1°. ISO.
8"* Jnnrgang*
Donderdag 4 November 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE WISKOTTENS.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per S maanden Toor Amersfoortf l.OO.
Idem frauco per post1.50.
Afzonder, gke nummers 0.05.
Deze Courant versohynt dagelijksbehalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiönmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 urn
's morgens bfl de Uitgeven in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cento bij vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen t#t
het herhaald adverteeren in dit Blad, b\j abonnement. Eetf
oiroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
De taalkwestie ln Oostenrijk.
Aan weerszijden van de Leitha maken de
regeeringen sinds vele maanden een tijdvak
van chronische crisis door. Te Boedapest
doet het voorloopige ministerie-Wekerle de
loopende zaken af, ofschoon minister
Wekerle zijn. ontslag-aanvrage sinds het be
gin van den zomer meer dan eens heeft her
haald. Te Weenen is het kabinet van baron
Bieuerth nog altijd aan het bewind, doch
immer bedreigd, en de volksvertegenwoor
diging slaagt er niet in nuttigen arbeid te
verrichten. De president van den Oosten-
rijkschen rijksraad hoopte, na vele inge
spannen pogingen, hot oogenblik te hebben
bereikt waax-op de Rijksraad eindelijk eens
aan den arbeid zou kunnen gaan, toen de
taalstrijd opnieuw roet in het eten kwam
gooien. Aan dezen taalstrijd hebben wij
meermalen artikelen gewijdhier worde
zijn geschiedenis nog even zeer kort gerele
veerd
Het is ongeveer 20 jaar geleden, dat bij de
Kamer van Afgevaardigden een wetsontwerp
werd ingediend, waarbij de Duitsche taal tot
officieele taal in Oostenrijk werd geprocla
meerd. Het wetsontwerp werd verworpen.
In 1898 werd de zaak weer ter hand ge
nomen in den landdag van Neder-Oostenrijk
door den afgevaardigde Kolisko, die er An
slaagde een wet te doen aannemen, waarbij
de Duitsche taal werd ingevoerd als onder
wijstaal op de openbare scholen in Weenen
en op die in de provincie, waarin Weenen
is gelegen. Maar de regeering zag zich ver
plicht te verklaren, dat deze provinciale wet
in tegenspraak was met art. 19 van de
grondwet der monarchie, dat aan eiken Oos-
tenrijkschen burger het vrije gebruik van
zijn moedertaal op de scholen en in het open
bare leven waarborgt en zij weigerde de wet
aan de goedkeuring des Keizers te onder
werpen.
Later in 1905, wijzigde de afgevaardigde
Axmanu hft ontwerp eeuigszins. Wel slaag
de hij er in het door den landdag van
Neder-Oostenrijk te doen goedkeuren, doch
niet om liet tot een keizerlijke sanctie te
brengen. Dit jaar nu nam de landdag, ge
prikkeld door de manifestaties van de
verschillende nationaliteiten in de hoofd
stad, opnieuw de wet Axmann-Kolisko
aan. Wederom, en dus voor de derde
maal, weigerde de regeering onderwer
ping ervan aan de Keizerlijke goed
keuring. Ten einde toen hun doel langs an
deren weg te bereiken, lieten de Duitschers
in de landdagen van Opper- en Neder-Oos-
terrijk, van Salzburg en Vorarlberg een wet
aannemen, die het Duitsch als de uitslui
tende taal op de middelbare scholen en bij
het bestuur dezer vier provinciën invoerde.
Na een lange aarzeling heeft baron Bie-
nerth besloten het ontwerp ter goedkeuring
bij den Keizer aan te bieden. Hij heeft de
leiders van de Slavische Unie in de Kamer
bijeengeroepen en hen van het genomen be
sluit mededeeling gedaan.
De president der Slavische Unie, Urdzal,
heeft onmiddellijk daarop, uit naam van
de leiders der Czechische partij en der Sla
ven uit Zuid-Oostenrijk, zijn diep leedwezen
over de genomen beslissing te kennen ge
geven en men is uiteengegaan. Dat baron
Bienerth zich geen enkele illusie maakt over
de gevolgen van zijn daad blijkt wel daar
uit, dat hij de zittingen der Kamer heeft
doen schorsen tot nadere bijeenroeping. In
dezen tusschentijd hoopt hij de onderhan
delingen te hervatten betreffende de werk
zaamheden van den Boheemschen lar.ddag
en deze op eene overeenkomst te doen uit-
loopen. Maar het laat zich moeilijk aanzien,
dat de onderhandelingen meer kans op suc
ces zullen hebben, thans, nu de Czechen
een nieuwe reden tot ontevredenheid heb
ben. De laatste berichten doen de hoop
op cene overeenkomst nog minder worden.
Reeds hebben de twee Czechische leden van
het ministerie, de ,,landsmannminister"
Zacek en de minister van landbouw Braf
hun ontslag aangevraagd en verkregen. Wal
zal thans moeten gebeuren? Van de eene
zijde wordt opgemerkt, dat ontbinding of
toepassing van het quasi-absolutisme, toe
gestaan bij de befaamde paragraaf 14 der
Constitutie", de eenige uitwegen zijn in dezen
doolhof, terwijl van de andere zijde volstrekt
niet verwacht wordt, dat het ontslag der
Czechische ministers de bom zal zijn, die het
geheele kabinet-Bienerth laat springen. De
post van „landsmannmiuister" behoort niet-
tot degenen, die onvoorwaardelijk dienen
bezet te zijn. Wij lezen daarover in een cor
respondentie uit Weeuen aan de Köln. Zei-
tung o. a.
„Eigenlijk is het een constitutioneele
contradictio, dat nationale partijen een
partij-minister in het kabinet hebben
(Zacek), partijen, die tegen hetzelfde kabi
net niet alleen oppositie, maar zelfs heftige
obstructie voeren. Het kabinet-Bienerth zal
liet dus best zonder een Czechiscnen lands-
minister kunnen stellen. De minister van
landbouw is evenwel in het geheel niet als
partijman in dit kabinet opgetreden, doch
als ambtenaar, en zijne Czechische afkomst
dient slechts om het nationale evenwicht in
het ministerie te vormen. Zijn post zal voor-
loopig eenvoudig onbezet blijven en door
een af-deelingschef worden waargenomen.
Het zal alzoo den Czechen niet gelukken den
minister-president op deze wijze den adem
te benemen. Alleen blijft hun nog over de
Kamer ondersteboven te keeren. Hunne ob
structie was eigenlijk reeds aan den gang
bij het weder bijeenkomen van den Rijks
raad. Het lawaai maken lieten ze wel is waar
over aan een radicale voorhoede, doch ze
hadden door een flink aantal moties, met
urgentie ingediend, er voor gezorgd, dat de
Kamer van Afgevaardigden door deze stille
obstructie tot arbeiden onbekwaam werd ge
houden. Waarschijnlijk zouden ze nog tot
scherpere middelen hun toevlucht genomen
hebben, doch de minister-president is hen
voor geweest en heeft de beraadslagingen
in de Kamer voorloopig geschorst. Men heeft
zich het reces tot 9 November gedacht, doch
het zal waarschijnlijk nog wel iets langer
duren. Daardoor winnen de Czechen tijd
hunnen toorn te doen bekoelen en tot ver
standige overwegingen over te gaan. Baron
Bienerth zal hun den weg daartoe makkelijk
maken door den tusschentijd Ie benutten
voor onderhandelingen om den Boheemschen
landdag weer te doen vlotten. Het valt
moeilijk zich voor te stellen hoe hem dat ge
lukken zal, daar de Czechen dezelfde
Czechen die voor het een verkrachting van
hun ras houden, wanneer in zuiver Duit
sche kroonlanden de Duitsche taal als van
zelf sprekend tot officieele- en onderwijstaal
wettelijk wordt aangewezen de Duitsche
Bohemers per sé onder het Candijusche juk
hunner opperheerschappij in Bohemen wil
len dwingen, waartegen de Duitsche Bohe
mers zich met de kracht der wanhoop ver
zetten".
Men houde er bij het lezen van boven
staande regelen natuurlijk rekening mede,
dat ze uit Duitschen koker komen. Toch
schijnen de Czechen ons een onverzoenlijk
volkje tce. Men herinnert zich dat onlangs
te Praag bezwaar werd gemaakt tegen de op
voering van Brahms' Requiem, omdat dit
„Ein Deutsches Requiem" heet! Deze zotte
overdrijving was eelfs een der Czechische
bladen te kras.
Wat de nieuwe taalwet aangaat, de Duit
schers beweren niet anders dan represaille
maatregelen te kunnen aanwenden, waar de
zelfstandige autoriteiten in Bohemen sinds
lang hetzelfde systeem practisch toepassen.
De Czechen houden hunnerzijds staande
dat Neder-Oostenrijk volstrekt geen Duit
sche provincie is. Volgens hunne bereke
ningen zijn er op de 1606 gemeenten 616
die een meerderheid of een sterke minder
heid aan Czechen hebben en op de drie mil-
lioen inwoners zouden er minstens 600.000
Czechen zijn. Het spreekt van zelf dat de
Duitschers de juistheid van deze cijfers niet
toestemmen.
Engeland.
Londen, 4Nov. In den loop van het
debat over de middelenwet had er een scherp
debat plaats tussclien Ure, Lord-advocaat
voor Schotland, Balfour en Asquith. De
redetwist ontstond door de campagne, die
Ure in het land heeft gevoerd ten gun
ste der begrooting. In eene redevoering
onlangs te Londen gehouden, beschuldigde
Balfour Ure in de sterkste bewoordingen
dat deze, naar hij verklaarde, het volk
had gesuggereerd dat bij eene cventueele
tariefsherziening der regeeriug de ouder-
domspensioneering in gevaar zou komen. In
het overvolle Lagerhuis antwoordde Ure
thans te midden van uitbundige toejuichin
gen der ministerieelen, dat het feit dat hij
sprak van uit de regeeringsbank, bewees dat
liij naar de meening zijner collega's niet on
waardig was zijn ambt te bekleeden. (Toe
juichingen). In den loop zijner verdediging
maakte hij gewag van een telegram, in iet
afgeloopen jaar door Balfour aan een con
servatieven caudidaat verzonden en waarin
wordt gezegd dat, ofschoon de radicalen pen
sioen voor de ouden van dagen beloofden,
de unionisten alleen het geld konden ver
schaffen. Ure ontkende ooit te hebben ge
zegd, dat de conservatieven de ouderdoms-
pensioneering zouden afschaffen en hij stel
de het Lagerhuis de vraag of hij door Bal
four wellevend en eerlijk was behandeld.
(Toejuichingen der ministerieelen). De op
positie had de tarief hervorming op den voor
grond geplaatst als een uitweg voor het
tekort der begrooting en hij had er zijn
twijfel er over uitgedrukt of zij iu staat zou
de zijn door dit middel geld te verkrijgen,
maar hij had niet haar goede trouw in ver
denking gebracht. Balfour's taal en beschul
digingen waren zonder wederga in de ge
schiedenis van het Huis.
Balfour die toegaf dat de onlangs door
hem gehouden rede in zeer krasse bewoor
dingen was gehuld, zeide dat wat Ure had
gezegd, een uittarting was geweest en al
leen aldus kon worden uitgelegd dat de
ouderdomspensioueering in gevaar was.
Asquith zeide, dat Ure de waardeering en
het vertrouwen genoot van zijne collega's en
van de overgroote meerderheid der mede
leden van het Huis.
Het debat is verdaagd.
Londen, 4 Nov. In. een te Bump
steod gehouden redevoering kondigde Pease
Jr., lid der regeering, beslist aan dat de
algemeene verkiezingen in het begin van
Januari zouden plaate hebben. De regee
ring erkent dat de begrooting door de Lorde
moet worden behandeld en eveneens de ko
ninklijke goedkeuring heeft te ontvangen,
doch het Lagerhuis erkent niet dat hetzij
de Koning, hetzij de Lords de voorstellen
der volksvertegenwoordigers mogen verwer
pen.
Denemarken.
Kopenhagen, 3 Nov. Minister
president Zahle hield heden in het Folke-
thing zijn program-redevoering. Hij ver
klaarde dat de regeering het als haar eerste
taak beschouwt om, nadat de ALberti-zaak
zal zijn afgedaan, den toestand in het landl
zuiver te maken.
De regeering zal voorts langs administ-ra-
tieven weg de corruptie onder de ambtena
ren tegengaan en is van plan ©en nieuwe
indeeling van kiesdistricten voor te stel
len, opdat deze billijk over het geheele land
worden verdeeld.
De wetten op de landsverdediging zullen
worden uitgevoerd, de regeering zal daarbij
echter de grootste spaarzaamheid betrach
ten en niet overgaan tot belastjingvenhoo-
ging ter bespoediging van die uitvoering.
Wanneer in het Folkething zich een meer
derheid mocht vormen tegen de regeering,
dan zal zij een beroep doen op de kiezers.
Het nieuw opgetreden Deensche kabinet
heeft tot leiddraad voor zijn arbeid geno
men het program, dat de radicalen uit het
geheele land op hunne vergadering te
Odense in het jaar 1905 hebben vastgesteld.
Bij de huidige samenstelling van het parle
ment zal weliswaar waarschijnlijk voor een
groot gedeelte dier hervormingen geen meer
derheid te vinden zijn, maar wanneer er
ook-slechts enkele tot stand komen, dan
mag het kabinet nog met recht aanspraak
maken op den naam van hervormingskabi
net-, zooals blijken zal uit de volgende op
somming.
Het radicale program eischt in dc eerste
plaats afschaffing van de thans bestaande
wijze van verkiezing voor de Eerste Kamer.
Verder wijziging van het kiesrecht voor het
Folkething, in dien zin, dat mannen en
vrouwen, zoodra zij meerderjarig zijn,
kiesgerechtigd zijn. Het kiesrecht wordt
algemeen, ook dienstboden zullen mogen
stemmen. Voor quaesties van groot belang
za leen referendum worden ingevoerd. Ook
zal een billijker indeeling van de kiesdistric
ten voorgesteld worden. Het zelfbestuur
der gemeenten wordt uitgebreid. Ook zal een
wet- worden voorgesteld op de ministerieel©
verantwoordelij klieid
Er zal gestreefd worden naar invoering
van een nieuw belastingstelsel, ten einde den
druk billijker te verdeelen.
De beschermende rechten zullen afge
schaft wordendaarbij zal echter rekening
worden gehouden met bestaande economi
sche toestanden.
Waar de aard van den arbeid het ver-
oorloofdt, wordt de arbeidstijd bij wettelijk
voorschrift verkort. De strafwet wordt in
overeenstemming gebracht met de moderne
opvattingen en lichamelijke straffen worden
afgeschaft. Het toezicht over de scholen
wordt niet meer door de geestelijkheid uit
geoefend.
Spanje.
Madrid, 3 N o v. De ministerraad be
sloot zich toe te leggen op eene zich zelf ge
lijk blijvende internationale politiek ten op
zichte der handelsbetrekkingen met andere
landen. De regeering zal de belangen der
kooplieden verdedigen en de nationale in
dustrie beschermen, terwijl zij naar nieuwe
afzetgebieden zal zoeken en de bestaande
ontwikkelen.
De Madridsche correspondent van de
Köluischè Zeitung bespreekt de brochure,
waarin eenige acten het proces Ferrer be
treffende, openbaar zijn gemaakt. Mon
vindt er in de akte van beschuldiging, het
rapport van den bijzittenden auditeur, heb
vonnis, het rapport van den auditeur-gene
raal, dat T*an den kapitein-generaal vani
Catalonia, en een overzicht der desbetreffen
de wetsartikels uit het militair strafwet-
hoek.
Een verslag van de getuigenverklaringen,
voor den rechter van instructie afgelegd,
ontbreekt, hoewel in de akte van beschul
diging en in het rapport van den auditeur
hiernaar verwezen wordt. Het is dus niet
goed mogelijk, zich een juist beeld te vor
men van de schuldmaat van beklaagde, en
van den beweerden samenhang tusscben Fer
rer's revolutionnaire bedrijvigheid en de
troebelen in Barcelona. Maar een vreemden,
kijk op het niet hooren op de zitting der
getuigen geeft de mededeeling van den cor
respondent, dat na het proces-Ferrer door do
krijgsraden van Barcelona nieuwe openbare
terechtzittingen zijn gehouden, waarop wel
de getuigen werden opgeroepen om hun ver
klaringen, in de instructie afgelegd, te her
halen. Zoo moet o.a. een geregeld getuigen
verhoor hébben plaats gehad in een geding
tegen een politieagent. Op grond van de ge
tuigenverklaringen, voor den officier, met
het onderzoek belast, afgelegd, eischte de
aanklager ook hier de doodstraf. De krijgs
raad liet echter de getuigen zelf verschijnen
en sprak den man vrij op de weifelende en
elkaar tegensprekende getuigenissen.
Zonder dit getuigenverhoor zou dus do
man reeds in de holle gracht van het fort
MoDtjuich zijn gefusilleerd, terwijl hij thans
springlevend en vrij door de straten van
Barcelona wandelt.
Dinsdag zijn de elf laatste personen, die
nog te Montjuich gevangen zaten, in vrij
heid gesteld, zoodat deze beruchte gevange
nis thans leeg staat.
Portugal.
Den 7en November vertrekt Koning Ma
nuel van Lissabon naar Madrid, waar hij
vijf dagen de gast zal zijn van koning Al
fonso.
Daarna reist hij over Parijs naar Cher
bourg, om koning Eduard te Windsor te
bezoeken. Een week denkt hij in Engeland
te blijven, om ten slotte nog drie dagen
incognito in de Fransche hoofdstad te toe
ven.
De jeugdige vorst zal door een groot ge
volg vergezeld worden.
Oostenrijk-Hongarfje.
De Oostenrijksclie Kamer is verdaagd tot
9 November, maar de Czechen, die nu in de
Kamer hunne gewone strijdwijze niet kun
nen volgen, stellen zich daarvoor schadeloos
in vergaderingen en in de pers. En de haat
is zoo hevig opgevlamd, dat een der leiders,
RUDOLF HIRZOG.
Den bloed op liét voorhoofd gedrukt, ging
hij nuét zijn kalmen, z waren tréd lidt huis
uit, de poort der fabriek door, de Straat uit
en op ihet in 'herfstidos -prijkende woud toe.
Allerlei herinneringen ui't zijne -kindsheid
schoten hem te binnen, jongensstreken, jon-
gelingdd'roomenSlechts om Ihefc laatst ge
beulde dwaalden ;zijne gedachten in een wij
den kring rond, zonder liet aan te raken.
Over den straatweg solireetd hij (voort, kleine
fabrieken. Jagen links aan den oever van de
Wupper, hier en daar eene ververij, eene
bkekerij, en verder, waar helt woud naderbij
komt- en dm het dal het water een meertje
vormit, een: paar smederijen, die zich mét
ijzeren .volharding tegen dé alles .verslinden
de groötindui&'trie van het aangrenzende
Westfallen verzetten-. Dat alles interesseerde
hem 'heden lovenlddge-r dan lanldlers. Hij had
er zooveel tijd' voor, en het scheen hem toe,
alsof er imzijn hoofd niette andiers dan ledige
ruimten waren, waarin 'hij duizenden indruk
ken opstapelen kon en die toch niet vol wer
den. In het woud stiet hij op eene 6mederij,
onder den grond, door reusachtige eiken
omgeven. De smidse was bouwvallig gewor
den, of te klein voor de tegenwoordige
edschen. Men brak haar af. Gustaf Wiskot-
ten bleef staan en keek toe.
Als een gigantenbol uit clen oertijd' kwam
het ruw samengevoegde bouwwerk, welks
achterwand de kale rots vormde, hem voor.
Mos en varens groeiden op de steen-en, woe
kerden tutescihietn spleten- en -scheuren em Ver
sierden liet inwendige der smidse niet altijd
durend groen. De simdid en zijn zoon, gespier
de gestalten met bruin gebranidle huid. en
diep ISggeailde, heldere oogen, groeven het
aambeeld uit den grond en ro-lden het met
behulp van hefboom en naar buiten. Hét
zweet- liep hun bij stroomen in den kraag
van hun werkbuis. Vol verbaizng keek Gu
st av Widkotten naar den eiken cycloop.
Tweehonderd jaar en langer Qi-ald het oude
aamboetlld -gestaan honderden jaren had het
ontzaglijke bouitlbüok, toen bet nog een boom
was, ,in liet woud de étormeni getrotseerd,
toen het woud -nog een oerwouJd was. En de
stormen geduror.de hondserditallen van jaren,
die Woedend aan hem gerokt had-den, en het
vuur van hond-erfden jaren, dat gloeiend
rood o.p hem gebrand had, hadden zijn steen
hard merg niet aam- kunnen tastten. Breed1
en krachtig lag hij daar, beretid nog hon
derden jaren te duren en- geen gloed en geen
slag in ziclh te laten doordringen. Een- zoon
van héb land.
De smid keek op.
„Die 'heeft het in zich. Aan hem kunnen
We allen een woonbeeld nemen."
Gusltav Wiskotten knakte, klopte op den
taaien kolos, aisof hij een slank rijpaard; op
deji nek Hopte, dadhit over de woorden van
den oude na en schreed v-eider. En voortdti-
reud dacht hij ondlerweig aan de smidse iu
het woud, die men wel neerhallen, en nieuw
opbouwen kon. Dodh de inhoud., heft voor
naamste d-cel, het aambeeld, bleef zooals het
Dit tafereel williUlhem. niet- meer los laten.
Doch het maakte hem blij. Hij trachtte zich
in d-e -ziel ,vau lie t lino ut in te -leiven. Die boom
droomde ongetwijfeld van vrijheid em geluk
en bespeurde hét zelf» niet, diat op zijn om
hulsel dwerachtige wezens rondsloegen en
gloeiende ijzers-plat klopten. Die leefde rus-
t-ig ©n door niemand beluisterd, ondier het
ijzeren bont- haar eigen leven.
Plo-t&eliimg bleef hij staan en lachte in. zich
zalf. Echter zonder dat -zich een spier Van
zijn gezicht vertrek.
Zooals heit hem nu te moede was, moeöt)
het ook den eikenreus te moede zijn.
Het weid. avond. Toen hij uit heb woud-
trad, zag hij dn de verte de lichten der stad.
Den hoed-in den «r.tek geschoven e-n met hoog
opgericht lioofd, schreed -hij met lange pas
een voorwaarts. Uit de voorstad drong kin-
dergejudch tot -liem dioor. Lichtende roode
punten bewogen zich ihietr en daar do or de
straten. Bracht men eene seremiade? Wat was
het dan heden voor een, dag? Hij rekende
na, en nu schoot het hem te bannen, dat het
St. Maarten wae. Maden" noemden de mem
schen dn het dal fliet. Dat was een feestdag
voot de kinderenHet vorige jaar nog hladl
hij zijn jongen en zijn kleine meiske nStti
beet-wortelen lampions ivenv-aaidiilgd, met gril
lige figuren er op en, een kaarsje er in.
Trotsch hndideu de kinderen de lampions
aan- lange stokken waar het hui® der groot
ouders gedragenen hij had hem bij de be
vende handjes gehouden en- in dien voortuin
het St. M aart-en siied met hen gezongen, het.
bedellied om appelen, peren en noten. Voor
alle huizen werd het gezongen-, en de beet
wortel-lampions gTetnsden vergenoegd als
sterren aan den fcindertiemefl
Een troep kleine jongen® en schreeuwende
meisjes'brok hem voorbij. Hun gezang klonk
voor hen uiit.
„Maden is 'n goede anan-,
Die ons -goed wat geven kan,
De appels en de peren,
De noten ook er ,bij
Hij staarde met brandende oogen naar het
troepje, -als moest hij zijne Hednoni er ook
onder vinden. Toen slioeg hij smal eene zij
straat in. Doch ook bier de krioelende kin
derhemd het sclhei-le kindergezang.
„Trap op en af,
Trap op em af,
Tast öenfcs in den notenaak,
Tast maar niet er neven,
Je kunlt onB goed wat geven!"
Dat hield hij niet uit. Voor de lachende,
bedelende kinderstemmen ging hij op de
vlucht. In zijn ooren zongen onophoudelijk
zijne ei'gem kinidarem, Biet eerzuchtige kerel
tje, Gust'av, en hot zoete babbelmondje, de
kleine Emilie. StilStilNu niet slechte
heden nliêt...
Daar -lagen ide fabriek en zijnie woning.
Ook hier kindierentroepen kinderen.
Lachend en bedelend' zongen ze -tiot zijne»
vensters op.
„Boven in den hoek,
Daar hangt 't lange spek,
Geef one van hot lange,
Laat *t korte lianigen
„Weg daar! DuiveH'sg-ebrocd 1"
Al® eon opgeschrikte bijenzwerm stoof liet
troepje uk elkander en liet den Somberen
man den vrijen doortocht. Toon echter Honk
ademloos en opgewonden het spotlied] achter
hem aan:
„Boven in den hemel,
Staat 'n witte schimmel,
Daar staat op gesdliireven
Gierigaard', gierigaard, gierigaard!"
Hij liet ze brullen en liep met groote
schreden over het fabriektgplein. Uit de
schaduw der gebouwen, kwam een schim te
voorschijn en trad op hem tee.
„Moeder
„Waar ben je geweest? We hebben je den
heelen dag gezocht. In de weverij 'moet
heden overgewerkt worden."
„Dat doét me plezier. Ik zal terstond naar
de machinekamer gaan."
„Waar ben je geweest, Gustavï"
„Wezen wandelen."
Ze greep 'zijne hand. Zonder zenuwach
tigheid, maar met vaeften druk. „Gustav."
„Wat is er, moederV'
„Je gaat anders niet. wandelen, als hier
je tegenwoordigheid niet gemist kan wor
den."
„Ik zal het ook sltel'lig niet meer doen,
moedei'," lachjtehij, over haar heen kijkcnld.
„Is er wat mét Bm'ilie gebeurd Gu
stav
„Met Emilie Die is naar Düsseldorf."
„Voor 'hoe lang?"
„Moeder, dat woet ik niet."
Wordt vervolgd.