1°. ISO. 8"* Jnnrgang* Donderdag 4 November 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. DE WISKOTTENS. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per S maanden Toor Amersfoortf l.OO. Idem frauco per post1.50. Afzonder, gke nummers 0.05. Deze Courant versohynt dagelijksbehalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiönmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 urn 's morgens bfl de Uitgeven in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cento bij vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen t#t het herhaald adverteeren in dit Blad, b\j abonnement. Eetf oiroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht De taalkwestie ln Oostenrijk. Aan weerszijden van de Leitha maken de regeeringen sinds vele maanden een tijdvak van chronische crisis door. Te Boedapest doet het voorloopige ministerie-Wekerle de loopende zaken af, ofschoon minister Wekerle zijn. ontslag-aanvrage sinds het be gin van den zomer meer dan eens heeft her haald. Te Weenen is het kabinet van baron Bieuerth nog altijd aan het bewind, doch immer bedreigd, en de volksvertegenwoor diging slaagt er niet in nuttigen arbeid te verrichten. De president van den Oosten- rijkschen rijksraad hoopte, na vele inge spannen pogingen, hot oogenblik te hebben bereikt waax-op de Rijksraad eindelijk eens aan den arbeid zou kunnen gaan, toen de taalstrijd opnieuw roet in het eten kwam gooien. Aan dezen taalstrijd hebben wij meermalen artikelen gewijdhier worde zijn geschiedenis nog even zeer kort gerele veerd Het is ongeveer 20 jaar geleden, dat bij de Kamer van Afgevaardigden een wetsontwerp werd ingediend, waarbij de Duitsche taal tot officieele taal in Oostenrijk werd geprocla meerd. Het wetsontwerp werd verworpen. In 1898 werd de zaak weer ter hand ge nomen in den landdag van Neder-Oostenrijk door den afgevaardigde Kolisko, die er An slaagde een wet te doen aannemen, waarbij de Duitsche taal werd ingevoerd als onder wijstaal op de openbare scholen in Weenen en op die in de provincie, waarin Weenen is gelegen. Maar de regeering zag zich ver plicht te verklaren, dat deze provinciale wet in tegenspraak was met art. 19 van de grondwet der monarchie, dat aan eiken Oos- tenrijkschen burger het vrije gebruik van zijn moedertaal op de scholen en in het open bare leven waarborgt en zij weigerde de wet aan de goedkeuring des Keizers te onder werpen. Later in 1905, wijzigde de afgevaardigde Axmanu hft ontwerp eeuigszins. Wel slaag de hij er in het door den landdag van Neder-Oostenrijk te doen goedkeuren, doch niet om liet tot een keizerlijke sanctie te brengen. Dit jaar nu nam de landdag, ge prikkeld door de manifestaties van de verschillende nationaliteiten in de hoofd stad, opnieuw de wet Axmann-Kolisko aan. Wederom, en dus voor de derde maal, weigerde de regeering onderwer ping ervan aan de Keizerlijke goed keuring. Ten einde toen hun doel langs an deren weg te bereiken, lieten de Duitschers in de landdagen van Opper- en Neder-Oos- terrijk, van Salzburg en Vorarlberg een wet aannemen, die het Duitsch als de uitslui tende taal op de middelbare scholen en bij het bestuur dezer vier provinciën invoerde. Na een lange aarzeling heeft baron Bie- nerth besloten het ontwerp ter goedkeuring bij den Keizer aan te bieden. Hij heeft de leiders van de Slavische Unie in de Kamer bijeengeroepen en hen van het genomen be sluit mededeeling gedaan. De president der Slavische Unie, Urdzal, heeft onmiddellijk daarop, uit naam van de leiders der Czechische partij en der Sla ven uit Zuid-Oostenrijk, zijn diep leedwezen over de genomen beslissing te kennen ge geven en men is uiteengegaan. Dat baron Bienerth zich geen enkele illusie maakt over de gevolgen van zijn daad blijkt wel daar uit, dat hij de zittingen der Kamer heeft doen schorsen tot nadere bijeenroeping. In dezen tusschentijd hoopt hij de onderhan delingen te hervatten betreffende de werk zaamheden van den Boheemschen lar.ddag en deze op eene overeenkomst te doen uit- loopen. Maar het laat zich moeilijk aanzien, dat de onderhandelingen meer kans op suc ces zullen hebben, thans, nu de Czechen een nieuwe reden tot ontevredenheid heb ben. De laatste berichten doen de hoop op cene overeenkomst nog minder worden. Reeds hebben de twee Czechische leden van het ministerie, de ,,landsmannminister" Zacek en de minister van landbouw Braf hun ontslag aangevraagd en verkregen. Wal zal thans moeten gebeuren? Van de eene zijde wordt opgemerkt, dat ontbinding of toepassing van het quasi-absolutisme, toe gestaan bij de befaamde paragraaf 14 der Constitutie", de eenige uitwegen zijn in dezen doolhof, terwijl van de andere zijde volstrekt niet verwacht wordt, dat het ontslag der Czechische ministers de bom zal zijn, die het geheele kabinet-Bienerth laat springen. De post van „landsmannmiuister" behoort niet- tot degenen, die onvoorwaardelijk dienen bezet te zijn. Wij lezen daarover in een cor respondentie uit Weeuen aan de Köln. Zei- tung o. a. „Eigenlijk is het een constitutioneele contradictio, dat nationale partijen een partij-minister in het kabinet hebben (Zacek), partijen, die tegen hetzelfde kabi net niet alleen oppositie, maar zelfs heftige obstructie voeren. Het kabinet-Bienerth zal liet dus best zonder een Czechiscnen lands- minister kunnen stellen. De minister van landbouw is evenwel in het geheel niet als partijman in dit kabinet opgetreden, doch als ambtenaar, en zijne Czechische afkomst dient slechts om het nationale evenwicht in het ministerie te vormen. Zijn post zal voor- loopig eenvoudig onbezet blijven en door een af-deelingschef worden waargenomen. Het zal alzoo den Czechen niet gelukken den minister-president op deze wijze den adem te benemen. Alleen blijft hun nog over de Kamer ondersteboven te keeren. Hunne ob structie was eigenlijk reeds aan den gang bij het weder bijeenkomen van den Rijks raad. Het lawaai maken lieten ze wel is waar over aan een radicale voorhoede, doch ze hadden door een flink aantal moties, met urgentie ingediend, er voor gezorgd, dat de Kamer van Afgevaardigden door deze stille obstructie tot arbeiden onbekwaam werd ge houden. Waarschijnlijk zouden ze nog tot scherpere middelen hun toevlucht genomen hebben, doch de minister-president is hen voor geweest en heeft de beraadslagingen in de Kamer voorloopig geschorst. Men heeft zich het reces tot 9 November gedacht, doch het zal waarschijnlijk nog wel iets langer duren. Daardoor winnen de Czechen tijd hunnen toorn te doen bekoelen en tot ver standige overwegingen over te gaan. Baron Bienerth zal hun den weg daartoe makkelijk maken door den tusschentijd Ie benutten voor onderhandelingen om den Boheemschen landdag weer te doen vlotten. Het valt moeilijk zich voor te stellen hoe hem dat ge lukken zal, daar de Czechen dezelfde Czechen die voor het een verkrachting van hun ras houden, wanneer in zuiver Duit sche kroonlanden de Duitsche taal als van zelf sprekend tot officieele- en onderwijstaal wettelijk wordt aangewezen de Duitsche Bohemers per sé onder het Candijusche juk hunner opperheerschappij in Bohemen wil len dwingen, waartegen de Duitsche Bohe mers zich met de kracht der wanhoop ver zetten". Men houde er bij het lezen van boven staande regelen natuurlijk rekening mede, dat ze uit Duitschen koker komen. Toch schijnen de Czechen ons een onverzoenlijk volkje tce. Men herinnert zich dat onlangs te Praag bezwaar werd gemaakt tegen de op voering van Brahms' Requiem, omdat dit „Ein Deutsches Requiem" heet! Deze zotte overdrijving was eelfs een der Czechische bladen te kras. Wat de nieuwe taalwet aangaat, de Duit schers beweren niet anders dan represaille maatregelen te kunnen aanwenden, waar de zelfstandige autoriteiten in Bohemen sinds lang hetzelfde systeem practisch toepassen. De Czechen houden hunnerzijds staande dat Neder-Oostenrijk volstrekt geen Duit sche provincie is. Volgens hunne bereke ningen zijn er op de 1606 gemeenten 616 die een meerderheid of een sterke minder heid aan Czechen hebben en op de drie mil- lioen inwoners zouden er minstens 600.000 Czechen zijn. Het spreekt van zelf dat de Duitschers de juistheid van deze cijfers niet toestemmen. Engeland. Londen, 4Nov. In den loop van het debat over de middelenwet had er een scherp debat plaats tussclien Ure, Lord-advocaat voor Schotland, Balfour en Asquith. De redetwist ontstond door de campagne, die Ure in het land heeft gevoerd ten gun ste der begrooting. In eene redevoering onlangs te Londen gehouden, beschuldigde Balfour Ure in de sterkste bewoordingen dat deze, naar hij verklaarde, het volk had gesuggereerd dat bij eene cventueele tariefsherziening der regeeriug de ouder- domspensioneering in gevaar zou komen. In het overvolle Lagerhuis antwoordde Ure thans te midden van uitbundige toejuichin gen der ministerieelen, dat het feit dat hij sprak van uit de regeeringsbank, bewees dat liij naar de meening zijner collega's niet on waardig was zijn ambt te bekleeden. (Toe juichingen). In den loop zijner verdediging maakte hij gewag van een telegram, in iet afgeloopen jaar door Balfour aan een con servatieven caudidaat verzonden en waarin wordt gezegd dat, ofschoon de radicalen pen sioen voor de ouden van dagen beloofden, de unionisten alleen het geld konden ver schaffen. Ure ontkende ooit te hebben ge zegd, dat de conservatieven de ouderdoms- pensioneering zouden afschaffen en hij stel de het Lagerhuis de vraag of hij door Bal four wellevend en eerlijk was behandeld. (Toejuichingen der ministerieelen). De op positie had de tarief hervorming op den voor grond geplaatst als een uitweg voor het tekort der begrooting en hij had er zijn twijfel er over uitgedrukt of zij iu staat zou de zijn door dit middel geld te verkrijgen, maar hij had niet haar goede trouw in ver denking gebracht. Balfour's taal en beschul digingen waren zonder wederga in de ge schiedenis van het Huis. Balfour die toegaf dat de onlangs door hem gehouden rede in zeer krasse bewoor dingen was gehuld, zeide dat wat Ure had gezegd, een uittarting was geweest en al leen aldus kon worden uitgelegd dat de ouderdomspensioueering in gevaar was. Asquith zeide, dat Ure de waardeering en het vertrouwen genoot van zijne collega's en van de overgroote meerderheid der mede leden van het Huis. Het debat is verdaagd. Londen, 4 Nov. In. een te Bump steod gehouden redevoering kondigde Pease Jr., lid der regeering, beslist aan dat de algemeene verkiezingen in het begin van Januari zouden plaate hebben. De regee ring erkent dat de begrooting door de Lorde moet worden behandeld en eveneens de ko ninklijke goedkeuring heeft te ontvangen, doch het Lagerhuis erkent niet dat hetzij de Koning, hetzij de Lords de voorstellen der volksvertegenwoordigers mogen verwer pen. Denemarken. Kopenhagen, 3 Nov. Minister president Zahle hield heden in het Folke- thing zijn program-redevoering. Hij ver klaarde dat de regeering het als haar eerste taak beschouwt om, nadat de ALberti-zaak zal zijn afgedaan, den toestand in het landl zuiver te maken. De regeering zal voorts langs administ-ra- tieven weg de corruptie onder de ambtena ren tegengaan en is van plan ©en nieuwe indeeling van kiesdistricten voor te stel len, opdat deze billijk over het geheele land worden verdeeld. De wetten op de landsverdediging zullen worden uitgevoerd, de regeering zal daarbij echter de grootste spaarzaamheid betrach ten en niet overgaan tot belastjingvenhoo- ging ter bespoediging van die uitvoering. Wanneer in het Folkething zich een meer derheid mocht vormen tegen de regeering, dan zal zij een beroep doen op de kiezers. Het nieuw opgetreden Deensche kabinet heeft tot leiddraad voor zijn arbeid geno men het program, dat de radicalen uit het geheele land op hunne vergadering te Odense in het jaar 1905 hebben vastgesteld. Bij de huidige samenstelling van het parle ment zal weliswaar waarschijnlijk voor een groot gedeelte dier hervormingen geen meer derheid te vinden zijn, maar wanneer er ook-slechts enkele tot stand komen, dan mag het kabinet nog met recht aanspraak maken op den naam van hervormingskabi net-, zooals blijken zal uit de volgende op somming. Het radicale program eischt in dc eerste plaats afschaffing van de thans bestaande wijze van verkiezing voor de Eerste Kamer. Verder wijziging van het kiesrecht voor het Folkething, in dien zin, dat mannen en vrouwen, zoodra zij meerderjarig zijn, kiesgerechtigd zijn. Het kiesrecht wordt algemeen, ook dienstboden zullen mogen stemmen. Voor quaesties van groot belang za leen referendum worden ingevoerd. Ook zal een billijker indeeling van de kiesdistric ten voorgesteld worden. Het zelfbestuur der gemeenten wordt uitgebreid. Ook zal een wet- worden voorgesteld op de ministerieel© verantwoordelij klieid Er zal gestreefd worden naar invoering van een nieuw belastingstelsel, ten einde den druk billijker te verdeelen. De beschermende rechten zullen afge schaft wordendaarbij zal echter rekening worden gehouden met bestaande economi sche toestanden. Waar de aard van den arbeid het ver- oorloofdt, wordt de arbeidstijd bij wettelijk voorschrift verkort. De strafwet wordt in overeenstemming gebracht met de moderne opvattingen en lichamelijke straffen worden afgeschaft. Het toezicht over de scholen wordt niet meer door de geestelijkheid uit geoefend. Spanje. Madrid, 3 N o v. De ministerraad be sloot zich toe te leggen op eene zich zelf ge lijk blijvende internationale politiek ten op zichte der handelsbetrekkingen met andere landen. De regeering zal de belangen der kooplieden verdedigen en de nationale in dustrie beschermen, terwijl zij naar nieuwe afzetgebieden zal zoeken en de bestaande ontwikkelen. De Madridsche correspondent van de Köluischè Zeitung bespreekt de brochure, waarin eenige acten het proces Ferrer be treffende, openbaar zijn gemaakt. Mon vindt er in de akte van beschuldiging, het rapport van den bijzittenden auditeur, heb vonnis, het rapport van den auditeur-gene raal, dat T*an den kapitein-generaal vani Catalonia, en een overzicht der desbetreffen de wetsartikels uit het militair strafwet- hoek. Een verslag van de getuigenverklaringen, voor den rechter van instructie afgelegd, ontbreekt, hoewel in de akte van beschul diging en in het rapport van den auditeur hiernaar verwezen wordt. Het is dus niet goed mogelijk, zich een juist beeld te vor men van de schuldmaat van beklaagde, en van den beweerden samenhang tusscben Fer rer's revolutionnaire bedrijvigheid en de troebelen in Barcelona. Maar een vreemden, kijk op het niet hooren op de zitting der getuigen geeft de mededeeling van den cor respondent, dat na het proces-Ferrer door do krijgsraden van Barcelona nieuwe openbare terechtzittingen zijn gehouden, waarop wel de getuigen werden opgeroepen om hun ver klaringen, in de instructie afgelegd, te her halen. Zoo moet o.a. een geregeld getuigen verhoor hébben plaats gehad in een geding tegen een politieagent. Op grond van de ge tuigenverklaringen, voor den officier, met het onderzoek belast, afgelegd, eischte de aanklager ook hier de doodstraf. De krijgs raad liet echter de getuigen zelf verschijnen en sprak den man vrij op de weifelende en elkaar tegensprekende getuigenissen. Zonder dit getuigenverhoor zou dus do man reeds in de holle gracht van het fort MoDtjuich zijn gefusilleerd, terwijl hij thans springlevend en vrij door de straten van Barcelona wandelt. Dinsdag zijn de elf laatste personen, die nog te Montjuich gevangen zaten, in vrij heid gesteld, zoodat deze beruchte gevange nis thans leeg staat. Portugal. Den 7en November vertrekt Koning Ma nuel van Lissabon naar Madrid, waar hij vijf dagen de gast zal zijn van koning Al fonso. Daarna reist hij over Parijs naar Cher bourg, om koning Eduard te Windsor te bezoeken. Een week denkt hij in Engeland te blijven, om ten slotte nog drie dagen incognito in de Fransche hoofdstad te toe ven. De jeugdige vorst zal door een groot ge volg vergezeld worden. Oostenrijk-Hongarfje. De Oostenrijksclie Kamer is verdaagd tot 9 November, maar de Czechen, die nu in de Kamer hunne gewone strijdwijze niet kun nen volgen, stellen zich daarvoor schadeloos in vergaderingen en in de pers. En de haat is zoo hevig opgevlamd, dat een der leiders, RUDOLF HIRZOG. Den bloed op liét voorhoofd gedrukt, ging hij nuét zijn kalmen, z waren tréd lidt huis uit, de poort der fabriek door, de Straat uit en op ihet in 'herfstidos -prijkende woud toe. Allerlei herinneringen ui't zijne -kindsheid schoten hem te binnen, jongensstreken, jon- gelingdd'roomenSlechts om Ihefc laatst ge beulde dwaalden ;zijne gedachten in een wij den kring rond, zonder liet aan te raken. Over den straatweg solireetd hij (voort, kleine fabrieken. Jagen links aan den oever van de Wupper, hier en daar eene ververij, eene bkekerij, en verder, waar helt woud naderbij komt- en dm het dal het water een meertje vormit, een: paar smederijen, die zich mét ijzeren .volharding tegen dé alles .verslinden de groötindui&'trie van het aangrenzende Westfallen verzetten-. Dat alles interesseerde hem 'heden lovenlddge-r dan lanldlers. Hij had er zooveel tijd' voor, en het scheen hem toe, alsof er imzijn hoofd niette andiers dan ledige ruimten waren, waarin 'hij duizenden indruk ken opstapelen kon en die toch niet vol wer den. In het woud stiet hij op eene 6mederij, onder den grond, door reusachtige eiken omgeven. De smidse was bouwvallig gewor den, of te klein voor de tegenwoordige edschen. Men brak haar af. Gustaf Wiskot- ten bleef staan en keek toe. Als een gigantenbol uit clen oertijd' kwam het ruw samengevoegde bouwwerk, welks achterwand de kale rots vormde, hem voor. Mos en varens groeiden op de steen-en, woe kerden tutescihietn spleten- en -scheuren em Ver sierden liet inwendige der smidse niet altijd durend groen. De simdid en zijn zoon, gespier de gestalten met bruin gebranidle huid. en diep ISggeailde, heldere oogen, groeven het aambeeld uit den grond en ro-lden het met behulp van hefboom en naar buiten. Hét zweet- liep hun bij stroomen in den kraag van hun werkbuis. Vol verbaizng keek Gu st av Widkotten naar den eiken cycloop. Tweehonderd jaar en langer Qi-ald het oude aamboetlld -gestaan honderden jaren had het ontzaglijke bouitlbüok, toen bet nog een boom was, ,in liet woud de étormeni getrotseerd, toen het woud -nog een oerwouJd was. En de stormen geduror.de hondserditallen van jaren, die Woedend aan hem gerokt had-den, en het vuur van hond-erfden jaren, dat gloeiend rood o.p hem gebrand had, hadden zijn steen hard merg niet aam- kunnen tastten. Breed1 en krachtig lag hij daar, beretid nog hon derden jaren te duren en- geen gloed en geen slag in ziclh te laten doordringen. Een- zoon van héb land. De smid keek op. „Die 'heeft het in zich. Aan hem kunnen We allen een woonbeeld nemen." Gusltav Wiskotten knakte, klopte op den taaien kolos, aisof hij een slank rijpaard; op deji nek Hopte, dadhit over de woorden van den oude na en schreed v-eider. En voortdti- reud dacht hij ondlerweig aan de smidse iu het woud, die men wel neerhallen, en nieuw opbouwen kon. Dodh de inhoud., heft voor naamste d-cel, het aambeeld, bleef zooals het Dit tafereel williUlhem. niet- meer los laten. Doch het maakte hem blij. Hij trachtte zich in d-e -ziel ,vau lie t lino ut in te -leiven. Die boom droomde ongetwijfeld van vrijheid em geluk en bespeurde hét zelf» niet, diat op zijn om hulsel dwerachtige wezens rondsloegen en gloeiende ijzers-plat klopten. Die leefde rus- t-ig ©n door niemand beluisterd, ondier het ijzeren bont- haar eigen leven. Plo-t&eliimg bleef hij staan en lachte in. zich zalf. Echter zonder dat -zich een spier Van zijn gezicht vertrek. Zooals heit hem nu te moede was, moeöt) het ook den eikenreus te moede zijn. Het weid. avond. Toen hij uit heb woud- trad, zag hij dn de verte de lichten der stad. Den hoed-in den «r.tek geschoven e-n met hoog opgericht lioofd, schreed -hij met lange pas een voorwaarts. Uit de voorstad drong kin- dergejudch tot -liem dioor. Lichtende roode punten bewogen zich ihietr en daar do or de straten. Bracht men eene seremiade? Wat was het dan heden voor een, dag? Hij rekende na, en nu schoot het hem te bannen, dat het St. Maarten wae. Maden" noemden de mem schen dn het dal fliet. Dat was een feestdag voot de kinderenHet vorige jaar nog hladl hij zijn jongen en zijn kleine meiske nStti beet-wortelen lampions ivenv-aaidiilgd, met gril lige figuren er op en, een kaarsje er in. Trotsch hndideu de kinderen de lampions aan- lange stokken waar het hui® der groot ouders gedragenen hij had hem bij de be vende handjes gehouden en- in dien voortuin het St. M aart-en siied met hen gezongen, het. bedellied om appelen, peren en noten. Voor alle huizen werd het gezongen-, en de beet wortel-lampions gTetnsden vergenoegd als sterren aan den fcindertiemefl Een troep kleine jongen® en schreeuwende meisjes'brok hem voorbij. Hun gezang klonk voor hen uiit. „Maden is 'n goede anan-, Die ons -goed wat geven kan, De appels en de peren, De noten ook er ,bij Hij staarde met brandende oogen naar het troepje, -als moest hij zijne Hednoni er ook onder vinden. Toen slioeg hij smal eene zij straat in. Doch ook bier de krioelende kin derhemd het sclhei-le kindergezang. „Trap op en af, Trap op em af, Tast öenfcs in den notenaak, Tast maar niet er neven, Je kunlt onB goed wat geven!" Dat hield hij niet uit. Voor de lachende, bedelende kinderstemmen ging hij op de vlucht. In zijn ooren zongen onophoudelijk zijne ei'gem kinidarem, Biet eerzuchtige kerel tje, Gust'av, en hot zoete babbelmondje, de kleine Emilie. StilStilNu niet slechte heden nliêt... Daar -lagen ide fabriek en zijnie woning. Ook hier kindierentroepen kinderen. Lachend en bedelend' zongen ze -tiot zijne» vensters op. „Boven in den hoek, Daar hangt 't lange spek, Geef one van hot lange, Laat *t korte lianigen „Weg daar! DuiveH'sg-ebrocd 1" Al® eon opgeschrikte bijenzwerm stoof liet troepje uk elkander en liet den Somberen man den vrijen doortocht. Toon echter Honk ademloos en opgewonden het spotlied] achter hem aan: „Boven in den hemel, Staat 'n witte schimmel, Daar staat op gesdliireven Gierigaard', gierigaard, gierigaard!" Hij liet ze brullen en liep met groote schreden over het fabriektgplein. Uit de schaduw der gebouwen, kwam een schim te voorschijn en trad op hem tee. „Moeder „Waar ben je geweest? We hebben je den heelen dag gezocht. In de weverij 'moet heden overgewerkt worden." „Dat doét me plezier. Ik zal terstond naar de machinekamer gaan." „Waar ben je geweest, Gustavï" „Wezen wandelen." Ze greep 'zijne hand. Zonder zenuwach tigheid, maar met vaeften druk. „Gustav." „Wat is er, moederV' „Je gaat anders niet. wandelen, als hier je tegenwoordigheid niet gemist kan wor den." „Ik zal het ook sltel'lig niet meer doen, moedei'," lachjtehij, over haar heen kijkcnld. „Is er wat mét Bm'ilie gebeurd Gu stav „Met Emilie Die is naar Düsseldorf." „Voor 'hoe lang?" „Moeder, dat woet ik niet." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1