BUITENLAND. ff FEUILLETON. DE WISKOTTENS. X". 78e 8'" JnarKang. FOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post1.50. Afzonderjgke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens b\j de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cents bij voeruitbetalinf. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tel het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Eeae oiroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan hen, die met 1 October a. s, op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand September nog zullen verschijnen, kos teloos toegezonden. Politiek Overzicht l>e mogend lieden en de vrede. Het feit dat de Kreta beschermende mogendheden er in geslaagd zijn een gewa pend conflict tusschen Turkije en Grieken land te verhinderen schijnt de meening te bevestigen dat ondanks de geschillen van het oogenblik, de pacific-istische neigingen meer en meer de overhand krijgen en diat zij in de lei-diende kringen een strooming vormen, welke het misschien moeilijk zou vallen openlijk te keeren. In de laatste vijf jaren heeft het herhaalde malen met oorlog- gedreigd en telkens is Europa er in geslaagd der. vrede te handlhaven. De meest spannen de crisissen crisissen die vroeger onge twijfeld op eenen algemeenen oorlog zouden zijn uitgeloopen hebben in vrij bevredi gende regelingen lrun ©inde gevonden. Eerst bij de Marokkaansche verwikkelingen, daar na bij het Oostenrijksch-Turksche geschil, vervolgens het Oostenrijksch-Servisohe con flict en ten slotte, zeer onlangs, in den loop der Turksch-Grieksche oneenigheden heeft men de Europeesche diplomatie met eene waarlijk bij zonderen ijver er naar zien st-re- v~.i de gemoederen te kalmeeren en formules voor eene verzoening te zoeken. Zulks ver raste te meer wijt men* volkomen wist dat d© belangen der verschillende groepen van mogendheden bij het meerendeel der aan de orde zijnde geschilpunten totaal met elkaar in contrast waren en dat sommige van hen gemakkelijk van de gelegenheid hadden kun nen profiteeren om zich aan invloed op 9omanige elementen te verrijken en aldus in troebel water te visschen. In plaats daar van heeft Europa niets anders op het oog gehad dan de handhaving van den vrede en heeft het afgezien van aLle o-verwegingen die den toestand ingewikkelder zouden heb ben kunnen maken. Bij de Oostersche crisis bijvoorbeeld was men verwonderd, te zien dat Rusland afzag van zijne traditioneel© politiek en toeliet dat Oostenrijk-Hongarije den. stap voorwaarts deed welke Rusland gedurende bijna een eeuw had trachten te voorkomen. Anderzijds streefden Engeland en Frankrijk, welke mogendheden meestal doorgaan als eensgezind, in hun pogen om aan de Duitsche politiek échec te bezorgen, er krachtig naar om de regeering te St. Pe tersburg tot de overtuiging te brengen dat er eene absolute noodzakelijkheid, bestond om zich verzoeningsgezind te toonen. Zeker kan men doen opmerken dat Rusland zich heeft geschikt in het eenmaal voldongen feit der inlijving van Bosnië en Herzegowina omdat het op militair terrein niet in staat was ©ene strijd te beginnen, maar het is niet minder waar dat alle groepen met de mees-te zorg werkzaam zijn geweest om, -het kostte wat het wilde, den oorlog te voorkomen, waarbij sommige van hen hebben moeten toestemmen in ©ene wezenlijke opoffering hunner eigenliefde. ,,Men moet echter, door dit te eonstatee- ren geene andere beteekenis er in zoeken dan werkelijk aanwezig is en er niet uit concludeeren dat de toonaangevende mach ten volkomen voor het vredesideaal zijn ge wonnen." Aldus Roland de Marès in de In- dépendance Beige en hij gaat voort: ,,Het is juister te zeggen dat de vrede zich bij hen opdringt als eene absolute noodzakelijk heid omdat zij zich in <Te onmogelijkheid be vinden een gewapend conflict te localiseeren. Do groote staatkundige problemen zijn zoo zoo nauw, het een mei het andere, verbonden, dat elke oorlog die zou ontstaan en waarbij een hunner partij was, per sé in een alge- meene worsteling zou moeten ontaarden. Dat is een logisch gevolg van de politiek van bondgenootschappen, en overeenkomsten en daarom m-ag men zeggen dat, waar de groepen van mogendheden een natuurlijk tegenwicht onder elkaar vormen, zij den besten waarborg voor den vrede vormen, die men op het oogenblik kan verlangen. Indien een dezer groepen plotseling tot vei*zwak king zou geraken, zou het evenwicht ver broken zijn. Wij aarzelen daarom niet met te constateeren dat de vredelievendheid der groote mogendheden puur aan de oppervlak te ligt. „Zonder twijfel zou men liever iets anders ontdekken in de vredelievende politiek van Europa aan het begin der 20e eeuw en het zou opbeurend wezen er een openlijk bewijs in te vinden van die eenvoudige en bewon derenswaardige liefde tot den vrede, welke in do officieel© vergaderingen zoo gaarne wordt geprezen, maar men moet aan de poli tiek niet meer vragen dan ze geven kan. Zij ontwijkt alle sentimentaliteit en streeft slechts naar ontwikkeling der nationale in vloeden. Ook moet worden aangestipt dat bij de pogingen van Europa om den wereld vrede te handhaven, de zwakke en kleine staten steeds worden opgeofferd. Zij zijn het diri de kosten moeten betalen van de ententes der mogendheden en het is tot hun schade dat steeds de toonaangevende machten ver zoeningsformules trachten te vinden. Na in beginsel te hebben vastgesteld dat een inter nationaal verdrag niet kon worden gewij zigd door den wil van een enkele, hebben niettemin de mogendheden het Servische volk gedwongen zich geheel en al, zonder ©enig voorbehoud aan de Oostenrijksch- Hongaarsc-h-e politiek te onderwerpen. Even zoo heeft men in de Turksch-Grieksche cri sis gezien dat Kreta en Griekenland het gelag hebben moeten betalen. Ten tijde dat het absolutisme het Ottomaansche rijk in tal van onheilen stortte, heeft Europa alle nationale bewegingen begunstigd. Het is met haar goedvinden dat het bevrijde Kreta zich tot Griekenland heeft gericht; maar tegenover een gereorganiseerd Turkije op constitutioneelen grondslag, heeft Europa deze politiek niet kunnen handhaven en heb heeft niet geaarzeld Kr ©tensers en Grieken, te dwingen af te zien van zekere voordeelen voortvloeiende uit den toestand, welken het zelf minutieus heeft voorbereid. Er is slechts één natie aan welke een dergelijke vernede ring is bespaard, namelijk Bulgarije en zulks omdat het Bul gaars eh e volk gereed was om zich te verdedigen en door eigen middelen te verkrijgen wat de mogendheden zeker zouden hebben geweigerd indien 'het in haar macht had gelegen zich te verzetten tegen de verwezenlijking van Bulgarije's idealen. Zulks behelst een wreed© les voor de kleinen en zwakkendeze zullen niet de zekerheid1 hebben te worden gesteund door de mogend heden dan voor zoover ze zich hebben voor bereid op allen tegenstand en in staat zijn door eigen middelen den loop der gebeurte- nissc i te leiden in een richting welke gun stig is voor hunne belangen. Indien zij dit veronachtzamen, zullen zij stelselmatig woi*- den opgeofferd en de historische rechten die zij. kunnen doen gelden zullen geen gewicht in de schaal leggen. Bij den huidigen staat van zaken hebben de kleinen en de zwakken, wanneer zij voor een internationale kwestie worden gesteld, bijna evenveel te vreezen van den vrede dan van den oorlog. „Dat is diep teleurstellend en liberale geesten schikken zich met moeite in deze om standigheid. Zeker, door de handhaving van den vrede, hoe deze dan ook geschiedt, wor den gelukkig duizenden en nog eens duizen den menschenlevens gespaard. Maar hoe zal het gaan als, in plaats van een sterke tegen een zwakke, twee natiën van gelijk© kracht zich tegen elkander opmaken en noch de eene noch de andere er in zal be rusten het offer te doen van haar invloed en haar toekomst. Op dien dag zal het on getwijfeld blijken dat de vredesactie der mogendheden gekunsteld is en dat wij on gelijk hadden om ons te verhoovaardigen. „De duurzame vrede, de oprecht gemeen de vrede, zal eens onder de mensohen heer- sohen door den natuurlijken, alle politieke grenzen overschrijdend©, aandrang der vol ken zelf. Men moet hem niet verwachten van de groote mogendheden, omdat deze er zich tegenover zullen stellen en de rol ex- van zullen beperken. Zoolang macht zal heerschen boven recht, zullen zij die er over beschikken beproeven zich er van te be dienen voor de verwezenlijking hunner doel einden en de voldoening aan hunne begeer ten. De triomf van den vrede hangt alleen af van den triomf van het recht en niet voordat eens de geheele beschaafde wereld' zich in de bres zal stollen voor ©ene wer kelijk rechtvaardige zaak zal men kunnen, zeggen d'at de tijden van vrede en een dracht gekomen zijn. Tot zoolang moeten de volkeren zich verdedigen of berusten." DuitschlancL Leipzig, 14 Sept. In de heden gehouden zitting van den sociaal-democrati- schen partijdag verscheen Bebel. De partij dag hield zich hoofdzakelijk bezig met de parlementaire werkzaamheid. De sociaal democratische fractie in den Rijksdag, zoo rapporteei-de Ledebuhr, bepaalde zich tot uiteenzetting van de houding der sociaal democraten inzake de financieele hervorming. Frankrijk De vroegere minister van buitenlandsche zaken Hanotaux spreekt zich in een artikel in het „Journal des Debats" met groote be slistheid uit voor het onlangs weer opgedoken denkbeeld: de inboorlingen uit de Fransc-h© koloniën in Afrika voor den militairen dienst te gebruiken. Frankrijk zou dan in Afrika een leger van 300,000 onvergelijkelijke, trou we soldaten kunnen onderhouden, welke in eventueel© gevallen elke Afrika-mogendheid het hoofd zouden kunnen bieden. Hij zegt daarbij niet alleen de belangen van Frank rijk, maar ook die van. Afrika op het oog te hebben. Men zal Afrika slechts voor de be schaving kunnen winnen, wanneer men de bewoners aan tucht wout. Het congres van radicalen en raddcosocia- listen te TcuIon vergaderd, heeft besloten geen vei*inenging met andere partijen toe te laten en vooral aan de onafhankelijke socia listen de opname in de rijen der radicalen te weigeren. Zaterdagmiddag heeft de publieke verkoo- ping plaats gehad van de meubels van den bisschop van Auch, waarop beslag was ge legd wegens diens weigering, een bij rechter lijk vonnis hem opgelegde boete te betalen hij was daartoe veroordeeld wegens het schrijven van een herderlijken brief, waarin hij waarschuwde tegen het gebruik van ze kere schoolboeken. Aangezien de partij van den bisschop den kruiers, die zich met het vervoer der meu bels naar het verkooplokaal zouden belasten, had bedreigd met boycot, kostte het eenige moeite voor dit vervoer het noodige perso neel te vinden. Toen ten slotte de afslag begon, werd on middellijk een kast, voor 25 fr. ingezet, voor 800 fr. gemijnd. Dit bedrag was vol doende om de boete en gerechtskosten te be talen, zoodat de verkoop gestaakt werd. Engeland. L o n d e-n, 15 September. De clau sule» tot het opleggen van hoogere successie rechten zijn na iweedaagsche discussie het Lagerhuis gepasseerd. De laatste zitting duurde" tot 4.40 heden morgen. Een# medewerker van de Daily Chronicle heeft een bezoek gebracht aan minister Lloyd George om diens oordeel te vernemen over de rede van Lord Rosebery te Glasgow. De kanselier van de schatkist zeide: Lord Rosebery's redo heeft geen nieuws gebracht. Zij was slechts een herhaling van al de be weringen, die de heer Chaplin en zijn vrien den in de laatste maanden tegen de begroo ting hebben ingebracht. De heer Lloyd George vergeleek de rede van den liberalen oud-premier met een ongeladen torpedo, zoo als bij manoeuvres worden gebruikt. Het projectiel wordt itfgeschoten als een echte torpedo, maar bij hét doel gekomen, doet het niets en drijft weg, zonder eenige schade aan te richten. Zoo ging het ook met Lord Rosebery's rede, waarin aan het slot niet eens den raad durfde te worden gegeven, dat het Hoogerhuis de begrooting zoude ver werpen. Tn de Engolsche pers verluidt, dat het Engelsche Hoogerhuis waarschijnlijk de be grooting niet zal verwerpen, maar de be raadslaging schorsen om de regeering ge legenheid te geven de kiezers hun oordeel te lateu zeggeu. Volgens de liberale Nation zou, indien de verkiezing aldus in Novem ber valt, de nieuwe kiezerslijst, die anders eerst in Januari van kracht wordt, reeds voor November gelden. Verwerpt het Hoo gerhuis de begrooting, dan gaat ze terug naar het Lagerhuis, wordt er snel dor heen gedreven en komt bij het Hoogerhuis terug. Verwerpt dit opnieuw, dan volgt de verkie zing in Januari of Februari. De liberale bladen vallen Rosebery op allerlei onderdeden van zijn toespraak aau. Nooit hebben de Consols zoo laag gestaan, zeide hij o.a. Dit is gewoonweg een onjuist heid. Spanje. 3~>e Cortes zal denkelijk niet worden bij eengeroepen vóór 4 October. De regeering schijnt te wachten met de bijeenroeping tot zij geheel op de hoogte is van het Spaansche optreden te Me-Lüla. Maandag hebben 17 directeuren van dagbladen vergadierd te Madrid, om te be raadslagen over de te nemen protestmaat regelen tegen de scherpe oensuur. Zij heb ben besloten allen oen en lietzelfde protest- artikel te doen verschijnen. In de week der oproeren (26 tot 31 Juli) werden 83 gewonden in het gemeentezieken huis van Barcelona gebracht, waarbij 66 mannen en 17 vrouwen. Daarvan zijn tot dusver 13 aan hun wonden bezweken. Veer tig moeten na genezing wegens medeplich tigheid aan de oproeren voor den krijgsraad komeu. Een gendarme, die door den krijgsraad ter dood veroordeeld was omdat hij op een sol daat geschoten had, is in de vesting Mont- juich ter dood gebracht. Oostenrijic-Hongarile. Een Reuter-telegram heeft reeds medege deeld, dat de Hongaarsche minister-presi dent dr. Wekerle zich naar Weenen heeft begeven om aan den Koning het thans door alle leden der regeering goedgekeurde pro gram voor te leggen. Het Hongaarsche mi nisterie is bereid de bankquaestie te laten rusten tot 1917, dus tot den datum, waar op het handelsverdrag met Oostenrijk af loopt. Het stelt echter de voorwaarde, dat de Oostenrijksch-Hongaarsche bank in het vervolg de betalingen in goud zal doen en dat er op militair gebied concessies, bijv. ten aanzien van de taal in het leger gebe zigd, zullen worden gedaan. De gemeenschappelijke begrooting, die heden te Weenen zal worden behandeld, stelt nl. buitengewone eischen aan de draag kracht van de beide deelen dér monarchie. Voor den bouw van groote oorlogsschepen alleen wordt 250 millioen gevraagd en bo vendien nog 25 millioen meer dan de vo rige begrooting voor de oorlogsmarine be droeg, terwijl de aangevraagde kredieten voor de inlijving /an Bosnië 160 millioen bedragen. Van deze eischen tracht nu de Hongaarsche regeering gebruik te maken om in ruil voor eenige meegaandheid nationale concessies af te dwingen. Of zij daarin echter zal slagen, is nog aan eenigen twij fel onderhevig. De gestelde eischen immer9 zijn van dien nard, dat de Koning ze ver moedelijk niet zal inwilligen en dan is er weder een kabinetscrisis te wachten. Zondag hadden weer op verschillende plaatsen in Neder-Oostenrijk Duitsche tegen- betoogingen plaats tegen de Tsjechen. In Atzgersdorf bij Weenen belegerden 3000 Duitsche nationalisten vier uren lang het vergaderlokaal der Tsjechen. Een sterke politiemacht verhinderde vechtpartijen. Orteken land. Zooals al meermalen is mede-gedeeld, heb ben de ontvangst, die den kroonprins van Griekonland te Pabaas en op Korfoe ten deel viel en de rede, die hij op dit eiland hield, groote toorr. gewekt bij de officieren. Deze heeft als volgt geluid „Ik dank u, mijn» lieeren. voor de ontvangst die gij mij hebt bereid. Deze ontvangst is een verzachting voor mijn hart. (De prins was zoo geroerd, dat hij gedurende eenige oogenblikken niet voor:- kon gaan, waarna hij vervolgd»:) Als een deel dar staatsmachine niet goecl werkt, of een gedeelte der maatschappij zich niet gedraagt zooals het behoorde, dan bcteekent dit nog niet, dat de Koning geen vertrou wen in zijn volk mag stellen. Ik heb reeds vroeger te Voli gezegd, dat Koming en volk 3 DOOR RUDOLF HERZOG. „Kölsch, je moet mij een grooten dienst bewijzen. Je moet mij dien tuin terstond op schrift verkoopen. Of ik hem zoo goed beta len kan als de stad, als je voet bij stuk houdt, of ik je stuk laud terug geven moet en ondertusschen je geheele onderhandeling met de Stad in de war heb gestuurd, kan ik je op het oogenblik niet zeggen. Het is ge meen van mij, je zulk een laaghartig voor stel te doen, 'terwijl je slechts toe behoeft te happeu om r eene groote som voor te krij gen.' Kólsch, ik zou me dar* ook schamen bij een ander dan jou met zulk een. voorstel aan te komen. Voor me zelf z)ou ik het van z'n leven' niet. doen. Doch voor -de fabriek. Zie je, die is. als een kiaajd, dat men verwekt heeft en .waarvoor men zorgen moet dat het een1 man wordt. Al zou het ons tot de laat ste bloedige zweetdroppels moeten kosten. De fabriek, Kölsch!" Hij haalde zwaar adem. „Mijnheer Wiskotten," zeide de bejaarde opzichter, en zijn blik volgde den loop der urbeidzame, zwarte Wupper. „Ik -begrijp u. Ook uw plan, U wilt iets hebben, waarmede u de spoorwegdirectie in het harnas jagenl kunt." Hij keek tot zijn jongen patroon op. „De tuin is tot uw beschikking dat spreekt van. zelf immers. Ik zal toch dé fabriek niet in den steek laten." „Doch er ontgaat je daardoor wellicht eene aanzienlijke som." „De Wiskottens hebben mij vijf-en-twintig jaar lang niet lateu verhongeren. Integen deel. Voor mij en Anna zijn mijne inkom sten meer dan toereikend, en bovendien kun nen we nog genoeg naar Ernst in Dusseldorf zenden ook." „Hoe maakt Ernst het o-p-de academie. Be gint hij al een groot schilder te worden?" „Hij kan meer dan hij doet „Beter dan 't tegenovergestelde, Kölsch." „Daar troost ik mij ook maar mee. Zal ik nu de acte van overdracht on-dierteeke- neu?" „Hagen," zeide Gustav Wiskotten, met den hem eigen; koude», woesten trots, welken ook de oude in zich had. Toen bega ven ze zich naar de kamer van den opzich ter en overhandigde Albert Kölsch aan Gu stav Wiskotten de koopacte van den tuin, grenzend aan het rangeerterrein van de Rit- tershauser spoorbaan. Een half uur later zat de jonge fabrieksdirecteur in) den trein, die hem naar hét Elberfelder station Döp- persberg bracht, in welker nabijheid het kan toor der spoorweg-directie stond. De president was niet te -spreken. Wiskot ten liet zich bij- den hoofdambtenaar aan melden, die de zaak met- het stuk grond be handeld had. Hij mocht binnen treden. „Mijn naam is Wiskotten, fabrikant te Barmen." De hoofdambtenaar knikte. „Wij hebben u tot onzen spijt een weigerend antwoord moeten, geven, mijnheor Wiskotten. De di rectie verkoopt mi-et. Wij zijn zelf blij, dat we een paar stukken land bezitten, die we hoog noodig hebben." „Maar het terrein naast onze ververij komt er voor u volstrekt niet op aan. Asch kunt u overal afladen." „Daaromtrent past het u niet, een oordeel te vellen, mijnheer Wiskotten. Eveneens is het onze zaak, te besliss-ea wat we kunnen of wat we niet kunnen. Dat 2ijn aangelegen heden, waarop u wellicht niet den rechten kijk hebt." Kunnen we het gesprek niet wat gemoe delijker voortzetten mijnheer?" „Van gemoedelijkheid is hier volstrekt geen sprake, maar van. koninklijken dienst." „Ik wilde u slechts -bescheiden doeu op merken, dat ik sinds mijn aanneming een lange broek draag. Dat- is nu reeds twintig jaar geleden." De hoofdambtenaar maakte een koele bui ging. ten toeken, dat het gesprek geëindigd was. „U wilt heb voor. u waardelooze terrein niet aan ons verkoopen? Ook tniet, als ik u zeg, üat u daardoor in staat zoudb zijn de vlucht onzer fabriek aan banden te leggen? Wij zijn niet de minste belastingbetalers. Dat moest toch ook gewicht in de schaal leggen." De hoofdambtenaar trok even de wenk brauwen op. „De beslissing in deze aange legenheid is gevallen. U hebt haar verno men. Daarmede is de zaak voor ons afgehan deld. U neemt het mij niet kwalijk: ik heb gewichter zaken af te handelen," „Een vraag nog, als u het mij vergunt. Ik zou onder zekere omstandigheden bereid bevonden worden met den spoorweg een ruil aan te gaan. Wat antwoordt u op -dit voor stel?" „Mijnheer Wiskotten, het is hier toch geen paardenhandel. En mijn tijd is werke lijk geheel bezet." „U wilt dus niet?" „Een nieuw voorstel van uw kant staat u volkomen vrij," zeide de ambtenaar op een toon, die een eind aan het gesprek maakte. „Dank u. Ik heb mijn inkt dringender noodig. Welnu, dan. zal ik in 's hemelsnaam de- nieuwe fabriek maar bij hot rangeerter rein van het Rittershauser station bouwen. Ik hoop, dat we het met elkander zullen kunnen vinden. Roet en vonken der loco motief zullen natuurlijk volgens voorschrift achterwege moeten blijven. Px*ocessen zijn kostbaar." „Over welk stuk grond spreekt u dan eigenlijk? Het eenige, dat zich daar bevindt, is ons door de stad aangeboden geworden." „Zeer onverstandig van u, dat ge u niet eerst met de eigenaars in verbinding hebt gesteld De hoofdambtenaar keek scherp op. Toen belde hij om eenige stukken en bladerde ze snel door „Zoo. Hier hebben we het. Wat spreekt u toch voortdurend over uw stuk grond? Eigenaar is Ernst Kölsch." „Was, mijnheer, was! Den huidigen: eige naar ziet u in mij." „Kunt u dat bewijzen?" „Als u belang in mijn stuk land stelt? Ik heb de koopacte toevallig bij me. Hier: zwart op wit." De hoofdambtenaar las en kneep -de lippen samen. „Wilt u niét plaats nemen?" „Dank u wel, nu ben ik reeds aau het staan gewend." „Neem mij als 't u blieft niet kwalijk. Doch te midden der drukke bezigheden ver geet men zoo licht ik verzoek het u be leefd, mijnheer Wiskotten." Gustav Wiskotten nam plaats. „Het gaat reeds tegen den middag, mijn heer. U weet wat dat in een burgerlijke huishouding beteekent." Hij lachte gemoede lijk. „De zaak is immers zoo eenvoudig mo gelijk. U hebt mijn' stuk land noodig als het lieve brood „Nu, nu daar zou nog wel een woordje op te zeggen zijn." „Dat zullen we echter, om geen tijd te verliezen, niet doen. En juist zoo noodig al9 u mijn stuk land hebt, heb ik dat van u. Wat doen verstandige huisvaders in -zulk een geval, om zich tijd en kosten te 'besparen? Ze ruilen!" „Doch dat gaat maar zoo niet. In allen geval moeten natuurlijk de stukken grond getaxeerd en berekend worden." „De grootte is zoo ongeveer dezelfde. De waarden echter zijn van het oogenblik af, dat de zaak bepaald in overweging genomen moet worden, slechts -betrekkelijk waarden. Stelt uw prijs zoo hoog als u wilt, hij kan mijn prijs nooit overtreffen, doch wel gelijk worden, als we elkander onzen wederzijd- schen toestand duidelijk maken en zonder omwegen regelrecht op de zaak ingaan." Wordt 'Olfè.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1