8"* Jaargang.
Vrijdag 12 November 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE WISKOTTENS.
m°. i37c
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.00.
Afzonder; ij be nummers- 0.05.
Deze Courant versohjjnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn
's morgens tyj de Uitgeven in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 rogels f 0.50,
Elke regel meer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 «ents bg vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrgf bestaan zeer voordeelige bepalingen tel
het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Eer'
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aan vota»
toegezonden.
Politiek Overzicht.
België en de Kongostaat.
Twee dingen waren het, die men tot dus
ver het bestuur van den Kongo in 't bijzon-
dei- verweet: de slechte behandeling der in
boorlingen, wien in de domaniale en gecon-
cessioneerde gebieden de aanbouw of inza
meling van 's lands producten, en de vrije
verkoop dezer producten aan do handel be
let werd en die gedwongen werden na
tuurproducten als belastingen op te brengen
en heerendiensten op openbare werken of op
particuliere aan plantingen te verrichtenin
de tweede plaats en in verband met de eco
nomische onvrijheid der inboorlingen was 't
het instellen van monopolies voor den han
del, hetgeen strijdt met de algemcene acte
van BerlijnNvan 1884. Het was onvermijde
lijk dal misbruiken voorkwamen zoolang het
voor do staatslichamen of de vertegenwoor
digers der monopoliebezittende maatschap
pijen plicht was, do inboorlingen van het
vóórnaamste product, de caoutchouc, zooveel
mogelijk in den vorm van. belastingbetaling
te doen afleveren en hun de prijs der waren
dan zoo laag mogelijk te berekenen. Dit stel
sel is verwerpelijk en is ook, door de voor
eenige jaren door Koning Leopold ingevoer
de hervormingen, niet op eene voldoende
wijze veranderd. De dwang tot caoutchouc-
levering werd door meer of minder verant
woordelijke openbare of particuliere licha
men vaak op de strengste wijze uitgeoefend
en het scheen ook, alsof de hardheden en
barbaarschheden niet zouden ophouden voor
het oorspi-onkelijke voortbrcngingssysteem
geheel werd afgeschaft. Laatstgenoemd stel
sel is tot dusver niet grondig omgewerkt,
echter wordt beweerd, dat reeds voor gerui-
men tijd met goed resultaat voor eene beter©
behandeling der'inboorlingen is gezorgd door
een groote uitbreiding der rechtscolleges.
Zoo verklaart de onlangs van een onderzoek
in den Kongo teruggekeerde Belgische minis
ter van koloniën Renkin in' de memorie van
toelichting van zijn zeer onlangs ingediend
wetsontwerp inzake de hervormingen in den
Kongo, dat de beschuldigingen van bar-
baarschheid en onderdrukking, die tot het
"Belgische koloniale bewind werden gericht,
met de feiten in tegenspraak zijn. Op zijn
reis heeft den minister nimmer eenige klacht
over stelselmatige barbaarschheid en mis
bruiken door het ambtenaarskorps bereikt.
Intusschen zijn afzonderlijke overtredingen
altijd mogelijk, doch iedere klacht wordt on
middellijk gerechtelijk onderzocht. Ook de
socialistische afgevaardigde Van de Velde,
die zich reeds tweemaal persoonlijk van de
toestanden in den Kongo op de hoogte heeft
gesteld, heeft zulks verklaard en de opmer
king gemaakt, dat de rechtbanken eer te
streng dan te zacht optreden tegen beamb
ten, die zich aan inboorlingen hebben ver
grepen
Het tot dusver gehuldigde koloniale stel
sel berust daarop, dat de voormalige Kongo-
staat zich zelf in staat heeft moeten hou
den. Sedert de overname der kolonie door
België heeft de kolonie echter, zoo verklaart
de minister, een rijk moederland achter zich,
dat aan de kolonie een vruchtbare ontwikke
ling kan waarborgen. Met andere woorden
wanneer door den overgang tot een nieuw
bedrijfssysteem de kolonie in geldelijke
moeielijkhéd&n geraakt, moet het moeder
land haar steun verleenen, totdat ze op
eigen basis staat. Tevens wordt hiermede er
kend, dat het oude systeem om uit de ko
lonie zelf de kosten voor hare instandhou
ding te verkrijgen, verkeerd geweest is, zij
het ook dat de uitwendige omstandigheden
nauwelijks eene andere oplossing veroorloof
den
Naast de in afzonderlijke berichten reeds
vermelde maatregelen tot verhooging van de
welvaart der bevolking, o.a. tot het tegen
gaan der slaapziekte, tot het aanleg
gen van groote openbare werken, enz.,
valt op commercieel gebied nog aan
te stippen, dat het ook in de andere
Afrikaansche koloniën ingeslagen systeem
der Kroonlanden blijft behoudenover
onbeheerd, d. w. z. niet door inboorlin
gen gebruikt land beschikt de Staar. Ten
inboorlingen waren van ouds rechten op het
land toegekend, en deze rechten mogen naar
behoef*e worden uitgebreid. De Kongostaat
nu had de beschikbare Kroonlanden zelf in
exploitatie genomen.'Minister Renkin is van
dit laatste nu juist geen bewonderaar en wil
aan particulieren de exploratie der hoofd
voortbrengselen, caoutchouc en copal, op
de bedoelde terreiniêh overlaten, en wel zoo
dat hunne beschikbaarstelling in drie ge
deelten, tot aan den len Juli 1912, plaats
heeft, waarbij slechts 600,000 Hectare do-
meinlanden, verdeeld in vijf gebieden, voor
staatsexploitatie zullen overblijven.
Van bijzonder gewicht is de door den mi
nister gedane toezegging tot invoering van
grootere handelsvrijheid, waarmede men het,
ondanks de bepalingen van het Bcrlijnsche
verdrag van 1884, tot dusver niet al te ruim
schijnt te hebben genomen.
En in den laatsten tijd af en toe gezin
speeld op een gemeenschappelijk optreden
van Duitscliland en Engeland in de Kongo-
kwestie. Het eerstgenoemde rijk heeft dit
vraagstuk immers voornamelijk uit een han-
delsoogpunt beschouwd. Wanneer men nu in
aanmerking neemt, dat de Kölnisch© Zei-
tung, waaraan wij ook de hierboven gedane
uiteenzetting van den ouden en den nieuwen
toestand in de Kongo ontleenen, met de
nieuwe handelsbepalingen nog al ingenomen
is, al erkent het blad dat er nog te verbete
ren valt, dan zou men niet zeggen dat er
in Duitscliland veel behoefte bestaat 2ich
tegenover België te doen gelden.
Engeland matigt zich meer de rol vai
zedemeester aan over België's ethische, vol
gens Engeland eigenlijk niet-ethische, poli
tiek, voornamelijk wat betreft de behande
ling van inboorlingen en vreemde onderda
nen. Wel merkmaardig mag het genoemd
werden, dat ook thans nog Albion aan België
hinderpalen in den weg blijft leggen en mi
nister Asquith in zijne rede in Guildhall zich
nog zoo kras over de toestanden in de Kongo
kon uitlaten.
Over den Kongo sprekende zoide Asquith
nl. De voorwaarden, gesteld aan de schep
ping van den Kongostaat, zijn voortdurend
geschonden. Het land is voor den handel ge
sloten, de inwoners moetein gedwongen ar
beid verrichten en hun toestand wordt steeds
erger. Het is ons onmogelijk geworden voor
de Engelse he onderdanen een andere juris
dictie 'dan de onze te erkennenBelgië heeft
thans een politieke verklaring afgelegd, die
Asquith van groot gewicht toescheen, of
schoon de Engelsche regeering nog niet den
tijd~ heeft 'gehad, die verklaring nauwkeurig
na te gaan. Asquith begroette dit stuk als
grootere verwachtingen aanbiedende dan
eenig ander De Kongokwestie zal haar defi
nitieve oplossing krijgen zoodra Engeland
een naasting door België, op de gemeen
schappelijke rechten der menschel ij kheód ge
grond, zal kunnen erkennen. Als wij onze
beslissing ten aanzien van onze toestemming
tot de naasting opschorten aldus
Asquith, dan geschiedt dit, omdat wij
bet oudé stelsel, dat wij brandmerken, niet
kunnen goedkeuren. Als België de door ons
gewenschte volledige veranderingen aan
brengt, zullen wij ons haasten de naasting
te erkennen.
De Indépendance Beige wijdt, naar aan
leiding dezer rede, een hartig woordje aan
Engeland.'s ©enigszins verdachte bemoei
zucht. ,,Men zou werkelijk zeggen"
schrijft het blad ,,dat de regeering te Lon
den eene vriendschappelijke en verzoenende
houding wil aannemen tegenover iedereen,
behalve jegens België en zijn arbeid in der,
Kongo. Men mag er zich over verwonderen,
dat de Engelsche premier spreekt van „voor
waarden" gesteld aan de schepping van den
Kongostaat, terwijl deze staat een zelfstan
dige staat is, volkomen onafhankelijk, en
geen andere verplichtingen heeft dan die,
welke voortvloeien uit de algemeen© acte
van Berlijn, niet alleen voor den onafhanke-
lijkon Kongostaat, maar voor alle mogend
heden die bezittingen hebben in het stroom
gebied van den Kongo. Er hebben dus nooit
voorwaarden voor de schepping van den on
af hankelij ken Kongostraat bestaan. De be
wering van den premier, dat het voor de
Engelsche regeeriug onmogelijk geworden is
voor de Engelsche onderdanen in den Kongo
een andere rechtspraak te erkennen dan
de Engelsche, is e en herhaling van
de reeds verscheidene malen geuite be
dreiging, gerechtelijke bevoegdheden te
eischen voor de Engelsche consuls krach
tens het verdrag van 1884. Dit ver
drag maakte echter alleen de voorzie
ning, dat de consulaire rechtsspraak kom
worden toegepast voor het geval de Congo-
leesche rechtspraak onvoldoende zou zijn.
Gedurende vijf en twintig jaren heeft de En
gelsche regeering dus de Congoleesche
rechterlijke organisatie voldoende geacht en
thans, nu de rechterlijke administratie een
belangrijke uitbreiding ten deel is gevallen,
nu het aantal magistraten verdubbeld en
zelfs verdrievoudigd is, zou zij beweren te
handelen krachtens een verdrag, waarvan
de zwakheid duidelijk is gebleken. Men zal
toegeven, dat deze bewering moeielijk vol
te houden is. Bovendien is het verdrag van
1884 in zoo weinig heldere termen vervat en
bevat het zooveel tegenstrijdige bepalingen.,
dat het niet vatbaar is voor toepassing.
Minister Asquith heeft beweerd, dat de
toestand der inboorlingen steeds erger wordt,
wat in volslagen tegenspraak is met de me-
dedeelingen van minister Renkin. Wanneer
het gaat tusschen de beweringen van En
gelsche zendelingen en de officieele ver
klaringen van den minister van Koloniën,
boude de heer Asquith ons ten goede
dat wij niet aarzelen. Voor het overige
heeft hij wel willen erkennen, dat de ver
klaringen, onlangs in naam der Belgische
regeering gedaan, hem een hoopvol perspec
tief hebben geopend.
Minister Asquith heeft den nadruk gelegd
op de belangloosheid van Engeland in deze
kwestie en op de hartelijkheid der Engelsch-
Belgische betrekkingen. Wij kunnen riets
beters wenschen, dan hem te gelooven, maar
wij meenen dat zijn houding en zijn woorden
niet geheel de strekking hebben ons daar
van te overtuigen, en die politieke kringen
in Engeland moeten er zich niet over ver
wonderen, dat er te dezen opzichte in de
Belgische openbare ineening twijfel beetaat".
Dulttehland.
B e r 1 ij n, 11 N o v. Heden middag ar
riveerde aan den Amhalter Baknhof alhier die
Oo sten rijks che troonopvolger aartshertog
Frans Ferdinand met zijne gemalin Herto
gin Hohenbërg. Na een allerhartól'ij kis te be
groeting door dien Keizer begaven de hooge
bezoekers zich naar het nieuwe paleis te
Potsdam.
B er lij n, 11 Nov. In het nieuwe
paleis te Potsdam had heden avond een
souper plaats, waaraan deelnamen de Kei
zer en Keizerin, aartshertog Frans Ferdi
nand en gemalin, de kroonprins en kroon
prinses van Griekenland, de rijkskanselier,
von Schoen en de Oostenrijksehe gezant.
Na afloop was er muzikale soirée.
Frankrijk.
I11 de Kamer zijn de algemeen© beraad
slagingen begonnen over de begrooting voor
1910, die sluit met een tekort van 200 rnil-
lioen. 't Is nog al wélletjes. Doch dit te
kort is naar de overtuiging van goedie beoor
deelaars nog niets in vergelijking met de de
ficitten die te wachten zijn, wanneer men
cp den sinds 15 jaren gevolgden weg van
mildheid en spilzucht voortgaat.
Naar men weet stolt de minister Cochery
voor, liet geheele tekort door nieuwe belas
tingen te dekken.
Maar èn Jules Roche, èn Jaurès, èn Pi©u,
verklaarden in de laatste zitting, voor geern
nieuwe belastingen meer te willen stemmen.
Vo'lgens eerstgenoemde zit liet kwaad 200
diep, diat het aannemen van enkele belastin
gen het niet kan verhelpen. „Wij lijden zeide
hij, aan de uitwerking van den esprit éta-
tiste in die wetten en in de al gemeen e admini
stratie; aan een officieel en gegalonneerd
socialisme. De zoogenaamd1© hervormers gaan
averechts te werk, zij desorganiseer en den.
rijkdom, veroorzaken onbeperkte uitgaven
en steeds vermeerderende tekorten."
Engeland.
Het Hoogerhuis heeft Maandag, zooals
Reuter reeds heeft bericht, de Londensche
kieswet verworpen. Deze wet had niets an
ders ten doel dan dat bij de verkiezingen ge
heel Londen als eenheid zou worden behan
deld. Diensovereenkomstig zouden de kie
zers, die van liet eene kiesdistrict naar het
andere trekken, zonder meer in hun nieuwe
district kiesgerechtigd zijn, terwijl zij thans
hun kiesrecht voor een tijd lang verliezen en
opnieuw verwerven moeten. Anderzijds zou
het bezit van verschillende woningen in ver
schillende kiesdistricten niet het uitoefenen
van een meervoudig kiesrecht wettigen, ge
lijk thans het geval is. Beide wijzigingen
hadden ten doel Londen gelijk te stellen met
de andere groote steden van het koninkrijk
en beoogden tevens eene meer rechtvaardige
regeling van het kiesrecht. De Lords hebben
de wet verworpen, daar ze uitdrukkelijk het
meervoudig kiesrecht voor de bezitters van
meerdere woningen willen handhaven. De
eigenlijke reden is, dat in de wet een demo
cratische trek ligt, waartegen ze zich thans
meer dan ooit verzetten. De lieden, welke
door verhuizing gevaar loopen hun kiesrecht
voor eenigen tijd te verliezen, behooren na
melijk meestal tot de minder gegoede volks
klassen.
Londen, 11 Nov. Terwijl de zitting
van het Lagerhuis is verdaagd, gaat het
Hoogerhuis voort met de behandeling van
verschillende regeerings voorstellen. Men
verwacht, dat met de tweede lezing van de
wet op de middelen een aanvang zal worden
gemaakt op 22 Nov.tot dusverre echter
heeft lord Lansdowne nog geen amende
ment namens de oppositie aangekondigd.
Zweden.
Den vertegenwoordigers van de Nationale
Arbeiders Organisatie en van den Werkge-
versbond werd door de regeerings-bemid de
laars voorgesteld, de verdere onderhandelin
gen over de door de werkgevers geëischt©
orde van behandeling tot 15 December uit
te stellen. Men wil dan thans den voornaam-
sten eisch der werkgevers behandelen betref
fende het recht arbeiders willekeurig aan
te nemen en aan te stellen, zonder het te
genwoordige recht van organisatie te onder
drukken.
De onderhandelingen over de voorwaar
den voor het aannemen van arbeiders wer
den 11a deze principieel© overeenkomst reeds
thans geopend op den grondslag van een
vroeger voorstel van de regeeriugsbemidde-
laars.
De „burgerlijke" pers dringt er bij de
arbeidersvertegenwoordigers op aan, ter wille
van den vrede dit voorstel aan te nemen.
Ooiten rljk-HongarlJe.
Boedapest, 11 Nov. Er is een
scheuring gekomen in de onafhankelijkheids
partij tusschon de Kossuth-partij en de aan
hangers van Justh, voorzitter der Kamer vau
afgevaardigden
Kossuth was de eerste die een onafhan
kelijke Hongaarsche bank en de oeconomi-
sche onafhankelijkheid van heb land voor
stelde. Terwijl nu de partijgenooten van
Justh onmiddellijk de bank willen, ant
woordt Kossuth, dat het onmogelijk is de
nationale bank in twee maanden op te rich
ten.
Boedapest, 11 Nov. Heden is op
de door de onafhankelijkheidspartij gehou
den beslissende conferentie met 120 tegen
74 stemmen bet voorstel aangenomen, lui
dende, dat de onafhankelijkheidspartij moet
steunen het kabinet, samengesteld, door de
partij, die elke coalitie met andere partijen
uitsluit en in het regeeringsprogram de
kiesrechthervorming op den grondslag van
het algemeen kiesrecht en de instelling van
een zelfstandige bank voor 1910 opneemt.
Naar aanleiding van dit besluit heeft Kos
suth verklaard zich uit de partij terug te
trekken. Een nieuwe partij heeft zich ge
vormd onder den naam van: „Onafhanke
lijkheidspartij van 1848 van Kossuth", waar
van Kossuth voorzitter is.
De nieuwe partij ontving reeds een aan
merkelijk aantal adhaesiebetuigingen.
Italië.
Op 16 November a.s. herdenkt Paus Pius
X den dag. dat hij voor 25 jaren werd ge
wijd tot bisschop van Mantua. Dit jubi
leum zal te Rome in alle stilte worden ge
vierd. Zooals men zich herinnert, heeft de
Paus verleden jaar zijn gouden priester
jubileum onder buitengewone deelneming
van de geheele beschaafde wereld gevierd en
bij die gelegenheid heeft het Vatikaan doen
uitkomen, dat het de plechtigheid in de St.
54 DOOK
RUDOLF HERZOG.
Harte nabijheid bracht hem tot overdrij
ving, tot snoeverij„Dat zijn geen verf-
vlekken, die het onvermogen trachten te
bemantelen, d'at is teekening, rijkdom, ver
kwisting. Dat zijn. imenBchcm, die werke
lijk kleeren aan hebben, dn plaats van den
afdruk van :h©t palet. Daarin steekt schep
pingskracht en geen kleurlooze maaperij
Gr etch en, kus me!"
„Zou je den brief niet open maken f'
„Ja, dadelijkZijn© dorstig© jonge
lippen bedwongen haren mond. Niets ver
namen beiden dan het kloppen, hunner pol
sen, het voorwaarts dringen van den hart
slag. „Laat me,,Nog niet!
„Je doet me pijn„Jij mij ook!"
„Gekke jongen!" „Ach
Nu had ze zich loe gewrongen. Met bei
de handen streek ze het haar achter de
ooren. „Maak d©n brief openl''
„Laat dien brief toch met rust! Gret-
chen Y,oel eens mijn hart
„Maak toch een beetje voort! Ik moet
naar beneden."
Nog eenmaal lacht© hij haar toe. Met
vurige, zegevierende kinderoogen. Toen
nam hij den. brief, scheurde do enveloppe
open en las. Hij las als een die niet be-
begreep. Hij keerde 'het couvert om en
overtuigde zich nog eenmaal van het adiree.
En weder las hij den brief. Het vlammen
de rood van zijn gelaat verbleekte. Heb
niet-begrij pen maakte voor plotselingen
schrik plaats. En zijne trekken werden
kleurloos en oud.
„Is het iets onpleizierigs?"
„Ja."
„Laat zien."
Hij frommelde den brief in de vuist in
een. En verwezen keek hij van den bal pa
pier naar zijn nieuwe compositie. Zijne
lippen trokken zich smartelijk samen. Zijn
adem strkte. „Maar laat me dan toch
eindelijk zien!"
Zijne hand opende zich en de bal papier
viel' op den grond. Hij keek er .in 't ge
heel niet naar. Ze kon zich voor zijn part
hukken en den brief glad strijken en lezen.
Het meisje raapte het papier op en spelde
de woorden
„Daar u gedurende de eenste semesters
niet getoond hebt, dat u heb onderwijs met
vrucht volgen kunt, verzoeken wij u, uwe
studiën aan. de Academie voor Schoon©
Kunsten alhier na het eindigen van dit se
mester als beëindigd te beschou
wen
Het meisje staarde hem ontsteld aan.
„Wegens onbekwaamheid d'r af?"
Zijn mond beefde. Opstand, trots, daar-
tusschendoor onderdrukte smart. Maar z©
zag het niet.
Ze zag slechts dein met droge woorden
veroordeeld©.
„Nou is 't heelemaal uit."
Hij opende .don. mond'. Do angst over
won den trots. „Neen!" uitte hij met
moeite.
„Je hebt makkelijk praten. Maar daar
kan ik niet, op wachten. Ik heb nou ge
noeg van. al je mooie praatjes. Waai* is nu
jo rijke familie, om je uit de klem te hel
pen Nee, ik dank je wel. Om verdriet
te heb bon ben ik niet op de wereld."
„Gretchen, blijf! Dat dat is toch
slechts een overgang. Laat mij niet in den
steek nu nu ik iemand noodig heb. De
academie de academie, kan voor mijn
part naar de maan loopen! Ik heb haar niet
noodig I Maar .jou heb ik nu wel noo
dig jou lioor je1"
„Als vader dat hoort, moet u hier weg.
Hij is toch al niet over u te spreken."
„Waarom zeg je nu „u" V'
„Wat zou ik anders zeggen? Het is nu
toch uit."
„Gretchen, loop toch niet zoo weg. Kijk
daar is toch mijn, nieuwe ontwerp. En dlaar
net, toen je mij kuste, heb dk bemerkt', dat
dat
„Laat me gaand"
„Gretchen, kus me toch
„U moogt mij niet aanraken! Voortdu
rend belogen hebt u mij. Niks geloof ik
meer van u. Zoo'n praatjesmaker. Ik
laat mij niet meer door u blameeren, en
zeg als 't u blieft niks meer tegen mij."
Hij staarde haar geheel en al uit heb
veld geslagen aan. En toen reeds lang de
deur achter haar dicht gevallen was, s'aax-
hij nog altijd naar dezelfde plek, waar ze
gestaan had, en meende hij haar altijd
nog te zien met den hartvochtigen trek
van naïeve wreedheid op het gelaat, die
de ruwe genotzucht barer jeugd stempelde.
En toch riep hij haar na, alsof hij zich
aan haro schaduw vast moest klampen
„Gretchen I"
Een uur later ging ihij uit. Hij begaf
zich naar Ernst Kölsch, dien hij thuis
trof.
„Lees die grap eens!'*
Zijn vriend doorvloog het schrijven en
overhandigde hot hem weer. „Dal heb ik
zien aankomen."
„En wat moet ik nu beginnen? Naar huis
terugkeeren Mij gewonnen geven Eer ga
ik sbeenen bikken."
Jij behoort op de Kunstnijverheids
school. Gebruik je verstand toch l Daar zal
je een der eersten worden.''
„Zoo! Wat dan? Huisschilder? Toeken-
leeraar! Patronenteekenaar? Waar blijft de
kunst dan?"
„Juist jij zult haar daar vinden. Dat is
een gebiecl, dat van het handwerk tot de
kunst" .gebracht kan worden. Het komt
slechts op talent aan. En aanleg heb je."
„Veider weet je niiots?"
„Is dat niet veel?"
„Afgunsti'gen zijn jullie, domkoppen!
Jullie begrijpen mij eenvoudig niet! Jullie
zien het doorvoelde over het hoofd, omdat
je slechte de brutale kleur kent ©n voor
de détails blind bent! Ach God, dat heb ik
met jullie nog te maken 1"
Voordat zij.11 vriend hem tegen had kun
nen houdën, was hij weg. En den volgen
den dag ontving Ernst Kölsch een kort
briefje, waarin Wiskotten hem mededeelde,
dat hij niet meer aan de gemeenschappelijke
maaltijden verschijnen zou en hem verzocht
zich geen moeite meer te geven om hem te
ontmoeten. Hij als werkman kon van een
kunstenaar geen aalmoezen meer aannemen.
Twee dagen had Ewald Wiskotten langs
den Rijn gedwaald. Hij at niet en dronk
niet. De paar mark, welke hij bij zich had,
bewaard© hij als een vrek. Als de honger
hem te machtig werd, liep 'hij lange einden
zonder ophouden, hard. Dan weer lag hij
somber peinzend aam dien Rijn, en volgden
zijne ©ogen den broeden stroom, die gesta
dig voortstroomde, altijd maar voort de we
reld in. Totdat or een nevel voor zijn blik
kwam en de nevel zich in droppels oploste,
die brandend over zijn wangen rolden en
heet op zijne hand neervielen. Dan strekte
hij zich in het witte zand uit en snikte wild
om Gretchen. En weder om Gretchen. En
dan om zijn kunst.
Over den Rijn verspreidden zich diepe
schaduwen, die traag met d© golven speel
den, totdat ze in elkanders omarming ver
dwenen. Dat was de nacht. Slechts geklots
ea ingehouden, gelach stegen nog uit defflJ
stroom op En rillend kromp Ewald Wis
kotten ineen. Doch de stemmen van den
nacht, die zoo luid weerklonken, verwarden
zijn denkvermogen, verlamden hem en ver
vulden hem noot verlangen, zoodat. hij de
verlamming des te meer gevoelde. Als onder
een zwaren druk kronkelde hij zich. greep
in de twijgen van een krom gegroeiden wilg
en luisterd© opgewonden naar den kant van.
den stroom. Schuw Kroop hij langs den
oever, gleed uit en voelde de koude van
het water. Giillond schreeuwde hij het uit.
De nacht greep naar hem en de stroom
•trachtte hom met die lange, zwarte armen
van een polyp, die zich om zijn kart en
om zijn voorhoofd wonden, naar zich toe te
trekken. „Moeder!" kadi hij geroepen. Toen
voelde hij weer vasten wal onder die voeten,
richtte zicfli snel op en liep in razende vaart
dioor dik en d'uti. De huiverirug van den.
nacht waarde als een sissende 6lang om hem
heen.
Wordt t trvolffd