JSf". 31. Eerste ISIad
8,ie Jnargang.
Zaterdag 18 September 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE WISK OTTENS.
FOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoort f l.OO.
Idem frauco per post - 1.50.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt dagelgkibehalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertenti6nmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bg de Uitgeven in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bg vooruitbetaling
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeligo bepalingen UA
het herhaald adverteeron in dit Blad, by abonnement EotP'
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvr*»»
toegezonden.
A.an hendie niet 1 October
a. s. op dit blad inteeKenen,
worden de nummers die ge
durende de maand September
nog zullen verschijnen f Kos-
e loos toegezonden.
Kennisgeving.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gezien art. 203 der wet van 29 Juni 1851
(Staatsblad no. 85);
Doen te weten, dat de begrooting der
plaatselijke inkomsten en uitgaven' dezer ge
meente A-oor 'het jaar 1910, dooi- hen aan den
Raad aangeboden, gedurende veertien dagen, te
rekenen' van llioden, alle werkdagen van 10 tot
1 uur, op de Secretarie voor een1 ieder ter lezing
/.al liggen, en dat men van voormelde 'begrooting
afschrift kan bekomen tegen betaling der kosten.
Amersfoort, den 16. September 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STENFERT KROESE. WU IJ TIERS.
Politiek Overzicht
De Fransclie begrooting.
Kort voor zijn aftreden, dat hem zelf het
allermeest verrastte, heeft Öaiflaux, de mi
nister van financiën onder hot kabinet Clé-
meuceau, een daad verricht, die door zijne
bewonderaars als een meesterwerk van den
allereersten rang werd gehuldigd hij heeft
do begrooting voor 1910 opgesteld en bij
de Kamer ingediend. Voor dit bekend werd
heerschte in volksvertegenwoordiging en
pers slechts ééne meening daarover, name
lijk dat het opstellen der begrooting voor
1910 een taak was, die bijkans boven men-
sche-lijke kracht ging. Het gold in groote
behoeften te voorzien, zonder evenwel den
belasting-betalers ono-verkomelijke lasten op
te leggen. Oaillaux overwon deze moeilijk
heid met geniale gemakkelijkheid: hij bracht
voor de nieuwe, niet te vermijden behoeften
uitbreiding der artillerie en vernieuwing der
vloot, geen centime, op de begrooting, liet
de ouderdomsverzekering der arbeiders in
een vaag verschiet, opende voor den door
het rijk overgenomen Westerspoorweg een
bijzondere rekening buiten bet ontwerp de
staatshuishouding betreffende, en speelde
het met deze kunstmiddelen klaar, tot een
tekort van slechts 100 millioen te komen,
hetwelk hij, behalve door eene leening van
49 millioen, met nieuwe, fijn uitgesponnen
belastingen, o. a. eene hondenbelasting, een
zegelrecht voor kwitantiën, tot zelfs voor de
kleinste bedragen toe, wilde dekken. Op
bet papier sloot de zaak heel goed, maar er
was geene bijzondere scherpzinnigheid toe
noodig om in te zien, dat de begrooting
van Caillaux geen begrooting, maar zuiver
een luchtkasteel was, en het eenvoudig aan
den tijd overliet om aan den werkelijken
toestand, door middel van van suppletoire
ontwerpen, recht te verschaffen.
De crisis brak uit, Caillaux kreeg in het
nieuwe kabinet geen plaats en moest zijn
portefeuille aan den heer Cochery overdra
gen, die na twee maanden van ijverigen ar
beid thans een nieuwe begrooting heeft uit
gewerkt. Hij is tot geheel andere cijfers ge
komen als zijn behendige en luchtig over
de zaken heenloopende voorganger. Cochery
komt tot een tekort van ruim 200 mil
lioen. Daarvoor zorgt hij echter ook voor
de behoeften van léger en vloot, trekt voor
den Westerspoorweg 8 millioen uit en stelt
•voor de sociale wetgeving aanzienlijke be
dragen voor. De dekking van het tekort ver
wacht hij van belastingen, die zoo bedacht
en berekend zijn, dat ze door de groote me
nigte der belastingbetalenden zoo weinig
mogelijk gevoeld worden. De tabaksregie
moet, 65 millioen meer opleveren. De prijs
van de pakjes, die de rooker in de tabaks
winkels voor 50 centimes koopt, wordt niet
verhoogdslechts het gewicht wordt vermin
derd. Zoo moet de rooker bloeden, zonder
dat het hem pijn doet, bijna zonder dat hij
het merkt. De alcohol zal een bedrag op
brengen dat 24 millioen hooger is. Waar
het den voor de gezondheid schadelijken en
voor de voeding onnoodigen sterken drank
betreft, behoeft de regeering zich geen dwang
op te leggen. Van de etiketten, die op de
wijnflesschen de herkomst van het edele
nat namens den Staat waarborgen tot
deze nieuwheid hebben de wijngaardeniers
en wijnhandelaars der Gironde aangespoord
verwacht de minister van financiën 48
millioen. Andere belastingen, die aan auto
mobielen, benzine voor door mechanische
kracht bewogen voertuigen, mijnen en
drankvergunningen zullen worden opgelegd,
treffen öf de rijken in hunne weeldebehoef-
te öf weinig belangrijke bedrijven.
Met bijzondere voorliefde heeft minister
Cochery de vermogens, door nalatenschappen
verkregen, onder zijne begrooting betrok
ken. Deze moeten 40 millioen opbrengen.
Voor gerechtigden in nalatenschappen, die
van groot- of overgrootouders erven, wor
den de successierechten verdubbeld. De mi
nister gaat namelijk van het beginsel uit
dat telkenmale, wanneer een vermogen in
regelmatige orde van ouders op kinderen
overgaat, de Staat het recht heeft zijn aan
deel daarvan op te eisclieu. Sterft het- kind
vóór den vader en erft het kleinkind onmid
dellijk van don grootvader, dan komt de
Staat om een aandeel, waarop hij aanspraak
zou hebben gemaakt, indien géén vermo
gensovergang ware vervallen en stelt hij
zich schadeloos döor van het kleinkind, be
halve diens eigen successierecht, ook datgene
te vorderen, hetwelk zijn vader zou heb
ben betaald, indien deze nog geleefd en zijn
erfenis volgens de geldende regelen had aan
vaard. De andere verhoogingen van 'het- suc
cessierecht zijn van geen principieel belang.
Zij worden eenvoudig door middel van de
souvereine macht van den Staat ingesteld,
waartegenover de burgers, die eerbied voor
de wet hebben, geen verweer kunnen doen
gelden. Minister Cochery verheelt zich niet
dat het bij de 40 millioen niet kan blijven,
maar dat de erfenisbelasting door volgende
verhoogingen zoo vruchtbaar gemaakt moet
worden, dat de verhooging de 100 millioenen
dekt, welke de Staat aan de ouderdomsver
zekering voor arbeiders denkt te besteden.
In geheel Europa volgen de regeeringen
nu eenmaal dezelfde hoofdlijnenzij belas
ten het verworven vermo-gen bij toebedee-
ling aan de erfgenamen ten bate van de be
langen der gemeenschap of tot versterking
der weermacht. Minister Cochery kan met
de ontvangst zijner plannen van de zijde
der openbare meening te vreden zijn. Het
uitzicht 2 0 0 millioen meer te moeten be
talen, baart geen enkel volk blijdschap;
men ziet evenwel in, dat de voorstellen van
dezen minister de beste zijn, die onder de
gegeven omstandigheden kunnen worden ge
daan.
Frankrijk.
De begroolings-commissie heeft het rap
port van den afgevaardigde Clémentel be
handeld, .over de verhooging van de jaar
wedden der officieren. Zij zou jaarlijks on
geveer 12 millioen frs. eischen. De commis
sie besloot de verhooging geleidelijk toe te
passen en bepaalde daarom, dat op de be
grooting 1910 3,600,000 frs. zouden worden
gebracht voor de verhooging der jaarwed
den van le- en 2e-luitenants.
Engeland.
Lord Rosebery verklaart in een voor
woord tot den thans uitgegeven tekst zijner
Glasgowsche rede: „Niet ik heb de liberale
partij verlaten, de liberalen lieten mij achter
zich. Ik bleef waar ik was; zij schoten ver
naar voren."
Op en de op onze Van Houten 1
Birmingham, 17 Se p t. Een
groote liberale betooging ten gunste van de
begrooting had hier plaats, geleid door Ar
thur Chamberlain, den breeder van Joseph
Chamberlain en bijgewoond door zeventig
parlementsleden, die allen op bet podium
zaten.
Asquilh legde er in de bijeenkomst den
nadruk op, dat verlangd werd billijke ver
deeling van het bezit. De vertegenwoordi
gers, door het volk gekozen, zouden de eind
beslissing hebben. Hij gaf toe, dat de belas
tingen ernstig waren voor een staatsman,
die zich op llosebery^ standpunt stelde.
Toch hoorden de grondbelastingen in plaats
to het socialisme van den laatsten tijd, bij
na tot de eerwaardige oudheid. Hij besloot
te zeggen, dat de liberalen verlangend zijn
de belasting aan te neinen. De lords aarzelen.
Wanneer de lords de begrooting verwerpen,
zou dit de ernstigste omwenteling zijn van
de laatste tijden. De gevolgen zouden veel
ingrijpender zijn dan de rechtskwestie der
lords zich te bemoeien met de financiën.
De Daily Chronicle meldt uit welingelich
te bron, dat Lord: Lansdowne binnenkort
de leiding dor unionisten in het Hoogerthuis
zou neerleggen, daar de pairs, die tot de
uiterste Torypartij behooren., het afkeuren,
dat hij niet geneigd, is de verantwoordelijk
heid op zich te nemen voor de verwerping
der begrooting. Het blad voegt or aan toe.
dat de Earl of Cawdor als opvolger van
Lansdowne wordt aangewezen.
Peary's inbezitneming van de Noordpool
voor de Vereenigde Staten verontrust enkele
gemoederen in Engeland en Canada. In het
Lagerhuis bleek dat ook. Lo\-d Balcarres
vroeg nl. aan den onderstaatssecretaris van
koloniën, of Canada rechten deed gelden op
alle landen tusschen de Amerikaansche grens
en de Noordpool, en of deze rechten gegrond
waren op eenig tractaat of' constitutioneel
artikel.
Kolonel Seely antwoordde, dat Canada
geen formeele verklaring had afgelegd om
trent de juiste begrenzing van zijn gebied
noordwaarts, maar dat mocht worden aan
genomen, dat het zich gerechtigd acht al
het land, door den vorigen spreker bedoeld,
voor zich op te eisclien.
Tot diplomatieke verwikkelingen hierover
zal het echter wel niet komen, nu uit de
mededeelingen der Poolreizigers Avel vol
doende is gebleken, dat aan de Noordpool
geen land wordt gevonden.
De Daily News maakt een manifest open
baar, door een groot aantal mannen van be
teeken is op het gebied van handel en nij
verheid onderteekend, en waarin de begroo
ting wordt verdedigd in liet belang van
handel en industrie. Waar van de zijde van
de tegenstanders zoo herliaaldelijk beweerd
is, dat de begrooting van minister Lloyd
George liet bedrijf in Engeland zou scha
den en belemmeren, is het nu wel merk
waardig te lezen hoe dit groote aantal koop
lieden, financiers en fabrikanten van oor
deel is, dat de landbelast-ing integendeel
juist de industrie en den ondernemingslust
zal bevorderen en aanwakkeren.
Deze verdediging van de begrooting door
uitstekende mannen van zaken, die zich in
hun manifest van elke politieke overweging
onthouden, zal, naar men verwacht, vele
thans nog aarzelenden naar liet regeerings-
kamp drijven.
Birmingham, 1 8 S e p t. De suffra
gettes veroorzaakten gisterenavond lief^'ge
toeneelen hui ten de zaal waar Asquith sprak.
Twee met bijlen gewapend klommen op het
dak van eene aangrenzende fabriek en be
gonnen met dakpannen te smijten. Gemeld
wordt dat een daarvan Asquith's automobiel
trof. Anderen molesteerden politieagenten.
De brandspuitslang werd gebruikt, doch
zonder resultaat. Ten slotte klom de politie
op het dak. Na een wanhopige worsteling
in de dakgoot slaagde men er in de vrouwe»
langs de brand!!adder naar beneden te bren
gen. Bij 'de verdere wanordelijkheden op den
weg naar het station vernielden' de suffraget
tes twee ruiten van Asqu'ith's trein1 met
steenworpen
Denemarken.
De commissie uit het Landsting, ter be
raadslaging over het 1 an-ds v erdedi gi n g s -o nt-
werp, heeft haar verslag uitgebracht. De
meerderheid, die uit 14 leden bestaat, heeft
een aantal wijzigingen voorgesteld, 'die door
den miuister van Oorlog worden goedge
keurd. waaronder o. a. een vermeerdering
der cavalerie en een verhooging van het aan
tal dienstplichtigen in evenredigheid met de
stijging a-an het bevolkingscijfer.
Spanje.
Om tegenover de houding van een groot
deel der buitenlandsche pers en in 't bijzon
der tegenover het comité in Parijs, dat zich
tot verdediging van de slachtoffers der
Spaansche vrijheidsonderdrukking gevormd
heeft, stelling te nemen, publiceeren een
aantal Spaansche bladen, natuurlijk ook de
officieuse „Epoca", twee circulaires van
Ferrer, die bij eene huiszoeking in zijn wo
ning moeten gevonden zijn. Hij predikt daar
in aan de partijgenooten den strijd tegen de
maatschappelijke orde, tegen wetten en gods
dienst, met alle mogelijke middelen. Het
programma, dat hij voor de partijgenooten
heeft gesteld, bestaat in hoofdzaak uit de
volgende punten.- ontheffing van alle be
staande wetten, verdrijving en uitroeiing van
de godsdienstige instellingen en verwoesting
van kerken en kloosters, ontbinding van de
rechierlijke macht, van leger en marine, ont
eigening der vermogens van die burgerlijke
en militaire personen, die leidende posi
ties hebben ingenomen en arrestatie van
hen, staking van het spoorwegverkeer en
wegneming van de gelden der crediet-onder-
nemingen. Het tweede rondschrijven, dat in
de wildste termen tegen militairisme, kapi
taal en clerical© instellingen fulmineert,
sluit met den uitroep: „Arbeiders', houdt
U bereid, het uur nadert. Leve de Revolu
tie, de wreekster van alle ongerechtighe
den" 1 Aan deize schrifturen was toegevoegd
een recept voor de samenstelling .van een
dynamiet-mengsel.
Zijn deze mededeeltngem juist en niet
door de Spaansche regeering gefingeerd,
dan >mt ongetwijfeld de aanvoerder der
moderne school in een geheel andefsjicbt to
staan, dat hem niet de steun van- mannen
als Maeterlinck, Anabole France, Haeckel
e. d. zou doen verdienen,
haar recht zijn, haar willekeurige heerschap-
den tegen dezen of andere anarchisten in
haar recht zijn, hun willekeurige heerschap
pij in het algemeen blijft even berispelijk.
Maandag is in de vesting Monijuich te
Barcelona de beambte van de veiligheids
politie doodgeschoten, die bij het oproer in
Juli van het balkon van zijn huis op de
voorbijtrekkende troepen heeft gevuurd. De
revolutionnairen hebben dit, naar de corres
pondent te Barcelona der Kölnische Zeitung
meldt, niet onbeantwoord gelaten. In de
Pablostraat, die in de geschiedenis dei- hom
aanslagen een treurige vermaardheid heeft
verkregen, ontplofte op den hoek van een
klein zij steegje in den nacht van Maandag
op Dinsdag te half twaalf onder een vreese-
lijken knal een met dynamiet geladen bom.
De uitwerking was zóó hevig, dat in de om
geving geen vensterruit heel bleef. De mu
ren der huizen zijn door rondspringende
scherven op sommige plaatsen als eèrt zeef
doorboord. Een voorbijganger werd gedood,
vijf personen meer of minder gewond. Zoo
als altijd, ontbreekt ook thans elk spoor van
den dader.
Oostenrljk'HongArJJt,
Naar de Neue Freie Presse meldt, hebben
de Roemeensche Roomsch-Katholieke Bis
schoppen in Hongarije zich tot het Vaticaan
gericht met de bedreiging, dat, indien het
streven van Apponyi, den minister van eere-
dienst, om de Roemeensche taal uit het gods
dienstonderricht te dringen niet vc-rijdeld
wordt, de geloovigen naar de Grieksch-or-
thodoxe kerk zullen overgaan. Men acht het
waarschijnlijk, dat de curie nu te Weenen
voor de Roemenen van Hongarije in de bres
zal springen.
Rusland.
De door den Czaar bekrachtigde ministe-
rietle beschikking betreffende art. 96 der
grondwet is openbaar gemaakt. Ingevolge
die beschikking zullen alle wettelijke kwes
ties nopens de organisatie van land- en zee
macht alsmede de landsverdediging en alle
maatregelen voor de departementen van oor
log en marine, mits er geen nieuwe uitgaven
aan verhonden zijn, worden voorgelegd aan
de onmiddellijke goedkeuring van den Czaar
als opperbevelhebber van leger en vloot. Als
er nieuwe kredieten noodig zijn, zullen die
langs den gewonen wetgevenden weg op de
begrooting worden gebracht, terwijl toelich
ting van alle bijzonderheden geëischt is.
Kortwieking van de Doema zou men het
bovenstaande overigens wel kunnen noemen.
Servië.
Er zijn in den laatsten tijd herhaaldelijk
geruchten verspreid omtrent een beweging
iu Servië tegen de dynastie. Het persbu
reau te Belgrado meldt thans een beslist©
tegenspraak van deze tijdingen, die vol
strekt valsöh en 'tendentieus heeten. Er
wordt gezegd, dat tihans zelfs volkomen
[1 1)008
RUDOLF IIERZOG.
De lezeres viel zichzelf ira de rede, schoof
den bril op de punt van haar neus en keek
naar haar levensgezel.
„Vader, dan blijven wij bij elkander."
„Zeker, moeder.''
„Maar toch moet ik mezelf afvragen, of
ik altijd Zijn woord onderhouden en Zijne,
eer boven mijne eer gesteld heb."
„Wel moeder, als jij dat niet gedaan hebt,
wie zou het dan anders gedaan hebben,?"
„Dat zeg jij wel. Maar onze Heer Jezus
Christus denkt daar misschien anders over."
„Onze Heer Jezus Christus kent jou even
goed als ik je ken."
„Ja vader een meisjesachtig rood be
dekt© het oude gezicht „jij ziet dat met)
andere oógen aan."
„Ach wat, moeder, ik heb jou lief gchadi,
en jij hebt mij lief gehad, eni onze kinderen
Zijn flinke bengels geworden."
„Was hei echter ook altijd een christelijk
huwelijksleven
„Hm, moeder er werd wel eens een
kernachtig woordje gesproken. Doch het wa
ren christelijke berispingen."
„Voed ;jij maar eens zes jongens op
„En een man
„En dan nog op de weefsters te moeten
letten. Als dan een mensch zijn tong eens
op hol gaat of zijne hand
„Ja, dat moet gezegd worden, ransel heb
ben de jongens genoeg gehad."
„Ach, daar spreek ik niet over. Daar wor
den de jongens groot van. Maar of ik niet
wel eens hoogmoedig geweest hen en: zoo'n
r.vm geplaagd mensch onrechtvaardig behan
deld heb? Dat is hetgeen in Johannes staat:
„Ik zoek niet mijne eer: daar is er Eén, die
haar zoekt, en oordeelt 1"
„Moeder, als 'je daaromtrent twijfel koes
tert, kan je ©ens met Gustav spreken, over
verhooging van de loonen."
„Wat moet dat nu beteekenen? Dat heeft
immers niets met 'j.et Evangelie van den
Zondag te iraken. Onze weefsters krijgen;
zooveel loon, dat ze uit louter hoovaardij
reeds met hoeden met veeren naar de fabriek
komen. Dat- is te zeggen, ik moet het niet
zien. Geen tweemaal 1"
„Zeg dan toch eens wat jo bedoelt, moe-
d«t."
„Ik meen maar of wij gedurende onze
eehtvereeniging niet te veel aan de verwer
ving van aardsche goederen godacht hebben,
t> weinig aan den hemel-schen schat?"
„Ja, moeder, dat moet jij nu weten. Ik
heb altijd maa*' gewerkt. De kas heb jij be
heerd."
„En als ik den boel niet zoo bij elkaar
gehouden had? Als ik niet thuis en in de
fabriek als een opzichter voor goede orde
gezorgd had? Zou dat dan beter geweest
zijn?"
De oude Wiskotten boog zich over de tafel
heen en stak zijne hand naar de hand der
onvermoeide uit. Zoo bleven ze een tijdje
zijten. De klok verbrak met haar getik die
6tilte van het vertrek, en de wijzers snelden
vort. Toen zeide de oude energieke vrouw:
„Tegenwoordig zeggen zoo velen, dat ze den
lieven God zoeken. Doch ze geneeren zich
Hem te vinden. Want de lieve God is niet
n lediggang, God is in den arbeid. Hij die
werkt' onderhoudt Gods woord, en hij die
Gods woord onderhoudt, zal den dood niet
aanschouwen in eeuwigheid, zegt het Evan
gelie van dezen Zondag. Daarom geloof ik,
vader, dat jij en ik den dood niet zullen
aanschouwen in' eeuwigheid."
Zoo legde da krachtige vrouw den tekst
uit en haar echtgenoot erkende hare gezonde
levenswijsheid en knikte met 't grijze hoofd.
Bedachtzaam proefde hij den lichten rooden
wijn en keek in den doorzichtigen M-aart-
morgen naar buiten. Lang zat hij zoo. En
hij zag de hooge schoorsteenen zijner fa
briek, die hij een menschenleeftijd lang
steen voor steen samengevoegd had, en hij
zag zijne zes zonen breed en krachtig op de
aarde staan, zijn oudste, zijn Gustav, aan
de spits, allen bereid, ook aan hun deel steen
voor steen toe te voegen. En hij bespeurde
den grooten zegen Van datgene, wat de moe
der gezegd had: God is in den arbeid! Hij
bespeurde het aan zijne zoons, die zijne
kunst verder voerden, veredelden. Neen, hij
zou den dood niet aanschouwen in eeuwig
heid.
Toen dacht hij aan zijn jongste, aan
Ewald. Hij was trotsch op 'hem, want die
had liet gymnasium geheel afgeloope». Moe
der had hem gebaard, toen ze reeds veertig
telde. Jammer dat de jongen ook niet in de
fabriek kwam. Tegenwoordig, nu men op
de wereidmarkt- arbeidde, was geleerdheid
geen hinderpaal meer. Hij overlegde hij zich
zelf of hij er eens :met Gustav over spreken
zou. Moeder had echter har© plannen met
j den jongen. Nu ja een Wiskotten op een
Wuppertlialer kansel was ook niet slecht.
Maar toch zoo'n flinke jongen! Jam
mer
Door het voortuintje kwam Gustav Wis
kotten met- de kinderen. Do kleine Emili©
wuifde, de hand als een windwijzer heen en
weer bewegend, tegen hare grootouders die
ze aan liet venster bespeurd bad. De kleine
Gustav nam op een wenk van zijn vader stijf
zijn muts af. Nu klauterden ze de trap op.
„De groeten van mama," riep de jongen
en drong Vooruit. „Ze 'is naar de kerk,"
riep zijn zusje, hang met haar nieuws te
laat te' zullen komen. Toen gaven ze hunt
grootouders een kus en lieten zich streclen.
Grootmoeder had altijd Berlijnsch brood met
amandelen in de kast.
„Ben jij niet naar de kerk?" vroeg juf
frouw Wiskotten na de begroeting.
„Nee, moeder, ik had in de fabriek te
rekenen te meten. Daarvoor kwam de
rustige Zondag mij juist goed te pas."
„Ik weet waarlijk niet meer, hoe ik je al
tijd bij den dominee verontschuldigen, moet."
„Zeg hem maar, dat ik er voor zorg, dat
de kerk jn het dorp blijft," en hij toonde
lachend zijne handen. Ook de oude man
lachte mee. Doch de moeder nam het streng
op.
„Dat zijn maar praatjes. Arbeid op Zon
dag is als kalfsvleesch. als slecht vleesch
De recht© bouillon steekt er niet in."
„Nou, moeder, ik zal liet u naderhand
wel smakelijk maken."
De ergernis der oude vrouw verdween. De
anderen waren immers in de kerk. Dan
mocht er wel een voor do zeken zorgen.
„Alles in orde?" vroeg ze.
„Ik laat de volgende week uitgraven. Mor
gen volgt de overdracht op het kadaster. Ik
heb gisteren het stuk land neg laten taxee-
ren, opdat ik weet wat Kölsch krijgt."
„Het zal ons niiet makkelijk vallen hét
hem toekomend© in baar geld uit te beta
len
„Kölsch? Uitbetalen? Die laat het geld
tegen vier procent op -de fabriek staan. Zon
der met de oogen te knippen sloeg hij zelf
deze schikking voor. Een prachtkerel. Als hij
niet zelf zoo met de fabriek saamgegroeid
was, alsof het d© zijn© ware, zou ik mij
bijna moeten schamen. Van de stad had hij
het dubbele kunnen krijgen. Maar daar hielp
geen sentimentaliteit aan. De fabriek is d©
fabriek. Als die leven zal, moet ze kunnen
ademen."
„En het bouwgeldï" vroeg de moeder zon
der zich verder over KölscVs edelmoedig
heid te verontrusten. „Zou de oude Schar -
wiichter toestemmen?"
Gustav Wiskotten krabde zich achter het
oor.
„Hij trachtte nog uitvluchten te verzin
nen. Praatte mij van allerlei voor zijn dood
en dat Emilie dan alles kreeg, doch dat hij
zich niet gaarne uitkleedde, voordat hij naar
bed ging. Ik mag Kiien uitgedroogden kerel
niet-. Maar naar zijne persoonlijke neigingen
en antipathie vraagt de fabriek .niet. Daar
rookt de schoorsteen niet van. Ik 'heb hem
dus met los gelaten. Toen ik twee flesschen
van zijn Zeltingcr leeg gedronken had, be
gon hij bang te worden, dat ik ook nog eene
derde zou ledigen. Dientengevolge heeft hij
zich toen eindelijk bereid verklaard, het geld
om te bouwen op wederopzegging van maand
tot maand'voor te schieten. Waarvan hij heb
geeft, kan mij niet schelen. Dat i& zijn ple
zier
Wordt vervolgd.