115.
Vrijdag 22 October 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE WISKOTTENS.
8,,e JaaryanK.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ie
ABONNEMENTSPRIJS:
Per S maanden voor Amersfoortf 1.00.
Idem franco per poat- 1.50.
Afzonden Ire nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertenliönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
'8 morgens b$j de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10»
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents b\j vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tc4
het herhaald adverteeren in dit Blad, bjj abonnement. Eeir'
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvrua*
toegezonden.
Kennisgevingen.
De Burgemeester van Amersfoort,
Gezien artikel 41 der gemeentewet,
Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de
Raad dezer gemeente zal vergaderen' op Dins-
lag. den 2d. October aanstaande, des namid-
3ags te I5 ure.
Amersfoort^ tien 21. October 1909.
De Burgemeester voornoemd,
\VTIIJ TIERS.
Politiek Overzicht.
De val van het kabinet Maura.
Sedert Maandag, toen de zitting van d'e
'Cortes geopend werd, is in den Senaat en in
Ide Kamer gedebatteerd met groote harts-
jtoclbtelijkheid. Veel nieuws heeft onen uit de
telegrammen niet vernomen, behalve, dat
daar in het parlement tooneelen zijn voor-
gevallen, die men in heiland der hidalgo's,
waar men zoozeer op uiterlijke vormen let,
«niet voor mogelijk zou hebben gehouden.
J Zooveel heeft men er echter wel uit kunnen
zien, dat de oppositie, onder leiding van
Moret, den gewezen liberalen minister-pre
sident, met hare scherpste wapenen het
kabinet-Maura heeft aangevallen, welks af
treden zij Iheeft gevorderd om redenen van
algemeen belang. De leden der regeering
toonden in hunne antwoorden volstrekt geen
lust ofti aan dien eisch gevolg te geven zij
schenen zich van nieuwe wapenen in den
strijd te willen voorzien. Daarvan getuigt de
indiening door den minister van justitie van
een nieuw wetsontwerp betreffende de straf
rechtelijke vervolging van leden der volks
vertegenwoordiging, waardoor de onschend
baarheid van dezen aanmerkelijk werd inge
krompen. Ten aanzien van den senator Sol y
Ortega, een der leiders van de republikei
nen, werd niet gewacht totdat deze wet zou
zijn tot stand gekomen namens den kapitein-
generaal van Barcelona werd toestemming
gevraagd om hem te mogen vervolgen.
In de vergadering van eergisteren ver
klaarde de minister van binnenlandsche za
ken Lacierva met allen nadruk: „Wij zul
len aanblijven, want het tegendeel zou laf
heid zijn", en de meerderheid applaudisseer
de daarop luid. Maar gisterenmorgen ge
waagde een telegram uit Madrid van een
gerucht, dat aan dezen bewindsman het
voornemen toeschreef om af te treden, en in
den loop van den avond kwam het bericht,
dat het gefheele kabinet-Maura zijn ontslag
had gevraagd. De tegenstrijdigheid, die daar
in ligt, is minder groot dan zij schijnt, wan
neer men bedenkt, dat de cortes een alles
behalve juist beeld geven van het land.
Iedere regeering, die in Spanje de algemeen©
verkiezingen leidt, heeft tot dusver nog al
tijd eene gewillige meerderheid in de cortes
weten te brengen. Maar indagen van crisis
beeft men aan den steun van zulk eene meer
derheid natuurlijk niets. Zoo wordt het niet
zoo onverklaarbaar, dat eene regeering valt
den dag nadat zij onder de toejuichingen
van de haar toegedane meerderheid verklaar
de, dat het lafheid zou zijn heen te gaan.
De stemming in het land op den dag der
opening van de zitting der cortes wordt in
een brief uit Madrid aan de Vossische Ztg.
aldus geschetst:
„De atmosfeer is van onweer zwanger.
Alles wankelt en kraakt. De tegenstrijdige
meeningen dreigen onder de bedenkelijkste
schokken tegen elkaar te kaatsen. De heilig
ste goederen der natie, hare constitutioneel©
rechten en vrijheden, zijn door de macht
hebbenden onderdrukt; de oorlog in het Rif
stelt aan het menschenmateriaal en de finan
cieel© kracht van het land eiscben, welker
omvang onafzienbaar is. Bovendien is ten
gevolge van eene lichtzinnige reactionaire
politiek het aanzien van Spanje voor de ge
heel© beschaafde wereld ernstig in gevaar
gebracht.
Nog voor eenige maanden heerschte hier
volkomen rust. De financieele toestand was
uitmuntendhet oogenblik scheen gekomen
om de saldo's van den dienst te besteden
aan eene grondige hervorming van het open
baar bestuur, den aanleg van wegen en
kanalen enz., om Spanje eindelijk in een
toestand te brengen, waarin het met de
overige beschaafde landen gelijken tred kan
houden.
Nu is alles weer op losse schroeven ge
steld. De binnenlandsche vrede is verwoest,
zooals de toestand in Catalonië toont, en
het financieele evenwicht niet onbelangrijk
geschokt. Van eene ontlasting der belasting-
betalenden, van het vormen van een bijzon
der fonds voor de uitvoering van openbare
werken op groote schaal kan natuurlijk nu
geen sprake meer zijn.
De minister van financiën heeft de cor
tes verzocht een crediet tot een bedrag van
65 millioen peseta's voor den oorlog in het
Rifgebied toe te staan, en nieuwe aanvra
gen zullen volgen.' In Noord-Afrika moet
Spanje permanent een legerkorps van 25,000
rnan onderhouden, als het de winsten van
zijn veldtocht niet wil verliezen. Het kan
zijn, dat de nieuwe uitgaven metterlijd ren
te zullen afwerpen, maar eerst de toekom
stige geslachten zullen de vruchten van het
nu uitgestrooide zaad oogsten. In ieder ge
val beging de regeering de ernstige fout,
den oorlog te ondernemen zonder het land
er op voor te bereiden en zonder de motie-,
ven en het doel van den veldtocht op te
geven. Zeker is de oorlog buitengewoon im
populair, en de aanvankelijke protestbewe
ging zou, zooals men weet, bijna de nood-
lottigste gevolgen gehad hebben.
De in Catalonië begonnen bloedige reactie
opent ook weinig geruststellende vooruitzich
ten. De geringste windstoot kan den onder
de asch smeulenden gloed in lichte laaie
weder doen ontvlammen.
Ook in de zaak Ferrer was het optreden
van de regeering laakbaar. Óf Ferrer schul
dig of onschuldig was, kan hier blijven rus
ten de tijd zal dit duistere punt ophelde
ren. Tegen de regeering moet echter het
zware verwijt worden gericht, dat zij ver
smaadde het bewijs te leveren voor de
schuld van Ferrer. Hij werd onder uitslui
ting van de openbaarheid gevonnist en te
rechtgesteld. Dit zal de verdenking laten
bestaan, dat er een politieke moord is ge
pleegd, en eene bedenkelijke gisting ver
wekken.
Hiervoor is de regeering verantwoordelijk,
gelijk ook voor het stoffelijke en zedelijke
nadeel, dat Spanje door den in het buiten
land uitgebarsten storm van verontwaardi
ging lijdt. De regeering behoorde, voordat
zij verder ongeluk over het land brengt,
terug te keeren in het ambteloo'ze leven en
aan bekwamer handen de teugels van de
macht over te laten".
Deze wensch is spoedig is vervulling ge
gaan. Drie dagen nadat de cortes bijeen
waren gekomen, heeft Maura zich genoopt
gezien zijn mandaat in handen van den Ko
ning neer te leggen.
De reis van den Czaar.
Posen, 21 Oct. De Czaar is heden
avond met een bij zonderen trein hier aan
gekomen en doorgereisd naar Frankfort a/d.
Maiu.
Do Czaar van Rusland reist, volgens d©
Tribuna, van Alexandrowo over Posen,
Frankfort a/M„ Lyon en Modane. Daar
hij incognito reist, zal hem noch door Duit-
sche, noch door Fransohe autoriteiten eene
ontvangst bereid worden. De Keizer komt
den 23en October in Bardonnecchia aan,
waar de Russische gezant te Rome, vorst,
Dolgoroeki, en de.voor den ©eredienst ge
commandeerde officieren hem opwachten.
Van Bardonneechla zal de trein direct ver
der gaan naar Racconigi, waar hij in den
namiddag aankomt. Aan het station zullen
de Koning, minister-president Giolitti en
de minister van buitenlandsche zaken Tit-
toni den Keizer ontvangen. Den 24en Oc
tober heeft eene jacht plaats, waarop eene
receptie volgt in 'het slot; dien dag is ook
heit feestmaal, waaraan behalve de leden
van de koninklijke familie de hooge auto-
ïiteiten deelnemen. Den 25en zal er weer
gejaagd worden of een uitstapje per auto
mobiel in don omtrek gehouden worden
Plet vertrek van den Gzaar is op den avond
van den 25en October bepaald.
De Tribuna schrijft: Verscheidene bladen
berichten, dat 1 et Fransche eskader tijdens
het verblijf van den Keizer van Rusland
naar Italië zal. komen. Dit bericht is onge
grond, en daarmee vervallen alle daaraan
vastgeknoopte commentaren. Het Fransche
eskader, welks aankomst in Napels reeds
lang is aangekondigd, zal eerst na het ver
trek van den Keizer van Rusland daar aan
komen.
Als datum van aankomst van het Fran
sche eskader wordt in een telegram uit
Rome genoemd de 26e October.
Dultschland.
Uit Berlijn wordt bericht, dat de rijks
kanselier von Bethmann-Hollweg plan heeft
in het begin van November de leiders van
de burgerlijke partijen in den rijksdag uit
te noodigen tot conferentiën over den poli-
tieken toestand en het werkprogramma van
den rijksdag. Men neemt aan, dat over de
bijeenroeping van den rijksdag eerst na
deze conferentiën eene beslissing zal worden
genomen.
Frankrijk.
P a v ij s 2 1 Oct. Minister-president
Briand had hedenavond een langdurig on
derhoud met de heeren Dubief, Berteaux en
Camille Pelletan, gedelegeerden van de radi
caal-socialistische groep.
Het onderhoud liep over den politieken
toestand en de verschillende zaken, die in
de Kamer aan de orde zijn.
Uit de gedachtenwisseling bleek, dat er
op alle punten volkomen overeenstemming
heerscht tusschen den minister-president en
de vertegenwoordigers van de radicaal-socia
listische groep.
Engeland.
Lo n.d en, 2 2 0 c t. De minister van
buiten Lands che zaken Sir Edward Grey zed-
die in eene redle te Sheffield over die buiitein-
landschie politiek, dat die vooruitzie lube n be
paald gunstig waren. Het feit, dat de mo
gendheden verlleden jaar de BalkainomLustie-n
hebben doorgestaan en daarbij den vnede
hebben gehandhaafd, was een. goed voortee
ken, dat hetzelfde zou geschieden, bij toe
komstige onlusten.
Hetzelfde kan. van Perzië gezegd woridiem.
Wan meer die gebeurtenissen van het laatste
jaar eenige jaren geledien waren voorgeko
men, toen Rusland en Groot-Brittaruiië el
kaar gadesloegen met wantrouwen en ver
denking, dan zou hij niet zeggen dat ei* een
oorlog z:«u zijn, maar er zou zieker groote
ongerustheid zijn in de opienbane meien,ing
van de bieiidle Landen. Nu zijn wij door diio
onlusten h'eengekomen, zonder dait de pers
of het publiek van een der beide landen
vrees boondie, dat de Engelsch-Russische be
trekkingen zoudlen worden verstoord.
In die derde plaats was er Marokko met
veieil onrust en verwarring. Toch was de
ongerustheid over 't geen daar gebeurt en
d'e mogelijke uitwerking er van op de Euro-
peescne mogendheden zeer verminderd, zoo
niet geheel verdwenen.
Sommige meenden, dat de minister van
buitenlandsche zaken een soort dollende rid
der moest zijn, een impulsief peirsoon met
eene nl&igiing om te twisten en naar avo-ntu-
neto te zoeken en dikwijls zich bemoeiend
aan d;e verkleerdle zijde. Maar de eerste
plicht van dezen minister iis voor de belan
gen van het eigen Land in den vreemde op
tc koimen en te trachten de belangen van
die andere landen te begrijpen en de weder
zijdse he b'etrekkingen zoo te leidien, dat als
de belangen met elkaar strijden, zij kunnen
worden vertefperud zonder dat de vredie wordt
verbroken. In dilt opzicht helbben de depar
tementen van buitenlandsche zaken 111 Euro
pa in die laatste jarten bun pliclüt met suc
ces vervuld.
Een nieuwe- eisch wordt nu gesteld na
melijk dat d'e departementen van buiten
landse be zaken hunne betrekking en zullen
regeUen niiet alléén door huninie eigen belan
gen en den wensch naar behoud van den
vredie, maar ook door mieeni'ngen omtrent
elkanders binnlenlandsche aangeliegienllileidlen
Dat iis "een onmogelijke taak. Wanneer dé
minisüer van buoitlenlandschie zaken begon,
toe te gevieni aan zulke vragen om zich te
bemoeien met het binnbnlandsch bestuur van
andere staten, d>an zoudlen er wederkeerige
beschuldigingen tusschen die Land'en volgen,
steunton die op partijdige, onvolledige eu on
juiste inlichtingen. Hij stielmdle toe, diat de
openbar.© meening i'n/vloed had op die be
trekkingen der mogendheden, maar diiie in
vloed werd eerder tegengegaan dan gesteund
door het verlangen, dait de regeering zich
zal bemoeien, behalve wanheer er verdrag-
vtorplicbbingen zijn, zooals het geval is in
Macedonië en Congo.
Wanneer iemand mocht dtonlken, dat de
Engedschie regeering te kort schoot in sym
pathie of on/ver&chillïg was voor de belJan-
gen der menscblievendheid, dan beriep hij
zich op wat opvolgende Engélsche rtegee-
ringen, in vereemigiing met ander© mogend
heden maar tot voor korten tijd alleen had
gedaan met betrekking tot Congo
Na de belangstelling te hebben begroet,
die in den laatstjem tijd door die Vereeniigdle
Statiën voor Congo is getoomd, ztotiidle hij,
dat Engeland tot dusver die inlijving van
Congo door Beflgië xuog niet heeft erkend.
Het kan dit niet doen voordat twee vragen
bevredigend zijn beantwoord: Vooreerst
was de meerderheid van het volk nog ver-
pLicht tot gedwongen arbeid onder het mas
ker van belastingin de tweiade plaats was
het land nog voor dien haradel gesloten. Do
minister voegde daaraan nog toe, dat de te
genwoordige toestand in Congo niet voor
ombepaalden tijd kan worden vtodfengd; als
dat zoo was, dan zoudlen daaruit omge-
weuischit© verwikkelingen moeten voortko
men.
Denemarken.
De Koning heeft het verzoek om ontslag
van den minister van landsverdediging
Christensen aangenomen. De minister-pre
sident graaf Holstein is met de tijdelijke
leiding van de landsverdediging belast.
De Aalborg Tidende, een met Christensen.
bevriend blad, bericht, dat hij bij het aan
vaarden van de portefeuille zich het recht
had voorbehouden af te treden, zoodra de
zaak van de landsverdediging haar beslag
zou hebben gekregen; nu achtte hij het
oogenblik gekomen om met een gerust ge
weten te kunnen heengaan. Zoo geheel vrij
willig, als dit orgaan 't voorstelt, is intus-
schen het heengaan van Christensen niet ge
weest. Hij treedt min of meer af tengevolge
van den krachtigen aandrang der openbare
meening. die zijn aftreden verlangde en de
zen eisch niet alleen met kracht uitdrukte
in openbare vergaderingen, maar hem ook
onmiddellijk voor het oor van den Koning
wist te brengen. Den 4en October ontving
de Koning twee deputatiën, waarvan <le eene
een door 76,000 inwoners van Kopenhagen,
de tweede een door 65,000 inwoners van het
overage land onderteekend adres indienden.
In het adres van de boeren wordt gezegd
„Wij verzoeken U. M. overtuigd te zijn, dat
wij slech's uit diepe vaderlandsliefde en als
trouwe onderdanen van onzen Koning hulp
inroepen, opdat door het rijksgerechtshof
het bewijs worde geleverd, dat de openbare
meening in Denemarken het daglicht kan
verdragen." Het adres van de inwoners zet
nog duidelijker de puntjes op de i'shet
verzoekt den Koning en het Folkething een
hooggerechtshof in te stellen om te onder
zoekeu de ambtsverhouding tusschen den te
gen woord igen minister van landsverdedi
ging en Alberti (zijn gewezen ambtgenoot,
die nu het oogenblik afwacht waarop hij
voor den rechter zal verschijnen). Dit zal
wel niet zonder invloed geweest zijn op Ohris-
tensen's besluit om het ministerambt* neer
te leggen.
Kopenhagen, 21 Oct. In de heden
gehouden zitting van het Folkething lcwaim
een voorstel in zoowel van de radicalen als
van de sociaal-democraten tot het uitbren
gen van een votum van wantrouwen over
het ministerie-Holstein.
De woordvoerders der regeeringspartijen
verklaarden zich tegen deze voorstellen.
De minister-president betoogde, dat er
geen grond was voor de tegen hem gerichte
aanvallen en dat zijne houding volkomen
correct was geweest.
Nu hij zijne taak om de nieuwe wetten op
de landsverdediging te doen aannemen had
volbracht, was het hem onverschillig welk
besluit de Kamer nam, maar hij wilde er
de aandacht op vestigen, dat het geheele
ministerie in deze zaak met hem solidair is.
Spanje.
Mad rid 21 Oct. Het kabinet heeft
7" ontslag ingediend.
II a d r id, 21 Oct. Bij de aanbieding
van het ontslag van het ministerie verklaar
de de minister-president, dat deze beslissing
was uitgelokt door de verklaring der liberalen
en democraten, dat. zij alle 'betrekkingen
met de regeering verbreken en weigelden
deel te nemen aan de behandeling van de
m
36 DOOK
RUDOLF HERZOG.
„Laat die dwaasheden er buiten. Dat zijn
slechts aardigheden', snippers voor de pa
piermand1. Mijn tijd is nog niet gekomen, en
ik wacht hem af."
„Maar waar wacht je dan nog op? Als
i'k dat kon1"
,,'Op bet jongste gericht. Mij is het nog
niet slecht genoeg in heb leven gegaan, of
niet genoeg. De triomfkreet des. doods of
des levens heeft nog nieb weerklonken."
Ewaldi Wiskotten dronk in één teug zijn
glas leeg. „Neen", zeidei hij, „nieb Wachten.
We moeten ten tooneele vei'schijnen en aan
wezig zijn."
„Ik dank je wel voor wondtorkinderen
Als ze op een d'ag hun matrozenpakje uit
trekken, zijn ze meestal ook in de lange
'broek de domme jongen© gebleven. Daaruit
worden dan de mopperaars gerecruteerd.
„Maar deze lange leertijd beneemt je alle
kracht."
„Dengenen, die geen kracht hebben. Eene
overgangsperiode m'n jongen, een over
gangsperiode des lévens 1 Als jij koopman
geworden, waart, zat je nu voor het copieer-
boek en hadt ook drie jaar lang heb land.
Nee, ik zie de zaken tegenwoordig anders
in. De uiiwendige vaardigheid 'kan. je mee
ter wereld brengen waartoe die goed' is, dat
leert je pas het gerijpte verstand. Heb
mijne 'heeft zich nog niet duidelijk genoeg
uitgedrukt. De pauze vul ik met prutswerk
aan. Later komt d'e dikke streep."
„Er zij 111 mensc'heni bij wie heb verstand
vroeger komt", hield1 de jongere vol.
„Of de arrogantie. Die kost d'e beste jaren
der jeugd."
„Dat is luilakkentheorie 1"
„Ik zou er me zelf om: kunnen benijden",
lachte KöLsch zijn glas opheffend. „Zul'k een
wijn bijvoorbeeld heieft mijn ouwe in zijn
jeugd niet gedronken. Jouw ouwe ook niet-
En wie weet of we hem naderhand weer te
drinken krijgen. Dus: gebruik uwe jeugd,
ze keert niet weer. Op je gezondheid, werk
ezel."
„We hebben nu een compositie-arbeid op
gekregen. De eerste dagen blijf ik thuis.
Dan gaat het er op los
„Dat martelt zijne arme hersentjes af!
Ideeën moeten komen; als lentevogels. Tus
schen de bankschroef laten die zich niet fa-
briceeren."
„Kom je Zaterdagavond! een© naar mijn
werk kijken?"
„Als het je eene geruststelling is? Voon
de eerstelingszonden is anders de papier
mand er."
„Wat ik je bidden mag, Ernst 1" Hij werd
hartstochtelijker. De Wiskottensc'he schep
pingsdrang deed zich in hem gelden-, eni de
champagne opende de phantasie de deur.
„Ik s'el me voor luister nu eens
Maar de oudere weerde af. „Vertel dat
je teekenplank. Die heeft er het meeste rechb
op. Ik kom. nog vroeg genoeg aan de beurt."
„Heb inaar niet zooveel praats. Zaterdag
avond zal je wel anders praten
„Daarvoor zal God wel zorgen. Willen we
nog een glas nemen?"
„Neen, laa't maar. Ik ben nu juist in de
stemming. Die moet ben'ut worden. Adieu,
Ernst, hartelijk dank."
„Zeg, EwaldWaar leef je
eigenlijk van? Wees nu eens verstandig.
Anna is gisteren met een ©chip met geld ge
arriveerd1, en ik ben zoo bang voor dieven.
Kijk eens, hier is zoo'n mooie honderdmar
ker."
„Heeft Anna je dat opgedragen?"
„Ben je nou niet) wijs? Anna? Hoe kom
je op Anna?"
,,Ik ik het was eene domheid
en en zegt. het haar niet. Gebrui
ken gebruiken kan ik heb wel. Zinters
word't lastig. Nou, Ernst, wel bedankt
Hij nam kort afscheid en verliet opgewon
den het wijnhuis. In een sigarenwinkel
kocht hij tabak en wisselde het bankbiljet
van honderd mark. De goudstukken hield
hij in de hand totdat 'ze warm geworden wa
ren1.
De oude Zinters hield ter gedachtenis aan
zijn veeljarige loopbaan als zelfstandige
Rijnschippcr op Holland, in die Volkerstraat
eene kleine her-berg, waar hij Hollandsche
jenever tapte. Zijne klanten waren tegelij
kertijd zijne leveranciers. Hetgeen de schip
pers van sleephooten over de rivier grens
smokkelden, laadden ze in het groot hij den
ouden Zinters af en dronken het in het
klein weer bij den ouden Zinlters op. De
berookte gelagkamer rook bestendig naar
teer. De weinige gasten waren in hun hemds
mouwen evenals de waard, diroegen evenals
deze de schippersmuts in den nek en de lange
Hollandsche aarden pijp in het oen of ander
gat tusschen hunne tanden. Deze gewoonte
bevorderde een gemoedelijk gesprek, want ze
1 verhinderde twist en toespraken. Voordat
men de breekbare pijp van hare rust be
roofde, liet men; liever God's water over
j God's land loopen. Daar wist de oude partij'
van te trekken..
Toen Ewald Wiskotten binnentrad, was de
gelagkamer leeg. Hij moest haar door, om
door de achterdeur de trap te bereiken, die
naar zij.i atelier-dakkamertje leidde. Nu
kwam er toch beweging achter het buffet.
Zijne schreden hadden den waard gewekt,
die met het hoofd op de toonbank had lig
gen slapen.
„Zoo iets maakt een kabaal alsof de
fijnste klant 'binnen kwam", bromde hij kre
gelig, toen bij zijn huurder herkende.
„Mijnheer Zinters, ik heb schulden bij
u
„Enne? Aan zoo iets .denkt u ook. Ik
dénk er voortdurend' aan."
„Hier zijr vijf en zeventig mark, mijn
lieer Zinters. Ik kan wel niet zoo regelma
tig betalen als 'het. wel behoort. Maar be1-
taald wor.lt er als u wilt met rente. Slechts
moet u mij met rust laten."
De oude streek met d© 'hand door zijn
grijzen baard en lonkte naar het geld1. Toen
schoof hij het met holle hand' in de ladé.
„Ja, als u op die manier tob mij spreekt
jongeheer ik stond anders al klaar om u
de buur op te zeggen."
Ewald Wiskotten streek door zijn lang
haar. De huur opzeggen? En terwijl hij den
schrik over dat woord trachtte te bestrijden,
viel hem plotseling in wat Ernst Kolsch
hem eenige uren geleden toegeroepen en wat
hij eenige uren geleden pas ver van zich af-
geslingerd had. Zonder dat hij het wilde,
vormde het zich op zijne lippen tot woor
den.
„De huur opzeggen? De naam Wiskotten
is toch even goed als baar geld."
„Zeker, jonge heer. Als er baar geld' ach
ter steekt
„Wij werken met drie honderd man
+huis I"
„VerdorieDe sluwe uitdrukking
op Het gezicht van den oude verdween en
maakle voor verbaasde hoogachting plaats.
„Wat zegt u? Drie Hij tastte met
de hand naar de flesschen-batterij,,Ik ge
loof, dat een jenevertje u wel smaken zou."
Ewald Wiskotten dronk 'het glaasje leeg.
E11 eensklaps gevoelde hij eene brandende
schaamte. Hard zette hij het glas op de
toonbank en opende de achterdeur. „Adieu".
„De kwitantie: zal ik dadelijk door Gret-
cheu boven; laten brengen", riep Zinters hem
na. „Atjuus, mijnheer Wiskotten
Op zijn: zolderkamertje gekomen, ergerde
hij zich razend. Hij had zichzelf vergeten,
hij had met vreemd© veer en gepronkt. En
tegelijkertijd leefde -die trots in hem op, dé
trots op den familienaam, die respect af
dwong. Dit bedwong zijn toorn en wékte
hem weer op. Doch' ten laatste bleef er toch
©ene overwinnaarsstemming in hem. Hij
wierp zijn© jas nit. Het werd heim te warm.
De sect deed ook nog hare nawerking gevoe
len. Nu1 wilde hij werken.
•Daar werd aan zijn kamerdeur geklopt.
„Binnen!"
Gretchen Zinters kwam de kwitantie bren
gen.
„Dank u wel. Wilt u soms nog iets?"
„Oh wat 'n idee!"
Wordt vervolgd.