BS\ 107. 8"'" JuariicaiiK. Donderdag 14 October 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. DE W1SK0TTENS. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem frauco per post1.50. Afzonder; gIre nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dngelgks, behalve op Zon- en Feest dagen. Ad vertent iön mededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur 's morgens bjj de Uitgever» in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.00. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling- Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen t*4 het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Eecr circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraa» toegezonden. Politiek Overzicht KL De strijd over de begrooting in Engeland. I. Koning Eduard zet zijne bemoeiingen voort als bemiddelaar in den strijd tusschen de beide huizen van het parlement over de begrooting. Verleden week ontbood hij d- n eersten minister Asquith naar Balmoral; nadat hij naar Londen was teruggekeerd, beeft hij de leiders van de oppositie in hoo- ger- en lagerhuis bij zich ontboden, om daarna met den eersten minister het overleg voort te zetten. Het is een ongewoon ver schijnsel in Engeland aldus den Koning te zieit optreden in den politieken strijd. Maar het onderwerp van den strijd is dan ook dit maal van. ongewoon gewicht, want het is aa.i geen twijfel onderhevig, dat als de Lords mochten weigeren de begrooting te votee- ren, zij een constitutioneel conflict zouden doen ontstaan, dat zonder precedent is se dert de Iteformbill van 1832. De Lords heb ben drie vierden van de door het tegenwoor dige kabinet voorgestelde wetsontwerpen, van de eerste Education Bill tot de laatste Licensing Bill, kunnen verwerpen zonder iets anders uit te lokken dan hevige protes ten. Zelfs in nog ernstiger gevallen, b.v. in 1884, "toen zij zich verzetten tegen Glad stone's kiesrechthervorming, waarover de destijds rood-radicale Jozef Chamberlain hun duchtig de les las, werd door niemand beweerd, dat zij hunne traditioneele rechte a te buiten waren gegaan. Thans daarentegen willen de Lords, voor de eerste maal sedert de 15e- eeuw, weigeren de begrooting aan te nemen. Zij doen daarmee een aanval op het - recht, waarop de Commons den meesten prijs stellen en dat zij met angstvallige zorg be waken. Daardoor staat de geheele Engelsche grondwet op het spel. Het ongeluk is ech ter, dat de Engelsche grondwet berust op gewoonte en traditie en dat men, als men wil onderzoeken wat op dit gewichtige punt gekiend recht is, niet het beslissende ant woord bekomt, dat eene bij de wet vastge stelde grondwet zou verschaffen. Wie met een onpartijdig oog de zaak be ziet, komt tot de conclusie, dat de Engel sche traditie zoowel gelijk geeft aan hen, die aan de Lords het recht tot verwerping van de begrooting ontzeggen, als aan hunne tegenstanders. Tot staving van het recht van het lager huis op financieel gebied, zijn de volgende historische feiten van gewicht, die wij ont- leenen aan een artikel, in de Temps, van de hand van Philippe Millet. Van 1407 dag- teekent eene koninklijke verklaring, die er kent, dat de belastingen worden ,,granty" (verleend) door de Commons en slechts „as- sentuz" (toegestemd) door de Lordsde bei de Kamers zullen tot overeenstemming moe ten komen, voordat de „grant" wordt mede gedeeld aan den Koning, welke mededeeliiu; zal geschieden door den Speaker van de Commons. Daarmede was reeds aan het lagerhuis een zekere prioriteit toegekenrt voor het toestaan van de belastingen. Do tweede gewichtige stap wer-d in de 17e eeuw gedaan. De Lords, hoewel zij reeds het recli. van initiatief bij de Money Bills hadden verloren, hadden tot dien tijd'het onbetwist*» recht om de door de Commons gevoteerde belastingen te verminderen, met andere woorden: het recht van amendement. Ta 1671 en in 1678 namen de Commons echter tot tweemalen toe besluiten, waarbij aan di Lords het recht werd ontzegd om de finan cieele wetten te amendeeren. Het besluit van 1678 zegt„Elke steun en alle subsi diën, aan Z. M. in het parlement verleend, zijn giften van de Commons alleen. En het is het stellige en uitsluitende recht van de Commons in die wetten te regelen, te beper ken en aan te wijzen het doel, de omstai- dighoden, do voorwaarden, de beperkingen en de kwalificatiën van deze subsidiën, die noch veranderd, noch gewijzigd mogen wor den door het huis der Lords". Van dlien tijd af kenden de Commons aan de Lords nog slechts het recht toe om een Money Bill in haar geheel te verwerpen. Maar dit laatste recht verdween feitelijk in 1860. Naar aanleiding der verwerping" door de Lords van een wetsontwerp tot af schaffing van het invoerrecht op pa pier, besloten de Commons, dat voort aan allo financieel© wetten vereen igd zonden worden in eene enkele wet op de middelen, die de Lords niet zouden kunnen verwerpen. Het besluit van 6 Juli 1860 zegt: „Om in de toekomst elk ongerecht vaardigd gebruik van deze macht door de Lords te voorkomen, en om het recht te» waarborgen, dat de Commons hebben tot regeling van de belastingen en de subsidiën, verklaart het huis, dat het de macht heeft dte belastingen op te leggen en op te. heffen en de wet op -de middelen op zoodanige wijze te hepalen, dat het recht van de Com mons voortaan onschendbaar is.'' Na dus aan de Lords eerst het recht van initiatief en vervolgens het recht van amen dement te hebben ontnomen, hebben de Commons in de praktijk het recht opgehe ven, dlat de Lords in tiheorie bezatten om hun veto uit te brengen tegen een Money Bill. Die besluiten zijn wel is waar slechts door het lagerhuis genomen. Maar men kan met reden aanvoeren, dat de Lords zich er bij hebben neergelegd en dat zij stilzwijgend er van hebben afgezien zich met de finan- cieele wetten te bemoeien. Aan geen van de sedert 1860 gevoteerde begrootdngswebten heeft het hoogerhuis geraakt. Den 30. Juli 1894 heeft niemand minder dan lord Salis bury verklaard, dat naar zijne meening de Lords niet zonder groot gevaar de begroo ting konden amendeeren of verwerpenHij zei-de: „De redien, die deze vergadering be let zoo te handelen, is dat het hoogerhuis niet de macht heeft het ministerie tot af treden te nopenhet feit nu der ver werping van de begrooting, terwijl dezelfde regeering aan het bewind 'blijft, schept een toestand waaruit geen uitweg is." Men zou zeggen, dat uit deze anteceden ten en uiilt de aangehaalde verklaring van een gezag,hebbenden leider van het hooger huis voortvloeit, dat de Lordls niet anders kunnen doen dan zich er bij neerleggen, dat de begrooting kracht, van wet krijgt. Maa* de zaak kan ook van een tegenovergesteld standpunt bekeken worden. Frankrijk. De conferentie, die te Parijs gehouden is tot regeling van het internationale automo- bielenverkeer, is gesloten, nadat eene deze regeling betreffende overeenkomst was on derteekend door de vertegenwoordigers van Duitschland, België, Bulgarije, Frankrijk, Italië, Monaco, Montenegro, Rumenië en Servië. Do vertegenwoordigers van de an dere mogendheden zullen eerst aan hunne regeeringen rapport uitbrengen. In de overeenkomst worden in de eerste plaats voorzieningen getroffen voor de uit reiking van een in alle landen gelijklui dend, voor een jaar geldig bewijs, dat recht geeft om met een automobiel ie rijden. De automobielen moeten zoo gebouwd zijn, dat bi andgevaar en de ontwikkeling van ge- druisch en van rook tot een minimum be perkt worden. Verder bevat de overeenkomst bepalingen over eene gelijkmatige uitrusting van de automobielen met veiligheids- en her kenningsteekenen -de betrokken staten ver- biuden zich tot -de toepassing van een een vormig signaalstelsel op de wegen. P a r ij s, 13 Oct. Bij eene betooging diie heden avond gehouden werd in de»n omtrek van het Spaansche gezantschapsge bouw, werden schoten gelost op de agenten. Een agent werd gedood, een ernstig ge wond, een garde municipal gewond. Tweede telegram. Verscheidene gevechten hadden plaats tusschen de betoo- giers en de agenten. Jaurès en Renaudel werden door politieagenten geslagen. De be- toogers staken twee autobussen, die inruk ten, in brand. De garde républicaine voer de charges uit. Er zijn talrijke gewonden gevallen een officier van de garde républi caine kreeg een revolverschot in het gelaat toen hij beproefde de menigte te verbin.de- reu aan een gaslbuis brand te verwekken. Derde telegram. De betooging in den omtrek van het Spaansche gezantschaps gebouw nam op een gegeven oogenblik hot karakter aan van een werkelijk oproer. De piefect van politie Lépine verklaarde aan den minister-president, dat de in den om trek van het gebouw gepleegde buitenspo righeden het werk moeten zijn van eene bende van omstreeks 300 personen, echte Apachen, diie lantaarnpalen omverwierpen, boomen stuk braken, een autobus in brand staken en de voordeur van een bijkantoor van het Comptoir d'Escompte trachtten in te 6laan. Tien charges wareu nooddg om deze bende baas te worden. Er werden 50 personen gevangen genomen. De politie liad 1 doode en 7 gewonden. Lépine kreeg een lichte brandwond bij het rechter oog door de vlam van een schot. Engeland* De Engelsche vloot heeft nu een zee-oor logsraad gekregen. Er is aan de admiraliteit een nieuw departement gevormd, geheeten het departement van vloot-mobilisatie onder lei-ding van een vlagofficier. Bij dat. depar tement is ingelijfd dat deel van het werk van het departement van den inlichtingen dienst der vloot en van het College van Zee oorlog, dat betrekking heeft op oorlogsplan nen en-mobilisatie. Onder Leiding van den eersten zee-lord der admiraliteit zullen de officieren, die aan het hoofd staan van bet departement van den inlichtingendienst der vloot en van dat van de vloot-mobilisatie en de assistent-secretaris van de admiraliteit den vasten zee-oorlogsraad vormen. Manchester, 13 Oct. Lord Hugh Cecil, zoon van wijlen markies Salisbury, de leider der unionistische vrijhandelaars, heeft verklaard, dat zijne meenang omtrent den vrijhandel geenszins gewijzigd is, maar dat hij van oordeel ie, dat het in de hui dige omstandigheden de plicht der unionis tische vrijhandelaars is de tarief hervorming te steunen, die minder gevaren oplevert dan de pogingen tot ondermijning van de grond slagen van den eigendom, terwijl ook do n-adeelen gemakkelijker te herstellen zijn. Spanje. Barcelona, 13 Oct. Ferrer is heden morgen om 9 uur doodgeschoten. Ferrer is Maandag naar het fort Mont- juich overgebracht. Een groot escorte, be staande uit 30 politi©agenten, 30 geniesolda ten en 30 artilleristen, alten bereden man schappen onder bevel van één miajoor, bracht hem naar bet verblijf, waar hij de voltrek king van het vonnis zou afwachten. De stad Barcelona w<erd in die dagen, -die aan de voltrekking voorafgingen, streng be waakt. Gewapendle poli tie-agenten en gen darmes Mi'et getrokken sabel en over dien scboudietr hangende geweren trokken door de straten van het invallen van den nacht af. Waar straten elkaar kruisten, was overal moiusttens één gendarme opgesteld. Volgens een bericht van EDavas is de ver dediger van Ferrer voor den krijgsraad ge vangen genomen. Dit is initussohein Pater weer tegengesproken. Spanje in Marokko. Madrid, 13 O et. Een telegram u»t Melilla bericht, dat elf soldaten, die onder bevel van een korporaal met drie lastdieren waren vertrokken uit Sidiham Dhaoh om water uit putten te halen, aangevallen wer den met geweervuur door de Mooren. Acht soldaten zijn gedood, drie gewond: De aan vallers waren niet op te sporen. Tegenover de geruchten, dat Spanje bij verschillende onder toeken aars van die akte van Algeeiras dezen vertrouwelijk gepolst heeft over die bezetting van Tetuan, maar met het oog op de ontvangen antwoorden van dte uitvoering van dat plan heeft afge zien, wordt uit Madrid van bevoegdle zijde made gedeeld, diat dlo Spaansche degeering, daar zij niet het voornomen heeft Tetuan te bezetten, zich ook volstrekt niet daarover tot de mogendheden heeft gewond. Rusland. Het is nu zeker, dat de Czaar de reis naar Italië zal doen. Hoe de reis zal geschieden, staat nog niét vast; eenerzijdis wordt be richt, dat de reis zal worden gedaan over land, en wel over Duitschland; aan den an deren kant wordt aan dé Frank f. Ztg. be richt, dat de Czaar den 18en October alleen de reis doet door de Dardanelleai naar Napels. Het Russische gezantschap te Rome heeft op de vraag van het Giornale d'Italia, of en wanneer de Czaar naar Italië zal komen en waar hij Koning Victor Ema nuel zal ontmoeten, geantwoord, dat de Czaar het stellige plan heeft te komen; de dag van zijne aankomst en de plaats van zijne ontmoeting met den Koning zijn echter nog niet vastgesteld. Als er niets tu sschen - beiide komt, zal het bezoek in 't laatst van October of in het begin van November plaa's hebben. Volgens de Neue Freie Presse zal de ont moeting in eene Zuid-Italiaansche haven pflaats hebben. Het plan van eene reis door de Zwarte zee en de MidkLellandsche zee is opgegeven, ofschoon de Turksohe regeering er geen bezwaar tegen zou liébben gemaakt als de Czaar zich door oorlogsschepen had laten vergezellenHet passeeren van oor logsschepen ondier zulke omstandigheden zou niet als een precedent voor de behandeling van de DardaneJlenkweetie beschouwd zijn. Overigens wordt etr prijs op gesteld, de goede verstandhouding tusschen de beide landen te doen uitkomen. Eene officiecle Russische mededeeüng, die gedaan is naar aanleiding van het vertrek van de Turk- sehe mi&sie uit JaLta, houdlt in, dat in den hoop van de gesprekken tusschen Rifaat Pacha en Iswolsky het wederzijdse he belang bij vrede, vriendschap en goede politieke en economisohe betrekkingen geconstateerd weid. De Russische regeering heeft onlangs door eene circulaire aan hare consuls in Turkije het streven getoond, in Konstanti- nopel eene vriendelijke stemming teweeg te biegeoizij heeft ook bij lvet compenseeren van de Bulgaarsche schadevergoeding voor Oost-Rumedië met detearoijnen van de Turk- scihe oorlogsschuld deze neiging aan den dag gelegd. Petereburg, 13 Oct. De door het ministerie van financiën opgemaakte voor- loopigo begrooting voor 1910, raamt de ge wone inkomsten op 2535,8 millioen Rbl., de gewone uitgaven op 2510 millioen, de buitengewone inkomsten op 10 millioen en de buitengewone uitgaven op 120 millioen Rbl. Moskou, 13 Febr. De vooratter van het beurscomité Kreetownikow ver klaarde bij het bezoek van den minister van financiën aan de beurs, dat de beurskoersen toon en, dat het Russische creddet op de we reldmarkt hersteld is en Rusland eene nieu we financieel© periode intreedt. Hij dirukte de hoop uit, dat minister Kokowtzew de financiën zoo zou besturen, dat Rusland in economisch en financieel opzioht bij geen enkel land achterstaat. Bij het opleggen van (belasting is de ui'erste voorzichtigheid aan 'te bevelenDe leeningen mogen slechte de economisohe verheffing ten doel hebben. In antwoord op deze rede wees de minister van financiën er op, dat ondanks dien oor log en de onlusten in het binnenland het mogelijk geweest is den gouden standaard te bei-ouden en van de invoering van nieuwe belastingen af te zien.De financieel© toestand: is nu volstrekt niet te vergelijken met daen van voor drie jaren. He»t herstel van het creddet. is slechts het eenvoudige resultaat van eene natuurlijke ontwikkeling. Thani wordt de gewone begrooting zonder tekort, ja zelfs met eene overschot van 25.8 millioen afgesloten. De minister wees er verder op, dat in andere landen de nioeied ij Mieden met de begrooting onvergelijkelijk veel grooter zijn dan in Rusland. Nog nooit is het voor gekomen, dat de rentevoet in Petersburg eu Moskou lager geweest is dan in Berlijn. De" minister ging hierna over tot zijne reis maar het verre Oosten. Hij zeide, dut die reis hoofdzakelijk den Ooét-Ohanaspoor- weg geldt. De politiek van de regeering in de kwestie van dezen spoorweg is volkomen duidelijk. Vroeger had de spoorweg ook moe ten dienen voor politieke belangenthans blijft sileChts de taak op handelsgebied over. Na een gastmaal bij den voorzitter van het beurscomité te hebben bijgewoond, ver trok de minister met een extra-trein naar Siberië Turkije. Uit Konstantinopel wordt bericht, dat de Por te dë vorderingen tot schadevergoeding wegens verliezen tijdens dë oaüustKm. te Adana, wil verwijzen naar dien gewonien rechter. De diplomatieke kringen zouden dë voorkeur geven aan eene andere wij zo van afdoening, zooals vroeger in zulke gevallen gebruikelijk was, toen eenvoudig door dien 30 RUDOLF HERZOG. „Wat beteekent datkaste?" had hij zijne vrouw geantwoord, toen ze hem in naam van zijn schoonvader verwijtingen <deed. „Voor mij is er slechts één kaste, en dat zijn dö Wisikottens. Als 'het hun in de fabriek goed gaat, -ben ik volkomen; tevreden." „Men. merkt hét goed aan jullie, dlat je van boeren afstamt." „Kom! Merk je dab nu pas?" „Anders zou je de partij van) je gelijken kiezen en niet» die der arbeiders." -,Wat, de arbeiders kiezen mijn partij 1 Dot is wat anders." „Dat zijn zoo je spitsvondigheden. Als jij niet door gewerkt 'h-odt, hadden de andere fabrikanten zich niet klein behoeven te ma ken." „Als ze eer aan de arbeiders gedacht had den, zou dlat niet noodig geweest zijn. Hakll ik tot belooning voor de oude mannentrouw wanorde en ontevredenheid moeten kweeken, alleen omdat de andere heeren stijfhoofdig waren en niét zien wilden? O nee, ik ben Volkomen tevreden." „Ik geloof, dat je er nog over verheugt, dat dé anderen in de knOei zaten?" „Dat doe ik ook. Bepaald geweldig zelfs. Jammer, dat hot niet langer duurde." „Je moest je schamen, zoo iets te zeggen." „Een dergelijk schaamtegevoel ken ik niet. En de anderen zouden het in» het te genovergestelde geval nog veel minder ken nen. Als men in de knel zit, kan men mak kelijk voor martelaar spelen. Ik héb, alleen- maar den moed, van mijn hart geen moord kuil te maken." „Alsof je een 'hart hadt Hij fronste de wenkbrauwen en begaf zich naar de fabriek. Op het stuk land aan dé Wupper was men bezig met de fundeerin gen. Een paar minuten keek 'hij toe. Toen nam hij verkwikt zijue» daktaak weer op. Om hem heen heerschte werkdadig leven, de menschel kenden geen vermoeidheid, bij het» rustelooze slaan en suizen der weefge touwen floten, ze een vroolijk lied-. Uit dé vrouwenzaal kwam oen meisje, overmoedig, met groote sprongen, dé trap af. Ze zag h'émj niet en sprong te gen hem aan. „Jon wervel wind", lachte hij en hield: haar vast. Toen) liet hij haar plotseling loopeii1. Er was hem iets dëor de ziel gegaan, iéts van afgunst op het warme, zonnige leven. En hij bleef den gefheeien dog ontstemd. 's Avonds kwam hij als geradbraakt thuis. Hij dacht eens flink uit te slapen'. Fritz hadl het toezicht op de -nachtploeg overgenomen „Goeden avond 1" 'zeide hij, toen hij de ka mer binnentrad', en hij wierp zijn hoed op den eersten den besten stoel. „Zijn de kin deren naar bed?" Emilie zat aan haar werktafeltje. Ze keek in 'f geheel niet op. Zijne vraag beantwoord de zo met een kort: „ja". „Je kan ook wel eens goeien avond- zeg gen", en hij ging aan, tafel zitten. „Gaan we eten?" „Mina zal het je d-adelijk bron-gen." „Mij „Ik heb al mét de kinderen gegeten." „Ah zoo." Hij speelde met mes en vork. Er werd geen woord meer gezegd. Toen bracht de meid het eten binnen, en zwij gend verorberde Gustav Wiskotten zijn maal. Toen bij zijn servet in elkaar gerold had, liet hij vermoeid dë armen zinken. „Ik kan niet meer maar -de kinderen gaan. Ik. ben kapot. Ik ga dadelijk naar bed'. Geen antwoord. „Heb je wat, Emilie?" Volstrek L niet. Ik vind hét uitstekend, dat je riet meer naar deikinderen toe gaat." „Wat moet dut beteekenen?" „Dat zal ik je wel niet behoeven te zeg gen „Ik heb er geen flauw vermoeden van, waar je nu weer op -doélt „Omdat' hét je ongetwijfeld; iederen dag gebeurt." „Wat het?" Emilie Wiskotten hief het hoofd1 op. In bare behuilde oogen stredeni haat en ver achting om den voorrang. „Je nadt haar wel tegelijkertijd mee kun nen brengen, dat schepsel „Wat nu weer voor een schepsel? Ver vloekt Ufo oh 1" „Laat dat vloeken!" Ze schreeuwde heb uit. ,,Als er hier een iets te vloeken1 heeft, dan ben ik het! Wat heb ik in mijn leven? Ergernis, zorgen, aolïteruitzetting, andiers niets! Ik word behandeld, alsof ik heb ge nadebrood eet „Dat is niet waar!" „Dat is wel waar! Niets wordt mét mij besprokenalles met je moeder. Net goedi voor meid houdt men mij, die voor het eten te zorgen 'heeft en haar Schepper danken moet, als ze je aan tafel een minuut of vijf te zien krijgt. Wat wéét ik na een tienjarig huwelijk meer van- jou, dan hoe je er uit) ziet? Niets, in 't geheel niets! En als ik eens iets verneem, is het eene gemeenheid!" „Je bent niet wijs, Emilie 1" „Bij zoo iels zou een mensch zijn Ver stand bewaren! Als men zoo iets hoort! Dat ligt in de fabriek op de loer naar de ar beidsters, om zc te omhelzen on te kussen;, en wil hier den onschuldige spelen. Foei, foei I" Over Gustav Wiskotten's voorhoofd ver spreidde zich een vlammend rood. Hij voelde zich verongelijkt. „Wie heeft je dat vertéld?" „Dus je loochent het zelfs niet. Zelfs zoo veel ben ik je niet waard, -dat je het tracht te ontkennen. 0 God-, al9 -die kinderen er niet waren „Word nu eerst eens een beetje kalm. Ik heb je slechts gevraagdl wie je dat verteld heeft." „Dat komt er niet op aan-, wie het ver teld heeft." „Dat komt et zoor zekor op aan, daar meer dan de helft van de geschiedenis gelogen is." „Zoo dn eens? Gelogen? Miua heeft heb toch met eigen oogen gezien 1" „Mina „Zeker, Mina, toen zij de koffie naar het kantoor wilde brengen. Toen heeft ze gezien, hoe |e dat vrouwspersoon omarmd' hebt. „Mijnheer had goeie zin", zeide zo grinni kend. Ik had haar voor die woorden wel in het gezicht kunnen slaan." „Emilie, is het werkelijk zoo verschrikke lijk, als ik eens .goeie zin lieb?" „O, met anderen zal je dat wel altijd heb ben. Ik word thuis gehouden. Ik merk 't toch niet." „Ik heb met het meisje niets anders dan een grapje gemaakt, dat het licht niet schuwt, ik heb haar opgevangen, toen zo de trap af kwam springen. Anders niets. Van drukken en kussen is volstrekt geen sprake geweest. „Dat had ook niet noodig!" „Neen, noodig had ik het niiet. Ala ik maar te werken heb, d'ait mij het hoofd bonst, en daarmee mijn eten en slapeni ver dien wat kan een mensch meer verlan gen." „Dus heb je er toch wat bij gedacht?" Gustav Wiskotten stond op. Hij keok over zijne vrouw heen in de ledigo ruimte. „Dat is wel mogelijk, Emilie!" „Ik wil het nu weten 1 Of heb j© nu toch den moed' verloren?" „Ilc dacht zoo bij me -zélf", zeide Gustav Wiskotten en hield zijn blik niet van den kamerwand af, „hoe mooi liet- toch zijn kan jong te wezen, hoe mooi het toch zijn kan als een jong schepseltje je om den hals hangt, hoe mooi het toch zijn kan, als een geliefd wezen j lachend en zingend tegemoet springt en een mensch met-harc jongo, dolle liefde je warm maakt, zoodat je overdag in plaats van met tweo vuisten, met zestig vuis ten werkt, om gauwer maar weer thuis te komen. Hoe mooi 'het toch zijn kan 1 En hoe vele vrouwen daar zoo volstrekt geen talent voor hebben." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1