Sf°. 518. Eerste Klad Zaterdag 7 Augustus 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. Voor 't Vaderland. 8"" Jaargang. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post1.50. Afzonder; ij te nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bg de Uitgeven in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bg vooruitbetaling.. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen it\ het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Ee®e circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht l>e wedstryd in den bouw van oorlogsvloten. De New-Yorksche Evening Post heeft president Taft uitgenoodigd het initiatief te nemen tot bijeenroeping van een internatio naal congres ten gunste der beperking van de vloottoerustingen. Men hoopt dus thans, dat Amerika de oude wereld met het goede voorbeeld zal voorgaan. Inderdaad is de hoop teleurgesteld van hen die zich gevleid' haddon niet de hoop, dat Engeland onder zijne tegenwoordige regeering den eersten stap zou doen tot verlichting van den druk, dien de gewapende vrede aan de wereld op legt, om daarmee aan de andere mogend heden een voorbeeld tot navolging zou ge ven. Juist het tegendeel is geschied van wat men had gehooptdoor Engeland is liet sein. gegeven, om een weg te betreden, die moet leiden tot eene reusachtige vermeer dering van de militaire uitgaven voor alle landen Met de in Februari 1906 van stapel ge laten Dreadnought had Engeland met groo te beslistheid in den vlootbouw de politiek van den aanbouw van schepen van grooter tonnen-inhoud betreden, in. de hoop hier door op zee een nieuwen stap vooruit te doen, dien de andere staten niet zoo spoe dig zouden nadoen. Hierdoor waren de met Groot-Brittannië rivaliseerende groote mo gendheden genoodzaakt eveneens tot de zoo kostbare reuzentypes over te gaan en voort aan. nog slechts linieschepen boven de 18,000 ton en pantserkruisers boven de 16,000 ton op stapel le zetten, waardoor de bouwkosten onvermijdelijk met 25 a 50 pet. per eenheid moesten stijgen. Engeland heeft hierdoor wel bereikt, dat ook op het vasteland de vlootlasten een be langrijk hooger percentage van de staats uitgaven uitmaken, maar do suprematie ter zee kwam weer op losse schroeven te staan door de offervaardigheid, die het buitenland aan den dag legde. Het ontbrak daarom niet aan ontevredenen in Engeland, die de regeerings-politiek betreffende den vloot bouw veroordeelden, omdat zij de overmacht van Engeland, tot dusver door de „Prae- Dreadnoughts" gewaarborgd, in gevaar had den gebracht, daar deze schepen tenge volge van de nieuwe typen minderwaardig geworden waren en Groot-Brittannië nu ge noodzaakt was <ïen wedstrijd van een nieuwe basis uit weer op te nemen. Daaraan was nu niet meer te veranderen, en nadat eene poging, die misschien slechts voor de leus was ondernomen, om Duitschland en Frank rijk te bewegen een langzamer tempo aan te nemen voor de uitbreiding van hunne vloot, misluk*, was, besloot men in Engeland naast de reeds in aanbouw zijnde reuzenslagschepen en de drie gereed geko men reuzen-panserkruisers nog acht andere te bouwen, die echter volgens een nog uit gebreider plan direct als „Over-Dread- noughts zouden moeten worden gecon strueerd Het streven oim elkaar den loef af te steken bij bet bouwer van r euzen schepen komt het duidelijkst uit in de gegevens be treffende do constructie van de nieuwo sche pen. De eerste Engelsche Dreadnought heeft 18,600 ton waterverplaatsing en voert 10 stuks 30 ©M. kanonnen in vijf pantser to rens als hoofdbewapenin.g. Om niet bij dit artilleristische vermogen achter te blijven, maar aan den anderen kant het beginsel te handhaven, dat tot dusver bij de bewapening van de vloot is in acht genomen, werden de 18,5c"1 tons linieschepen van do Dui'tsche oorlogsmarine uitgerust met 12 stuks 28 cM. en 12 stuks 15 cM. kanonnen, waarbij de eerltgenoemdeu in zes pantserdektorens werden geplaatst. In Engeland ging men bij do latere Dreadnoughts van 20 a 21,000 ton waterverplaatsing nog een stap verder en rustte de nieuwe kolossen met 12 stuks 30.} cM.~ kanonnen uit. Daar intusschen Noord- Amerika en Brazilië tot hetzelfde besluit waren gekomen, kwam Engeland tot het be sluit h.t typi Over-Dreadinought aan te ne men, welks schepen bij 25,000 ton water- verplaatsing 10 a 12 stuks 34} cM. kanon nen voeren, 550 KG. zware granaten zullen afschieten en met pantserplaten van 300 mM. dikte beschermd zullen zijn. Frank rijk, welks vloot een voor het nationale ge voel z.er pijnlijk vernieuwingsproces moet ondergaa heeft voor schepenhouw binnen de eerste tien jaren 3 milliarden francs uit te geven, om tegen 1919 in het bezit te komen vun 45 eerste klasse-schepen met het vereischte toebehooren aan kruisers en kleine vaartuigen. Italië bouwt reeds vier reuzensohepen, die elk zullen worden voor zien van tien stuks 30} of 34 cM. kanonnen, hetgeen weer Oostenrijk-Hongarije dwingt over te gaan tot het bouwou van Dread noughts. Terwijl de nu hunne voltooiing te gemoet gaande Oostenrijksche schepen van de lladetzky-klasse voor 39 millioen kronen waren te bouwen, zullen de moderne Dread noughts 45 pet. meer moeten kosten, het geen natuurlijk ook hoogere onderhoudskos ten na zich zal sleepen, zoadat ook uit dien. hoofde de marinebegroofcing zal stijgen. Daar er ter zee geen absolute, maar steeds slechts eene betrekkelijke overmacht be staat, heeft Engeland met zijne vlootbouw- politiek niets anders bereikt, clan dat het zich zelf, en de andere staten eveneens finan cieel uitput, zonder dat een tastbaar militair voordeel daartegenover staat. Alleen de bij den schepenhouw betrokken industrieën kunnen zich er in verheugen, dat Engeland voor de tweede maal met zijne „Over- Dreadnoughts" oorzaak is, dat de deelnemers aan den wedstrijd in den vlotenbouw tot nieuwe krachtsinspanning worden geprik keld. De reis van den Czaar. De ontmoeting, die de Czaar in Septem ber of October zal hebben met Koning Vic tor Emanuel, zal een antwoord zijn op het bezoek, dat deze hem zeven jaren geledeu heeft gebracht. Toen nam Czaar Nicolaas afscheid van zijn gast met de woorden: Tot weerziens in Rome! Dit woord zal nu ein delijk in vervul ling komen, doch slechts ge deeltelijk, want in Rome komt de Czaar niet. Dat is niet uit vrees voor de uiterste elementen in Italië, want die zou do over heid wel in bedwang kunnen houden, maar omdat de Russische politie die vluchtelin gen uit Rusland vreest. Daarmee, moet re kening gehouden warden en dus zal de ont moeting tusscben Czaar en Koning op het. water plaats hebben, en wel in een haven, waar men volledig veilig is tegen pijnlijke verrassingen, in Tarent, in Syracuse of in Spezzia. Het bezoek aan Rome blijft voor betere tijden bewaard. Duitschland. Kiel, 6 Augustus.' Dc Keizer is hedennamiddag aau boord van de Ilohen- zollern hier aangekomen. Keulen, 6 Augustus. Op het be- groetingstelegram van het eucharistische congres aan den Keizer heeft deze geant woord aan kardinaal Vannufcelli en aarts bisschop Fischer. Van Merry del Val is een telegram ingekomen, dat den zegen des Pausen overbrengt. Heden voormiddag 'S de eerste besloten vergadering gehouden. Iu liet aartsbisschoppelijke paleis had heden morgen vroeg eene bijeenkomst van Pruisi sche kerkvorsten plaats. De advocaten Wronker en Chodziesner hebben, als raadsleden van vorst Eulen'burg, eene verklaring bekend gemaakt, dat het onjuist is, dat de vorst voornemens zou zijn eene reis te ondernemen. Zijn toestand is zoo, dat hij niet tot reizen in staat is. Hij is scoert eenigen tijd bedlegerig. Verder verkleren zij, dat vorst Eulenburg geen mé moires gesc'.revea heeft, bij zijn toestand niet ii. siaat is mémoires te schrijven en ook niet van plan Is ze ooit te schrijven. Engeland. Londen, 6 Augustus. Officieel wordt medegedeeld, dat lord Kitchener, bij zijn aftreden als opperbevelhebber van het Indische leger, zal worden benoemd tot veld maarschalk. Hii zal, n-a van eene reis door Japai. en Australië te zijn teruggekeerd, zitting nemen in de commissie voor de lands verdediging en bol ambt aanvaarden vau Hoogen Commissaris voor de MiddelLaud- sehe Zee. Het Middellandse he Zee-comman do zal door eene reorganisatie in beteeke- nifi toenemenlord Kitchener zal het op zich nemen met het deel, het eene gopasie plaats le verleenen in het algonieene plan voor de landsverdediging. Spanje. Madrid, 6 Aug. De afgevaardigde Crespo Azorin is benoemd tot gouverneur vvan Barcelona. De rust, die in Barcelona weder is inge treden, dateert van verleden Zaterdag. Op dien dag konden de eerste winkels weder ge opend worden en ook het tramverkeer naar de voorstad Sarria werd hervat. Daarente gen keerschte, volgens de berichten, den 2en Augustus in geheel noordelijk Catalonie nog een toestand van anarchie. Langs de ge- heele kust, van de Rosas-golf tot- aan de reode van Barcelona, zijn alle dorpen en kleinere plaatsen geplunderd. De oproer lingen hebben in de provincie Barcelona niet minder dan 150 kerken en kloosters afgebrand. Aan de Temps wordt bericht, dat men is bcg-oni en met eenige reservetroepen uit Bar celona terug te trekken, hetgeen strekt tot bevc-liging, dat de orde zich steviger ves tigt m de hoofdstad van Catalonie. Uit Sabadeli keert een deel van de daarheen ge zonden strijdmacht naar Barcelona terug. De pacificatie van het land gaat voort. Ji.- tuss.heii blijven uit Cerbère verontrustende berichten komen uit revolutionaire bron. Zij molden, dat eene nieuwe poging tot pene algemeen© staking in Barcelona zal wórden beproefd, wanneer eene vreedzame manifes tatie niet wordt toegestaan. Soldatenposten blijven gevestigd op verschillende punten van de stad. De regocring heeft, om de gemoederen tot rust te brengen, besloten, dat de mili ciens, die voortaan onder de wapenen ge roepen zullen worden, zich niet van den dienst zullen kunnen bevrijden door beta ling van oen bedrag van 1500 peseta's. Uit Perpignan wordt aan de Temps be richt, dat, terwijl de revolutie nagenoeg al gemeen was in Catalonie, de provincie Le- rida, die de Fransche grens raakt bij het departement der Oostelijke Pyreneeën, na genoeg geheel vreemd is gebleven aan de be weging, ofschoon het republikeinsche en ook het carlistische element er zeer sterk ver tegenwoordigd is. De schorsing van de constitutioneel© waar-, borgen is geen ongewone maatregelin do provincie komt zij meermalen voor en vooral in Barcelona werd zij bij herhaling toege past. Ook als voorzorgsmaatregel wordt zij aangewend. Zij beteekent in de eerste plaats de schorsing van de persvrijheid, het ver bod van openbare vergaderingen van poli- tieken aard, de uitoefening van de censuur door organen van liet militaire gezag en de bestraffing van alle misdrijven of overtre dingen, die tegen de openbare orde gericht zijn, door den militairen rechter. De gevan gene wordt gebracht voor den officier die als rechter van instructie fungeert. Deze zendt het proces-verbaal van zijn verhoor en van zijn onderzoek naar het militaire commando, dat de zaak verwijst naar een auditeur, die moet nagaan of er nog iets ontbreekt aan de instructie, en de leemten., die hij ontdekt, moet aanvullen. De krijgsraad, die de zaak moet berechten bestaat uit een kolonel als voorzitter en zes officieren, een auditeur is er als. rechts-consulent aa ntoegevoegd. Dc- beklaagde kan zich een verdediger kiezen, die een militair of een burger mag zijn. Het vonnis móet door het militaire commando bekrachtigd worden. Wanneer die de straf te gering acht tegenover de schuld, dan kan het voorkomen, dat >d«* geheel© krijgsraad ge straft wordt. Spanje in Marokko. In den toestand bij Melilla is nog geen verandering gekomen. De Spanjaarden en de Rifmannen blijven beiden in een verdedigen de houdinggevechten van beteekenis heb ben sedert den 27en Juli niet- plaats gehad. Het uitzenden van proviandeeringscolonnes uit Melilla naar de ten zuiden van de stad gelegen Spaansche stellingen wordt dage lijks door de Mooren aangegrepen tot het doen van overvallen, waarbij echter de ver liezen aan beide zijden gering zijn. Inmid dels verminderen de kansen van de Mooren op succes met iederen dag, omdat het Spaan- sche expeditiecorps steeds wordt versterkt, on nog in den loop van de volgende week op 35,000 man zal zijn gebracht. Of er nog meer versterkingen zullen worden gezonden, is nog niet met zekerheid te zeggenheft legerbestuur neemt maatregelen om, als het noodig is, tot 50,000 man te gaan. De Spanjaarden houden tegenwoordig een ruimte van 12 K.M. lengte bezet; hunne stellingen reiken aan den buitem6ten forten gordel van Melilla. in een wijden boog tot in do streek van Atalayon. Wanneer de troe pen, die nu onderweg zijn, zijn ontscheept, zullen de Spanjaarden tot den aanval over gaan, om de Mooren uit hunne, Melilla be dreigende en het werken in de mijnen in ge vaar brengende stellingen te verdrijven. Madrid, 6 Aug. Een officieel bericht uit Melilla meldt, dat. de Mooren de voor uitgeschoven Spaansche posten met oen groo- tere macht dan vroeger aanvielen. Een Spaansche soldaat werd gewond. De artille rie nam de vlakte van Nador onder vuur, waar zich groepen Moorsohe ruiters bevon den. Het laatste convooi werd beschoten, waardoor twee manschappen werden gewond. Servië. Uit de Servische badplaats Ribarsika Ban ja wordt bericht, dat de toestand van Koning Poter in zóó ver verbeterd is, dat hij sedert tien dagen geen flauwte meer heeft geliad. Daarentegen klaagt hij over hevige pijnen in het kruis, waarom het rijden hem verboden is. Turkije. S a 1 o n j k i, 6 Aug. Uit Monastir wordt bericht, dat er eene groote beroering iieerscht over het Kreta-vraagstuk. De vali verklaarde, dat hij elko aansprakelijkheid moest afwijzen voor de houding van de be volking, omdat de oorlogszuchtige neigin gen veld winnen. De militaire toebereidselen worden voortgezet. Een aanplakbiljet spoort de bevolking aan, de Grieksche producten te boycotten. De Turksche regeerlng heeft den eisch ge steld, dat de in de militaire macht van Kre ta dienstdoende Grieksche officieren zullen worden teruggeroepen. Grieksche officieren bevinden zich zoowel in de gendarmerie als ook in de militie. Onder het commissariaat van prins Geoi'ge van Griekendand (1898 tot 1906) stond het uit vrijwilligers gevorm de gendarmeriefeorps onder bevel van Ita liaans ebe carabinieri-offieieren. Na de te rugroeping van de car ab i nii eri -o f f ic i eren be lastte de regeering van Kreta Grieksobe of ficieren met het bevel en de administratieve leiding over de gendarmerie. Als bevelheb ber van dit bo-rps fungeert thans de Griek sche majoor der artillerie A. Monfer rat-os, wicn iu 1907 ook het bevel ovecr de twee mili'tie-bataiUons werd opgedragenDe mees te officieren van de gendarmerie zijn Grie kenook in de militie zijn talrijke officie ren en onderofficieren, die tot het Grieksche leger behoorenhun aantal bedraagt onder scheiden,lijk omstreeks 50 en 100. De bewa pening van de militie onderscheidt zich in niets van die der Grieksche infanterie; ook de opleiding geschiedt geheel naar de in hot Grieksche leger bestaande voorschrif ten. Perzië* Uit Teheran wordt bericht, dat kolonel Liakow naar Petersburg is vertrokken en dat prins Zill es Sultanoh, de oudste oudoom van den Sjah, in Enseli is aangekomen. Uit Teheran wordt bericht, dat de regi menten, die den vorigen ejah trouw gebleven waren, in het gebergte ontbonden en naar huis gezonden worden. Zij stalen en plun derden in den omtrek, waarom zij door ko zakken en nationalisten werden aau gevallen. Velen van hen werden gewond, eenigen ge dood. De roovers worden ontwapend. Dage lijks hebben execution plaats. China. Tokio, 6 Aug. In gezaghebbende kringen wordt beweerd, dat Japan, ondanks het verzet van China, voornemens is den spoorweg van Antoeng naar Moekden te her stellen en dat morgen een aanvang zal wor den gemaakt met het werk. Eeuigo houder- Noot- h«t Fransch van Edmond Lepelletier. 58 DO»B J. L. VAN DER MOER ,,Hoe heb jij kunnen ontsnappen?" vroeg Rijsoor. ,,Dat weet 'k eigenlijk zelf niet goed. Toen we in 't bovenste vertrek waren terug gedrongen, bleven, we ons nog steeds met kracht verdedigen. We waren, er zeker van, dat we op die/ eene of andere maniier moesten, sterven, want'als d« Spanjaarden ons had den. gevangen genomen is 't wel zeker, dat ze ons niet lang in 't leven) zouden hebben gelaten.. De strijd werd' wanhopig, een, te gen tien... De Ru ij ter, overigens 'n groote, sterke kerel, was gewond en z'n sabel was gebroken. In. de zaal waar de gouverneur was blijven liggen, had hij 'n, haardijzer uit den schoorsteen gegrepen en dit gebruikte hij nu als 'n knots... telkens wanneer z'n arm neerkwam, ging er óók 'n Spanjaard1 tegen den grond... Door 't bloedverlies be gonnen evenwel z'n krachten te verslappen en op zeker oogenblük riep hij ons toe „Kameraden de strijd wordt te ongelijk we moeten er 'n mooi eind aan maken en zullen hun toonen hoe de Geuzen,, wanneer dé overwinning hun ontgaat, deze tocli ook aan den vijand, kunnen onthouden. De toren is nu ons schip, 't gaat met ons de lucht in... de Spanjaarden zullen 't niet hebben." Toen nam hij 'n tonnetje buskruit, dat hij er al van te voren had laten neerzetten en wierp er 'n brandend) stuk hout in." „Dus heeft-ie den boel in de lucht laten springen? Da's kranig!" riep Jonas opge-* wonden. ,,En wij mee," vervolgde Haring. ,,De ontploffing volgde dadelijk. Ik zag 'n ont zettende bliksemstraal en hoorde tegelijker tijd 'n geweldigen donderslag. De toren stort te in en allen wei-den mét de stukken steen weggeslingerd of onder de puinhopen be dolven. Geen mannetje van Peren heeft 't bericht er van aan Don Rodrigo kunnen brengen. Allen zijn onder de ingestorte mu ren gebleven..." „Maar hoe is 't mogelijk, dal jij er dan levend bent afgekomen?" vroeg Karloo. „Op 't oogenblik dat, De Ruijter den brand er in, stak, bevond 'k me op 'n soort van. balconnetje boven de gracht, 'b Scheen 'aj. uitkijk voor de schildwachten te zijn. Bo vein me was maar 'n licht gewelf je... Toen de ontploffing plaats had, ben, 'k hoe weet 'k ook'niet blijkbaar in eens in de lucht geslingerd.Hoe 't zij... op zeker oogen blik lag 'k gekneusd, bloedend en pijnlijk op 't ijs in de gracht... Maar ik leefde en was niet zwaar gewond! Ik kroop naai den kant en, kwam eindelijk aan de ri vier, waar ik 'n visscherman ontmoette, die me met z'n schuitje naar een of ander dorp je bracht. Van bier ben 'k met 'n kar ver der getrokken en zoo heb 'k, nu eens rijJ dend, dan weer loopend, ten slotte Brussel bereikt. Ik ben naar Gudule gegaan, heb haar ondervraagd... ik heb u allen gevonden en hier ben 'k nu. Maar vertel me nu eens kaïneraden, waar zal er gevochten worden? Want ik lneb behoefte dien armen De Ruij ter te wreken l" Rijsoor was door het verhaal zeer getrof- l fen en drukte Haring hartelijk de hand. „Wees gerust, Kameraad," antwoordde hij, de gelegenheid om den dood te trotsee- ren en den Spanjool meb uw bijl te doem kennismaken zal u niet ontbreken... Maar, vrienden, 't uur nadert, we moeten ons ge- reed houden. Geleua, waarschuw Cornelis en de andere kameraden, die onder 't verwulf sel wachten. Ik ga met Karloo voor de 1 laatete toebereidselen zorgen... Jonas, zorg voor de klokken. Waar 't tijd is, dan komt ge allen bij ons en daarna gaan we er op los 1" „Uw bevelen zullen worden opgevolgd, graafzei Galena. En dan diegen, dien hij van den klokluider gekregen had' in dei hand' nemend, vervolgde hij „Vooruit, Jonas, en gij Haring, volg me, we gaan de vrien- ■den verzamelen." Alle drie verwijderden zich door do dón kere gang. Alleen, Rijscor en Karloo bleven achter onder de lage gewelven: van het stadhuis. HOOFDSTUK VI. De gewonde Hand. Rijsoor trad op Karloo toe en zeide vrien delijk, maar toch met zekere plechtigheid „Nu we alleen zijn, Karloo, wil 'k jo even zeggen wat 'k van je verwacht." „Spreek op, vriend... ik ben tot je be schikking, dat weet je." „De reden waarom ik deze plaats voor de samenkomst van do hoofden heb aangewe zen is, dat we hier zijn in 't stadhuis, ons aller huis, 't paleis vau 't volk!" „Da's 'n edele gedachte, Rijsoor!" „Hier hebben onze vaders de wetten ge maakt, die wij gaan verdedigen. Van uit deze vensters zijn de vrijheden aan 't volk verkondigd, die wij moeten herwinnenhier is 't hart van de stad, dat de Spanjaarden vertrapt hebben..." „Maar 't zal herleven!" „Ja... de dooden zullen opstaan, onver wacht, midden iipden nacht, verlicht door onze flambouwen en door 't flikkeren van onze degens. Ze zullen „te wapen!" roe pen, zoodra de klokken 't- sein geven. Dan zal 't wanhopige volk begrijpen dat de Vlaamsche vrijheid nog bestaat, omdat z'n groote ziel nog leeft onder deze gewelven 't Volk zal weten waarvoor 't vecht... voor dat wapperend© vaandel, voor die beierende klokken,., want dit alles is de stad, dó' ge meente,... meer nog... 't Vaderland! Hiér- voor zal 't volk. strijden en sterven, want 't Vaderland roept, verdedigt me en redlt me, mijn zonen 1" „En de zomen zullen 't niet laten wor- genl" „Karloo, hier moeten, we overwinnen of sterven I" vervolgde Rijsoor met nog moer nadruk. „Hier zullen we zijn in 't cen trum van den strijd en moeten we ons tot eiken prijs handhaven tot de Bevrijder zal komen! Welnu, dit heilige huis vertrouw ik aan jou toe! Voer er 't bevel, verdédig 't, neem 't onder je hoede!" i „Maar 't is veiliger onder je eigen hoede!" „Nee, i k heb niet, zooale jij, bij Saint Quintin en Grevelingen 't recht verworven om deze brave mannen in 't gevecht voor te gaan... Karloo, ik zal je volgen... marcheer jij aan 't hoofd... jij alleen kunt hun leeren i te overwinnen, ik zou hun slechts kunnen toonen hoe men moet sterven!" ,,'t Zij zoo... omdat je 't wilt. Maar ik stem er alleen in toe, omdat de eer voor beiden dezelfde zal zijn, want 't gevaar wordt grooter!" „Goed, Karloo, ik reken op je... maar waar is je degen?" „Die is me afgenomen bij den hertog". „Neem dezen dan". Rijsoor wees op een der degens, die Jo nas had meegebracht en op de trap laten staan, en reikie hem aan Karloo over. Deze stak de linkerhand uit om het wapen aan te nemen. Hij had zijn hanldschoen uitge trokken, zoodat men het verband1 kon zien, dat om zijn twee gewonde vingers was ge legd. Rijsoor gaf een luiden gil en bracht de hand' naar de borst. „Wat heb je?" vroeg Karloo verbaasd', natuurlijk onbekend met hetgeen er tusscben zijn vriend en kapitein ltiguenez bespro ken was in „Den Boodschapper vani Leu ven", nadat" de graaf door den) Bloedraad was vrijgelaten. Hij kon in de verste verte niet vermoe den, dat zijn vriend weten zou onder welke omstandigheden zijn hand' was gewond ge worden Doodsbleek antwoorddle Rijsoon stotte rend-: „Die wond, Karloo?... Die hand!?..." „O, 'n schrammetje... Wees maar gerust, 't zal me niel beletten m'n plicht te doen... Kijk maar, m n handen zijn alle twee ge zond". En andermaal stak hij die linkerhand uit, om den degen over te nemen. W ordt ervulgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1