BUITENLAND.
ff
FEUILLETON.
DE WISKOTTENS.
X". 78e
8'" JnarKang.
FOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post1.50.
Afzonderjgke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens b\j de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cents bij voeruitbetalinf.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tel
het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Eeae
oiroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan hen, die met 1 October
a. s, op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand September
nog zullen verschijnen, kos
teloos toegezonden.
Politiek Overzicht
l>e mogend lieden en de vrede.
Het feit dat de Kreta beschermende
mogendheden er in geslaagd zijn een gewa
pend conflict tusschen Turkije en Grieken
land te verhinderen schijnt de meening te
bevestigen dat ondanks de geschillen van
het oogenblik, de pacific-istische neigingen
meer en meer de overhand krijgen en diat
zij in de lei-diende kringen een strooming
vormen, welke het misschien moeilijk zou
vallen openlijk te keeren. In de laatste vijf
jaren heeft het herhaalde malen met oorlog-
gedreigd en telkens is Europa er in geslaagd
der. vrede te handlhaven. De meest spannen
de crisissen crisissen die vroeger onge
twijfeld op eenen algemeenen oorlog zouden
zijn uitgeloopen hebben in vrij bevredi
gende regelingen lrun ©inde gevonden. Eerst
bij de Marokkaansche verwikkelingen, daar
na bij het Oostenrijksch-Turksche geschil,
vervolgens het Oostenrijksch-Servisohe con
flict en ten slotte, zeer onlangs, in den loop
der Turksch-Grieksche oneenigheden heeft
men de Europeesche diplomatie met eene
waarlijk bij zonderen ijver er naar zien st-re-
v~.i de gemoederen te kalmeeren en formules
voor eene verzoening te zoeken. Zulks ver
raste te meer wijt men* volkomen wist dat
d© belangen der verschillende groepen van
mogendheden bij het meerendeel der aan de
orde zijnde geschilpunten totaal met elkaar
in contrast waren en dat sommige van hen
gemakkelijk van de gelegenheid hadden kun
nen profiteeren om zich aan invloed op
9omanige elementen te verrijken en aldus in
troebel water te visschen. In plaats daar
van heeft Europa niets anders op het oog
gehad dan de handhaving van den vrede en
heeft het afgezien van aLle o-verwegingen
die den toestand ingewikkelder zouden heb
ben kunnen maken. Bij de Oostersche crisis
bijvoorbeeld was men verwonderd, te zien
dat Rusland afzag van zijne traditioneel©
politiek en toeliet dat Oostenrijk-Hongarije
den. stap voorwaarts deed welke Rusland
gedurende bijna een eeuw had trachten te
voorkomen. Anderzijds streefden Engeland
en Frankrijk, welke mogendheden meestal
doorgaan als eensgezind, in hun pogen om
aan de Duitsche politiek échec te bezorgen,
er krachtig naar om de regeering te St. Pe
tersburg tot de overtuiging te brengen dat
er eene absolute noodzakelijkheid, bestond
om zich verzoeningsgezind te toonen. Zeker
kan men doen opmerken dat Rusland zich
heeft geschikt in het eenmaal voldongen feit
der inlijving van Bosnië en Herzegowina
omdat het op militair terrein niet in staat
was ©ene strijd te beginnen, maar het is niet
minder waar dat alle groepen met de mees-te
zorg werkzaam zijn geweest om, -het kostte
wat het wilde, den oorlog te voorkomen,
waarbij sommige van hen hebben moeten
toestemmen in ©ene wezenlijke opoffering
hunner eigenliefde.
,,Men moet echter, door dit te eonstatee-
ren geene andere beteekenis er in zoeken
dan werkelijk aanwezig is en er niet uit
concludeeren dat de toonaangevende mach
ten volkomen voor het vredesideaal zijn ge
wonnen." Aldus Roland de Marès in de In-
dépendance Beige en hij gaat voort: ,,Het
is juister te zeggen dat de vrede zich bij
hen opdringt als eene absolute noodzakelijk
heid omdat zij zich in <Te onmogelijkheid be
vinden een gewapend conflict te localiseeren.
Do groote staatkundige problemen zijn zoo
zoo nauw, het een mei het andere, verbonden,
dat elke oorlog die zou ontstaan en waarbij
een hunner partij was, per sé in een alge-
meene worsteling zou moeten ontaarden.
Dat is een logisch gevolg van de politiek
van bondgenootschappen, en overeenkomsten
en daarom m-ag men zeggen dat, waar de
groepen van mogendheden een natuurlijk
tegenwicht onder elkaar vormen, zij den
besten waarborg voor den vrede vormen, die
men op het oogenblik kan verlangen. Indien
een dezer groepen plotseling tot vei*zwak
king zou geraken, zou het evenwicht ver
broken zijn. Wij aarzelen daarom niet met
te constateeren dat de vredelievendheid der
groote mogendheden puur aan de oppervlak
te ligt.
„Zonder twijfel zou men liever iets anders
ontdekken in de vredelievende politiek van
Europa aan het begin der 20e eeuw en het
zou opbeurend wezen er een openlijk bewijs
in te vinden van die eenvoudige en bewon
derenswaardige liefde tot den vrede, welke
in do officieel© vergaderingen zoo gaarne
wordt geprezen, maar men moet aan de poli
tiek niet meer vragen dan ze geven kan. Zij
ontwijkt alle sentimentaliteit en streeft
slechts naar ontwikkeling der nationale in
vloeden. Ook moet worden aangestipt dat
bij de pogingen van Europa om den wereld
vrede te handhaven, de zwakke en kleine
staten steeds worden opgeofferd. Zij zijn het
diri de kosten moeten betalen van de ententes
der mogendheden en het is tot hun schade
dat steeds de toonaangevende machten ver
zoeningsformules trachten te vinden. Na in
beginsel te hebben vastgesteld dat een inter
nationaal verdrag niet kon worden gewij
zigd door den wil van een enkele, hebben
niettemin de mogendheden het Servische
volk gedwongen zich geheel en al, zonder
©enig voorbehoud aan de Oostenrijksch-
Hongaarsc-h-e politiek te onderwerpen. Even
zoo heeft men in de Turksch-Grieksche cri
sis gezien dat Kreta en Griekenland het
gelag hebben moeten betalen. Ten tijde dat
het absolutisme het Ottomaansche rijk in
tal van onheilen stortte, heeft Europa alle
nationale bewegingen begunstigd. Het is
met haar goedvinden dat het bevrijde Kreta
zich tot Griekenland heeft gericht; maar
tegenover een gereorganiseerd Turkije op
constitutioneelen grondslag, heeft Europa
deze politiek niet kunnen handhaven en heb
heeft niet geaarzeld Kr ©tensers en Grieken,
te dwingen af te zien van zekere voordeelen
voortvloeiende uit den toestand, welken het
zelf minutieus heeft voorbereid. Er is slechts
één natie aan welke een dergelijke vernede
ring is bespaard, namelijk Bulgarije en zulks
omdat het Bul gaars eh e volk gereed was om
zich te verdedigen en door eigen middelen
te verkrijgen wat de mogendheden zeker
zouden hebben geweigerd indien 'het in haar
macht had gelegen zich te verzetten tegen
de verwezenlijking van Bulgarije's idealen.
Zulks behelst een wreed© les voor de kleinen
en zwakkendeze zullen niet de zekerheid1
hebben te worden gesteund door de mogend
heden dan voor zoover ze zich hebben voor
bereid op allen tegenstand en in staat zijn
door eigen middelen den loop der gebeurte-
nissc i te leiden in een richting welke gun
stig is voor hunne belangen. Indien zij dit
veronachtzamen, zullen zij stelselmatig woi*-
den opgeofferd en de historische rechten die
zij. kunnen doen gelden zullen geen gewicht
in de schaal leggen. Bij den huidigen staat
van zaken hebben de kleinen en de zwakken,
wanneer zij voor een internationale kwestie
worden gesteld, bijna evenveel te vreezen
van den vrede dan van den oorlog.
„Dat is diep teleurstellend en liberale
geesten schikken zich met moeite in deze om
standigheid. Zeker, door de handhaving van
den vrede, hoe deze dan ook geschiedt, wor
den gelukkig duizenden en nog eens duizen
den menschenlevens gespaard. Maar hoe
zal het gaan als, in plaats van een sterke
tegen een zwakke, twee natiën van gelijk©
kracht zich tegen elkander opmaken en noch
de eene noch de andere er in zal be
rusten het offer te doen van haar invloed
en haar toekomst. Op dien dag zal het on
getwijfeld blijken dat de vredesactie der
mogendheden gekunsteld is en dat wij on
gelijk hadden om ons te verhoovaardigen.
„De duurzame vrede, de oprecht gemeen
de vrede, zal eens onder de mensohen heer-
sohen door den natuurlijken, alle politieke
grenzen overschrijdend©, aandrang der vol
ken zelf. Men moet hem niet verwachten
van de groote mogendheden, omdat deze er
zich tegenover zullen stellen en de rol ex-
van zullen beperken. Zoolang macht zal
heerschen boven recht, zullen zij die er over
beschikken beproeven zich er van te be
dienen voor de verwezenlijking hunner doel
einden en de voldoening aan hunne begeer
ten. De triomf van den vrede hangt alleen
af van den triomf van het recht en niet
voordat eens de geheele beschaafde wereld'
zich in de bres zal stollen voor ©ene wer
kelijk rechtvaardige zaak zal men kunnen,
zeggen d'at de tijden van vrede en een
dracht gekomen zijn. Tot zoolang moeten
de volkeren zich verdedigen of berusten."
DuitschlancL
Leipzig, 14 Sept. In de heden
gehouden zitting van den sociaal-democrati-
schen partijdag verscheen Bebel. De partij
dag hield zich hoofdzakelijk bezig met de
parlementaire werkzaamheid. De sociaal
democratische fractie in den Rijksdag, zoo
rapporteei-de Ledebuhr, bepaalde zich tot
uiteenzetting van de houding der sociaal
democraten inzake de financieele hervorming.
Frankrijk
De vroegere minister van buitenlandsche
zaken Hanotaux spreekt zich in een artikel
in het „Journal des Debats" met groote be
slistheid uit voor het onlangs weer opgedoken
denkbeeld: de inboorlingen uit de Fransc-h©
koloniën in Afrika voor den militairen dienst
te gebruiken. Frankrijk zou dan in Afrika
een leger van 300,000 onvergelijkelijke, trou
we soldaten kunnen onderhouden, welke in
eventueel© gevallen elke Afrika-mogendheid
het hoofd zouden kunnen bieden. Hij zegt
daarbij niet alleen de belangen van Frank
rijk, maar ook die van. Afrika op het oog te
hebben. Men zal Afrika slechts voor de be
schaving kunnen winnen, wanneer men de
bewoners aan tucht wout.
Het congres van radicalen en raddcosocia-
listen te TcuIon vergaderd, heeft besloten
geen vei*inenging met andere partijen toe te
laten en vooral aan de onafhankelijke socia
listen de opname in de rijen der radicalen te
weigeren.
Zaterdagmiddag heeft de publieke verkoo-
ping plaats gehad van de meubels van den
bisschop van Auch, waarop beslag was ge
legd wegens diens weigering, een bij rechter
lijk vonnis hem opgelegde boete te betalen
hij was daartoe veroordeeld wegens het
schrijven van een herderlijken brief, waarin
hij waarschuwde tegen het gebruik van ze
kere schoolboeken.
Aangezien de partij van den bisschop den
kruiers, die zich met het vervoer der meu
bels naar het verkooplokaal zouden belasten,
had bedreigd met boycot, kostte het eenige
moeite voor dit vervoer het noodige perso
neel te vinden.
Toen ten slotte de afslag begon, werd on
middellijk een kast, voor 25 fr. ingezet,
voor 800 fr. gemijnd. Dit bedrag was vol
doende om de boete en gerechtskosten te be
talen, zoodat de verkoop gestaakt werd.
Engeland.
L o n d e-n, 15 September. De clau
sule» tot het opleggen van hoogere successie
rechten zijn na iweedaagsche discussie het
Lagerhuis gepasseerd. De laatste zitting
duurde" tot 4.40 heden morgen.
Een# medewerker van de Daily Chronicle
heeft een bezoek gebracht aan minister
Lloyd George om diens oordeel te vernemen
over de rede van Lord Rosebery te Glasgow.
De kanselier van de schatkist zeide: Lord
Rosebery's redo heeft geen nieuws gebracht.
Zij was slechts een herhaling van al de be
weringen, die de heer Chaplin en zijn vrien
den in de laatste maanden tegen de begroo
ting hebben ingebracht. De heer Lloyd
George vergeleek de rede van den liberalen
oud-premier met een ongeladen torpedo, zoo
als bij manoeuvres worden gebruikt. Het
projectiel wordt itfgeschoten als een echte
torpedo, maar bij hét doel gekomen, doet
het niets en drijft weg, zonder eenige schade
aan te richten. Zoo ging het ook met Lord
Rosebery's rede, waarin aan het slot niet
eens den raad durfde te worden gegeven,
dat het Hoogerhuis de begrooting zoude ver
werpen.
Tn de Engolsche pers verluidt, dat het
Engelsche Hoogerhuis waarschijnlijk de be
grooting niet zal verwerpen, maar de be
raadslaging schorsen om de regeering ge
legenheid te geven de kiezers hun oordeel
te lateu zeggeu. Volgens de liberale Nation
zou, indien de verkiezing aldus in Novem
ber valt, de nieuwe kiezerslijst, die anders
eerst in Januari van kracht wordt, reeds
voor November gelden. Verwerpt het Hoo
gerhuis de begrooting, dan gaat ze terug
naar het Lagerhuis, wordt er snel dor heen
gedreven en komt bij het Hoogerhuis terug.
Verwerpt dit opnieuw, dan volgt de verkie
zing in Januari of Februari.
De liberale bladen vallen Rosebery op
allerlei onderdeden van zijn toespraak aau.
Nooit hebben de Consols zoo laag gestaan,
zeide hij o.a. Dit is gewoonweg een onjuist
heid.
Spanje.
3~>e Cortes zal denkelijk niet worden bij
eengeroepen vóór 4 October. De regeering
schijnt te wachten met de bijeenroeping tot
zij geheel op de hoogte is van het Spaansche
optreden te Me-Lüla.
Maandag hebben 17 directeuren van
dagbladen vergadierd te Madrid, om te be
raadslagen over de te nemen protestmaat
regelen tegen de scherpe oensuur. Zij heb
ben besloten allen oen en lietzelfde protest-
artikel te doen verschijnen.
In de week der oproeren (26 tot 31 Juli)
werden 83 gewonden in het gemeentezieken
huis van Barcelona gebracht, waarbij 66
mannen en 17 vrouwen. Daarvan zijn tot
dusver 13 aan hun wonden bezweken. Veer
tig moeten na genezing wegens medeplich
tigheid aan de oproeren voor den krijgsraad
komeu.
Een gendarme, die door den krijgsraad ter
dood veroordeeld was omdat hij op een sol
daat geschoten had, is in de vesting Mont-
juich ter dood gebracht.
Oostenrijic-Hongarile.
Een Reuter-telegram heeft reeds medege
deeld, dat de Hongaarsche minister-presi
dent dr. Wekerle zich naar Weenen heeft
begeven om aan den Koning het thans door
alle leden der regeering goedgekeurde pro
gram voor te leggen. Het Hongaarsche mi
nisterie is bereid de bankquaestie te laten
rusten tot 1917, dus tot den datum, waar
op het handelsverdrag met Oostenrijk af
loopt. Het stelt echter de voorwaarde, dat
de Oostenrijksch-Hongaarsche bank in het
vervolg de betalingen in goud zal doen en
dat er op militair gebied concessies, bijv.
ten aanzien van de taal in het leger gebe
zigd, zullen worden gedaan.
De gemeenschappelijke begrooting, die
heden te Weenen zal worden behandeld,
stelt nl. buitengewone eischen aan de draag
kracht van de beide deelen dér monarchie.
Voor den bouw van groote oorlogsschepen
alleen wordt 250 millioen gevraagd en bo
vendien nog 25 millioen meer dan de vo
rige begrooting voor de oorlogsmarine be
droeg, terwijl de aangevraagde kredieten
voor de inlijving /an Bosnië 160 millioen
bedragen. Van deze eischen tracht nu de
Hongaarsche regeering gebruik te maken om
in ruil voor eenige meegaandheid nationale
concessies af te dwingen. Of zij daarin
echter zal slagen, is nog aan eenigen twij
fel onderhevig. De gestelde eischen immer9
zijn van dien nard, dat de Koning ze ver
moedelijk niet zal inwilligen en dan is er
weder een kabinetscrisis te wachten.
Zondag hadden weer op verschillende
plaatsen in Neder-Oostenrijk Duitsche tegen-
betoogingen plaats tegen de Tsjechen. In
Atzgersdorf bij Weenen belegerden 3000
Duitsche nationalisten vier uren lang het
vergaderlokaal der Tsjechen. Een sterke
politiemacht verhinderde vechtpartijen.
Orteken land.
Zooals al meermalen is mede-gedeeld, heb
ben de ontvangst, die den kroonprins van
Griekonland te Pabaas en op Korfoe ten deel
viel en de rede, die hij op dit eiland hield,
groote toorr. gewekt bij de officieren. Deze
heeft als volgt geluid „Ik dank u, mijn»
lieeren. voor de ontvangst die gij mij hebt
bereid. Deze ontvangst is een verzachting
voor mijn hart. (De prins was zoo geroerd,
dat hij gedurende eenige oogenblikken niet
voor:- kon gaan, waarna hij vervolgd»:) Als
een deel dar staatsmachine niet goecl werkt,
of een gedeelte der maatschappij zich niet
gedraagt zooals het behoorde, dan bcteekent
dit nog niet, dat de Koning geen vertrou
wen in zijn volk mag stellen. Ik heb reeds
vroeger te Voli gezegd, dat Koming en volk
3 DOOR
RUDOLF HERZOG.
„Kölsch, je moet mij een grooten dienst
bewijzen. Je moet mij dien tuin terstond op
schrift verkoopen. Of ik hem zoo goed beta
len kan als de stad, als je voet bij stuk
houdt, of ik je stuk laud terug geven moet
en ondertusschen je geheele onderhandeling
met de Stad in de war heb gestuurd, kan ik
je op het oogenblik niet zeggen. Het is ge
meen van mij, je zulk een laaghartig voor
stel te doen, 'terwijl je slechts toe behoeft te
happeu om r eene groote som voor te krij
gen.' Kólsch, ik zou me dar* ook schamen bij
een ander dan jou met zulk een. voorstel aan
te komen. Voor me zelf z)ou ik het van z'n
leven' niet. doen. Doch voor -de fabriek. Zie
je, die is. als een kiaajd, dat men verwekt
heeft en .waarvoor men zorgen moet dat het
een1 man wordt. Al zou het ons tot de laat
ste bloedige zweetdroppels moeten kosten. De
fabriek, Kölsch!" Hij haalde zwaar adem.
„Mijnheer Wiskotten," zeide de bejaarde
opzichter, en zijn blik volgde den loop der
urbeidzame, zwarte Wupper. „Ik -begrijp u.
Ook uw plan, U wilt iets hebben, waarmede
u de spoorwegdirectie in het harnas jagenl
kunt." Hij keek tot zijn jongen patroon op.
„De tuin is tot uw beschikking dat spreekt
van. zelf immers. Ik zal toch dé fabriek niet
in den steek laten."
„Doch er ontgaat je daardoor wellicht
eene aanzienlijke som."
„De Wiskottens hebben mij vijf-en-twintig
jaar lang niet lateu verhongeren. Integen
deel. Voor mij en Anna zijn mijne inkom
sten meer dan toereikend, en bovendien kun
nen we nog genoeg naar Ernst in Dusseldorf
zenden ook."
„Hoe maakt Ernst het o-p-de academie. Be
gint hij al een groot schilder te worden?"
„Hij kan meer dan hij doet
„Beter dan 't tegenovergestelde, Kölsch."
„Daar troost ik mij ook maar mee. Zal
ik nu de acte van overdracht on-dierteeke-
neu?"
„Hagen," zeide Gustav Wiskotten, met
den hem eigen; koude», woesten trots,
welken ook de oude in zich had. Toen bega
ven ze zich naar de kamer van den opzich
ter en overhandigde Albert Kölsch aan Gu
stav Wiskotten de koopacte van den tuin,
grenzend aan het rangeerterrein van de Rit-
tershauser spoorbaan. Een half uur later
zat de jonge fabrieksdirecteur in) den trein,
die hem naar hét Elberfelder station Döp-
persberg bracht, in welker nabijheid het kan
toor der spoorweg-directie stond.
De president was niet te -spreken. Wiskot
ten liet zich bij- den hoofdambtenaar aan
melden, die de zaak met- het stuk grond be
handeld had. Hij mocht binnen treden.
„Mijn naam is Wiskotten, fabrikant te
Barmen."
De hoofdambtenaar knikte. „Wij hebben
u tot onzen spijt een weigerend antwoord
moeten, geven, mijnheor Wiskotten. De di
rectie verkoopt mi-et. Wij zijn zelf blij, dat
we een paar stukken land bezitten, die we
hoog noodig hebben."
„Maar het terrein naast onze ververij
komt er voor u volstrekt niet op aan. Asch
kunt u overal afladen."
„Daaromtrent past het u niet, een oordeel
te vellen, mijnheer Wiskotten. Eveneens is
het onze zaak, te besliss-ea wat we kunnen
of wat we niet kunnen. Dat 2ijn aangelegen
heden, waarop u wellicht niet den rechten
kijk hebt."
Kunnen we het gesprek niet wat gemoe
delijker voortzetten mijnheer?"
„Van gemoedelijkheid is hier volstrekt
geen sprake, maar van. koninklijken dienst."
„Ik wilde u slechts -bescheiden doeu op
merken, dat ik sinds mijn aanneming een
lange broek draag. Dat- is nu reeds twintig
jaar geleden."
De hoofdambtenaar maakte een koele bui
ging. ten toeken, dat het gesprek geëindigd
was.
„U wilt heb voor. u waardelooze terrein
niet aan ons verkoopen? Ook tniet, als ik
u zeg, üat u daardoor in staat zoudb zijn de
vlucht onzer fabriek aan banden te leggen?
Wij zijn niet de minste belastingbetalers.
Dat moest toch ook gewicht in de schaal
leggen."
De hoofdambtenaar trok even de wenk
brauwen op. „De beslissing in deze aange
legenheid is gevallen. U hebt haar verno
men. Daarmede is de zaak voor ons afgehan
deld. U neemt het mij niet kwalijk: ik heb
gewichter zaken af te handelen,"
„Een vraag nog, als u het mij vergunt.
Ik zou onder zekere omstandigheden bereid
bevonden worden met den spoorweg een ruil
aan te gaan. Wat antwoordt u op -dit voor
stel?"
„Mijnheer Wiskotten, het is hier toch
geen paardenhandel. En mijn tijd is werke
lijk geheel bezet."
„U wilt dus niet?"
„Een nieuw voorstel van uw kant staat u
volkomen vrij," zeide de ambtenaar op een
toon, die een eind aan het gesprek maakte.
„Dank u. Ik heb mijn inkt dringender
noodig. Welnu, dan. zal ik in 's hemelsnaam
de- nieuwe fabriek maar bij hot rangeerter
rein van het Rittershauser station bouwen.
Ik hoop, dat we het met elkander zullen
kunnen vinden. Roet en vonken der loco
motief zullen natuurlijk volgens voorschrift
achterwege moeten blijven. Px*ocessen zijn
kostbaar."
„Over welk stuk grond spreekt u dan
eigenlijk? Het eenige, dat zich daar bevindt,
is ons door de stad aangeboden geworden."
„Zeer onverstandig van u, dat ge u niet
eerst met de eigenaars in verbinding hebt
gesteld
De hoofdambtenaar keek scherp op. Toen
belde hij om eenige stukken en bladerde ze
snel door
„Zoo. Hier hebben we het. Wat spreekt
u toch voortdurend over uw stuk grond?
Eigenaar is Ernst Kölsch."
„Was, mijnheer, was! Den huidigen: eige
naar ziet u in mij."
„Kunt u dat bewijzen?"
„Als u belang in mijn stuk land stelt? Ik
heb de koopacte toevallig bij me. Hier:
zwart op wit."
De hoofdambtenaar las en kneep -de lippen
samen.
„Wilt u niét plaats nemen?"
„Dank u wel, nu ben ik reeds aau het
staan gewend."
„Neem mij als 't u blieft niet kwalijk.
Doch te midden der drukke bezigheden ver
geet men zoo licht ik verzoek het u be
leefd, mijnheer Wiskotten."
Gustav Wiskotten nam plaats.
„Het gaat reeds tegen den middag, mijn
heer. U weet wat dat in een burgerlijke
huishouding beteekent." Hij lachte gemoede
lijk. „De zaak is immers zoo eenvoudig mo
gelijk. U hebt mijn' stuk land noodig als het
lieve brood
„Nu, nu daar zou nog wel een woordje
op te zeggen zijn."
„Dat zullen we echter, om geen tijd te
verliezen, niet doen. En juist zoo noodig al9
u mijn stuk land hebt, heb ik dat van u.
Wat doen verstandige huisvaders in -zulk een
geval, om zich tijd en kosten te 'besparen?
Ze ruilen!"
„Doch dat gaat maar zoo niet. In allen
geval moeten natuurlijk de stukken grond
getaxeerd en berekend worden."
„De grootte is zoo ongeveer dezelfde. De
waarden echter zijn van het oogenblik af,
dat de zaak bepaald in overweging genomen
moet worden, slechts -betrekkelijk waarden.
Stelt uw prijs zoo hoog als u wilt, hij kan
mijn prijs nooit overtreffen, doch wel gelijk
worden, als we elkander onzen wederzijd-
schen toestand duidelijk maken en zonder
omwegen regelrecht op de zaak ingaan."
Wordt
'Olfè.