96". 104. BUITENLAND. FEUILLETON. DE WISKOTTENS. H*" Jtutrgtiji|{. :OORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post1.50. Afzonder! yke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt drtgelyks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn 's morgens by de Uitgevers in te zenden. Uilgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eents bij vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tol het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Ee»" circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvrat toegezonden. Kennisgevingen. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort doen te weten, dat door den Baad dier gemeente in zijne vergadering van den 30. Au gustus 1909 is vastgesteld de volgende verorde ning Verordening tot wijziging der Veror dening betreffende die straaApolitde" (vastgesteld by Raadsbesluit van 27 Juni 1903, gewijzigd* bij Baadebeslui- teu van 24 November 1903, 28 Juni 1906, 31 Juli 1906 en 9 Maart 1909. Artikel >1. Na art. 84bis van de verordening tot wijziging der Verordening betreffende de straatpoKtie, wordeu. de volgende artikelen ingevoegd Artikel 84 ter. Het is aan bestuurder» van motorrijtuigen ver boden met motorrijtuigen met eene grootero snelheid te rijden dan van a. 10 K.M. per uur. 1. Op het gedeelte van de Lange6traat van af de Varkensmarkt tot den ingang van de Eranke- ledenstraat; 2. Door de Kampèrbinnenpoort en *t gedeelte van de Langestraat en de Kampstraat van den ingang van de Muurhuizen tot den. ingang van do Koningstraat; 3. Door de Rloemendalsclie Binnenpoort, op de Bloemendalsche straat, door de Bloemendalsclio Poort en op de daaraan grenzende brug. b. 15 K.M. per uur op de overige wegen bin nen de bebouwde kom. De in acht te nemen maximum snelheid wordt aangegeven door waarschuwingsborden van het door den Minister van Waterstaat vastgesteld model. Artikel 84 quater. Het is aan bestuurders van motorrijtuigen ver boden, daarmede te berijden „de Beukenlaan", loopende van den: Utreohtschen straatweg langs de Westzijde van d'e Beek naar den Arnhem scheu straatweg. Het is aan bestuurders van motorrijtuigen/ en rijwielen verboden, daarmede te berijden heb ge deelte van tien) verbindingsweg van/ den Utreolit. schen weg langs de Oostzijde van de Beek naar tien Arnhemscheni straatweg, dat een aanvang neemt op 51|,5G M. van die Zuid-Oostelijke punt van de Utreebtscihe poort/brug en eindigt op 32 M. van de Noords-Oostelijke punt van de Arnhom. sche poortbrug. Van het verbod, vervat in alinea 1 en 2 kan door Burgemeester en Wethouders ontheffing worden verleend. Aan den belanghebbende wordt een schriftelijk bewijs van de hem verleende ontheffing verstrekt. Hij aan- wien ontheffing is verleend, is ver plicht. op de eerste vordering aan de int art. 88 genoemde ambtenaren heb in vorige alinea ge noemde bewijs te vertoonen. Het gesloten zijn der in alinea 1 en 2 genoem de wegen wordt aangeduid door waarschuwings borden van het door den Minister van Water staat vastgesteld model. Artikel 2. In art. 86 der irr art. 1 genoemde verorde ning wordt inplaats van ..40 en 81" gelezen: „40 81, 84 ter en 84 quater." Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Utrecht volgens htm bericht van den 5. October 1909, 3e afdeeling, co. 3545/2382. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort den 9. October 1909. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris. De Burgemeester, J. G. STENFERT KROE6E WUIJTIERS. Politiek Overzicht. Schijn en wezen in het Jlarok- kaansehe avontuur. De uit den Franschen veldtocht in het Chauja-gebied 'bekende generaal d'Amade heeft tegenover een dagbladschrijver lucht gegeven aan zijne bezorgdheid over 't geen Spanje met zijn veldtocht in het Rifgebied voor 'heeft. Hij verlangt, dat Frankrijk ten spoedigste zal ingrijpen om zijne economi sche en politieke belangen in Marokko te beschermen. Daarvoor is hij disciplinair ge straft, maar dat bewijst niet, dat er voor de bezorgdheid, waaraan hij uiting gaf, geen reden bestaat. Maar nog veel meer reden beef-t men in bet land zelf om de regeering ter verant woording te roepen. Uit Madrid is aan de Frankf. Ztg. bericht, dat de Spaansche en vreemde dagbladcorrespondenten voor 't meerendecl Melilla verlaten hebben niet omdat de oorlog ten einde is, maar omdat de door de militaire overheid verordende maat regelen bun de vervulling van hunne taak onmogelijk maken. Wat de militaire over heid doet op het oorlogsterrein, dat doet de regeering zelve in het moederlandzij maakt zich schuldig aan eene stelselmatige mislei ding van de bevolking omtrent den staat van zaken met het gevolg, dat niemand weet hoe eigenlijk de toestand is. De Madridsche cor respondent van de Frankf. Ztg. stort daar over aldus zijn hart uit: Wie op de gebeurtenissen een oordeel zou willen baseeren, tast sedert drie maandem doelloos rond. Wat eenmaal eene eenvou dige „politie-operatie" werd,genoemd, is in den loop van den tijd tot eeai werkelijken oorlog aangegroeid, waarin meer dan 50,000 soldaten in liet veld staan. In de eerste da gen van Juli verklaarde de minister van financiën Besada, dat het verlangde crediet van drie millioen peseta's voor alle gevallen volkomen voldoende was. De Epoca, het or gaan van de regeering, schreef: „Niemand denkt er aan, bloed of geld te willen ver spillen". Overal waren de plechtige verkla ringen nog in het geheugen, die de minis ter-president Maura kort te voren in het parlement had afgelegd„De regeering heeft evenmin aanleiding ais voorwendsel gegeven, dat men 'haar voor zOo dwaas zou mogen houden, Spanje in buiteulandsche avonturen te willen drijven. Want de regee ring weet beter dan iemand hoezeer de natie zich heeft in te spannen voor hare binnen- landsche reconstructie, voordat wij aan de overzijde van de grens kunnen optreden." Nog den 29en Juli, dus na de eerste nood lottige gevechten in de kloven van den Gurugu, verzekerde de minister van finan ciën „De geheele zaak zal zich bepalen tot eene hoogere belasting van ons loopend budget met eenige millioenen." Deze „eenige millioenen" zijn, volgens eene berekening van ministeriele bladen, inmiddels reeds tot meer dan 100 millioen aangegroeid. Onophoudelijk worden troepen naar Melilla gezonden, totdat de opperbe velhebber, generaal Marina, in zijne toe spraak van 15 Augustus zelf verklaarde, dat nu alle noodige strijdkrachten tot tuchti ging van het Rifgebied vereenigd zijn. Ter stond daarna zond men echter de divisie So- tomayor naar het oorlogstooneel en nu volgt ook nog de divisie Ampudia en bovendien nog eenige kavallerie-regimenten. ,,Het blijkt dus zoo oordeelt de Imparcial dat het kabinet van den heer Maura in de opvatting van het geheele vraagstuk op alle hoofdpunten volkomen schipbreuk heeft ge leden. Het heeft zich in de militaire, de po litieke en de financieele beteekenis van de kwestie geheel en al vergist. De gebeurte nissen hebben het voortgesleept, en het is slechts te verwonderen, dat het nationale evenwicht door de hevige verrassingen nog niet sterker geschokt is." De ergste teleurstelling werd echter on dervonden, toen na de bezetting van den Gurugu de ministers de meening verkondig den, dat nu het doel en het einde van den veldtocht was bereikt en dat het tijdstip na bij was, waarop het expeditieleger kon wor den teruggeroepen. Had men in het volk kunnen vermoeden, dat in het mijngebied van Beni Bu Ifrur de allerzwaarste strijd nog voor de deur stond, dat daar nog ver overingstochten waren voorgenomen, die vele offers aan leven en bloed zouden eischen en de spoedige uitzending van nieuwe strijd krachten noodig zouden maken, dan zou de Spaansche regeering zeker er nooit in geslaagd zijn de algemeene voldoening over het verloop van de gevaarlooze militaire wandelingen naar Nador, naar Seluan en naar de Gurugu in zulk eene buitensporige triumfstemraing te doen overslaan. De con clusie, die de Imparcial trekt uit dit scherpe contrast tusschen schijn en werkelijkheid, luidt aldus: „Daar men onmogelijk kan aannemen, dat de regeering er op uit was het land te bedriegen, moet men ten haren gunste aannemen, dat zij over den oorlogs toestand niet ingelicht is geweest. Wie ech ter zoodanig in het duister gaat, mag niet op het minste vertrouwen aanspraak maken. Wanneer het lot van het volk in zulke han den rust, dan kan de mislukking niet uit blijven." Den 15en van deze maand komen de Cor tes bijeen. Dan zal de gelegenheid om de regeering tot verantwoording te roepen, wel niet ongebruikt blijven. België. Brussel, 9 Oct. Het internationale vredescongres heeft met algemeene stemmen een voorstel aangenomen, strekkende om net werpen van ontplofbare stoffen uit bestuur bare luchtschepen of luchtballons te verbie den. Frankrijk. P a r ij s, 9 Oct. De regeering heeft generaal d'Amade op non-activiteit gesteld wegens zijne verklaringen aan een dagblad schrijver over den Spaanschen veldtocht in Marokko, die compromitteerend geoordeeld is voor de diplomatieke betrekkingen. Engeland. Londen, 10 Oct. De kanselier der schatkist Lloyd George zeide te New-Castle Het volk vraagt waarom vijfhonderd gewone mannen het oordeel van millioenen, die den rijkdom scheppen, te niet doen; hoe het komt dat 10,000 menschen eigenaars van den grond zijn en de rest van het volk bij hen achterstaan in landbezit en geboorte wie verantwoordelijk zijn voor eene orde van zaken, waardoor de een, die zijn leven door brengt met verslij tenden arbeid voor een onzeker bestaan, als hij aanspraak maakt op acht stuivers daags op zijn ouden dag, dit slechts kan krijgen door eene revolutie, ter wijl een ander, die geen tobber is, dagelijks meer ontvangt dan zijn buurman in een ge heel jaar. Het antwoord is zwanger van gevaar voor de orde van zaken, die verte genwoordigd wordt door de pairs, maar be laden met zeldzaam verkwikkende vrucht voor de verdroogde lippen van de menigte, die uil het sombere vuil, waarin zij in ver vlogen tijden zich- rondbewoog, nu treedt in het licht. Dc loods van het Engelsche stoomschip Woodburn, waarop Russische torpedo-boo ten bij de ontmoeting tusschen den Russi- schen en deji Duitschen keizer bij Björkö in Juni gevuurd hebben, is tot zeven dagen hechtenis veroordeeld, en de loodscommis- saris, die boven hem staat, heeft een scherpe berisping gekregen Zweden. Over dien stand van de algemeene staking in Zwedien deelt het hoofdbureau van le Duitsche werkgeversvereenigingen, op grond van in Stockholm ingewonnen inlichtingen, het volgende mede: Toen don 6. September door die landbouw organisatie van d'e werklieden die staking beperkt werd tot dde werklieden, dile bij le den van den Zweedse hen werkgeversbond m dienst waren, was ook deze staking niet meer oen effectieve; reeds den 28. Aug. staakten van de 164,000 werklieden van den Zweedschen werkgeversbond nog slechts 114,445, terwijl blijkens de telling, die was geschied, 42,548 werklieden tot den arbeid teruggekeerd warendie opgaven over do rest ontbraken. Den 9. September staakten volgens de officieoio telling 96,000, den 16. September 82,000, dien 24. Sept. 69,000, den 1. October omstreeks 50,000. Het ge tal der nu nog stakemdle werklieden zal de 40,000 niet te boven gaan. Het berugkee- reu tot den arbeid was aanvankelijk tegen hel bevel van het stakingsbestuur geschied. Den 28. September trok echter dait bestuur het tot dusver gegeven bevel in en ver gunde dien werklieden tot dein arbeid terug te koenen wanneer de hervatting van dien arbeid met eene meerderheid van twee der den besloten werd sommige itndustrieën wierden echter hiervan uitgezonderd, met name die ertsgroeven on de exporbilndustrie Niicitemiin hjelbben den 6. October die werk lieden van de Grair,glasberg-maatschappijdlile de belangrijkste mijnwerken bezit, dien ar beid op de oude v oor waar dlèhi hervat. Die algemeene staking heeft dus naar hare tegen woordige uitbreiding geen grootero beUee- keni« dan eene gewone industrlesbaking. Oostenrijk. De rijksraad is tegen den 20en October bijeengeroepen tot hervatting van zijne werkzaamheden. Minister-president Bienerth zal in de eerste zitting in de beide huizen verschijnen om namens de regeering eene verklaring af te leggen. De landdag van Bohemen is eergisteren verdaagd. Een officieel communiqué houdt in, dat in den loop van dit jaar nog eene laatste poging zal worden beproefd om aan den Boheemschen landdag het vermogen om te werken terug te geven. Dit zal in ieder geval het resultaat hebben, dat duidelijk zal worden vastgesteld wie de verantwoor delijkheid heeft te dragen, als ook dan de onderhandelingen mochten mislukkende bevolking zal daardoor vernemen welke par tijen de schuld dragen van de verdere ver woesting van het burgerlijke samenleven, aan de voortdurende stremming van eiken nuttigen ecouomischen en socialen arbeid in de wetgeving en aan de toenemende ver nietiging van de constitutioneele instellin gen. In den landdag van Kraiu zijn bij de be handeling van een voorstel tot niet-toelating van twee liberale leden ergerlijke schanda len voorgekomen. Twee afgevaardigden wier pen stinkbommen in de zaal, die een den adem belemmerenden reuk in de zaal ver spreidden. De voorzitter riep de commissie van orde bijeen, die de beide schuldigen strafte met uitsluiting van drie zittingen. De gestraften weigerden echter de zaal te verlaten, hetgeen tot nieuwe tooneelen van wanorde aanleiding gaf. Eindelijk, nadat gedreigd was met strafrechterlijke vervolging en uitzetting door de politie en nadat nog drie leden voor de commissie van orde ge roepen waren, die echter verontschuldigin gen aanboden, verlieten de beide uitgesloten afgevaardigden de zaal, waarna de rust her stelde. W e e n e n 9 Oct. De Boheemsche Landdag is verdaagd. In de Wiener Zeitung is een verklaring opgenomen, waarin, gezegd wordt, dat dit te wijten is aan heit mislukken der onder handelingen tusschen Ozechen. en Duitse hers die den Landdag in staat moesten stellen den arbeid te hervatten. Rusland. Livadia, 9 Oct. Het Turksche bui tengewone gezantschap werd heden door dien Czanr in a f sc h eids audië nifcie ontvangen. De leden van het gezantschap namen daarna deel aan een ontbijt, waarbij Riifaat pacha ter rechterzijde van dien Czaar zat. Rifaat pacha on Nazim paoha werdlön ook door d'e Czarina ontvangen. Petersburg, 9 Oct. Het Telegraaf - agentschap heeft van zijn correspondent te Jaita het volgende telegram ontvangen: Het buitengewone Turksche gezantschap heeft Jalta verlaten om naar Konstantinio- pel terug te keeren. Gedurende hun verblijf hier hebben, de Turksche minister van bui- tenlandsche zaken en generaal Nazim Pacha zich door de minzame ontvangst die zij on dervonden hebben van Z. M. den Keizer, kunnen overtuigen van de gevoelens van vriendschap van Z. M. jegens Z. M. den sultan en van zijne oprechte wemschen voor den voorspoed van Turkije. In den loop van de gesprekken tusschen Rifaat Pacha en Is- wolski is geconstateerd, dat de beid© rijken gelijkelijk betrokken zijn bij de handhaving en de ontwikkeling der betrekkingen van vriendschap, vertrouwen en goede buurschap tusschen hen. Dit is niet alleen van toepas sing op het gebied van hunne politieke be trekkingen maar ook op dat van de belang rijke economische belangen, die zij gemeen hebben. Dit alles kan slechts worden be reikt op voorwaarde van het behoud van den vrede, en slechts in dien zin zullen de pogingen van de beide regeeringen zich moeten bewogen, gelijk ook in het verleden. Zoo heeft de beleefdheidszending, door Ri faat en Nazim vervuld, aan de beide regee ringen de gelegenheid geschonken om nog eens weer de gevoelens van goeden wil te bevestigen, waarvan zij wederkeerig bezield zijn. Turkije. Volgens een bericht uit Konstantiuopel aan de Politisclie Korrespondenz wordt liet in de regeeringskringen als onjuist ver klaard, dat het buitengewone gezantschap naar Livadia met politieke zendingen, zoo als de Dardanellen-kwestie en het Kreta- vraagstuk, belast is; daarentegen zal waar schijnlijk de vraag van het bezoek van den Czaar in Konstantiuopel beslist worden. Uit Konstantimopel wordt aan de Köln. Ztg. bericht, dat het zenden van een bui tengewoon Turksch gezantschap naar het hof van den Czaar in Livadia niet slechts het karakter draagt van eene beleefdheid, maar eene groote politieke beteekenis heeft. 27 ©oor RUDOLF HERZOG. Eon oud, bevend moedertje met goedhar tige, angstige oogen, opende de deur. „Wij drinken juist koffie. Wilt u maar binnen komen!" In een bescheiden kamertje, welks wanden, met staalgravures em omlijste diploma's be dekt waren, zat- de oude dichter uit eén grooteu kop zijne koffie te slurpen. „Ah imijm jomge vriend! Welkom in mijn TusculumMoeder, déze jonge heer hier is een Wiskotten, de broer van den be gaafden Paul Wiskotten, en eveneens iemand die veel verstand van kunst heeft." De oude vrouw keek angstig naar dén gast en ruimde toen snel de koffietafel leeg. „Mijne levensgezellin", merkte die grijs aard op en wreef zich vroolijk de handen, is eene voortreffelijke vrouw, en indien zo ge voel voor kunst had, was ze volmaakt." Nu kwam de oude vrouw naderbij. „Ach, mijnheer Wiskotten", klaagde ze, „als u dien man daar het dichten toch eens af kon leeren. Hij is zulk een goed mensch, Jm^ar op dab puint is hij als een kind. iEn de kinderjaren is hij nu toch langzamerhand wel te boven." „O, jou klieingeloovige", riep die grijsaard uit, „hij die zijne jeugd verliest, verliest zichzelf. Zou jij dan een ouden man. willet hebben?" „Zoo is hij nu", klaagde het kMne moe diertje tot- den bezoeker, „en toch telt hij c ok reeds .goed en wel tachtig." „Muiier tacea'b in ecclesia", staat in Ko- rinthe; de vrouw zwijg© in de kerk. Waar van kunst gesproken wordt, is godsdienst, moeder. En onze gast brandt van verlangen zijn' gebed te doen." „Ik ga al, man, ik ga al." En terwijl zij' met lilet vol beladen blad haastig den be zoeker passeerde', wierp ze den jongen maui een hulpzoekenden blik toe. „Altijd die ge zwollen manier van spreken. En dié zoudien menschen van mijn slag zoo maar moeten! verstaan „Eene voortreffelijke vrouw", herhaalde de grijsaard zich dé handen wrijvend en' wierp haar een tleederan blik na. „Ziezoo, en ga nu eerst eens zitten. Zit u prettig? Eene sigaar? Hm, ja, eene pijp mag ik u zeker niet presentfeerem? De sigaren name lijk Schiller zou zeggen „Kaal gebrand is de plek". En ik zeg het hem na. U neemt werkelijk eene pijp? Wacht, hier is een fidi- bus. Eene pijp met eene lucifer aansteken betéekent hetzelfde als visch met een mes eten. Eu nu kunnen we ons gesprek begin nen. Wat een tijden! Wat een tijden „De -arbeiders trekken in hunne Zondag- sche kleeren door de straten." „Ja, ja, ja, dat is déor ons toedoen! Anno 48 in boezeroenen, heden in Zondag- sche kleeren! Wij hebben met ons bloed de harde aarde gedrenkt, opdat eindelijk de bloemen zouden kunnen ontspruiten." „Was 't zoo erg in. het Wupperdal?" „Erg en toch wondervol. Wondervol voor den dichter, die den hartslag van zijn volk beluistert. De beweging ontsprong bij ons uit deai nood van het geweten. Men moet het volk néoit in zijn godsdienst basten/. En men drong het eene nieuwe agenda op. Toen bedachten de menschen, innerlijk gewond, wat hun bij 'die nakoming dier mooiste belof ten voor de da-gel ij ksc'he behoeften. oUthloudlemi was. En nn stelde het volk zijn eischen., hét presenteerde de rekening. Het werd bob eene •gewapende macht, hét leidde er toe dat men in Maart vani het jaar 48 in Berlijn de vrij heids klok ken luidde en de Koning voor de gevallen volkskampioenen den hoed af nam u kent toch Freiligrath's zegelied. „I>e doodon aan dé levenden?" „De kogels midden in de boa-st, de voorhoofden ge kloofd?" ja, dab had het oprichten van een burgerwacht tengevolge. En toen daarna de nationale vergadering te Frankfurt am Main ontbonden en de ellendige grondwets artikelen uitgevaardigd werden, greep men in het jaar 49 in Baden, in de Pfalz, op nieuw naar de wapenen. En toen bij ons de landweer mobiel gemaakt zou worden, wei gerde men in te rukken, voordat de rech ten van het Duitse he volk gewaarborgd wa ren, en toen men nu uit Düsseldorf militai ren zond, infanterie, artillerie en Uhlanen, brak in Ebberfeld de barricade-opstand uit." „Ach, mijnnheer Korten, dat zal me iets geweest zijn." De grijsaard stond' geestdriftig op en nam dé pijp uit zijn mond. „Luister, luister! Auf, deutsches Volk, du stark Geschlecht, Es schlug die gresze Siuude, Steh auf und sei nicht lar.ger Knecht, Mit Kraft und Mut steh' für dein Recht lm heil'gen Völkerbunde Der schwarz-rot-goldenen Fahne nachl Zu Sieg und Heil aus Druck und Schmach Wir zittern nicht vor Bajonetten Die Freihei't, die Freaheit, Die Freöhéit brichb die Ketteinl" „Ka, de vrijheid!" herhaalde Ewald Wis kotten met schitterend© oogen. „Eu toen „En toen brak men het plaveisel op en uit de vensters van 'het huis van den opperbur gemeester wierp men de meubelen op straat om ,er barricaden van op te richten, en dén opperburgemeester van Carnap wilde men aan eene lantaarn, ophangen „Dat zo-u onzen Gustav niet overkomen' zijn", merkte de toehoorder oen weinig cri- tisch op. „Gustav? Wie is Gustav? Het souvereine volk was al'les 1 Aan de spits dé vurige 'advo caat Hoechster en de populaire doctor Bracht. Toen gloeiden de fakkels, toen weer klonken de salvo's. Voor de vrijheid, voor d'e vrijheidHij ging opgewonden op zijn stoel zitten. „Denkt ge er aan, mijn dap pere Lagierka Ach, die Poolsche liederen! Dat was poëzie!" „Nu zijn wij aan de beurt l" riep Ewald Wiskotten en strikte haastig zijne porte- feuile los. „U zult zien, mijnheer Wiskotten, dat mén de eischen der arbeiders in zal willigen Het heilig bloed is toen ter tijde niet ver geefs vergoten. Nu ontspruiten de bloe men er uit, en de zon is er voor allen." „Ook voor mij", triumfeerde de jongen, „ik wil de kunsten aars vrijheid tegemoet, ik wil naai- Düsseldorf naar de Academie." „O", zeide de grijsaard eerbiedig„gij gelukkige 1" „Wilt u mijne teekenmgen eens zien?" „Als ik m«ag?" De portefeuille lag geopend op tafel. Een wit en een bruin hoofd begon er zich o'ver heen. Doch het was slechts één hartslag. „Hoe mooi hoe wonderlijk mooil" „Bevalt het u?" „Hoe kan men spreken als men zoo ge nietNeen, bid 'ik u I Nog niet omslaan. Ik zie zoo iotf slechts zoo zelden. De hand) van oen toekomstige 'beroemdheid. O, mijn heer Wiskotten, de oude Grieken en Romei nen wisten wel waarom ze den goden' heka- tomben offerden." Ewald Wiskotten kende geen afwerende bescheidenheid. Zijne opbruischendie jeugd) 'verlangde haar recht. De door 'den' ouderdomi vergeten p ban tast k wam hem als een hem volkomen begrijpende, ver met ham boven de groote menigte zwevende makker voor. „En deze fabriekstudie?" „Sakkerloot, sakkerloot, ik ben zelf een oud-gediende. Vijftig jaren mijns levens heb ik in de fabriek gezeten, van leerling af, en ik mag mij <lu6 wel oen oordeel aanmatigen. En ik zeg, hetgeen de oude Simeon im derf tempel zeide: „Hoer, laat uw dienaar nu iui vrede stervenHo© is het mogelijk, dat weer te gov en „En hier héb ik stoffen geteekend en mot waterverf beschilderd. Met zeer rijke figu ren. Slechts voor de aardigheid. Ik wilde toch eens zien, of ik niet meer scheppings- gave had dan onze oude patronenteekenaar op de fabriek." „Prachtig! Daarop zou Parijs, zooals ik het ken, honderdduizend stuks Nouveauté'» bestellen." Wordt vtrvolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1