94.
8"" J narganft.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE W1SKOTTENS.
OORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden yoor Amersfoortf 1.00.
Idem franco per post ,t1.50.
Afzonder.'ijte nummers- 0.05.
Deze Courant veriohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiênmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn
's morgens b{j de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling.
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen td
het herhaald advcrteeren in dit Blad, bjj abonnement. Een»'
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraa»
toegezonden.
Kennisgevingen.
NATIONALE MILITIE.
Burgemeester en; Wethouders van Amersfoort;
Gelet op de artt. 73 en 74 der Militiewet 1901
en art. 46 van het Koninklijk besluit van den 2.
December 1901, Subl. 230;
Gezien de kennisgeving van den heer Kolonel,
Militie-Commissaris in de provincie Utrecht van
den 15. Septem'ber 1909;
Doen te weten, dat «1e zitting van! den Militie
raad voor deze gemeente op Maandag, den
11. October 1909, des voornviddags te l 0
uren, in het openbaar wordt gehouden in de
zaal genaamd „Groot Kunstliefde" van heb Ge
bouw voor Kunsten en Wet©nsoliappeni aan de
Mariaplaats te Utrecht in te gaan tegenover de
Botermarkt, ear bestemd is tot het doen van uit
spraak: omtrent de lotolingen die redenen van
vrijstelling hebben ingediend, de lotelingen die
van den dienst- uitgesloten of daarbij voonlöopig
niet toegelate nworden, en alle overige lotelin-
ge«», behoorende tot de lichting van het jaar 1910.
Eu brengen tevens ter kennis van de belang
hebbenden, dat de tijd. en plaats der zitting aan
eiken k>teling zal worden bekend gemaakt door
middel van een aan zijne woning of aan die van
zijnen vader of voogd te bezorgen biljet, alhoe
wel het niet-ontvangen van zoodanig biljet, niet
ontheft van d© verplichting tot het verschijnen
voor den Militieraad, of tot indienen van de tot
staving der redenen van vrijstelling gevorderde
bewijsstukkenzullende de Joteling, die vrijstel
ling verlangt wegens ziekelijk© gesteldheidge
bróken of gemis van de gevorderd© lengte voor
d©n Militieraad moeten verschijnen, op bet hier
boven vermelde tijdstip.
Amersfoort, den 30 September 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STENFBRT KROESE. WUIJT1ERS.
Waarschuwing tegen ongeschikt
maken voor M i 1 i t i e d i e n s t.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
waarschuwen uitdrukkelijk tegen de bij sommige
personen bestaande kwade praktijken om aan lo-
teiingen tegen betaling van een som gelds hunne
hulp aan te bieden, ten einde ongesohibtverkla
ring voor den militiedienst te verkrijgen.
I)e bemoeiing van die personen kan in; geen;
onkel opzicht tot afkeuring vani den betrokkene
leiden, terwijl liuune raadpleging den k>teling
slechts financieel nadeel kan berokkenen.
Met nadiruk wordt gewezen op het bepaalde
bij art. 206 van liet wetboek van strafrecht, vol
gens hetwelk mot gevangenisstraf van ten hoog
ste twee jaren wordt gestraft: le. hij, die zich
opzettelijk voor den dienst bij de militio Onge
schikt maakt of laat maken*; 2e. hij, die een an
der op diens verzoek opzettelijk voor den dienst
ongeschikt maakt. Indien iu liet laatste geval
het feit den dooft ten gevolge heeft, wordt gevan
genisstraf van ten hoogste zes jaren opgelegd.
Amersfoort, den 30 September 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STEN FEUT KROESE. WUUTIERS.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
Gelet op artikel 37 der Drankwet;
Brengen ter openbare kennis;
le. dat bij hen is ingediend een- verzookschrift
om. verlof tot verkoop van alcoholhoudenden
drank, anderen dan sterken drank, voor gebruik
ter plaatse van verkoop door Jan Johannes Sleet-
king, koperslager, wonenldo te Amersfoort, in de
beueden-voorkamer van het perceel Teutstraat
no. 53 alhier
2e. dat binnen twee weken na deze bekendma
king ieder tegen liet verleenen van het verlof
schriftelijk bezwaren bij Burgemeester en Wet
houders kan inbrengen.
Amersfoort, den- 30 September 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris. De Burgemeester,
J G. STENFERT KROESE. WUIJTIERS-
Politiek Overzicht
De Duitsche vlootpolitiek.
Het October-nummer van de Deutsche
Revue bevat een artikel, waarin de raau
van legatie Hermann vom Rath de herin
neringen geboekstaafd heeft, die hij heeft
van den heer von Holstein, den man die
gedurende vele jaren een overwegenden in
vloed heeft uitgeoefend op <le buile dandsche
-politiek van het Duitsche rijk, zooals de
bijnaam waarmee men gewoon was hem aati
te duiiden,,die schweigende Exzellenz", ge
noegzaam aauduidt. Evenzeer als hij ge
durende zijn ambtelijk leven een der be
kwaamste en invloedrijkste leden der regee
ring is geweest, was von Holstein na zijn
aftreden een zeer bevoegd beoordeelaar van
den loop der gebeurtenissen.
Eene opmerkelijke bijzonderheid, die de
Sch. omtrent von Holstein mededeelt, is
zijn oordeel over de Duitsche vlootpolitiek.
Daarin heeft hij tot aan zijn levenseinde
een levendig belang gesteld; nog weinige
weken vóór zijn dood, den 2eu Februari
1909, schreef hij ,,Do vlcotkwestie is de
voornaamste. In vergelijking daarmee zijn
alle andere vragen 'van weinig gewicht".
Nu verdient liet .de aandacht, dat het oor
deel van von Holstein over dit vraagstuk
gdheel tegenover gesteld is aan de in de
Duitsche regeeringskringen thans bovendrij
vende meening. In December 1907 liet hij
zich over deze zaak aldus uit:
,,De vlootkoorte woedt thans in Duitsch-
land. Deze gevaarlijke ziekte wordt onder
houden door de hersenschimmige vrees voor
een aanval Van de zijde van Engeland.
Het resultaat van deze vlootkoorts is in
drieërlei opzicht noodlottigin het binnen
land wegens de handelingen van den Flot-
tenverein, die in Zuid-Duitschland zelfs
eene groote ontevredenheid verwekkenuit
financieel oogpunt wegens de buitensporige
uitgaven in de builenlandsche politiek doer
het wantrouwen, dat de toerustingen ver
wekken. Engeland ziet er eene bedreiging in,
en deze bedreiging heeft tot uitkomst het
op duurzame wijze aan de zijde van Frank
rijk te verbinden. Het is overigens volko
men onmogelijk, zelfs wanneer men de be
lastingen tot de uiterste grens opvoert, eene
vloot te bouwen, die in staat is het uit te
houden tegen de vereenigde vloten van En
geland en Frankrijk. Het liberale ministe
rie, dat thans in Engeland aan het bewind
is, zal geene ernstige gevolgtrekkingen
maken uit de bedreiging, die voor de En-
gelschen gelegen is in den Duitschen sche-
penbonw. Maar het zal anders zijn, als de
conservatieven weder de leiding van de
zaken op zich nemen".
De toerustingen van Duitschlaud te land
hebben, naar de meening van den heer von
Holstein, niets waarop aanmerking valt te
maken, want die toerustingen zijn een eisch
van nationale verdediging. Met de 'vloottoe-
rustingen is het anders, want verscheidene
mogendheden beschouwen ze als eene voort
durende bedreiging. Steeds ergerde von
Holstein zich aan de dikwijls herhaalde for
mule„Ieder Duitsch oorlogsschip meer
maakt eene vergrooting uit van de Duitsche
macht". Niets vond hij hersenschimmiger
dan deze bewering; veeleer is het tegen
deel waar: „Ieder nieuw Duitsch oorlogs
schip verschaft aan Engeland het voorwend
sel er twee te bouwen. Bijgevolg"
Eene bevestiging van deze opvatting van
von Holstejn levert de Times, die naar aan
leiding van zijne critiek over de Duitsche
vlootpolitiek zegt: „Onze taak is het er op
toe te zien, dat zoolang de door den heer
von Holstein genoemde vlootkoorts in
Duitschlaud bestaat, er geen twijfel bestaat
orntren' ons onwrikbaar besluit om juist datr
gene te iloen wat de heer von Holstein voor
ziet, namelijk er voor te zorgen, dat geen
nieuw schip van de Duitsche vloot door
onze schuld het bestaande evenwicht stoort.
Het blijft dus in hoofdzaak aan Duitschland
overgelaten het tempo te bepalen, het te be
spoedigen of niet, al naar hot wil."
De schrijver van het artikel in de Deutsche
Revue verhaalt, dat de heer von Holstein
placht te zeggen, dat een aantal leden van
het Duitsclie parlement zijne zienswijze deel
den zij durfden echter er niet voor uitko
men uit vrcos dat men hen zou beschuldigen
van gemis van vaderlandsliefde. Ook daar
van wordt eene bevestiging geleverd door den
Berlijnschen correspondent van de Daily
News, die beweert dat bet getal politici en
zelfs leden der regeering, die von Holstein's
meening deelen, dagelijks grooter wordt, en
tot staving daarvan schrijft: „Ik ontmoette
gisteren nog een conservatieven afgevaar
digde, die openlijk toestemde, dat hij en
vele van zijn politieke vrienden overtuigd
zijn van de noodzakelijkheid van eene her
ziening van de vlootwet. Het halve milliard
nieuwe belastingen, dat de regeering in den
rijksdag heeft doorgedreven na zwaren strijd,
blijkt reeds onvoldoende te zijn voor de be
hoeften van den toestand, en nieuwe offers
zullen spoedig gevorderd worden. De bere
keningen, waarop de ramingen van uitgaven
steunden, toen de vlootwet werd vastgesteld,
zijn onderstboven geworpen door de invoe
ring van het Dreadnought-type van de oor
logsschepen. De co-nservatieve afgevaardig
de, van wien ik gewaagde, merkte op, dat
de hoofden van de industrie in Rijnland en
Westfalen de voornaamste draadtrekkers van
de vlootbeweging zijn. Hun invloed wordt
overal gevoeld. Zij doen hun uiteerste best tot
voorkoming van de omkeering in -de open
bare meening en van de verandering in de
vlootpolitiek, die dreigt hen te berooven van
de millioenen aan winsten, die zij in de laat
ste jaren hebben gehad. Langzaam maar
zeker echter moet die omkeering in de stem
ming komen."
Duitschland.
Potsdam, 1 October. Het vol
gende bulletin is uitgegeven over de beval
ling van do kroonprinses
Marmerpaleis, 1 October, 12.30 v.m. De
kroonprinses is gisterenavond om 10 uur
voorspoedig bevallen van een gezonden prins.
België.
Brussel, 30 Sept. De conferentie
voor internationaal zeerecht beëindigde het
onderzoek der overeenkomsten in zake aan
varing en redding. Verschillende puniten.
werden naar een commissie verwezen, maar
overeenstemming is waarschijnlijk. Enge
land prees ten aanzien van aanvaringen door
een enkel schip het beginsel der solidariteit.
Frankrijk en Duitschland ondersteunden
dit denkbeeld. Bij referendum stond de
conferentie uitgaven toe voor het geval van
hulp en redding niet alleen te verleenen
voor de redding van de lading, of als ver
goeding van materieele schade maar ook
voor de redding van menschenlevens.
Engeland.
Volgens de Daily News, zou het het par
lement, na de verwerping van de begroo-
ting door het Hoogerhuis, den 15den Ja
nuari ontbonden worden.
Oostenrljk-Hongarlje.
Uit Weenen wordt aan de Pester Lloyd
gemeld, dat de regeering moet hebben be
sloten de aanvrage van buitengewone ere-
dieten voor leger en vloot uit te stellen en
ook nog te wachten met den aanbouw van
de ontworpen Dreadnoughts.
Volgens de berichten in de dagbladen be
staan de voorstellen, die Kossuth aan de
Kroon zal doen tot oplossing van de crisis,
uit de volgende punten Samenstelling van
een kabinet uit de onafhankelijkheidspaptij,
waarin ook eenige mannen zullen worden
opgenomen, die door het bijzondere vertrou
wen van de Kroon daartoe geroepen zijn;
bewilliging van de „Staatsnotwendigkeilen"
en van de normale militaire uitgaven, als-
mode de kosten voor de inlijving van Bosnië
verschuiving van de buitengewone militaire
toerustingen on van de militaire concessiën
aan Hongarijetotstandbrenging van. de
kiesrechthervormingvoorloopige verlen
ging van de concessie der Oostenrijksch-
Hongarsche bank met machtiging van de
Hongaarsche rogeering om dien tijd te ge
bruiken tot voorbereiding van de zelfstan
dige banik.
Turkije.
Op het verzoek van de Bulgaarsche re
geering om de Bulgaarsche agentschappen
in Turkije in consulaten te veranderen,
heeft de Porte geantwoord, dat zij bereid
is, tegelijk met het handelsverdrag een con
sulaatverdrag met Bulgarije te sluiten.
Oriekenland.
De monstermeeting op het Marsveld te
Athene tot ondersteuniug van den eisch om
hervormingen te brengen in alle takken van
het bestuur, leidde tot de aanbieding van
adressen aan den Koning en aan de regee
ring. De Koning liet aan de deputatie, die
dit adres naar het paleis bracht, een schrif
telijk antwoord toekomen, waarin hij ver
klaarde: „Ik hoop, dat mijnle regeering, d'e
mijn volledig vertrouwen bezit, en de Ka
mer, die uit vaderlanders is samengesteld,
zullen erkennen, dat uwe eischen recht
vaardig zijn en dat de wedergeboorte van
het land, die ik met u wenseh, zal geschie
den in overeenstemming met de grondwet.
De minigte juichte den Koning hartelijk
toe, toen hij op het balkon verscheen en
eene korte toespraak tot haar hield. Ook
voor de woning van den minister-president
werd eene betooging gehouden.
Kreta.
Bij de Porte is bericht ontvangen, dat in
Kanea een Mohammedaan door Grieken
vermoord is. Naar verluidt, zal de Porte
hierin aanleiding vinden, de beschermen
de mogendheden nogmaals te verzoeken om
voor de bescherming van de Mohammeda
nen op Kreta zorg te dragen, opdat de emi
gratie een einde moge nemen.
Spanje In Marokko.
De Koning heeft aan generaal Marina een
telegram gezonden, waarin hij hem en zijne
dappere troepen geluk wenscht met de schit
terende operatie bij Seluan. Spanje is trotsch
op zulk een leger, en de Koning, als do
eerste man van Spanje, deelt in de alge-
meene vreugde.
De aanval op het kamp van de divisie
Sotomayor bij Suk el Had heeft de uitwer
king gehad van een straal koud water op
de blijde stemming. In ieder geval wordt
daardoor bewezen, dat het verzet nog niet
geheel gebroken is en dat men niet te veel
moet vertrouwen op de vredeebetuigingen
van de Riffioten. Velen vreezen daarom, dat
Spanje gedwongen zal zijn daar geruimen
tijd eene groote troepenmacht op de been te
houden. Tot straf zijn alle plaatsen van de
Beni Sikar en do Mezquita Kabylen ver
brand.
Na dezen tegenslag was de vreugde over
de zonder verlies verrichte bezetting van
den Guruguberg dubbel groot. In Madrid
waaide do nationale banier op het konink
lijke paleis cn waren alle openbare gebou
wen me', vlaggen versierd; vele particuliere
woningen volgden dit voorbeeld. In Melilla
vuurden, toen de Spaansche vlaggen op de
beide toppen van den Gurugu verschenen,
alle forten en het eskader het koninklijke
saluut. De held van den dag is Primo de
Rivera, de jongste kolonel van het Spaan
sche leger, een neef van den maarschalk van
dien naam, een houwdegen, die reeds in den
vorigen veldtocht van Melilla zich de San
Fernando-orde heeft verworven.
Het door de Spanjaarden veroverde ge
bied schijnt zeer vruchtbaar te zijn, vooral
de streken in den omtrek van Nador en het
gebied van do Beni Sicar. In het departe
ment van oorlog wordt met koortsachtige
haast gewerkt aan het wetsontwerp he tref
fende de Afrikaansche politiek. In Melilla
wordt het garnizoen met 10,000 man ver
sterkt. 1
Uit Berlijn bericht de Köln. Ztg. offi
cieus, dat ook naar de opvatting van de
Duitsche regeering het corps diplomatique
te Tanger niet bevoegd is om positie te ne
men in den togenwoordigen Spaansch-Ma-
rokkaanschen strijd. Bij de militaire maat
regelen in het Rif heeft men, volgens de
herhaaldelijk afgelegde vrijwillige verklarin
gen van Spanje, enkel te doen met de be
veiliging van de Spaansche bezittingen bin
nen het kader van de akte van Algeciras en
met de bestraffing van de aan het vermoor
den van Spanjaarden schuldige Rifkabylen.
Dergelijke maatregelen zijn ook volgens de
in Algeciras omschreven beginselen in het
grensgebied uitsluitend zaak van de betrok
ken staten. De conferentie heeft namelijk de
beveiliging van de Europeanen in de re
gions frontières niet voor haar forum ge
trokken, maar meermalen uitgedrukt, dat
deze streken buiten de getroffen regeling
blijven. Moeley Hafid zal dus over deze
zaak direct met Spanje hebben te onderhan
delen.
De Spaansche vertegenwoordigers te Wee
nen, Lissabon, Washington en Rome berich
ten, dat ook daar de kabinetten den strijd
aan het Rif als eene zaak beschouwen, die
alleen Sjanje en Marokko aangaat.
Perrië-
Tabriz, 30 Sept. Hjodleii hebben
hier verkiezingon plaats gehad voor 15 le
den van het Medsjliss (parlement.)
Vereenigde Staten.
Se at tie, 30 Sept. President Taffc
hieeld in het amphitheater voor natuurwe
tenschappen op de wereldtentoonstelling een
rede, waarin hij beloofd© alles to zullen
doen. wat in zijne macht was om de Anxe-
rikaansche handelsmarine op te beuren ea
20 DOOR
RUDOLF HERZOG.
HOOFDSTUK V.
In het dal was het onrustig. Sinds eenige
dagen waren de herbergen drukker bezocht
dan anders. Men zag onder de arbeiders
dreigende en verhitte gezichten, en in de
fabrieksgebouwen; stonden dikwijls geduren
de den arbeidstijd heftig gesticuleerende
groepen bij elkander, die het bevel van den
opzichter, uiteen te gaan em de handen uit
de mouw te steken, slechts onder protest na
kwamen. Men. wist, dat er groote 'bestellin
gen uit Londen, Pairijs eau Amerika ingeko
men waren, dat die fabrikanten zic'h op een
gouden oogst voorbereidden, en men wilde
ook zijm deel van de rijke conjunctuur heb
ben. De arbeiders stelden hunne eischen op.
Hoogere loonen, een korteren werkdag en
ruimere vergoeding der uren, waarin over
gewerkt zou wordon. In eenige Elberfeldsche
fabrieken kwam het tot werkstakingen, fa
brieken in Barmen volgden. Strijdlust zweef
de door het ganse he dal.
Ewald Wiskotten liep sinds den dag toen
de hand zijner moeder de uiteenzetting zijner
wenschen zoo snel onderbroken had, zwij
gend rond. Doch in zijn binnenste woelde
het, en in zijn hoofd arbeidde het koorts
achtig. Het was, alsof de opgewonden stem
ming in het dal het revolutie-proces in zijne
ziel 'bespoedigde. Daar, achter de bergen,
breidde zich de Benedein-Itijiiscbe laagvlak
te uit. Daar lag Dusseldorf, de stadl der
schoon© kunsten. Daar lachte die vrijheid!.
Het was middag. In het centrum del" stad,
op het oude marktplein, verzamelden zich
groepon arbeiders. Kalm en ernstig «tonden
ze daar, slechts door hun aantal demon1-
streerend. Ewald Wiskotten bemerkte een.
jong meisje, dat zonder vrees het drukke
plein over stak. Men riep haar schertsende
woorden na, men maakte, als voor eene
dame, met overdreven beleefdheid voor
haar plaats. Ze lette niet op het een en niet
op het ander en vervolgde rustig haar weg.
De jonge man snelde haastig op haar toe en
bood haar den arm. Dat gaf den verzamel
den aanleiding om te lachen en eenige min
der gepaste aanmerkingen te maken.
„Maar Anna," zeide Ewald Wiskotten,
„op zulke dagen blijft een jong meisje
thuis."
„Mij doen ze niets," antwoordde ze.
„Maar als de een of ander je nu eens beet
gepakt had," hield hij vol.
„Daar zou ik ook niet dood van gegaan
zijn. Dan had 'hij alleen maar een oorvijg te
pakken gehad."
„Dat past echter niet voor een jonge
dame."
Ze trok kalm haar arm uit den zijnen.
„Ben je bang?"
„Bah!" zekle hij. „Ik wou maar, dat ze
je een van allen beet gepakt hadden. Dan
zou je wat beleefd hebben."
„Zou je er op hebben geslagen?"
„Of ik er op geslagen zou hebben 1 Jou
echter had ik naderhand extra onder haaiden
genomen."
„MijToen reikte ze hem de
hand. „Je bent toch de brave jongen van
vroeger gebleven."
„Hoezoo gebleven? Heb je dan gedacht,
dat ik veranderd) was?"
„Neen," lachte ze, „jou brengt men niet
gauw van de wijs. Je liadt maar zoo heel
veel voor je examen te doen, -dat je beele
maal niet meer kwam, om om naar Ernst
te vragen."
„Maakt hij het goed?" vroeg hij verlegen.
„Dank je," antwoordde ze droog. „Ik ben
juist op wqg naar het station om naar Dus
seldorf te sporen en eens naar hem te gaan
kijken."
„Doe hem mijne groeten. Hoor je? En zeg
hem, dat ik ook gauw kom."
Hij stiet deze woorden zoo sr.el en geheim
zinnig uit, dat ze hem verrast aankeek. Zijn
lauge gestalte had zich uitgerekt. Zijn' jon
gens-gezicht, dat ze zoo gaarne zag, ver
toonde een vreemde uitdrukking.
„Wil je weg?" vroeg ze haastig. „En
naar Dusseldorf?... Dan kom jo niet meor
terug."
„Vrijwillig niet! Ach, hoe kan men toch
met mogelijkheid; aan deze zwarte Wupper
te midden van deze stompzinnge menschemi
leven, die van hoogere beschaving geen
flauw begip hebben."
„Wij leven ook hier," zeide ze en, ver
haastte haar tred.
„Jij, Anna, bent ook het eenige lichtpunt,
dat ik gehad heb. Toen ik nog bij jullie in
den tuin. kwam en-met jou in het gras stoei
de, of we zaten als liet koud was in de keu
ken bij jo moeder en 'keken toe hoe ze appe
len voor ons braadde. Dat is eene eeuwig
heid geleden."
„Een' paar jaar is het geleden. Spreek
toch niet zoo dwaas alsof je reeds een ouwe
man bent I"
„Zeg er 'a," zeidie hij, geërgerd over haar
toon, „ik ben niet meer op school."
„Nee," antwoordde ze, „mem heeft je er
te vroeg afgenomen. Dat hoort men."
„Hemel," zeide hij met eene poging omi
voornaam te doen, „jij bent ook al zoo'n
waschechte Wuppertalerin."
„En jij? Jij bent zeker in den hemel ge
boren? En al waschte je je met Lulm's kern-
zeep, het Wupperwater van je doop krijg je
er toch niet af."
..Dat zullen we zien," meende hij opstui
vend. „Als mijne lieve familie gelooft dat ze
met mij doen kunnen wat ze willen, dan
vergissen ze zich. Voor mijn part mag Au
gust van richting veranderen en theoloog
worden. Ik word schilder."
„Doe het niet, Ewakl," simeekte ze, en
de toom harer stem Verried angst.
Ik word een groot genreschilder."
„Ernst gelooft, dat 'het niet de moeite
loont-."
„Jullie Ernst 1 Die moet zich met zijne
wijsheid maar laten begraven. Die boemelt
tocli maar l"
„Maar hij kan watl"
„En ik zal het jullie toonen 1 Al
schreeuwde je allen moord en brand. Ik heb
den Wiskottenschen stijven kop."
„Ja," zeide ze, „dien heb je."
Ze stonden voor liet Banner station, en
zij reikte hem zonder hem aan te zien de
hand ten afsclveid. Uit haar meisjeshart wa
ren een paar kindertranen naar hare oogen
geweld. En ze begreop plotseling met een
raadselachtig drukkend gevoel, dat het de
laatste kindertranen waren. Haar vroolijk
speelmakkertje van vroeger was hij nu niet
meer.
„Adieu, Ewald."
„Adieu, Anma."
1-Iij keek haar mn, zooals ze slank em in al
de frischhei'd barer jeugd 'die vestibule be
trad. Eene beklemming kwam over hem. Nu
keerde ze zich om. „Veel geluk," riep ze
hem boe em- trachtte te lachen. Toen maak
te de groote jongen dat hij weg kwam. Hij
had als een schooljongen kunnen huilen en
wist niet waarom.
Dien middag zat GustaV Wiskotten in
het privé-kantoor tegenover zijn broer
August. Ze lazen de Engelsche post.
„Alle achting!" bromde Gustav Wiskot
ten en streek verheugd langs zijn knevel.
„Wat heb je?" vroeg August en keek van
de correspondentie op.
„Wilhelm heeft er slag van. Ik zal hem
zijne Engelsche bakkebaarden moeten ver
geven. Nauwelijks is hij aan den overkant
of hij gaat met de Engelschen aan. den gang,
dat ik van het doorlezen der bestellingen eeltl
op mijne handen krijg. Nu wordt het dus
zaak: uren overwerken, nachtarbeid, dat de
grond er van dreunt."
„Als de werklieden maar willen."
„Wat? Je gelooft toch niet dat onze
mannen zich bij de oproerlingen zullen aan
sluiten? Nee, jongen, dan ken je de men-
schen slecht."
„Dat soort menschen is altijd ontevre
den. Als ze gelooven in troebel water te
kunnen visschen, doen ze het."
„Men moet er juist voor zorgen, dat er
niets troebels is. Dan houdt het visschen
van zelf op. Bij ons is helder water."
„Als jij je met je heldere water de oogen
maar niet helder moet wasschen."
Wordt vervolgd.