BINNENLAND. t"« r» Pieterskerk tevens beschouwde als een her- denking van het 253-jarig episcopaat van den Paus, waarom zij dan ook niet op den i datum, dat de Paus tct den troon van St. Pie ter werd geroepen (4 Augustus), maar op 16 November plaats had. Turkije. De Turken moeten onlangs in Jemen een belangrijke overwinning hebben behaald op de opstandelingen, welke zich schijnen +e hebben onderworpen. Griekenland. De Qrieksche regeering heeft besloten, gevolg te geven aan den aandrang van de openbare meening, de pers en van den mili tairen bond eu de gezanten uit het buiten- land terug te roepen. Alleen zullen aanblij- ven Romanos te Londen, Koromilafi te Washington en Gryparis te Konstantinopel. Na de sluiting van de Kamerzitting zuïien de nieuwe diplomatieke benoemingen los- j komen In de provinciën neemt de beweging ten 1 gunste van Typaldos toe. Een veel verspreid blad, Belas te Patras verdedigt hem ijverig, zeggende dat de machthebbers hem dood kunnen schieten, maar hem niet den scheld naam van verrader mogen geven. De gefu silleerde oproerling zal als vaderlander in eero blijven. In de Oostenrijksche pers zijn zeer zwart- gekleurdc berichten voorgekomen over den toestand in Griekenland. Thans bevat het Neue Wiener Tagblatt een blijkbaar officieus bericht, dat niet alleen de vier beschermende mogendheden, maar alle groote mogendheden in Europa, vast besloten zijn, alles te doen om koning George en zijn huis op den Griekscheu tivon te handhaven. De Atheensche correspondent van de Temps heeft een onderhoud geliad nnet drie leden der hervormingspartij, twee militairen en een burger. De militairen beklaagden zich er over, dat de hervormingsbeweging in de Europeesche pers zoo vaak verkeerd beoordeeld was. Vooral de Du Lts oh e bladen hadden zich daar aan schuldig geanaaJct. Het zou ons te ver weren zoo zeiden de militairen al de dingen, die ons ten laste zijn gelegd, te weerleggen, maar we wallen toch op enkele hoofdzaken wijzen. Men beeft o.a. gezegd dat de hervormingsbeweging tegen de dy nastie gericht is. Dat is onjuist. Toeu de troepen op 28 Augustus de hoofdstad bin nentrokken, riepen zij„Leve de Koning 1" Binds hebben we herhaaldelijk onze aanhan kelijkheid aan den Koning doen blijken eti koning George heeft dan ook niet aan onze trouw getwijfeld. Wel zijn er ouder ons, die het desnoods zonder het parlement zou den willen stellen en een militaire dictatuur zouden wenschen, maar die vormen de min derheid en zij hebben zdch naar die inzich ten der meerderheid geschikt. De burger zeide, dat de hervormingspartij er over o ntsbemd was dat men liet optreden der jong-Turksche officieren had geprezen boven dat. der Grieksohe officieren. Men heeft den Griekse ben officieren verweten, dat zij in verzet waren gekomen tegen een grondwettig bewind, terwijl de jong-Turk- selbo officieren te doen hadden gehad met een tiran. Dat argument lijkt heel mooi, maar het gaat niet op. Een parlementair be wind kan even slecht zijn als dat van e»en tiranEn al moge de regeering in Grieken land niet in handen zijn van een despoot, hot politieke bedierf is er niet minder om. Bovendien heeft Abdoel Hamid zijn land een sterk en zegevierend leger gegeven, ter wijl in Griekenland de nederlaag van 1897 gevolgd is door twaalf jaren van werkloos heid. Het was een gebiedende eisch der noodzakelijkheid dat de misstanden, waar door Griekenland zwak naar buiten en ge desorganiseerd van binnen was, een einde namen. Als het leger zich niet verzet had, dan zou het verzet van andere zijd» zijn. gekomen. Er zou in Griekenland een soort commune zijn uitgeroepen., die de monar chie zon hebben omvergeworpen en waarbij zich tooneelen van de grootste wanorde zou den hebben voorgodaau. Men vergete niet dat de militaire beweging van Augustus zonder de minste wanorde heeft pllaatg gehad en dat - muiterij van Typaldos binnen 12 uren on derdrukt was. De Apri'l-beweging te Kon stantinopel daarentegen heeft tot een bur geroorlog geleid waaruit de hervormingsbe weging weliswaar zegevierend is te voor schijn getreden, maar in den loop waarvan Bulgarije onafhankelijk is géwordén. Als de Grieken wat brutaler waren geweest, hadden ze Kreta kunnen krijgen. Mem wijst cp het voorbeeld van het jong-Turksche comité dat thans de politiek op zij gezet heeft. Maar die verandering heeft zich pas kun nen voltiekken na zestien maanden, toen het werk volbracht was. Welnu, wanneer wij zullen zien dat onze wenschen in vervul ling zijn gegaan, dan zullen we onze ver- eeniging eveneens ontbinden. En dan zal het buitenland, als het Griekenland's regee ring gezuiverd en zijn leger en vloot ver sterkt zal zien, ons werk met meer billijk heid beoordeel en. Aldus deze zegsman van den Tömps-correspondent. Men seint uit Athene aan de Times Luitenant Demestrief, de voornaamste medeplichtige van Tipaldos, heeft zich in handen der overheid gegeven. Er is nu nog slechts een der deelnemers aan de muiterij der torpedobooten op vrije voeten Abessynië. Een telegram uit Djibouti meldtOn danks de ingetreden beterschap itn don toe stand van Negus Menelik hebben de hem behandelende artsen uitgemaakt, dat de Negus geen invloed meer op de staatszaken zal kunnen uitoefenen, daar hij door de beroerte die l»em getroffen heeft ver lamd is en zijn geestvermogen! gestoord zij" Allerlei. Londen, 12 Nov. Aan de Times wordt uit New-York gemeld, d.d. 11 dezer, dat Ginn, een rijke uitgever te Boston, heeft aangekondigd, dat hij tienduizend pond sterling 's jaars wil besteden, ten einde do zaak des vredes te bevorderen. Hij is van plan een internationale vredesscliool te stichten met een grooten staf van leeraren en onderwijzers. De Steinheil-xaak. vDe zesde dag van het proces-Steinheil is niet gunstig voor de aangeklaagde ge weest. Een zwak punt voor de verdediging werd vrij scherp belicht: de juweelen- kwestic. Verhoord werd de juwelier Souloy, aan wien de aangeklaagde eenige zoogenaamd in den moordnacht gestolen ju weel en gaf, om deze onkenbaar te maken. Op verzoek van den president maakt Souloy aan de jury duidelijk, wat hij veranderen moest. Op de vraag van den president, waarom zij de juweelen liet veranderen, antwoordt zij„Omdat ik niet wilde, dat mijn doch ter te weten kwam, <tat dae juweelen mij door mijn minnaars gegeven waren. Ik bid u, mijnheer de president, medei.jden met mij te hebben." De pres. „Och, dat zegt gij altijd, ale ge met uw antwoord verlegen zit." j uwoeJen-kwestie ie ons niet erg dui delijk, maar uit alle verslagen zien wij, dat ze ongunstig verliep voor mevrouw Btedn- heil. Ten eerste vatte de juwelier Souloy uit eigen beweging verdenking op en ging naar den instructie-rechter. Ten tweede Is mevr. Steinhedl pas in het 11e verhoor voor den instructie-rechter over „valsche" juwee len begonnen. Op d© vraag, waarom zij pas zoo laat over „valsche juweelen" begon, antwoordt de aangeklaagde„Omdat ik zoolang mogelijk onzen werkelijken financieelen toestand verborgen wilde houden, die door de lieden die ons keilden, de Buissous en de anderen, veel beter werd geacht dan hij inderdaad was. Ik deed, wat zoovele rijke vrouwen doen, die haar juweelen laten namaken." De president „Men laat slechts juwee len van waarde namaken, maar niet die van 150 fiancs"; en als hierop mevr. Steiiiiheil boos wordt, zegt de president: „Mevrouw, ik heb het u al meer gezegd, gij zult mijn geduld niet uitputten." Na het juweelen-incident kwamen de jour nalisten aan de beurt, 't Zijn de bekende heeren, die mevr. Stednheil een „bekente nis'' afdwongen en haar zoover brachten, dat ze een zelfmoordplan opvatte. De aam- geklaagde wil het doen voorkomen, dat ze heelemaal van den wijs was gebracht en onder suggestie verkeerde. Journalist Hutin (tot de aangeklaagde). Ge moet erkennen, dat ik u niet heb ge suggereerd. Mevr. SteinheilNeen, maar ten slotte was ik bijna gedwongen den naam Woil'ff uit te schreeuwen. Hutin Neen gij hebt den naam zeer zacht u-.gesproken, als een moeilijke bekentenis. De heer Barby, een ander reporter, ver klaart. dat hij mevrouw Steinheil tot haar dienstbode, Mariette Wolff (de moeder van Alexander Wolff) heeft hooren zeggen: Wat zoudt gij doen, als ik in hechtenis werd genomen, waarop de dienstbode an voondde: Ik zou alles zeggen. De president: Denk goed na, mijnheer, wat g.j zegt, ,is zeer ernstig. Getuige; Ik heb gezworen, de geheel© waarheid te zeggen; die woorden zijn door mevrouw Steinheil gezegd. (Langdurige be- weging). Mevrouw Steinheil zegt, dat zij er zich niets van herinnert. De heer la Bruyère, journalist, bevestigt het getuigenis van den heer Hutlin. Hij verklaart ook, dat mevrouw Steindieil, in den nacht van haar bekentenissen, niet in normalen toestand verkeerde; zij was hevig ontdaan, maar bezat nog haar vo'lle tegen woordigheid van geest. De heer Chavier, een bloedverwant van de aangeklaagde, die ook den nacht van het journalisten-verhoor in den huize Steinheil vertoefde, bevestigt, d«at hij Mariette Wolff in den keuken vond met een revolver in de hand en van plan zich een kogel door het hoofd te jagen. Op dé vraag van den presi dent aan mevr. Chavier, hoe zich deze hou ding verklaart, antwoordt deze: „Verimoe- delijK was Mariette wanhopig over de mede- schuld van haar meesteres." vDonderdag werden de laatste getui- g..i gehoord. Het eerst was de heer Bor- necque, oom van bekl. aan de beurt. Mme. Japy verklaarde hij, had het vruohtgebruik van een eigendom van haar man. Get. is vast overtuigd van bekl.'s on schuld. Volgende getuige is Vial, accoun tant. Hij is als deskundige ge-dagvaard. Volgens zijn becijfering kan er hoogstens 4595 frs. in huis zijn, op het. oogenblik van de misdaad. De verdediger is het hiermede niet eens, en zegt- dat er 1900 fres. bij het Crédit Lyonnais gedeponeerd waren, waar van de 1200 frsc. schuld gemakkelijk be taald konden worden. Bekl. zegt, dat men dikwijls geld van haai* heeft geleend, toen, de schulden betaald waren, maar dat men het haar niet teruggaf. Geldgebrek was er nooit. Get. Joseph Buisson verklaart dat op zijn aanraden afgezien werd van de huwelijks plannen van zijn neef Pierre Busison en Marthe Steinheil. Er was vond get. te veel over bekl. gesproken. Hieruit volgt niet dat hij aan bekl.'s 6chuld gelooft. Het scheen dat zij veel van haar man hield. De Stein- heils waren nog bang voor inbrekers. Stein heil kwam altijd vroeg thuis want hij was bang zijn huis onder bewaking der bediende te laten. De architect BoeswilwaJd kent. bekl. van af haar jeugd, en zag haar op den morgen na de misdaad. Hij gelooft niet, da/t zij simuleerde. Get. Thirion een gewezen model van Stein heil zegt dat deze onder de plak van bekl. zat. Steinheil zeide eens, op onzen leeftijd moesten we maar doodgaan. Hij beklaagde zich bitter over de onverschilligheid van het publiek voor zijn werk. Nu wordt get. Connant, een vroegere knecht, van de Stemheils, gehoord. Deze zeide, dat men in de keukon om tante Lilv lachte. Hij erkent bij de instructie te hebben gezegd, dat bekl. sprekende over den trein waarmede baar man zou thuiskomen, zeide: „Als die'es derailleerde." Daarna is de chauffeur Sembol aan de beurt. Get. kreeg van bekl. 20 fres. om ie onderzoeken welke auto in den nacht van den moord door de impasje Ronsin was ge reden. Dechet, agent van den Veiligheidsdienst, noemt de heele au'.ogeschiedenis onzin. i De Scheffer, die met bekl. verloofd ie geweest, roemt haar zeer, evenals de advo caat Paisant, die zegt dat zij haar mail steeds bemoedigde. Steinheil heeft, zijn vrouw nooit verdacht, zegt deze getuige. Zij hield van hem en bedroog hem tegelijkertijd. Bekl. behandelde haar moeder steeds met liefde. Had bekl. eon flink man gehad, dan j zou zij een volmaakte echtgenoot© zijn ge weest. De president deelde de beschuldiging en de verdediging mede, dat hij en de jury de 1 vraag van medeplichtigheid zal stellen. Vervolgens houdt Trouard Riolle, de ad vocaat-generaal. zijn requieitorium. N e w-Y ork, 12 Nov. Gisterenavond heeft de menigte in Cairo in den staat Illi nois een neger gelyncht, die beschuldigd j werd een jong meisje te hebben geschonden, i De menigte wierp het lichaam vervolgens in J ee nvuur, waar het tot asch verbrandde. De menigte ging vervolgens naar de gevangenis om den medeplichtige te zoeken, maar hem niet vindende, brak zij een cel open, waar een blanke gevangene was opgesloten, die beschuldigd werd zijn eigen vrouw te heb ben vermoord. Men hing hem aan een tele graafpaal op, ondanks de protesten van den onschuldige. De menigte bestond uit tien- j duizend personen, waaronder veel vrouwen, en gaat voort met het zoeken naar den me- j deplichtige van den neger. De gouverneur j gaf bevel, dat elf compagnien soldaten zich naar Cairo zullen begeven om de orde te handhaven. Brussel, 11 Nov. De Patriote de menteert formeel het bericht, dat te St. Truyen twee personen aan cholera zou den zijn gestorven. Rome, 11 No v. Een t-reim van TLvoli naar Rome is ontspoord. Er zijn een dertig tal gewonden. Kameroverzicht. Eerste Kamer. In de vergadering van Donderdag i? 't nieuw gekozen lid voor Drenthe, de heer Pelinck geïnstalleerd. De behandeling van het wetsontwerp betreffende het onderzoek naar het vaderschap is aangevangen. De heer Hovy verdedigde 't ontwerp, dat een einde maakt aan onbillijkheid van tweeërlei moraal berustende op zinnelijk heid en zelfzucht. De opgelegde onder houdsplicht jegens het natuurlijke kind is rechtvaardig, ook in het belang der maat schappij en bevorderlijk aan de heiligheid van het huwelijk. De heer Van der Biesen is 'n beginsel voor hulp aan onechte kinderen, maar het door den minister daartoe voor gesteld middel voorkomt niet dat de kin deren een erkenden vader krijgen en doet afbreuk aan het christelijk huwelijk. Men komt er toe een oxueclit kind dezelfde rech ten te geven als het echte. Beter is het de moeder een actie te geven tot schadever goeding die bij overlijden van de moeder door het kind wordt geërfd. D«» heer Van Lansweerde sprak in den geest van den heer Van den Biesen. De heer Franssen deed van zijn in stemming blijken met het billijkheidsbe- toog van den heer Hovy. De heeren Havelaar en Eahu- s e n erkenden dat ieder verantwoordelijk is voor zijn daden, maar betoogden dat nie mand aansprakelijk kan zijn voor de gevol gen van diaden van een ander en voorna melijk dat zij misbruik vreesden van het regeeringsontwerp. De heer Rahusen noem de de basis van het ontwerp strijdig met al le begrip van recht en billijkheid. De heer Waterschoot van der Gracht achtte de voordeelen van het ontwerp opwegend tegen de nadeelen. Ook voor den heer Van der Does de Willebois- overweegt het goede verre het tegen. De lieer Van Nierop acht art. 341 B. W. een gemeeii onvaderlandsch artikel en verdedigde warm het ontwerp. De heer Reekers verdedigde het ont werp, evenals de heer Van Asch van Wijck. Vrijdag voortzetting. Tweed* Kamer. Het algemeen debat over de Indisch© be grooting is Donderdag voortgezet. De minister De Waal Malefijt dankte voor de woorden van- vertrouwen jegens hem gesproken door de heeren De Visser, Bogaardt en Van de Velde. De mi nister dankte ook voor de critiek van den heer Bos. Ernstig zal hij er naar streven om het vertrouwen van -dien afgevaardigde, dat hij nog niet bezit, te verwerven. Wat 's hoe ren Troelstra's critiek betreft, oordeelde de Minister, dat diens rede niet vrij was van overdrijving en die rede eigenlijk proefon dervindelijk heeft bewezen, dat 's heeren Troelstra's fractie door het verlies van een Indische specialiteit een ernstig verlies heeft, geleden. De Minister trad vervolgens in beantwoording van de verschillende spre kers. Met bekwamen spoed zal de regeering werkzaam zijn op onderwijsgebied en ten opzichte der regeling van de rechtspositie der vreemde Oosterlingen. Naar verbetering van den financieelen toestand zal gestreefd worden o. a. door een poging tot vermeerde ring der inkomsten uit mijnen. Het denk beeld van den heer Bogaardt om voor do Buitenbezittingen een leenimg aan te gaan voor aanleg van wegen en dergelijke zaken wilt d» Minister overwegen. Echter merkte hij als bezwaar op dat rente en aflossing ook Java zou drukken, daarom kunnen de door den heer Bogaardt bedoelde zaken beter uit landschapkassen bestreden worden. Met na druk kwam de Minister op tegen 's heeren Troelstra's critiek op het ambtenaars korps dat eer «en woord van lof verdient. Velen keeren na hun verlof met moed en illusie naar Indie terug. Walt de plannen aangaat betreffende de finanoieele zelfstandigheid van Indië merkte de Minister op, dat het in de bedoeling ligt den invloed van de Sta- ten-Genernal op de Indische tekorten voor loc pig onverzwakt te handhaven. Er moet wel gestreefd worden naar ontvoogding, maar de bestuursorganisatie moet uit 't ge heel opkomen. Met den heer Bos was de Minister 't eens, dat het hoog wetenschappe- lijk karakter van de landbouwinstellingen te j Buitenzorg niét mag worden prijsgegeven. I maar daarnaast is ook voor Indie noodig dat men den inlander leert op welke wijze hij 1 in eest productief izijn land kan beschouwen. I Van decentralisatie had de Minister goede verwachtingen. Men bedenke 't is een j nieuw instituut. De Minister stemde in met den heer Bo- I gaardt in tzijn huldiging van den gouv.-gene- raai Van Heutsz, overtuigd dat de geheele Kamer 't er over eens zal zijn dat die be- windsman zich verdienstelijk beeft gemaakt. Wat Atjeh betreft oordeelde de minister dat. de geheele Kamer, ook de heer Troelstra, zal erkennen, dat wij op den goeden weg zijn. Men moet niet vergelijken de stemming van de Atjehsche bevolking met die in an- dere streken, maar men moet vergelijken de stemming van de Atjehsche bevolking van nu en vroeger. Dan is wel degelijk vooruit- j gang merkbaar. In 't algemeen meende do Minister, dat men niet te kwistig moet zijn met het publiceeren van ambtelijke rappor ten. Tegen het drukken van 's heeren Lief- rinck's rapport .had de Minister formeel j geen bezwaar. i Wat de Zending betreft verzekerde hij, I dat hij voor de paragraaf in de memorie van antwoord de volle verantwoordelijkheid op j zich neemt. De voorstelling als zou hij j maar klakkeloos hebben onderteekend wat j een liberaal ambtenaar had opgemaakt is onjuist. Van zijn ambtenaren heeft de Mi- nis ter sedert zijn optreden de meest loyale I wedewenkiing oudleaivoHidien. Trouwens de critiek van sommige dagbladen was gericht tegen een extract uit de bedoelde paragraaf. De Minister heeft in die paragraaf alleen willen opkomen tegen de in het voorloopig verslag uitgedrukte vrees, dat van hem een agressieve houding tegenover den Islam zou zijn te duchten. Daarbij heeft de Minister de woorden ge kozen ook door den minister Idenburg ge bezigd. Alleen heeft hij er nog eenige war me uitdrukkingen aan toegevoegd. Vol strekt heeft de Minister zijn beginselen niet willen verloochenen. Als hij geen christen' meer was, zou hij ook als minister heengaan. De grondslag moet zijn, dat aan de zending steun wordt verleend, waar zij zich begeeft op economisch gebied. De koers, waarin 's Ministers beleid zich zal bewegen, .is ver leden jaar door zijn ambtsvoorganger vol doende uiteengezet. Wel heeft spr. Indie niet door eigen aanschouwing gezien, maar met ernstig willen bezield, met. medewerking en met Gods hulp hoopte spr. zijn doel te bereiken (Applaus rechts). De heer Troelstra repliceerende, meende dat de heer Van Heutsz niet ver dient een hulde als aan zijn adres, o. a. door dein beer1 Bogaardt, ris afgestoken. Wat Atjeh betreft, kan men thans nog niet de eindbalans opmaken. Later zal eerst zijn na te gaan of ons geweld goede resultaten heeft opgeleverd. Spr. huldigde den minister voor zijn flink en kloek antwoord inzake de zending, waar door hij blijkt- heeft gegeven, dat hij niet naar twistappelen zoekt-. Na nog eenige dis cussie is het algemeene debat gesloten. Tegenover 's heeren Schapers protest over het hooge traktement van den gouver neur-generaal merkte de Minister op, dat de positie van landvoogd hooge uitgaven vordert. De heer Schaper vroeg krachtige her vorming van de arbeidsinspectie, ter voor koming van koeliemishandelingen. De heer Hugenholtz drong er op aan de Indo-Chineezen te behandelen als onderdanen, hunne scholen te steunen en hen niet langer te onderwerpen aan uitzon deringsbepalingen. Wijzende op het groote belang dat er voor ons in is gelegen de Chi- neezen tot onze vrienden te maken, drong spreker aan, op spoedige regeling hunner rechtspositie. De heer V a n d e V e 1 d e kwam op te gen de klachten van den heer Schaper over de arbeidsinspectie. De Minister gaf aan den heer Scha per toe diat de koeEie-ordbninantie op zich zel ve niet voldoende is. Daarom wordt nu voorgesteld uitbreiding der arbeidsinspectie. Wijziging van de instructie» der inspecteurs zal de Minister overwegen. Over 't geheel genomen zijn de Chineezen in Indie zeer goede onderdanem. Met oprichting van scho len, handelsvereenigingen enz. beoogen zij geenszins een manifestatie tegen het Indisch bestuur; voor subsidieering van specifiek Chineesche scholen is geen aanleiding. De Minister meende ook, dat in de poli tiek tegenover de Chineezen als Nederland- sche onderdanen wijziging gebracht moet worden, o.a. door verruiming van liet wijk en passenstelsel. De Indische regeering denkt er oolk zoo oiver. De heer Brummelkamp drong aan op meer afdoende bestrijding van het opium kwaad. De heer VanVlijmen besprak hetzelfde onderwerp. De Minister verzekerde dat de Indi sche regeering ernstig streeft om aan het kwaad paal en perk te stellen. De invoe ring der regie in de Straits zal bestrijding van het opiumkwaad in onze koloniën tqp goede komen. Bij de afdeeling binnenlandsch bestuur be toogde de heer D u y s, dat de wijze, waar op de suikerindrustrie op Java wordt gedre ven, zeer nadeelig is voor den inlander. Spr. was niet tegen de suikerindustrie als zooda nig. maar wel tegen het feit, d!at dlie indu strie wordt gebezigd, om den inlander nog moer afhankelijk te maken van het kapitaal. Spr. lav am op tegen de overdreven voorstel, ling, als zou de inlanklksche bevolking in zoo velerlei opzichten profiteeren van de suiker cultuur tengevolge van het voorschot en rayon-steJsel. De suikercultuur ;s thans geen vrije cultuur meer. Spreker drong er daar om bij den minister op aan, die cultuur weer vrij te maken. Als verbetering der middelen gaf spreker aan vaststelling van niiniihiuan grond'huren, I Dit La" de van ,egeer gge« eer I heer urgsc verbod van veeljarige huur, inperking van voorschot op termijnen en maatregelen tegen woeker, afschaffing van het rayon stelsel op landbouwcrediet en proefneming met staat s-suikerexploitatie. Spr. hoopte, dat de minister zich niet zal laten misleiden door tendentieuse adressen ei. adlvietzew van meer of min direct belang hebbenden. De heer Bogaardt opperde wederom het denkbeeld van gouvernements suiker- j| cultuur. zoj Deminister betoogde, dat de quaestie der suikerindustrie een moeilijk probleem is. I p Dc nadeelige verhoudingen bij die industrie Jniii zijn niet het gevolg van bestuursbemoeiïng, [jbera maar moeten worden toegeschreven aan niet born voldoende zelfstandigheid van den Javaan, fljjken Ernstig zal de minister overwegen of de voor- j schottermijn kan worden ingeperkt. Het D adres van de agrarische commissie daartoe h e e vond in Iud'ië onder de gegeven omstandig heden eenparig bestrijding. Tegen gouver- nementsfabrieken bestaan groote bezwaren. Op een vraag van dep heer de Visser, ver klaarde de minister dat do pensionneering van Indische onderwijs.kracht en eoi tot bij zonder lager onderwijs in voorbereiding is. Vrijdag afdeelingsonderzoek 0111" am, Berichten. De Staatscourant van Vrijdag 12 No vember bevat o.a. de volgende Kon. beslui ten op verzoek eervol ontslagen J. Keiserte Utrecht, als rijksontvanger, onder dankbe tuiging voor de meer dan 50 jaren bewezen diensten ingetrokken op verzoek de benoeming van mr. J. A. Eigeman tot auditeur-militair te Leeuwarden en als zoodanig benoemd mr. O. J. Cluysenaar, ambtenaar van het O. M. bij de kantongerechten in het arrondisse ment Winschoten op verzoek eervol ontslagen mej. I. A Thoinese, als leeraar aan de R. H. B. S. te Sappemeer; toegekend de eere-medaille in zilver der Oranje-Nassau-orde aan W. Schimmer, ge affecteerde bij de vrijwillige brandweer te Rotterdam eervol ontslagen uit den militairen dienst wegens lichaamsgebreken de militie 2e lui tenant M. E. M. Wolff van het 5e reg. in fanterie. op zijn "verzoek .eervol ontslag verleend als lid van het college van regenten over het huis van be waring te Harderwijk, aa nmr. J. A. G. baron de Vos van Steen wijk. onder dankbetuiging voor de in die hoedanigheid bewezen diensten benoemd tot burgemeester der gemeente IJs- selmuiden, Grafhorst en WiJsum, H. Visscher;, toestemming verleend aan jhr. mr. M. Quin- tus, burgemeester der gemeente Marum, om tob 1 Aug. 1910 to Tolbert. gemeente Leek, te blij ven y> onen op zijn verzoek, met 1 Dec. a.s., eervol ont slag uit den zeedienst verleend, aan den officier van administratie der 2de klasse A. G. van der Land vergunning verleend tot het aannemen en dra gen van de ordeteekenen van ridder 2de klasse in de Orde van het Zwaard, hem door Z. M. den Koning van Zweden geschonken, aan den eerste- luitonant P. D. van Essen ,van het 2de regiment veld-artillerie. Woensdag dineerden ten Hove baron. Bentinck, opperstalmeester van IT. M. en diens dochter; luitenant-generaal Rost van Toningen, adjudant i. b. d. van H. M. der Koningin en de heer Spakler, consul-gene raal der Nederlanden te Singapore. Naar men verneemt, heeft de mieuw- benoemde gouverneur-generaal,, de heer Idenburg, tbans Zwitserland verlaten en zich begeven naar de Italiaansche Rivuera. Het ontsla g-L ovink. Het Voorloopig Verslag van de Tweede Katner op hoofdstuk X der Staatsbegrootting voor 1910 meldt, dat vele leden het heengaan van den heer Lovink betreurden. Men prees de wijze, waarop deze hoofd ambtenaar zich ten opzichte van den land bouw verdienstelijk had gemaakt. Voor heb tot stand komen van verschillende hervor mingen, die nog niet gereed zijn, zal zijrte leiding moeilijk gemist kunnen worden. Om trent de reden van zijn heengaan zou men gaarne inlichtingen ontvangen. Was zij van persoonlijken aard? Liet do verhouding tus- schen den Minister en den directeur-gene raal te wenschen over? Er werd op gewezen, dat voor den landbouw, den voornaamsten tak van nationaal bedrijf, slechts 1 pCt. van de totale uitgaven der Staatsbegrooting- wordt besteed en dat, terwijl de uitgaven- voor dit hoofdstuk telkens klimmen, voor de afdeeling Landbouw telkens eea lager- bedrag wordt uitgetrokken. Werden den; heer Lovink wel de noodige gelden bewil ligd voor de verbeteringen, die hij beoogde;, en is het wellicht aan te groote karigheid van de zijde des Ministers toe te schrijven, dat hij aan de roepstem van den minister van koloniën gevolg gaf? Of waren het de voordeelige aanbiedingen, hem gedaan, die hem tot heengaan bewogen? Zoo ja, waarom heeft de minister dan niet getracht hem door verbetering van zijne financieele positie voor den dienst aan het Departement te behou den? Door enkele leden werd het vermoeden- geuit, dat er tusschen den Minister en den heer Lovink verschil van meening bestond omtrent de landbouw-ongevallenverzeke^- ring. Vernomen was, dat, terwijl de Minis ter het wetsontwerp tot invoering van ver plichte verzekering handhaafde, de heer Lo vink het initiatief nam eene vrijwillige ver-, zekering te organiseeren. Is dit ^oe, dan konden sommigen niet aannemep, dat de Minister zulks zou hebben goedgekeurd en zouden zij de houding van den heer Lovink in deze zaak allerminst kunnen billijken.. Ook hieromtrent zou men gaarne inlichting, ontvangen. Voorts werd gevraagd, of spoedig de be noeming van een nieuwen directeur-gene raal is te wachten en werd er op aangedron gen, dat aan dezen een groote mate van zelfstandigheid zou worden verzekerd. De Commissie van Rapporteurs herinnert hierbij er aan, dat na het afdeelingsonder- zoek ten aanzien van het vertrek van den heer Lovink door den Minister eenige in lichting is verstrekt naar aanleiding van. door den heer Roessingh gestelde vragen. lorts mnv rt d den d en h€ t d a der teste ll ee

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 2