115. Vrijdag 22 October 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. DE WISKOTTENS. 8,,e JaaryanK. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ie ABONNEMENTSPRIJS: Per S maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem franco per poat- 1.50. Afzonden Ire nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertenliönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur '8 morgens b$j de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10» Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents b\j vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tc4 het herhaald adverteeren in dit Blad, bjj abonnement. Eeir' circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvrua* toegezonden. Kennisgevingen. De Burgemeester van Amersfoort, Gezien artikel 41 der gemeentewet, Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer gemeente zal vergaderen' op Dins- lag. den 2d. October aanstaande, des namid- 3ags te I5 ure. Amersfoort^ tien 21. October 1909. De Burgemeester voornoemd, \VTIIJ TIERS. Politiek Overzicht. De val van het kabinet Maura. Sedert Maandag, toen de zitting van d'e 'Cortes geopend werd, is in den Senaat en in Ide Kamer gedebatteerd met groote harts- jtoclbtelijkheid. Veel nieuws heeft onen uit de telegrammen niet vernomen, behalve, dat daar in het parlement tooneelen zijn voor- gevallen, die men in heiland der hidalgo's, waar men zoozeer op uiterlijke vormen let, «niet voor mogelijk zou hebben gehouden. J Zooveel heeft men er echter wel uit kunnen zien, dat de oppositie, onder leiding van Moret, den gewezen liberalen minister-pre sident, met hare scherpste wapenen het kabinet-Maura heeft aangevallen, welks af treden zij Iheeft gevorderd om redenen van algemeen belang. De leden der regeering toonden in hunne antwoorden volstrekt geen lust ofti aan dien eisch gevolg te geven zij schenen zich van nieuwe wapenen in den strijd te willen voorzien. Daarvan getuigt de indiening door den minister van justitie van een nieuw wetsontwerp betreffende de straf rechtelijke vervolging van leden der volks vertegenwoordiging, waardoor de onschend baarheid van dezen aanmerkelijk werd inge krompen. Ten aanzien van den senator Sol y Ortega, een der leiders van de republikei nen, werd niet gewacht totdat deze wet zou zijn tot stand gekomen namens den kapitein- generaal van Barcelona werd toestemming gevraagd om hem te mogen vervolgen. In de vergadering van eergisteren ver klaarde de minister van binnenlandsche za ken Lacierva met allen nadruk: „Wij zul len aanblijven, want het tegendeel zou laf heid zijn", en de meerderheid applaudisseer de daarop luid. Maar gisterenmorgen ge waagde een telegram uit Madrid van een gerucht, dat aan dezen bewindsman het voornemen toeschreef om af te treden, en in den loop van den avond kwam het bericht, dat het gefheele kabinet-Maura zijn ontslag had gevraagd. De tegenstrijdigheid, die daar in ligt, is minder groot dan zij schijnt, wan neer men bedenkt, dat de cortes een alles behalve juist beeld geven van het land. Iedere regeering, die in Spanje de algemeen© verkiezingen leidt, heeft tot dusver nog al tijd eene gewillige meerderheid in de cortes weten te brengen. Maar indagen van crisis beeft men aan den steun van zulk eene meer derheid natuurlijk niets. Zoo wordt het niet zoo onverklaarbaar, dat eene regeering valt den dag nadat zij onder de toejuichingen van de haar toegedane meerderheid verklaar de, dat het lafheid zou zijn heen te gaan. De stemming in het land op den dag der opening van de zitting der cortes wordt in een brief uit Madrid aan de Vossische Ztg. aldus geschetst: „De atmosfeer is van onweer zwanger. Alles wankelt en kraakt. De tegenstrijdige meeningen dreigen onder de bedenkelijkste schokken tegen elkaar te kaatsen. De heilig ste goederen der natie, hare constitutioneel© rechten en vrijheden, zijn door de macht hebbenden onderdrukt; de oorlog in het Rif stelt aan het menschenmateriaal en de finan cieel© kracht van het land eiscben, welker omvang onafzienbaar is. Bovendien is ten gevolge van eene lichtzinnige reactionaire politiek het aanzien van Spanje voor de ge heel© beschaafde wereld ernstig in gevaar gebracht. Nog voor eenige maanden heerschte hier volkomen rust. De financieele toestand was uitmuntendhet oogenblik scheen gekomen om de saldo's van den dienst te besteden aan eene grondige hervorming van het open baar bestuur, den aanleg van wegen en kanalen enz., om Spanje eindelijk in een toestand te brengen, waarin het met de overige beschaafde landen gelijken tred kan houden. Nu is alles weer op losse schroeven ge steld. De binnenlandsche vrede is verwoest, zooals de toestand in Catalonië toont, en het financieele evenwicht niet onbelangrijk geschokt. Van eene ontlasting der belasting- betalenden, van het vormen van een bijzon der fonds voor de uitvoering van openbare werken op groote schaal kan natuurlijk nu geen sprake meer zijn. De minister van financiën heeft de cor tes verzocht een crediet tot een bedrag van 65 millioen peseta's voor den oorlog in het Rifgebied toe te staan, en nieuwe aanvra gen zullen volgen.' In Noord-Afrika moet Spanje permanent een legerkorps van 25,000 rnan onderhouden, als het de winsten van zijn veldtocht niet wil verliezen. Het kan zijn, dat de nieuwe uitgaven metterlijd ren te zullen afwerpen, maar eerst de toekom stige geslachten zullen de vruchten van het nu uitgestrooide zaad oogsten. In ieder ge val beging de regeering de ernstige fout, den oorlog te ondernemen zonder het land er op voor te bereiden en zonder de motie-, ven en het doel van den veldtocht op te geven. Zeker is de oorlog buitengewoon im populair, en de aanvankelijke protestbewe ging zou, zooals men weet, bijna de nood- lottigste gevolgen gehad hebben. De in Catalonië begonnen bloedige reactie opent ook weinig geruststellende vooruitzich ten. De geringste windstoot kan den onder de asch smeulenden gloed in lichte laaie weder doen ontvlammen. Ook in de zaak Ferrer was het optreden van de regeering laakbaar. Óf Ferrer schul dig of onschuldig was, kan hier blijven rus ten de tijd zal dit duistere punt ophelde ren. Tegen de regeering moet echter het zware verwijt worden gericht, dat zij ver smaadde het bewijs te leveren voor de schuld van Ferrer. Hij werd onder uitslui ting van de openbaarheid gevonnist en te rechtgesteld. Dit zal de verdenking laten bestaan, dat er een politieke moord is ge pleegd, en eene bedenkelijke gisting ver wekken. Hiervoor is de regeering verantwoordelijk, gelijk ook voor het stoffelijke en zedelijke nadeel, dat Spanje door den in het buiten land uitgebarsten storm van verontwaardi ging lijdt. De regeering behoorde, voordat zij verder ongeluk over het land brengt, terug te keeren in het ambteloo'ze leven en aan bekwamer handen de teugels van de macht over te laten". Deze wensch is spoedig is vervulling ge gaan. Drie dagen nadat de cortes bijeen waren gekomen, heeft Maura zich genoopt gezien zijn mandaat in handen van den Ko ning neer te leggen. De reis van den Czaar. Posen, 21 Oct. De Czaar is heden avond met een bij zonderen trein hier aan gekomen en doorgereisd naar Frankfort a/d. Maiu. Do Czaar van Rusland reist, volgens d© Tribuna, van Alexandrowo over Posen, Frankfort a/M„ Lyon en Modane. Daar hij incognito reist, zal hem noch door Duit- sche, noch door Fransohe autoriteiten eene ontvangst bereid worden. De Keizer komt den 23en October in Bardonnecchia aan, waar de Russische gezant te Rome, vorst, Dolgoroeki, en de.voor den ©eredienst ge commandeerde officieren hem opwachten. Van Bardonneechla zal de trein direct ver der gaan naar Racconigi, waar hij in den namiddag aankomt. Aan het station zullen de Koning, minister-president Giolitti en de minister van buitenlandsche zaken Tit- toni den Keizer ontvangen. Den 24en Oc tober heeft eene jacht plaats, waarop eene receptie volgt in 'het slot; dien dag is ook heit feestmaal, waaraan behalve de leden van de koninklijke familie de hooge auto- ïiteiten deelnemen. Den 25en zal er weer gejaagd worden of een uitstapje per auto mobiel in don omtrek gehouden worden Plet vertrek van den Gzaar is op den avond van den 25en October bepaald. De Tribuna schrijft: Verscheidene bladen berichten, dat 1 et Fransche eskader tijdens het verblijf van den Keizer van Rusland naar Italië zal. komen. Dit bericht is onge grond, en daarmee vervallen alle daaraan vastgeknoopte commentaren. Het Fransche eskader, welks aankomst in Napels reeds lang is aangekondigd, zal eerst na het ver trek van den Keizer van Rusland daar aan komen. Als datum van aankomst van het Fran sche eskader wordt in een telegram uit Rome genoemd de 26e October. Dultschland. Uit Berlijn wordt bericht, dat de rijks kanselier von Bethmann-Hollweg plan heeft in het begin van November de leiders van de burgerlijke partijen in den rijksdag uit te noodigen tot conferentiën over den poli- tieken toestand en het werkprogramma van den rijksdag. Men neemt aan, dat over de bijeenroeping van den rijksdag eerst na deze conferentiën eene beslissing zal worden genomen. Frankrijk. P a v ij s 2 1 Oct. Minister-president Briand had hedenavond een langdurig on derhoud met de heeren Dubief, Berteaux en Camille Pelletan, gedelegeerden van de radi caal-socialistische groep. Het onderhoud liep over den politieken toestand en de verschillende zaken, die in de Kamer aan de orde zijn. Uit de gedachtenwisseling bleek, dat er op alle punten volkomen overeenstemming heerscht tusschen den minister-president en de vertegenwoordigers van de radicaal-socia listische groep. Engeland. Lo n.d en, 2 2 0 c t. De minister van buiten Lands che zaken Sir Edward Grey zed- die in eene redle te Sheffield over die buiitein- landschie politiek, dat die vooruitzie lube n be paald gunstig waren. Het feit, dat de mo gendheden verlleden jaar de BalkainomLustie-n hebben doorgestaan en daarbij den vnede hebben gehandhaafd, was een. goed voortee ken, dat hetzelfde zou geschieden, bij toe komstige onlusten. Hetzelfde kan. van Perzië gezegd woridiem. Wan meer die gebeurtenissen van het laatste jaar eenige jaren geledien waren voorgeko men, toen Rusland en Groot-Brittaruiië el kaar gadesloegen met wantrouwen en ver denking, dan zou hij niet zeggen dat ei* een oorlog z:«u zijn, maar er zou zieker groote ongerustheid zijn in de opienbane meien,ing van de bieiidle Landen. Nu zijn wij door diio onlusten h'eengekomen, zonder dait de pers of het publiek van een der beide landen vrees boondie, dat de Engelsch-Russische be trekkingen zoudlen worden verstoord. In die derde plaats was er Marokko met veieil onrust en verwarring. Toch was de ongerustheid over 't geen daar gebeurt en d'e mogelijke uitwerking er van op de Euro- peescne mogendheden zeer verminderd, zoo niet geheel verdwenen. Sommige meenden, dat de minister van buitenlandsche zaken een soort dollende rid der moest zijn, een impulsief peirsoon met eene nl&igiing om te twisten en naar avo-ntu- neto te zoeken en dikwijls zich bemoeiend aan d;e verkleerdle zijde. Maar de eerste plicht van dezen minister iis voor de belan gen van het eigen Land in den vreemde op tc koimen en te trachten de belangen van die andere landen te begrijpen en de weder zijdse he b'etrekkingen zoo te leidien, dat als de belangen met elkaar strijden, zij kunnen worden vertefperud zonder dat de vredie wordt verbroken. In dilt opzicht helbben de depar tementen van buitenlandsche zaken 111 Euro pa in die laatste jarten bun pliclüt met suc ces vervuld. Een nieuwe- eisch wordt nu gesteld na melijk dat d'e departementen van buiten landse be zaken hunne betrekking en zullen regeUen niiet alléén door huninie eigen belan gen en den wensch naar behoud van den vredie, maar ook door mieeni'ngen omtrent elkanders binnlenlandsche aangeliegienllileidlen Dat iis "een onmogelijke taak. Wanneer dé minisüer van buoitlenlandschie zaken begon, toe te gevieni aan zulke vragen om zich te bemoeien met het binnbnlandsch bestuur van andere staten, d>an zoudlen er wederkeerige beschuldigingen tusschen die Land'en volgen, steunton die op partijdige, onvolledige eu on juiste inlichtingen. Hij stielmdle toe, diat de openbar.© meening i'n/vloed had op die be trekkingen der mogendheden, maar diiie in vloed werd eerder tegengegaan dan gesteund door het verlangen, dait de regeering zich zal bemoeien, behalve wanheer er verdrag- vtorplicbbingen zijn, zooals het geval is in Macedonië en Congo. Wanneer iemand mocht dtonlken, dat de Engedschie regeering te kort schoot in sym pathie of on/ver&chillïg was voor de belJan- gen der menscblievendheid, dan beriep hij zich op wat opvolgende Engélsche rtegee- ringen, in vereemigiing met ander© mogend heden maar tot voor korten tijd alleen had gedaan met betrekking tot Congo Na de belangstelling te hebben begroet, die in den laatstjem tijd door die Vereeniigdle Statiën voor Congo is getoomd, ztotiidle hij, dat Engeland tot dusver die inlijving van Congo door Beflgië xuog niet heeft erkend. Het kan dit niet doen voordat twee vragen bevredigend zijn beantwoord: Vooreerst was de meerderheid van het volk nog ver- pLicht tot gedwongen arbeid onder het mas ker van belastingin de tweiade plaats was het land nog voor dien haradel gesloten. Do minister voegde daaraan nog toe, dat de te genwoordige toestand in Congo niet voor ombepaalden tijd kan worden vtodfengd; als dat zoo was, dan zoudlen daaruit omge- weuischit© verwikkelingen moeten voortko men. Denemarken. De Koning heeft het verzoek om ontslag van den minister van landsverdediging Christensen aangenomen. De minister-pre sident graaf Holstein is met de tijdelijke leiding van de landsverdediging belast. De Aalborg Tidende, een met Christensen. bevriend blad, bericht, dat hij bij het aan vaarden van de portefeuille zich het recht had voorbehouden af te treden, zoodra de zaak van de landsverdediging haar beslag zou hebben gekregen; nu achtte hij het oogenblik gekomen om met een gerust ge weten te kunnen heengaan. Zoo geheel vrij willig, als dit orgaan 't voorstelt, is intus- schen het heengaan van Christensen niet ge weest. Hij treedt min of meer af tengevolge van den krachtigen aandrang der openbare meening. die zijn aftreden verlangde en de zen eisch niet alleen met kracht uitdrukte in openbare vergaderingen, maar hem ook onmiddellijk voor het oor van den Koning wist te brengen. Den 4en October ontving de Koning twee deputatiën, waarvan <le eene een door 76,000 inwoners van Kopenhagen, de tweede een door 65,000 inwoners van het overage land onderteekend adres indienden. In het adres van de boeren wordt gezegd „Wij verzoeken U. M. overtuigd te zijn, dat wij slech's uit diepe vaderlandsliefde en als trouwe onderdanen van onzen Koning hulp inroepen, opdat door het rijksgerechtshof het bewijs worde geleverd, dat de openbare meening in Denemarken het daglicht kan verdragen." Het adres van de inwoners zet nog duidelijker de puntjes op de i'shet verzoekt den Koning en het Folkething een hooggerechtshof in te stellen om te onder zoekeu de ambtsverhouding tusschen den te gen woord igen minister van landsverdedi ging en Alberti (zijn gewezen ambtgenoot, die nu het oogenblik afwacht waarop hij voor den rechter zal verschijnen). Dit zal wel niet zonder invloed geweest zijn op Ohris- tensen's besluit om het ministerambt* neer te leggen. Kopenhagen, 21 Oct. In de heden gehouden zitting van het Folkething lcwaim een voorstel in zoowel van de radicalen als van de sociaal-democraten tot het uitbren gen van een votum van wantrouwen over het ministerie-Holstein. De woordvoerders der regeeringspartijen verklaarden zich tegen deze voorstellen. De minister-president betoogde, dat er geen grond was voor de tegen hem gerichte aanvallen en dat zijne houding volkomen correct was geweest. Nu hij zijne taak om de nieuwe wetten op de landsverdediging te doen aannemen had volbracht, was het hem onverschillig welk besluit de Kamer nam, maar hij wilde er de aandacht op vestigen, dat het geheele ministerie in deze zaak met hem solidair is. Spanje. Mad rid 21 Oct. Het kabinet heeft 7" ontslag ingediend. II a d r id, 21 Oct. Bij de aanbieding van het ontslag van het ministerie verklaar de de minister-president, dat deze beslissing was uitgelokt door de verklaring der liberalen en democraten, dat. zij alle 'betrekkingen met de regeering verbreken en weigelden deel te nemen aan de behandeling van de m 36 DOOK RUDOLF HERZOG. „Laat die dwaasheden er buiten. Dat zijn slechts aardigheden', snippers voor de pa piermand1. Mijn tijd is nog niet gekomen, en ik wacht hem af." „Maar waar wacht je dan nog op? Als i'k dat kon1" ,,'Op bet jongste gericht. Mij is het nog niet slecht genoeg in heb leven gegaan, of niet genoeg. De triomfkreet des. doods of des levens heeft nog nieb weerklonken." Ewaldi Wiskotten dronk in één teug zijn glas leeg. „Neen", zeidei hij, „nieb Wachten. We moeten ten tooneele vei'schijnen en aan wezig zijn." „Ik dank je wel voor wondtorkinderen Als ze op een d'ag hun matrozenpakje uit trekken, zijn ze meestal ook in de lange 'broek de domme jongen© gebleven. Daaruit worden dan de mopperaars gerecruteerd. „Maar deze lange leertijd beneemt je alle kracht." „Dengenen, die geen kracht hebben. Eene overgangsperiode m'n jongen, een over gangsperiode des lévens 1 Als jij koopman geworden, waart, zat je nu voor het copieer- boek en hadt ook drie jaar lang heb land. Nee, ik zie de zaken tegenwoordig anders in. De uiiwendige vaardigheid 'kan. je mee ter wereld brengen waartoe die goed' is, dat leert je pas het gerijpte verstand. Heb mijne 'heeft zich nog niet duidelijk genoeg uitgedrukt. De pauze vul ik met prutswerk aan. Later komt d'e dikke streep." „Er zij 111 mensc'heni bij wie heb verstand vroeger komt", hield1 de jongere vol. „Of de arrogantie. Die kost d'e beste jaren der jeugd." „Dat is luilakkentheorie 1" „Ik zou er me zelf om: kunnen benijden", lachte KöLsch zijn glas opheffend. „Zul'k een wijn bijvoorbeeld heieft mijn ouwe in zijn jeugd niet gedronken. Jouw ouwe ook niet- En wie weet of we hem naderhand weer te drinken krijgen. Dus: gebruik uwe jeugd, ze keert niet weer. Op je gezondheid, werk ezel." „We hebben nu een compositie-arbeid op gekregen. De eerste dagen blijf ik thuis. Dan gaat het er op los „Dat martelt zijne arme hersentjes af! Ideeën moeten komen; als lentevogels. Tus schen de bankschroef laten die zich niet fa- briceeren." „Kom je Zaterdagavond! een© naar mijn werk kijken?" „Als het je eene geruststelling is? Voon de eerstelingszonden is anders de papier mand er." „Wat ik je bidden mag, Ernst 1" Hij werd hartstochtelijker. De Wiskottensc'he schep pingsdrang deed zich in hem gelden-, eni de champagne opende de phantasie de deur. „Ik s'el me voor luister nu eens Maar de oudere weerde af. „Vertel dat je teekenplank. Die heeft er het meeste rechb op. Ik kom. nog vroeg genoeg aan de beurt." „Heb inaar niet zooveel praats. Zaterdag avond zal je wel anders praten „Daarvoor zal God wel zorgen. Willen we nog een glas nemen?" „Neen, laa't maar. Ik ben nu juist in de stemming. Die moet ben'ut worden. Adieu, Ernst, hartelijk dank." „Zeg, EwaldWaar leef je eigenlijk van? Wees nu eens verstandig. Anna is gisteren met een ©chip met geld ge arriveerd1, en ik ben zoo bang voor dieven. Kijk eens, hier is zoo'n mooie honderdmar ker." „Heeft Anna je dat opgedragen?" „Ben je nou niet) wijs? Anna? Hoe kom je op Anna?" ,,Ik ik het was eene domheid en en zegt. het haar niet. Gebrui ken gebruiken kan ik heb wel. Zinters word't lastig. Nou, Ernst, wel bedankt Hij nam kort afscheid en verliet opgewon den het wijnhuis. In een sigarenwinkel kocht hij tabak en wisselde het bankbiljet van honderd mark. De goudstukken hield hij in de hand totdat 'ze warm geworden wa ren1. De oude Zinters hield ter gedachtenis aan zijn veeljarige loopbaan als zelfstandige Rijnschippcr op Holland, in die Volkerstraat eene kleine her-berg, waar hij Hollandsche jenever tapte. Zijne klanten waren tegelij kertijd zijne leveranciers. Hetgeen de schip pers van sleephooten over de rivier grens smokkelden, laadden ze in het groot hij den ouden Zinters af en dronken het in het klein weer bij den ouden Zinlters op. De berookte gelagkamer rook bestendig naar teer. De weinige gasten waren in hun hemds mouwen evenals de waard, diroegen evenals deze de schippersmuts in den nek en de lange Hollandsche aarden pijp in het oen of ander gat tusschen hunne tanden. Deze gewoonte bevorderde een gemoedelijk gesprek, want ze 1 verhinderde twist en toespraken. Voordat men de breekbare pijp van hare rust be roofde, liet men; liever God's water over j God's land loopen. Daar wist de oude partij' van te trekken.. Toen Ewald Wiskotten binnentrad, was de gelagkamer leeg. Hij moest haar door, om door de achterdeur de trap te bereiken, die naar zij.i atelier-dakkamertje leidde. Nu kwam er toch beweging achter het buffet. Zijne schreden hadden den waard gewekt, die met het hoofd op de toonbank had lig gen slapen. „Zoo iets maakt een kabaal alsof de fijnste klant 'binnen kwam", bromde hij kre gelig, toen bij zijn huurder herkende. „Mijnheer Zinters, ik heb schulden bij u „Enne? Aan zoo iets .denkt u ook. Ik dénk er voortdurend' aan." „Hier zijr vijf en zeventig mark, mijn lieer Zinters. Ik kan wel niet zoo regelma tig betalen als 'het. wel behoort. Maar be1- taald wor.lt er als u wilt met rente. Slechts moet u mij met rust laten." De oude streek met d© 'hand door zijn grijzen baard en lonkte naar het geld1. Toen schoof hij het met holle hand' in de ladé. „Ja, als u op die manier tob mij spreekt jongeheer ik stond anders al klaar om u de buur op te zeggen." Ewald Wiskotten streek door zijn lang haar. De huur opzeggen? En terwijl hij den schrik over dat woord trachtte te bestrijden, viel hem plotseling in wat Ernst Kolsch hem eenige uren geleden toegeroepen en wat hij eenige uren geleden pas ver van zich af- geslingerd had. Zonder dat hij het wilde, vormde het zich op zijne lippen tot woor den. „De huur opzeggen? De naam Wiskotten is toch even goed als baar geld." „Zeker, jonge heer. Als er baar geld' ach ter steekt „Wij werken met drie honderd man +huis I" „VerdorieDe sluwe uitdrukking op Het gezicht van den oude verdween en maakle voor verbaasde hoogachting plaats. „Wat zegt u? Drie Hij tastte met de hand naar de flesschen-batterij,,Ik ge loof, dat een jenevertje u wel smaken zou." Ewald Wiskotten dronk 'het glaasje leeg. E11 eensklaps gevoelde hij eene brandende schaamte. Hard zette hij het glas op de toonbank en opende de achterdeur. „Adieu". „De kwitantie: zal ik dadelijk door Gret- cheu boven; laten brengen", riep Zinters hem na. „Atjuus, mijnheer Wiskotten Op zijn: zolderkamertje gekomen, ergerde hij zich razend. Hij had zichzelf vergeten, hij had met vreemd© veer en gepronkt. En tegelijkertijd leefde -die trots in hem op, dé trots op den familienaam, die respect af dwong. Dit bedwong zijn toorn en wékte hem weer op. Doch' ten laatste bleef er toch ©ene overwinnaarsstemming in hem. Hij wierp zijn© jas nit. Het werd heim te warm. De sect deed ook nog hare nawerking gevoe len. Nu1 wilde hij werken. •Daar werd aan zijn kamerdeur geklopt. „Binnen!" Gretchen Zinters kwam de kwitantie bren gen. „Dank u wel. Wilt u soms nog iets?" „Oh wat 'n idee!" Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1