GS, Eerste Blad. Dinsdag 31 Augustus 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. Voor 't Vaderland. 8li# J nnrsang. ERSFOORTSGH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO. Idem frauco per post- 1.00. Afzonder! gl'e nummers - 0.05. Daze Courant rersohgnt dagelgki, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiénmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 'g morgens bg de Uitgevert in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C®. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels f 0.00. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 20 cents bg vooruitbetaling. Qroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tri het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Eeae circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter kennis van de ingezetenen dezer Gemeente, dat het door den Directeur van 's Rijks directe be lastingen, enz. te Utrecht executoir verklaard koliier No. 2 van de Bedrijfsbelasting over het dienstjaar 1909/1910, aan. <len Ontvanger van 's Rijks directe belastingen alhier is ter hand ge steld, aan wien ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet. bepaalden voet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat sen aangeplakt te Amersfoort, den 30. Augus tus 1909 De Burgemeester voornoemd, WüIJTIERS. Politiek Overzicht Spanje in Marokko. Sedert weken reeds spreekt men er van, -diat cle offensieve beweging van de- Spaansche troepenmacht, die onder bevel van generaal Marina bij Melilla vereenigd is, zal beginnen. Maar de tijd gaat voorbij, zonder dat men ziet, dat van woorden tot daden wordt overgegaan. En als gevolg daarvan wint het pessimisme steeds meer veld. Men verdiept zich in gissingen, wat toch de oorzaak van de vertraging kan zijin. In een brief, dien de Madridsche Liberal van haven correspondent op het oorlogistoo- neel ontving, wordt aan de heerschende ont stemming aldus uiting gegeven: ,,Wij staan voor eene onderneming, waarvan, om de waarheid to zeggen, niemand het doel en het praktische nut kent. Sedert geruimen tijd 5preekt men er van, dat onze strijd krachten zullen vooruitgaan. Maar het eeoiiige wat wij zien vooruitgaan, zijn de da gen en de uren. Sedert lang komen aanhou dend versterkingen en telkens nieuwe ver sterkingen aan. Aanvankelijk kon de ver wachting van deze hulptroepen als veront schuldiging voor ons dralen gelden. Maar er kwamen batailloais, er kwamen brigades en dïvisiën, en toch bleef alles zooals het was. Eindelijk liet generaal Marina een dag order aan zijne soldaten uitgaan, die wat langer was dan die van de Spartaaiische veld heer en plachten te zijn. Toen koester de niemand meer twijfel, dat dit stuk het sein was om op te rukken. Weldra echter moest men erkennen, diat dit niet zoo was. En toch kan inderdaad de tegenwoordige toestand onmogelijk verder bestaan. Wan neer het op dit oogenblik gevaarlijk is den aanval te beginnen, dan spreekt het van zelf, dat het verstandig en vaderlandslievend is, dat men van zulk handelen afziet. Wanneer men wegens het klimaat of om andere rede nen het tot het najaar wil uitstellen, dan is ook dat te begrijpen. Maar het eeuwige weifelen en dralen kan zoo niet voortgaan, want het dient slechts tot schade van de natie en van hen, die hier voor haar strij den. Indien er in de Spaansohe politiek uit overwegingen van bin.nerulandscben of inter nationalen. aard in de beoordeeling van het vraagstuk een keer mocht zijn gekomen, dan is het eveneens noodiig, dat volk en leger weten waaraan zij toe zijn. Behalve j de redenen van mortelen aard, moeten ook j pliysieke redenen er toe leiden aan deze werkeloosheid een einde te maken. Be enor- me massa menschen, in de kampen voor j Melilla onder een ongezond klimaat, op een vuilen bodem in een jaargetijde, dat als geknipt is voor de uitbreiding van ziekten, samengeperst, levert een bestendig gevaar. Reeds de dagelijksche organische uitwerp selen van 38,000 menschen be teekenen op zich zelf een hygiëniscn gevaar. Vooral waar het water bijna geheel ontbreekt. Het spook van de cholera, dat in zulke streken de le gers steeds vergezelt, kan op een goeden dag vTeeselijker slachting aanrichten dan de oorlog zelf. Het is in ieder opzicht drin gend noodig, dat er klaarheid komt in den toe-stand. Wanneer wij den vijand wi-lden bewijzen, dat wij ieder oogenblik in staat zijn een aanzienlijk leger naar Afrika te brengen, dan hebben wij ons doel bereikt. Als echter de angstige spanning voortduurt, dan zal de belangstelling voor de zaak ver lammen. Op deze wijze worden iederen dag krachten verbruikt, die op het beslissende oogenblik van nut zouden zijn. Vrije volken en hunne legers moeten weten, waarheen de weg gaat en met welk doel zij hem be gaan.'" Tot verklaring van het uitstel der opera- tiën heeft de Epoca, een officieus regee- ringsorgaan, een betoog geleverd van. een hooggeplaatst officier, die in gedetailleerde becijferingen uitrekent, dat een leger van. 30,000 man voor een veldtocht in dat on herbergzame gebied, zelfs al duurt die ■slechts enkele dagen, een uit omstreeks 15,000 last dieren bestaande» trein mee moet voeren oim het noodige water, den leeftocht voor man schappen en dieren, de munitie voor infan terie en artillerie, de tenten en de veindere bagage te vervoeren. Dit cijfer geeft er ©enig begrip van, wat liet beteekent een leger korps in een laud, dat over geene natuur lijke hulpbronnen beschikt, te doen operee ren. Wanneer men bedenkt, dat tlhans voor de poorten van Melilla nog dagelijks ge vochten wo-ndt en welke moeite het kost iedere proviamdcolonne voor de vooruitge schoven pos-ten op hare bestemming te bren gen* dan begi-ijpt men de groote bezwaren, waarmee de Spanjaarden bij eene offensieve beweging te strijden hebben, en de groote verantwoordelijkheid, die op generaal Ma nna drukt, omdat eene mislukking het mili taire en ook het politieke aanzien van Spasije in de wereld zeer zou schokken. Daarom stelt hij er ook prijs op de verbinding van Mar Ghiica, het door een smalle landtong van de zee gescheiden meer, dat zich niet veir van Melilla over eene vrij groote lengte langs de kus-t uitstrekt, met de zee tot sfband te brengen. Maar het werk aan d-e doorgra ving van deze land-tong schiet niet hard opvolgens de verzekering van deskundi gen zijn daarvoor zelfs nog ©enige maanden noodig. Er is dan ook besloten ©ene kleine, van Cartagena ontboden geschutsloep dwars over de landtong op rollen naar Mar Chica over te brengen en ook op die wijze eene drijvende batterij daar op te stellen. Wan neer onze kleine booten 'het meer doorkrui sen, dan eerst zal men kunnen zeggen, dat men aan den vooravond van de operatiën staat", zoo wordt uit Melilla aan de Impax- cial geschreven. Maar als de operaitiën dlaar- op moeten wachten, dan is het toch wel vreemd, dat de regeering te Madrid reeds voor weken heeft aangekondigd, dat die offen sieve beweging voor de deur stond. Een medewerker van de Correspondencia de Espana, die van de Fransohe grens uit een uitstapje heeft gedaan in het binnen land, ontmoette daarbij eenige Marokkanen, die een poos hadden gediend bij de harka voor Melil'la. Op de vraag, hoe zij zich de toekomst voorstelden, antwoordden zij,,Wij zullen zóó lang den strijd voortzetten als onze krachten het toelaten, en slechts don den oorlog staken, wanneer Spanje de stel lingen die het -heeft bezet, weer ontruimt en afziet van de exploitatie van de mijnwerken." Wanneer dat werkelijk de onder de Rifman- nen heerschende stemming is, dan hebben de Spanjaarden nog moeilijke dagen voo» den boeg. Duitschland. Bulzig, 30 Augustus. Om 12 uur kwam de kroonprins per automobiel aan op de plaats van het ongeval en nam hij kennis van de verklaringen van den eer sten ingenieur Dürr. volgens wien er voor het ongeval zeven oorzaken waren. De kroonprins besteeg daarna de gondels om het defect in bijzonderheden te bezichtigen. Denemarken. Kopenhagen, 30 Aug. In den loop van het debat over de wetsontwerpen betreffende de landsverdediging, betoogde minister-president grfcaf Holstein o. a. De Noordzee- en Oostzee-overeenkomsten leggen ons den plicht op, op het oogenblik dat er gevaar ontstaat voor ons gebied of voor het gebied van een der betrokken staten met hunne gezanten in verbinding te treden, oni ons te verstaan over hetgeen er alsdan zal moeten gebeuren. Wij zijn dus verplicht eventueel met andere staten samen te wer ken en wij kunnen daartoe worden gedwon gen, als wij onze verplichting niet loyaal vervullen. De overeenkomsten, die gesloten zijn, zijn voor het bestaan van Denemarken van het grootste gewicht en kunnen niet behandeld worden met zoo ongelooflijke on verschilligheid als van vele zijden hier 's geschied. Zweden. Stockholm, 30 Aug. Nadat de Vrijzinnige landsvereeniging een de Zweed- sclie vredes- en arbitrage-vereenigang de re geering ieder voor zich hadden verzocht om te bemiddelen in de algemeene staking, is hed-en eene verklaring van de regeering ver sohenen, dat zij het initiatief tot eene be middeling niet kan nemen. De mini®beo* van binnenlandsclje zaken motiveert deze houding in een uitvoerig betoog, dat als heb initiatief tot de bemiddeling van de regee ring uitging, dit den schijn zou wekken, dat de arbeiders in den strijd, dien zij door d:e algemeene staking tegen de burgerlijke maat schappij hebben aangebonden, hadden over wonnen. Portugal. Lissabon, 30 Aug. De Kamer heeft het handelsverdrag tusschen Portugal en het Duitsche rijk goedgekeurd. Spanje. Op den vestingwal van het fort Mont- juich, de citadel van Barcelona, is Antonto Molet, de aanvoerder van de oproerlingen in de wijk St. Andrian de Bozos, doodge schoten. De procureur-generaal TJgarte, die uit Barcelona te Madrid is teruggekeerd, heeft verklaard, dat behalve duizend processen iu Barcelona, nog een even groot getal in de provincie zullen worden aanhangig gemaakt. Spanje in Marokko. Over de omstandigheden, waaronder de offensieve beweging van de Spaansche troe pen waarschijnlijk zal worden voltrokken, wordt aan Engelsche bladen uit Melilla ge schreven De taktdek van de Rifmannen zal hierin bestaan, de aanhoudend zich uitbrei dende verbindingslijnen van het Spaansche leger bij zijn marsch op Seluan on Nador aan te tasten. Maar zij hebben weinig kans op succes, omdat Meli-lla eene ware vesting geworden is, welker inneming slechte met alle moderne hulpmiddelen mogelijk zou zijn, en omdat de spoorweg eveneens krach tig beschermd is. Naarmate het leger zal voortrukken, zullen de verbindingen door verschanste posten beveiligd worden zoo wordt een soliede basis verkregen, die gene raal Marina zal vergunnen over het gros van het leger vrij te beschikken. Overigens hangt alles af van het gereed komen van het kanaal, dat de lagune van Mar Chdca met de zee verbindt. Dit stelsel zou spoedig leiden tot beëndiging van den veldtocht. In het andere geval zou de toestand van de Spanjaarden zeer moeielijk worden, omdat dan alles wat voor de troepen noodig is over land zou moeten worden aangevoerd en aan de voortdu rende aanvallen van den vijand zou zijn blootgesteld. Uit Madrid wordt bericht, dat eene Spaan sche troepenafdeeiing, onder kolonel Larrea, die na een gevecht bij Tasaguen, oprukte :n de richting van de Muluyarivier, de vijande lijke doewars verwoestte en op de hoogten van Kebdana versterkingen aanlegde. Op den verderen marsch bereikte de colonne het Muluyadal, waar zij de bezittingen van den kaid Hamoen, den voornaamste» tegen stander van de Spanjaarden onder de Ke'h- danas, vernielde. Daarna werd de terug- rnarsch aangenomen. Te Restinga kwam de kanonneersloep Cartagena aan, die naar het "Mar Chica zal worden overgebracht om dat meer te beheersclien. Rusland. Uit Petersburg bericht de Times, dat de gezondheidstoestand van de Czarina weer bezorgdheid wekt. Het is mogelijk, dat daar door de reeds gemaakte schikkingen voor het bezoek aan de Krim en voor de buiten- landsche reis wijziging zullen ondergaan. Een ander bericht meldt, dat de Czarina sedert acht dagen bedlegerig is. Hare ner veuss hartaandoening is weder opgetreden. Alle toebereidselen voor de reis naar de Krim en voor de reis naar Italië zijn reeds gemaakt; de ziekte kan echter oorzaak zijn, dat de Czarina de reis niet zal kunnen mee doen. Tn dat geval zou de Cznar de reis naar Italië alleen doen. Griekenland. Het memorandum van de officieren, dat in de crisis eene rol spoedt, bevat de vol gende eiscdien 1 Herstel van den tweejarigen dienst plicht, verhooging van de vredessterkte van het leger op 14,000 man, van de oorlogs sterkte op 150,000 man. 2. Opheffing van het generale commando als bijzondere instelling. 3. Verwijdering van de koninklijke prin sen uit do gelederen van het actieve leger. 4. Opdracht van een vreemden generaal van de reorganisatie van het legeraan stelling van ervaren vreemde instructeurs voor de schiet- en rij-oefeningen. 5. Grondige hervorming van het. bestuur der munitie- en montage-depotsgrooter I spaarzaamheid bij het gebruiken van het materieel. 6. Aanvulling van het ooriogsmaterieel door nieuwe bestellingen. Van het ministerie van marine wordt de vervulling van dia volgende eisohen ver langd Verkoop van de onbruikbare en aan schaffing van nieuwe moderne oorlogssche pen, aanvulling van de torpedojagers-flot- tille door bestelling van nieuwe vaartuigen, van deze klasse, vermindering van het aan tal koninklijke jaohten tot een, speciaal voor den Koning bestemd, reorganisatie van de verschillende af deelingen in het ministerie van marine en in het marine-arsenaal, gron dige hervormingen in het bestuuT van de munitie- en raontagedépóts, grootere spaar zaamheid bij de aanvaarding van het mate rieel. Alle officieren hebben zich solidair ver klaard voor de vervulling van de tien op genoemde eisohen. Slechts eene kleine min derheid komt op voor eene mildere formu leering van den eisch betreffende de prin sen door het verlangen uit te drukken, dat de prinsen in plaats van geheel verwijderd te worden uit het leger, evenals de overige officieren in den ranglijst worden opgeno men en op hunne beurt worden bevorderd, zonder eenige rangen over te springen. De officieren waren voornemens, tegelijk met de indiening van dit memorandum, aan het volk een manifest te richten om het uit te noodigen hun stap te oudersteunen, wan neer het de eischen gerechtvaardigd acht. Over de gebeurtenissen, die tot het optre den van het kabinet Mauromichalis hebben geleid, wordt aan de Vossische Ztg. uit Athene bericht: Ten gevolge van de botte weigering van minister-president Rallis om de deputatie van de jonge officieren te ontvangen en hunne memorie aan te nemen, is de militaire beweging geheel tot uitbarsting gekomen. In het vroege morgenuur van Zaterdag ruk te bijna het geheele garnizoen van Athene in velduitrustdng met geschut en versterkt door marinetroepen uit naar de voorstad Gudi, waar de troepen, ruim 3000 man sterk, een kamp opsloegen en den Koning de mededeeling zonden, dat zij zijn aftreden verlangden. Rallis, zijne onmacht erken nende, diende tegen den middag zijn ontslag in. De 6tad is volkomen rustig, want de openbare meening sympathiseert met het streven van de officieren. Men verwacht eene toezegging van den Koning, dat hij de wenschen van de officieren zal vervullen. Ook wordt eene amnestie voor het bestu rende comité van de officieren verwacht, waarna dit zich zal ontbinden. Mauromichalis, die de opdracht ontving tot samenstelling van het kabinet, hoopt de opgewondenheid van de officiereu tot be daren te kunnen brengen, wier programma algemeen wordt goedgekeurd. Hunne ge wichtigste eischen zijn: Benoeming van een vreemden generaal en officierenstaf tot re organisatie van den generalen st'af en van de leiding van de groote manoeuvres, af schaffing van het prinselijke opperkomman- do en instelling van een oppersten militai ren raad uit de divisie-commandanten en den chef van den generalen staf, oproeping van vier lichtingen der reserve voor de ma noeuvres in het voorjaar van 1910, aankoop van een modern oorlogsschip van 10,000 ton en van acht torpedojagers, benoeming van vreemde instructeurs voor de vloot, op neming van 23 millioen jaarlijksche uitga ven in de begrooting. Mauromichalis, de nieuwe minister-presi dent, is leider van eene kleine groep in de Kamer, die meest uit aanhan gers van den vroegeren minister-presi- Naar het Fransch van Edmond Lepelletier. 77 DOOR J. L. VAN DER MOER. De Hertog rilde even, er kwam een droe ve uitdrukking op zijn bleek gelaat. ,,Een jong meisje?" vroeg hij, eenigszins ontroerd, want de gedachte aan zijn eigen zieke dochter werd plotseling bij hem leven dig. En hij fluisterde in zich zelve: „God heeft verschrikkelijke wapens 1" Hij riep den page weer terug en voegde hem haastig toe: „Ga gauw naar die 'brave menschen terug en zeg dat ze gerust aan hun droefheid mo gen toegeven... laat ze hun dochter maar beweenen... ik geef hun permissie!" Hij ontblootte eerbiedig het hoofd, terwijl hij het sterfhuis voorbijging. En vervolgens de aandoening bedwingend, waaraan hij een oogenblik had toegegeven, kreeg hij weer de sombere, koele uitdrukking op het gezicht terug. Evenals bij zijn Koninklijken meester verhelderde dit gewoonlijk 6lechts bij het zien van de vlammen van den brandstapel. De stoet trok intusschen verder. Achter de zingende "boetelingen verscheen, door met pieken gewapende politiedienaars omringd, meester Charles, de heul van Bra bant. Hij was in een scharlaken pak ge kleed en droeg zijn ontbloot zwaard over den schouder." Met onverschillige blikken keek hij de menigte aan. Vier knechten ver gezelden hem. De een droeg een ladder, de tweede een koord, de derde een ijzeren staaf, de vierde een nog niét ontstoken toorts. Bij het zien van den beul en diens som bere gezellen, voer een rilling door de toe schouwers. Maar weldra werden hun. blikken door een ander tooneel getrokken en werd hun aandoening op andere wijze opgewekt. Met ketens aan de bloote voeten, de ar men gebonden en blootshoofds, verschenen twee aan twee de ter dood veroordeelden, tusschen een dubbele rij schutters met ge laden snaphanen Een compagnie hellebaardiers sloot den stoet. Ingevolge de door den heraut bekend ge maakte bevelen, zonken al de toeschouwers op de knieën. Op het oogenblik dat de veroordeelden het huis voorbijtrokken, waarvoor La Tré- mouille en Karloo zncli 'Bevonden, kon deze zich niet langer bedwingen om vooruit Ie treden. Onder de ongélukkigen, die naar do strafplaats werden geleid, had liij Galena, Bakkerzeel, Comelis en al zijn andere vrien den en strijdmakkers van Rijsoor herkend. Ook zij hadden hem in het oog gekregen. Te midden van al de menschen; die op de knieën lagen, was :hij de eenige die stond en dus goöd zichtbaar was. Galena weid hem het eerst gewaar. Een1 uitdrukking van haat en 'verachting vertoon de zich op hei 'krijgshaftig gelaat van den luitenant ider burgerwacht. Hij trachtte de vuisten te ballen tegen- Karloo, wien Idto tranen in de oogen kwalmen, maar do ket ting waarmede Ihij geboeid was belette 'heft hem. Met dreigende stem riep hij hem toe: „Lafaard! Jij bent vrij, niet waar? Maar wij sterven- voor 't vaderland 1" Karloo stond al® aan den grond gena geld. „Verrader!Voor hoeweel heb je on6 verkocht?" riep Oornelis, en Bakkerzeel, zich tot de menigte wendend, Voegde er aan toe. „Ziet allen dien ellendeling, 't is een Judas 1Wees vervloekt, Karloo!" En al de veroordeelden, gestompt en voortgeduwd door de soldaten, die hen in- tussclsoii niet 'tot zwijgen kon'den dwingen, herhaalden in koor: „Wees vervloekt, Ju das Wees vervloekt, Karloo 1" De ongelukkige jonge man leed op dit oogenbli'k vrij wat meer dan zij zelve. ,,'i Is afschuwelijk!'t is valscfhI" riep hij terug, zonder evenwel door de ver oordeelden te worden gehoord. „Ik ben geen verraderIk heb niemand verkocht 1" En hij wilde zich bij hen voegen, om zijn plaats in den stoet en ziin aandeel aan de te ondergane martelingen op te eischen. Met groote moeite wist La Trémouille bem te weerhouden „Biijf "bedaard, mijnheer", sprak ihij, „duid 't 'hun niet ten kwadeze laten zich bedriegen door den schijn! Uw gewe ten is immers zuiver?" „Maar 1 is vreeselijk, mijnheer, 't is im mers om wanhopig te worden Hoe is '<t mo gelijk, dat ze mij kunnen beschuldigen? Ik ben tcch hun vriend en broeder?" „Ge kunt niets zeggen, wees voorzich tig! De beu'len van den hertog waken „Maar ik zweer u", hernam Karloo, zich voor de borst slaande, „ik zweer u, dat i'k hen niet verraden heb 1" „Dit weet i k maar al te goéd", zei La Trémouille levendig, ,,'t Was 'n vrouw Karloo stootte een .gil uit en greep den markies bij den arm. ,,'n Vrouw!Weet ge dat 't 'n vrouw was? Zeg me haar naam, mijnheer, vlug, vlug, haar naaml" „Dien ken 'k niet", antwoordde de Fransdhman. „Ik weet alleen da't ze zich gisteren bij den hertog vervoegd heeft en dat ze van morgen 't paleis verliet met 'a vrijgeleidebrief voor Rijssel!" „Ha, da's tenminste 'n aanwijzing dan kan 'k haar 6poor volgenGe zegt dat ze 'n vrijgeleidebrief voor Rijssel heeft?" „Ja, evenals wij ook „Goed, laat me den tijd etven naar 't Stad huisplein te loopem, naar 'de woning van. Rijsoor, waar 'k 'n treurige boodschap moet brengenIk ga de gravin, meedeelen, dat ze weduwe geworden isen dan kom *k terug. Ik kan u immers bij de Vlaamsche Poort ontmoeten? Dien weg moeten we ne men om naar Rijssel te gaan, en dat ellen dige schepsel natuurlijk ookZe kan de stad nog niet uit zijn „Nee, de poorten zijn op hoog ibeVél van af van morgen gesloten geweest. „Wees dan zoo goed, mijnheer, daar op ■mc te wachten. Ha, ik zal haar vinden en ontmaskeren en gij zult im'n getuige zijn, markies t" „Gaarne, ik ben geheel tot uw dienst." ,,Ach, ach, d'ie verschrikkelijke beleedi- girgen, die ik heb moeten aanbooren", klaagde Karloo in «tlllte, terwijl hij naar hel hotel van Rijsoor liep. „De dood her innert me aan m'n oedRust in vrede, martelaar voor 't vaderland!de wraak ia nabijDe doodsklok zal vandaag niet alleen voor dc slachtoffers iven den hertog van Al'va geluid hebben. HOOFDSTUK XV. De Liefde in de nabijheid van- den Dood. Gudule liep in dè eetzaal heen en weer, angstig door al 'het rumoer op het plein. Zij dacht er met schrik en beven aan dat haar aanstaande, Jan Haring, zich onder de Ver oordeelden zou bevinden. Toch ihad men haar verteld, dat heit. hem, evenals den brou wer Koppel, gelukt was de stad te verlaten en dat hij zich op weg bevond naar Antwer pen en Vlissingen, om zich bij de water geuzen aan te sluiten. In laatstgenoemde plaats zou zij hem kunnen ontmoeten. Zij smeekte haar meesteres de woning zoo spoedig mogelijk te verlaten en wilde haar niedenemen naar buiten. Maar Dolorès weigerde/Zij 'bleef wachten „Maar we kunnen immers niet hier blij ven, mevrouw", drong Gudule bij haar aan', „'t Volk stroomt t plein op, zie toch eens aande hellebaardiers stellen zich rond om 't schavot op! En daar zijn de muske tiers ook alnu zullen' dadelijk de ver oordeelden wel volgen. Waarom gaan we nu niet heen. We kunnen er nog wel door!" Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1