sr. i3o.
Jaargang:.
Vrijdag 5 November 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE WISKOTTENS.
ERSFOORISCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem frauco per post - 1.00.
Afzonder/ijke nummers 0.05.
Deze Courant rersohynt dagelyks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
'e morgens by de Uitgeven in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer -0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 eents bij vooruitbetaling.
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedryf bestaan zeer voordoelige bepalingen tel
het herhaald adverteeren in dit Blad, bjj abonnement. Ear'
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op
toegezonden.
Politiek Overzicht.
Tammany Hall en «le verkiezingen
te Slew-York.
New-York heeft gedurende eenige weken
weer eens het schouwspel opgeleverd van
een verkiezingsstrijd, die levendig deed her
inneren aan de spannende dagen aan de pre
sidentsverkiezing voorafgaande. Het gold de
verkiezingen voor het gemeentelijke bestuur,
die allicht voor de New-Yorkers nog van
meer beteekenis zijn dan de-verkiezing van
een president der Vereenigde Staten.
New-York wordt feitelijk geregeerd door
de in de telegrafische berichten reeds ge
noemden Board of Estimate and Apportion-
nement", een lichaam dat veel overeen
komst toont nïet onze dagelijksche bestu
ren en uit acht personen bestaat, die te
zamen 16 stemmen uitbrengen. De burge
meester, de algemeene controleur en de pre
sident van het dagelijksche bestuur brengen
ieder 3 stemmen uit. Dan zijn er vijf pre
sidenten over de vijf steden, waaruit New-
York bestaat. De presidenten der twee voor
naamste steden, Brooklyn en Manhattan,
hebben ieder twee en de drie overigen één
stem. De Board of Estimate and Apportion-
nement beheerscht vrijwel het geheele leven
van de wereldstadhet belastingstel
sel, openbare werken, gezondheidsdienst,
brandweer, liefdadigheidswezen en wat al
niet meer. Men begrijpt nu wel van welk
een groot gewicht de verkiezing van zulk
een invloedrijk lichaam is. De begrooting,
welke door dezen Board wordt beheerd, is
de grootste van alle steden der wereld.
Nu is New-York van oudsher een democra
tische stad geweest, of liever de stad van
Tammany Hall, de beruchte New-Yorksche
democratische» organisatie. De geschie
denis daarvan is rijk aan corruptie, politieke
kuiperijen en terrorisme, doch op weinige
uitzonderingen na heeft Tammany Hall lan
ge jaren zijn gezag weten te handhaven,
waarschijnlijk omdat het, bij alle corruptie,
toch goed gezorgd heeft voor den commer-
cieelen en materieelen bloei der wereldstad.
Telkens wanneer er een nieuwe verkiezing
op handen was, rustten zijn tegenstanders
zich -uit, om door een buitengewone poli
tieke krachtsinspanning Tammany-Hall uit
het zadel te lichen. Ook bij deze verkiezings
strijd heeft zich eene zoogenaamde „fusie"
gevormd, een veroeniging van republikei
nen, onafhankelijke, doch Tammany Hall
vijandig gezinde, democraten, en politiek ge
heel onafhankelijken en onder de leus
„Weg met Tammany, in ieder geval", had
men een lijst van candidaten samengesteld,
bestaande uit republikeinen en onafhanke
lijke democraten. Door zulk een candidaten-
lijst wilde men het publiek tot de overtui
ging brengen van de goede bedoelingen der
tegenstanders van Tammany om de stad een
zuiver zakelijk in plaats van een politiek
gemeentebestuur te verschaffen. Tammany
Hall nam de buitengewone inspanning waar,
die werd aangewend om het ten val te bren
gen, en heeft toen zijn toevlucht genomen
tot de interessante kunstgreep, voor de bur
gemeestersbetrekking een man candidaat te
stellen, die zich wegens zijn democratischen
onafhankelijkheidszin in een uitstekenden
roep verheugde en bovendien herhaaldelijk
als onverzoenlijk - tegenstander van de cor
ruptie van Tammany Hall was opgetreden.
Het was William Gaynor, tot dusver rechter
in het opperste gerechtshof. In zijn ijver om
burgemeester te worden en aan het wanbe
heer in het stedelijk bestuur een einde le
maken, heeft Gaynor zich onmiddellijk laten
vinden de aanbieding van Tammany Hall
aan te nemen. Hij heeft zich daardoor in
een zeer scheeven toestand gebracht, want
men kan zich moeilijk indenken dat iemand
door Tammany Hall candidaat kan worden
gesteld, zonder er het werktuig van te zijn.
Gaynor zelf verklaarde bij de aanneming
van zijn candidatuur, dat hij rechtvaardig
heid in het gemeentebestuur zou toepassen,
dat hij het bij alle bestuurshandelingen
voor zijn eerste plicht zou houden de wetten
op de strikste wijze in acht te nemen en
dat hij de eerbiediging van dit beginsel van
alle hoofden van afdeelingen, ook van de
politie, zou vorderen. „Ik zal in geval van
benoeming mijn ambt als vrije man aan
vaarden, die aan niemand iets verplicht is,"
verklaarde Gaynor. Dit waren gewis man
nelijke woorden, maar reeds zoo menige de
mocratische burgemeester van New-York
heeft in denzelfden zin gedacht en is later
door Tammany Hall wel anders gedresseerd.
Het was bovendien Tammany Hall feite
lijk minder om de verkiezing van een bur
gemeester, als om de verkiezing van die can
didaten te doen, welke de stedelijke finan
ciën beheeren en door hunne macht bij de
besteding der gelden, politiek in den geest
van Tammany Hall den voornaamsten in
vloed op het bestuur uitoefenen. Gaynor was
alzoo de lokvogel.
Deze verwachting van Tammany Hall is
falikant- uitgeloopen. De ontevredenheid
over zijne practijken heeft blijkbaar een te
grooten omvang aangenomen, zoodat de
meerderheid der kiezers zich van de
andere Tammany-candidaten niet gediend
heeft getoond. Gelijk men heeft kun
nen lezen, is alleen de Tammany-
candidaat voor het burgemeesterschap
gekozen; voor de twee andere belangrijke
functies zijn de candidaten der vereenigde
republikeinen en onafhankelijke democra
ten benoemd, die ook bij de stemming voor
de overige posten in den Board of Esti
mate and Apportionnement de overhand
hebben behaald. William Gaynor zal dus de
eenige vertegenwoordiger in het college zijn
van Tammany en aan hem zal de beruchte
organisatie wel niet veel hebben 1
DulUchland.
B e r l ij n, 4 Nov. De Rijksdag komt
30 November bijeen.
BelgitS.
Brussel, 4 November, In den
loon der discussies over de militaire wets
ontwerpen verklaarde de president van de
ministerraad, dat de toestand in Europa op
het oogenblik geen vrees inboezemt, doch er
waren ernstige omstandigheden in de laatste
jaren, waavbij het niet veel scheelde of het
liep op een oorlog uit. Ook wij zeide de
mii ister moeten alle gebeurlijkheden on
der het oog zienEn om de plichten der neu
traliteit te vervullen, zal de regeering niet
in haar taak tekort schieten.
Frankrijk.
De Parijsche gemeenteraad- hoeft een
nieuw bureau gekozen. Men zal zich her
inneren., dat het vorige aftrad naar aanlei
ding van het voorstel tot het noemen van
een straat naar Ferrer. Bij de stemming over
het nieuwe bureau behaalden nationalisten
en conservatieven de overwinning.
Engeland.
Volgens de Daily News hebben bijna 300
1 eden van het Engelsche Hoogerhuis aan
Lord Lansdowne, den leider der nionisten
in dat Huis, te kennen gegeven, dat zij te
gen de tweede lezing van het Hoogerhuis
zullen stemmen. Daarmede zou het lot van
de begrooting bezegeld zijn.
Londen, 4 Nov. Het Lagerhuis
heeft heden in derde lezing de middelenwet
met 379 tegen 149 stemmen aangenomen.
De nationalisten hebben zich van stemming
onthouden.
Londen, 4 N o v. In den loop der be
handeling van de middelenwet deed Asquith
een beroep op liet Lagerhuis als de eenige
constitutioneele macht, die bevoegd is toe
zicht te oefenen op de nationale geldmidde
len. Deze stilzwijgende ontzegging dier be
voegdheid aan het Hoogerhuis werd door
de ministerieelen met luide toejuichingen be
groet.
Bij den afloop der stemming werden As
quith en Lloyd George luide door hun aan
hangers toegejuicht.
Bermondsey, 4 Nov. Een der
vrouwen die bij de verkiezing in Bermond
sey op 28 Oct. door een bijtend vocht stem
biljetten verontreinigden, de voorzitter in
het gelaat wondde, en tegen borgstelling op
vrije voeten is gesteld, is thans in hechte
nis genomen om verhoord te worden.
Spanje.
Koning Alfonso heeft aan den specialen
correspondent van het Journal des Débats,
de Maizière, een onderhoud toegestaan. De
Koning zeide: Ik kan u niet zeggen, hoezeer
de jongste manifestatiën in Frankrijk mij
leed hebben gedaan. Ik spreek niet van de
menigte die door eenige couranten-artikelen
op een dwaalspoor is gebracht. Zij is steeds
grootmoedig bereid voor datgene, wat haar
gerechtigheid toeschijnt, grootmoedig op te
komen en voor recht en waarheid, die overi
gens dikwijls slechts waarschijnlijkheden
zijn, de partij op te nemen. Neen, op de
menigte ben ik niet boos, in haar kookt het
oude, latijnsche bloed.
Maar wat ik niet begrijpen kan, is, dat
zich onder de protesteerenden namen bevin
den van diegenen welke men ten uwent intel-
lectueelen noemt. Hoe? Een geleerde, die het
niet zou wagen een ontdekking te verkon
digen eer hij zijn proef nog eens honderdmaal
heeft herhaald, die voor. zijn wetenschap der
mate achting heeft, dat hij weigei-t een
waarheid uit te spreken, voor ze hem helder,
bevattelijk, beproefd, onweersprekelijk lijkt,
die zelfde geleerde, deze zelfde intellectueel
protesteert zonder eigen onderzoek tegen een
vonnis dat in overeenkomst met de wet is uit
gesproken en onder den waarborg, die toch
nog wel eenige waarde zal hebben de eer
der Spaansche officieren. Welke voorstelling
maakt men zich toch in Frankrijk van Span
je. Wanneer men sommige Franschen
hoort, zou men gelooven dat we in Spanje
in een land van wilden zijn. Waar zijt ge in
uwe geschiedenis opgehouden? Soms bij de
inquisitie, waarover uwe couranten zoo
lichtvaardig spreken? En uwe godsdienst
oorlogen„Vermoort, vermoort. Men zal de
zijnen wel herkennen." Is het soms een
Spanjaard geweest die dit gezegd heeft?
Hebt ook gij niet uwe Dreyfus-zaak gehad?
Hebben wij er ons mede bemoeid?
Kom, laten wij de zaken toch op hun
zetten, vervolgde Koning Alfonso.
„Ik ben zoo'n strikt constitutioneel vorst,
dat ik zelfs niet het initiatief voor het ver-
leenen van gratie kan nemen. Gij moet
hierin echter volstrekt niet zien een uitdruk
king van spijt over dit feit, maar slechts
het constateeren van -dit feit."
Verder zei-de de Koning nog eenige vrien
delijke woorden over Frankrijk, over den
oud-president Loubet, over Spanje's rol in
Marokko het zou zich daar aan zijn woord
houden.
Spanja in Marakko.
Madrid, 4 Nov. In den loop van
een hedennamiddag op het departement van
buitenlandsche zaken gehouden bijeenkomst
beert Perez Caballeros den Marokkaanschen
gezant het antwoord der Spaansche regeering
op de laatste nota van den Sultan ter hand
gesteld en hem voorts de noodzakelijkheid
aangetoond om de geopende onderhandelin
gen krachtig voort te zetten, bovenal die
betreffende de voorwaarden waaronder de
zending van Hafid moet handelen om het
Riff te pacificeeren.
Een telegram uit Melilla meldt: Na de
ontmoeting van de afgezanten van Moelai
Hafid zijn verscheidene aanvoerders der
harka overeengekomen, de vijandelijkheden
tegen de Spanjaarden te staken tot hun op
perbevelhebber El Chaldy uit Tanger terug
is. Vandaar dat het nu in het Rifgebied,
kalm is.
Rusland.
Volgens den St-.-Petersburgschen corres
pondent van de New-York Herald zou de
Russische minister van justitie denken over
afschaffing van eenige strafbepalingen, o.a.
die betreffende de verbanning naar Siberië.
De regeering zou van plan zijn belangrijke
credieten aan te vragen voor den bouw van
gevangenissen in de hoofdplaatsen van Rus
land.
Orlekenl.pd.
De bijzondere berichtgever van den Matin
te Athene verzekert nog eens, dat koning
George heeft verklaard, dat hij zal blijven,
zoolang men constitutioneel handelt. Dit is
overigens geen nieuws, reeds vroeger werd
medegedeeld, dat de Koning dit standpunt
inneemt.
Er wordt aan toegevoegd, dat men alge
meen wenscht, dat de Koning blijft, opdat
de reeds zoo moeilijke toestand niet nog in
gewikkelder worde.
Nog beschrijft deze berichtgever den toe
stand aldus: „Griekenland is op het oogen
blik onder militair bewind. Alle twijfel
daaromtrent verdwijnt bij aankomst in Athe
ne. Overal soldaten en officieren, in de
treinen en trams, in de hoofdstraten, overal.
Hun aantal schijnt abnormaal. Vooral treft
hun overheersching in de Kamer. Waagt
men liet in de gangen van het parlementsge
bouw met een afgevaardigde te spreken dan
komt onmiddellijk een officier en het heet:
„Onder de tegenwoordige omstandigheden is
het verboden in de gangen te praten." Hoe
wel de zitting niet belangrijk was, bevonden
zich op de tribunes vele soldaten, onderoffi
cieren en ook een twaalftal hoofdofficieren.
De omgeving maakte meer den indruk van
een kazerne dan van een parlement."
De voorzitter van den ministerraad liet
zich jegens hem zeer voldaan uit over den
toestand» Hij zeide o. a.„Ik heb het ge-
veel, dat wij over het kritieke punt van den
toestand heen zijn en dat de treurige gebeur
tenis van Vrijdag j.l. tot een grootere en
meer innige samenwerking heeft geleid tus-
schen de regeering, het volk en het leger.
Ik geloof dat wij door sluiting van het par
lement tot over 14 dagen een tijdperk te
gemoet gaan van rust en bevrediging, gedu
rende welken tijd de regeering nuttig zal
kunnen werken tot het welzijn van het volk,
van leger en marine."
De Atheensche correspondent van de Vee
sische Zeitung seinde Woensdag
De regeer in,g doet haar best, het werk
van de Kamer te bespoedigen, om nieuwe
verwikkelingen te voorkomen. Zij hoopt in
de volgende week de begroeting! iji te die
nen. en na een snelle afhandeling de Kamer
te sluiten. De meerderheid van het Officie
ren verbond schijnt besloten, het verbond dan
nog niet op te heffen, maar een maand of
twee, drie op de invoering der nieuw© wet
ten toezicht te houden. Een gewelddadige
oplossing van den toestand schijnt op han
den. Heb Officierenverbond maakt zich door
zijn dwingelandij sterk gehaat, niet alleen
bij de reactionairen, maar ook bij de menig
te. Uit alle provinciën, vooral uit Nauplia
en Chalkis zijn troepen naar Athene ge
bracht. Alle openbare gebouwen, alsmede
de banken en heb paleis worden door solda
ten bewaakt. Zelfs zijn er soldaten in het
Kamergebouw, op last van het Officieren-
verbond. Dit heeft de Kamer verboden over
Typaldos' muiterij te spreken en verlangt
nach'tzittingen om de zaken met 6poed af
te "handelen. Maar er verschijnen slechts
een dertig leden in de Kamer. Wanneer de
ouderen op straat komen nemen zij uit vrees
voor het Officierenverbond een geleid© van
gewapende aanhangers en bedienden mee.
De meeste burgers dragen trouwens wapenen
dezer dagen. Uit de burgerij heeft zich i
wacht gevormd voor winkels en kantoren.
Volgens een gerucht is er een omvangrijke
samenzwering in wording tegen het Officie
renverbond. Er behooren afgevaardigden van
alle partijen toe, aanzienlijke burgers, jour-
nalieten, groot© grondbezitters uit de pro
vincie, andere vermogende mannen enz.
Aanhangers van Rhallis zijn 't ijverigst in
het kómpiot in dè weer. Heb komplotl is
voor den Koning en wil het volk in beweging
en het Officierenverbond ten val brengen.
Athene 4 November. Typaldos
en nog een metgezel zijn te middernacht
gearresteerd op Kephisia, in burger kleeren
gekleed. Zij 'boden geen weerstand ofschoon
de metgezel trachtte te ontsnappen. Hij
staakte echter zijn pogingen toen een schot
werd afgevuurd. Typaldos verklaarde dat
hij van plan was zich over te geven tenein
de zijn handelwijze te rechtvaardigen.
Marokko.
Uit Algiers wordt bericht, dat de vijf de
serteurs van Casablanca, aan wie eenige
maanden geleden gratie werd verleend en
die toen uit het Fransche gebied werden ver
bannen, 21 October Oran hebben verlaten,
om zich te voet naar Algiers te begeven. Zij
kwamen daar geheel uitgeput aan, en zullen
door bemiddeling hunner consuls huiswaarts
werden gezonden
Oost-Azlë.
China protesteert beslist er tegen, dat
Rusland te Taonanfoe in de nabijheid van
Tsitsikar aan de Mongoolseh© grens een.
48
RUDOLF HERZOG.
De hand der oude 'vrouw beefde. Slechts
eenige seconden. Toen rusfite ze weer kalm
en krachtig in 'die van haar zoon.
„Ga mee."
„Waar naar -toe, moeder?"
„Naar achteren, waar niemand ons ziet."
In ide vervei'ij was li-et werk afgeioopeu.
Donker eni -s-t'il rustte ze uiit. Slechts do
Wnpper stroomde onophoudelijk, onvermoeid
langs hare muren. Moeder en zoon passeer
den haar zwijgend, elkander bij de harde
werkhanden vast houdend. Toen duwde Gu
stav Wiskotteni de deur der mieuwe ververij
open, draaide een ig-askraan om en on'tstak
licht.
„Ga zitten, mioedier, u bent moei"
„Ik heb lang op je staan wachten."
„U behoeft u over mij niet ongerust te
maken, moeder, met mij zal het wel schik
kenZiet u, er was in het bosoh een eiken-
blok
„Wat was er?"
„Ach, niéts. Ik zei maar zoo wat. En nu
zitten wij beiden zeer genoeglijk op de verf-
kuipen."
„Weet je waarom Emilie wegge
gaan is?"
„Moeder daar hebt u geen veiteitand
van. 'Het is .het is iets tussihen man en
vrouw."
„Ik heb je .vader zes zoons ter wereld ge
bracht."
Hij greep naar hare handen. Onbeholpen,
verlegen. Liefkoozangeu waren tusschen
moeder en zoon nooit gebruikelijk geweest-
Zijn keel was als dicht geknepen. Een paar
maal opende hij den mond. En eindelijk
kwam het er uit.
„Gaarne moeder
„Gaarne."
Hij 'boog het hoofd en keek naar de door
den arbeid gebruinde moederhanden.
„U bent heel geilukkig geweest, vader en
u
0na heele leven lang
„Zich in zijne wouw verheugen., dat i®
tocli geen 'zonde, .dat ite toch ook gods
dienst?"
„Dat doet men, maar men spréékt er niet
over."
„Moeder, we zullen er van nu af niet
meer over spreken."
„Ze zal terug komen, Gustaiv. Wie een
maal .vrouw geweest is, komt terug, al moest
ze tot haren man in ide heil."
„Bidden wil ze voor me."
„Ook in de hel kan men bidden."
Hij stond' op en ging de rijen kuipen,
langs. De sterke vrouw bleef onbeweeglijk
zitten.
„En als ze niet komt? Want halen ba
len dloe ik Ihaar niet. Vrijwillig -i.s ze heen!
gegaan, vrijwillig moet ze weder komen, of
mijne vreugde aan 'haar is niet meer de
oude. En ik heb toch .verder niéts anders
dan mijn werk."
„Dan héb jé zeer veöl, Gusiaw."
De gasvlam dans'te en flikkerde -ent liet de
schaduwen van móéder en. zoon de .geheels
ruimte vullen. Door de vensters klonk het
klotsen en bruisen .der zwarte Wupper.
„De ouwe Scharwachter heeft de hypo
theek opgezegd."
„Is dan de beetle familie dol gewonden?"
De oude vrouw stoof op. Ze stond over
eind en scheen te groeien.
„Moeder, ik druk heim tegen den muur.
Pac op. Dien zal zijn domineiesjas nog te
wijd worden."
„En je zegt, dat je geen plezier meer in
je leven hebt?"
„Moeder! U en ik."
„Ik heb nog kracht in mijn knoken. Laat
hij maar op bomen."
„Héb gaat op leven en d-ood 1 Moeder, en
juist nu! De- strijd is mij welkom."
„Dat is hij altijd, Gustav."
Gustav Wiskotteu blies den -adem door de
neusvleugels. Hij dacht aan het blok eiken
hout in- de ami-d&e. En eensklaps rich'tte hij
zich hoog op en lachte luid in (de verlaten
ruimte.
„We zullen, 'de krijgsmuziek eens- pro
beer en
De riem vloog over het transmissie-wiel,
een druk op deii hefboom, en suizend zette
het ondier zich in beweging. Van stoombuis
tot stoombuis schreed Gustav Wiskotien en
draaide de kranen open. Sissend schoot de
damp er uit, kronkelde zich tot massa's en
vervulde, voorwaarts s>tormend, het gansche
gebouw. Een steunen en een worstelen, een
jubelen en een uitgelaten vreugde. En te
midden van het lawaai en den damp der los
gebroken geesten van den arbeid, die elkan
der toe schreeuwden en aanvuurden, stond
Gustav Wiskotten met gloeienden trots in
de oogen, den trots, dien hij van zijne moe
der geërfd had, waaraan hij zich vast
klampte.
HOOFDSTUK I.
Langs de steil afloopende straten, die van
de berghellingen naar de Wupper voerden,
suisden de kleine handsleden over de pas
gevallen sneeuw. De knapen, die het stuur-
touw met de grof gebreide wanten vasthiel
den, en bij krommingen van den weg de
hakken in de sneeuw sloegen, hadden de
meisjes op den schoot genomen en waanden
zich jidders en helden. Avonturen werden
beraamd, koene uitroepen werden door den
wind meegevoerd: „Plaats! Plaats! Huhu
Hohoen het hinderde -den -stormachtigen
knapengeest weinig, als een verraderlijke
steen ouder het witte dekkleed de slede, be
nevens haar lieven last eene duikeling deed
maken. De rokken werden uitgeschud, de
broeken afgeklopt, weder werd er ingestegen
en met een „hoeral'\vervolgde men de wil
de jacht! Sneeuwpoppen stonden voor de
huizen op wacht, sneeuwballen vlogen tegen
de lachend zich verwerende fabrieksmeisjes
aan, en op gladde trottoirs, waar de balda-
d;ge jeugd glijbanen gemaakt had, gleden
achtenswaardige burgers vol angst en toorn
uit. Toen liepen de agenten van huis tot
huis en verlangden op officieelen toon, dat
men zand strooien zou. En -de sneeuw dans
te in de lucht, de vroege maan scheen, en de
stad was vol wintervreugde.
Met St. Nicolaas waren door nog aan won
deren geloovende kinderen do schoenen on
der den schoorsteen gezet, opdat de trouwo
knecht hen bij de ui-tdeeling der goede ga
ven niet vergeten zou in de uitstallingen
der bakkers verschenen als Kerstmislekker
nijen het geurige speculaas en de brosse pop
pen, Klaasmannen genaamd, met de Hol-
landsche steenen pijp in den mond gebak
ken, dooi* de begeerige blikken der knapen
verslondende speelgoedwinkels openden
hunne uitstallingen, en in de achterkamers
der huizen werkten ijverig en geheimzinnig,
figuurzaag en borduurnaald der zich op het
Kerstfeest voorbereidende jeugd. En het
Kerstsprookje kwam met zijne met licht be
zaaide dennenboomen, zijne plechtige liede
ren, zijn stillen weemoed voor de ouderen
en zijne luidruchtige vreugde voor de jonge
ren. Daarna klonken de Sylversterklokjes
door het dal, dn de kerken zat den -laatster
avond van hot jaar arm en rijk dicht opeer
gedrongen, en de geur van punch hing in d<
huizen, en op Nieuwjaarsdag draafden weei
de kinderscharen door de straten, om bi
vrienden en verwanten tegen gelukwenschei
het uieuwjaarsgebak te verwisselen. De he
vige vorst wisselde met dooiweer af, de fa
brieksschoorsteenen rookten als altijd, d<
adventbekoring was voorbij gegaan, en he
kalme Driekeningsfeest voerde weder tot dei
geregelden. werkdag
Wordt vervolgd.