96". 104.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE WISKOTTENS.
H*" Jtutrgtiji|{.
:OORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post1.50.
Afzonder! yke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt drtgelyks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn
's morgens by de Uitgevers in te zenden.
Uilgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eents bij vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tol
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Ee»"
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvrat
toegezonden.
Kennisgevingen.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort doen te weten, dat door den Baad dier
gemeente in zijne vergadering van den 30. Au
gustus 1909 is vastgesteld de volgende verorde
ning
Verordening tot wijziging der Veror
dening betreffende die straaApolitde"
(vastgesteld by Raadsbesluit van 27
Juni 1903, gewijzigd* bij Baadebeslui-
teu van 24 November 1903, 28 Juni
1906, 31 Juli 1906 en 9 Maart 1909.
Artikel >1.
Na art. 84bis van de verordening tot wijziging
der Verordening betreffende de straatpoKtie,
wordeu. de volgende artikelen ingevoegd
Artikel 84 ter.
Het is aan bestuurder» van motorrijtuigen ver
boden met motorrijtuigen met eene grootero
snelheid te rijden dan van a. 10 K.M. per uur.
1. Op het gedeelte van de Lange6traat van af
de Varkensmarkt tot den ingang van de Eranke-
ledenstraat;
2. Door de Kampèrbinnenpoort en *t gedeelte
van de Langestraat en de Kampstraat van den
ingang van de Muurhuizen tot den. ingang van
do Koningstraat;
3. Door de Rloemendalsclie Binnenpoort, op de
Bloemendalsche straat, door de Bloemendalsclio
Poort en op de daaraan grenzende brug.
b. 15 K.M. per uur op de overige wegen bin
nen de bebouwde kom.
De in acht te nemen maximum snelheid wordt
aangegeven door waarschuwingsborden van het
door den Minister van Waterstaat vastgesteld
model.
Artikel 84 quater.
Het is aan bestuurders van motorrijtuigen ver
boden, daarmede te berijden „de Beukenlaan",
loopende van den: Utreohtschen straatweg langs
de Westzijde van d'e Beek naar den Arnhem
scheu straatweg.
Het is aan bestuurders van motorrijtuigen/ en
rijwielen verboden, daarmede te berijden heb ge
deelte van tien) verbindingsweg van/ den Utreolit.
schen weg langs de Oostzijde van de Beek naar
tien Arnhemscheni straatweg, dat een aanvang
neemt op 51|,5G M. van die Zuid-Oostelijke punt
van de Utreebtscihe poort/brug en eindigt op 32
M. van de Noords-Oostelijke punt van de Arnhom.
sche poortbrug.
Van het verbod, vervat in alinea 1 en 2 kan
door Burgemeester en Wethouders ontheffing
worden verleend.
Aan den belanghebbende wordt een schriftelijk
bewijs van de hem verleende ontheffing verstrekt.
Hij aan- wien ontheffing is verleend, is ver
plicht. op de eerste vordering aan de int art. 88
genoemde ambtenaren heb in vorige alinea ge
noemde bewijs te vertoonen.
Het gesloten zijn der in alinea 1 en 2 genoem
de wegen wordt aangeduid door waarschuwings
borden van het door den Minister van Water
staat vastgesteld model.
Artikel 2.
In art. 86 der irr art. 1 genoemde verorde
ning wordt inplaats van ..40 en 81" gelezen: „40
81, 84 ter en 84 quater."
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde
Staten van Utrecht volgens htm bericht van den
5. October 1909, 3e afdeeling, co. 3545/2382.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort den 9. October 1909.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris. De Burgemeester,
J. G. STENFERT KROE6E WUIJTIERS.
Politiek Overzicht.
Schijn en wezen in het Jlarok-
kaansehe avontuur.
De uit den Franschen veldtocht in het
Chauja-gebied 'bekende generaal d'Amade
heeft tegenover een dagbladschrijver lucht
gegeven aan zijne bezorgdheid over 't geen
Spanje met zijn veldtocht in het Rifgebied
voor 'heeft. Hij verlangt, dat Frankrijk ten
spoedigste zal ingrijpen om zijne economi
sche en politieke belangen in Marokko te
beschermen. Daarvoor is hij disciplinair ge
straft, maar dat bewijst niet, dat er voor de
bezorgdheid, waaraan hij uiting gaf, geen
reden bestaat.
Maar nog veel meer reden beef-t men in
bet land zelf om de regeering ter verant
woording te roepen. Uit Madrid is aan de
Frankf. Ztg. bericht, dat de Spaansche en
vreemde dagbladcorrespondenten voor 't
meerendecl Melilla verlaten hebben niet
omdat de oorlog ten einde is, maar omdat de
door de militaire overheid verordende maat
regelen bun de vervulling van hunne taak
onmogelijk maken. Wat de militaire over
heid doet op het oorlogsterrein, dat doet de
regeering zelve in het moederlandzij maakt
zich schuldig aan eene stelselmatige mislei
ding van de bevolking omtrent den staat van
zaken met het gevolg, dat niemand weet hoe
eigenlijk de toestand is. De Madridsche cor
respondent van de Frankf. Ztg. stort daar
over aldus zijn hart uit:
Wie op de gebeurtenissen een oordeel zou
willen baseeren, tast sedert drie maandem
doelloos rond. Wat eenmaal eene eenvou
dige „politie-operatie" werd,genoemd, is in
den loop van den tijd tot eeai werkelijken
oorlog aangegroeid, waarin meer dan 50,000
soldaten in liet veld staan. In de eerste da
gen van Juli verklaarde de minister van
financiën Besada, dat het verlangde crediet
van drie millioen peseta's voor alle gevallen
volkomen voldoende was. De Epoca, het or
gaan van de regeering, schreef: „Niemand
denkt er aan, bloed of geld te willen ver
spillen". Overal waren de plechtige verkla
ringen nog in het geheugen, die de minis
ter-president Maura kort te voren in het
parlement had afgelegd„De regeering
heeft evenmin aanleiding ais voorwendsel
gegeven, dat men 'haar voor zOo dwaas zou
mogen houden, Spanje in buiteulandsche
avonturen te willen drijven. Want de regee
ring weet beter dan iemand hoezeer de natie
zich heeft in te spannen voor hare binnen-
landsche reconstructie, voordat wij aan de
overzijde van de grens kunnen optreden."
Nog den 29en Juli, dus na de eerste nood
lottige gevechten in de kloven van den
Gurugu, verzekerde de minister van finan
ciën „De geheele zaak zal zich bepalen
tot eene hoogere belasting van ons loopend
budget met eenige millioenen."
Deze „eenige millioenen" zijn, volgens
eene berekening van ministeriele bladen,
inmiddels reeds tot meer dan 100 millioen
aangegroeid. Onophoudelijk worden troepen
naar Melilla gezonden, totdat de opperbe
velhebber, generaal Marina, in zijne toe
spraak van 15 Augustus zelf verklaarde, dat
nu alle noodige strijdkrachten tot tuchti
ging van het Rifgebied vereenigd zijn. Ter
stond daarna zond men echter de divisie So-
tomayor naar het oorlogstooneel en nu volgt
ook nog de divisie Ampudia en bovendien
nog eenige kavallerie-regimenten. ,,Het
blijkt dus zoo oordeelt de Imparcial
dat het kabinet van den heer Maura in de
opvatting van het geheele vraagstuk op alle
hoofdpunten volkomen schipbreuk heeft ge
leden. Het heeft zich in de militaire, de po
litieke en de financieele beteekenis van de
kwestie geheel en al vergist. De gebeurte
nissen hebben het voortgesleept, en het is
slechts te verwonderen, dat het nationale
evenwicht door de hevige verrassingen nog
niet sterker geschokt is."
De ergste teleurstelling werd echter on
dervonden, toen na de bezetting van den
Gurugu de ministers de meening verkondig
den, dat nu het doel en het einde van den
veldtocht was bereikt en dat het tijdstip na
bij was, waarop het expeditieleger kon wor
den teruggeroepen. Had men in het volk
kunnen vermoeden, dat in het mijngebied
van Beni Bu Ifrur de allerzwaarste strijd
nog voor de deur stond, dat daar nog ver
overingstochten waren voorgenomen, die
vele offers aan leven en bloed zouden eischen
en de spoedige uitzending van nieuwe strijd
krachten noodig zouden maken, dan zou
de Spaansche regeering zeker er nooit in
geslaagd zijn de algemeene voldoening over
het verloop van de gevaarlooze militaire
wandelingen naar Nador, naar Seluan en
naar de Gurugu in zulk eene buitensporige
triumfstemraing te doen overslaan. De con
clusie, die de Imparcial trekt uit dit scherpe
contrast tusschen schijn en werkelijkheid,
luidt aldus: „Daar men onmogelijk kan
aannemen, dat de regeering er op uit was
het land te bedriegen, moet men ten haren
gunste aannemen, dat zij over den oorlogs
toestand niet ingelicht is geweest. Wie ech
ter zoodanig in het duister gaat, mag niet
op het minste vertrouwen aanspraak maken.
Wanneer het lot van het volk in zulke han
den rust, dan kan de mislukking niet uit
blijven."
Den 15en van deze maand komen de Cor
tes bijeen. Dan zal de gelegenheid om de
regeering tot verantwoording te roepen, wel
niet ongebruikt blijven.
België.
Brussel, 9 Oct. Het internationale
vredescongres heeft met algemeene stemmen
een voorstel aangenomen, strekkende om net
werpen van ontplofbare stoffen uit bestuur
bare luchtschepen of luchtballons te verbie
den.
Frankrijk.
P a r ij s, 9 Oct. De regeering heeft
generaal d'Amade op non-activiteit gesteld
wegens zijne verklaringen aan een dagblad
schrijver over den Spaanschen veldtocht in
Marokko, die compromitteerend geoordeeld
is voor de diplomatieke betrekkingen.
Engeland.
Londen, 10 Oct. De kanselier der
schatkist Lloyd George zeide te New-Castle
Het volk vraagt waarom vijfhonderd gewone
mannen het oordeel van millioenen, die den
rijkdom scheppen, te niet doen; hoe het
komt dat 10,000 menschen eigenaars van
den grond zijn en de rest van het volk bij
hen achterstaan in landbezit en geboorte
wie verantwoordelijk zijn voor eene orde van
zaken, waardoor de een, die zijn leven door
brengt met verslij tenden arbeid voor een
onzeker bestaan, als hij aanspraak maakt op
acht stuivers daags op zijn ouden dag, dit
slechts kan krijgen door eene revolutie, ter
wijl een ander, die geen tobber is, dagelijks
meer ontvangt dan zijn buurman in een ge
heel jaar. Het antwoord is zwanger van
gevaar voor de orde van zaken, die verte
genwoordigd wordt door de pairs, maar be
laden met zeldzaam verkwikkende vrucht
voor de verdroogde lippen van de menigte,
die uil het sombere vuil, waarin zij in ver
vlogen tijden zich- rondbewoog, nu treedt
in het licht.
Dc loods van het Engelsche stoomschip
Woodburn, waarop Russische torpedo-boo
ten bij de ontmoeting tusschen den Russi-
schen en deji Duitschen keizer bij Björkö in
Juni gevuurd hebben, is tot zeven dagen
hechtenis veroordeeld, en de loodscommis-
saris, die boven hem staat, heeft een scherpe
berisping gekregen
Zweden.
Over dien stand van de algemeene staking
in Zwedien deelt het hoofdbureau van le
Duitsche werkgeversvereenigingen, op grond
van in Stockholm ingewonnen inlichtingen,
het volgende mede:
Toen don 6. September door die landbouw
organisatie van d'e werklieden die staking
beperkt werd tot dde werklieden, dile bij le
den van den Zweedse hen werkgeversbond
m dienst waren, was ook deze staking niet
meer oen effectieve; reeds den 28. Aug.
staakten van de 164,000 werklieden van
den Zweedschen werkgeversbond nog slechts
114,445, terwijl blijkens de telling, die was
geschied, 42,548 werklieden tot den arbeid
teruggekeerd warendie opgaven over do
rest ontbraken. Den 9. September staakten
volgens de officieoio telling 96,000, den
16. September 82,000, dien 24. Sept. 69,000,
den 1. October omstreeks 50,000. Het ge
tal der nu nog stakemdle werklieden zal de
40,000 niet te boven gaan. Het berugkee-
reu tot den arbeid was aanvankelijk tegen
hel bevel van het stakingsbestuur geschied.
Den 28. September trok echter dait bestuur
het tot dusver gegeven bevel in en ver
gunde dien werklieden tot dein arbeid terug
te koenen wanneer de hervatting van dien
arbeid met eene meerderheid van twee der
den besloten werd sommige itndustrieën
wierden echter hiervan uitgezonderd, met
name die ertsgroeven on de exporbilndustrie
Niicitemiin hjelbben den 6. October die werk
lieden van de Grair,glasberg-maatschappijdlile
de belangrijkste mijnwerken bezit, dien ar
beid op de oude v oor waar dlèhi hervat. Die
algemeene staking heeft dus naar hare tegen
woordige uitbreiding geen grootero beUee-
keni« dan eene gewone industrlesbaking.
Oostenrijk.
De rijksraad is tegen den 20en October
bijeengeroepen tot hervatting van zijne
werkzaamheden. Minister-president Bienerth
zal in de eerste zitting in de beide huizen
verschijnen om namens de regeering eene
verklaring af te leggen.
De landdag van Bohemen is eergisteren
verdaagd. Een officieel communiqué houdt
in, dat in den loop van dit jaar nog eene
laatste poging zal worden beproefd om aan
den Boheemschen landdag het vermogen om
te werken terug te geven. Dit zal in ieder
geval het resultaat hebben, dat duidelijk
zal worden vastgesteld wie de verantwoor
delijkheid heeft te dragen, als ook dan de
onderhandelingen mochten mislukkende
bevolking zal daardoor vernemen welke par
tijen de schuld dragen van de verdere ver
woesting van het burgerlijke samenleven,
aan de voortdurende stremming van eiken
nuttigen ecouomischen en socialen arbeid in
de wetgeving en aan de toenemende ver
nietiging van de constitutioneele instellin
gen.
In den landdag van Kraiu zijn bij de be
handeling van een voorstel tot niet-toelating
van twee liberale leden ergerlijke schanda
len voorgekomen. Twee afgevaardigden wier
pen stinkbommen in de zaal, die een den
adem belemmerenden reuk in de zaal ver
spreidden. De voorzitter riep de commissie
van orde bijeen, die de beide schuldigen
strafte met uitsluiting van drie zittingen.
De gestraften weigerden echter de zaal te
verlaten, hetgeen tot nieuwe tooneelen van
wanorde aanleiding gaf. Eindelijk, nadat
gedreigd was met strafrechterlijke vervolging
en uitzetting door de politie en nadat nog
drie leden voor de commissie van orde ge
roepen waren, die echter verontschuldigin
gen aanboden, verlieten de beide uitgesloten
afgevaardigden de zaal, waarna de rust her
stelde.
W e e n e n 9 Oct. De Boheemsche
Landdag is verdaagd.
In de Wiener Zeitung is een verklaring
opgenomen, waarin, gezegd wordt, dat dit
te wijten is aan heit mislukken der onder
handelingen tusschen Ozechen. en Duitse hers
die den Landdag in staat moesten stellen
den arbeid te hervatten.
Rusland.
Livadia, 9 Oct. Het Turksche bui
tengewone gezantschap werd heden door dien
Czanr in a f sc h eids audië nifcie ontvangen.
De leden van het gezantschap namen
daarna deel aan een ontbijt, waarbij Riifaat
pacha ter rechterzijde van dien Czaar zat.
Rifaat pacha on Nazim paoha werdlön ook
door d'e Czarina ontvangen.
Petersburg, 9 Oct. Het Telegraaf -
agentschap heeft van zijn correspondent te
Jaita het volgende telegram ontvangen:
Het buitengewone Turksche gezantschap
heeft Jalta verlaten om naar Konstantinio-
pel terug te keeren. Gedurende hun verblijf
hier hebben, de Turksche minister van bui-
tenlandsche zaken en generaal Nazim Pacha
zich door de minzame ontvangst die zij on
dervonden hebben van Z. M. den Keizer,
kunnen overtuigen van de gevoelens van
vriendschap van Z. M. jegens Z. M. den
sultan en van zijne oprechte wemschen voor
den voorspoed van Turkije. In den loop van
de gesprekken tusschen Rifaat Pacha en Is-
wolski is geconstateerd, dat de beid© rijken
gelijkelijk betrokken zijn bij de handhaving
en de ontwikkeling der betrekkingen van
vriendschap, vertrouwen en goede buurschap
tusschen hen. Dit is niet alleen van toepas
sing op het gebied van hunne politieke be
trekkingen maar ook op dat van de belang
rijke economische belangen, die zij gemeen
hebben. Dit alles kan slechts worden be
reikt op voorwaarde van het behoud van
den vrede, en slechts in dien zin zullen de
pogingen van de beide regeeringen zich
moeten bewogen, gelijk ook in het verleden.
Zoo heeft de beleefdheidszending, door Ri
faat en Nazim vervuld, aan de beide regee
ringen de gelegenheid geschonken om nog
eens weer de gevoelens van goeden wil te
bevestigen, waarvan zij wederkeerig bezield
zijn.
Turkije.
Volgens een bericht uit Konstantiuopel
aan de Politisclie Korrespondenz wordt liet
in de regeeringskringen als onjuist ver
klaard, dat het buitengewone gezantschap
naar Livadia met politieke zendingen, zoo
als de Dardanellen-kwestie en het Kreta-
vraagstuk, belast is; daarentegen zal waar
schijnlijk de vraag van het bezoek van den
Czaar in Konstantiuopel beslist worden.
Uit Konstantimopel wordt aan de Köln.
Ztg. bericht, dat het zenden van een bui
tengewoon Turksch gezantschap naar het
hof van den Czaar in Livadia niet slechts
het karakter draagt van eene beleefdheid,
maar eene groote politieke beteekenis heeft.
27 ©oor
RUDOLF HERZOG.
Eon oud, bevend moedertje met goedhar
tige, angstige oogen, opende de deur.
„Wij drinken juist koffie. Wilt u maar
binnen komen!"
In een bescheiden kamertje, welks wanden,
met staalgravures em omlijste diploma's be
dekt waren, zat- de oude dichter uit eén
grooteu kop zijne koffie te slurpen.
„Ah imijm jomge vriend! Welkom in
mijn TusculumMoeder, déze jonge heer
hier is een Wiskotten, de broer van den be
gaafden Paul Wiskotten, en eveneens iemand
die veel verstand van kunst heeft."
De oude vrouw keek angstig naar dén
gast en ruimde toen snel de koffietafel leeg.
„Mijne levensgezellin", merkte die grijs
aard op en wreef zich vroolijk de handen, is
eene voortreffelijke vrouw, en indien zo ge
voel voor kunst had, was ze volmaakt."
Nu kwam de oude vrouw naderbij.
„Ach, mijnheer Wiskotten", klaagde ze,
„als u dien man daar het dichten toch eens
af kon leeren. Hij is zulk een goed mensch,
Jm^ar op dab puint is hij als een kind. iEn
de kinderjaren is hij nu toch langzamerhand
wel te boven."
„O, jou klieingeloovige", riep die grijsaard
uit, „hij die zijne jeugd verliest, verliest
zichzelf. Zou jij dan een ouden man. willet
hebben?"
„Zoo is hij nu", klaagde het kMne moe
diertje tot- den bezoeker, „en toch telt hij c ok
reeds .goed en wel tachtig."
„Muiier tacea'b in ecclesia", staat in Ko-
rinthe; de vrouw zwijg© in de kerk. Waar
van kunst gesproken wordt, is godsdienst,
moeder. En onze gast brandt van verlangen
zijn' gebed te doen."
„Ik ga al, man, ik ga al." En terwijl zij'
met lilet vol beladen blad haastig den be
zoeker passeerde', wierp ze den jongen maui
een hulpzoekenden blik toe. „Altijd die ge
zwollen manier van spreken. En dié zoudien
menschen van mijn slag zoo maar moeten!
verstaan
„Eene voortreffelijke vrouw", herhaalde
de grijsaard zich dé handen wrijvend en'
wierp haar een tleederan blik na. „Ziezoo,
en ga nu eerst eens zitten. Zit u prettig?
Eene sigaar? Hm, ja, eene pijp mag ik u
zeker niet presentfeerem? De sigaren name
lijk Schiller zou zeggen „Kaal gebrand
is de plek". En ik zeg het hem na. U neemt
werkelijk eene pijp? Wacht, hier is een fidi-
bus. Eene pijp met eene lucifer aansteken
betéekent hetzelfde als visch met een mes
eten. Eu nu kunnen we ons gesprek begin
nen. Wat een tijden! Wat een tijden
„De -arbeiders trekken in hunne Zondag-
sche kleeren door de straten."
„Ja, ja, ja, dat is déor ons toedoen!
Anno 48 in boezeroenen, heden in Zondag-
sche kleeren! Wij hebben met ons bloed
de harde aarde gedrenkt, opdat eindelijk de
bloemen zouden kunnen ontspruiten."
„Was 't zoo erg in. het Wupperdal?"
„Erg en toch wondervol. Wondervol voor
den dichter, die den hartslag van zijn volk
beluistert. De beweging ontsprong bij ons
uit deai nood van het geweten. Men moet
het volk néoit in zijn godsdienst basten/. En
men drong het eene nieuwe agenda op. Toen
bedachten de menschen, innerlijk gewond,
wat hun bij 'die nakoming dier mooiste belof
ten voor de da-gel ij ksc'he behoeften. oUthloudlemi
was. En nn stelde het volk zijn eischen., hét
presenteerde de rekening. Het werd bob eene
•gewapende macht, hét leidde er toe dat men
in Maart vani het jaar 48 in Berlijn de vrij
heids klok ken luidde en de Koning voor
de gevallen volkskampioenen den hoed af
nam u kent toch Freiligrath's zegelied.
„I>e doodon aan dé levenden?" „De kogels
midden in de boa-st, de voorhoofden ge
kloofd?" ja, dab had het oprichten van
een burgerwacht tengevolge. En toen daarna
de nationale vergadering te Frankfurt am
Main ontbonden en de ellendige grondwets
artikelen uitgevaardigd werden, greep men
in het jaar 49 in Baden, in de Pfalz, op
nieuw naar de wapenen. En toen bij ons de
landweer mobiel gemaakt zou worden, wei
gerde men in te rukken, voordat de rech
ten van het Duitse he volk gewaarborgd wa
ren, en toen men nu uit Düsseldorf militai
ren zond, infanterie, artillerie en Uhlanen,
brak in Ebberfeld de barricade-opstand uit."
„Ach, mijnnheer Korten, dat zal me iets
geweest zijn."
De grijsaard stond' geestdriftig op en nam
dé pijp uit zijn mond. „Luister, luister!
Auf, deutsches Volk, du stark Geschlecht,
Es schlug die gresze Siuude,
Steh auf und sei nicht lar.ger Knecht,
Mit Kraft und Mut steh' für dein Recht
lm heil'gen Völkerbunde
Der schwarz-rot-goldenen Fahne nachl
Zu Sieg und Heil aus Druck und Schmach
Wir zittern nicht vor Bajonetten
Die Freihei't, die Freaheit,
Die Freöhéit brichb die Ketteinl"
„Ka, de vrijheid!" herhaalde Ewald Wis
kotten met schitterend© oogen. „Eu
toen
„En toen brak men het plaveisel op en uit
de vensters van 'het huis van den opperbur
gemeester wierp men de meubelen op straat
om ,er barricaden van op te richten, en dén
opperburgemeester van Carnap wilde men
aan eene lantaarn, ophangen
„Dat zo-u onzen Gustav niet overkomen'
zijn", merkte de toehoorder oen weinig cri-
tisch op.
„Gustav? Wie is Gustav? Het souvereine
volk was al'les 1 Aan de spits dé vurige 'advo
caat Hoechster en de populaire doctor
Bracht. Toen gloeiden de fakkels, toen weer
klonken de salvo's. Voor de vrijheid, voor
d'e vrijheidHij ging opgewonden op zijn
stoel zitten. „Denkt ge er aan, mijn dap
pere Lagierka Ach, die Poolsche
liederen! Dat was poëzie!"
„Nu zijn wij aan de beurt l" riep Ewald
Wiskotten en strikte haastig zijne porte-
feuile los.
„U zult zien, mijnheer Wiskotten, dat
mén de eischen der arbeiders in zal willigen
Het heilig bloed is toen ter tijde niet ver
geefs vergoten. Nu ontspruiten de bloe
men er uit, en de zon is er voor allen."
„Ook voor mij", triumfeerde de jongen,
„ik wil de kunsten aars vrijheid tegemoet, ik
wil naai- Düsseldorf naar de Academie."
„O", zeide de grijsaard eerbiedig„gij
gelukkige 1"
„Wilt u mijne teekenmgen eens zien?"
„Als ik m«ag?"
De portefeuille lag geopend op tafel. Een
wit en een bruin hoofd begon er zich o'ver
heen. Doch het was slechts één hartslag.
„Hoe mooi hoe wonderlijk mooil"
„Bevalt het u?"
„Hoe kan men spreken als men zoo ge
nietNeen, bid 'ik u I Nog niet omslaan.
Ik zie zoo iotf slechts zoo zelden. De hand)
van oen toekomstige 'beroemdheid. O, mijn
heer Wiskotten, de oude Grieken en Romei
nen wisten wel waarom ze den goden' heka-
tomben offerden."
Ewald Wiskotten kende geen afwerende
bescheidenheid. Zijne opbruischendie jeugd)
'verlangde haar recht. De door 'den' ouderdomi
vergeten p ban tast k wam hem als een hem
volkomen begrijpende, ver met ham boven de
groote menigte zwevende makker voor.
„En deze fabriekstudie?"
„Sakkerloot, sakkerloot, ik ben zelf een
oud-gediende. Vijftig jaren mijns levens heb
ik in de fabriek gezeten, van leerling af, en
ik mag mij <lu6 wel oen oordeel aanmatigen.
En ik zeg, hetgeen de oude Simeon im derf
tempel zeide: „Hoer, laat uw dienaar nu iui
vrede stervenHo© is het mogelijk, dat
weer te gov en
„En hier héb ik stoffen geteekend en mot
waterverf beschilderd. Met zeer rijke figu
ren. Slechts voor de aardigheid. Ik wilde
toch eens zien, of ik niet meer scheppings-
gave had dan onze oude patronenteekenaar
op de fabriek."
„Prachtig! Daarop zou Parijs, zooals ik
het ken, honderdduizend stuks Nouveauté'»
bestellen."
Wordt vtrvolgd.