w°. ao.
Vrijdag 30 Juli 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Voor 't Vaderland.
8"" jMarganit,
AMERSFOORTSCK DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.30.
Afzond er.'ij te nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn
's morgens bg de Uitgeven in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cents by vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tel
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eooo
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht.
Nieuwe Dreadnoughts.
De Engelsche regeering heeft in. het lager
huis medegedeeld wat men reeds sints eenige
degen wist: namelijk dat de vier Dread
noughts, waarvan het op stapel zetten in
Maart van dit jaar afhankelijk werd gemaakt
van. den voortgang der uitbreiding van de
oorlogsvloten in andere landen, nu toch zul
len worden gebouwd. Om het geheel juist
uit te drukkendeze schepen zullen in het
loopende begrootingsj aar niet op stapel ge
zet worden, jnaar de aanbouw zal worden
voorbereid zoodanig, dat er in bet aanstaan
de voorjaar mee kan worden begonnen en
dat hij in heb voorjaar van 1912 kan zijn
voltooid. De Engelsche vloot zal dus tegen
dat tijdstip acht nieuwe Dreadnoughts ster
ker zijn dan thans. Dat is nu wel niet alles
wat de voormannen van Britannia rules
the waves" verlangen en de heer Balfour
bleef dan ook niet in gebreke aan de regee
ring halfheid te verwijten, maar het komt
een goed eind aan hunne eischen tegemoec..
De regeering is tot dte overtuiging gekomen,
dat deze uitbreiding van de slagvloot nood
zakelijk is. Het is eene ,,dure noodzakelijk
heid", want door het bouwen van deze vier
nieuwe zeemonsters zullen de uitgaven voor
de vloot weei met 200 millioen gulden
stijgen.
Wat namens de regeering werd aangevoerd
om dit besluit zakelijk te motiveeren, ver
toont voor een deel dezelfde onnauwkeurig
heid, die in de mededeelingen bij de indie
ning \o.n de begrootimgi in Maart jl. was op
te merken. Op eene vraag of Duitschland
zijn programma van schepenbouw had be
spoedigd of in strijd met de aan het Foreign
Office gedane mededeelingen had gebouwd,
antwoordde minisitier Mc Kenna met eene
uitvoerige uiteenzetting, waarin hij zeide,
dat Engeland in de drie laatste jaren 8 linie
schepen op stapel had gezet. Duitschland
daarentegen 11. Dit laatste cijfer is niet ge
heel juist. Duitschland heeft namelijk in
1906 op stapel gezet 1, in 1907 4, in 1908
5 linieschepen en groote kruisers; in 't gé-
heel dus niet 11, maar 10.
Daarnaast werd gewezen op de in Italië
en Oostenrijk bestaande plannen tot uitbrei
ding van de vloot. De Neue Freie Presse
toont zich niet zonder reden daarover ver
baasdzij schrijft: „Wij hadden tot dus
ver niet -geloofd, dat onze kleine marine,
met hare lan'gzame ontwikkeling, die helaas
niet eens voldoende is om de militaire be
langen te behartigen, die wij bij onze vreed
zame politiek in het -oog hebben, nu plotse
ling tot zulk eene beteekenis is aangegroeid,
dat het de zee beheerschende Engeland ge
noodzaakt is meer dan 200 millioen uit te
geven om de opperheerschappij ter zee te
handhaven. Het opstellen van de nog vol
strekt niet bestaande Oostenrijksche en van
de in wording zijnde Italiaansche Dread
noughts als machtsfactor tegenover de En
gelsche vloot met haar kolossaal cijfer van
oppermachtige pantserreuzen is tzoo opval
lend, dat ieder zal inzien, dat men hier
slechts met een voorwendsel te doen heeft.
Op Uen keper beschouwd, is de in den
laatsten tijd weder oplevende vlootagitatie
terug te brengen tot oorzaken van bin-
nenlandsche politiek. De liberale partij
'heeft ten gevolge van hare belasting-
politiek vele aanhangers in het land
verlorenzij kan niet weten of zij niet van
daag of anorgen genoodzaakt zal zijn, ten
gevolge van het verzet der lords tegen de
belastingplannen voor de kiezers te treden.
Daar door Balfour de poging werd beproefd
de Dreadnought-kwestie tot eene partij
kwestie te maken, 'wil de liberale partij deze
kwestie geheel uit -het partijleven uitscha
kelen en geeft daarom toe aan de conserva
tieven".
De kalme toon, waardoor ditmaal het
debat in het lagerhuis zich heeft gekenmerkt,
kan worden aangemerkt als een bewijs, dat
de paniek van verleden winter overwonnen
is. „Men heeft blijkbaar in Engeland in
gezien schrijft de Frankf. Ztg. dat
er tot ongerustheid geen reden bestaat.
Wanneer deze kalmere stemming, zooals is
te hopen, aanhoudt, dan zal men misschien
ook in een niet al te ver verschiet tot een
grooter wederkeerig vertrouwen komen en,
onder den invloed daarvan, zich met elkaar
verstaan over een maat houden in de mari
tieme toerustingen. Op een oogenblik, waar
op het tmenschelijk vernuft er in geslaagd
is over de zee te vliegen, behoorde men aan
iets anders te denken dan of men het aantal
der ij'zeren monsters tot wederzijdsche ver
nietiging tot in het onafzienbare moet ver
meerderen".
De reis van den Czaar.
Kiel, 29 J uli. De Standart, met de
Russische keizerlijke familie aan boord, is
heden voormiddag om 9 uur uit Eckern-
förde hier aangekomen en zette na een kort
oponthoud de reis door het kanaal voort
naar Brunsbüttel.
De president der republiek vertrekt lie
den namiddag uit Parijs naar Cherbourg
voor de oaAmoetin'g met den Keizer van
Rusland. M-orgem namiddag om twee uur
wordt de Standart, het Keizerlijke jacht
w'aarmeê de Russische familie da naisi doet,
op de re ede van Cherbourg verwaohit. In
den avond van dien diag zullen H.H. M.M.
aan boord van het pantserschip Vera té di-
meeren met president Fallière®, die den
volgenden da.g de gast is van dien Czaar en
de Czarina aan het diner aan boord viau
de Standart. Maandag licht de Standart tij-
dlig het anker.
De ministers, die den president vergezel
len,' zijn de minister van buitenlandse be z,a-
ken Pichion, de minister van oorlog géné
raal Brun en de minister van marine admi
raal Boué de Lapeyrère. De nieuwe miirJLs-
ter-president Briand gaat niet mee. De No-
waja Russja constateert, dat het voor de
eerste maal1 is, diat een Fransche min'isiber-
president niet deelneemt aan de ontvangst
van dein hoog en gast en. drukt de vrees
uit, dat de vijanden van heb Fr'ansch-Rus-
sische verbond hieruit d'e verkeerde con
clusie zullen trekken, dat Briand als socia
list eene ontmoeting met dan monarch wil
vermijden.
Duitschland.
Leipzig, 2 9 J u 1 i. Jot viering van
het 500-jarig bestaan van de universiteit,
kwam de Koning hier aan met zijne beide
oudste zonen. De broeder van den Koning,
prins Johan George, was gisteren reeds
aangekomen. De Koning werd door het pu
bliek levendig begroet.
België.
De Senaat heeft in 'het mijnwetsontwerp
de bepaling, dat de werkdag niet langer
dan regen uur lang mag wezen, aldus aan
gevuld, dat die tijd bij koninklijk besluit
met een uur verlengd mag worden. Het
wetsontwerp moet nu naar de Kamer terug.
Do regeering heeft bij de Kamer een
wetsontwerp ii^gediend, waarbij een pen
sioen voor oude mijnwerkers wordt inge
steld. Op 60-jarigen leeftijd krijgt een
mijnwerker 360 frs. pensioen.
Engeland.
Londen, 29 Juli. Bij de behan
deling van deui begrootingspost voor de oom-
móssue van rijksverdediging zeide de eerste
minister Asquith, dat de commissie die mo-
geflijkhcliid onderzoekt van een! invaA in
Groot-Brittaninlë
Sedert 1905 zij;n er groote wijzigingen,
gekomen in hetgeen men zo-u kunnen noe
men denj strategischen toestand van Euro
pa en de wereld.
Op aandringen van Lord Roberts as eene
sub-commissie benoemd, die in d'e jaren
1907 en 1908 alle veranderingen heeft na
gegaan en tot de slotöom is gekomen!, diat
zoo lang Groot-Brittanniië's suprematie ter
zeie voldoende is verzekerd, een inval, zoo
als lord Roberts bedoelde, ten eenien male
onmogelijk is.
Derhalve is bet de taak van de adimind-
liteit deze suprematie te hauidhaven tegen
over elke redelijkerwijs mogelijke combank-
tie van mogendheden.
Het tweede denkbeeld van de commissie
is, dat Engeland voor dé verdediging van
het moederland een leger moet hebben,
sterk genoeg om invallen of sporadische
expeditiën af te slaan en den vijand to»
dwingen met zulk eein sterke legermacht te
komen, dat het hem onmogelijk zal zijn de
vloot te ontwijken.
Wanneer deze twee voorw'aarden ver
vuld worden, dan acht de commissie het
Land beveiligd tegen een in'val. (Toejuiehin-
geil.)
De begrooting ie aangenomen.
In derde lezing is het wetsontwerp op
d'e arbeidsbeurzen aangenomen.
Lon'den-, 2 9 Juli. De conferentie
van Seho'tsche mijneigenaars en mijnwer
kers, die heden op het ministerie van' hjam-
diel gehouden zou worden, is uitgesteld' tot
morgen.
Spanje.
Madrid, 29 Juli. De minister van
financiën verklaarde, dat men volstrekt
geen vrees behoeft te hebben over de be
taling van de coupons of over verandering
van de rentébelasting. De oorlog zal geen
tekort veroorzaken; het zal niet noodig zijn
tot buitengewone belastingen over te gaan.
De minister is een tegenstander van addi-
tioneele opcenten. Het evenwicht in de
finauciën is volkomen.
Hendaye, 29 J uli. Uit San Sebas
tian wordt van heden berichtDe garnizoe
nen van Burgos, Logrono en Vittoria zijn
geconsigneerd. De meeste generaals en
hoofdofficieren, die op badplaatsen of ter
ontspanning elders vertoefden, zijn in aller
ijl naar hunne standplaatsen teruggekeerd.
Een bevel van den minister van oorlog
roept alle niet van den dienst bevrijde sol
daten in actieven dienst. De koninklijke fa
milie besloot naar Madrid terug te keeren.
Hendaye, 29 Juli. De Noorder
spoorweg in Spanje wordt met zorg be
waakt. Alle soldaten, die niet van den ac-
♦ieven dienst zijn vrijgesteld, zijn onder de
wapenen geroepen.
P a r ij s, 2 9 Juli. De bladen consta-
teeren, dat de moeielijkheden, waaraan
Spanje het hoofd heeft te bieden, zeer ern
stig zijn.
Madrid, 2 9 J u 1 i. Minister-president
Maura verklaarde, dat hij een goeden in
druk had van den toestand in Barcelona,
die eenigszins verbeterd is. De troepenver
sterkingen, die gezonden zijn, zullen de on
derdrukking van de onlusten mogelijk maken.
Cerbère, 29 Juli. Men bericht uit
Granallers, dat twee kloosters in brand ge
stoken zijn. In Casa de la Selva werd de
burgerwacht door het gepeupel ontwapend,
gevangen gemaakt en opgesloten. De oproe
ping van de reservisten der lichtingen 1906
en 1907 en van de in 1908 naar huis gezon
den manschappen heeft plaats ^ehad, maar
•geen. enkele reservist heeft ai oh aan de j
kazerne aangemeld.
Madrid, 30 Juli. De berichten uit
Barcelona zijn bevredigend. De kavallerie
heeft in de voorsteden Clotliilde en San
Martin de voornaamste bende oproerlingen
aangevallen, waartegen de artillerie het vuur
heeft geopend. Nadat zij groote verliezen
hadden geloden, gaven de oproerlingen zich
over en leverden hunne wapenen uit. Er
blijven nog eenige kleine benden in de na
burige dorpen op te ruimen.
De Agence Havas meldt uit San Sebas
tian, dat berichten uit Madrid spreken van
het aanstaand aftreden van het kabinet-
Maura en zijne vervanging door een mili
tair kabinet met het oog op het revolutio
naire karakter van de beweging in Cata-
lonië.
De strenge censuur, die door de regee
ring wordt uitgeoefend over de berichten,
zoowel uit het oproerige gebied als uit Me-
lilla wreekt zich, omdat dit stelsel van ver
bloemen juist datgene kweekt wat de re
geering wilde beletten en het ontstaan in de
hand werkt van de ergste geruchten, die de
grootste angst in 't leven roepenMen
spreekt o.a. van oproerigheid onder de sol
daten, van het instellen van krijgsraden,
enz. l 'aar ook al houdt men rekening met
de overdrijving, die door de regeering zelve
in de hand gewerkt wordt, dan kan .niet
worden ontkend, dat de toestand zeer ern
stig is. Dab in Melilla het Spaansche gezag
ernstig wordt bedreigd, bewijst het feit, dat
de aankomende troepen van boord van het
schip terstond in den strijd moesten worden
gevoerd cm de verbroken verbindingen te
herstellen, hetgeen slechts na „bovenmen
schel ij ke" inspanning schijnt te zijn gelukt;
dat reeds bezette stellingen weer moesten
worden prijsgegeven, „omdat het aan tijd
ontbrak om zich te verschansen"; dat men
aan Spaansche zijde moest vechten om de
herovering van eenige kanonnen, en dat
zelfs de bemanning van de kleine oorlogs
schepen aan land moest worden gebracht.
De verliescijfers spreken ook eene welspre
kende taal.
Generaal Marina, die inmiddels tot luite- 1
nant-generaal is bevorderd, om het com-
manio over het veldleger te kunnen behou- j
den, ofschoon hij zich blijkbaar over den
aard en den omvang van het verzet der
Rifmannen zeer heeft vergist, verlangt na- 1
tuurlijk steeds meer versterkingen. Sommi- i
ge bladen verlangen, dat zal worden opge- j
rukt naar Seluan, opdat althans eenig voor
deel zal worden verkregen uit dezen veld
tocht. Zooals de zaken echter nu staan, zal
generaal Marina wel reeds tevreden zijn als
hij de Gurugupassen in zijne macht krijgt.
In den gemeenteraad van Madrid heeft
een hevig debat plaats gehad. De helft van
de leden verklaarde zich tegen den oorlog.
De oppositiepartijen verlangen de bijeen
roeping van de cortes.
Spanje in Marokko.
Melilla, 2 9 J u 1 i. De verliezen ge
durende de dagen 25 en 26 Juli bedragen
tien hoofdofficieren, talrijke gewone offi
cieren, 1000 soldaten, allen gesneuveld,
1500 a 2000 gewonden. Het gerucht gaat,
dat twee generaals zwaar gewond zijn.
Gibraltar, 29 Juli. Zes batail-
lons Spaansche jagers, thuis behoorende in
Algeciras en naburige steden, zijn heden,
aan boord gegaan van vier Trans-atlanti-
sche stoombooten en vertrekken heden na
middag naar Melilla.
Melilla, 2 9 J u 1 i. De Mooren heb
ben, ten gevolge van dé zware verliezen,
dio zij in het gevecht van 27 dezer heb
ben geleden, de door hen bezette sballinge a
aan den rechtervleugel van! de SpaanseUo
troepen verlaten en zich teruggetrokken
naar de andere zijde van den Guruguberg.
Het kustwach'tschip Numancia is vertrok
ken naar Alhuoemas, waar de inboorlingen
op de plaats aanrukken.
De hark adlie bij Medilla tegen de Span
jaarden strijdt, heeft 5000 maai versterking
gekregen.
Tweede telegram. Het gevecht
van gisteren was hardnekkig. Vijf bata/il-
lo-ns namen er aan! deel onder bevel vtan een
brigade-generaal, die door een kogel aau
het hoofd werd getroffen. De luitenant-ko
k/mals van de jagorbataillons Arapiles en
Las Navas en verscheidene andere officii er
ren van' dezelfde batail'lons werd'en een wei
nig later eveneens gewond.
Om 8 uur hiield het gevecht op. Heden
heeft de plechtige teraardebestelling van d!e
in den strijd gevallenen plaats.
M a d r i d, 3 0 J u 1 i. Uit Melilla wordt
bericht, dat er rust heerscht in het kamp.
Over het Rifgebied, dat nu het tooneel
van strijd is, bevat de Köln. Ztg. de vol
gende bijzonderheden
Rif beleekent in het Arabisch bebouwd
land, een naam dien wel niemand het zou
geven als men alleen de rotsachtige kale
heuvels 'in den omtrek van Melilla ziet.
Maar deze heuvelketen, die bij kaap Fres
Forcas begint, verflauwt gaandeweg naar de
Mulujarivier toe, totdat zij weer in de Beni-
massen bergen eene hoogte van 1000 Meter
bereikt. Het Rifgebied omvat 30 Amolotes
(provinciën), waarvan elf aan de Middel-
landsche zee liggen. Het klimaat is in den
zomer zeer heet, in voor- en najaar aange
naam, in den winter zacht. Het regent in
het geheel slechts 35 dagen in het jaar.
Achter de Atalayonheuvel strekken zich
goed bebouwde dalen en vlakten uit, waar
inzonderheid graan wordt geplant. In Na
dir, Mesauner en Barracas .zijn echter ook
mooie vruchtentuinen, waar sinaasappel-,
citroen-, appel- en vijgeboomen 'groeien. Het
Kabdanagebied levat groote olijf plantages
met zulke mooie hoornen, dat men hier eerst
goed begrijpt, dat de ouden dezen boom
wijdden aan Pallas Athene. Bij Boeigamast
Naar het Fransch van Edrnond Ltpelletier.
52 DOOR
J. L. VAN DER MOER.
„Welnu, mijnheer de hertog, ik ben be
reid te gehoorzamen, maar dan moet mij
di*. ook worden mogelijk worden gemaakt,
'tls ondoenlijk om achthonderd kurassen,
snaphanen, stormhoeden, degens, pieken en
bijlen per as te -vervoeren, zoolang al die
kettingen m de straten gespannen zijn!"
„Ondoenlijk 1"... gromde de hertog
„Go tracht uitvluchten te zoeken!"
,,'t Is toch volkomen juist wat hij zegt,
vader", bracht Rafaële haastig in het mid
den.
„Zwijg toch, kind," sprak Alva, met een
vertrouwelijk gebaar naar zijn dochter.
„Komaan, kapitein, laten we eens zien, wat
wilt ge nu precies?"
„Ik kom u verzoeken vannacht de ket
tingen te laten wegnemen in den omtrek
van 't stadhuis en in de straten die naar de
poorten voeren, op de Groote Markt, kort
om, overal waar dé Burgerwacht haar pos
ten heeft".
„En als 'k weiger?"
„Dan is 't beter, Monsigneur, dat u niet
langer de inlevering van mijn wapens
eischt, doch dat u maar dadelijk m'n hoofd
neemt, da's veel eenvoudiger!"
„Hij heeft gelijk, vader!" kwam Rafaële
weer tusschenbeiden, en zij knikte Karloo
met haar lief kopje goedkeurend toe.
„Noircarmes, ge liebt gehoord wat me
gevraagd wordt. Ziet gij er eenig bezwaar
in? Kan 't gevaar opleveren?"
„U kunt wel toestemming verleenen,
Monseigneur, 't is maar voor één nacht. De
ontwapening van de Burgerwacht, die eer
der 'n gevaarlijke dan 'n nuttige macht is,
zal er door vergemakkelijkt worden. De
wacht is altijd klaar, om op 't eerste sein,
'n beweging van de oproerlingen te steu
nen... Ik geloof dat Monseigneur 't verzoek
maar moest toestaan... dan is 'took uit met
dien weeispannigen troep".
„Nu goed, ik geef toestemming... Kapi
tein, ge kunt gaan".
Karloo groette en wilde vertrekken.
„O, vadertje, laat Kij nog even blijven",
verzocht Rafaële levendig.
„Wacht even, mijnheer!" zei do hertog,
en zich daarna verwonderd tot zijn dóchter
wendend: „Wal heb je toch?"
„Ik smeek u, geef hem zijn degen terug!
Er is immers niets zoo vernederend voor 'n
soldaat als ontwapend ie worden!"
De hertog haalde de schouders op.
„Dwaas kind, zoo'n burger-soldaat heeft
immers geen degen noodig? Hij zou 'm niet
eens weten ie gebruiken."
„O, toch well"
„Wat weet jij daarvan?"
„Ik heb 't zelf gezien..."
„Zelf gezien? En waar dan?"
„Op dien dag toen 'k naar 't klooster van
Groenendael ben gegaan... U weet wel, va
der,... men heeft me toen beleedigd, met
fteenen gegooid 'k geloof dat men mij
wilde vermoorden
De hertog ontstak weer in drift. Hij
knarste op de tanden en sprak in stilt:
„Ha, die bandieten!... Als 'k ze te pakken
kreegl... Als 'k wist wie 'twarenl"
„En h ij heeft me toen zoo kranig ver
dedigd".
„Hij... die Vlaming? 'n Chef van de op
roermakers?"
„Ja. de kapitein Karloo... ik heb dien
naam onthouden 1"
En Rafaële wierp een blik op den jongen
man, zoo zacht, zoo innig, zoo sympathiek,
dat hij er zelf door ontroerde en begon te
b'ozen
„Goddank! Waarom heb je me dat niet
gezegd? hernam de hertog, thans gemoede
lijk. ,,'t Doet me genoegen... en ik hield
hein nog wel voor 'n oproerling! „Ka
pitein", vervolgde hij beleefd, zich tot Kar
loo wendend, „wees zoo goed wat naderbij
te komenDeze dame heeft, zooals ik hoor,
verplichting aan u..."
„Mijnheer de hertog, ik heb niets meer
dan mijn plicht gedaan, door 'n vrouw, die
be eedigd werd, te beschermen".
„En ik, mijnheer Karloo", zei Rafaële,
„doe m'n plicht als vrouw door me dat te
herinneren".
„Karloo!... Maar dien naam ken 'k",
merkte Alva, nadenkend, op. „Hebt ge niet
hij Grevelingen gevochten?"
„Ja, mijnheer de hertog, en bij Saint
Quentin. Ik was vaandrig bij den graaf van
Egmond 1"
Bij het hooren van dezen naam betrok
het gezicht van den Landvoogd.
„Men neemt iemand z'n degen niet af,
waarvan hij zulk 'n goed gebruik heeft ge
maakt", hernam hij. „Ge kunt hem terug
nemen en 't voortaan beschouwen hem van
mij te hebben ontvangen".
„O, dat is lief," zei Rafaële verheugd.
Karloo aarzelde. Die laatste woorden van
dén hertog maakten hem ongerust.
„Pardon, mijnheer de hertog... maar in
welke hoedanigheid bedoelt u dan dat 'k
hem zal terugnemen?"
„Wel, natuurlijk als officier van mijn
gardes. Noircarmes zal u de aanstelling
doe n toekomen'
„O, uitstekend, uitmuntend 1 ...O, vader
wat is u goed", riep Rafaële.
De ontroering scheen den blos van ge
zondheid op haar wangen terug te brengen.
En haar vader was verrukt, dat zij er zich
zoo over verheugde.
„Ben-je nu tevreden?"
„O, zeker, zeker, beste vadertje".
Maar Karloo was een stap teruggetreden.
„Mnijheer de hertog, ik kan m'n degen
niet terugnemen."
„Wat blieft u? Wat beleekent deze wei
gering?"
„Ik ben Vlaming, Monseigneur, en als
zoodanig kan 'k in de Spaansche gelederen
niet dienen".
„Ge hebt daarin toch gediend onder de
bevelen van den graaf van Egmont?"
„Tegen de Frans oh en. Monseigneur... toen
verdedigde ik m'n land... Maar tegen de
mijnen?... nooit!"
„Voor den duivel, zoo'n vermetelheid:!"
„O, vader, wind u niet zoo op", smeekt©
Rafaële.
Zij was doodsbleek geworden. Het scheen
dat al haar bloed naar het hart was terug
gestroomd.
Karloo trad naar dë tafel, nam zijn de
gen, dien hij op de hand en sprak op flinken
toon
„Uwe Excellentie heeft m'n degen niet
goed bekeken... 'tis maar 'n lomp, eenvou
dig wapen!... Wanneer 'ter op aankomt
over den rustigen slaap der burgerij te wa
ken, om 't bedreigde Vaderland te verde
digen, om grijsaards, vrouwen €«n kinderen
te beschermen, dan vliegt hij vanzelf uit
de schee de en doet in. 't vriendelijke zon
licht met vreugde z'n eerlijk werk!... Maar
als hij moet wedijveren met de «bij-I van den
beul en in de brandende dorpen 't sein moet
geven voor moord en plundering, dan, mijn
heer de hertog ik ken hem goed zou
hij me eerder zelf 't hart doorborenHij
en ik zijn te veel Vlaming... wij verstaan
die Spaansche gewoonten niet!... En met
een fiere beweging wierp bij den degen weer
op de tafel.
De hertog werd marmerbleek en stampte
op den. grond. En in zijn oog schitterde
dat somber lich,t als op do .dagen van
den grooten moordlust.
„Noircarmes", si9te hij tusschen de tan
den, „ge hebt 't gehoord?
Rafaële was sidderend opgestaan.
„Genade, vader, genade!" smeekte zij.
De hertog bedwong zich.
„Geef u goed rekenschap, mijnbeer, van
't feit da» u thans spaart... Ge doet uw
voordeel met den bewezen dienst, want, bij
God, geen ander zou in uw plaats bier van
daan gaan dan om 't schavot te bestijgen!
Ga been on hoop dat Tc u vergeet I"
Wordt ierwf'j4