sr. i3o. Jaargang:. Vrijdag 5 November 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. DE WISKOTTENS. ERSFOORISCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem frauco per post - 1.00. Afzonder/ijke nummers 0.05. Deze Courant rersohynt dagelyks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 'e morgens by de Uitgeven in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer -0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 eents bij vooruitbetaling. Qroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedryf bestaan zeer voordoelige bepalingen tel het herhaald adverteeren in dit Blad, bjj abonnement. Ear' circulairebevattende de voorwaarden, wordt op toegezonden. Politiek Overzicht. Tammany Hall en «le verkiezingen te Slew-York. New-York heeft gedurende eenige weken weer eens het schouwspel opgeleverd van een verkiezingsstrijd, die levendig deed her inneren aan de spannende dagen aan de pre sidentsverkiezing voorafgaande. Het gold de verkiezingen voor het gemeentelijke bestuur, die allicht voor de New-Yorkers nog van meer beteekenis zijn dan de-verkiezing van een president der Vereenigde Staten. New-York wordt feitelijk geregeerd door de in de telegrafische berichten reeds ge noemden Board of Estimate and Apportion- nement", een lichaam dat veel overeen komst toont nïet onze dagelijksche bestu ren en uit acht personen bestaat, die te zamen 16 stemmen uitbrengen. De burge meester, de algemeene controleur en de pre sident van het dagelijksche bestuur brengen ieder 3 stemmen uit. Dan zijn er vijf pre sidenten over de vijf steden, waaruit New- York bestaat. De presidenten der twee voor naamste steden, Brooklyn en Manhattan, hebben ieder twee en de drie overigen één stem. De Board of Estimate and Apportion- nement beheerscht vrijwel het geheele leven van de wereldstadhet belastingstel sel, openbare werken, gezondheidsdienst, brandweer, liefdadigheidswezen en wat al niet meer. Men begrijpt nu wel van welk een groot gewicht de verkiezing van zulk een invloedrijk lichaam is. De begrooting, welke door dezen Board wordt beheerd, is de grootste van alle steden der wereld. Nu is New-York van oudsher een democra tische stad geweest, of liever de stad van Tammany Hall, de beruchte New-Yorksche democratische» organisatie. De geschie denis daarvan is rijk aan corruptie, politieke kuiperijen en terrorisme, doch op weinige uitzonderingen na heeft Tammany Hall lan ge jaren zijn gezag weten te handhaven, waarschijnlijk omdat het, bij alle corruptie, toch goed gezorgd heeft voor den commer- cieelen en materieelen bloei der wereldstad. Telkens wanneer er een nieuwe verkiezing op handen was, rustten zijn tegenstanders zich -uit, om door een buitengewone poli tieke krachtsinspanning Tammany-Hall uit het zadel te lichen. Ook bij deze verkiezings strijd heeft zich eene zoogenaamde „fusie" gevormd, een veroeniging van republikei nen, onafhankelijke, doch Tammany Hall vijandig gezinde, democraten, en politiek ge heel onafhankelijken en onder de leus „Weg met Tammany, in ieder geval", had men een lijst van candidaten samengesteld, bestaande uit republikeinen en onafhanke lijke democraten. Door zulk een candidaten- lijst wilde men het publiek tot de overtui ging brengen van de goede bedoelingen der tegenstanders van Tammany om de stad een zuiver zakelijk in plaats van een politiek gemeentebestuur te verschaffen. Tammany Hall nam de buitengewone inspanning waar, die werd aangewend om het ten val te bren gen, en heeft toen zijn toevlucht genomen tot de interessante kunstgreep, voor de bur gemeestersbetrekking een man candidaat te stellen, die zich wegens zijn democratischen onafhankelijkheidszin in een uitstekenden roep verheugde en bovendien herhaaldelijk als onverzoenlijk - tegenstander van de cor ruptie van Tammany Hall was opgetreden. Het was William Gaynor, tot dusver rechter in het opperste gerechtshof. In zijn ijver om burgemeester te worden en aan het wanbe heer in het stedelijk bestuur een einde le maken, heeft Gaynor zich onmiddellijk laten vinden de aanbieding van Tammany Hall aan te nemen. Hij heeft zich daardoor in een zeer scheeven toestand gebracht, want men kan zich moeilijk indenken dat iemand door Tammany Hall candidaat kan worden gesteld, zonder er het werktuig van te zijn. Gaynor zelf verklaarde bij de aanneming van zijn candidatuur, dat hij rechtvaardig heid in het gemeentebestuur zou toepassen, dat hij het bij alle bestuurshandelingen voor zijn eerste plicht zou houden de wetten op de strikste wijze in acht te nemen en dat hij de eerbiediging van dit beginsel van alle hoofden van afdeelingen, ook van de politie, zou vorderen. „Ik zal in geval van benoeming mijn ambt als vrije man aan vaarden, die aan niemand iets verplicht is," verklaarde Gaynor. Dit waren gewis man nelijke woorden, maar reeds zoo menige de mocratische burgemeester van New-York heeft in denzelfden zin gedacht en is later door Tammany Hall wel anders gedresseerd. Het was bovendien Tammany Hall feite lijk minder om de verkiezing van een bur gemeester, als om de verkiezing van die can didaten te doen, welke de stedelijke finan ciën beheeren en door hunne macht bij de besteding der gelden, politiek in den geest van Tammany Hall den voornaamsten in vloed op het bestuur uitoefenen. Gaynor was alzoo de lokvogel. Deze verwachting van Tammany Hall is falikant- uitgeloopen. De ontevredenheid over zijne practijken heeft blijkbaar een te grooten omvang aangenomen, zoodat de meerderheid der kiezers zich van de andere Tammany-candidaten niet gediend heeft getoond. Gelijk men heeft kun nen lezen, is alleen de Tammany- candidaat voor het burgemeesterschap gekozen; voor de twee andere belangrijke functies zijn de candidaten der vereenigde republikeinen en onafhankelijke democra ten benoemd, die ook bij de stemming voor de overige posten in den Board of Esti mate and Apportionnement de overhand hebben behaald. William Gaynor zal dus de eenige vertegenwoordiger in het college zijn van Tammany en aan hem zal de beruchte organisatie wel niet veel hebben 1 DulUchland. B e r l ij n, 4 Nov. De Rijksdag komt 30 November bijeen. BelgitS. Brussel, 4 November, In den loon der discussies over de militaire wets ontwerpen verklaarde de president van de ministerraad, dat de toestand in Europa op het oogenblik geen vrees inboezemt, doch er waren ernstige omstandigheden in de laatste jaren, waavbij het niet veel scheelde of het liep op een oorlog uit. Ook wij zeide de mii ister moeten alle gebeurlijkheden on der het oog zienEn om de plichten der neu traliteit te vervullen, zal de regeering niet in haar taak tekort schieten. Frankrijk. De Parijsche gemeenteraad- hoeft een nieuw bureau gekozen. Men zal zich her inneren., dat het vorige aftrad naar aanlei ding van het voorstel tot het noemen van een straat naar Ferrer. Bij de stemming over het nieuwe bureau behaalden nationalisten en conservatieven de overwinning. Engeland. Volgens de Daily News hebben bijna 300 1 eden van het Engelsche Hoogerhuis aan Lord Lansdowne, den leider der nionisten in dat Huis, te kennen gegeven, dat zij te gen de tweede lezing van het Hoogerhuis zullen stemmen. Daarmede zou het lot van de begrooting bezegeld zijn. Londen, 4 Nov. Het Lagerhuis heeft heden in derde lezing de middelenwet met 379 tegen 149 stemmen aangenomen. De nationalisten hebben zich van stemming onthouden. Londen, 4 N o v. In den loop der be handeling van de middelenwet deed Asquith een beroep op liet Lagerhuis als de eenige constitutioneele macht, die bevoegd is toe zicht te oefenen op de nationale geldmidde len. Deze stilzwijgende ontzegging dier be voegdheid aan het Hoogerhuis werd door de ministerieelen met luide toejuichingen be groet. Bij den afloop der stemming werden As quith en Lloyd George luide door hun aan hangers toegejuicht. Bermondsey, 4 Nov. Een der vrouwen die bij de verkiezing in Bermond sey op 28 Oct. door een bijtend vocht stem biljetten verontreinigden, de voorzitter in het gelaat wondde, en tegen borgstelling op vrije voeten is gesteld, is thans in hechte nis genomen om verhoord te worden. Spanje. Koning Alfonso heeft aan den specialen correspondent van het Journal des Débats, de Maizière, een onderhoud toegestaan. De Koning zeide: Ik kan u niet zeggen, hoezeer de jongste manifestatiën in Frankrijk mij leed hebben gedaan. Ik spreek niet van de menigte die door eenige couranten-artikelen op een dwaalspoor is gebracht. Zij is steeds grootmoedig bereid voor datgene, wat haar gerechtigheid toeschijnt, grootmoedig op te komen en voor recht en waarheid, die overi gens dikwijls slechts waarschijnlijkheden zijn, de partij op te nemen. Neen, op de menigte ben ik niet boos, in haar kookt het oude, latijnsche bloed. Maar wat ik niet begrijpen kan, is, dat zich onder de protesteerenden namen bevin den van diegenen welke men ten uwent intel- lectueelen noemt. Hoe? Een geleerde, die het niet zou wagen een ontdekking te verkon digen eer hij zijn proef nog eens honderdmaal heeft herhaald, die voor. zijn wetenschap der mate achting heeft, dat hij weigei-t een waarheid uit te spreken, voor ze hem helder, bevattelijk, beproefd, onweersprekelijk lijkt, die zelfde geleerde, deze zelfde intellectueel protesteert zonder eigen onderzoek tegen een vonnis dat in overeenkomst met de wet is uit gesproken en onder den waarborg, die toch nog wel eenige waarde zal hebben de eer der Spaansche officieren. Welke voorstelling maakt men zich toch in Frankrijk van Span je. Wanneer men sommige Franschen hoort, zou men gelooven dat we in Spanje in een land van wilden zijn. Waar zijt ge in uwe geschiedenis opgehouden? Soms bij de inquisitie, waarover uwe couranten zoo lichtvaardig spreken? En uwe godsdienst oorlogen„Vermoort, vermoort. Men zal de zijnen wel herkennen." Is het soms een Spanjaard geweest die dit gezegd heeft? Hebt ook gij niet uwe Dreyfus-zaak gehad? Hebben wij er ons mede bemoeid? Kom, laten wij de zaken toch op hun zetten, vervolgde Koning Alfonso. „Ik ben zoo'n strikt constitutioneel vorst, dat ik zelfs niet het initiatief voor het ver- leenen van gratie kan nemen. Gij moet hierin echter volstrekt niet zien een uitdruk king van spijt over dit feit, maar slechts het constateeren van -dit feit." Verder zei-de de Koning nog eenige vrien delijke woorden over Frankrijk, over den oud-president Loubet, over Spanje's rol in Marokko het zou zich daar aan zijn woord houden. Spanja in Marakko. Madrid, 4 Nov. In den loop van een hedennamiddag op het departement van buitenlandsche zaken gehouden bijeenkomst beert Perez Caballeros den Marokkaanschen gezant het antwoord der Spaansche regeering op de laatste nota van den Sultan ter hand gesteld en hem voorts de noodzakelijkheid aangetoond om de geopende onderhandelin gen krachtig voort te zetten, bovenal die betreffende de voorwaarden waaronder de zending van Hafid moet handelen om het Riff te pacificeeren. Een telegram uit Melilla meldt: Na de ontmoeting van de afgezanten van Moelai Hafid zijn verscheidene aanvoerders der harka overeengekomen, de vijandelijkheden tegen de Spanjaarden te staken tot hun op perbevelhebber El Chaldy uit Tanger terug is. Vandaar dat het nu in het Rifgebied, kalm is. Rusland. Volgens den St-.-Petersburgschen corres pondent van de New-York Herald zou de Russische minister van justitie denken over afschaffing van eenige strafbepalingen, o.a. die betreffende de verbanning naar Siberië. De regeering zou van plan zijn belangrijke credieten aan te vragen voor den bouw van gevangenissen in de hoofdplaatsen van Rus land. Orlekenl.pd. De bijzondere berichtgever van den Matin te Athene verzekert nog eens, dat koning George heeft verklaard, dat hij zal blijven, zoolang men constitutioneel handelt. Dit is overigens geen nieuws, reeds vroeger werd medegedeeld, dat de Koning dit standpunt inneemt. Er wordt aan toegevoegd, dat men alge meen wenscht, dat de Koning blijft, opdat de reeds zoo moeilijke toestand niet nog in gewikkelder worde. Nog beschrijft deze berichtgever den toe stand aldus: „Griekenland is op het oogen blik onder militair bewind. Alle twijfel daaromtrent verdwijnt bij aankomst in Athe ne. Overal soldaten en officieren, in de treinen en trams, in de hoofdstraten, overal. Hun aantal schijnt abnormaal. Vooral treft hun overheersching in de Kamer. Waagt men liet in de gangen van het parlementsge bouw met een afgevaardigde te spreken dan komt onmiddellijk een officier en het heet: „Onder de tegenwoordige omstandigheden is het verboden in de gangen te praten." Hoe wel de zitting niet belangrijk was, bevonden zich op de tribunes vele soldaten, onderoffi cieren en ook een twaalftal hoofdofficieren. De omgeving maakte meer den indruk van een kazerne dan van een parlement." De voorzitter van den ministerraad liet zich jegens hem zeer voldaan uit over den toestand» Hij zeide o. a.„Ik heb het ge- veel, dat wij over het kritieke punt van den toestand heen zijn en dat de treurige gebeur tenis van Vrijdag j.l. tot een grootere en meer innige samenwerking heeft geleid tus- schen de regeering, het volk en het leger. Ik geloof dat wij door sluiting van het par lement tot over 14 dagen een tijdperk te gemoet gaan van rust en bevrediging, gedu rende welken tijd de regeering nuttig zal kunnen werken tot het welzijn van het volk, van leger en marine." De Atheensche correspondent van de Vee sische Zeitung seinde Woensdag De regeer in,g doet haar best, het werk van de Kamer te bespoedigen, om nieuwe verwikkelingen te voorkomen. Zij hoopt in de volgende week de begroeting! iji te die nen. en na een snelle afhandeling de Kamer te sluiten. De meerderheid van het Officie ren verbond schijnt besloten, het verbond dan nog niet op te heffen, maar een maand of twee, drie op de invoering der nieuw© wet ten toezicht te houden. Een gewelddadige oplossing van den toestand schijnt op han den. Heb Officierenverbond maakt zich door zijn dwingelandij sterk gehaat, niet alleen bij de reactionairen, maar ook bij de menig te. Uit alle provinciën, vooral uit Nauplia en Chalkis zijn troepen naar Athene ge bracht. Alle openbare gebouwen, alsmede de banken en heb paleis worden door solda ten bewaakt. Zelfs zijn er soldaten in het Kamergebouw, op last van het Officieren- verbond. Dit heeft de Kamer verboden over Typaldos' muiterij te spreken en verlangt nach'tzittingen om de zaken met 6poed af te "handelen. Maar er verschijnen slechts een dertig leden in de Kamer. Wanneer de ouderen op straat komen nemen zij uit vrees voor het Officierenverbond een geleid© van gewapende aanhangers en bedienden mee. De meeste burgers dragen trouwens wapenen dezer dagen. Uit de burgerij heeft zich i wacht gevormd voor winkels en kantoren. Volgens een gerucht is er een omvangrijke samenzwering in wording tegen het Officie renverbond. Er behooren afgevaardigden van alle partijen toe, aanzienlijke burgers, jour- nalieten, groot© grondbezitters uit de pro vincie, andere vermogende mannen enz. Aanhangers van Rhallis zijn 't ijverigst in het kómpiot in dè weer. Heb komplotl is voor den Koning en wil het volk in beweging en het Officierenverbond ten val brengen. Athene 4 November. Typaldos en nog een metgezel zijn te middernacht gearresteerd op Kephisia, in burger kleeren gekleed. Zij 'boden geen weerstand ofschoon de metgezel trachtte te ontsnappen. Hij staakte echter zijn pogingen toen een schot werd afgevuurd. Typaldos verklaarde dat hij van plan was zich over te geven tenein de zijn handelwijze te rechtvaardigen. Marokko. Uit Algiers wordt bericht, dat de vijf de serteurs van Casablanca, aan wie eenige maanden geleden gratie werd verleend en die toen uit het Fransche gebied werden ver bannen, 21 October Oran hebben verlaten, om zich te voet naar Algiers te begeven. Zij kwamen daar geheel uitgeput aan, en zullen door bemiddeling hunner consuls huiswaarts werden gezonden Oost-Azlë. China protesteert beslist er tegen, dat Rusland te Taonanfoe in de nabijheid van Tsitsikar aan de Mongoolseh© grens een. 48 RUDOLF HERZOG. De hand der oude 'vrouw beefde. Slechts eenige seconden. Toen rusfite ze weer kalm en krachtig in 'die van haar zoon. „Ga mee." „Waar naar -toe, moeder?" „Naar achteren, waar niemand ons ziet." In ide vervei'ij was li-et werk afgeioopeu. Donker eni -s-t'il rustte ze uiit. Slechts do Wnpper stroomde onophoudelijk, onvermoeid langs hare muren. Moeder en zoon passeer den haar zwijgend, elkander bij de harde werkhanden vast houdend. Toen duwde Gu stav Wiskotteni de deur der mieuwe ververij open, draaide een ig-askraan om en on'tstak licht. „Ga zitten, mioedier, u bent moei" „Ik heb lang op je staan wachten." „U behoeft u over mij niet ongerust te maken, moeder, met mij zal het wel schik kenZiet u, er was in het bosoh een eiken- blok „Wat was er?" „Ach, niéts. Ik zei maar zoo wat. En nu zitten wij beiden zeer genoeglijk op de verf- kuipen." „Weet je waarom Emilie wegge gaan is?" „Moeder daar hebt u geen veiteitand van. 'Het is .het is iets tussihen man en vrouw." „Ik heb je .vader zes zoons ter wereld ge bracht." Hij greep naar hare handen. Onbeholpen, verlegen. Liefkoozangeu waren tusschen moeder en zoon nooit gebruikelijk geweest- Zijn keel was als dicht geknepen. Een paar maal opende hij den mond. En eindelijk kwam het er uit. „Gaarne moeder „Gaarne." Hij 'boog het hoofd en keek naar de door den arbeid gebruinde moederhanden. „U bent heel geilukkig geweest, vader en u 0na heele leven lang „Zich in zijne wouw verheugen., dat i® tocli geen 'zonde, .dat ite toch ook gods dienst?" „Dat doet men, maar men spréékt er niet over." „Moeder, we zullen er van nu af niet meer over spreken." „Ze zal terug komen, Gustaiv. Wie een maal .vrouw geweest is, komt terug, al moest ze tot haren man in ide heil." „Bidden wil ze voor me." „Ook in de hel kan men bidden." Hij stond' op en ging de rijen kuipen, langs. De sterke vrouw bleef onbeweeglijk zitten. „En als ze niet komt? Want halen ba len dloe ik Ihaar niet. Vrijwillig -i.s ze heen! gegaan, vrijwillig moet ze weder komen, of mijne vreugde aan 'haar is niet meer de oude. En ik heb toch .verder niéts anders dan mijn werk." „Dan héb jé zeer veöl, Gusiaw." De gasvlam dans'te en flikkerde -ent liet de schaduwen van móéder en. zoon de .geheels ruimte vullen. Door de vensters klonk het klotsen en bruisen .der zwarte Wupper. „De ouwe Scharwachter heeft de hypo theek opgezegd." „Is dan de beetle familie dol gewonden?" De oude vrouw stoof op. Ze stond over eind en scheen te groeien. „Moeder, ik druk heim tegen den muur. Pac op. Dien zal zijn domineiesjas nog te wijd worden." „En je zegt, dat je geen plezier meer in je leven hebt?" „Moeder! U en ik." „Ik heb nog kracht in mijn knoken. Laat hij maar op bomen." „Héb gaat op leven en d-ood 1 Moeder, en juist nu! De- strijd is mij welkom." „Dat is hij altijd, Gustav." Gustav Wiskotteu blies den -adem door de neusvleugels. Hij dacht aan het blok eiken hout in- de ami-d&e. En eensklaps rich'tte hij zich hoog op en lachte luid in (de verlaten ruimte. „We zullen, 'de krijgsmuziek eens- pro beer en De riem vloog over het transmissie-wiel, een druk op deii hefboom, en suizend zette het ondier zich in beweging. Van stoombuis tot stoombuis schreed Gustav Wiskotien en draaide de kranen open. Sissend schoot de damp er uit, kronkelde zich tot massa's en vervulde, voorwaarts s>tormend, het gansche gebouw. Een steunen en een worstelen, een jubelen en een uitgelaten vreugde. En te midden van het lawaai en den damp der los gebroken geesten van den arbeid, die elkan der toe schreeuwden en aanvuurden, stond Gustav Wiskotten met gloeienden trots in de oogen, den trots, dien hij van zijne moe der geërfd had, waaraan hij zich vast klampte. HOOFDSTUK I. Langs de steil afloopende straten, die van de berghellingen naar de Wupper voerden, suisden de kleine handsleden over de pas gevallen sneeuw. De knapen, die het stuur- touw met de grof gebreide wanten vasthiel den, en bij krommingen van den weg de hakken in de sneeuw sloegen, hadden de meisjes op den schoot genomen en waanden zich jidders en helden. Avonturen werden beraamd, koene uitroepen werden door den wind meegevoerd: „Plaats! Plaats! Huhu Hohoen het hinderde -den -stormachtigen knapengeest weinig, als een verraderlijke steen ouder het witte dekkleed de slede, be nevens haar lieven last eene duikeling deed maken. De rokken werden uitgeschud, de broeken afgeklopt, weder werd er ingestegen en met een „hoeral'\vervolgde men de wil de jacht! Sneeuwpoppen stonden voor de huizen op wacht, sneeuwballen vlogen tegen de lachend zich verwerende fabrieksmeisjes aan, en op gladde trottoirs, waar de balda- d;ge jeugd glijbanen gemaakt had, gleden achtenswaardige burgers vol angst en toorn uit. Toen liepen de agenten van huis tot huis en verlangden op officieelen toon, dat men zand strooien zou. En -de sneeuw dans te in de lucht, de vroege maan scheen, en de stad was vol wintervreugde. Met St. Nicolaas waren door nog aan won deren geloovende kinderen do schoenen on der den schoorsteen gezet, opdat de trouwo knecht hen bij de ui-tdeeling der goede ga ven niet vergeten zou in de uitstallingen der bakkers verschenen als Kerstmislekker nijen het geurige speculaas en de brosse pop pen, Klaasmannen genaamd, met de Hol- landsche steenen pijp in den mond gebak ken, dooi* de begeerige blikken der knapen verslondende speelgoedwinkels openden hunne uitstallingen, en in de achterkamers der huizen werkten ijverig en geheimzinnig, figuurzaag en borduurnaald der zich op het Kerstfeest voorbereidende jeugd. En het Kerstsprookje kwam met zijne met licht be zaaide dennenboomen, zijne plechtige liede ren, zijn stillen weemoed voor de ouderen en zijne luidruchtige vreugde voor de jonge ren. Daarna klonken de Sylversterklokjes door het dal, dn de kerken zat den -laatster avond van hot jaar arm en rijk dicht opeer gedrongen, en de geur van punch hing in d< huizen, en op Nieuwjaarsdag draafden weei de kinderscharen door de straten, om bi vrienden en verwanten tegen gelukwenschei het uieuwjaarsgebak te verwisselen. De he vige vorst wisselde met dooiweer af, de fa brieksschoorsteenen rookten als altijd, d< adventbekoring was voorbij gegaan, en he kalme Driekeningsfeest voerde weder tot dei geregelden. werkdag Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1