Sf°. 518. Eerste Klad
Zaterdag 7 Augustus 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Voor 't Vaderland.
8"" Jaargang.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post1.50.
Afzonder; ij te nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bg de Uitgeven in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bg vooruitbetaling..
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen it\
het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Ee®e
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
l>e wedstryd in den bouw van
oorlogsvloten.
De New-Yorksche Evening Post heeft
president Taft uitgenoodigd het initiatief te
nemen tot bijeenroeping van een internatio
naal congres ten gunste der beperking
van de vloottoerustingen. Men hoopt dus
thans, dat Amerika de oude wereld met het
goede voorbeeld zal voorgaan. Inderdaad is
de hoop teleurgesteld van hen die zich gevleid'
haddon niet de hoop, dat Engeland onder
zijne tegenwoordige regeering den eersten
stap zou doen tot verlichting van den druk,
dien de gewapende vrede aan de wereld op
legt, om daarmee aan de andere mogend
heden een voorbeeld tot navolging zou ge
ven. Juist het tegendeel is geschied van
wat men had gehooptdoor Engeland is liet
sein. gegeven, om een weg te betreden, die
moet leiden tot eene reusachtige vermeer
dering van de militaire uitgaven voor alle
landen
Met de in Februari 1906 van stapel ge
laten Dreadnought had Engeland met groo
te beslistheid in den vlootbouw de politiek
van den aanbouw van schepen van grooter
tonnen-inhoud betreden, in. de hoop hier
door op zee een nieuwen stap vooruit te
doen, dien de andere staten niet zoo spoe
dig zouden nadoen. Hierdoor waren de met
Groot-Brittannië rivaliseerende groote mo
gendheden genoodzaakt eveneens tot de zoo
kostbare reuzentypes over te gaan en voort
aan. nog slechts linieschepen boven de
18,000 ton en pantserkruisers boven de
16,000 ton op stapel le zetten, waardoor de
bouwkosten onvermijdelijk met 25 a 50 pet.
per eenheid moesten stijgen.
Engeland heeft hierdoor wel bereikt, dat
ook op het vasteland de vlootlasten een be
langrijk hooger percentage van de staats
uitgaven uitmaken, maar do suprematie ter
zee kwam weer op losse schroeven te staan
door de offervaardigheid, die het buitenland
aan den dag legde. Het ontbrak daarom
niet aan ontevredenen in Engeland, die de
regeerings-politiek betreffende den vloot
bouw veroordeelden, omdat zij de overmacht
van Engeland, tot dusver door de „Prae-
Dreadnoughts" gewaarborgd, in gevaar had
den gebracht, daar deze schepen tenge
volge van de nieuwe typen minderwaardig
geworden waren en Groot-Brittannië nu ge
noodzaakt was <ïen wedstrijd van een nieuwe
basis uit weer op te nemen. Daaraan was
nu niet meer te veranderen, en nadat eene
poging, die misschien slechts voor de leus
was ondernomen, om Duitschland en Frank
rijk te bewegen een langzamer tempo aan
te nemen voor de uitbreiding van hunne
vloot, misluk*, was, besloot men in
Engeland naast de reeds in aanbouw zijnde
reuzenslagschepen en de drie gereed geko
men reuzen-panserkruisers nog acht andere
te bouwen, die echter volgens een nog uit
gebreider plan direct als „Over-Dread-
noughts zouden moeten worden gecon
strueerd
Het streven oim elkaar den loef af te
steken bij bet bouwer van r euzen schepen
komt het duidelijkst uit in de gegevens be
treffende do constructie van de nieuwo sche
pen. De eerste Engelsche Dreadnought heeft
18,600 ton waterverplaatsing en voert 10
stuks 30 ©M. kanonnen in vijf pantser to
rens als hoofdbewapenin.g. Om niet bij dit
artilleristische vermogen achter te blijven,
maar aan den anderen kant het beginsel te
handhaven, dat tot dusver bij de bewapening
van de vloot is in acht genomen, werden de
18,5c"1 tons linieschepen van do Dui'tsche
oorlogsmarine uitgerust met 12 stuks 28
cM. en 12 stuks 15 cM. kanonnen, waarbij
de eerltgenoemdeu in zes pantserdektorens
werden geplaatst. In Engeland ging men bij
do latere Dreadnoughts van 20 a 21,000 ton
waterverplaatsing nog een stap verder en
rustte de nieuwe kolossen met 12 stuks 30.}
cM.~ kanonnen uit. Daar intusschen Noord-
Amerika en Brazilië tot hetzelfde besluit
waren gekomen, kwam Engeland tot het be
sluit h.t typi Over-Dreadinought aan te ne
men, welks schepen bij 25,000 ton water-
verplaatsing 10 a 12 stuks 34} cM. kanon
nen voeren, 550 KG. zware granaten zullen
afschieten en met pantserplaten van 300
mM. dikte beschermd zullen zijn. Frank
rijk, welks vloot een voor het nationale ge
voel z.er pijnlijk vernieuwingsproces moet
ondergaa heeft voor schepenhouw binnen
de eerste tien jaren 3 milliarden francs uit
te geven, om tegen 1919 in het bezit te
komen vun 45 eerste klasse-schepen met
het vereischte toebehooren aan kruisers en
kleine vaartuigen. Italië bouwt reeds vier
reuzensohepen, die elk zullen worden voor
zien van tien stuks 30} of 34 cM. kanonnen,
hetgeen weer Oostenrijk-Hongarije dwingt
over te gaan tot het bouwou van Dread
noughts. Terwijl de nu hunne voltooiing te
gemoet gaande Oostenrijksche schepen van
de lladetzky-klasse voor 39 millioen kronen
waren te bouwen, zullen de moderne Dread
noughts 45 pet. meer moeten kosten, het
geen natuurlijk ook hoogere onderhoudskos
ten na zich zal sleepen, zoadat ook uit dien.
hoofde de marinebegroofcing zal stijgen.
Daar er ter zee geen absolute, maar steeds
slechts eene betrekkelijke overmacht be
staat, heeft Engeland met zijne vlootbouw-
politiek niets anders bereikt, clan dat het
zich zelf, en de andere staten eveneens finan
cieel uitput, zonder dat een tastbaar militair
voordeel daartegenover staat. Alleen de bij
den schepenhouw betrokken industrieën
kunnen zich er in verheugen, dat Engeland
voor de tweede maal met zijne „Over-
Dreadnoughts" oorzaak is, dat de deelnemers
aan den wedstrijd in den vlotenbouw tot
nieuwe krachtsinspanning worden geprik
keld.
De reis van den Czaar.
De ontmoeting, die de Czaar in Septem
ber of October zal hebben met Koning Vic
tor Emanuel, zal een antwoord zijn op het
bezoek, dat deze hem zeven jaren geledeu
heeft gebracht. Toen nam Czaar Nicolaas
afscheid van zijn gast met de woorden: Tot
weerziens in Rome! Dit woord zal nu ein
delijk in vervul ling komen, doch slechts ge
deeltelijk, want in Rome komt de Czaar
niet. Dat is niet uit vrees voor de uiterste
elementen in Italië, want die zou do over
heid wel in bedwang kunnen houden, maar
omdat de Russische politie die vluchtelin
gen uit Rusland vreest. Daarmee, moet re
kening gehouden warden en dus zal de ont
moeting tusscben Czaar en Koning op het.
water plaats hebben, en wel in een haven,
waar men volledig veilig is tegen pijnlijke
verrassingen, in Tarent, in Syracuse of in
Spezzia. Het bezoek aan Rome blijft voor
betere tijden bewaard.
Duitschland.
Kiel, 6 Augustus.' Dc Keizer is
hedennamiddag aau boord van de Ilohen-
zollern hier aangekomen.
Keulen, 6 Augustus. Op het be-
groetingstelegram van het eucharistische
congres aan den Keizer heeft deze geant
woord aan kardinaal Vannufcelli en aarts
bisschop Fischer. Van Merry del Val is een
telegram ingekomen, dat den zegen des
Pausen overbrengt. Heden voormiddag 'S
de eerste besloten vergadering gehouden. Iu
liet aartsbisschoppelijke paleis had heden
morgen vroeg eene bijeenkomst van Pruisi
sche kerkvorsten plaats.
De advocaten Wronker en Chodziesner
hebben, als raadsleden van vorst Eulen'burg,
eene verklaring bekend gemaakt, dat het
onjuist is, dat de vorst voornemens zou zijn
eene reis te ondernemen. Zijn toestand is
zoo, dat hij niet tot reizen in staat is. Hij
is scoert eenigen tijd bedlegerig. Verder
verkleren zij, dat vorst Eulenburg geen mé
moires gesc'.revea heeft, bij zijn toestand
niet ii. siaat is mémoires te schrijven en ook
niet van plan Is ze ooit te schrijven.
Engeland.
Londen, 6 Augustus. Officieel
wordt medegedeeld, dat lord Kitchener, bij
zijn aftreden als opperbevelhebber van het
Indische leger, zal worden benoemd tot veld
maarschalk. Hii zal, n-a van eene reis door
Japai. en Australië te zijn teruggekeerd,
zitting nemen in de commissie voor de lands
verdediging en bol ambt aanvaarden vau
Hoogen Commissaris voor de MiddelLaud-
sehe Zee. Het Middellandse he Zee-comman
do zal door eene reorganisatie in beteeke-
nifi toenemenlord Kitchener zal het op
zich nemen met het deel, het eene gopasie
plaats le verleenen in het algonieene plan
voor de landsverdediging.
Spanje.
Madrid, 6 Aug. De afgevaardigde
Crespo Azorin is benoemd tot gouverneur
vvan Barcelona.
De rust, die in Barcelona weder is inge
treden, dateert van verleden Zaterdag. Op
dien dag konden de eerste winkels weder ge
opend worden en ook het tramverkeer naar
de voorstad Sarria werd hervat. Daarente
gen keerschte, volgens de berichten, den 2en
Augustus in geheel noordelijk Catalonie nog
een toestand van anarchie. Langs de ge-
heele kust, van de Rosas-golf tot- aan de
reode van Barcelona, zijn alle dorpen en
kleinere plaatsen geplunderd. De oproer
lingen hebben in de provincie Barcelona
niet minder dan 150 kerken en kloosters
afgebrand.
Aan de Temps wordt bericht, dat men is
bcg-oni en met eenige reservetroepen uit Bar
celona terug te trekken, hetgeen strekt tot
bevc-liging, dat de orde zich steviger ves
tigt m de hoofdstad van Catalonie. Uit
Sabadeli keert een deel van de daarheen ge
zonden strijdmacht naar Barcelona terug.
De pacificatie van het land gaat voort. Ji.-
tuss.heii blijven uit Cerbère verontrustende
berichten komen uit revolutionaire bron.
Zij molden, dat eene nieuwe poging tot pene
algemeen© staking in Barcelona zal wórden
beproefd, wanneer eene vreedzame manifes
tatie niet wordt toegestaan. Soldatenposten
blijven gevestigd op verschillende punten
van de stad.
De regocring heeft, om de gemoederen
tot rust te brengen, besloten, dat de mili
ciens, die voortaan onder de wapenen ge
roepen zullen worden, zich niet van den
dienst zullen kunnen bevrijden door beta
ling van oen bedrag van 1500 peseta's.
Uit Perpignan wordt aan de Temps be
richt, dat, terwijl de revolutie nagenoeg al
gemeen was in Catalonie, de provincie Le-
rida, die de Fransche grens raakt bij het
departement der Oostelijke Pyreneeën, na
genoeg geheel vreemd is gebleven aan de be
weging, ofschoon het republikeinsche en ook
het carlistische element er zeer sterk ver
tegenwoordigd is.
De schorsing van de constitutioneel© waar-,
borgen is geen ongewone maatregelin do
provincie komt zij meermalen voor en vooral
in Barcelona werd zij bij herhaling toege
past. Ook als voorzorgsmaatregel wordt zij
aangewend. Zij beteekent in de eerste plaats
de schorsing van de persvrijheid, het ver
bod van openbare vergaderingen van poli-
tieken aard, de uitoefening van de censuur
door organen van liet militaire gezag en de
bestraffing van alle misdrijven of overtre
dingen, die tegen de openbare orde gericht
zijn, door den militairen rechter. De gevan
gene wordt gebracht voor den officier die als
rechter van instructie fungeert. Deze zendt
het proces-verbaal van zijn verhoor en van
zijn onderzoek naar het militaire commando,
dat de zaak verwijst naar een auditeur, die
moet nagaan of er nog iets ontbreekt aan de
instructie, en de leemten., die hij ontdekt,
moet aanvullen. De krijgsraad, die de zaak
moet berechten bestaat uit een kolonel als
voorzitter en zes officieren, een auditeur is
er als. rechts-consulent aa ntoegevoegd. Dc-
beklaagde kan zich een verdediger kiezen,
die een militair of een burger mag zijn. Het
vonnis móet door het militaire commando
bekrachtigd worden. Wanneer die de straf te
gering acht tegenover de schuld, dan kan
het voorkomen, dat >d«* geheel© krijgsraad ge
straft wordt.
Spanje in Marokko.
In den toestand bij Melilla is nog geen
verandering gekomen. De Spanjaarden en de
Rifmannen blijven beiden in een verdedigen
de houdinggevechten van beteekenis heb
ben sedert den 27en Juli niet- plaats gehad.
Het uitzenden van proviandeeringscolonnes
uit Melilla naar de ten zuiden van de stad
gelegen Spaansche stellingen wordt dage
lijks door de Mooren aangegrepen tot het
doen van overvallen, waarbij echter de ver
liezen aan beide zijden gering zijn. Inmid
dels verminderen de kansen van de Mooren
op succes met iederen dag, omdat het Spaan-
sche expeditiecorps steeds wordt versterkt,
on nog in den loop van de volgende week op
35,000 man zal zijn gebracht. Of er nog
meer versterkingen zullen worden gezonden,
is nog niet met zekerheid te zeggenheft
legerbestuur neemt maatregelen om, als het
noodig is, tot 50,000 man te gaan.
De Spanjaarden houden tegenwoordig een
ruimte van 12 K.M. lengte bezet; hunne
stellingen reiken aan den buitem6ten forten
gordel van Melilla. in een wijden boog tot
in do streek van Atalayon. Wanneer de troe
pen, die nu onderweg zijn, zijn ontscheept,
zullen de Spanjaarden tot den aanval over
gaan, om de Mooren uit hunne, Melilla be
dreigende en het werken in de mijnen in ge
vaar brengende stellingen te verdrijven.
Madrid, 6 Aug. Een officieel bericht
uit Melilla meldt, dat. de Mooren de voor
uitgeschoven Spaansche posten met oen groo-
tere macht dan vroeger aanvielen. Een
Spaansche soldaat werd gewond. De artille
rie nam de vlakte van Nador onder vuur,
waar zich groepen Moorsohe ruiters bevon
den. Het laatste convooi werd beschoten,
waardoor twee manschappen werden gewond.
Servië.
Uit de Servische badplaats Ribarsika
Ban ja wordt bericht, dat de toestand van
Koning Poter in zóó ver verbeterd is, dat
hij sedert tien dagen geen flauwte meer heeft
geliad. Daarentegen klaagt hij over hevige
pijnen in het kruis, waarom het rijden hem
verboden is.
Turkije.
S a 1 o n j k i, 6 Aug. Uit Monastir
wordt bericht, dat er eene groote beroering
iieerscht over het Kreta-vraagstuk. De vali
verklaarde, dat hij elko aansprakelijkheid
moest afwijzen voor de houding van de be
volking, omdat de oorlogszuchtige neigin
gen veld winnen. De militaire toebereidselen
worden voortgezet. Een aanplakbiljet spoort
de bevolking aan, de Grieksche producten
te boycotten.
De Turksche regeerlng heeft den eisch ge
steld, dat de in de militaire macht van Kre
ta dienstdoende Grieksche officieren zullen
worden teruggeroepen. Grieksche officieren
bevinden zich zoowel in de gendarmerie als
ook in de militie. Onder het commissariaat
van prins Geoi'ge van Griekendand (1898
tot 1906) stond het uit vrijwilligers gevorm
de gendarmeriefeorps onder bevel van Ita
liaans ebe carabinieri-offieieren. Na de te
rugroeping van de car ab i nii eri -o f f ic i eren be
lastte de regeering van Kreta Grieksobe of
ficieren met het bevel en de administratieve
leiding over de gendarmerie. Als bevelheb
ber van dit bo-rps fungeert thans de Griek
sche majoor der artillerie A. Monfer rat-os,
wicn iu 1907 ook het bevel ovecr de twee
mili'tie-bataiUons werd opgedragenDe mees
te officieren van de gendarmerie zijn Grie
kenook in de militie zijn talrijke officie
ren en onderofficieren, die tot het Grieksche
leger behoorenhun aantal bedraagt onder
scheiden,lijk omstreeks 50 en 100. De bewa
pening van de militie onderscheidt zich in
niets van die der Grieksche infanterie; ook
de opleiding geschiedt geheel naar de
in hot Grieksche leger bestaande voorschrif
ten.
Perzië*
Uit Teheran wordt bericht, dat kolonel
Liakow naar Petersburg is vertrokken en
dat prins Zill es Sultanoh, de oudste oudoom
van den Sjah, in Enseli is aangekomen.
Uit Teheran wordt bericht, dat de regi
menten, die den vorigen ejah trouw gebleven
waren, in het gebergte ontbonden en naar
huis gezonden worden. Zij stalen en plun
derden in den omtrek, waarom zij door ko
zakken en nationalisten werden aau gevallen.
Velen van hen werden gewond, eenigen ge
dood. De roovers worden ontwapend. Dage
lijks hebben execution plaats.
China.
Tokio, 6 Aug. In gezaghebbende
kringen wordt beweerd, dat Japan, ondanks
het verzet van China, voornemens is den
spoorweg van Antoeng naar Moekden te her
stellen en dat morgen een aanvang zal wor
den gemaakt met het werk. Eeuigo houder-
Noot- h«t Fransch van Edmond Lepelletier.
58 DO»B
J. L. VAN DER MOER
,,Hoe heb jij kunnen ontsnappen?" vroeg
Rijsoor.
,,Dat weet 'k eigenlijk zelf niet goed.
Toen we in 't bovenste vertrek waren terug
gedrongen, bleven, we ons nog steeds met
kracht verdedigen. We waren, er zeker van,
dat we op die/ eene of andere maniier moesten,
sterven, want'als d« Spanjaarden ons had
den. gevangen genomen is 't wel zeker, dat
ze ons niet lang in 't leven) zouden hebben
gelaten.. De strijd werd' wanhopig, een, te
gen tien... De Ru ij ter, overigens 'n groote,
sterke kerel, was gewond en z'n sabel was
gebroken. In. de zaal waar de gouverneur
was blijven liggen, had hij 'n, haardijzer uit
den schoorsteen gegrepen en dit gebruikte
hij nu als 'n knots... telkens wanneer z'n
arm neerkwam, ging er óók 'n Spanjaard1
tegen den grond... Door 't bloedverlies be
gonnen evenwel z'n krachten te verslappen
en op zeker oogenblük riep hij ons toe
„Kameraden de strijd wordt te ongelijk
we moeten er 'n mooi eind aan maken en
zullen hun toonen hoe de Geuzen,, wanneer
dé overwinning hun ontgaat, deze tocli ook
aan den vijand, kunnen onthouden. De toren
is nu ons schip, 't gaat met ons de lucht
in... de Spanjaarden zullen 't niet hebben."
Toen nam hij 'n tonnetje buskruit, dat hij
er al van te voren had laten neerzetten en
wierp er 'n brandend) stuk hout in."
„Dus heeft-ie den boel in de lucht laten
springen? Da's kranig!" riep Jonas opge-*
wonden.
,,En wij mee," vervolgde Haring. ,,De
ontploffing volgde dadelijk. Ik zag 'n ont
zettende bliksemstraal en hoorde tegelijker
tijd 'n geweldigen donderslag. De toren stort
te in en allen wei-den mét de stukken steen
weggeslingerd of onder de puinhopen be
dolven. Geen mannetje van Peren heeft 't
bericht er van aan Don Rodrigo kunnen
brengen. Allen zijn onder de ingestorte mu
ren gebleven..."
„Maar hoe is 't mogelijk, dal jij er dan
levend bent afgekomen?" vroeg Karloo.
„Op 't oogenblik dat, De Ruijter den
brand er in, stak, bevond 'k me op 'n soort
van. balconnetje boven de gracht, 'b Scheen
'aj. uitkijk voor de schildwachten te zijn. Bo
vein me was maar 'n licht gewelf je... Toen
de ontploffing plaats had, ben, 'k hoe weet
'k ook'niet blijkbaar in eens in de lucht
geslingerd.Hoe 't zij... op zeker oogen
blik lag 'k gekneusd, bloedend en pijnlijk
op 't ijs in de gracht... Maar ik leefde en
was niet zwaar gewond! Ik kroop naai
den kant en, kwam eindelijk aan de ri
vier, waar ik 'n visscherman ontmoette, die
me met z'n schuitje naar een of ander dorp
je bracht. Van bier ben 'k met 'n kar ver
der getrokken en zoo heb 'k, nu eens rijJ
dend, dan weer loopend, ten slotte Brussel
bereikt. Ik ben naar Gudule gegaan, heb
haar ondervraagd... ik heb u allen gevonden
en hier ben 'k nu. Maar vertel me nu eens
kaïneraden, waar zal er gevochten worden?
Want ik lneb behoefte dien armen De Ruij
ter te wreken l"
Rijsoor was door het verhaal zeer getrof- l
fen en drukte Haring hartelijk de hand.
„Wees gerust, Kameraad," antwoordde
hij, de gelegenheid om den dood te trotsee-
ren en den Spanjool meb uw bijl te doem
kennismaken zal u niet ontbreken... Maar,
vrienden, 't uur nadert, we moeten ons ge-
reed houden. Geleua, waarschuw Cornelis en
de andere kameraden, die onder 't verwulf
sel wachten. Ik ga met Karloo voor de 1
laatete toebereidselen zorgen... Jonas, zorg
voor de klokken. Waar 't tijd is, dan
komt ge allen bij ons en daarna gaan we er
op los 1"
„Uw bevelen zullen worden opgevolgd,
graafzei Galena. En dan diegen, dien hij
van den klokluider gekregen had' in dei hand'
nemend, vervolgde hij „Vooruit, Jonas,
en gij Haring, volg me, we gaan de vrien-
■den verzamelen."
Alle drie verwijderden zich door do dón
kere gang.
Alleen, Rijscor en Karloo bleven achter
onder de lage gewelven: van het stadhuis.
HOOFDSTUK VI.
De gewonde Hand.
Rijsoor trad op Karloo toe en zeide vrien
delijk, maar toch met zekere plechtigheid
„Nu we alleen zijn, Karloo, wil 'k jo
even zeggen wat 'k van je verwacht."
„Spreek op, vriend... ik ben tot je be
schikking, dat weet je."
„De reden waarom ik deze plaats voor de
samenkomst van do hoofden heb aangewe
zen is, dat we hier zijn in 't stadhuis, ons
aller huis, 't paleis vau 't volk!"
„Da's 'n edele gedachte, Rijsoor!"
„Hier hebben onze vaders de wetten ge
maakt, die wij gaan verdedigen. Van uit
deze vensters zijn de vrijheden aan 't volk
verkondigd, die wij moeten herwinnenhier
is 't hart van de stad, dat de Spanjaarden
vertrapt hebben..."
„Maar 't zal herleven!"
„Ja... de dooden zullen opstaan, onver
wacht, midden iipden nacht, verlicht door
onze flambouwen en door 't flikkeren van
onze degens. Ze zullen „te wapen!" roe
pen, zoodra de klokken 't- sein geven. Dan
zal 't wanhopige volk begrijpen dat de
Vlaamsche vrijheid nog bestaat, omdat z'n
groote ziel nog leeft onder deze gewelven
't Volk zal weten waarvoor 't vecht... voor
dat wapperend© vaandel, voor die beierende
klokken,., want dit alles is de stad, dó' ge
meente,... meer nog... 't Vaderland! Hiér-
voor zal 't volk. strijden en sterven, want
't Vaderland roept, verdedigt me en redlt
me, mijn zonen 1"
„En de zomen zullen 't niet laten wor-
genl"
„Karloo, hier moeten, we overwinnen
of sterven I" vervolgde Rijsoor met nog moer
nadruk. „Hier zullen we zijn in 't cen
trum van den strijd en moeten we ons tot
eiken prijs handhaven tot de Bevrijder zal
komen! Welnu, dit heilige huis vertrouw
ik aan jou toe! Voer er 't bevel, verdédig
't, neem 't onder je hoede!"
i „Maar 't is veiliger onder je eigen hoede!"
„Nee, i k heb niet, zooale jij, bij Saint
Quintin en Grevelingen 't recht verworven
om deze brave mannen in 't gevecht voor te
gaan... Karloo, ik zal je volgen... marcheer
jij aan 't hoofd... jij alleen kunt hun leeren
i te overwinnen, ik zou hun slechts kunnen
toonen hoe men moet sterven!"
,,'t Zij zoo... omdat je 't wilt. Maar ik
stem er alleen in toe, omdat de eer voor
beiden dezelfde zal zijn, want 't gevaar
wordt grooter!"
„Goed, Karloo, ik reken op je... maar
waar is je degen?"
„Die is me afgenomen bij den hertog".
„Neem dezen dan".
Rijsoor wees op een der degens, die Jo
nas had meegebracht en op de trap laten
staan, en reikie hem aan Karloo over. Deze
stak de linkerhand uit om het wapen aan
te nemen. Hij had zijn hanldschoen uitge
trokken, zoodat men het verband1 kon zien,
dat om zijn twee gewonde vingers was ge
legd.
Rijsoor gaf een luiden gil en bracht de
hand' naar de borst.
„Wat heb je?" vroeg Karloo verbaasd',
natuurlijk onbekend met hetgeen er tusscben
zijn vriend en kapitein ltiguenez bespro
ken was in „Den Boodschapper vani Leu
ven", nadat" de graaf door den) Bloedraad
was vrijgelaten.
Hij kon in de verste verte niet vermoe
den, dat zijn vriend weten zou onder welke
omstandigheden zijn hand' was gewond ge
worden
Doodsbleek antwoorddle Rijsoon stotte
rend-: „Die wond, Karloo?... Die hand!?..."
„O, 'n schrammetje... Wees maar gerust,
't zal me niel beletten m'n plicht te doen...
Kijk maar, m n handen zijn alle twee ge
zond".
En andermaal stak hij die linkerhand uit,
om den degen over te nemen.
W ordt ervulgd