Donderdag 21 October 1909.
BUITENLAND.
M\ 114.
8"' JnarganK.
AMERSFOORTSCK DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per S maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per poBt- 1.50.
Afzonderiyke nummers O.OS.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiênmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur
's morgens by de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechfschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PEU8 DER ADVERTENTIÊN:
Van l5 regels f 0.50.
Elke regel meer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cento bg vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tel
het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. EetP'
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvra»»
toegezonden.
Kennisgevingen.
LANDWEBK.
JAARLIJESOH ONDERZOEK.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Amersfoort, maken-, ingevolge art. 30, tweede
lid, der Land'weervet, befkend, 'dat ihet onder
zoek van de in het verlofgangersregister dezer
Gemeente inigescihlreven verdof gangers van de
Landweer zal vrordén gehouden te Amersfoort,
ia een der lokalen van I'IIe Bat&illon, 5e Regi
ment Infanterie aan deni Leusderweg te Amers
foort, op Maartdag, den 22sten November a.s.,
des voormiddags te 9 uur, de verlofgangers, be
hoord: hebbende tot de lichting dier nationale
militie van 1896; des voormiddags te 10 uur,
de verlofgangers, behoord hebbende tot de lich
ting der nationale militie van 1896; des voor-
middags te 11 uur, de verlofgangers, behoord
hebbende tot de lichting der nationale militie
van 1897des namiddags te 2 uur, de verlof
gangers, behoord hebbende tot de lichting der
nationale militie van 1898; des namiddags te 3
uur, de verlofgangers, behoord: hebbende tot de
lichting dör nationale 'militie vlam '1899; op
Dinsdag, den 23. November a.s., des voormid
dags te 9 uur, de verlofgangers, behoord heb
bende tot de lichting der nationale militie van
1900; des voor middags te 10 uur, de verlofgan
gers der Infanterie, behoord hebbende tot de
lichting dor nationale militie van 1901des na
middags te 2 uur, de verlofgangers der overige
wapens, behoord hebbende tot de lichting der
nationale militie van 1901.
Tot die verlofgangers, die verplicht zijn aam
het onderzoek deel te nemen, behooren ook de
bg do Landweer geplaatste verlofgangers van
het reeervepor soneel der landmacht, zoomede de
verlofgangers die bij de Landweer- dienen krach.
Lens verbintenis tot vrijwilligen dienst.
Aan het onderzoek behoeft echter niet te
worden deelgenomen door
a. de verlofgangers, die in heb loopende jaar
overeenkomstig artikel 11 van voornoemde web
voor herhalingsoefeningen onder de wapenen zijn
geweest
b. de verlofgangers, ini het genot van onthef
fing van den werkelijk en dienst (artikel 15, eer
ste lid, van voornoemde wet.)
c. de verlofgangers, die eerte der betrekkingen
(bekleeden als aangeduid in kolom' 2 van de lijst,
vastgesteld bij hot Landweer-Besluit II, waartoe
o. a. behooren de hoofdambtenaren, ambtenaren
en beambten bij de Rijks- en bij de gemeentelijke
politie
d. de verlofgangers, die 'bij do toestemming
tot verblijf buitenslands vrijstelling hebben ver
kregen van de verplichting tot het bijwonen van
het onderzoek (artikel 27 van voornoemde wet);
e. de verlofgangers, die hij de toestemming tot
het aangaan, vam eene verbintenis voor da budten-
landsche zeevaart- vrijstelling hébben verkregen
van de verplichting tot helt' bijwonen vam het
onderzoek (artikel 20 van voornoemde wet);
f. de verlofgangers van de Exploitatie-Oom-
pagn'io der Spoorwegafldéel'ing van het Regiment
Genietroepen.
Voorts wordt de aandladh't gevestigd op de vol
gende wetsbepalingen
dat de verlofganger van de Landweer ibij di/t
onderzoek moet verschijnen in uniform gekleed,
em voorzien van de hem uitgereikte Meeding- en
uitrustingstukken', alsmede vam zijm zakboekje
met daarin geJiechten verlofpas;
dat een arrest van twee tot zee dagen, te onder
gaan' in de naastbij gelegen provoost' of het naast
hij zijnde huis Van bewaring, door den' Lamdweer-
distriotsoortwmandant kan worden opgelegjd aan
dem verlofganger
lo. die zonder geldige reden niet bij het onder
zoek verschijnt
2o. doe, daarbij verschenen zijmlde, zondier gel
dige reden niet voorzien, is van- die Ihiiervoren ver.
melde voorwerpen
3o. wiens kleeding- of uitrustingstukken! bij (het
onderzoek niet im voldoenden' staat worden be
vonden
4o. die kleeding- of ullhrushingstukkem, aan een
ander ibehöorende, als de zijne vertoont
dat, onverminderd de liiervoren genoemde straf
van twee tot zes dage» arrest, de verlofganger1,
die zich schuldig maakt aan eem der feiten daar
bij onder lo. tot 4o. genoemd, wordt opgeroepen
óm op een nader te 'bepalen tijd em plaalts voor
den) 'LanldweerdisitrictscomTnandant te verschij
nen tót het ondergaan van een nader onderzoek
dat het personeel vam de 'Landweer wordt ge
acht onder de wapenen te zijn. niet alleem gedu
rende den tijd, dien het onderzoek duurt, xnlaar
im het algemeen, wanneer (het in uniiformi is ge
kleed', zoodat degenen van dat personeel, die
ongeregeldheden plegen of zich aan strafbare fei
ten schuldig maken, hetzij bij het gaan maar de
plaats voor het onderzoek bestemd, hetzij gedu
rende luefc onderzoek of bij het naar huis keeren,
te dier zake vallen, onder de 'tóepassing van het
Crimineel Wetboek en het Reglement van Krijgs
tucht voor het krijgsvolk te lande.
De verlofganger, die bij herlialimg kleeding- of
uitrustingstukkenaan een ander belhoorende, als
de zijne vertoont, wordt im werkelijke» dienst ge
roepen en daarin gedurende ten hoogste drie
maanden gehouden. De duur van dlezem dienst
wordt dOor den 'Minister van Oorlog bepaald, die
tevens het korps vam het leger aanwijst, waarbij
de werkelijke dienst móet worden vervuld.
'De verlofganger, die niet voldoet aam eene op
roeping voor den werkel ijken dienst, word't als
deserteur Ijehandekl.
Nog wordt dem verlofgangers uitdrukkelijk
herinnerd, dat het miet-ontvangen eener hoofde
lijke kennisgeving hen niet ontheft van hunne
verplichting tot deelneming aan het onderzoek,
maar dat deze 'openbare kennisgeving eenig em
alleen als bewijs geldt, dat de verlofganger be
hoorlijk is opgeroepen.
Ingeval ziekte of gebreken de deelneming aan
het Onderzotek mochten verhinderen, dam zal daar.
van zoodra mogelijk- ter Gemeente-secretarie moe
ten worden overgelegd eene gelegaliseerde ge
neeskundige verklaring, welke op ongezegeld pa
pier kan worden1 gesteld.
Verlofgangers, drie wemschen het onderzoek
elders hetzij binnen, hetzij buiten het Land-
weerdistriot, waartoe zij behooren of op een
ander tijdstip te ondergaan, kunnen) zich met een
daartoe strekkend en met redenen omkleed ver
zoekschrift wenden tot hunnen Landweerdristricts-
oommandant. Het verzoek behoeft niiet op ge
zegeld papier te zijn gesteld, doch behoort ge
frankeerd te worden verzonden. Wordt het ver
wek ingewilligd, doch maakt de verlofganger
van de vengunning geen gebruik, dan wordt deze
geacht niet te zijm verleend.
Bij hot onderzoek moeten de verlofgangers ook
medebrengen de aan hen uitgereikte wapenen
met toebehooren.
De verlofgangers, die nog niet in het bezit van
evenibedoelde voorwerpen zijn gesteld, ontvangen
deze bij het onderzoek.
Amersfoort, den 21. October 1909.
Burgemeester en. Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STENFERT KROESE. WÜIJTIERS.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Amersfoort brengen ter algemeene kennis, dat
bij hum besluit vam boden, ingevolge art. 8 der
Hinderivet, aan de firba J. Kool, wonende al
hier, vergunning is verleend tot de oprichting
van eene koperslager y met veldsmidse, im het
perceel Utreohtsche straat, wijk A, no. 83, ka
dastraal bekend gemeente Amersfoort, sectie E,
no. 1834, onder voorwaarde:
a. dat de schoorsteen, boven de veldsmidse
tot eene hoogte van minstens 8 Meter boven den
begane® grond wordt opgetrokken;
b. dat de vloer daar, waar' de veldsmidse ge
plaatst wordt en daaromheen ter breedte van
minstens 1 Meter geheel van steen, ds.
Amersfooit, dem 21. October 1909.
Burgemeester enl Wethouders voornoemd
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STENFERT KROiESE. WÜIJTIERS.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publiek, diat een
door F. WolffenbutteJ', te IJsseJstein, ingediend
verzoek, niet bijlagen, om vergunning tot het op
richten van eene brood-, koek- en besduiitbak-
kerij, in het perceel alhier gelegen aan de Bor.
straatOuden Soesterweg, bij het kadaster be
kend: onder sectie D, no. 2729, op de Secretarie
der gemeente ter visie ligt, en dat op Dinsdag,
den 4 November aanstaande, des voormiddags
te half elf uren gelegenheid' ten Raadhuize
wordt gegeven om, ten overstaan/ van liet Ge
meentebestuur of van een. of meer zijner leden,
bezwaren tegen het oprichten vam de inrichting
in te brengen.
Tot 'het beiuep, bedoeld1 in art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru
dentie, alleen' zij gerechtigd!, die overeenkomstig
artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebe
stuur of één of meer zijner leden zijm versche
nen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te
lichten.
Amersfoort, dem 21. October 1900.
Burgemeester en: Wethouders voornoemd.
De Secretaris» De Burgemeester,
J. G. STENFERT KROESE WÜIJTIERS.
Politiek Overzicht.
Arm Finland.
In eene vroegere phase van -den strijd, dien
Finland tegen Rusland moet voeren om het
behoud van zijne administratieve zelfstan
digheid, zijn eenige Europeesclie rechtsge
leerden van naam opgekomen voor het goede
recht van de Finlanders. Onder hen was
Nederland vertegenwoordigd door mr. W.
van der Vlugt, hoogleeraar in- de wijsbe
geerte 'van het recht aan de universiteit te
Leiden. Thans nu die strijd andermaal gaan
de is, heeft prof. van der Vlugt wederom
zijne stem verheven ten behoeve van het be
dreigde Finland. In aansluiting aan wat wij
gisteren hebben geschreven over het Rus-
sisch-Finscb© conflict, drukken wij uit dit
geschrift eenige bijzonderheden hier af.
Om zich een oordeel te vormen over de
verhouding, waarin Finland tot Rusland
staat, moet men teruggaan tot den oorlog
van 180809, waardoor het grootvorsten-
dom aan Rusland is gekomen. Men vindt
dan een reeks van feiten, waarop de Rus
sische geschiedschrijver niet zonder een
schijn van reden zich kan beroepen om zijne
stelling te bewijzen, dat Finland door het
reoht van het zwaard bij het rijk is inge
lijfd. Intusschen de medaille heeft ook hare
keerzijde. Naast deze feiten zijn er anderen,
die eene geheel verschillende taal spreken.
„Men kan er zegt de Schr. dit etiket
op drukken: „de verovering der zielen".
Laat ons, om te beginnen, de proclamatie
vermelden door generaal Buxhowden uit
gevaardigd, toen hij de grens overging en
voor de oogen van de kinderen des lands liet
spiegelen de spoedige bijeenroeping van
hunne vertegenwoordigers, „gekozen op de
gebruikelijke wijze". Laat ons er bijvoegen
het keizerlijke manifest van 5/17 Juni 1808,
waar de Czaar reeds zoo ver gaat aan zijne
toekomstige onderdanen de handhaving van
de oude statuten en privilegiën van het land
te beloven. Laat ons inzonderheid wijzen op
het gedenkwaardige feit van den landdag van
Borga, zijne voorbereiding en zijne onmid-
delijke gevolgen, bovenal de herhaalde ver
klaringen van den monarch, dat hij den
godsdienst en de fundamenteele wetten van
het land had willen bevestigen en bekrach
tigen, dat hij den Finlanders beloofde hunne
grondwet, hunne fundamenteele wetten te
handhaven, dat hun bijeenkomen (in dezen
landdag) hun deze belofte waarborgde, dat
deze bijeenkomst van groot gewicht zou zijn
in hun politiek bestaan, en dat „dit dap
pere en trouwe volk voortaan zijne plaats
had in den rang der natiën". Laat ons ein
delijk herinneren aan het stuk, dat als het
ware het zegel zet op alle vroegere verzeke
ringen van den Czaar-grootvorsthet kei
zerlijk besluit van 21 Februari 1816, dat den
naam van den keizerlijken bestuursraad ver
andert in dien van keizerlijken senaat van
Finland".
Dit laatste stuk is van het allergrootste
gewicht, naar de meening van den Schr.,
die daarover zegt: „Nergens in de veelvul
dige stukken,, die zijn uitgegaan van de
kanselarij van den eersten Czaar-grootvorst,
straalt zoo klaarblijkelijk de besliste wil
van den liberalen Keizer door om Finland
daargelaten de beide punten waarop het
krachtens zijne vereeniging met het Russi
sche rijk slechts een dleel kan zijn, aan een
groot geheel ondergeschikt op een voet
van volkomen gelijkheid in elk ander opzicht
m't zijn machtigen buurman te plaatsen. Uit
dien hoofde is het van belang de beide voor
naamste passages van den tekst aan te ha
len. In de eerste plaats deze kenschetsing
van het college waarover het besluit han
delt „een bijzonder regeeringsorgaan, dat
in Onzen naam het burgerlijk bestuur van
het land heeft gevoerd en in hoogste ressort
recht heeft gesproken, zonder af te
hangen van eenige andere
macht dan van die der wetten
en van Onzen wil van souve-
rein overeenkomstig deze
wet tea." Vervolgens de toelichting van
de naamsverandering, die het besluit be
stemd is te brengen: „Wij heb'ben, om
beter het doel aan te geven,
dat Wij op het oog hebben
met de instelling van voor
noemd orgaan voor het plaatselijk bestuur
van het land en z ij ne onmiddellij-
ke betrekkingen met Onzen
persoon, goedgevonden, in
overeenstemming met de be
naming van het hoogste re
geeringsorgaan van Ons rijk,
aan de (hoogste regeering
van Finland d -> n naam te ge
ven van Onzen Senaat van
Finland." In de eerste van deze zin
sneden verklaart Alexander uitdrukkelijk
'het grootvorstendom Finland altijd on
der het duibbele voorbehoud hierboven ver
meld voor een volkomen autonomen
staat, dlie geen gehoorzaamheid schuldig is
aan eenig ander gezag dan diat van zijne
eigen wetten. „Volkomen autonoom", zeg
gen wij. Want welken anderen redelijken
zin 'kan men aan de door ons onderstreepte
woorden van die zinsnede hechten? Strikt
genomen bracht deze volledige autonomie
reeds voor zich alleen die plaatsing mee op
den voet van volkomen gelijkheid van het
grootvorstendom met het Russische rijk,
behoudens de twee hierboven uitgezonderde
punten. Maar voor alle zekerheid i6 deze
rangschikking nog vastgesteld en in uit
drukkelijke bewoordingen gewaarborgd in
het gedeelte van de tweede zinsnede, dat
eveneens is onderstreept.''
Derhalve is deze Schr. onvoorwaardelijk
van meening, dat in den strijd, die nu
gaande is, het recht aan de zijde van Fin
land i6 en d'at Rusland niet gerechtigd is
eigenmachtig, buiten de wettige organen
der regeering van Finland om, de militaire
kwestie te regelen op de wijze, zooals het
keizerlijk besluit van 7 October jl. dit be
paalt. Hoe deze strijd zal worden uitge
maakt, zal wel niet meer aan twijfel onder
hevig zijn. Het bericht, dat Russische troe
pen naar Finland onderweg zijn, geeft hier
omtrent eene vingerwijzing, die maar ai te
duidelijk is. Maai" Rusland moge de macht
aan zijne zijde hebben tegenover Finland,
het recht blijft toch aan de andere zijde.
Zwitserland*
De bondsvergadering is tot zijne najaars
zitting bijeengekomen. De nationale raad
heeft een voorstel aangenomen, dat den
bondsraad opdraagt een onderzoek in te
stellen of en welke maatregelen door den
bondsraad tot bestrijding van de tubercu
lose kunnen worden genomen. De bondsraad
verklaarde zich bereid deze opdracht te aan
vaarden de woordvoerder van dit college
drukte echter de meening uit, dat eene aan
vulling van de bondsconstitutie uoodig zou
zijn als van wege den bond krachtig zou
worden ingegrepen.
Spanje.
Madrid, 20 Oct. De senator Sol y
Ortega heeft dn den Senaat verzooht, dat
het verzoek om toestemming tot zijne ver
volging wegens deelneming aan de gebeurte
nissen te Barcelona spoedig onderzocht en
be list moge worden
Madrid, 2 0 0 c t. In het voortgezette
debat wees de minister van oorlog op den
uitmuntenden geest onder de soldaten bij
hun vertrek naar het oorlogstooneel. Hij
wees het tegen de regeering gerichte ver
wijt, dat zij de gebeurtenissen niet had
voorzien, af. Hij rechtvaardigde de terug
roeping van de reservisten en bracht buide
aan de troepen, die in Barcelona zooveel
■mogelijk bloedvergieten vermeden.
Moret beantwoordde den minister van oor
log hij hield staande, dat de regeering het
te Barcelona gebeurde niet had voorzien.
Hij beantwoordde verder de critiek, die do
minister van binnenlandsche zaken had ge
richt tegen de pers.
Deze bewindsman antwoordde. Hij vroeg
of Moret wist, dat in geschriften en in ver
gaderingen, ook in bijeenkomsten in het bui
tenland, er sprake van was de sociale en po
litieke revolutie in Spanje te verwekken.
Hij voegde daaraan toe, dat men dikwijls
ook moorden en aanslagen aankondigde.
Hierop ontstond een hevig rumoer bij de
oppositie. De voorzitter trachtte vruchteloos
de orde te herstellen.
De minister riep uit: Wij zijn noch voor
bedreigingen, noch voor geweld bang. Wij
zullen aanblijven, want het tegendeel zou
lafheid zijn.
De meerderheid juiebt den minister toe,
de oppositie schreeuwt, het publiek op de
tribune doet mee aan het lawaai.
De minister rechtvaardigt de genomen
maatregelen en die, welke eventueel nog
genomen zullen worden. Hij voegt daaraan
toe, dat eene politieke manifestatie in voor
bereiding ismaar hij is vast besloten die
te verhinderen.
Het lawaai begint weer. De minister
president wenscht zijn ambtgenoot geluk.
Moret kritiseert de houding van den mi
nister van binnenlandsche zaken, die op
staat om te antwoorden, maar de oppositie
begint weer met haar rumoer.
De minister komt ten slotte aan bet woord
en wijst de kritiek van Moret af. Hij zegt
„De afgevaardigden zullen begrijpen, dat ik
genoodzaakt was de waarheid te zeggen."
De meerderheid betuigt den minister bij
val. Het lawaai begint weer. De voorzitter
is eindelijk genoodzaakt de vergadering te
sluiten.
2 1 Oct. Onder voorbehoud wordt be
richt, dat de minister van binnenlandsche
zaken zijn ontslag moet hebben aangeboden,
maar dat Maura dat voor 't oogenblik niet
zou willen aannemen.
De senator Sol y Ortega, wiens uitleve
ring aan de militaire justitie door die re
geering wordt verlangd, bevond zich, toen
do aanvrage om toestemming te verleenen
tot zijnte vervolging, wierd ingediend, op
Fran so hen bodemhij is terstond op redis ge
gaan en bevindt zich nu te Madrid.
Van generaal WeyIer, oud-minister van
oorlog, wordt eene verklaring vermeld, dat
eene regeer ing, welloer voorzitter eene lijf
wacht van 100 man moet hebben en dé mi
nister van binnenlandsche zaken een© van
80 man, onmogelijk is gewordenDe mili
taire voorzorgsmaatregelen worden in Ma
drid voortgezet.
Uit Barcelona word't bericht, diat talrijke
aanplakbiljetten met heftige uitvallen tegen
den Koning en de ministers, die met spoe
dige vermoording worden bedreigd, door de
politie moesten worden verwijderd van dé
muren dier huizen. Naar die daders wordt i
vruchteloos onderzoek gedaan.
De burgerlijke gouverneur van Barcelona
verklaart officieel de bewering ongegrond,
diat er ondier de gevangenen uit d!e bloedige
Juiliveelt ook velé vreemdelingen zijn. Ge-
arresteerd zijn slechts elf als „apachén"
bekende Franschen, waarover tie regeering
te Parijs is ingelicht.
De krijgsraden te Barcelona werken on
verpoosd voort. Zondag stonden vijf man
nen terecht, die beschuldigd waren van deel
neming aan het in brand steken en plun
deren van een klooster, het wonden van een
karibinier en het vernielen van telegraaf
palen. De auditeur-militair eischte tegen
een hunner Tom as Centellas de doodstraf,
tegen drie anderen levenslange gevangenis
straf en tegen den vijfde veertien jaar, acht
maanden en een dag gevangenisstraf.
Tegen een jongen van zestien jaar, bij
wien tijdens de onlusten een revolver ge-
'vonden was, werd eerst zestien jaar gevan
genisstraf geëischt, maar na het pleidooi
werd de eisch verminderd tot 25 pesetas
boete, wegens het dragen van een verboden
wapen.
Oostenrijk-Hongarlje.
W e e n e n, 2 0 Oct. De zitting van
den rijksraad is geopend onder vijandige
kreten van de Czechische radicalen tegen de
ministers.
W e e n e n, 2 0 Oct. Bij de aanvaar
ding van het. voorzitterschap in toet toeeren-
huis toerinnerdte vorst Winddschgraetz on
der toejuichingen van de vergadering, aan
d'e vaderlandslievende betoogingen bij dJe
fees te/a in Tirol en dén verjaardag van den
Keizer.
Onder het teeken der obstructie, waar
onder het huis van afgevaardigden van den
Oostenrijkscben rijksraad drie maanden ge
leden uiteen is gegaan, is het gister weer
bijeen gekomen. Aan de Vossischo Ztg.
wordt uit Weenen bericht: Alle pogingen
om den rijksraad weer tot werken bekwaam
te maken, zijn vruchteloos geweest. Ofschoon
de Czechen bunne taktiek nog niet hebben
vastgelegd in een uitdrukkelijk besluit, is
het nu reeds zeker, dat zij in vereeniging
mot de Zuid-Slaven niet zullen toelaten,
dat het huis aan 't werk gaat. De Czechische
leiders zij'n tot dusver 't met zich zelf nog
niet eens of er terstond zal worden begon
nen met de scherpe, rumoerige obstructie,
of dat men zich aanvankelijk zal bepalen
tot de sluipende, verlammende obstructie
van de „Dringlicbkeitsantrage" (voorstellen
om de behandeling van willekeurige onder
werpen dringend te verklaren, zoodat zij
den voorrang krijgen boven de zaken om
welker afdoening het eigenlijk te doen is).
Het oorspronkelijk voornemen van de Cze
chen was te beletten, dat het huis zich zou
constitueerendaarvan is echter afgezien,
omdat de wetten tot verklaring van het
Duitsch als landstaal in de vier zuiver Duit-
scbe kroonlanden nog niet door den Keizer
bekrachtigd zijn. Men zal dus toelaten, dat
het bureau van den rijksraad, bestaande uit
den voorzitter en de zes onder-voorzitters,
morgen gekozen wordt.
Budapest, 20 Oct. Volgens bericht
uit Weenen, heeft de souverein in dé vter-
gadéring van den Kroonraad de ministers
verzocht hunne meenibg te uitten over die
oplossing dier crisis, waarbij hij dteed uit
komen, dat liet wienschélijk zou zijn die coa
litie te handitoaven.
De ministers stelden met nadruk voorop,
dat eene constitutioneelte oplossing slechts
mogelijk is, door de opdracht tot vorming
van een kabinet te geven aan dé meerder
heid of aan de minderheid in bet parlement.
AI schijnt handhaving van d!e coalitie on
mogelijk, zoo verklaarden die ministers toch,
diat zij niets onbeproefd zullen laten om
baar in stand te houdten en dien souveriein
verslag zullen doen vam dten uitslag hun
ner pogingen.
De monarch verklaarde daarop, diat hij
van harte wensohte, dat <ïe crisis op consti
tution neele wijze zou wordien opgelost-, hij
verzocht die ministers zijn beslissing af te
wachten en er op bedacht te zijm, diat dé
reeds zoo moeielijke toesband niet nog ver
ergerd wordte door onvoorziene omstandig
heden.
De kroonraad, waartoe het Hongaarsch©
kabinet gister bijeengeroepen was, had,
naar gemeld wordt, ten doel de middelen te
overwegen, waardoor kon worden verkregen,
dat het tegenwoordige kabinet verder aan
het bewind zou blijven. De oplossing van
de crisis wordt vooreerst nog niet verwacht.
Intusschen wordt de bijeenroeping van den
kroonraad aangemerkt als een bewijs, dat
de Keizer, als het ©enigszins kan, het op
treden van een ministerie buiten het parle
ment wil vermijden. Dit wordt ook in het
radicale gedeelte van de onafhankelijkheids
partij gewaardeerd. De voorzitter van bet
huis van afgevaardigden Justh, die vroeger
van eene verdaging van bet buis tot aan de
benoeming yan eene nieuwe regeering niets
wilde weten, heeft nu zelf bet voorstel ge
daan tot verdaging van de zittingen voor
onbepaalden tijd.
Rusland.
Odessa, 20 Oct. Heden voormiddag
om 10.30 kwam het keizerlijke jaölit Stan-
darfc bier aan. Om 11 uur zette de Czaar
de reis voort.
Ondanks het geheim, d'at men wildé be
waren over de reisroute van den Czaar en
die plaats, waar zijné ontmoeting miöt dien
Koning van Italië aal plaats hebben, word't
nu aangenomen, dat het slot Racconigi La
Piemont de plaats van samenkomst zal zijn.
Volgens een bericht van de Politischte Kot-
respondtenz uit Rome, zal' het bezoek cfirde dia-
gen duren. De terugreis zal waarschijnlijk
weer over land geschieden.
De dien Czaar vijandige betoogingen van
dé Italiaansche socialisten zullen binnen
enge grenzen beperkt blijven, omdat zij
bijna algemeene afkeuring vinden. Zélfs de
afgevaardigde Bissolati, de leider van het
centrale orgaan Avanti, erkent dé politieke
voor doelen van eenle goede verstandhouding
met Rusland en beveelt aan maat te houdten
in dé manifestation, opdat aan die verstand
houding geen afbdeu'k worde gedaan.
Turkije.
Uit Konstantinopel wordt bericht, dat
Turkije en Frankrijk eene overeenkomst ge
sloten hebben betreffende de bescherming
van karavanen in de Sahara.
Griekenland.
Athene, 20 Oct. Prins George heeft
zijn ontslag genomen als sohout-bij-nacht.
De Kamer heeft de door de regeering
voorgestelde wetsontwerpen aangenomen.
Allerlei.
vEen telegram uit Sassari, op Sardinië,
meldt, dat prof. To ram e lie in hot midden
van Barbagia op dat eiland een voorhisto
rische stad, met straten, huizen en tempels
en eeu muur er om been zou ontdekt héb
ben. De professoren Orsi en Mackenzie, uit
Edinburg, zijn te Sassari aangekomen, om
een onderzoek in te stellen.
Kopenhagen, 2 0 O c t. De hier ge
vestigde universiteit heeft het door het
nationale aaardrijkskundige genootschap te
Washington tot haar gericht verzoek om
haar het eerste onderzoek van de weten
schappelijke bewijsstukken van Cook, voor