I". lOOr Eerste Blad. 8"" Jnnritanir. Zaterdag 16 October 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. DE WISKOTTENS. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.00. Afzonderlijke nummers- 0.00. Deze Courant rersohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens 1»# de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PEIJS DEB ADVERTENTIËN: Van 1regels f O.OO. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 30 cents bij vooruitbetaling Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf beetaan zeer voordeelige bepalingen tet het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Ee^ circulairebevattende de voorwaarden, wordt op toegezonden. Politiek Overzicht De terechtstelling van Ferrer. I>e terechts telling van Francisco Ferrer hiaeft vteel beroering verwekt. Op een aantal plaatsen, im verschillende landte-n, in Frankrijk, in Italië, heeft bloed gevlooid bij de betoogingen, waardoor men wilde pro testeer en tegen eene regie er ingsdaad, dtile werd gequaliiifdiceierd als een gerechtelijke moord, een siliag in het aangezicht van die justitie. Of daar bij enkel hewetegredleme n van zuiver gerechitighieidisgevoe'l in ,'t spel zijn geweest, is zekletr aan twijftell onderhe vig. Wie to once le n uitlokt zooals in Parijs zijn voorgekomen in de nabijheid vain het Spaansche gezan'tsohapsgebouw, waar het schuim der natie aan zijne vernielzucht bot- vdlerdle, kan er gjeep aanspraak op maken op te treden als wreker van de gerechtigd heid. Maar ook ernstige manuien, die boven de verdenking van bijoogmerken staan, heb ben zich de zaak van Ferrer aangetrokken. Leden van de Parijsclie balie, met hoog- leerareri aan die juridische faculteit aan het hoofd, hebben verzocht, dat Ferrer voor* den gewolnen rechter zou worellen gebracht. Anderen vtrzochten, dat, als 't tot eabe Ver. oordeeTing kwam, hem gratie van de dood straf zou worden geschonken. Op die ver zoeken is geen acht geslagenFerrer heeft voor een lcrijgsi*aad terecht gestaan, en het doodvonnis, dat deze teglen hem uitsprak, is voltrokken Waarom moest het een miiütaiiir'e rechter zijn, waarvoor deze beklaagde terecht stond? Indie'rtijd heeft men. Ferrer willbn betrek ken in den te Madrid in de Caille Major door Mateo Morral geplleegden aanslag op den dag, toen het huwelijk van Koning Al fonso werd voltrokken. Van die beschuldi ging is hij vrijgesproken. Dat proces is voor den gewonen rechter gevoerd. Heeft de her innering daaraan er toe gelteiid om nu de zaak voor den krijgsraad te brengen? Tegen de wijze waarop het proces is ge voerd, zijn ernstige giriieven 'ingebracht. Tot rechtvaardiging is. medegedeeld, dat die zaak behandeld is zooals dat gewoonte ia voor een krijgsraad. Maar die gewoonte is dan wel zondieirling. Er zijn geWi getuigen persoon lijk gehoord en tegenover den beschuldigde gesteldmen lileeft. zich er toe bepaald dien officier, diie met die- instructie bel'ast is ge weest, die proccsscn-Werbaal te l'atön voor lezen van de door htem van die getuigen af- gjenomen verhootfen. Zelfs de verdediger, die den beklaagde ambtshalve .was toege voegd, ook een officier, lieeft ondervonden, dat men boos was ove»r die wijze waarop hij zijinle taak hieleft vervuldhij heeft eenle be risping gekregen omdat hij zich im zijin plei dooi te zeer op het standpunt van dien be klaagde had gesteld. Onder die omstandigheden is er maar al te zeer grond gegeven 'tot de opvattang, dist hek geheele proces eene sdliijnvettooning is geweest, opgezet om tot eene veaioordeeling te komen. En waarom werd Ferrer's veroor deeling gewenscht? Het antwoord daarop vindt men in een interview, dat een corres pondent van de Matin heeft gelhad met dfen bestuurder va)n het bisidiom Barcelona, den wijbisschop mgr. Guitart, en dat deize van de Frans olie greine uit aan zijn blad heeft doen toekomen. De prelaat klaagde over de verwoestingen, die tijidiens het Juli-oproer in Barcelona zijn aaingeriohlt en waaraan vooral de katholieke kloosters en scholen 'hehbem blootgestaanhij noeande de ver woeste gebouwen met name op en ging daar na aldus voort: „Dit oproer was geen spontaan ontstane beweging, zooals Terrer in zijn proces be weerde. Het was met zorg voorbereid. Het heeft zijn grond in de levendige republi kein scihe en anarchistische propaganda van Lerroux en van dezen rampzaligen Ferrer, met wien men minder medelijden moest heb ban dlan imo» de arme arbeiders, die hij met zijne omwenltelingsgodachten het hoofd op hol heeft gebracht. De grootste schuldige is niet hij, d'ie die bom legt, maar hij, die hem leert, dat men de bom moeit leggen. Zelfs afgezien van de rechtstreeksohe deelneming aan het Juli-oproer, die men hem ten laste legt, verdient Ferrer zijne straf, omdat hij door 't verspreiden van zijne leer deze onlus ten mogelijk maakte. Het gevaar ligt inzon derheid iin het karakter van ons volk, dat vurig, heftig en opgewonden is. Franschen, Engelschen, Duitsehers zijn verstandiger en rekenen meft dte eiscihen van het leven. Wan neer een anarchist echter op een zoo gun- seigen bodem als de onze zijne gedachten uit zaait, dan is 'hij dubbel schuldig." Wanneer de denkbeelden, die door dezen Spaanschen kerkvorst werden uitgesproken, den doorslag hebben gegeven bij de vervol ging en de veroordeeld ng van Ferrer, dan schijnt diie minder te zijn geschied om het aandeel, dat hij gehad heeft in de gebeurtenissen van Juli, dan omdat hij stond aangeschreven als verspreider van de denkbeeldendie tot deze uit barsting van volkswoede hebben geleid. Zeer zeker heeft die Spaansche regee ring het recht dien opstand in Barcelona te onderdrukken met'alle middelen, die de wöt haar aan de hanid dioet, en de schuldigen aan dien opstand te straffen. Maar dit ver wijt kan zij niet ontgaan, dab om het aan deel van Ferrer daarin vast te stellen, een weg is gekozen, die omtrent de vraag van zijne schuld geen klaarheid heeft gebracht. Zijne terechtstelling aan het einde van een rechtsgeding, diat in 't geheim is gevoerd en dat niet beantwoordt aan de eischen van eene goede rechtspleging, drukt hem de marte laarskroon om die slapen. Wanneer, zooals de minister vain buitenl'andlsche zaken in Spanje aan den vertegenwoordiger van Reu ter heeft gezegd, de regeering tegenover Fer rer niet anders kon handelen dan zij heeft gedaan, dlan zou zij ei* slechts bij hebben kunnen winnen, als dit proces was gevoerd in het volle licht der openbaarheid en als aan den beschuldigde de volle waarborg van eene onpartijdige rechtsspraak was verschaft. Maar het bedenkelijke van de zaak is juist, dlat men diit niet heeft willen of kun nen doen. Engeland. Londen, 15 Oct. De prins van Wa les heeft heden de nieuwe haven van Dover geopend, waar Dreadnoughts met alle ge tijen kunnen binnenkomen. Het werk heeft meer dan tien jaren geduurd en 31 millioen p. st. gekost. De Daily News bevestigt het gerucht, dat de eerste zeelord van de admiraliteit, Sir John Fisher, over een dag of tien zal aftre den en met den pairstitel als lord Thetford in het hoogerhuis zal overgaan. Admiraal Fisher is 68 jaar oud, sedert 1905 admiraal of the fleet (de hoogste rang in de vloot) en eerste marine-adjudant van den Koning. Hij stond bekend als een groot orgauiseerend talent. Eerst over twee jaren zou hij den leeftijdsgrens bereiken. Zweden* De bomaanslagen tegen de directeuren Ham-mar en Sjöholm, waarvan onder de telegrammen melding werd gemaakt, schij nen niet van politieken aard te zijn. Ver dacht wordt de ingenieur Martin Eken- borg, bezitter van een laboratorium in Lon den, die vijandig gestemd was tegen deze heiden, omdat zij hem in zaken hadden te gengewerkt. Spanje. Madrid, 15 Oct.; De zitting dei- Kamers werd hedenmiddag geopend in tegen woordigheid van een zeer talrijk publiek. Alle ministers waren aanwezig. De minister president las in den Senaaj het besluit voor tot bijeenroeping van de 'cortes en verliet daarna met de andere ministers de zaal. De voorzitter van den Senaat, generaal Azcarragua, bracht hulde; aan de troepen, die in Marokko strijden. De democraat Diaz Morel deelde mede, dat hij in de eerstvolgende zitting vragen over de binnen- en buitealandsche politiek zou richten tot de ministers van buitenland- sche zaken en van oorlog.; De liberaal Cal- berton kondigde interpellqtiën aan over de gebeurtenissen te Barcelona en over den veldtocht in het Rifgebied. De zitting van de Kanier werd geopend om 3 uur 40. Dato werd met algemeene stemmen herkozen tot voorzitter. De repu blikein Azzatti vroeg liet woord. De voor zitter weigerde echter het te verleenen. De minister-president wilde daarop het besluit tot bijeeuroeping van de cortes voorlezen. Maar de republikeinen protesteerden heftig. Het rumoer, dat zij maakten, belette Maura een poos de voorlezing te verrichten. Nadat de voorlezing was geschied, ap plaudisseerde de meerderheid krachtig. 'e onderstaatssecretaris van binnenlandsche zaken roept: Leve de Koning.' Leve Spanje! Leve het leger! Bijna alle afgevaardigden herhaalden deze kreten. De carlistische af gevaardigden riepen Leve Spanje 1 De re publikein Cervera riep: Ja, leve Spanje, maar Spanje met eere 1 De voorzitter Dato hield eene rede na zijne herkiezing. Hij beval den afgevaardig den kalmte aan iu de ernstige beraadsla gingen, die de Kamer zal hebben te voeren hij bracht hulde aan de bij Melilla operee- rende troepen en aan generaal Marina. Ver scheidene republikeinen protesteerden krach tig, roependeBreng hulde aan het leger, maar niet aan den generaalHiertegen pro testeerden de conservatieven weer. De vergadering werd gesloten. Madrid, 15 Oct. De zittilng van dien gemeenteraad was heden zeer woelig. De republiikeinsche en socialistische raadsleden verlieten de zaal. Bij het begin der zitting kondigde het sociaiistische raadslid Iglesaas aan, dlat hij eene verklaring wilde afleggen. De voorzitter wilde dit beletten, maar Iglesias antwoordde hem „Ik zal spreken en de zaal slechts verlaten, als ik door de politie eruit wordt gezet." De zitting werd daarop geschorst. Nadat zij heropend was vroeg Igiiesiae op nieuw het woord, te middlen van een hevig rumioer, dat de voorzitter vrhobteloos tracht te tegen te gaan. Van alle kannen hoorde men kreten en scheldwoorden De socialistische groep verliet eindelijk de zaal. Het republikeinsche raadslid Dicenta nam toen het protest vam IgLesias over de terechtstelling van Ferrer over en verliet daarna eveneens de zaal met de andlere re- publiiebeiusche raadsleden. Over het Ferrer-proces zijn aan de Cor- riere della Sera eenige interessante bijzon derheden bericht, waaraan wij ontleenen, dat de krijgsraad het doodvonnis niet een stemmig heeft geveld. Was het eenstem mig geschied, dan zou Ferrer terstond dood geschoten zijn. In Spanje bestaat een krijgs raad uit een president, twee kapiteins en den aanklager, alsmede een auditeur, die u't rechterlijk oogpunt zekere bevoegdheden heeft. Om volkomen rechtsgeldig te zijn, moeten de president, de aanklager en de auditeur in elk opzicht in hunne meeningen en hun oordeel overeen stemmen. Bij het vonnis over Ferrer werd echter deze over eenstemming niet verkregen. Bovendien ver klaarden de bijzittende rechters, naar ver luidt, dat zij de tegen den beklaagde inge brachte bewijzen als niet voldoende be schouwden een van hen verklaarde zich bij gemotiveerd votum tegen de doodstraf. Onder deze omstandigheden werd de terecht stelling uitgesteld en de beslissing overge laten aan het hoog militair gerechtshof, van welks uitspraak geen beroep is. De verdediger van Ferrer klaagt, dat het hem niet. is vergund getuigen tot ontlasting bij te brengentegenover iedere belastende verklaring had hij eene ontlastende kunnen stellen van volkomen geloofwaardige, alge meen bekende personen. Alle bewijzen van den aanklager steunden op berichten van de politie. Hierbij is op ie merken, dat sedert het proces naar aanleiding van den aanslag op het Spaansche Koningspaar, de politie Ferrer geen oogenblik uit het oog verloren heeft. Hij mocht Barcelona slechts met bijzondere vergunning verlaten en moest steeds kennis geven waarheen hij zich begaf. Hoe zou 't hem onder deze omstandigheden mogelijk geweest zijn, eene samenzwering te organiseeren of eene revolutionaire bewe ging te verwekken? De Madridsche Epoca levert een betoog, dat de terechtstelling van Ferrer is geschied overeenkomstig de we f ten des lands. Wat de reden is, waarom men op Ferrer zoo fel gebeten was, kan men vernemen uit de vol gende verklaringen van den militairen at taché bij het Spaansche gezantschap te Wee- nen, majoor Roig de Lluis, in een inter view afgelegd: „Ferrer is een demagoog. Hij beschikte over eene zeldzame welsprekendheid. Door eene zeer vrome dame met een groot legaat bedacht, besteedde hij het vermogen uitslui tend aan anarchistische doeleinden. Hij stichtte scholen, waarin de Koningsmoord gepredikt werd. Hij was de meest verbitter de anti-militarist en predikte het recht van ongehoorzaamheid tegen iedere overheid. Bij den bomaanslag bij gelegenheid van het hu welijk van Koning Alfonso wezen alle dra den op hemer konden echter geene stellige bewijzen geleverd worden, waarom de in structie destijds zonder resultaat bleef. Het onderwerp van de tegenwoordige aanklacht was de deelneming aan de revolutionaire woelingen in Barcelona. Het onderzoek van zijne correspondentie was voldoende om zijne schuld te stavenDaarbij kwamen de talrijke getuigenverklaringen. Hij vluchtte kort nadat de vervolging was begonnen in een mijnwerkin een hol werd hij gegre pen hij had zich geschoren om zich onken baar te maken. Het is niet waar, dat het proces tegen hem zeer summier is uitge voerd; het proces duurde langer dan een maand, en vooraf ging eene lange instruc tie." Talrijke berichten gewagen nog van de ontroering, die deze terechtstelling heeft ge wekt in breede kringen, tot zelfs aan de overzijde van den oceaan, in de Argentijn- sche republiek en in Montevideo, die ont staan zijn uit voormalige Spaansche kolo niën. Bij het straatgevecht in Parijs, in de buurt var het Spaansche gezantschapsge bouw, werden meer dan 100 pereonen ge wond en ruim 300 arrestatiën verricht. De meeste gevangen genomenen waren gewa pend. Minister Briand was den geheelen tijd in zijn kabinet en liet zich per telefoon op de hoogte houden. Tegenover een mede werker van de Petit Parisien heeft hij zich aldus uitgelaten „Men moet bij deze betoogingen een on derscheid maken. De politieke manifestatie werd door den afgevaardigde Vaillant ge leid, die zijn sjerp had omgedaan. Daar naast echter richtte eene bende, die met dezen stoet niets had uit -te staan, verwoes tingen aan op de Place de Clichy. Zij wilde in een bankgebouw inbreken. Men moest tienmaal chargeerend tegen haar optreden om haar terug te jagen." De Temps, die deze verklaring al te ver goelijkend vindt, noemt de onderscheiding wel wat te subtiel en vraagtWaar eindigt de anarchistische politicus, waar begint de „apache", als men de agenten vermoordt en van dichtbij op den prefect van politie schiet De gemeenteraad van Parijs heeft beslo ten, als teeken van zijn protest „tegen de aan het menschelijk geweten door de te rechtstelling van Ferrer gerichte uitdaging" eene straat te noemen met den naam van den doodgeschotene. vDe burgemeester van Cherbourg htefcft om te proteeteerem. tegen die terechts-telli-ng van Ferrer, zijnedecoratie van comman deur dfer ondie van Isabella de Katholieke, die hij ontvangen had van den Koning van Spanjie, naar het Spaansclue gezantschap van Parijs teruggezonden. Barcelona, 15 Oct. Gisterenavond zijn weer nieuwe bommen ontploft in de straat, waarop het bisschoppelijk paleis uit ziet. Cerbère, 15 Oct. Urt Barcelona wordt bericht, dat daar gisterenavond te 7 uur 30 een bom spromg in een straat bij de kathedraal er het bisschoppelijke paleis, jJe eigenaar van een piano-magazijn en drie po litieagenten werden ernstig gewond. De he vige ontploffing richttte ook eenige mrtte- rieele schade aan. Spanj* In Marokko. Volgens berichten uit Teheran, te Tan- ger ontvangen, zijn in het laatst van de vorige week twee Spaansche oorlogsschepen lange de Rifkust gevaren. Zij helbben alle Marofckaansche vissahersbooten,, die zij ontmoetten, beschoten, zonder er op te let- }2 RHDO.LF HERZOG. Dominee Schirrmacher klopte heta op de hand. „Dat heb je g"oed' gezegd. Dat is eene meening, die niet zoo maar "voetstoots te verwerpen valt. En handel ik soms niet naar je wenschen?" „Dominee", antwoordde Gustav Wiskot- ten warm, ,,u maakt eene uitzonderingu bent er een van de oude garde. Ik heb niet vergetenhloe u mij eens op de Zondags school den bijbel naar het bJoofdi wierp, om dat ik gedurende die uitlegging van die 'tien geboden 'met de meisjes op de andJere rij gekheid! maakte. Dalt heeft mij, domme jon gen, toen ter tijd zeer tot u aangetrokken, omdat ik "bespeurde, dat dat een werkdadig christendom was. Neen, neen, moeder, ik spot nidt. Dat is mij heilige ernst. En ik Weet ook, dominee, dat u jaar op jtór uw geheele inkomen weggeeft, om uwe armen en zieken ie helpen. En die werkdadige christe lijke liefde doen uwe collega's u zoo galu'w niet na." „Je vergeet, dat ik geen huisgezin heb." „Bij geestelijken moet hot begrip „huis gezin" een. geheel ander 'zijn, andiers moeten) ze geen geestélijke word'en. Daiti is een be roep, dat nidt met examens bereikt kan. wor den, zooals een ander. Daartoe behoort menschenliefde zonder onderscheid des per- soons en zelfverloocheningboven de kerk gangers uit, naar de groote gemeente van hen, die thuis blijven, die gewend zijn over bet hoofd gezien te worden, en die het ge loof aan God niet vinden, omdat men hun het geloof in. de mensehen niet schenkt. Do minee, als u niet een oude vriend onzer fa milie waart, Zou ik zoo niet spreken. Maar geloof mij. in de fabriek leert men Wat. Daar ziet men lichamelijke ellende en gees telijken nbod, dikwijls in eenen meusch ver- eenigd. De jongere dominee's in het dal moesten hier eens wat meer acht op slaan. Niet in de kerkeraadsvergaderingen of op bezoek hij vrome gemeentenaren, maar in de kleine woningen, van den kelder tot aan het dak. Dan zouden ze merken, dait ze met donderen en bliksemen van den kansel af niet alleen volstaan kunnen. Wij fabrikanten voeden tot den arbeid op, dè dominee's moes ten in de eerste plaats tot meusch en opvoe den. Engelen worden we van zelf." Dominee Schirrmacher lachte zacht. „Heb ik jou werkelijk op de Zondags school gehadHij reikte hem over tafel heen de hand. „Dan wil ik trotsch op mijn resultaten, zijn, als ik ze onder d- i e gestalte ook slechts sporadisch aantref. Maar wat go van de groote gemeente der over het hoofd gezienen zeide, m'n lieve zoon, daarin zult ge wel gelijk hebben. Als men meer op de huisnummers afging «ei minde* op die naamplaatjes, behoefde men het so ciaal-democratische gevaar niet op don muur te schrijven." „Als u -dat ernst is, dbmraee, wel, dlan proVerdniVeld', ik drink immers koffie." „Ik dtoe otok met een glas wijn, bescheid. Wat zegt u er vam, vader Wiskyttem?" „Daaraan houd ik u, dominee. Moeder geef eens glazen. Nee, nee, ik heb geen jic'ht, ik doe maar niet zoo." Juffrouw Wiskotten, bracht de wijnglazen. Hoofdschuddend had ze den, loop van het gesprek gevolgd. Nu meende ze voor haren oudste een verontschuldiging te moeten uiten. „Ik begrijp volstrekt niet, boe onze Gus tav op 'zoo iets komt? Daarover heeft 'hij toch vroeger niet nagedacht." „Misschien wel, omdat Ewald weggeloo- pen is. Hoe komt een mensch soms plotseling op gedachten „Hebt u van uw zoon nit Düsseldorf al. I iets gehoordi" vroeg dominee Schirrmacher, j zijn glas aan den mond zettend. Hij wilde j den oude tijd laten om te antwoorden. Juf- frouw Wiskotten echter zat met stijf saam- j geknepen lippen en staardie met een gezicht alsof ze niets gehoord had, strak naar de luchtj „Ik heb door middel van Kölsch van hem gehoord", antwoordde GustaV Wiskot- ten voor zijne moeder. „De zoon van onzen ouder-opzichter is eveneens in Düsseldorf op de academie. Hij heeft geschreven dat Ewald aangekomen is en in de Bolkerstraat bij een zekeren Zinters kamers gehuurd heeft. Het ging hem oogenschijnlijk goed." „Dus is er voorloopig geen reden, tot be zorgdheid!" „Tot bezorgdheid? De jongen is toch een Wiskotten Hij zal alleen maar zijne horens er af lbopen, gladweg tot op zijn dikken; schedel. Als die hem 'maar eerst pijn doet, zal hij wel tot inkeer komen." „Voor de theologie is hij niet geboren", zeid'e dominee Schirrmacher, en hij wiegde liet hoofd heen en weer. „Hij kau toch wel een flinke kereld wor den", lachte Gustav. „Energie heeft hij. Dab heeft hij bewezen. De vraag is maar, hoe ver die reikt." „Je schijnt veel van hem tc houden." „Ik houd van iedereen, die energie bezit. Dat is nooit slecht materiaal. Bovendien: wij broere kibbelen slechts onder elkander, om zoo te zeggen uit) overgroote liefde. Te genover de buitenwereld waakt de een ijver zuchtig voor den ander." „Nu zie je, beste Gustav", zeide de do minee, terwijl hij zijn glas leeg dronk, „dat ook bezoeken in huizen met naam,bordjes somtijds niet zonder nut zijn. Ik ten minste moet bekennen, dat ik den middag goed be steed heb. Zes uur is het geworden. Houd u altijd zoo kalm, beste vader Wiskotten, en God late u uw tevreden gemoed 'behouden Adieu, juffrouw Wiskotten. Gustav, je komt zeker wel eene, lanigo pijp bij me rookeii?" „Nu ga ik Wilhdlm, uit de veeren jagen", zeide Gustav Wiskotten, toeni dominee Schirrmacher vertrokken, was. „De kerel slaapt als een os. Ha, eindelijk!" Wilhelm verscheen, zorgvuldig geschoren, met goed verzorgde bakkebaarden. Zijn) don kerbruin costuum was volge<ns streng En gelschen. snit. „Dacht je soms", lachte Gustav Wiskotten tegen hem, „dat we de fabriek stil konden laten staan, om jou te begroeten?" Hij schudde zijn broer krachtig de hand'. „Dag, Wilhelm. Je ziet er uit om door een ringetje te halen. Een branie als schoppenkoiiiug. Maar dat doet er niet, toe, als het hart slechts op de rechte plaats zit. Alle achting, Wilhelm 1" „Goeden dag, Gustav." Hij knikte zijne ouders toe. „Valt er gauw wat te eten, moe der?" Juffrouw Wiskotten verbaasde zich. „Wel jochie," schertste de oude Wiskot ten, „wat wou je dan hebben? Morgenkoffie? Een twaalf uurtje? Middageten of avond eten? Als het zijn moet beginnen we nog eens van voren af aan." „Alles tegelijk, vader, in- dten. vorm van een -biefstuk." „Maar het is toch nog geen acht uur? Wat? Daar komen de jongens al aan?" August, Fritz en Paul Wiskotten stormden de trap op „Is Wilhelm wakker geworden? Gooien dag, WilhelmDag jongenDag English man! Gezegend zij de dag", begon Fritz Wis kotten met luider stem, „die heden one ver schenen isEu krachtig viel het koor in: „Wisdeboem, wiedieboom, vriedeboem De oude Wiskotten straalde van vreugde. De moeder hield haar ooren dicht en haastte zich naar de keuken, om de meid bevel te geveni terstond den biefstuk te braden. Daarna zat de geheele familie rondbm die tafel on drong Wilhelm tot spreken. „Mav de jongen is nog zoo flauw als iets", voer de oude vrouw aan. Fritz schoof hem de wijnfleech toe. „Drink eens. Een slokje op de valreep diedeldiedeldom Klaar tot den aanval." „Dat maakt hem toch beschonken 1" „Dat telt bij een twaalftal niet. Wat zeg jij, oude whiskyzoon? Of poets je tegenwoor dig je tanden met sodawater?" Wordt vtrvolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1