8"* Jaargang. Vrijdag 12 November 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. DE WISKOTTENS. m°. i37c AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.00. Afzonder; ij be nummers- 0.05. Deze Courant versohjjnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn 's morgens tyj de Uitgeven in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 rogels f 0.50, Elke regel meer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 «ents bg vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrgf bestaan zeer voordeelige bepalingen tel het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Eer' circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aan vota» toegezonden. Politiek Overzicht. België en de Kongostaat. Twee dingen waren het, die men tot dus ver het bestuur van den Kongo in 't bijzon- dei- verweet: de slechte behandeling der in boorlingen, wien in de domaniale en gecon- cessioneerde gebieden de aanbouw of inza meling van 's lands producten, en de vrije verkoop dezer producten aan do handel be let werd en die gedwongen werden na tuurproducten als belastingen op te brengen en heerendiensten op openbare werken of op particuliere aan plantingen te verrichtenin de tweede plaats en in verband met de eco nomische onvrijheid der inboorlingen was 't het instellen van monopolies voor den han del, hetgeen strijdt met de algemcene acte van BerlijnNvan 1884. Het was onvermijde lijk dal misbruiken voorkwamen zoolang het voor do staatslichamen of de vertegenwoor digers der monopoliebezittende maatschap pijen plicht was, do inboorlingen van het vóórnaamste product, de caoutchouc, zooveel mogelijk in den vorm van. belastingbetaling te doen afleveren en hun de prijs der waren dan zoo laag mogelijk te berekenen. Dit stel sel is verwerpelijk en is ook, door de voor eenige jaren door Koning Leopold ingevoer de hervormingen, niet op eene voldoende wijze veranderd. De dwang tot caoutchouc- levering werd door meer of minder verant woordelijke openbare of particuliere licha men vaak op de strengste wijze uitgeoefend en het scheen ook, alsof de hardheden en barbaarschheden niet zouden ophouden voor het oorspi-onkelijke voortbrcngingssysteem geheel werd afgeschaft. Laatstgenoemd stel sel is tot dusver niet grondig omgewerkt, echter wordt beweerd, dat reeds voor gerui- men tijd met goed resultaat voor eene beter© behandeling der'inboorlingen is gezorgd door een groote uitbreiding der rechtscolleges. Zoo verklaart de onlangs van een onderzoek in den Kongo teruggekeerde Belgische minis ter van koloniën Renkin in' de memorie van toelichting van zijn zeer onlangs ingediend wetsontwerp inzake de hervormingen in den Kongo, dat de beschuldigingen van bar- baarschheid en onderdrukking, die tot het "Belgische koloniale bewind werden gericht, met de feiten in tegenspraak zijn. Op zijn reis heeft den minister nimmer eenige klacht over stelselmatige barbaarschheid en mis bruiken door het ambtenaarskorps bereikt. Intusschen zijn afzonderlijke overtredingen altijd mogelijk, doch iedere klacht wordt on middellijk gerechtelijk onderzocht. Ook de socialistische afgevaardigde Van de Velde, die zich reeds tweemaal persoonlijk van de toestanden in den Kongo op de hoogte heeft gesteld, heeft zulks verklaard en de opmer king gemaakt, dat de rechtbanken eer te streng dan te zacht optreden tegen beamb ten, die zich aan inboorlingen hebben ver grepen Het tot dusver gehuldigde koloniale stel sel berust daarop, dat de voormalige Kongo- staat zich zelf in staat heeft moeten hou den. Sedert de overname der kolonie door België heeft de kolonie echter, zoo verklaart de minister, een rijk moederland achter zich, dat aan de kolonie een vruchtbare ontwikke ling kan waarborgen. Met andere woorden wanneer door den overgang tot een nieuw bedrijfssysteem de kolonie in geldelijke moeielijkhéd&n geraakt, moet het moeder land haar steun verleenen, totdat ze op eigen basis staat. Tevens wordt hiermede er kend, dat het oude systeem om uit de ko lonie zelf de kosten voor hare instandhou ding te verkrijgen, verkeerd geweest is, zij het ook dat de uitwendige omstandigheden nauwelijks eene andere oplossing veroorloof den Naast de in afzonderlijke berichten reeds vermelde maatregelen tot verhooging van de welvaart der bevolking, o.a. tot het tegen gaan der slaapziekte, tot het aanleg gen van groote openbare werken, enz., valt op commercieel gebied nog aan te stippen, dat het ook in de andere Afrikaansche koloniën ingeslagen systeem der Kroonlanden blijft behoudenover onbeheerd, d. w. z. niet door inboorlin gen gebruikt land beschikt de Staar. Ten inboorlingen waren van ouds rechten op het land toegekend, en deze rechten mogen naar behoef*e worden uitgebreid. De Kongostaat nu had de beschikbare Kroonlanden zelf in exploitatie genomen.'Minister Renkin is van dit laatste nu juist geen bewonderaar en wil aan particulieren de exploratie der hoofd voortbrengselen, caoutchouc en copal, op de bedoelde terreiniêh overlaten, en wel zoo dat hunne beschikbaarstelling in drie ge deelten, tot aan den len Juli 1912, plaats heeft, waarbij slechts 600,000 Hectare do- meinlanden, verdeeld in vijf gebieden, voor staatsexploitatie zullen overblijven. Van bijzonder gewicht is de door den mi nister gedane toezegging tot invoering van grootere handelsvrijheid, waarmede men het, ondanks de bepalingen van het Bcrlijnsche verdrag van 1884, tot dusver niet al te ruim schijnt te hebben genomen. En in den laatsten tijd af en toe gezin speeld op een gemeenschappelijk optreden van Duitscliland en Engeland in de Kongo- kwestie. Het eerstgenoemde rijk heeft dit vraagstuk immers voornamelijk uit een han- delsoogpunt beschouwd. Wanneer men nu in aanmerking neemt, dat de Kölnisch© Zei- tung, waaraan wij ook de hierboven gedane uiteenzetting van den ouden en den nieuwen toestand in de Kongo ontleenen, met de nieuwe handelsbepalingen nog al ingenomen is, al erkent het blad dat er nog te verbete ren valt, dan zou men niet zeggen dat er in Duitscliland veel behoefte bestaat 2ich tegenover België te doen gelden. Engeland matigt zich meer de rol vai zedemeester aan over België's ethische, vol gens Engeland eigenlijk niet-ethische, poli tiek, voornamelijk wat betreft de behande ling van inboorlingen en vreemde onderda nen. Wel merkmaardig mag het genoemd werden, dat ook thans nog Albion aan België hinderpalen in den weg blijft leggen en mi nister Asquith in zijne rede in Guildhall zich nog zoo kras over de toestanden in de Kongo kon uitlaten. Over den Kongo sprekende zoide Asquith nl. De voorwaarden, gesteld aan de schep ping van den Kongostaat, zijn voortdurend geschonden. Het land is voor den handel ge sloten, de inwoners moetein gedwongen ar beid verrichten en hun toestand wordt steeds erger. Het is ons onmogelijk geworden voor de Engelse he onderdanen een andere juris dictie 'dan de onze te erkennenBelgië heeft thans een politieke verklaring afgelegd, die Asquith van groot gewicht toescheen, of schoon de Engelsche regeering nog niet den tijd~ heeft 'gehad, die verklaring nauwkeurig na te gaan. Asquith begroette dit stuk als grootere verwachtingen aanbiedende dan eenig ander De Kongokwestie zal haar defi nitieve oplossing krijgen zoodra Engeland een naasting door België, op de gemeen schappelijke rechten der menschel ij kheód ge grond, zal kunnen erkennen. Als wij onze beslissing ten aanzien van onze toestemming tot de naasting opschorten aldus Asquith, dan geschiedt dit, omdat wij bet oudé stelsel, dat wij brandmerken, niet kunnen goedkeuren. Als België de door ons gewenschte volledige veranderingen aan brengt, zullen wij ons haasten de naasting te erkennen. De Indépendance Beige wijdt, naar aan leiding dezer rede, een hartig woordje aan Engeland.'s ©enigszins verdachte bemoei zucht. ,,Men zou werkelijk zeggen" schrijft het blad ,,dat de regeering te Lon den eene vriendschappelijke en verzoenende houding wil aannemen tegenover iedereen, behalve jegens België en zijn arbeid in der, Kongo. Men mag er zich over verwonderen, dat de Engelsche premier spreekt van „voor waarden" gesteld aan de schepping van den Kongostaat, terwijl deze staat een zelfstan dige staat is, volkomen onafhankelijk, en geen andere verplichtingen heeft dan die, welke voortvloeien uit de algemeen© acte van Berlijn, niet alleen voor den onafhanke- lijkon Kongostaat, maar voor alle mogend heden die bezittingen hebben in het stroom gebied van den Kongo. Er hebben dus nooit voorwaarden voor de schepping van den on af hankelij ken Kongostraat bestaan. De be wering van den premier, dat het voor de Engelsche regeeriug onmogelijk geworden is voor de Engelsche onderdanen in den Kongo een andere rechtspraak te erkennen dan de Engelsche, is e en herhaling van de reeds verscheidene malen geuite be dreiging, gerechtelijke bevoegdheden te eischen voor de Engelsche consuls krach tens het verdrag van 1884. Dit ver drag maakte echter alleen de voorzie ning, dat de consulaire rechtsspraak kom worden toegepast voor het geval de Congo- leesche rechtspraak onvoldoende zou zijn. Gedurende vijf en twintig jaren heeft de En gelsche regeering dus de Congoleesche rechterlijke organisatie voldoende geacht en thans, nu de rechterlijke administratie een belangrijke uitbreiding ten deel is gevallen, nu het aantal magistraten verdubbeld en zelfs verdrievoudigd is, zou zij beweren te handelen krachtens een verdrag, waarvan de zwakheid duidelijk is gebleken. Men zal toegeven, dat deze bewering moeielijk vol te houden is. Bovendien is het verdrag van 1884 in zoo weinig heldere termen vervat en bevat het zooveel tegenstrijdige bepalingen., dat het niet vatbaar is voor toepassing. Minister Asquith heeft beweerd, dat de toestand der inboorlingen steeds erger wordt, wat in volslagen tegenspraak is met de me- dedeelingen van minister Renkin. Wanneer het gaat tusschen de beweringen van En gelsche zendelingen en de officieele ver klaringen van den minister van Koloniën, boude de heer Asquith ons ten goede dat wij niet aarzelen. Voor het overige heeft hij wel willen erkennen, dat de ver klaringen, onlangs in naam der Belgische regeering gedaan, hem een hoopvol perspec tief hebben geopend. Minister Asquith heeft den nadruk gelegd op de belangloosheid van Engeland in deze kwestie en op de hartelijkheid der Engelsch- Belgische betrekkingen. Wij kunnen riets beters wenschen, dan hem te gelooven, maar wij meenen dat zijn houding en zijn woorden niet geheel de strekking hebben ons daar van te overtuigen, en die politieke kringen in Engeland moeten er zich niet over ver wonderen, dat er te dezen opzichte in de Belgische openbare ineening twijfel beetaat". Dulttehland. B e r 1 ij n, 11 N o v. Heden middag ar riveerde aan den Amhalter Baknhof alhier die Oo sten rijks che troonopvolger aartshertog Frans Ferdinand met zijne gemalin Herto gin Hohenbërg. Na een allerhartól'ij kis te be groeting door dien Keizer begaven de hooge bezoekers zich naar het nieuwe paleis te Potsdam. B er lij n, 11 Nov. In het nieuwe paleis te Potsdam had heden avond een souper plaats, waaraan deelnamen de Kei zer en Keizerin, aartshertog Frans Ferdi nand en gemalin, de kroonprins en kroon prinses van Griekenland, de rijkskanselier, von Schoen en de Oostenrijksehe gezant. Na afloop was er muzikale soirée. Frankrijk. I11 de Kamer zijn de algemeen© beraad slagingen begonnen over de begrooting voor 1910, die sluit met een tekort van 200 rnil- lioen. 't Is nog al wélletjes. Doch dit te kort is naar de overtuiging van goedie beoor deelaars nog niets in vergelijking met de de ficitten die te wachten zijn, wanneer men cp den sinds 15 jaren gevolgden weg van mildheid en spilzucht voortgaat. Naar men weet stolt de minister Cochery voor, liet geheele tekort door nieuwe belas tingen te dekken. Maar èn Jules Roche, èn Jaurès, èn Pi©u, verklaarden in de laatste zitting, voor geern nieuwe belastingen meer te willen stemmen. Vo'lgens eerstgenoemde zit liet kwaad 200 diep, diat het aannemen van enkele belastin gen het niet kan verhelpen. „Wij lijden zeide hij, aan de uitwerking van den esprit éta- tiste in die wetten en in de al gemeen e admini stratie; aan een officieel en gegalonneerd socialisme. De zoogenaamd1© hervormers gaan averechts te werk, zij desorganiseer en den. rijkdom, veroorzaken onbeperkte uitgaven en steeds vermeerderende tekorten." Engeland. Het Hoogerhuis heeft Maandag, zooals Reuter reeds heeft bericht, de Londensche kieswet verworpen. Deze wet had niets an ders ten doel dan dat bij de verkiezingen ge heel Londen als eenheid zou worden behan deld. Diensovereenkomstig zouden de kie zers, die van liet eene kiesdistrict naar het andere trekken, zonder meer in hun nieuwe district kiesgerechtigd zijn, terwijl zij thans hun kiesrecht voor een tijd lang verliezen en opnieuw verwerven moeten. Anderzijds zou het bezit van verschillende woningen in ver schillende kiesdistricten niet het uitoefenen van een meervoudig kiesrecht wettigen, ge lijk thans het geval is. Beide wijzigingen hadden ten doel Londen gelijk te stellen met de andere groote steden van het koninkrijk en beoogden tevens eene meer rechtvaardige regeling van het kiesrecht. De Lords hebben de wet verworpen, daar ze uitdrukkelijk het meervoudig kiesrecht voor de bezitters van meerdere woningen willen handhaven. De eigenlijke reden is, dat in de wet een demo cratische trek ligt, waartegen ze zich thans meer dan ooit verzetten. De lieden, welke door verhuizing gevaar loopen hun kiesrecht voor eenigen tijd te verliezen, behooren na melijk meestal tot de minder gegoede volks klassen. Londen, 11 Nov. Terwijl de zitting van het Lagerhuis is verdaagd, gaat het Hoogerhuis voort met de behandeling van verschillende regeerings voorstellen. Men verwacht, dat met de tweede lezing van de wet op de middelen een aanvang zal worden gemaakt op 22 Nov.tot dusverre echter heeft lord Lansdowne nog geen amende ment namens de oppositie aangekondigd. Zweden. Den vertegenwoordigers van de Nationale Arbeiders Organisatie en van den Werkge- versbond werd door de regeerings-bemid de laars voorgesteld, de verdere onderhandelin gen over de door de werkgevers geëischt© orde van behandeling tot 15 December uit te stellen. Men wil dan thans den voornaam- sten eisch der werkgevers behandelen betref fende het recht arbeiders willekeurig aan te nemen en aan te stellen, zonder het te genwoordige recht van organisatie te onder drukken. De onderhandelingen over de voorwaar den voor het aannemen van arbeiders wer den 11a deze principieel© overeenkomst reeds thans geopend op den grondslag van een vroeger voorstel van de regeeriugsbemidde- laars. De „burgerlijke" pers dringt er bij de arbeidersvertegenwoordigers op aan, ter wille van den vrede dit voorstel aan te nemen. Ooiten rljk-HongarlJe. Boedapest, 11 Nov. Er is een scheuring gekomen in de onafhankelijkheids partij tusschon de Kossuth-partij en de aan hangers van Justh, voorzitter der Kamer vau afgevaardigden Kossuth was de eerste die een onafhan kelijke Hongaarsche bank en de oeconomi- sche onafhankelijkheid van heb land voor stelde. Terwijl nu de partijgenooten van Justh onmiddellijk de bank willen, ant woordt Kossuth, dat het onmogelijk is de nationale bank in twee maanden op te rich ten. Boedapest, 11 Nov. Heden is op de door de onafhankelijkheidspartij gehou den beslissende conferentie met 120 tegen 74 stemmen bet voorstel aangenomen, lui dende, dat de onafhankelijkheidspartij moet steunen het kabinet, samengesteld, door de partij, die elke coalitie met andere partijen uitsluit en in het regeeringsprogram de kiesrechthervorming op den grondslag van het algemeen kiesrecht en de instelling van een zelfstandige bank voor 1910 opneemt. Naar aanleiding van dit besluit heeft Kos suth verklaard zich uit de partij terug te trekken. Een nieuwe partij heeft zich ge vormd onder den naam van: „Onafhanke lijkheidspartij van 1848 van Kossuth", waar van Kossuth voorzitter is. De nieuwe partij ontving reeds een aan merkelijk aantal adhaesiebetuigingen. Italië. Op 16 November a.s. herdenkt Paus Pius X den dag. dat hij voor 25 jaren werd ge wijd tot bisschop van Mantua. Dit jubi leum zal te Rome in alle stilte worden ge vierd. Zooals men zich herinnert, heeft de Paus verleden jaar zijn gouden priester jubileum onder buitengewone deelneming van de geheele beschaafde wereld gevierd en bij die gelegenheid heeft het Vatikaan doen uitkomen, dat het de plechtigheid in de St. 54 DOOK RUDOLF HERZOG. Harte nabijheid bracht hem tot overdrij ving, tot snoeverij„Dat zijn geen verf- vlekken, die het onvermogen trachten te bemantelen, d'at is teekening, rijkdom, ver kwisting. Dat zijn. imenBchcm, die werke lijk kleeren aan hebben, dn plaats van den afdruk van :h©t palet. Daarin steekt schep pingskracht en geen kleurlooze maaperij Gr etch en, kus me!" „Zou je den brief niet open maken f' „Ja, dadelijkZijn© dorstig© jonge lippen bedwongen haren mond. Niets ver namen beiden dan het kloppen, hunner pol sen, het voorwaarts dringen van den hart slag. „Laat me,,Nog niet! „Je doet me pijn„Jij mij ook!" „Gekke jongen!" „Ach Nu had ze zich loe gewrongen. Met bei de handen streek ze het haar achter de ooren. „Maak d©n brief openl'' „Laat dien brief toch met rust! Gret- chen Y,oel eens mijn hart „Maak toch een beetje voort! Ik moet naar beneden." Nog eenmaal lacht© hij haar toe. Met vurige, zegevierende kinderoogen. Toen nam hij den. brief, scheurde do enveloppe open en las. Hij las als een die niet be- begreep. Hij keerde 'het couvert om en overtuigde zich nog eenmaal van het adiree. En weder las hij den brief. Het vlammen de rood van zijn gelaat verbleekte. Heb niet-begrij pen maakte voor plotselingen schrik plaats. En zijne trekken werden kleurloos en oud. „Is het iets onpleizierigs?" „Ja." „Laat zien." Hij frommelde den brief in de vuist in een. En verwezen keek hij van den bal pa pier naar zijn nieuwe compositie. Zijne lippen trokken zich smartelijk samen. Zijn adem strkte. „Maar laat me dan toch eindelijk zien!" Zijne hand opende zich en de bal papier viel' op den grond. Hij keek er .in 't ge heel niet naar. Ze kon zich voor zijn part hukken en den brief glad strijken en lezen. Het meisje raapte het papier op en spelde de woorden „Daar u gedurende de eenste semesters niet getoond hebt, dat u heb onderwijs met vrucht volgen kunt, verzoeken wij u, uwe studiën aan. de Academie voor Schoon© Kunsten alhier na het eindigen van dit se mester als beëindigd te beschou wen Het meisje staarde hem ontsteld aan. „Wegens onbekwaamheid d'r af?" Zijn mond beefde. Opstand, trots, daar- tusschendoor onderdrukte smart. Maar z© zag het niet. Ze zag slechts dein met droge woorden veroordeeld©. „Nou is 't heelemaal uit." Hij opende .don. mond'. Do angst over won den trots. „Neen!" uitte hij met moeite. „Je hebt makkelijk praten. Maar daar kan ik niet, op wachten. Ik heb nou ge noeg van. al je mooie praatjes. Waai* is nu jo rijke familie, om je uit de klem te hel pen Nee, ik dank je wel. Om verdriet te heb bon ben ik niet op de wereld." „Gretchen, blijf! Dat dat is toch slechts een overgang. Laat mij niet in den steek nu nu ik iemand noodig heb. De academie de academie, kan voor mijn part naar de maan loopen! Ik heb haar niet noodig I Maar .jou heb ik nu wel noo dig jou lioor je1" „Als vader dat hoort, moet u hier weg. Hij is toch al niet over u te spreken." „Waarom zeg je nu „u" V' „Wat zou ik anders zeggen? Het is nu toch uit." „Gretchen, loop toch niet zoo weg. Kijk daar is toch mijn, nieuwe ontwerp. En dlaar net, toen je mij kuste, heb dk bemerkt', dat dat „Laat me gaand" „Gretchen, kus me toch „U moogt mij niet aanraken! Voortdu rend belogen hebt u mij. Niks geloof ik meer van u. Zoo'n praatjesmaker. Ik laat mij niet meer door u blameeren, en zeg als 't u blieft niks meer tegen mij." Hij staarde haar geheel en al uit heb veld geslagen aan. En toen reeds lang de deur achter haar dicht gevallen was, s'aax- hij nog altijd naar dezelfde plek, waar ze gestaan had, en meende hij haar altijd nog te zien met den hartvochtigen trek van naïeve wreedheid op het gelaat, die de ruwe genotzucht barer jeugd stempelde. En toch riep hij haar na, alsof hij zich aan haro schaduw vast moest klampen „Gretchen I" Een uur later ging ihij uit. Hij begaf zich naar Ernst Kölsch, dien hij thuis trof. „Lees die grap eens!'* Zijn vriend doorvloog het schrijven en overhandigde hot hem weer. „Dal heb ik zien aankomen." „En wat moet ik nu beginnen? Naar huis terugkeeren Mij gewonnen geven Eer ga ik sbeenen bikken." Jij behoort op de Kunstnijverheids school. Gebruik je verstand toch l Daar zal je een der eersten worden.'' „Zoo! Wat dan? Huisschilder? Toeken- leeraar! Patronenteekenaar? Waar blijft de kunst dan?" „Juist jij zult haar daar vinden. Dat is een gebiecl, dat van het handwerk tot de kunst" .gebracht kan worden. Het komt slechts op talent aan. En aanleg heb je." „Veider weet je niiots?" „Is dat niet veel?" „Afgunsti'gen zijn jullie, domkoppen! Jullie begrijpen mij eenvoudig niet! Jullie zien het doorvoelde over het hoofd, omdat je slechte de brutale kleur kent ©n voor de détails blind bent! Ach God, dat heb ik met jullie nog te maken 1" Voordat zij.11 vriend hem tegen had kun nen houdën, was hij weg. En den volgen den dag ontving Ernst Kölsch een kort briefje, waarin Wiskotten hem mededeelde, dat hij niet meer aan de gemeenschappelijke maaltijden verschijnen zou en hem verzocht zich geen moeite meer te geven om hem te ontmoeten. Hij als werkman kon van een kunstenaar geen aalmoezen meer aannemen. Twee dagen had Ewald Wiskotten langs den Rijn gedwaald. Hij at niet en dronk niet. De paar mark, welke hij bij zich had, bewaard© hij als een vrek. Als de honger hem te machtig werd, liep 'hij lange einden zonder ophouden, hard. Dan weer lag hij somber peinzend aam dien Rijn, en volgden zijne ©ogen den broeden stroom, die gesta dig voortstroomde, altijd maar voort de we reld in. Totdat or een nevel voor zijn blik kwam en de nevel zich in droppels oploste, die brandend over zijn wangen rolden en heet op zijne hand neervielen. Dan strekte hij zich in het witte zand uit en snikte wild om Gretchen. En weder om Gretchen. En dan om zijn kunst. Over den Rijn verspreidden zich diepe schaduwen, die traag met d© golven speel den, totdat ze in elkanders omarming ver dwenen. Dat was de nacht. Slechts geklots ea ingehouden, gelach stegen nog uit defflJ stroom op En rillend kromp Ewald Wis kotten ineen. Doch de stemmen van den nacht, die zoo luid weerklonken, verwarden zijn denkvermogen, verlamden hem en ver vulden hem noot verlangen, zoodat. hij de verlamming des te meer gevoelde. Als onder een zwaren druk kronkelde hij zich. greep in de twijgen van een krom gegroeiden wilg en luisterd© opgewonden naar den kant van. den stroom. Schuw Kroop hij langs den oever, gleed uit en voelde de koude van het water. Giillond schreeuwde hij het uit. De nacht greep naar hem en de stroom •trachtte hom met die lange, zwarte armen van een polyp, die zich om zijn kart en om zijn voorhoofd wonden, naar zich toe te trekken. „Moeder!" kadi hij geroepen. Toen voelde hij weer vasten wal onder die voeten, richtte zicfli snel op en liep in razende vaart dioor dik en d'uti. De huiverirug van den. nacht waarde als een sissende 6lang om hem heen. Wordt t trvolffd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1