ar\ so.
8"* *1 uargantt.
Vrijdag 17 September 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE WISKOTTENS.
OORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem f/auco per post- 1.50.
Afzonder;gte nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens by de Uitgeven in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoortnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1regels f 0.50.
Elke regel meer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents by vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf beBtaan zeer voordeelige bepalingen tel
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. lef
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
A.an hendie met 1 October
a. s. op dit blad int eekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand September
nog zullen verschijnenkos
teloos toegezonden.
Kennisgeving.
Burgemeester eu Wethouders der gemeente
Amersfoort brengen ter algemeen© kennis, dat
bij hum besluit van heden, ingevolge art. 8 der
Hinderwet, aan de firma H. W. Verloop en Co.
te Utreöht, vergunning is verleend tot. de uit
breiding van de stoomolieslagerij door vergroo
ting van de machinekamer en door plaatsing van
eene stoom-perspomp met eene capiciteit van 800
atmosferen ter vervanging van de bestaande
perspomp, in het perceel Kleine Koppel wijk G
no. 13, kadastraal bekend gemeente Amersfoort,
sectie D no. 833, onder voorwaarde, dat de stoom-
perspomp wordt geplaatst op een op den vasten
zondlxxlem aangelegd fundament, uitgevoerd in
metselwerk of stampbetom en rondom vrijgehou
den van de opgaande muren met hunne funda.
meuten.
Amersfoort, den 16. September 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, .De Burgemeester,
J. G. STEXFERT KROHSE. WUIJTIERS.
Politiek Overzicht
De Hongaarsche crisis.
De politieke crisis in Hongarije nadert
hare beslissing. Men weet dat het kabinet-
Wekerle niet dan voorloopig de leiding der
zaken op zich heeft genomen en dat een
hernieuwing van het ministerie, overeenkom
stig een bij zijn vorige herbenoeming aan
gegane formeele verplichting, moet plaats
hebben vóór de opening der volksvertegen
woordiging op 28 September a.s. In de korte
spanne tijds, die nog beschikbaar is, moeten
belangrijke beslissingen genomen worden.
De verwarring, welke tengevolge van de el
kaar kruisende ontelbare plannen tot oplos
sing van den aanvang der crisis af heer?cht,
heeft in de laatste dagen haar hoogtepunt
lereikt, daar thans ook het kabinet-Wekerle
niet meer in staat is tot een eenstemmige
opvatting omtrent den in te slanen weg te
geraken. De in zijn boezem bestaande tegen
stellingen, die tot dusver in den vorm van
compromissen steeds onderdrukt werden,
worden nu openlijk op den voorgrond ge
steld en de gebeurtenissen nemen zulk eene
wending, dat aan eene samenwerking van
de het Oostenrijksch-Hongaarsche compro
mis bepleitende partijen en hare leiders, dr.
Wekerle en graaf Julius Andrassy, met de
onafhankehjkheidspartij en hare aanvoer
ders, Kossuth en Justh nauwelijks meer te
denken is. Het schijnt dat het proces der
scheiding tusschen de aanhangers van de
verschillende staatsrechterlijke opvattingen
in gang is, en wanneer daar niets tusschen-
beide komt, kunnen de huidige gebeurtenis
sen van het grootste gewicht voor de toe
komstige ontwikkeling der verhoudingen in
Hongarije zijn.
Toen zich na den terugkeer der Hongaar
sche ministers van hunne zomervacantie de
tijding verbreidde, dat bet geheele kabinet
besloten was het daarop aan te sturen, dat
met uitschakeling van alle andere vragen de
kiesrechtkwestie zou worden afgehandeld,
scheen het een oogenblik alsof nog te elfder
ure eene gelegenheid tot vreedzame oplossing
der crisis zich aanbood. De crisis is, zooals
bekend, daardoor ontstaan, dat de regeering
wegens de in den boezem der meerderheid
bestaande tegenstellingen niet in staat- -vas
om eene voor de kroon aannemelijke oplos
sing voor te stellen, waarmede ook bet kabi
net eensgezind zou zijn geweest. De voor
stellen, die door het ministerie-Wekerle una
mem werden bepleit, zijn door de Kroon
afgewezenvoor die voorstellen, waarvoor
de toestemming van de kroon zou zijn ver
kregen, was steeds slechts een deel der meer
derheid te winren. Nu scheen het eindelijk
alsof met het plan tot behandeling der kies
rechthervorming, waaraan door allen de
voorkeur gegeven werd, alle factoren kon
den worden vereenigd, en daarop steunde de
hoop dat de oplossing der crisis zou geluk
ken. De eenheid in opvattingen was evenwel
van korten duurreeds in den eerstvolgen-
den ministerraad bleek dat over de wijz.e van
uitvoering van dit plan in het kabinet oii-
overkomelijtce verschillen bestaan.
- De ministers, welke het Oostenrijksch-
Hongaarsche vergelijk voorstaan, knoopten
namelijk aan hunne goedkeuring van dit
plan de voorwaarden vast, dat in de toe
komst over de geheele linie geregelde toe
standen zouden worden geschapen, welke
hef mogelijk zouden maken dat de voortdu
rende crisissen een einde namen en de on
vruchtbare en doellooze redetwisten over
idealen, welke onder de bestaande omstan
digheden toch niet te verwezenlijken zijn,
ophielden Zij verlangden daarom in de
eerste plaats de definitieve regeling der
hankkwestie in den vorm van eene verlen
ging van hef monopolie der Oostenrijksch-
Hongaarsche bank en wezen ieder ver
gelijk, waardoor de onzekerheid in deze
kwestie zou blijven bestaan van de
hand. Hiertegenover stond de wensch,
dat tegelijkertijd in ruil voor de in
williging der voorgestelde verhoogde ge
meenschappelijke militaire uitgaven (230
millioen voor 4 pantser schepen van het
x-readnought-typebuiten deze militaire
uitgaven is er nog een post van 160 millioen
voor de kosten der inlijving van Bosnië)
tevens eene beslissende en bevredigende op
lossing der \eelbesprokeu legerkwestie in
den vorm van de toezegging van een aantal
bescheiden concessies aan het Hongaarsche
element, zou worden gevonden. Ko&suth ver
klaarde evenwel wat zijn persoon aanging,
dat bij zi.h met eene definitieve regeling
der hankkwestie met het oog op de stemming
in de onafhankelijkheidsparlij niet kon in
laten en hoogstens zóóver kon gaan, dat het
bankmonopolie met één of twee jaren werd
verlengd onder het uitdrukkelijke voorbe
houd, dat de onafhankelijkheidspartij na af
loop van dit tijdperk op den eisch eener
zelfstandige Hongaarsche bank zou terug
komen. Wekerle en graaf Andrassy ant
woordden hierop, dat ze deze politiek niet
konden steunen, daar hierdoor de geschillen
onder de parlementaire meerderheid zouden
worden gehandhaafd, en bij zulke gevoeleus
noch van de inwilliging der legerkosten noch
van een zakelijk onderzoek der kies
recht voorstellen sprake kon zijn. De minis
terraad eindigde hiermede, dat Kossuth
eenerzijds, Wekerle en graaf Andrassy an
derzijds hun eigen weg gingen.
Wekerle heeft nu een poging gedaan de
Kroon voor de door hem verdedigde poli
tiek te winnen. Naar zijne meening zou de
verlenging van het bankmonopolie ook in
bet bestaande parlement mogelijk blijken
te zijn, wanneer de wettelijk reeds lang
bepaalde, door Hongarije niettemin tot dus
ver vergeefs geëischte, maatregel tot beta
lingen in baar geld een feit wordt. Schrikt
men terug voor deze concessie, welke in Oos
tenrijk bestreden wordt (waarom is niet zeer
duidelijk, want nadeel vloeit er bij den tegen-
woordigen grooteu goudvoorraad der bank
niet uit voort) dan zullen hij en graaf An
drassy zich voor goed terugtrekken en daar
mede blijven de Kroon en de onafhankelijk
heidspartij alleen in het strijdperk. Het is
dan zeer de vraag of de Kroon op de ver
lenging van het bankmonopolie met één jaar
en op de benoeming van een kabinet der
onafhankelijkheidspartij zal ingaan, wijl
daarmede binnen een jaar de crisis opnieuw
zou ontstaan, inmiddels echter de on
afhankelijkheidspartij met behulp van bet
regeergezag hare positie in het geheele
land zou hebben gesterkt. Daarom is het
mogelijk, dat de Kroon beide plannen ver
werpen en besluiten zal de oplossing der
crisis geheel zonder hulp der bestaande
meerderiieid, door de benoeming van een
niet-parlementair kabinet oen dezen zo
mer vaak geuit denkbeeld tot stand te
doen komen.
•ultichland.
Leipzig, 16 S e%p t. De sociaal-de
mocratische partijdag verwierp heden bij her
nieuwde stemming liet; voorstel, waarin het
heet dat de sooiaal-defnocratio elk bondge
nootschap met het liberalisme verwerpt, dat
de arbeiders overal verraden heeft. Hetzelf
de voorstel was gisteren, per abuis aangeno
men.
Leipzig, 16 Sept. De Partijdag
heeft aangenomen, een voorstel van liet por-
tijbestuur, strekkende om aan georganiseer -
den, die uitgesloten zijn wegens deelneming
aan het Mei-feest, ondersteuning te verlee-
nen.
rrankrijh.
Maurice Desehamps, de Franscbe kor
poraal, die beschuldigd wordt een mitrail
leuse van het 106de regiment te hebben ge
stolen, heeft aan zijn vader een brief doen
toekomen, waarin 'hij ten sterkste ontkent
zich aun den diefstal te hebben schuldig
gemaakt, waaruit dus tevens blijkt, dat zijn
beminde ook niet zijn medeplichtige is ge
weest.
Toen hij "het 106e regiment had verlaten,
hoeft hij zich niet naar Parijs begeven en
evenmin naar Straatsburg, zooals de bladen
hebben medegedeeld, maar naar Toul, waai
hij, naar hij beweert, door verschillende per
sonen is gezien. Eerst daarna is hij naar
Straatsburg 'vertrokken om arbeid te zoeken,
maar omdat hem dit niet gelukte en hij be
vreesd was -door de Duitschë autoriteiten als
deserteur gevangen genomen te worden, is
hij naar de ongenoemde plaats gegaan, waar
hij zich thans bevindt en waar hij arbeid
heeft gevonden.
Ik ben, zoo eindigt hij, gedeserteerd,
malar zoo de oorlog mocht worden verklaard,
zal ik ten spoedigste de plaats weder inne
men, die ik heb verlaten en zal ik met
mijn bloed de fout weder goedmaken, die
ik heb begaan.
De Kamer van Strafzaken te Parijs heeft
vier Camelots du Boy, die in het vereeni-
gingslokaal van de republikeinsche jeugd
waren binnengedrongen, veroordeeld tot ge
vangenisstraffen van 10 dagen tot 3 maan
den en tot geldboeten. Een der Camelots
riep ,,Weg met de Republiek. Leve de Ko
ning I"
Engeland.
In de nieuwe successierechten, door het
Engelsche Lagerhuis bekrachtigd, worden
schenkingen, die iemand drie jaar voor zijn
dood heeft gedaan, nog door het successie
recht getroffen.
Lord Ros ober y heeft aan zijn veelbespro
ken rede gepaard doen gaan zijn uittrede
uit de Liberale Liga. Als opvolger van Ro
sebery wordt Sir Edward Grey genoemd.
Het ontbreekt echter ook niet aan leden
welke ontbinding van den door Rosebery
gestichten bond bepleiten, daar des zelfs
imperialistische beginselen door vier leden
van het kabinet niet worden gedeeld. Maan
dag zal de Liga ter beslissing bijeenkomen.
De Daily Mail beweert, dat zij voor de
rede van Lord Rosebery, als vlugschrift ge
drukt, bestellingen heeft gekregen voor 1£
millioen exemplaren. Evenals bij uitgave
van de Limehouse-rede van Minister Lloyd
George worden de grootste bestellingen ge
daan door kiesvereenigingen ter versprei-
ding.
Te Dublin is op 60-jarigen leeftijd over
leden Lor-d Tweedmouth, gewezen Eerste
Lord van de Admiraliteit. Men zal zich nog
herinneren, welk een storm van verontwaar-
diging er opstak in Groot-Brittannië, toen
in Maart 1908 een berichtgever in de Times
mededeelde, dat de Duitsche Keizer aan den
Lord een brief had gericht over de Britsche
zeemacht en dat de Lord dezen brief had be
antwoord. Algemeen was men 'van oordeel,
dat de Keizer door dezen brief, afgezonden
even voordat de begrooting van marine zou
worden behandeld, invloed had willen uit
oefenen op den man, die verantwoordelijk
was voor 'de Britsche zeemacht en dat wekte
de algemeene verontwaardiging.
Het gevolg was dan ook, dat Lord Tweed
mouth spoedig daarop zijn ambt nederlegde.
Noorwegen.
Christian ia, 16 Sopti. De mi
nister van ©eredienst en openbaar onderwij»
Seip is overleden.
gpanie.
Langs een omweg, zoo wordt uit Madrid
aan de Voss. Zeit. bericht, heeft men hier
vernomen, dat te Barcelona, ondanks de
maatregelen tot pacificatie (6000 personen
zijn over de grenzen gevlucht, eenige dui
zenden achter slot en grendel gezet en eiken
dag hebben er nog nieuwe arrestaties plaats)
in de laatste weken in do stad weder een
aantal bommen zijn geworpen.
Portugal.
Lissabon, 16 Sept. De Pairska
mer heeft de begrooting aangenomen.
Oo»tenrijk-Hon2»rJJ«.
In het hoogverraadproces te Agram beeft
het O. M. zijn pleidooi geëindigd. Het
eischte tegen vijf beschuldigden doodstraf,
tegen de anderen 10 a 20 jaar gevangenis
straf
Rusland.
Andrejesski, lid van den Rijksraad, heeft
naar de St. Petersburger Zeitung meldt
een wetsontwerp gereed tot invoering
van den nieuwen of Gregoriaanschen stijl
in de tijdrekening van Rusland.
Het ontwerp wordt van alle zijden gun
stig ontvangen, Stolipin is er zeer voor,
Witte en Jermolof zullen het verdedigen.
Een ongenoemde verklaart in de Matin,
dat hij dezer dagen heeft gesproken met
,,een van de invloedrijkste staatslieden van
Rusland". Deze onthulde hem, dat de Rus
sische regeering, na 1905 tot radeloosheid
gebracht, alleen den militair Doernowo tot
minister van Binnenlandsche Zaken had
benoemd om door het organiseeren van een
tegenrevolutie d. i. door allerlei terro
ristische excessen, moordaanslagen enz.
de revolutionaire partij bij het Russische
volk in discrediet te brengen. De politie
spionnen quasi anarchisten zijn daarbij wil
lige en onschatbare werktuigen geweest.
Deze „onthulling" van den ongenoemde in.
de Matin klopt volkomen met wat een ont
huller bij uitnemendheid, Boertsjeff, den
laatsten tijd aan het licht heeft gebracht.
Alleen zou zij op een nóg doelbewuster en
nóg Scherper georganiseerde revolutionaire
provocatie-actie van de zijde der Russische
regeering wijzen, dan reeds algemeen werd
aangenomen.
Turkije.
De generalissimus Chefket Pacha, die de
Duitsche manoeuvres bijwoont, hoeft tie
Würzburg een medewerker van de Berliner
Lokal-Anzeiger te woord gestaan. Hij heeft
o.a. gezegd, dat er geen sprake van is Ab-
doel H'aniid van Saloniki naar elders te
doen verhuizen. De afgezette Sultan blijft
te Saloniki. De villa-Allatini is door den
Staat gekocht. Verder heeft Chefket Paclia
gezegd, dat de stelling van den grootvizier
Hilmi paclia zeker was. Hij en de grootvi
zier waren beiden vrienden van bet Jong-
Turksche comité. Invloed op militaire za
ken gaat Van dat comité overigens uiet meer
uit. De officieren moeten zich niet met do
politiek bemoeien.
De Porte heeft aan de regeeringen der
groote mogendheden meegedeeld, -dat zij van
sultan Abdoel Hanrid ongeveer zestig mil
lioen gulden in beslag heeft genomen, welk
geld uitsluitend voor leger en vloot zal wor
den besteed. In twee Duitsche banken ligt
er nog een vijf millioen gulden van den oüd-
sultan, maar als deze zekere voorwaarden,
hem gesteld, nakomt, wil de Porte haar
aanspraken op dat geld laten vallen.
Volgens berichten uit Konstantinopel
wordt in gezaghebbende kringen verklaard
dat bet aftreden van den Gregoriaansch-
Armeenschen patriarch, geen wijziging hoe
genaamd zal brengen in het standpunt der
regeering in de zaak van de door den krijgs
raad te Ad<ana ter dood veroordeelde Arme
niërs. Het verlangen van den patriarch, dat
die Armeniërs begenadigd zonden worden,
wordt volkomen onbillijk genoemd. Het
recht moet in Adana zijn loop hebben. Dat
de krijgsraad onpartijdig optreedt zonder
rekening te houden met stand of godsdienst
van de betrokkene, bewijst het feit, dat
zich onder de ter dood veroordeelden ook
een moefti .bevindt. Er wordt op gewezen
dat na het oproer van 13 April vijf en zes
tig personen terechtgesteld zijn, onder wie
zich generaals en andere hooggeplaatsten
bevonden. Wanneer thans in Adana de
doodstraf voltrokken wordt aan deftig Mo
hammedanen, waaronder een moefti, doch
de tegen de vijf Armeniërs uitgesproken,
doodstraf in tuchthuisstraf wordt veran
derd, dan zial zulk een onrechtvaardig op
treden de grootste opwinding veroorzaken
onder de Mohammedanen, hetgeen tot ern
stige troebelen zou kunnen leiden.
10 DOOR
RUDOLF HERZOG.
HOOFDSTUK III.
De straten waren als uitgestorven. De ven
sters der huizen waren gesloten, de deuren
stijf op de klinken. Het gebeurde nauwelijks
dat een spelend kind het trottoir bedrad.
Eene zeldzame, plechtige rust, eene groote
stilte hadden het gedruisch der week, al het
gehaast van den werkdag zwijgend verslon
den. Koud en vergeten staken de hooge
schoorsteenen ia den Maartschen morgen op,
alsof ze de overbodigste dingen ter wereld
waren. Het was Zondagmorgen.
Zacht klokgelui zweefde door het dal. Een
paar vrouwengezichten verschenen, reeds
inet den Zondagschen hoed versierd, voor de
vensters. De volle klokslag dreunde in het
rond. Daarna een tweeklank, een drieklank.
De mannen in de huizen, die in hunne
hemdsmouwen "bij de tafel zaten, legden de
kran'en neer en trokken hunno jassen aan.
Buiten vormde het klokgelui een harmonisch
geheel. De kinderen kregen hun gezang
boek en den cent voor het zakjede volwas
senen staken een nikkelstuk voor de schaal-
colleete aan de kerkdeur bij zich. Geen
woord Werd daarbij gesproken. Het portaal
der kerk reikte op Zondagmorgen tot in de
huizen.
In de lucht weerklonk het klokgelui der
kerken vereenigd tot meerderen lof van den
Heer. Het waren ijverige gemeenten, die el
kander streng beoordeelden, omdat ze niet
verdraagzamer onder elkander waren. Luthe
ranen en Gereformeerden ontmoetten elkan
der in het .strijdperk en ook de Luthersch-
Hervormden verdedigden hun standpunt.
De Katholieken hadden hun klein aantal
door den bouw van een Godshuis, dat met
trots op een der hoogste torens van het Rijn
land bogen kon, gewicht bij gebracht. De
weinige Israëlietische kooplieden kwamen
slechts op politiek gebied in aanmerking.
Ontelbare sekten echter, wien de Evangeli
sche godsdienst om verschillende redenen
niet behaagde, waren over het gansche dal
verspreid.
Streng hield' ieder zich aan zijn vaan. De
Gereformeerden maakten weinig onderscheid
tusschen Lutheranen en Katholieken1; de
Lutheranen even weinig tusschen Katholier
ken en Protestanten. In het mengelmoes der
klokketónen hoorde, een ieder slechts zijne
klok, de klank der overige ging spoorloos
langs hem heen.
Aan alle hoeken van het dal groeide nu
het geroep der kerken aan. De huisdeuren
gingen, open. Alleen, met z'n' tweeën, in, ge
heele families verschenen de menscben. Al
tijd echter zwijgend. Het was een ernstig
voorwaarts febrijden, straat op, straat af.
Een zwijgende knik, een stijve groet, waar
bekenden elkander tegen: kwamen. Viel -er
ie s aan de voorbijgaande af te keuren, dan
wisselde men onder elkander een langen blik
en kneep de lippen samen. Besproken werd
heb geval pas na de kerk. Af en toe weken de
voorbijgangers op de smalle trottoirs voor
elkander uit. Dan ontstond! er een strem
ming in de lange zwarte linie. De familie
van een Presbyter schreed met in zichzelf
gekeerde» blik voorbij.
Een half uur duurde heb klokgelui, een
hs.lf uur het ernstig voorwaarts schrijden
van bleeke arbeiders met doffe oogen, krach
tige handwerkslieden met tevreden gezichten,
recht voor zich uit kijkende fabrikanten, van
viouwen en meisjes uit alle standen der bur
gerij, hier magere, afgewerkte, met roode
vlekken op de ingevallen wangen en stijf
weggestreken! 'haren, daar welvarend1© en met
zichzelf tevreden lichamen, anderen: frisch
en krachtig, van bet echte, sterke, berg
achtige soort-, doch met domme oogen. Daar-
iusschen door draafde de schaar der leerlin
gen van de Zondagsschool. Nog een luide
klokslag, ^oor alle kerktorens beantwoord,
en het werd stil in de lucht, stil op de stra
ten. Een. paar laatkomers snelden met een
kleur als vuur de kerkdeur binnen. Toen
gingen de zware poorten dicht. En weer lag
het- dal als uitgestorven
In het huis der oude Wiskottens, dat door
een tuintje omringd, slechts weinige straten,
verder dan de fabriek gelegen was, heerschte
de stilte van den Zondag. Slechts uit de
blinkende keuken kwam het geluid van bak
ken en braden, en de geur van krachtigen
bouillon drong aangenaam door het gansche
huis. In de woonkamer, welker vensters op
de straat uitkwamen, zaten aan de lange ta
fel de beide oudjes in makkelijke stoelen
tegenover elkander, ieder op zijn plekje voor
hc"i raam. Het dienstmeisje was naar de
kerk, de oudjes waren alleen.
Behaaglijk drukte de oude Wiskotten zijn
rug tegen de bontgewerkbe sluimerrol, een
geschenk van Emilie, en bracht een glas
warm gemaakte» rooden wijn naar de lip
pen. Zijne blauwe oogen, twee vroolijke ster
ren, die eene rotsvaste trouw verrieden,
keken vergenoegd uit het rimpelige gelaat,
dat door dicht sneeuwwit hoofdhaar en een
sneeuwwitte» ringbaard omgeven was, en
verleenden deu mooien ouden kop een schijn
\an jeugd. Hij was een beetje rheumatisch
geworden de laatste jaren. Voordat hij door
zijn huwelijk met de band-fabrikatie bekend
\va geworden en op aanraden zijner vrouw
de werkplaats zijner overleden schoonouders
overgenomen had, om naderhand met fris-
schen moed eene nieuwerwetsche fabriek te
bouwen, had hij eene harde leerschool door
gemaakt, cn tot op het oogenblik, dat *ijn
oudste zoon Gustav de teugels in handen
genomen had, evenals deze, dag in dag uit,
van den vroegen morgen tot den laten avond
op post gestaan. Daarvan moest hij nu, goed
schiks of kwaadschiks uitrusten. Zijne bee-
jcu wilden niet anders. Bij kleine slokjes
slurpte hij den dunnen wijn en lachte in)
stilte.
Juffrouw Wiskotten, die tot nu toe naar
buiten gekeken had om te zien wie der bu-
i*n naar de kerk ging, wendde zich naar de
tnfel en groep haar brillenhuis. Ze droeg
eene ruime zwarte japon, die als eene klok
om 'haar heen stond, en op het niettegen
staande haar zestig jaren nog altijd bruine
haar een zwart kanten mutsje. De weerspan
nige bril kwam uit het. étui e»n, werd achten
hare ooreu bevestigd.
„Welnu, moedert"
„We hebben vandaag Zondag, Gustav."
„Dat zal wel, moeder."
„Maar dat behoor je toch te weten, Va
der."
„Jij weet het immers moeder, en dus we
ten we het alle twee."
Juffrouw Wiskotten legde den huisbijbel
voor zich, die op de couranten lag.
„In heL Evangelie van dezen Zondag staat
geschreven Johannes 8, 46e tot 59e vers.
De oude keek over de tafel kalm naar zijne
gezellin.
„Luister, vader..." „Wie uwer overtuigt
Mij van zonden 1 Indien Ik waarheid zeg,
waarom gelooft gij Mij niet! Wie uit God
is, luistert naar God's woorden: daarom lui
stert gij niet, omdat ge nieti uit God zijt. De
Joden dan antwoordden en zeiden Hem:
Zeggen wij niet met recht dat Gij een Sama
ritaan zijt eu een duivel in hebt! Jezus ant
woordde Ik heb geen duivel in, maar Ik
doe mijnen Vader eer aan, en gij doet Mij
oneer aau. Doch ik zoek niet mijne eer daar
is er Eén, die haar zoekt en oordeelt. Voor-
v aar, voorwaar, Ik zeg uIndien iemand'
mijn woord onderhoudt, zal hij den dood
niet' aanschouwen in eeuwigheid."
Wordt vervolgd.