138- Eerste Klad. 8"" Juurgaait. Zaterdag 13 November 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. DE W1SK0TTENS. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: P«r 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post1.50. Afzonder;jjfre nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelyksbehalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedxyf bestaan zeer voordeelige bepalingen tet het herhaald adverteeren in dit Blad, bjj abonnement. Sep' ciroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvra^ toegezonden. P= Politiek Overzicht Turkije en de Kreta-kwestie. Indien men in de maand Juli van dit jaar zou geloofd hebben dat de Kreta-kwes- t' een einde had genomen, heeft men zich bedrogen. De zaak is opnieuw aan den gang gemaakt door de nota die de Turksche re- geering dezer dagen aan de og oudheden, heeft gezonden. Nadat de Porte daarift nogmaals de vroe ger te dezer zake gewisselde nota's in herin nering heeft gebracht, wijst zij er op, dat Kreta thans 'het schouwspel biedt van. een hybridisch regeering-stelsel, dat een voort durende schending is van de rechten van Turkije. De postzegels vertoonen den beeldenaar van den koning van Grieken land, men gaat in cassatie bij het Gerechts hof te Athene, de autoriteiten en het uit voerend comité leggen een eed van trouw af aan den koning van Griekenland, Griek- sche officieren voeren bevel over de ge wapende macht en dat alles kan de Turk sche regeering niet langer dulden en zij is vastbesloten hare rechten te doen eerbie digen. De Porte verklaart geenszins van plan te zijn kritiek uit te oefenen op de binnen landsche zaken van Griekenland, maar zij meent toch te moen wijzen op de weinig vriendschappelijke houding, düe Griekenland tegenover haar aanneemt. Zij haalt de uitlatingen aan van den minister van oor log in de Grieksche Kamer en van parle mentsleden, hierop neerkomende, dat de opstand in Griekenland het gevolg zou zijn van de niet-verwezenlij king van de 1 jogste volkswenschen ten opzichte van Kreta. Ook wijst zij op een verklaring van minister Mavromichali6, dat hij zich den tijd, die nog zaïl verloopen voor de definitieve rege ling der Kretensische quaestie tot stand koi t, ten nutte zal maken om het leger en de marine voor te bereiden en te ver sterken toebereidselen, die volgens de nota, slechts tegen Turkije gericht kunnen zijn, daar dit de eenige aangrenzende staat is, waarmede Griekenland te doen kan krijgen. Bij dien stand van zaken rust op de Turksche regeering een zware verantwoor delijkheid tegenover het landzij is zich daarvan ten volle bewust en zal haar souve- redne rechten op het eiland ongeschonden handhaven en z.ich krachtdadig verzetten ■tegen elke openlijke of vermomde poging van een derde mogendheid om zich in het bestuur van Kreta te mengen. Aldus de nota. Ze schijnt uitsluitend te zijn geï spireerd door de tijdsomstandighe den. De Porte heeft het, op een oogenblik dat Griekenland te worstelen heeft met een hinnenlandsche crisis, geraden geacht de aandacht der mogendheden nog eens te ves tigen op de Kreta-'kwestie, óo zich in den tegenwoordigen tijd nog onder hetzelfde ka rakter vertoont als voor eenige maanden geh 1 ;n, toen het weinig scheelde of ze had aanleiding gegeven tot een Turkschtjrieksch conflict. Het is echter niet zeer waarschijn lijk dat de toestand welke op het oogenblik in Griekenland heersebt verandering zou kannen brengen in de eenmaal genomen be schikking der mogendheden. „ken moet niet vergeten", zoo merkt een der groote buitenlandse he bladen bij deze gelegenheid nog eens op. „dat de beschermende mo gendheden Engeland, Frankrijk, Rusland en Italië, formeele verbintenissen hebben na te komen, niet alleen tegenover de Kre- tensers, maar ook jegens de r'rieken. Sedert tien jaren jaren hebben zij stelselmatig de inlijving van bet eiland voorbereid; zij hebben alle mijlpalen op den weg om tot dit doel te geraken, aangegeven. Indien zulk eene ernstige binnenlandsche crisis is ontstaan in Griekenland, dan is dit vooral omcLt de regeering te Athene, door zich geheel en al te schikken naar de raadgevin- ge~ der mogendheden, niet op het gewensch- te oogenblik de idealen heeft kunnen ver wezenlijken, welke dezelfde mogendheden stee**; bij het Grieksche volk hebben wakker gehouden. En er zou iets zeer onrechtvaar digs in zijn, wanneer onder de huidige om standigheden Europa de Grieken aan hun lot overliet en ze volkomen opofferde aan li't Ottomaansche standpunt. Indien zich zulk een diepgaande beweging in Grieken land afteekent ten gunste van de hervor ming van leger en vloot, hoeveel ook op die beweging zelf aan te merken zij, dan is het juist omdat de Grieken zich in den loop van de laatste Oostersche crisis er rekenschap van hebben kunnen geven <ktt zij alleen hunne ambities kunnen verwezen lijkt i en zich de eerbiediging hunner rech ten kunnen verzekeren, die over een uit stekende weermacht beschikken om aan alle gebeurlijkheden het hoofd te bieden. De les welke voor het Grieksche volk uit de gebeurtenissen is voortgevloeid is hard ge weest, en het behoeft niet te verwonderen dat het daar zijn voordeel mee wil doen. „Het is weinig waarschijnlijk dat de mo gendheden op de Turksche nota een ant woord zullen geven in den geest der Turk sche wensclieii. De Porte bezit per slot van rekening slechts een zuiver nominaal recht van souvereiniteit, daar men haar zelfs ge weigerd heeft met de beschermende mogend heden deel te nemen aan het toezicht in de wateren van Kreta. „Het komt ons voor dat de mogendheden, -die aan Kreta zelfbestuur hebben verzekerd door liet te bevrijden van het oude Turksche juk zich vooral hebben herig te houden met <le gewettigde verlangens van het Kretensi sche volk, want het eerste ree lit van eeni vrij volk is zelf te kunnen handelen volgens rijn gevoelens en belangen. Elk ste1il dlat de strekking heeft om, zelfs bij een volledig zelfbestuur, de Ottomaansche souvereiniteit van Kreta te versterken, zou tot het leven digste verzet van die zijde der bevolking van het eiland aanleiding geven, j .et is zeer goed te begri'jpetn dat de Turksche eigenlief de er d'oor zal wonden gekrenkt, maar on der de heerschende omstandigheden is het niet meer -dan voorzichtig elke definitieve oplossing van de Kretenser kwestie uit te stellen en de dingen zich normaal te laten ontwikkelen, indien men tusschen Turkije en Griekenland, verwikkelingen wü voorko men waarvan Europa per slot- van rekening de verantwoordelijkheid op rich zou moeten nemen". Dat de mogendheden er desgelijks over denken, en in. tegenstelling met Turkije het oogenblik voor eene beslissing juist zeer slecht gekozen achten, wordlt reeds van ver schillende zijden bericht, ofschoon nog niet officieel. Dultachland. Wildpark, 12 November. De keizer begaf zich bedien morgen met zijn gast en jachtgenoot aarksher'tog Frans Fer dinand van Oostenrijk en met den kroon prins naar Jacvenitz. België. Twee belangrijke beslissingen zijn geno men. De liberale linkerzijde besloot, „on danks de door haar redenaars aangeduide gebreken van het stelsel „één zoon per ge zin" en in geval de algemeene dienstplicht word verworpen, als één man te stemmen vóór afschaffing der plaatevervanging, 15 maanden dienst en één zoon per gezin". In de socialistische groep waren vier vra- gen gesteld Behoudt de socialistische linkerzij haar amendement van 6 maanden dienst in het voetvolk? Antwoord: Ja! Indien dit amendement verwerpen wordt, neemt zij dan de 12 maanden dienst aan? AntwoordJa Zal zij, in bijkomende orde, het ontwerp der Regeering stemmen, met 15 maanden dienst indien de plaatsvervanging wordt af geschaft? Antwoord: Ja! Eindelijkindien de groep-Woeste voor stelt 12 maanden dienst, alleen om de wet te „saboteeren" wat zal dan de socialistische linkerzij doen Antwoordtegen stem men. Frankrijk. P a r ij s, 1 2 N o v. De Kamer heeft een notie aangenomen, door de regeering aan vaard, om ten aanzien van de interpellatie over het optreden van de Spaanscbe politie vn Spanje over te gaan tot de ordë van den dag. Deneraarken. Denemarken behoort nog tot de landen waarin de lijfstraffen in de lijfstraffen in de rechtspleging worden toegepast, waarbij menschen kunnen worden veroordeeld om af geranseld te worden. Het nieuwe radicale kabinet-Zahle, dat begon met de uniformen en de Excellentie-titels in Denemarken af te schaffen, zal ook aan die ranselstraffen, volgens de wet-Alberti toegepast, een einde maken. Een wetsontwerp tot afschaffing der lijfstraffen is reeds in bewerking en zal aan de volksvertegenwoordiging worden voor gelegd. Maar in afwachting van de be handeling en aanneming daarvan, wil de nieuwe minister van justitie in de praktijk reeds een einde maken aan de toepassing der lijfstraffen. Hij heeft daarom een cir culaire gezonden aan alle rechterlijke en politie-autoriteiten, waarin wordt bevolen, i.n alle gevallen waarin volgens de wet lichamelijke straffen zouden moeten worden toegepast, de akten op te zenden aan rijn departement, opdat dit kunne nagaan in hoeverre voor die toepassing van gratie aan leiding bestaart. Het is het voornemen van den minister zooveel mogelijk gratie te schenken, in alle gevallen waarin lijfstraf fen worden opgelegd als bijkomende straf fen. Det wet van Alberti zal dus niet meer worden toegepast. Dit optreden van den minister van justi tie wekt de Denemarken in alle vrijzinnige kringen groote bevrediging. Noorwegen. Christian! a, 13 Nov. Bij de ver kiezingen voor het Storthing, die van af be gin October tot nu toe plaats hadden, zijn gekozen 63 rechtsche leden en liberalen, die bij de verkiezingen samengingen, 47 leden der linkerzijde, die tot dusver de regeerings- partij vormden, 11 sociaal-democraten en 2 wilden. Het vorige Storthing bestond uit 59 leden der linkerzijde, 54 rechtsche liberalen, 10 sociaal-democraten. De minister-president Knudsen verklaarde, dat het kabinet na het bijeenkomen van het Storthing in Januari zal aftreden. Italië. Rome, 12 Nov. Generaal Asinari, die ter gelegenheid van de vaandeluitreiking aan een nieuw regiment te Brescia een irroden- tische redevoering uitsprak, waarvan de te legrafische overbrenging verboden werd, is op pensioen gesteld. Tittoni heeft den Oos- tenrijkschen gezant hiervan in kennis ge steld. Spanje. Men meldt uit Madrid: Daar koning Ma nuel van Portugal die eerste koning is, die een bezoek van koning Alfonso, door zijn verschijning in Madrid beantwoordt, kon men verwachten dat hem een hartelijke ontvangst ten deed zou vallen. Dat is ech ter niet het geval. Veeleer heeft de Spaan- sche reds des kouings overeenkomst met liet bezoek van d!en Czaar aan Italië. Alle fees telijkheden geschieden, om zoo te zeggen, onder uitsluiting der openbaarheid. De bei de vorsten gaan nooit uit, zonder door een dichte schare militairen en politie agenten omringd te zijn. Zelfs de legemevue in Ca- rabauchel had plaats zonder getuigen, ten zij dan degenen die er bij betrokken wa re nNituwsgierigen werden door de gen darmerie teruggehouden. De koelheid van het publiek is als een stilzwijgend protest tegen de zoowel in Portugal als in Spanje latente reactie van het absolutisme, welke als een Damocleszwaard wordt gevoeld. Oostenrijk-Hongarije. De strijd in de Ilongaarsche onafhanke lijkheidspartij, waaraan wij dezer dagen een artikel wijdden, heeft, gelijk een Reuter- berickt reeds meldde, tot een definitieve scheuring gevoerd. De fractie Justh hield Donderdag een af zonderlijke bijeenkomst en liep reeds op de ontknooping vooruit door te besluiten, dat gisteren een nieuwe voorzitter zou worden gekozen. Van de 28 niet aanwezige afgevaardigden, rekent men er 16 tot de Justh-groep, zoodat de eigenlijke Onafhankelijkheidspartij nog 136 leden telt. Ook heeft de oppositioneele linkerzijde reeds het voorstel gedaan zich met de Justh- groep te vereenigen, derhalve rekent Justh op een aanhang van 150 man. De Kossuth-partij trok zich met 74 man, waarbij er zich naderhand nog 10 aanloten. in een café terug, waar zij zich onder Kos suth's leiding als Onafhankelijkheids- en Kossuth-partij van 1848 constitueerde. Graaf Andrassy en Ko&suth zullen met Wekerle naar Weenen geroepen wonden. Behalve het vraagstuk van de tegemoetko mingen, dat naar de algemeene verwachting dan geregeld zal worden, zal ook ernstig over een ontbinding van den Hongaarschen Rijksdag gesproken worden. Men gelooft te Pest, dat de verkiezing in Januari gehouden zal worden. In geval men het met de Kroon eens werdt, zal het kabinet van Wekerle vermoedelijk in ©enigszins veranderde sa menstelling opnieuw benoemd worden. Budapest, 12 Nov. In de Kanner werd mededeeling gedaan van een schrijven van. den heer Batthyani, president en van de twee vice-presidenten, mëdtedeelëndé, dat zij ontslag uiit hunne ambten hebben genomen, wijl de Onafhankelijkheidspartij niet meer ae volstrekte meerderiieid beeft. Balkanlanden. Sinds het uitbreken van de Balkan-crisis is, gelijk men weet, de verhouding tusschen Rusland -en Oostenrijk-Hongarije niet bij zonder vriendschappelijk geweest. Het moest derhalve in beide landen wel sensatie wek ken, toen de vorige week de Fortnigthly Review aankwam met de bewering van Rus land als het ware zelf 6chuld had aan het ontstaan dier crisis: Oostenrijk-Hongarije zou, vóór het Bosnië en Herzegowina n palmde, tot dien stap de toestemming heb ben verkregen van de Russische regeering, ja, minister Iswolsky had in het vermaarde onderhoud met Graaf Aehrenthal te Buch- lau, die inlijving alsm.ede de annexatie an het Sandsjak Novibazar als het ware aan de regeering der monarchie ingegeven. Wel is waar werd deze bewering van de Review ter stond door he t officieuse Petersburgsche telegraaf-agentschap stellig weersproken, doch in Rusland wilde men meer dan deze ambtelijke tegenspraak, men verlangde dat het bericht ook van Oosten rij ksche zijde werd onwaar geheeten. Het Nowoje Wremja heeft daarom een brief aan minister Aehren thal gericht met het verzoek de openbare meeniug ten dezen in te lichtenzulks in het belang van de goede verhouding tus schen het Russische rijk en de Donau- monarchie. Aehrenthal heeft het Nowoje Wremja ge antwoord in een open, echt diplomatieken, brief. De minister schrijft dat het hem na tuurlijk niet. vrijstaat den volke te verkon den wat er besproken is in een geheim ge sprek tusschen twee verantwoordelijke staatslieden. „Evenwel", zoo laat hij er op volgen, „het bericht van het Petersburgsche telegraaf-agentschap bevestigt wat ik reeds gezegd heb in de delegatieseen vriend schappelijke gedachtenwisseling is voorafge gaan aan de inlijving van Bosnië. Meer mag ik niet zeggen zoolang de kabinetten van Petersburg en Weenen het niet dienstig ach ten hun briefwisseling ten dezen opzichte openbaar te maken". Het Nowoje Wremja is niet tevreden ge steld door dit antwoord en het geeft te ken nen, dat de bescheidenheid van Aehrenthal waar hij geen staatsgeheimen wil verraden wel wat al te ver gaat. Booze tongen kon den wel eens beweren, dat zijn discretie juist zoo ver reikt als het voor de Donau-monar- chïe nuttig is. Aehrenthal mag niet den weg ten halve gaan, maar moet ronduit zeggen hoe het er nu mee staat. Intusschen heeft het Nowoje Wremja ook Iswolsky gevraagd wat er eigenlijk van et geval waar is en de Russische minister r.nt- woordde, evenals de Oostenrijksche, dat hem wat betreft het gesprek te Buchlau stilzwij gendheid past. Maar hij wilde wel zeggen, hetgeen hij ook voor de Doema verklaard heeft, dat hij in het g prek te Buchlau de Bosnische quaestie een Europeesch vraag stuk heeft genoemd, dat slechts op een con ferentie der mogendheden, die het verdrag van Berlijn onderteekend hebben, opgelost mag worden. Rumenië. Boekarest, 12 Nov. Het kabinot- Bratiano is als volgt hervormdminister president en binnenlandsche zaken Bratia- noopenbaar onderwijs en eerediensten Ha- 56 DOOK RUDOLF HERZOG. Toen het daagde, bevond hij zich in de nabijheid der stad. Eu de morgenstond drong door en drong in zij.ne ziel en verspreidde daar Licht. Ginds dook de academie op. Zijn blik: gleed' er voorbij, keerde terug, haperde en bleef toen kalm op het gebouw rusten. „Ik moet mijne dingen nog uit de klas halen." Doch het. was nog te vroeg. Hij keerde naar den Rijn terug, ging op een steenen bojnstiwerdng zitten en liet, -dé handen tus schen de kniëen, de beenen naar beneden hiangen. Het was een heldere morgen. Geen 6tehadluw was meer op 'het breede, vlug voortsttoomeude water achter gebleven. „Waarvoor ben ik eigenlijk bang geweest? Ik ben er nog en de nacht is er niet meer." Langzaam en vermoeid ademend, doch met vijandige Mikken keek ihij de verre golven als een aftrekkendën vijand n!a. Zijnë oogleden werdén zwaar en vielen dicht. Een paar maal huiverde hij in zijn toestanld van halven slaap. Zijn oogen open den zich weer en staarden .strak en verwon derd recht voor zich uit. Toen hij ze ver moeid sluiten, wilde, bedacht hij rich. Hij haalde zijn horloge uit dén zak. Tien uur. „Ik moet mijne dingen uit de klas halen," herhaalde hij luid. Het gesproken woord wekte hem op. Hij stond op èn sloeg den weg naar die stad in. Met moeite gehoor zaamden zij.ne voeten. Stap voor stap naderde hij de academie. Nu liep hij door de vestibule. De steenen gang weerklonk heden niet. Daarover dacht hij na, boen hij, trede voor trede, de trap naai- zijne rteekemzaal besteeg. Ach, dat was het. Zijne voeten sleepten. Daaroih kon het niet klonken. Hij opende de deur. Zijne makkers wa ren aan den arbeid. Terpentijnïucht drong hem in den neu6 en deedi zijn brein wonder lijk pijn. Dingen, die hij niet precies onder- scheideri Ikon, draaiden liustig voor zijne oogen, die grond: golfde zoo, dat hij onider zijne voeten verdween. Wankelend stond zijne lange gestalte op den drempel. Als op groeten afstand vernam liij luide uitroepen, zag liij blikken op zich gericht, die hem doorboorden, hem bespotten. Hij herstelde zich en wankelde met stijve 'knieën door de rijen naar zijne plaats. Toen hij rich bukken wilde, om zijne 'teekembenoo- digdheden hij elkander te pakken, golfde de grond zoodanig onder hem, dat hij hét even wicht verloor en met den schouder tegen de vensterbank vied. Zwijgend richtte hij rich op. Dreigend' ging zijn blik in het rond. „De lange heeft zijn verdriet afgedron ken „Zoo'n drinkebroer 1" „Zie je al sterren?" Een reikte hem de terpent ij nflesoh. „Hier, drink eens. j Luid gelach. I Ewald) Wiskotten hief de hand op. Hij maakte oen breed gebaar, om een slag te geven. En door de heftigheid zijner bewe ging .meegesleurd', stortte hij wankelend voorover en sloeg hard tegen den .grond... Vol afschuw snelde de corrigeerenide pro fessor uit de nevenizaal naderbij. „Sta op, Wiskotten Terstond verlaat ge de zaalJe hebt zeker geen zweem van schaamte meer, dat je reeds op den vroegen morgen beschonken bent.'' Hij bleef liggen, met stijf gesloten oogen. „Roep den portier 1" De professor be dacht rich. „Neen, liever den dokter. Hier vlak op den hoek." Een paar medelijdenden richtten den ge vallene op en zetten hem in den leuning stoel van het modél, waar hij ineenzakte. Toen kwam dé dokter en onderzocht hem. „Beschonken?" zedde hij na eenigen tijd. „Geen kwestie van. Integendeel is hij, God weet het, veel te nuchter. Heel eenvoudig honger heeft het jongemensoh." De professor werd rood tot achter de ooren. „Laat toch als 't u belieft door den por tier wat warme melk brengen!" Na eenige minuten kwam dë melk reeds. De doktor boog zich over dien patiënt heen en liet hem drinken. In lange, begeerige teugen djronk Ewald' Wiskotten. het. glas leeg. „.Heeft 'l goed. gesmaakt, jonge vriendV Hij knikte en bemerkte dé omstanders. Zonder een woord te sproken stond! hij op, en wildé rich naar de deur begeven. „Zach't wat, zacht wat, waarom zooveel haast. IJ bent onder geneeskundige behan deling." De arts greep hem bij zijn. mouw. j „In allen geval zal ik u naar huis begeJei- den." I De oude Zinters trok de wenkbrauwen hoog op, toen hij zijn huurder in gezelschap van den dlokter de gelagkamer zag betiie dén. „Dat i6 weer een ge/heel nieuw treurspel, dokter. De jonge heer is mij te talentvol. Eerst de huur schuldig blijven, daarna van dé academie gestuurd worden en nu boven dien nog riek worden. Op diie luxe ben ik niet ingericht." „Uw huurder is niet riek. Slechts eene krachtige soep heeft hij noodig en een dag rust. Uit de keuken komt een uitstekende lucht. Ik zal zoo lang boven blijven, totdat u de soep 'hebt laten brengen.' Deze hevelen klonken zoo als vanizelf sprekend, d'at Zinters mopperend dë meid de opdracht overbracht. „Andiers komt het in de krant. Schep op i Behaaglijk draaide Ewald Wiskotten zich in zijn bed om. Nieuw leven stroomde heer lijk door zijne aderen.. Hij sloot de oogen en sliep in Toen hij ontwaakte, was het avond. Hij ging rechtop zitolten en d'acht. ma. Een më wel had! hom verteld, diat ze in een huis in die Rattingerstrasse voor een zolderkamertje maandelijks acht mark betaalde. Dab zou. een geschikte woning voor hem zijn. Hij kleedde zich aan. Buiten elopen zachte schreden langs zijne dëur. „Gretchen. dacht hij en luisterde. Maar weldra stom melden zware schreden de trap op. Men liad den ouden Zinters met zijn ontwaken in kennis gesteld. 'Zonder kloppen trad de (huisheer binnen. „Wat beginnen we nu met u? Huur 'be talen wilt u niet, en u aldöpteeron wil ik niet." „Ik zal verhuizen, mijnheer Z in tere, De waard! keek in: het vertrekje rond. „Mooi toegetakeld hebt u dë prachtka- mer, dat moet ik zeggen. Ik mag den be hanger wel bes bellen. Benedën <ie twinltig mark 'komt het niet im ordë. Panden 1 Ik zou wel eens willen weten, waar?" Ewaild Wiskotten kreeg eene gewaarwor ding over znoh, alsof hij door de blikken van den man naakt uitgekleed werd. Schaam te en toorn deden hem beven. En machte loos 'leed hij onder de vernedering. „Ik .zal u eene schuldbekentenis schrij ven, mijmlheer Zinters. Ik blijf in Düi&sed- dorf. Ik ik ga naar dë Kunstnijver heidsschool." „U wilt eene schuldbekentenis schrijven? Keel goed. Maar u veroorlooft wel, dat ik daar liever zelf voor zorg. Ik heb dat reedb Voorzien;. lOndërteekon dliit slechts, diait u mij dleze som voor huur, herstellingen, voor schotten en rente schuldig benit, en iedere maand zes procent rente van het verschuldig de betalen zult." Ewald Wiskotten zag het hooge totaal cijfer. Hoe kon dat mogelijk zijn? Maar héden slechts niet vragen, niet vitten! Hij onderteekonde. „Een iaar zal ik dit papiertje bewaren. Slechts om uw geachte ouders te ontzien. „Kan ik nu gaan?" „Ik zou niet weten, waarmee u mij groo- ter genoegen zoudt kunnen doen." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1