BINNENLAND.
t"«
r»
Pieterskerk tevens beschouwde als een her-
denking van het 253-jarig episcopaat van
den Paus, waarom zij dan ook niet op den i
datum, dat de Paus tct den troon van St.
Pie ter werd geroepen (4 Augustus), maar op
16 November plaats had.
Turkije.
De Turken moeten onlangs in Jemen een
belangrijke overwinning hebben behaald op
de opstandelingen, welke zich schijnen +e
hebben onderworpen.
Griekenland.
De Qrieksche regeering heeft besloten,
gevolg te geven aan den aandrang van de
openbare meening, de pers en van den mili
tairen bond eu de gezanten uit het buiten-
land terug te roepen. Alleen zullen aanblij-
ven Romanos te Londen, Koromilafi te
Washington en Gryparis te Konstantinopel.
Na de sluiting van de Kamerzitting zuïien
de nieuwe diplomatieke benoemingen los- j
komen
In de provinciën neemt de beweging ten 1
gunste van Typaldos toe. Een veel verspreid
blad, Belas te Patras verdedigt hem ijverig,
zeggende dat de machthebbers hem dood
kunnen schieten, maar hem niet den scheld
naam van verrader mogen geven. De gefu
silleerde oproerling zal als vaderlander in
eero blijven.
In de Oostenrijksche pers zijn zeer zwart-
gekleurdc berichten voorgekomen over den
toestand in Griekenland.
Thans bevat het Neue Wiener Tagblatt een
blijkbaar officieus bericht, dat niet alleen
de vier beschermende mogendheden, maar
alle groote mogendheden in Europa, vast
besloten zijn, alles te doen om koning
George en zijn huis op den Griekscheu
tivon te handhaven.
De Atheensche correspondent van de
Temps heeft een onderhoud geliad nnet drie
leden der hervormingspartij, twee militairen
en een burger.
De militairen beklaagden zich er over, dat
de hervormingsbeweging in de Europeesche
pers zoo vaak verkeerd beoordeeld was.
Vooral de Du Lts oh e bladen hadden zich daar
aan schuldig geanaaJct. Het zou ons te ver
weren zoo zeiden de militairen al de
dingen, die ons ten laste zijn gelegd, te
weerleggen, maar we wallen toch op enkele
hoofdzaken wijzen. Men beeft o.a. gezegd
dat de hervormingsbeweging tegen de dy
nastie gericht is. Dat is onjuist. Toeu de
troepen op 28 Augustus de hoofdstad bin
nentrokken, riepen zij„Leve de Koning 1"
Binds hebben we herhaaldelijk onze aanhan
kelijkheid aan den Koning doen blijken eti
koning George heeft dan ook niet aan onze
trouw getwijfeld. Wel zijn er ouder ons,
die het desnoods zonder het parlement zou
den willen stellen en een militaire dictatuur
zouden wenschen, maar die vormen de min
derheid en zij hebben zdch naar die inzich
ten der meerderheid geschikt.
De burger zeide, dat de hervormingspartij
er over o ntsbemd was dat men liet optreden
der jong-Turksche officieren had geprezen
boven dat. der Grieksohe officieren. Men
heeft den Griekse ben officieren verweten,
dat zij in verzet waren gekomen tegen een
grondwettig bewind, terwijl de jong-Turk-
selbo officieren te doen hadden gehad met
een tiran. Dat argument lijkt heel mooi,
maar het gaat niet op. Een parlementair be
wind kan even slecht zijn als dat van e»en
tiranEn al moge de regeering in Grieken
land niet in handen zijn van een despoot,
hot politieke bedierf is er niet minder om.
Bovendien heeft Abdoel Hamid zijn land
een sterk en zegevierend leger gegeven, ter
wijl in Griekenland de nederlaag van 1897
gevolgd is door twaalf jaren van werkloos
heid. Het was een gebiedende eisch der
noodzakelijkheid dat de misstanden, waar
door Griekenland zwak naar buiten en ge
desorganiseerd van binnen was, een einde
namen. Als het leger zich niet verzet had,
dan zou het verzet van andere zijd» zijn.
gekomen. Er zou in Griekenland een soort
commune zijn uitgeroepen., die de monar
chie zon hebben omvergeworpen en waarbij
zich tooneelen van de grootste wanorde zou
den hebben voorgodaau. Men vergete niet dat
de militaire beweging van Augustus zonder
de minste wanorde heeft pllaatg gehad en dat
- muiterij van Typaldos binnen 12 uren on
derdrukt was. De Apri'l-beweging te Kon
stantinopel daarentegen heeft tot een bur
geroorlog geleid waaruit de hervormingsbe
weging weliswaar zegevierend is te voor
schijn getreden, maar in den loop waarvan
Bulgarije onafhankelijk is géwordén. Als de
Grieken wat brutaler waren geweest, hadden
ze Kreta kunnen krijgen. Mem wijst cp
het voorbeeld van het jong-Turksche comité
dat thans de politiek op zij gezet heeft.
Maar die verandering heeft zich pas kun
nen voltiekken na zestien maanden, toen het
werk volbracht was. Welnu, wanneer wij
zullen zien dat onze wenschen in vervul
ling zijn gegaan, dan zullen we onze ver-
eeniging eveneens ontbinden. En dan zal
het buitenland, als het Griekenland's regee
ring gezuiverd en zijn leger en vloot ver
sterkt zal zien, ons werk met meer billijk
heid beoordeel en. Aldus deze zegsman
van den Tömps-correspondent.
Men seint uit Athene aan de Times
Luitenant Demestrief, de voornaamste
medeplichtige van Tipaldos, heeft zich in
handen der overheid gegeven.
Er is nu nog slechts een der deelnemers
aan de muiterij der torpedobooten op vrije
voeten
Abessynië.
Een telegram uit Djibouti meldtOn
danks de ingetreden beterschap itn don toe
stand van Negus Menelik hebben de hem
behandelende artsen uitgemaakt, dat de
Negus geen invloed meer op de staatszaken
zal kunnen uitoefenen, daar hij door
de beroerte die l»em getroffen heeft ver
lamd is en zijn geestvermogen! gestoord zij"
Allerlei.
Londen, 12 Nov. Aan de Times
wordt uit New-York gemeld, d.d. 11 dezer,
dat Ginn, een rijke uitgever te Boston, heeft
aangekondigd, dat hij tienduizend pond
sterling 's jaars wil besteden, ten einde do
zaak des vredes te bevorderen. Hij is van
plan een internationale vredesscliool te
stichten met een grooten staf van leeraren
en onderwijzers.
De Steinheil-xaak.
vDe zesde dag van het proces-Steinheil
is niet gunstig voor de aangeklaagde ge
weest. Een zwak punt voor de verdediging
werd vrij scherp belicht: de juweelen-
kwestic.
Verhoord werd de juwelier Souloy, aan
wien de aangeklaagde eenige zoogenaamd in
den moordnacht gestolen ju weel en gaf, om
deze onkenbaar te maken. Op verzoek van
den president maakt Souloy aan de jury
duidelijk, wat hij veranderen moest.
Op de vraag van den president, waarom
zij de juweelen liet veranderen, antwoordt
zij„Omdat ik niet wilde, dat mijn doch
ter te weten kwam, <tat dae juweelen mij
door mijn minnaars gegeven waren. Ik bid
u, mijnheer de president, medei.jden met mij
te hebben." De pres. „Och, dat zegt gij
altijd, ale ge met uw antwoord verlegen
zit."
j uwoeJen-kwestie ie ons niet erg dui
delijk, maar uit alle verslagen zien wij, dat
ze ongunstig verliep voor mevrouw Btedn-
heil. Ten eerste vatte de juwelier Souloy
uit eigen beweging verdenking op en ging
naar den instructie-rechter. Ten tweede Is
mevr. Steinhedl pas in het 11e verhoor voor
den instructie-rechter over „valsche" juwee
len begonnen. Op d© vraag, waarom zij pas
zoo laat over „valsche juweelen" begon,
antwoordt de aangeklaagde„Omdat
ik zoolang mogelijk onzen werkelijken
financieelen toestand verborgen wilde
houden, die door de lieden die ons
keilden, de Buissous en de anderen,
veel beter werd geacht dan hij inderdaad
was. Ik deed, wat zoovele rijke vrouwen
doen, die haar juweelen laten namaken."
De president „Men laat slechts juwee
len van waarde namaken, maar niet die van
150 fiancs"; en als hierop mevr. Steiiiiheil
boos wordt, zegt de president: „Mevrouw,
ik heb het u al meer gezegd, gij zult mijn
geduld niet uitputten."
Na het juweelen-incident kwamen de jour
nalisten aan de beurt, 't Zijn de bekende
heeren, die mevr. Stednheil een „bekente
nis'' afdwongen en haar zoover brachten,
dat ze een zelfmoordplan opvatte. De aam-
geklaagde wil het doen voorkomen, dat ze
heelemaal van den wijs was gebracht en
onder suggestie verkeerde.
Journalist Hutin (tot de aangeklaagde).
Ge moet erkennen, dat ik u niet heb ge
suggereerd.
Mevr. SteinheilNeen, maar ten slotte
was ik bijna gedwongen den naam Woil'ff uit
te schreeuwen.
Hutin Neen gij hebt den naam zeer zacht
u-.gesproken, als een moeilijke bekentenis.
De heer Barby, een ander reporter, ver
klaart. dat hij mevrouw Steinheil tot haar
dienstbode, Mariette Wolff (de moeder van
Alexander Wolff) heeft hooren zeggen: Wat
zoudt gij doen, als ik in hechtenis werd
genomen, waarop de dienstbode an voondde:
Ik zou alles zeggen.
De president: Denk goed na, mijnheer,
wat g.j zegt, ,is zeer ernstig.
Getuige; Ik heb gezworen, de geheel©
waarheid te zeggen; die woorden zijn door
mevrouw Steinheil gezegd. (Langdurige be-
weging).
Mevrouw Steinheil zegt, dat zij er zich
niets van herinnert.
De heer la Bruyère, journalist, bevestigt
het getuigenis van den heer Hutlin. Hij
verklaart ook, dat mevrouw Steindieil, in
den nacht van haar bekentenissen, niet in
normalen toestand verkeerde; zij was hevig
ontdaan, maar bezat nog haar vo'lle tegen
woordigheid van geest.
De heer Chavier, een bloedverwant van de
aangeklaagde, die ook den nacht van het
journalisten-verhoor in den huize Steinheil
vertoefde, bevestigt, d«at hij Mariette Wolff
in den keuken vond met een revolver in de
hand en van plan zich een kogel door het
hoofd te jagen. Op dé vraag van den presi
dent aan mevr. Chavier, hoe zich deze hou
ding verklaart, antwoordt deze: „Verimoe-
delijK was Mariette wanhopig over de mede-
schuld van haar meesteres."
vDonderdag werden de laatste getui-
g..i gehoord. Het eerst was de heer Bor-
necque, oom van bekl. aan de beurt. Mme.
Japy verklaarde hij, had het vruohtgebruik
van een eigendom van haar man.
Get. is vast overtuigd van bekl.'s on
schuld. Volgende getuige is Vial, accoun
tant. Hij is als deskundige ge-dagvaard.
Volgens zijn becijfering kan er hoogstens
4595 frs. in huis zijn, op het. oogenblik van
de misdaad. De verdediger is het hiermede
niet eens, en zegt- dat er 1900 fres. bij het
Crédit Lyonnais gedeponeerd waren, waar
van de 1200 frsc. schuld gemakkelijk be
taald konden worden. Bekl. zegt, dat men
dikwijls geld van haai* heeft geleend, toen,
de schulden betaald waren, maar dat men
het haar niet teruggaf. Geldgebrek was er
nooit.
Get. Joseph Buisson verklaart dat op zijn
aanraden afgezien werd van de huwelijks
plannen van zijn neef Pierre Busison en
Marthe Steinheil. Er was vond get. te veel
over bekl. gesproken. Hieruit volgt niet dat
hij aan bekl.'s 6chuld gelooft. Het scheen
dat zij veel van haar man hield. De Stein-
heils waren nog bang voor inbrekers. Stein
heil kwam altijd vroeg thuis want hij was
bang zijn huis onder bewaking der bediende
te laten.
De architect BoeswilwaJd kent. bekl. van
af haar jeugd, en zag haar op den morgen
na de misdaad. Hij gelooft niet, da/t zij
simuleerde.
Get. Thirion een gewezen model van Stein
heil zegt dat deze onder de plak van bekl.
zat. Steinheil zeide eens, op onzen leeftijd
moesten we maar doodgaan. Hij beklaagde
zich bitter over de onverschilligheid van het
publiek voor zijn werk.
Nu wordt get. Connant, een vroegere
knecht, van de Stemheils, gehoord.
Deze zeide, dat men in de keukon om tante
Lilv lachte. Hij erkent bij de instructie te
hebben gezegd, dat bekl. sprekende over den
trein waarmede baar man zou thuiskomen,
zeide: „Als die'es derailleerde."
Daarna is de chauffeur Sembol aan de
beurt. Get. kreeg van bekl. 20 fres. om ie
onderzoeken welke auto in den nacht van
den moord door de impasje Ronsin was ge
reden.
Dechet, agent van den Veiligheidsdienst,
noemt de heele au'.ogeschiedenis onzin. i
De Scheffer, die met bekl. verloofd ie
geweest, roemt haar zeer, evenals de advo
caat Paisant, die zegt dat zij haar mail
steeds bemoedigde.
Steinheil heeft, zijn vrouw nooit verdacht,
zegt deze getuige. Zij hield van hem en
bedroog hem tegelijkertijd.
Bekl. behandelde haar moeder steeds met
liefde. Had bekl. eon flink man gehad, dan j
zou zij een volmaakte echtgenoot© zijn ge
weest.
De president deelde de beschuldiging en
de verdediging mede, dat hij en de jury de 1
vraag van medeplichtigheid zal stellen.
Vervolgens houdt Trouard Riolle, de ad
vocaat-generaal. zijn requieitorium.
N e w-Y ork, 12 Nov. Gisterenavond
heeft de menigte in Cairo in den staat Illi
nois een neger gelyncht, die beschuldigd j
werd een jong meisje te hebben geschonden, i
De menigte wierp het lichaam vervolgens in J
ee nvuur, waar het tot asch verbrandde. De
menigte ging vervolgens naar de gevangenis
om den medeplichtige te zoeken, maar hem
niet vindende, brak zij een cel open, waar
een blanke gevangene was opgesloten, die
beschuldigd werd zijn eigen vrouw te heb
ben vermoord. Men hing hem aan een tele
graafpaal op, ondanks de protesten van den
onschuldige. De menigte bestond uit tien- j
duizend personen, waaronder veel vrouwen,
en gaat voort met het zoeken naar den me- j
deplichtige van den neger. De gouverneur j
gaf bevel, dat elf compagnien soldaten zich
naar Cairo zullen begeven om de orde te
handhaven.
Brussel, 11 Nov. De Patriote de
menteert formeel het bericht, dat te
St. Truyen twee personen aan cholera zou
den zijn gestorven.
Rome, 11 No v. Een t-reim van TLvoli
naar Rome is ontspoord. Er zijn een dertig
tal gewonden.
Kameroverzicht.
Eerste Kamer.
In de vergadering van Donderdag i?
't nieuw gekozen lid voor Drenthe, de heer
Pelinck geïnstalleerd. De behandeling van
het wetsontwerp betreffende het onderzoek
naar het vaderschap is aangevangen.
De heer Hovy verdedigde 't ontwerp,
dat een einde maakt aan onbillijkheid van
tweeërlei moraal berustende op zinnelijk
heid en zelfzucht. De opgelegde onder
houdsplicht jegens het natuurlijke kind is
rechtvaardig, ook in het belang der maat
schappij en bevorderlijk aan de heiligheid
van het huwelijk.
De heer Van der Biesen is 'n
beginsel voor hulp aan onechte kinderen,
maar het door den minister daartoe voor
gesteld middel voorkomt niet dat de kin
deren een erkenden vader krijgen en doet
afbreuk aan het christelijk huwelijk. Men
komt er toe een oxueclit kind dezelfde rech
ten te geven als het echte. Beter is het de
moeder een actie te geven tot schadever
goeding die bij overlijden van de moeder
door het kind wordt geërfd.
D«» heer Van Lansweerde sprak
in den geest van den heer Van den Biesen.
De heer Franssen deed van zijn in
stemming blijken met het billijkheidsbe-
toog van den heer Hovy.
De heeren Havelaar en Eahu-
s e n erkenden dat ieder verantwoordelijk
is voor zijn daden, maar betoogden dat nie
mand aansprakelijk kan zijn voor de gevol
gen van diaden van een ander en voorna
melijk dat zij misbruik vreesden van het
regeeringsontwerp. De heer Rahusen noem
de de basis van het ontwerp strijdig met al
le begrip van recht en billijkheid.
De heer Waterschoot van der
Gracht achtte de voordeelen van het
ontwerp opwegend tegen de nadeelen.
Ook voor den heer Van der Does
de Willebois- overweegt het goede
verre het tegen.
De lieer Van Nierop acht art. 341
B. W. een gemeeii onvaderlandsch artikel
en verdedigde warm het ontwerp.
De heer Reekers verdedigde het ont
werp, evenals de heer Van Asch van Wijck.
Vrijdag voortzetting.
Tweed* Kamer.
Het algemeen debat over de Indisch© be
grooting is Donderdag voortgezet.
De minister De Waal Malefijt
dankte voor de woorden van- vertrouwen
jegens hem gesproken door de heeren De
Visser, Bogaardt en Van de Velde. De mi
nister dankte ook voor de critiek van den
heer Bos. Ernstig zal hij er naar streven om
het vertrouwen van -dien afgevaardigde, dat
hij nog niet bezit, te verwerven. Wat 's hoe
ren Troelstra's critiek betreft, oordeelde de
Minister, dat diens rede niet vrij was van
overdrijving en die rede eigenlijk proefon
dervindelijk heeft bewezen, dat 's heeren
Troelstra's fractie door het verlies van een
Indische specialiteit een ernstig verlies
heeft, geleden. De Minister trad vervolgens
in beantwoording van de verschillende spre
kers. Met bekwamen spoed zal de regeering
werkzaam zijn op onderwijsgebied en ten
opzichte der regeling van de rechtspositie
der vreemde Oosterlingen. Naar verbetering
van den financieelen toestand zal gestreefd
worden o. a. door een poging tot vermeerde
ring der inkomsten uit mijnen. Het denk
beeld van den heer Bogaardt om voor do
Buitenbezittingen een leenimg aan te gaan
voor aanleg van wegen en dergelijke zaken
wilt d» Minister overwegen. Echter merkte
hij als bezwaar op dat rente en aflossing ook
Java zou drukken, daarom kunnen de door
den heer Bogaardt bedoelde zaken beter uit
landschapkassen bestreden worden. Met na
druk kwam de Minister op tegen 's heeren
Troelstra's critiek op het ambtenaars korps
dat eer «en woord van lof verdient. Velen
keeren na hun verlof met moed en illusie
naar Indie terug. Walt de plannen aangaat
betreffende de finanoieele zelfstandigheid
van Indië merkte de Minister op, dat het
in de bedoeling ligt den invloed van de Sta-
ten-Genernal op de Indische tekorten voor
loc pig onverzwakt te handhaven. Er moet
wel gestreefd worden naar ontvoogding,
maar de bestuursorganisatie moet uit 't ge
heel opkomen. Met den heer Bos was de
Minister 't eens, dat het hoog wetenschappe-
lijk karakter van de landbouwinstellingen te j
Buitenzorg niét mag worden prijsgegeven. I
maar daarnaast is ook voor Indie noodig dat
men den inlander leert op welke wijze hij 1
in eest productief izijn land kan beschouwen. I
Van decentralisatie had de Minister goede
verwachtingen. Men bedenke 't is een j
nieuw instituut.
De Minister stemde in met den heer Bo- I
gaardt in tzijn huldiging van den gouv.-gene-
raai Van Heutsz, overtuigd dat de geheele
Kamer 't er over eens zal zijn dat die be-
windsman zich verdienstelijk beeft gemaakt.
Wat Atjeh betreft oordeelde de minister dat.
de geheele Kamer, ook de heer Troelstra, zal
erkennen, dat wij op den goeden weg zijn.
Men moet niet vergelijken de stemming
van de Atjehsche bevolking met die in an-
dere streken, maar men moet vergelijken de
stemming van de Atjehsche bevolking van
nu en vroeger. Dan is wel degelijk vooruit- j
gang merkbaar. In 't algemeen meende do
Minister, dat men niet te kwistig moet zijn
met het publiceeren van ambtelijke rappor
ten.
Tegen het drukken van 's heeren Lief-
rinck's rapport .had de Minister formeel j
geen bezwaar. i
Wat de Zending betreft verzekerde hij, I
dat hij voor de paragraaf in de memorie van
antwoord de volle verantwoordelijkheid op j
zich neemt. De voorstelling als zou hij j
maar klakkeloos hebben onderteekend wat j
een liberaal ambtenaar had opgemaakt is
onjuist. Van zijn ambtenaren heeft de Mi-
nis ter sedert zijn optreden de meest loyale I
wedewenkiing oudleaivoHidien. Trouwens de
critiek van sommige dagbladen was gericht
tegen een extract uit de bedoelde paragraaf.
De Minister heeft in die paragraaf alleen
willen opkomen tegen de in het voorloopig
verslag uitgedrukte vrees, dat van hem een
agressieve houding tegenover den Islam zou
zijn te duchten.
Daarbij heeft de Minister de woorden ge
kozen ook door den minister Idenburg ge
bezigd. Alleen heeft hij er nog eenige war
me uitdrukkingen aan toegevoegd. Vol
strekt heeft de Minister zijn beginselen niet
willen verloochenen. Als hij geen christen'
meer was, zou hij ook als minister heengaan.
De grondslag moet zijn, dat aan de zending
steun wordt verleend, waar zij zich begeeft
op economisch gebied. De koers, waarin
's Ministers beleid zich zal bewegen, .is ver
leden jaar door zijn ambtsvoorganger vol
doende uiteengezet. Wel heeft spr. Indie
niet door eigen aanschouwing gezien, maar
met ernstig willen bezield, met. medewerking
en met Gods hulp hoopte spr. zijn doel te
bereiken (Applaus rechts).
De heer Troelstra repliceerende,
meende dat de heer Van Heutsz niet ver
dient een hulde als aan zijn adres, o. a. door
dein beer1 Bogaardt, ris afgestoken. Wat
Atjeh betreft, kan men thans nog niet de
eindbalans opmaken. Later zal eerst zijn
na te gaan of ons geweld goede resultaten
heeft opgeleverd.
Spr. huldigde den minister voor zijn flink
en kloek antwoord inzake de zending, waar
door hij blijkt- heeft gegeven, dat hij niet
naar twistappelen zoekt-. Na nog eenige dis
cussie is het algemeene debat gesloten.
Tegenover 's heeren Schapers protest
over het hooge traktement van den gouver
neur-generaal merkte de Minister op,
dat de positie van landvoogd hooge uitgaven
vordert.
De heer Schaper vroeg krachtige her
vorming van de arbeidsinspectie, ter voor
koming van koeliemishandelingen.
De heer Hugenholtz drong er op
aan de Indo-Chineezen te behandelen als
onderdanen, hunne scholen te steunen en
hen niet langer te onderwerpen aan uitzon
deringsbepalingen. Wijzende op het groote
belang dat er voor ons in is gelegen de Chi-
neezen tot onze vrienden te maken, drong
spreker aan, op spoedige regeling hunner
rechtspositie.
De heer V a n d e V e 1 d e kwam op te
gen de klachten van den heer Schaper over
de arbeidsinspectie.
De Minister gaf aan den heer Scha
per toe diat de koeEie-ordbninantie op zich zel
ve niet voldoende is. Daarom wordt nu
voorgesteld uitbreiding der arbeidsinspectie.
Wijziging van de instructie» der inspecteurs
zal de Minister overwegen. Over 't geheel
genomen zijn de Chineezen in Indie zeer
goede onderdanem. Met oprichting van scho
len, handelsvereenigingen enz. beoogen zij
geenszins een manifestatie tegen het Indisch
bestuur; voor subsidieering van specifiek
Chineesche scholen is geen aanleiding.
De Minister meende ook, dat in de poli
tiek tegenover de Chineezen als Nederland-
sche onderdanen wijziging gebracht moet
worden, o.a. door verruiming van liet wijk
en passenstelsel. De Indische regeering
denkt er oolk zoo oiver.
De heer Brummelkamp drong aan
op meer afdoende bestrijding van het opium
kwaad. De heer VanVlijmen besprak
hetzelfde onderwerp.
De Minister verzekerde dat de Indi
sche regeering ernstig streeft om aan het
kwaad paal en perk te stellen. De invoe
ring der regie in de Straits zal bestrijding
van het opiumkwaad in onze koloniën tqp
goede komen.
Bij de afdeeling binnenlandsch bestuur be
toogde de heer D u y s, dat de wijze, waar
op de suikerindrustrie op Java wordt gedre
ven, zeer nadeelig is voor den inlander. Spr.
was niet tegen de suikerindustrie als zooda
nig. maar wel tegen het feit, d!at dlie indu
strie wordt gebezigd, om den inlander nog
moer afhankelijk te maken van het kapitaal.
Spr. lav am op tegen de overdreven voorstel,
ling, als zou de inlanklksche bevolking in zoo
velerlei opzichten profiteeren van de suiker
cultuur tengevolge van het voorschot en
rayon-steJsel. De suikercultuur ;s thans geen
vrije cultuur meer. Spreker drong er daar
om bij den minister op aan, die cultuur
weer vrij te maken.
Als verbetering der middelen gaf spreker
aan vaststelling van niiniihiuan grond'huren, I
Dit
La"
de
van
,egeer
gge«
eer I
heer
urgsc
verbod van veeljarige huur, inperking
van voorschot op termijnen en maatregelen
tegen woeker, afschaffing van het rayon
stelsel op landbouwcrediet en proefneming
met staat s-suikerexploitatie.
Spr. hoopte, dat de minister zich niet zal
laten misleiden door tendentieuse adressen
ei. adlvietzew van meer of min direct belang
hebbenden.
De heer Bogaardt opperde wederom
het denkbeeld van gouvernements suiker- j|
cultuur. zoj
Deminister betoogde, dat de quaestie
der suikerindustrie een moeilijk probleem is. I p
Dc nadeelige verhoudingen bij die industrie Jniii
zijn niet het gevolg van bestuursbemoeiïng, [jbera
maar moeten worden toegeschreven aan niet born
voldoende zelfstandigheid van den Javaan, fljjken
Ernstig zal de minister overwegen of de voor- j
schottermijn kan worden ingeperkt. Het D
adres van de agrarische commissie daartoe h e e
vond in Iud'ië onder de gegeven omstandig
heden eenparig bestrijding. Tegen gouver-
nementsfabrieken bestaan groote bezwaren.
Op een vraag van dep heer de Visser, ver
klaarde de minister dat do pensionneering
van Indische onderwijs.kracht en eoi tot bij
zonder lager onderwijs in voorbereiding is.
Vrijdag afdeelingsonderzoek
0111"
am,
Berichten.
De Staatscourant van Vrijdag 12 No
vember bevat o.a. de volgende Kon. beslui
ten
op verzoek eervol ontslagen J. Keiserte
Utrecht, als rijksontvanger, onder dankbe
tuiging voor de meer dan 50 jaren bewezen
diensten
ingetrokken op verzoek de benoeming van
mr. J. A. Eigeman tot auditeur-militair te
Leeuwarden en als zoodanig benoemd mr.
O. J. Cluysenaar, ambtenaar van het O. M.
bij de kantongerechten in het arrondisse
ment Winschoten
op verzoek eervol ontslagen mej. I. A
Thoinese, als leeraar aan de R. H. B. S.
te Sappemeer;
toegekend de eere-medaille in zilver der
Oranje-Nassau-orde aan W. Schimmer, ge
affecteerde bij de vrijwillige brandweer te
Rotterdam
eervol ontslagen uit den militairen dienst
wegens lichaamsgebreken de militie 2e lui
tenant M. E. M. Wolff van het 5e reg. in
fanterie.
op zijn "verzoek .eervol ontslag verleend als
lid van het college van regenten over het huis
van be waring te Harderwijk, aa nmr. J. A. G.
baron de Vos van Steen wijk. onder dankbetuiging
voor de in die hoedanigheid bewezen diensten
benoemd tot burgemeester der gemeente IJs-
selmuiden, Grafhorst en WiJsum, H. Visscher;,
toestemming verleend aan jhr. mr. M. Quin-
tus, burgemeester der gemeente Marum, om tob
1 Aug. 1910 to Tolbert. gemeente Leek, te blij
ven y> onen
op zijn verzoek, met 1 Dec. a.s., eervol ont
slag uit den zeedienst verleend, aan den officier
van administratie der 2de klasse A. G. van der
Land
vergunning verleend tot het aannemen en dra
gen van de ordeteekenen van ridder 2de klasse
in de Orde van het Zwaard, hem door Z. M. den
Koning van Zweden geschonken, aan den eerste-
luitonant P. D. van Essen ,van het 2de regiment
veld-artillerie.
Woensdag dineerden ten Hove baron.
Bentinck, opperstalmeester van IT. M. en
diens dochter; luitenant-generaal Rost van
Toningen, adjudant i. b. d. van H. M. der
Koningin en de heer Spakler, consul-gene
raal der Nederlanden te Singapore.
Naar men verneemt, heeft de mieuw-
benoemde gouverneur-generaal,, de heer
Idenburg, tbans Zwitserland verlaten en zich
begeven naar de Italiaansche Rivuera.
Het ontsla g-L ovink. Het
Voorloopig Verslag van de Tweede Katner
op hoofdstuk X der Staatsbegrootting voor
1910 meldt, dat vele leden het heengaan
van den heer Lovink betreurden.
Men prees de wijze, waarop deze hoofd
ambtenaar zich ten opzichte van den land
bouw verdienstelijk had gemaakt. Voor heb
tot stand komen van verschillende hervor
mingen, die nog niet gereed zijn, zal zijrte
leiding moeilijk gemist kunnen worden. Om
trent de reden van zijn heengaan zou men
gaarne inlichtingen ontvangen. Was zij van
persoonlijken aard? Liet do verhouding tus-
schen den Minister en den directeur-gene
raal te wenschen over? Er werd op gewezen,
dat voor den landbouw, den voornaamsten
tak van nationaal bedrijf, slechts 1 pCt.
van de totale uitgaven der Staatsbegrooting-
wordt besteed en dat, terwijl de uitgaven-
voor dit hoofdstuk telkens klimmen, voor
de afdeeling Landbouw telkens eea lager-
bedrag wordt uitgetrokken. Werden den;
heer Lovink wel de noodige gelden bewil
ligd voor de verbeteringen, die hij beoogde;,
en is het wellicht aan te groote karigheid
van de zijde des Ministers toe te schrijven,
dat hij aan de roepstem van den minister
van koloniën gevolg gaf? Of waren het de
voordeelige aanbiedingen, hem gedaan, die
hem tot heengaan bewogen? Zoo ja, waarom
heeft de minister dan niet getracht hem door
verbetering van zijne financieele positie voor
den dienst aan het Departement te behou
den?
Door enkele leden werd het vermoeden-
geuit, dat er tusschen den Minister en den
heer Lovink verschil van meening bestond
omtrent de landbouw-ongevallenverzeke^-
ring. Vernomen was, dat, terwijl de Minis
ter het wetsontwerp tot invoering van ver
plichte verzekering handhaafde, de heer Lo
vink het initiatief nam eene vrijwillige ver-,
zekering te organiseeren. Is dit ^oe, dan
konden sommigen niet aannemep, dat de
Minister zulks zou hebben goedgekeurd en
zouden zij de houding van den heer Lovink
in deze zaak allerminst kunnen billijken..
Ook hieromtrent zou men gaarne inlichting,
ontvangen.
Voorts werd gevraagd, of spoedig de be
noeming van een nieuwen directeur-gene
raal is te wachten en werd er op aangedron
gen, dat aan dezen een groote mate van
zelfstandigheid zou worden verzekerd.
De Commissie van Rapporteurs herinnert
hierbij er aan, dat na het afdeelingsonder-
zoek ten aanzien van het vertrek van den
heer Lovink door den Minister eenige in
lichting is verstrekt naar aanleiding van.
door den heer Roessingh gestelde vragen.
lorts
mnv
rt d
den
d en
h€
t d a
der
teste
ll ee