-
ringsbeleid op dit stuk wordt door de Ma-
dridsclie Epoca gekleed iu de formule:
„Vrede met Marokko I Tuchtiging van de
Rifstammen
Met het oog daarop zijn reeds sedert
eenige weken militaire maatregelen genomen.
De jongste gebeurtenissen hebben doen zien
hoezeer die gerechtvaardigd warenhet is
noodig gebleken daarmee nog voort te gaan,
en nieuwe versterkingen te zenden. Het is
een zeer eigenaardige toestand, die nu be
staat. Want er Bestaat geen oorlog met
Marokko, maar toch ook geen vrede. Het is
een toestand, die des te lastiger en kost
baarder wordt naarmate hij langer duurt.
De Pais kenschetst Spanje als een patiënt,
die niet eigenlijk ziek is, maar wiens ge
zondheid door geneeskundige voorzorgsmid
delen ernstig gestoord is.
De bijzondere toestand heeft zeer uiteen-
loopende voorstellen tot oplossing doen op
komen in de Spaansche pers. In sommigen
komt liet oude hidalgo-instinot van den
Spaanschen veroveraar aan den dag. In de
Mundo is het denkbeeld opgekomen van.
eene verdeeling van Marokko tusschen
Frankrijk en Spanje. Er wordt betoogd, dat
dit werk bij krachtig optreden binnen drie
maanden vodtooid kan zijn. De Spanjaarden
moeten voorloopig 16,000 man naar Melilla,
24,000 naar Ceuta en 5000 naar Larache
brengendie moeten van daar uit, <1j Fran-
schen van Casablanca en Moelaya uit op
Fez aanrukken. Dan is het succes verzekerd.
Zoo kan het Marokko-vraagstuk, dat Europa
zoo lang nutteloos bezig hield, snel en voor
goed ten einde gebracht worden.
Daarentegen is de Imparcial van meening,
dat het tegenwoordige conflict niets te ma
ken heeft met de problemen, van Algeciras.
Het is slechts te doen om vrede en rust in
de Spaansche invloedssfeer rondom Melilla
en Ceuta. Daar het maghzen in deze gelheele
streek zonder invlood is, behoeft men zich
om de regeering van den sultan niet te be
kommeren en daarom is het doelloos met het
thans in Madrid vertoevende gezantschap
verder te onderhandelen. Het verstandigste
zou zijn het met alle diplomatieke beleefd
heid naar huis te zenden. „Want men moge
praten zooveel als men wil, maar het in de
laatste gevechten veroverde gebied zullen wij
niet weer prijs geven zij zijn met het bloetd
van Spanjaarden gedrenkt."
Ook andere bladen, die onlangs nog
„geen man en geen peseta" voor een op
treden in Marokko ten offer wilden bren
gen', zijn door de gebeurtenissen van Me
lilla op eens vol ondernemingslust gewor
den. Hun minimum-eisch strekt tot blij
vende inbezitneming van de bezette stellin
gen en van den naasten omtrek van Melilla.
De Correspondencia de Espana, die eenige
weken geleden vooraan stond in de bestrij
ding van de „avontuurlijke veroverings-
I plannen der regeering", 'behoo-rt nu tot hen,
die op een krachtig optreden aandringen, en
zegt„Spanje gaat vastberaden naai- Ma-
1 rokko, zooals Frankrijk naar Oedjda is ge
gaan. Wij waren jaar op jaar binnen de
muren van Melilla opgesloten, maar nu zet
ten deze muren zich uit en weldra zal Me
lilla de hoofdstad van eene Spaansche pro
vincie zijn. Of dit met of zonder bloedver
gieten zal gebeuren, moet de toekomst l&e-
ren. Maar het is aan te nemen, dat er geen
bloed om zal worden vergoten."
Niet zoo optimistisch is de Diario Uni
versal, die opmerkt., dat "het grootste ge
deelte van het 13,000 K.M.2 omvattende
Rifgebied voor Spanje nog een vreemd land
beteekent met niet onderzochte kansen en
onbekende gevaren. Voor het overige ech
ter staat ook de Diario Universal meb bij-
zonderen ijver aan de zijde van hen, door
wie" de regeering tot krachtig handelen
wordt aangespoord. Deze ziel in ieder gevai
met voldoening hoe de openbare meening
in vele kringen ten gunste van haar beleid
is omgeslagen.
Ook aan de andere zijde der Pyreneeën
wordt de Spaansche regeering tot verder
krachtig handelen aangespoord. Het Jour
nal de® Débatis schrijft: „Spanje bevindt
zich in de Presidio® in een soortgelijken
toestand als wij in Zuid-Oran. De in Ma
rokko heerschende anarchie dwingt liet
zich te voorzien tegen de aanvallen van de
stammen, die in opstand zijn tegen het ge
zag van het maghzen. Zij rechtvaardigt de
inbreuken op zijn gebied, waarover de sul
tan zrieh beklaagt. Wanneer de sultan niet
in staat is zijne souvereiniteitsplichten te
vervullen., dan verliest hij het recht zich te
beklagen. Hij moet de gevolgen van zijne
onbekwaamheid dragen. Alvorens op te ko
men tegen de beweerde aanranding van
zijn> rechten, moet hij zich in een staat
brengen, dat hij zijn gezag kan doen erken
nen en met nadruk eerbiedigen in de stre
ken welker, bezit hij opeïscht. Zoolang hij
dat niet kan, zal Spanje, evenals Frank
rijk, door zijne eigen middelen de vcilig-
hei van zijne grenzen moeten verzekeren."
Frankrijk.
Over den stand van zak'en wat de minis
ter! eele crisis betreft, wordt bericht, d,at
Léon Bourgeois, die in. de eerste plaats
was aangezocht de taak der samenstelling
van een nieuw kiabimet op zich te nemen,
dit heeft geweigerd. Daarna heeft presi
dent Fallières Briand ontbodlen, die de
opdracht voorloopig heeft aangenomen.
Zijne bemoeiingen zijn gericht op een,e re
constructie van het kabinet; de meeste le-
dteai zouden in bet nieuwe kabinet over
gaan, ook de minister van buitenlandse be
zaken Picbon. De modelij k beden, die hij
ondervindt, zitten hoofdzakelijk hierin,
dat hij de bezwaren, moet overwinnen van
de radicalen, die de eigenlijke regeorings-
partij uitmakenzij rekenen Briand, al®
voormalig socialist, niet tot de huinnen en
zij-r. van oordeel, dat de leiding en de
verantwoordelijkheid van de regeerings-
polit.iek in ieder geval aan hén toekent en
dat huuine partij daarvoor ook wel den ge-
schikten man. kan aianwijzon;. Behalve, de
ondersteuning van de radicalen, moet Bri
and zich de welwillende onzijdigheid der
socialisten verzekeren.
Engeland.
Londen, 2 5 Juli. Officieel wordt j
bericht, dat bet bezoek van den Koning j
van Spanje aan Engeland is uitgesteld.
I
Volgens een in sommige bladen voorko
mend bericht moet de regeering hebben be
sloten, in het loopeade dienstjaar met den
aanbouw van acht Dreadnoughts te begin
gen. Een nader bericht houdt in, dat eene
bevestiging hiervan niet verkregen is,
maar dat men het besluit van dezen nieu
wen schepenbouw verwacht, zoodra het
nieuwe verbeterde type vaststaat. Dit
nieuwe type, het Hercules-type, zal zijn
voorganger in gevechtkracht omstreeks 30
pCt. overtreffen. Het aantal stukken blijft
onveranderd, maar snelheid van beweging
en pantsering worden aanzienlijk vergroot.
Voor de bij Corves te houden vlootrevue
zullen verschillende afdeelingen daar den
29en Juli aankomen, en voor anker gaan.
De Koning zal den 31en Juli eene revue
houdende C'zaar ial den 2eu Augustus j
tegen den middag met zijn jacht, de Stan
ds) t bij Spithead aankomen, de vloot be
zichtigen en daarnay eveneens bij Corves
voor anker gaan. Den 3en Augustus kee-
reu de verschillen dei- vlootafdeelingen naar
hnnne gewone standplaatsen terug.
Portugal.
Lissabon, 2 3£ J u 1 i. In de kamer
der pairs verklaarde! de regeering, dat zij
zich geconstitueerd lipd om te arbeiden aan
bet herstel van de eensgezindheid in het
land.
Het kabinet, de ljberale beginselen als
richtsnoer nemende, is van plan geen vijan
dige houding aan te nemen tegenover de
partijen en dringende en onmisbare maat
regelen aan het onderzoek van het- parle
ment te onderwerpen
De partijleiders verklaarden niet van zins
te zijn het kabinet aan te vallen.
De minister van buiten!and s ch e zaken
Bocage zal trachten bet handelsverdrag met
Duitschland door het parlement te doen
aannemen.
Turkije.
Konstanti nopel, 23 J uli. Het
antwoord van die Forte op de nota betref
fende Kreta is aan de gezanten der bescher
mende mogendheden ter hand gesteld. De
Porte verklaart daarin, dat zij acte neemt
van de verzekeringen der mogendheden om
trent de handhaving der souvereiniteits-
rechten van den sultan en de rechten van
de mohammedanen op Kretazij spreekt
de overtuiging uit, dat men daarbij ook de
burgerlijke rechten der mohammedanen op
hei. oog heeft.
De Porte ziet geen ander middel om de
bestaande moeilijkheden op te lossen dan
het invoeren van een vorm van zelfregee-
rm» voor het eiland; zij beschouwt echter
de handhaving van den tegenwoordigen
I status quo als eene schending der souve-
reiniteitsrechten van den sultan en van het
1 internationale recht. De inmenging in het
i bestuur van het eiland door een derde rao-
1 gend'hedd kan niet langer worden geduld.
Wanneer elke inmenging ophoudt, dan zal
de Porte in onderhandelingen treden over
i een stelsel van zelfregeering voor het eiland
op den. grondslag van de souvereinateits-
a-echten van den Sultan.
Griekenland.
De Agence d'Athènes berichtHet
nieuwe, onder voorzitterschap van Rhallis
gevormde kabinet is bezield van den le-
vendigen wensch, eene oprechten en har-
telijken toenadering tot Turkije te bewer
ken. De regeering is vast 'besloten, niet al
leen alles te vermijden wat aanleiding zou
kunnen geven tot misverstand, maar ook
alle maatregelen te nemen, die de oprecht
heid bewijzen van 'haren wensch om met
den naburigen staat de hartelijkste betrek
kingen te onderhouden.
Marokko.
Melilla, de stad in welker omtrek zich
thans oorlogsgebeurtenissen afspelen, werd
twee jaren na de ontdekking van Amerika
veroverd en is sedert onafgebroken in net
bezit van Spanje gebleven. De stad ligt aan
de Marokkaansche kust, met het zoogeuaam-
de Rifgebied als achterland, 205 KM. van
de tegenoverliggende Spaansche haven Mo-
tril verwijderd, 270 KM. ten westen van
Oran en 270 KM. ten oosten van Ceuta.
Naar het oosten, de groote Betoya-baai af
sluitende en tegenover het eiland Alboran,
ligt de kaap Tres Forcas op ongeveer 16
KM. afs'and.
Dc s*ad en een deel van hare vestingwer
ken ligt op een rotsachtig, zich gemiddeld
29 Meter boven den zeespiegel verheffend
schiereiland, lang 400 en breed 150 Meter.
De rotsen, die ten noorden de uiterste
punt van dit schiereiland vormen, zijn zoo
hoog en steil, dat van deze zijde de stad
haast onneembaar is. Van het westen en het
oosten is zij iets toegankelijker. Tusschen
liet schiereiland en het vasteland bevindt
zich een kleine haven. Sedert de conferentie
van Algeciras trachten de Spanjaarden deze
haven door uitvoering van verschillende
werken in een handelshaven te veranderen.
Melilla biedt met zijne wit gepleisterde
huizen en gebouwen eeu schilderachtig ge
zicht, maar de stad heeft als handels- en
havenplaats tot dusver weinig beteekenis. De
Frauschen in Algiers verstaan liet den han
del daarheen af te leiden. Het aantal in
woners met uitzondering van de troepen be
draagt ongeveer 2000. De bevolking bestaat
echter bijna geheel uit gestraften, want Me
lilla behoort tot de zoogenaamde Presidios,
waar de Spaansche misdadigers hun straffen
moeten doorbrengen met werken aan de ver
sterkingen. Het bestuur wordt gevoerd door
het korps officieren, aan welks hoofd nu
generaal Marina staat.
De Mooremstammem, die het aangrenzen
de gebied bewonen, zijn de volgendenDe
Beni-Bullafar, in het gewest Glioab, die on
geveer 1500 de wapenen dragende mannen
telt. Daarachter, 15 mijlen verder het bin
nenland in, de Beni-Urich met 3000 strijders
en 350 paarden verder de Stener met 5000
strijders en 400 paarden, de Beni-Bullajeit
met 5000 man en 800 paarden, de Altatza
met 9000 man en 1000 paarden. In het oos
ten vindt men op eene open kust de visch-
rijke Illiquinbaai. Twee mijlen het binnen
land in bevindt zich het dorpje Illiquin met
400 huizen. Verder oostelijk ziet men de
vluchthaven van Cassaza, die op de kust het
gebied van den stam Beni-Bullafar afscheidt
van dat van Beni-Sidel. De plaats El-
quida, die aan dezen laatsten stam be
hoort, telt 8000 strijders en 1000 paarden.
Al deze stammen drijven landbouw en vee
teelt en leven in betrekkelijken welstand,
want de door hen bewoonde dalen zijn
vruchtbaar en goed van water voorzien. Zij
drijven ook handel met de Mooren in het
binnenland. Het laatste aan den stam Beni-
Sidel behoorende dorp, dat drie mijlen van
de kust verwijderd is, telt 700 inwoners. De
stam Beni-Sicar beschikt over 2500 strij
ders; zijn gebied strekt zich uit van Kaap
Tres Forcas tot aan de noordelijke grens van
Melilla. Ongeveer drie mijlen ten westen
van Melilla ligt het dorp Frajana met 700
strijdbare mannen; dan begint het gebied
van de stam Boni Mazuza, eene vruchtbare
vlakte van 300 KM2., waar vijgen- en olijf-
boomen, wijnstokken en agaven welig tie
ren zij strekt zich uit rondom de Mar
Chica-lagune tot aan de Kebdauebergen.
Deze stam beschikt over 3000 man. Op 14
mijlen afstand van Melilla woont de stam
Beni bu Ifror met- 2000 man.
De lagen erts, die door Spanjaarden en
Frauschen zullen worden ontgonnen, liggen
op de westelijke hellingen van de Kebdaue
bergen. Een 32 KM. lange spoorweg door
liet gebied van de stammen Beni Sicar, Beni
Mazuza en Beni bu Ifror, die deze ertslagen
zal verbinden, is in aanbouw. De Mooren,
inzonderheid de wilde Kebdane-mannen,
willen zich verzetten tegen de vorderingen
van de moderne industrie. Vandaar de
strijd. De Mooren kunnen eene aanzien
lijke strijdmacht op de been brengen en uit
het binnenland steeds nieuwe versterkingen
ontvangen. Zij zijn dapper en aan zware in
spanning gewoonhunne bewapening be
staat uit moderne repetitie geweren.
Perzië*
Het eerste door den nieuwen sjah uit
gevaardigd bevel bevat den last van de bij
eenroeping van het parlement en van den
sjah, om de geruststelling van het land, te
bespoedigen.
De eerste Selam van den jongen sjah
werd niet bezocht door ide te Teheran ge
vestigde gezanten, omdat de Europeesche
regeeringeu nog niet officieel kennis had
den gekregen van de troonsverwisseling.
Dc plechtigheid verliep in goede orde. De
kroning is uitgesteld.
Verontrustende berichten komen uit
Sandsjeon waar eene krachtige strooming
tegen de gebeurtenissen in Teheran, door
de geestelijkheid aangemoedigd, tot nieu
we onlusten heeft geleid.
Afghanistan.
Router's agentschap bericht uit Simla,
dat een izeer levendige wapenhandel den
emir en de autoriteiten van Kaboel eene
algemeene bewapening van de Afghanen en
van de naburige volksstammen zeer ver
gemakkelijkt. Een groot -aantal repeteer
geweren is van Kaboel uit aan de Afghaan-
sche troepen in Herat en naar andere
plaatsen gezonden. De emir heeft het loon
van de werklieden in de wapenfabriken
verhoogd en hun zijne levendige vreugde
over de goede kwaliteit van de door hen
vervaardigde wiapenen uitgedrukt. Ook de
naburige s'tiamnien zijn zónder ophouden
bezig zich van betere wapenen te voorzien.
De gehcele zaak is wel in staat de Indische
regeering ongerust te maken. In het land
schap Dei hebben gevechten plaats gehad
met sommige stammen. De mullah Powin-
dali is door 8000 aanhangers tot koning
uitgeroepen.
Zuid-Amerika.
Buenos Aires, 23 Juli. Er heb
ben in de laatste dagen herhaaldelijk c«on-
ferentiën plaats tusschen den minister van
Naar het Fransch van Edmond Lepelletier,
48 DOOR
J. L. VAN DER MOER.
Oogenblikkelijk daarop werd Hilarion ge
trokken, geduwd, gedrongen tot hij buiten
den kring van de soldaten was; wat verder
op werd hij door de hellebardiers nog eens
flink door elkaar, geschud, en in zijn ver
warring vroeg hij dezen hoe Juanita heb
maakte en wat voor 'ni mam kapitein Rigue-
nez was.
Noircarmes, die met Riguenez om de aan
doening en de vreugde van den bevrijden
burger stond te lachen, kreeg La Trémouille
in het oog, die Hilarion nariep: „M'n eer
biedige groeten aan mevrouw Juanita, asje
blieft 1"
„Wie is dat?" vroeg de opper-rechter.
„O, bemoei u als 't belieft niet met
mij," zei La Trémouille, zacht, min of meer
spottend'.
„Wat zegt u?" hernam Noircarmes, hoog
hartig.
„Niets! Maak 't u niet moeilijk om zoo'n
kleinigheid... Gaat u dineeren, 't is tijd."
„Wel, wel, en wie is dit mannetje?"
„Nog minder dan niets... markies de La
Trémouille."
„De Franse he gevangene," zei Do Vargas,
naderbij komend en groetend.
La Trémouille beantwoordde zijn groet.
De opper-rechter en Delrio ontblootten
ook deftig het hoofd.
,,U is bij Jemmingem gevangen geno
men!" vroeg Noircarmes.
„Zooals u zegt... mem is niet altijd over
winnen."
„Eu men heeft u hier weer gearresteerd?"
„Zooals u ziet. Ik verveelde me in dat
dorp, waar 'k steeds gebonden was."
„Weet u wel, meneer de markies, dat 'k
u daarvoor zou kunnen doen fusilleeren?"
sprak Noircarmes op somberen toon.
..Dat zult u wel laten," antwoordde La
Trémouille vroolijk.
„Zoudt u denkon...?" M'n manschappen
staan, igereed en hebben hun snaphanen bij
de hand.
„Nee, meneer de opper-rechter, ik her
haal dat u 't niet deen zult."
„En wie zou 't me beletten?"
„Uw gezond verstand I Ziet u eens, op 't
oogenhlik ben 'k honderil duizend daalders
waard... daar ben 'k op -geschat... Wanneer
u mij 'ai paar blauwe boonen laat toedie
nen, dan ben, Ik geen duit meer waard...
De hertog van Alva kan te 'goéd! rekenen,
1 clan dat hij honderd duizend daalders, die,
om zoo te zeggen, voor hem gereed liggen,
j zou versmaden... Nee, uw meester zal zoo'n
verkwisting niiet toestaan 1"
j „Honderd duizend daalders," meende
Delrio, „duivels, daar Valt nog wel eens
over te praten.
„En dan moet men ook "niet vergeten,"
voegde La Trémouille er zachtjes aan toe,
„dat uw geld op is."
„Meneer, neem u in acht!" dreigde de
I Vargas.
„Meneer, ik zeg u dat uw gold op is, ik
weet precies hoe 't met uw financiën
staat."
„U tart ons!" zei Delrio.
,,Ik tart niemand, ik constateer alleen... j
Als u nog één woord ze-gt, schreeuw 'Ik uw
soldaten toe, dat er geen igeldl is oim hen
de volgende maand te betalen
„Meneer de markies, ik verzoek u be
leefd..." fluisterde Noircarmes hem boe.
„U ziet dai 'k gelijk heb... Gaat toch
dineeren, heeren, ik verzoek 't u vriende
lijk. Maakt u niet bezorgd om mij en grodt
den hertog van Alva voor me!"
„U zult de goedheid hebben, die groeten
zelf over te brengen," antwoordde Noir
carmes, wiens stem nu weer scherp en .sar
castisch klonk. ,,U wilt ons wel Volgen in
't paleis?"
„Ik heb er «iets te maken."
„Goedschiks of kwaadschiks, markies!"
En Noircarmes wees op de hellebaardiers.
La Trémouille dacht «ven na en fcei
toen
„Welnu, goed, heeren! Fk zal meegaan
in 't paleis, maar in de volgorde Van den
stoet moet 'k toch 'n kleine wijziging (bren
gen... U zult namelijk mij volgen, want
i k -zal voorgaan."
„Meneer de markies," hernam Noircar
mes, bleek van woede, „u maakt midbruik
van ons geduldIk herhaal nogmaals
neem u in acht!"
„Meneer/' zei de markies, kortaf, en
trotseh, „aan 't Fransche Hof volgen de
La Trémouilles na den Koning. Ik ben niel
naar Brussel ge-komen om beleefdheden te
bewijzen aan den opper-rechter van Bra
bant!"
„Doe, zooais u verkiest, meneer de mar
kies... maar laat ons nu gaan... De hertog
wacht ons."
„Goed," hernam La Trémouille, en hij
liep in de richting van het paleis.
De hellebaardiers traden oogenblikkelijk
vooru't en versperden hem den weg.
„Stuur 'die menschen weg," sprak de
markies bedaard, „ik houd niet van op
loopjes."
Op een wenk van Noircarmes, maakten de
hellebaardiers plaats.
En zich omdraaiend, voegde de Fransche
gevangene den drie leden van den Raad van
Beroerte spottend toe
„Heeren, gij kuilt mij volgen!"
En lachend trad hij naar binnen.
HOOFDSTUK II.
In het Kabinet van den
Hertog van Alva.
De sombere landvoogd, de hartelooze
slachter, aan wien Philips II had opgedra
gen de ketters in Vlaanderen uit te roeien,
zat aan zijn met papieren overladen lesse
naar, nabij den haard. Op den schoorsteen
mantel prijkte het beeld van den Koning.
Het eenige sieraad in déze -met donker leer
behangen kamer waren eenige wapen®.
Het wreede, harde gelaat vani den hertog
scheen nog woester in deze sombere omgc-
viug.
Drie tafels stonden in het ruime vertrek,
bedekt met fluweelen kleeden, waarop Oos-
tenrijksche wapenschilden geborduurd wa
ren.
De Vargas en Delrio legden de ingekomen
stukken op een der tafels neer. Noircarmes
had hen aan de deur verlaten.
Op den achtergrond stond meester Char
les, de beul, onbeweeglijk, geheel in het rood
gekleed, op bevelen te wachten.
De markies de La Trémouille zat in een
armstoel ijverig te lezen.
In het kabinet van den hertog binnenge
leid, had La Trémouille een buiging ge
maakt en. gewacht. Zonder hem te groeten,
zonder zelfs naar hem om te zien, was de
hertog met het nazien van zijn papieren be
zig gebleven.
Toen had Trémouille zijn hoed opgezet en
was hij gaan zitten, de knieën over elkaar,
om vervolgens, zonder verdere plichtplegin
gen, in eeu van de naastbijzijnde tafel ge
nomen boek te gaan lezen.
Na eenigen tijd maakte de hertog een be
weging, die La Trémouille deed opzien, maar
reeds in het volgend oogenblik had de zwij
gende landvoogd, die de sombere manieren
van zijn Koninklijken meester begon over te
nemen, zich weer over zijn papieren gebo
gen, zonder ook maar in het minst te toonen
dat hij de tegnwoordigheid van den Fran-
schen edelman had opgemerkt.. La Tré
mouille trok de schouders op.
..Erg huiselijk hier!" mompelde hij in zich
zelf. Eu zich daarna tot De Vargas en Del
rio wendend, die zaten te schrijven, vroeg
hij, op zijn gewonen spotzieken toon „Zeg
eens, heeren is de hertog alle dagen zoo goed
gemutst?"
„Nee, meneer de markies," antwoordde
Delrio zachtjes, „maar de gezondheidstoe
stand van zijn dochter, dona Rafaële maakt
hem zoo ontzettend bezorgd
Wordt vervolfd.