Donderdag 21 October 1909. BUITENLAND. M\ 114. 8"' JnarganK. AMERSFOORTSCK DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per S maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per poBt- 1.50. Afzonderiyke nummers O.OS. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiênmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur 's morgens by de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechfschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PEU8 DER ADVERTENTIÊN: Van l5 regels f 0.50. Elke regel meer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cento bg vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tel het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. EetP' circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvra»» toegezonden. Kennisgevingen. LANDWEBK. JAARLIJESOH ONDERZOEK. Burgemeester en Wethouders der gemeente Amersfoort, maken-, ingevolge art. 30, tweede lid, der Land'weervet, befkend, 'dat ihet onder zoek van de in het verlofgangersregister dezer Gemeente inigescihlreven verdof gangers van de Landweer zal vrordén gehouden te Amersfoort, ia een der lokalen van I'IIe Bat&illon, 5e Regi ment Infanterie aan deni Leusderweg te Amers foort, op Maartdag, den 22sten November a.s., des voormiddags te 9 uur, de verlofgangers, be hoord: hebbende tot de lichting dier nationale militie van 1896; des voormiddags te 10 uur, de verlofgangers, behoord hebbende tot de lich ting der nationale militie van 1896; des voor- middags te 11 uur, de verlofgangers, behoord hebbende tot de lichting der nationale militie van 1897des namiddags te 2 uur, de verlof gangers, behoord hebbende tot de lichting der nationale militie van 1898; des namiddags te 3 uur, de verlofgangers, behoord: hebbende tot de lichting dör nationale 'militie vlam '1899; op Dinsdag, den 23. November a.s., des voormid dags te 9 uur, de verlofgangers, behoord heb bende tot de lichting der nationale militie van 1900; des voor middags te 10 uur, de verlofgan gers der Infanterie, behoord hebbende tot de lichting dor nationale militie van 1901des na middags te 2 uur, de verlofgangers der overige wapens, behoord hebbende tot de lichting der nationale militie van 1901. Tot die verlofgangers, die verplicht zijn aam het onderzoek deel te nemen, behooren ook de bg do Landweer geplaatste verlofgangers van het reeervepor soneel der landmacht, zoomede de verlofgangers die bij de Landweer- dienen krach. Lens verbintenis tot vrijwilligen dienst. Aan het onderzoek behoeft echter niet te worden deelgenomen door a. de verlofgangers, die in heb loopende jaar overeenkomstig artikel 11 van voornoemde web voor herhalingsoefeningen onder de wapenen zijn geweest b. de verlofgangers, ini het genot van onthef fing van den werkelijk en dienst (artikel 15, eer ste lid, van voornoemde wet.) c. de verlofgangers, die eerte der betrekkingen (bekleeden als aangeduid in kolom' 2 van de lijst, vastgesteld bij hot Landweer-Besluit II, waartoe o. a. behooren de hoofdambtenaren, ambtenaren en beambten bij de Rijks- en bij de gemeentelijke politie d. de verlofgangers, die 'bij do toestemming tot verblijf buitenslands vrijstelling hebben ver kregen van de verplichting tot het bijwonen van het onderzoek (artikel 27 van voornoemde wet); e. de verlofgangers, die hij de toestemming tot het aangaan, vam eene verbintenis voor da budten- landsche zeevaart- vrijstelling hébben verkregen van de verplichting tot helt' bijwonen vam het onderzoek (artikel 20 van voornoemde wet); f. de verlofgangers van de Exploitatie-Oom- pagn'io der Spoorwegafldéel'ing van het Regiment Genietroepen. Voorts wordt de aandladh't gevestigd op de vol gende wetsbepalingen dat de verlofganger van de Landweer ibij di/t onderzoek moet verschijnen in uniform gekleed, em voorzien van de hem uitgereikte Meeding- en uitrustingstukken', alsmede vam zijm zakboekje met daarin geJiechten verlofpas; dat een arrest van twee tot zee dagen, te onder gaan' in de naastbij gelegen provoost' of het naast hij zijnde huis Van bewaring, door den' Lamdweer- distriotsoortwmandant kan worden opgelegjd aan dem verlofganger lo. die zonder geldige reden niet bij het onder zoek verschijnt 2o. doe, daarbij verschenen zijmlde, zondier gel dige reden niet voorzien, is van- die Ihiiervoren ver. melde voorwerpen 3o. wiens kleeding- of uitrustingstukken! bij (het onderzoek niet im voldoenden' staat worden be vonden 4o. die kleeding- of ullhrushingstukkem, aan een ander ibehöorende, als de zijne vertoont dat, onverminderd de liiervoren genoemde straf van twee tot zes dage» arrest, de verlofganger1, die zich schuldig maakt aan eem der feiten daar bij onder lo. tot 4o. genoemd, wordt opgeroepen óm op een nader te 'bepalen tijd em plaalts voor den) 'LanldweerdisitrictscomTnandant te verschij nen tót het ondergaan van een nader onderzoek dat het personeel vam de 'Landweer wordt ge acht onder de wapenen te zijn. niet alleem gedu rende den tijd, dien het onderzoek duurt, xnlaar im het algemeen, wanneer (het in uniiformi is ge kleed', zoodat degenen van dat personeel, die ongeregeldheden plegen of zich aan strafbare fei ten schuldig maken, hetzij bij het gaan maar de plaats voor het onderzoek bestemd, hetzij gedu rende luefc onderzoek of bij het naar huis keeren, te dier zake vallen, onder de 'tóepassing van het Crimineel Wetboek en het Reglement van Krijgs tucht voor het krijgsvolk te lande. De verlofganger, die bij herlialimg kleeding- of uitrustingstukkenaan een ander belhoorende, als de zijne vertoont, wordt im werkelijke» dienst ge roepen en daarin gedurende ten hoogste drie maanden gehouden. De duur van dlezem dienst wordt dOor den 'Minister van Oorlog bepaald, die tevens het korps vam het leger aanwijst, waarbij de werkelijke dienst móet worden vervuld. 'De verlofganger, die niet voldoet aam eene op roeping voor den werkel ijken dienst, word't als deserteur Ijehandekl. Nog wordt dem verlofgangers uitdrukkelijk herinnerd, dat het miet-ontvangen eener hoofde lijke kennisgeving hen niet ontheft van hunne verplichting tot deelneming aan het onderzoek, maar dat deze 'openbare kennisgeving eenig em alleen als bewijs geldt, dat de verlofganger be hoorlijk is opgeroepen. Ingeval ziekte of gebreken de deelneming aan het Onderzotek mochten verhinderen, dam zal daar. van zoodra mogelijk- ter Gemeente-secretarie moe ten worden overgelegd eene gelegaliseerde ge neeskundige verklaring, welke op ongezegeld pa pier kan worden1 gesteld. Verlofgangers, drie wemschen het onderzoek elders hetzij binnen, hetzij buiten het Land- weerdistriot, waartoe zij behooren of op een ander tijdstip te ondergaan, kunnen) zich met een daartoe strekkend en met redenen omkleed ver zoekschrift wenden tot hunnen Landweerdristricts- oommandant. Het verzoek behoeft niiet op ge zegeld papier te zijn gesteld, doch behoort ge frankeerd te worden verzonden. Wordt het ver wek ingewilligd, doch maakt de verlofganger van de vengunning geen gebruik, dan wordt deze geacht niet te zijm verleend. Bij hot onderzoek moeten de verlofgangers ook medebrengen de aan hen uitgereikte wapenen met toebehooren. De verlofgangers, die nog niet in het bezit van evenibedoelde voorwerpen zijn gesteld, ontvangen deze bij het onderzoek. Amersfoort, den 21. October 1909. Burgemeester en. Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, J. G. STENFERT KROESE. WÜIJTIERS. Burgemeester en Wethouders der gemeente Amersfoort brengen ter algemeene kennis, dat bij hum besluit vam boden, ingevolge art. 8 der Hinderivet, aan de firba J. Kool, wonende al hier, vergunning is verleend tot de oprichting van eene koperslager y met veldsmidse, im het perceel Utreohtsche straat, wijk A, no. 83, ka dastraal bekend gemeente Amersfoort, sectie E, no. 1834, onder voorwaarde: a. dat de schoorsteen, boven de veldsmidse tot eene hoogte van minstens 8 Meter boven den begane® grond wordt opgetrokken; b. dat de vloer daar, waar' de veldsmidse ge plaatst wordt en daaromheen ter breedte van minstens 1 Meter geheel van steen, ds. Amersfooit, dem 21. October 1909. Burgemeester enl Wethouders voornoemd De Secretaris, De Burgemeester, J. G. STENFERT KROiESE. WÜIJTIERS. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van het publiek, diat een door F. WolffenbutteJ', te IJsseJstein, ingediend verzoek, niet bijlagen, om vergunning tot het op richten van eene brood-, koek- en besduiitbak- kerij, in het perceel alhier gelegen aan de Bor. straatOuden Soesterweg, bij het kadaster be kend: onder sectie D, no. 2729, op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Dinsdag, den 4 November aanstaande, des voormiddags te half elf uren gelegenheid' ten Raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan/ van liet Ge meentebestuur of van een. of meer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten vam de inrichting in te brengen. Tot 'het beiuep, bedoeld1 in art. 15, le lid der Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru dentie, alleen' zij gerechtigd!, die overeenkomstig artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebe stuur of één of meer zijner leden zijm versche nen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Amersfoort, dem 21. October 1900. Burgemeester en: Wethouders voornoemd. De Secretaris» De Burgemeester, J. G. STENFERT KROESE WÜIJTIERS. Politiek Overzicht. Arm Finland. In eene vroegere phase van -den strijd, dien Finland tegen Rusland moet voeren om het behoud van zijne administratieve zelfstan digheid, zijn eenige Europeesclie rechtsge leerden van naam opgekomen voor het goede recht van de Finlanders. Onder hen was Nederland vertegenwoordigd door mr. W. van der Vlugt, hoogleeraar in- de wijsbe geerte 'van het recht aan de universiteit te Leiden. Thans nu die strijd andermaal gaan de is, heeft prof. van der Vlugt wederom zijne stem verheven ten behoeve van het be dreigde Finland. In aansluiting aan wat wij gisteren hebben geschreven over het Rus- sisch-Finscb© conflict, drukken wij uit dit geschrift eenige bijzonderheden hier af. Om zich een oordeel te vormen over de verhouding, waarin Finland tot Rusland staat, moet men teruggaan tot den oorlog van 180809, waardoor het grootvorsten- dom aan Rusland is gekomen. Men vindt dan een reeks van feiten, waarop de Rus sische geschiedschrijver niet zonder een schijn van reden zich kan beroepen om zijne stelling te bewijzen, dat Finland door het reoht van het zwaard bij het rijk is inge lijfd. Intusschen de medaille heeft ook hare keerzijde. Naast deze feiten zijn er anderen, die eene geheel verschillende taal spreken. „Men kan er zegt de Schr. dit etiket op drukken: „de verovering der zielen". Laat ons, om te beginnen, de proclamatie vermelden door generaal Buxhowden uit gevaardigd, toen hij de grens overging en voor de oogen van de kinderen des lands liet spiegelen de spoedige bijeenroeping van hunne vertegenwoordigers, „gekozen op de gebruikelijke wijze". Laat ons er bijvoegen het keizerlijke manifest van 5/17 Juni 1808, waar de Czaar reeds zoo ver gaat aan zijne toekomstige onderdanen de handhaving van de oude statuten en privilegiën van het land te beloven. Laat ons inzonderheid wijzen op het gedenkwaardige feit van den landdag van Borga, zijne voorbereiding en zijne onmid- delijke gevolgen, bovenal de herhaalde ver klaringen van den monarch, dat hij den godsdienst en de fundamenteele wetten van het land had willen bevestigen en bekrach tigen, dat hij den Finlanders beloofde hunne grondwet, hunne fundamenteele wetten te handhaven, dat hun bijeenkomen (in dezen landdag) hun deze belofte waarborgde, dat deze bijeenkomst van groot gewicht zou zijn in hun politiek bestaan, en dat „dit dap pere en trouwe volk voortaan zijne plaats had in den rang der natiën". Laat ons ein delijk herinneren aan het stuk, dat als het ware het zegel zet op alle vroegere verzeke ringen van den Czaar-grootvorsthet kei zerlijk besluit van 21 Februari 1816, dat den naam van den keizerlijken bestuursraad ver andert in dien van keizerlijken senaat van Finland". Dit laatste stuk is van het allergrootste gewicht, naar de meening van den Schr., die daarover zegt: „Nergens in de veelvul dige stukken,, die zijn uitgegaan van de kanselarij van den eersten Czaar-grootvorst, straalt zoo klaarblijkelijk de besliste wil van den liberalen Keizer door om Finland daargelaten de beide punten waarop het krachtens zijne vereeniging met het Russi sche rijk slechts een dleel kan zijn, aan een groot geheel ondergeschikt op een voet van volkomen gelijkheid in elk ander opzicht m't zijn machtigen buurman te plaatsen. Uit dien hoofde is het van belang de beide voor naamste passages van den tekst aan te ha len. In de eerste plaats deze kenschetsing van het college waarover het besluit han delt „een bijzonder regeeringsorgaan, dat in Onzen naam het burgerlijk bestuur van het land heeft gevoerd en in hoogste ressort recht heeft gesproken, zonder af te hangen van eenige andere macht dan van die der wetten en van Onzen wil van souve- rein overeenkomstig deze wet tea." Vervolgens de toelichting van de naamsverandering, die het besluit be stemd is te brengen: „Wij heb'ben, om beter het doel aan te geven, dat Wij op het oog hebben met de instelling van voor noemd orgaan voor het plaatselijk bestuur van het land en z ij ne onmiddellij- ke betrekkingen met Onzen persoon, goedgevonden, in overeenstemming met de be naming van het hoogste re geeringsorgaan van Ons rijk, aan de (hoogste regeering van Finland d -> n naam te ge ven van Onzen Senaat van Finland." In de eerste van deze zin sneden verklaart Alexander uitdrukkelijk 'het grootvorstendom Finland altijd on der het duibbele voorbehoud hierboven ver meld voor een volkomen autonomen staat, dlie geen gehoorzaamheid schuldig is aan eenig ander gezag dan diat van zijne eigen wetten. „Volkomen autonoom", zeg gen wij. Want welken anderen redelijken zin 'kan men aan de door ons onderstreepte woorden van die zinsnede hechten? Strikt genomen bracht deze volledige autonomie reeds voor zich alleen die plaatsing mee op den voet van volkomen gelijkheid van het grootvorstendom met het Russische rijk, behoudens de twee hierboven uitgezonderde punten. Maar voor alle zekerheid i6 deze rangschikking nog vastgesteld en in uit drukkelijke bewoordingen gewaarborgd in het gedeelte van de tweede zinsnede, dat eveneens is onderstreept.'' Derhalve is deze Schr. onvoorwaardelijk van meening, dat in den strijd, die nu gaande is, het recht aan de zijde van Fin land i6 en d'at Rusland niet gerechtigd is eigenmachtig, buiten de wettige organen der regeering van Finland om, de militaire kwestie te regelen op de wijze, zooals het keizerlijk besluit van 7 October jl. dit be paalt. Hoe deze strijd zal worden uitge maakt, zal wel niet meer aan twijfel onder hevig zijn. Het bericht, dat Russische troe pen naar Finland onderweg zijn, geeft hier omtrent eene vingerwijzing, die maar ai te duidelijk is. Maai" Rusland moge de macht aan zijne zijde hebben tegenover Finland, het recht blijft toch aan de andere zijde. Zwitserland* De bondsvergadering is tot zijne najaars zitting bijeengekomen. De nationale raad heeft een voorstel aangenomen, dat den bondsraad opdraagt een onderzoek in te stellen of en welke maatregelen door den bondsraad tot bestrijding van de tubercu lose kunnen worden genomen. De bondsraad verklaarde zich bereid deze opdracht te aan vaarden de woordvoerder van dit college drukte echter de meening uit, dat eene aan vulling van de bondsconstitutie uoodig zou zijn als van wege den bond krachtig zou worden ingegrepen. Spanje. Madrid, 20 Oct. De senator Sol y Ortega heeft dn den Senaat verzooht, dat het verzoek om toestemming tot zijne ver volging wegens deelneming aan de gebeurte nissen te Barcelona spoedig onderzocht en be list moge worden Madrid, 2 0 0 c t. In het voortgezette debat wees de minister van oorlog op den uitmuntenden geest onder de soldaten bij hun vertrek naar het oorlogstooneel. Hij wees het tegen de regeering gerichte ver wijt, dat zij de gebeurtenissen niet had voorzien, af. Hij rechtvaardigde de terug roeping van de reservisten en bracht buide aan de troepen, die in Barcelona zooveel ■mogelijk bloedvergieten vermeden. Moret beantwoordde den minister van oor log hij hield staande, dat de regeering het te Barcelona gebeurde niet had voorzien. Hij beantwoordde verder de critiek, die do minister van binnenlandsche zaken had ge richt tegen de pers. Deze bewindsman antwoordde. Hij vroeg of Moret wist, dat in geschriften en in ver gaderingen, ook in bijeenkomsten in het bui tenland, er sprake van was de sociale en po litieke revolutie in Spanje te verwekken. Hij voegde daaraan toe, dat men dikwijls ook moorden en aanslagen aankondigde. Hierop ontstond een hevig rumoer bij de oppositie. De voorzitter trachtte vruchteloos de orde te herstellen. De minister riep uit: Wij zijn noch voor bedreigingen, noch voor geweld bang. Wij zullen aanblijven, want het tegendeel zou lafheid zijn. De meerderheid juiebt den minister toe, de oppositie schreeuwt, het publiek op de tribune doet mee aan het lawaai. De minister rechtvaardigt de genomen maatregelen en die, welke eventueel nog genomen zullen worden. Hij voegt daaraan toe, dat eene politieke manifestatie in voor bereiding ismaar hij is vast besloten die te verhinderen. Het lawaai begint weer. De minister president wenscht zijn ambtgenoot geluk. Moret kritiseert de houding van den mi nister van binnenlandsche zaken, die op staat om te antwoorden, maar de oppositie begint weer met haar rumoer. De minister komt ten slotte aan bet woord en wijst de kritiek van Moret af. Hij zegt „De afgevaardigden zullen begrijpen, dat ik genoodzaakt was de waarheid te zeggen." De meerderheid betuigt den minister bij val. Het lawaai begint weer. De voorzitter is eindelijk genoodzaakt de vergadering te sluiten. 2 1 Oct. Onder voorbehoud wordt be richt, dat de minister van binnenlandsche zaken zijn ontslag moet hebben aangeboden, maar dat Maura dat voor 't oogenblik niet zou willen aannemen. De senator Sol y Ortega, wiens uitleve ring aan de militaire justitie door die re geering wordt verlangd, bevond zich, toen do aanvrage om toestemming te verleenen tot zijnte vervolging, wierd ingediend, op Fran so hen bodemhij is terstond op redis ge gaan en bevindt zich nu te Madrid. Van generaal WeyIer, oud-minister van oorlog, wordt eene verklaring vermeld, dat eene regeer ing, welloer voorzitter eene lijf wacht van 100 man moet hebben en dé mi nister van binnenlandsche zaken een© van 80 man, onmogelijk is gewordenDe mili taire voorzorgsmaatregelen worden in Ma drid voortgezet. Uit Barcelona word't bericht, diat talrijke aanplakbiljetten met heftige uitvallen tegen den Koning en de ministers, die met spoe dige vermoording worden bedreigd, door de politie moesten worden verwijderd van dé muren dier huizen. Naar die daders wordt i vruchteloos onderzoek gedaan. De burgerlijke gouverneur van Barcelona verklaart officieel de bewering ongegrond, diat er ondier de gevangenen uit d!e bloedige Juiliveelt ook velé vreemdelingen zijn. Ge- arresteerd zijn slechts elf als „apachén" bekende Franschen, waarover tie regeering te Parijs is ingelicht. De krijgsraden te Barcelona werken on verpoosd voort. Zondag stonden vijf man nen terecht, die beschuldigd waren van deel neming aan het in brand steken en plun deren van een klooster, het wonden van een karibinier en het vernielen van telegraaf palen. De auditeur-militair eischte tegen een hunner Tom as Centellas de doodstraf, tegen drie anderen levenslange gevangenis straf en tegen den vijfde veertien jaar, acht maanden en een dag gevangenisstraf. Tegen een jongen van zestien jaar, bij wien tijdens de onlusten een revolver ge- 'vonden was, werd eerst zestien jaar gevan genisstraf geëischt, maar na het pleidooi werd de eisch verminderd tot 25 pesetas boete, wegens het dragen van een verboden wapen. Oostenrijk-Hongarlje. W e e n e n, 2 0 Oct. De zitting van den rijksraad is geopend onder vijandige kreten van de Czechische radicalen tegen de ministers. W e e n e n, 2 0 Oct. Bij de aanvaar ding van het. voorzitterschap in toet toeeren- huis toerinnerdte vorst Winddschgraetz on der toejuichingen van de vergadering, aan d'e vaderlandslievende betoogingen bij dJe fees te/a in Tirol en dén verjaardag van den Keizer. Onder het teeken der obstructie, waar onder het huis van afgevaardigden van den Oostenrijkscben rijksraad drie maanden ge leden uiteen is gegaan, is het gister weer bijeen gekomen. Aan de Vossischo Ztg. wordt uit Weenen bericht: Alle pogingen om den rijksraad weer tot werken bekwaam te maken, zijn vruchteloos geweest. Ofschoon de Czechen bunne taktiek nog niet hebben vastgelegd in een uitdrukkelijk besluit, is het nu reeds zeker, dat zij in vereeniging mot de Zuid-Slaven niet zullen toelaten, dat het huis aan 't werk gaat. De Czechische leiders zij'n tot dusver 't met zich zelf nog niet eens of er terstond zal worden begon nen met de scherpe, rumoerige obstructie, of dat men zich aanvankelijk zal bepalen tot de sluipende, verlammende obstructie van de „Dringlicbkeitsantrage" (voorstellen om de behandeling van willekeurige onder werpen dringend te verklaren, zoodat zij den voorrang krijgen boven de zaken om welker afdoening het eigenlijk te doen is). Het oorspronkelijk voornemen van de Cze chen was te beletten, dat het huis zich zou constitueerendaarvan is echter afgezien, omdat de wetten tot verklaring van het Duitsch als landstaal in de vier zuiver Duit- scbe kroonlanden nog niet door den Keizer bekrachtigd zijn. Men zal dus toelaten, dat het bureau van den rijksraad, bestaande uit den voorzitter en de zes onder-voorzitters, morgen gekozen wordt. Budapest, 20 Oct. Volgens bericht uit Weenen, heeft de souverein in dé vter- gadéring van den Kroonraad de ministers verzocht hunne meenibg te uitten over die oplossing dier crisis, waarbij hij dteed uit komen, dat liet wienschélijk zou zijn die coa litie te handitoaven. De ministers stelden met nadruk voorop, dat eene constitutioneelte oplossing slechts mogelijk is, door de opdracht tot vorming van een kabinet te geven aan dé meerder heid of aan de minderheid in bet parlement. AI schijnt handhaving van d!e coalitie on mogelijk, zoo verklaarden die ministers toch, diat zij niets onbeproefd zullen laten om baar in stand te houdten en dien souveriein verslag zullen doen vam dten uitslag hun ner pogingen. De monarch verklaarde daarop, diat hij van harte wensohte, dat <ïe crisis op consti tution neele wijze zou wordien opgelost-, hij verzocht die ministers zijn beslissing af te wachten en er op bedacht te zijm, diat dé reeds zoo moeielijke toesband niet nog ver ergerd wordte door onvoorziene omstandig heden. De kroonraad, waartoe het Hongaarsch© kabinet gister bijeengeroepen was, had, naar gemeld wordt, ten doel de middelen te overwegen, waardoor kon worden verkregen, dat het tegenwoordige kabinet verder aan het bewind zou blijven. De oplossing van de crisis wordt vooreerst nog niet verwacht. Intusschen wordt de bijeenroeping van den kroonraad aangemerkt als een bewijs, dat de Keizer, als het ©enigszins kan, het op treden van een ministerie buiten het parle ment wil vermijden. Dit wordt ook in het radicale gedeelte van de onafhankelijkheids partij gewaardeerd. De voorzitter van bet huis van afgevaardigden Justh, die vroeger van eene verdaging van bet buis tot aan de benoeming yan eene nieuwe regeering niets wilde weten, heeft nu zelf bet voorstel ge daan tot verdaging van de zittingen voor onbepaalden tijd. Rusland. Odessa, 20 Oct. Heden voormiddag om 10.30 kwam het keizerlijke jaölit Stan- darfc bier aan. Om 11 uur zette de Czaar de reis voort. Ondanks het geheim, d'at men wildé be waren over de reisroute van den Czaar en die plaats, waar zijné ontmoeting miöt dien Koning van Italië aal plaats hebben, word't nu aangenomen, dat het slot Racconigi La Piemont de plaats van samenkomst zal zijn. Volgens een bericht van de Politischte Kot- respondtenz uit Rome, zal' het bezoek cfirde dia- gen duren. De terugreis zal waarschijnlijk weer over land geschieden. De dien Czaar vijandige betoogingen van dé Italiaansche socialisten zullen binnen enge grenzen beperkt blijven, omdat zij bijna algemeene afkeuring vinden. Zélfs de afgevaardigde Bissolati, de leider van het centrale orgaan Avanti, erkent dé politieke voor doelen van eenle goede verstandhouding met Rusland en beveelt aan maat te houdten in dé manifestation, opdat aan die verstand houding geen afbdeu'k worde gedaan. Turkije. Uit Konstantinopel wordt bericht, dat Turkije en Frankrijk eene overeenkomst ge sloten hebben betreffende de bescherming van karavanen in de Sahara. Griekenland. Athene, 20 Oct. Prins George heeft zijn ontslag genomen als sohout-bij-nacht. De Kamer heeft de door de regeering voorgestelde wetsontwerpen aangenomen. Allerlei. vEen telegram uit Sassari, op Sardinië, meldt, dat prof. To ram e lie in hot midden van Barbagia op dat eiland een voorhisto rische stad, met straten, huizen en tempels en eeu muur er om been zou ontdekt héb ben. De professoren Orsi en Mackenzie, uit Edinburg, zijn te Sassari aangekomen, om een onderzoek in te stellen. Kopenhagen, 2 0 O c t. De hier ge vestigde universiteit heeft het door het nationale aaardrijkskundige genootschap te Washington tot haar gericht verzoek om haar het eerste onderzoek van de weten schappelijke bewijsstukken van Cook, voor

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1