94. 8"" J narganft. BUITENLAND. FEUILLETON. DE W1SKOTTENS. OORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden yoor Amersfoortf 1.00. Idem franco per post ,t1.50. Afzonder.'ijte nummers- 0.05. Deze Courant veriohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiênmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn 's morgens b{j de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling. Qroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen td het herhaald advcrteeren in dit Blad, bjj abonnement. Een»' circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraa» toegezonden. Kennisgevingen. NATIONALE MILITIE. Burgemeester en; Wethouders van Amersfoort; Gelet op de artt. 73 en 74 der Militiewet 1901 en art. 46 van het Koninklijk besluit van den 2. December 1901, Subl. 230; Gezien de kennisgeving van den heer Kolonel, Militie-Commissaris in de provincie Utrecht van den 15. Septem'ber 1909; Doen te weten, dat «1e zitting van! den Militie raad voor deze gemeente op Maandag, den 11. October 1909, des voornviddags te l 0 uren, in het openbaar wordt gehouden in de zaal genaamd „Groot Kunstliefde" van heb Ge bouw voor Kunsten en Wet©nsoliappeni aan de Mariaplaats te Utrecht in te gaan tegenover de Botermarkt, ear bestemd is tot het doen van uit spraak: omtrent de lotolingen die redenen van vrijstelling hebben ingediend, de lotelingen die van den dienst- uitgesloten of daarbij voonlöopig niet toegelate nworden, en alle overige lotelin- ge«», behoorende tot de lichting van het jaar 1910. Eu brengen tevens ter kennis van de belang hebbenden, dat de tijd. en plaats der zitting aan eiken k>teling zal worden bekend gemaakt door middel van een aan zijne woning of aan die van zijnen vader of voogd te bezorgen biljet, alhoe wel het niet-ontvangen van zoodanig biljet, niet ontheft van d© verplichting tot het verschijnen voor den Militieraad, of tot indienen van de tot staving der redenen van vrijstelling gevorderde bewijsstukkenzullende de Joteling, die vrijstel ling verlangt wegens ziekelijk© gesteldheidge bróken of gemis van de gevorderd© lengte voor d©n Militieraad moeten verschijnen, op bet hier boven vermelde tijdstip. Amersfoort, den 30 September 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, J. G. STENFBRT KROESE. WUIJT1ERS. Waarschuwing tegen ongeschikt maken voor M i 1 i t i e d i e n s t. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort waarschuwen uitdrukkelijk tegen de bij sommige personen bestaande kwade praktijken om aan lo- teiingen tegen betaling van een som gelds hunne hulp aan te bieden, ten einde ongesohibtverkla ring voor den militiedienst te verkrijgen. I)e bemoeiing van die personen kan in; geen; onkel opzicht tot afkeuring vani den betrokkene leiden, terwijl liuune raadpleging den k>teling slechts financieel nadeel kan berokkenen. Met nadiruk wordt gewezen op het bepaalde bij art. 206 van liet wetboek van strafrecht, vol gens hetwelk mot gevangenisstraf van ten hoog ste twee jaren wordt gestraft: le. hij, die zich opzettelijk voor den dienst bij de militio Onge schikt maakt of laat maken*; 2e. hij, die een an der op diens verzoek opzettelijk voor den dienst ongeschikt maakt. Indien iu liet laatste geval het feit den dooft ten gevolge heeft, wordt gevan genisstraf van ten hoogste zes jaren opgelegd. Amersfoort, den 30 September 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, J. G. STEN FEUT KROESE. WUUTIERS. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gelet op artikel 37 der Drankwet; Brengen ter openbare kennis; le. dat bij hen is ingediend een- verzookschrift om. verlof tot verkoop van alcoholhoudenden drank, anderen dan sterken drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop door Jan Johannes Sleet- king, koperslager, wonenldo te Amersfoort, in de beueden-voorkamer van het perceel Teutstraat no. 53 alhier 2e. dat binnen twee weken na deze bekendma king ieder tegen liet verleenen van het verlof schriftelijk bezwaren bij Burgemeester en Wet houders kan inbrengen. Amersfoort, den- 30 September 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris. De Burgemeester, J G. STENFERT KROESE. WUIJTIERS- Politiek Overzicht De Duitsche vlootpolitiek. Het October-nummer van de Deutsche Revue bevat een artikel, waarin de raau van legatie Hermann vom Rath de herin neringen geboekstaafd heeft, die hij heeft van den heer von Holstein, den man die gedurende vele jaren een overwegenden in vloed heeft uitgeoefend op <le buile dandsche -politiek van het Duitsche rijk, zooals de bijnaam waarmee men gewoon was hem aati te duiiden,,die schweigende Exzellenz", ge noegzaam aauduidt. Evenzeer als hij ge durende zijn ambtelijk leven een der be kwaamste en invloedrijkste leden der regee ring is geweest, was von Holstein na zijn aftreden een zeer bevoegd beoordeelaar van den loop der gebeurtenissen. Eene opmerkelijke bijzonderheid, die de Sch. omtrent von Holstein mededeelt, is zijn oordeel over de Duitsche vlootpolitiek. Daarin heeft hij tot aan zijn levenseinde een levendig belang gesteld; nog weinige weken vóór zijn dood, den 2eu Februari 1909, schreef hij ,,Do vlcotkwestie is de voornaamste. In vergelijking daarmee zijn alle andere vragen 'van weinig gewicht". Nu verdient liet .de aandacht, dat het oor deel van von Holstein over dit vraagstuk gdheel tegenover gesteld is aan de in de Duitsche regeeringskringen thans bovendrij vende meening. In December 1907 liet hij zich over deze zaak aldus uit: ,,De vlootkoorte woedt thans in Duitsch- land. Deze gevaarlijke ziekte wordt onder houden door de hersenschimmige vrees voor een aanval Van de zijde van Engeland. Het resultaat van deze vlootkoorts is in drieërlei opzicht noodlottigin het binnen land wegens de handelingen van den Flot- tenverein, die in Zuid-Duitschland zelfs eene groote ontevredenheid verwekkenuit financieel oogpunt wegens de buitensporige uitgaven in de builenlandsche politiek doer het wantrouwen, dat de toerustingen ver wekken. Engeland ziet er eene bedreiging in, en deze bedreiging heeft tot uitkomst het op duurzame wijze aan de zijde van Frank rijk te verbinden. Het is overigens volko men onmogelijk, zelfs wanneer men de be lastingen tot de uiterste grens opvoert, eene vloot te bouwen, die in staat is het uit te houden tegen de vereenigde vloten van En geland en Frankrijk. Het liberale ministe rie, dat thans in Engeland aan het bewind is, zal geene ernstige gevolgtrekkingen maken uit de bedreiging, die voor de En- gelschen gelegen is in den Duitschen sche- penbonw. Maar het zal anders zijn, als de conservatieven weder de leiding van de zaken op zich nemen". De toerustingen van Duitschlaud te land hebben, naar de meening van den heer von Holstein, niets waarop aanmerking valt te maken, want die toerustingen zijn een eisch van nationale verdediging. Met de 'vloottoe- rustingen is het anders, want verscheidene mogendheden beschouwen ze als eene voort durende bedreiging. Steeds ergerde von Holstein zich aan de dikwijls herhaalde for mule„Ieder Duitsch oorlogsschip meer maakt eene vergrooting uit van de Duitsche macht". Niets vond hij hersenschimmiger dan deze bewering; veeleer is het tegen deel waar: „Ieder nieuw Duitsch oorlogs schip verschaft aan Engeland het voorwend sel er twee te bouwen. Bijgevolg" Eene bevestiging van deze opvatting van von Holstejn levert de Times, die naar aan leiding van zijne critiek over de Duitsche vlootpolitiek zegt: „Onze taak is het er op toe te zien, dat zoolang de door den heer von Holstein genoemde vlootkoorts in Duitschlaud bestaat, er geen twijfel bestaat orntren' ons onwrikbaar besluit om juist datr gene te iloen wat de heer von Holstein voor ziet, namelijk er voor te zorgen, dat geen nieuw schip van de Duitsche vloot door onze schuld het bestaande evenwicht stoort. Het blijft dus in hoofdzaak aan Duitschland overgelaten het tempo te bepalen, het te be spoedigen of niet, al naar hot wil." De schrijver van het artikel in de Deutsche Revue verhaalt, dat de heer von Holstein placht te zeggen, dat een aantal leden van het Duitsclie parlement zijne zienswijze deel den zij durfden echter er niet voor uitko men uit vrcos dat men hen zou beschuldigen van gemis van vaderlandsliefde. Ook daar van wordt eene bevestiging geleverd door den Berlijnschen correspondent van de Daily News, die beweert dat bet getal politici en zelfs leden der regeering, die von Holstein's meening deelen, dagelijks grooter wordt, en tot staving daarvan schrijft: „Ik ontmoette gisteren nog een conservatieven afgevaar digde, die openlijk toestemde, dat hij en vele van zijn politieke vrienden overtuigd zijn van de noodzakelijkheid van eene her ziening van de vlootwet. Het halve milliard nieuwe belastingen, dat de regeering in den rijksdag heeft doorgedreven na zwaren strijd, blijkt reeds onvoldoende te zijn voor de be hoeften van den toestand, en nieuwe offers zullen spoedig gevorderd worden. De bere keningen, waarop de ramingen van uitgaven steunden, toen de vlootwet werd vastgesteld, zijn onderstboven geworpen door de invoe ring van het Dreadnought-type van de oor logsschepen. De co-nservatieve afgevaardig de, van wien ik gewaagde, merkte op, dat de hoofden van de industrie in Rijnland en Westfalen de voornaamste draadtrekkers van de vlootbeweging zijn. Hun invloed wordt overal gevoeld. Zij doen hun uiteerste best tot voorkoming van de omkeering in -de open bare meening en van de verandering in de vlootpolitiek, die dreigt hen te berooven van de millioenen aan winsten, die zij in de laat ste jaren hebben gehad. Langzaam maar zeker echter moet die omkeering in de stem ming komen." Duitschland. Potsdam, 1 October. Het vol gende bulletin is uitgegeven over de beval ling van do kroonprinses Marmerpaleis, 1 October, 12.30 v.m. De kroonprinses is gisterenavond om 10 uur voorspoedig bevallen van een gezonden prins. België. Brussel, 30 Sept. De conferentie voor internationaal zeerecht beëindigde het onderzoek der overeenkomsten in zake aan varing en redding. Verschillende puniten. werden naar een commissie verwezen, maar overeenstemming is waarschijnlijk. Enge land prees ten aanzien van aanvaringen door een enkel schip het beginsel der solidariteit. Frankrijk en Duitschland ondersteunden dit denkbeeld. Bij referendum stond de conferentie uitgaven toe voor het geval van hulp en redding niet alleen te verleenen voor de redding van de lading, of als ver goeding van materieele schade maar ook voor de redding van menschenlevens. Engeland. Volgens de Daily News, zou het het par lement, na de verwerping van de begroo- ting door het Hoogerhuis, den 15den Ja nuari ontbonden worden. Oostenrljk-Hongarlje. Uit Weenen wordt aan de Pester Lloyd gemeld, dat de regeering moet hebben be sloten de aanvrage van buitengewone ere- dieten voor leger en vloot uit te stellen en ook nog te wachten met den aanbouw van de ontworpen Dreadnoughts. Volgens de berichten in de dagbladen be staan de voorstellen, die Kossuth aan de Kroon zal doen tot oplossing van de crisis, uit de volgende punten Samenstelling van een kabinet uit de onafhankelijkheidspaptij, waarin ook eenige mannen zullen worden opgenomen, die door het bijzondere vertrou wen van de Kroon daartoe geroepen zijn; bewilliging van de „Staatsnotwendigkeilen" en van de normale militaire uitgaven, als- mode de kosten voor de inlijving van Bosnië verschuiving van de buitengewone militaire toerustingen on van de militaire concessiën aan Hongarijetotstandbrenging van. de kiesrechthervormingvoorloopige verlen ging van de concessie der Oostenrijksch- Hongarsche bank met machtiging van de Hongaarsche rogeering om dien tijd te ge bruiken tot voorbereiding van de zelfstan dige banik. Turkije. Op het verzoek van de Bulgaarsche re geering om de Bulgaarsche agentschappen in Turkije in consulaten te veranderen, heeft de Porte geantwoord, dat zij bereid is, tegelijk met het handelsverdrag een con sulaatverdrag met Bulgarije te sluiten. Oriekenland. De monstermeeting op het Marsveld te Athene tot ondersteuniug van den eisch om hervormingen te brengen in alle takken van het bestuur, leidde tot de aanbieding van adressen aan den Koning en aan de regee ring. De Koning liet aan de deputatie, die dit adres naar het paleis bracht, een schrif telijk antwoord toekomen, waarin hij ver klaarde: „Ik hoop, dat mijnle regeering, d'e mijn volledig vertrouwen bezit, en de Ka mer, die uit vaderlanders is samengesteld, zullen erkennen, dat uwe eischen recht vaardig zijn en dat de wedergeboorte van het land, die ik met u wenseh, zal geschie den in overeenstemming met de grondwet. De minigte juichte den Koning hartelijk toe, toen hij op het balkon verscheen en eene korte toespraak tot haar hield. Ook voor de woning van den minister-president werd eene betooging gehouden. Kreta. Bij de Porte is bericht ontvangen, dat in Kanea een Mohammedaan door Grieken vermoord is. Naar verluidt, zal de Porte hierin aanleiding vinden, de beschermen de mogendheden nogmaals te verzoeken om voor de bescherming van de Mohammeda nen op Kreta zorg te dragen, opdat de emi gratie een einde moge nemen. Spanje In Marokko. De Koning heeft aan generaal Marina een telegram gezonden, waarin hij hem en zijne dappere troepen geluk wenscht met de schit terende operatie bij Seluan. Spanje is trotsch op zulk een leger, en de Koning, als do eerste man van Spanje, deelt in de alge- meene vreugde. De aanval op het kamp van de divisie Sotomayor bij Suk el Had heeft de uitwer king gehad van een straal koud water op de blijde stemming. In ieder geval wordt daardoor bewezen, dat het verzet nog niet geheel gebroken is en dat men niet te veel moet vertrouwen op de vredeebetuigingen van de Riffioten. Velen vreezen daarom, dat Spanje gedwongen zal zijn daar geruimen tijd eene groote troepenmacht op de been te houden. Tot straf zijn alle plaatsen van de Beni Sikar en do Mezquita Kabylen ver brand. Na dezen tegenslag was de vreugde over de zonder verlies verrichte bezetting van den Guruguberg dubbel groot. In Madrid waaide do nationale banier op het konink lijke paleis cn waren alle openbare gebou wen me', vlaggen versierd; vele particuliere woningen volgden dit voorbeeld. In Melilla vuurden, toen de Spaansche vlaggen op de beide toppen van den Gurugu verschenen, alle forten en het eskader het koninklijke saluut. De held van den dag is Primo de Rivera, de jongste kolonel van het Spaan sche leger, een neef van den maarschalk van dien naam, een houwdegen, die reeds in den vorigen veldtocht van Melilla zich de San Fernando-orde heeft verworven. Het door de Spanjaarden veroverde ge bied schijnt zeer vruchtbaar te zijn, vooral de streken in den omtrek van Nador en het gebied van do Beni Sicar. In het departe ment van oorlog wordt met koortsachtige haast gewerkt aan het wetsontwerp he tref fende de Afrikaansche politiek. In Melilla wordt het garnizoen met 10,000 man ver sterkt. 1 Uit Berlijn bericht de Köln. Ztg. offi cieus, dat ook naar de opvatting van de Duitsche regeering het corps diplomatique te Tanger niet bevoegd is om positie te ne men in den togenwoordigen Spaansch-Ma- rokkaanschen strijd. Bij de militaire maat regelen in het Rif heeft men, volgens de herhaaldelijk afgelegde vrijwillige verklarin gen van Spanje, enkel te doen met de be veiliging van de Spaansche bezittingen bin nen het kader van de akte van Algeciras en met de bestraffing van de aan het vermoor den van Spanjaarden schuldige Rifkabylen. Dergelijke maatregelen zijn ook volgens de in Algeciras omschreven beginselen in het grensgebied uitsluitend zaak van de betrok ken staten. De conferentie heeft namelijk de beveiliging van de Europeanen in de re gions frontières niet voor haar forum ge trokken, maar meermalen uitgedrukt, dat deze streken buiten de getroffen regeling blijven. Moeley Hafid zal dus over deze zaak direct met Spanje hebben te onderhan delen. De Spaansche vertegenwoordigers te Wee nen, Lissabon, Washington en Rome berich ten, dat ook daar de kabinetten den strijd aan het Rif als eene zaak beschouwen, die alleen Sjanje en Marokko aangaat. Perrië- Tabriz, 30 Sept. Hjodleii hebben hier verkiezingon plaats gehad voor 15 le den van het Medsjliss (parlement.) Vereenigde Staten. Se at tie, 30 Sept. President Taffc hieeld in het amphitheater voor natuurwe tenschappen op de wereldtentoonstelling een rede, waarin hij beloofd© alles to zullen doen. wat in zijne macht was om de Anxe- rikaansche handelsmarine op te beuren ea 20 DOOR RUDOLF HERZOG. HOOFDSTUK V. In het dal was het onrustig. Sinds eenige dagen waren de herbergen drukker bezocht dan anders. Men zag onder de arbeiders dreigende en verhitte gezichten, en in de fabrieksgebouwen; stonden dikwijls geduren de den arbeidstijd heftig gesticuleerende groepen bij elkander, die het bevel van den opzichter, uiteen te gaan em de handen uit de mouw te steken, slechts onder protest na kwamen. Men. wist, dat er groote 'bestellin gen uit Londen, Pairijs eau Amerika ingeko men waren, dat die fabrikanten zic'h op een gouden oogst voorbereidden, en men wilde ook zijm deel van de rijke conjunctuur heb ben. De arbeiders stelden hunne eischen op. Hoogere loonen, een korteren werkdag en ruimere vergoeding der uren, waarin over gewerkt zou wordon. In eenige Elberfeldsche fabrieken kwam het tot werkstakingen, fa brieken in Barmen volgden. Strijdlust zweef de door het ganse he dal. Ewald Wiskotten liep sinds den dag toen de hand zijner moeder de uiteenzetting zijner wenschen zoo snel onderbroken had, zwij gend rond. Doch in zijn binnenste woelde het, en in zijn hoofd arbeidde het koorts achtig. Het was, alsof de opgewonden stem ming in het dal het revolutie-proces in zijne ziel 'bespoedigde. Daar, achter de bergen, breidde zich de Benedein-Itijiiscbe laagvlak te uit. Daar lag Dusseldorf, de stadl der schoon© kunsten. Daar lachte die vrijheid!. Het was middag. In het centrum del" stad, op het oude marktplein, verzamelden zich groepon arbeiders. Kalm en ernstig «tonden ze daar, slechts door hun aantal demon1- streerend. Ewald Wiskotten bemerkte een. jong meisje, dat zonder vrees het drukke plein over stak. Men riep haar schertsende woorden na, men maakte, als voor eene dame, met overdreven beleefdheid voor haar plaats. Ze lette niet op het een en niet op het ander en vervolgde rustig haar weg. De jonge man snelde haastig op haar toe en bood haar den arm. Dat gaf den verzamel den aanleiding om te lachen en eenige min der gepaste aanmerkingen te maken. „Maar Anna," zeide Ewald Wiskotten, „op zulke dagen blijft een jong meisje thuis." „Mij doen ze niets," antwoordde ze. „Maar als de een of ander je nu eens beet gepakt had," hield hij vol. „Daar zou ik ook niet dood van gegaan zijn. Dan had 'hij alleen maar een oorvijg te pakken gehad." „Dat past echter niet voor een jonge dame." Ze trok kalm haar arm uit den zijnen. „Ben je bang?" „Bah!" zekle hij. „Ik wou maar, dat ze je een van allen beet gepakt hadden. Dan zou je wat beleefd hebben." „Zou je er op hebben geslagen?" „Of ik er op geslagen zou hebben 1 Jou echter had ik naderhand extra onder haaiden genomen." „MijToen reikte ze hem de hand. „Je bent toch de brave jongen van vroeger gebleven." „Hoezoo gebleven? Heb je dan gedacht, dat ik veranderd) was?" „Neen," lachte ze, „jou brengt men niet gauw van de wijs. Je liadt maar zoo heel veel voor je examen te doen, -dat je beele maal niet meer kwam, om om naar Ernst te vragen." „Maakt hij het goed?" vroeg hij verlegen. „Dank je," antwoordde ze droog. „Ik ben juist op wqg naar het station om naar Dus seldorf te sporen en eens naar hem te gaan kijken." „Doe hem mijne groeten. Hoor je? En zeg hem, dat ik ook gauw kom." Hij stiet deze woorden zoo sr.el en geheim zinnig uit, dat ze hem verrast aankeek. Zijn lauge gestalte had zich uitgerekt. Zijn' jon gens-gezicht, dat ze zoo gaarne zag, ver toonde een vreemde uitdrukking. „Wil je weg?" vroeg ze haastig. „En naar Dusseldorf?... Dan kom jo niet meor terug." „Vrijwillig niet! Ach, hoe kan men toch met mogelijkheid; aan deze zwarte Wupper te midden van deze stompzinnge menschemi leven, die van hoogere beschaving geen flauw begip hebben." „Wij leven ook hier," zeide ze en, ver haastte haar tred. „Jij, Anna, bent ook het eenige lichtpunt, dat ik gehad heb. Toen ik nog bij jullie in den tuin. kwam en-met jou in het gras stoei de, of we zaten als liet koud was in de keu ken bij jo moeder en 'keken toe hoe ze appe len voor ons braadde. Dat is eene eeuwig heid geleden." „Een' paar jaar is het geleden. Spreek toch niet zoo dwaas alsof je reeds een ouwe man bent I" „Zeg er 'a," zeidie hij, geërgerd over haar toon, „ik ben niet meer op school." „Nee," antwoordde ze, „mem heeft je er te vroeg afgenomen. Dat hoort men." „Hemel," zeide hij met eene poging omi voornaam te doen, „jij bent ook al zoo'n waschechte Wuppertalerin." „En jij? Jij bent zeker in den hemel ge boren? En al waschte je je met Lulm's kern- zeep, het Wupperwater van je doop krijg je er toch niet af." ..Dat zullen we zien," meende hij opstui vend. „Als mijne lieve familie gelooft dat ze met mij doen kunnen wat ze willen, dan vergissen ze zich. Voor mijn part mag Au gust van richting veranderen en theoloog worden. Ik word schilder." „Doe het niet, Ewakl," simeekte ze, en de toom harer stem Verried angst. Ik word een groot genreschilder." „Ernst gelooft, dat 'het niet de moeite loont-." „Jullie Ernst 1 Die moet zich met zijne wijsheid maar laten begraven. Die boemelt tocli maar l" „Maar hij kan watl" „En ik zal het jullie toonen 1 Al schreeuwde je allen moord en brand. Ik heb den Wiskottenschen stijven kop." „Ja," zeide ze, „dien heb je." Ze stonden voor liet Banner station, en zij reikte hem zonder hem aan te zien de hand ten afsclveid. Uit haar meisjeshart wa ren een paar kindertranen naar hare oogen geweld. En ze begreop plotseling met een raadselachtig drukkend gevoel, dat het de laatste kindertranen waren. Haar vroolijk speelmakkertje van vroeger was hij nu niet meer. „Adieu, Ewald." „Adieu, Anma." 1-Iij keek haar mn, zooals ze slank em in al de frischhei'd barer jeugd 'die vestibule be trad. Eene beklemming kwam over hem. Nu keerde ze zich om. „Veel geluk," riep ze hem boe em- trachtte te lachen. Toen maak te de groote jongen dat hij weg kwam. Hij had als een schooljongen kunnen huilen en wist niet waarom. Dien middag zat GustaV Wiskotten in het privé-kantoor tegenover zijn broer August. Ze lazen de Engelsche post. „Alle achting!" bromde Gustav Wiskot ten en streek verheugd langs zijn knevel. „Wat heb je?" vroeg August en keek van de correspondentie op. „Wilhelm heeft er slag van. Ik zal hem zijne Engelsche bakkebaarden moeten ver geven. Nauwelijks is hij aan den overkant of hij gaat met de Engelschen aan. den gang, dat ik van het doorlezen der bestellingen eeltl op mijne handen krijg. Nu wordt het dus zaak: uren overwerken, nachtarbeid, dat de grond er van dreunt." „Als de werklieden maar willen." „Wat? Je gelooft toch niet dat onze mannen zich bij de oproerlingen zullen aan sluiten? Nee, jongen, dan ken je de men- schen slecht." „Dat soort menschen is altijd ontevre den. Als ze gelooven in troebel water te kunnen visschen, doen ze het." „Men moet er juist voor zorgen, dat er niets troebels is. Dan houdt het visschen van zelf op. Bij ons is helder water." „Als jij je met je heldere water de oogen maar niet helder moet wasschen." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1