S°. 141. Jaargan|< Dinsdag 16 November 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. DE W1SKOTTENS. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Pel' 8 maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem frauoo per post1.(10. Afzonder;qke nummers0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feest* dagen. IdrertentiAnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur '«morgens by de Uitgeven in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTlfiN: Van 16 regelt O.OO. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 «ent* by veendtbetaMa# Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen Wt het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Isw oiroulairebevattende de voorwaarden, wevdt op aanvm*% toegezonden. Politisk Overzicht Wat Hongarije vraagt. „Het is eene ondervinding van oudshei-", loc begint eene correspondentie uit Pest aan Ie Kóinische Zeitung, „dat men te Weenen ierst dan tot eenige toegevendheid tegen over de verlangens en eischen van Hongarije jleegt te besluiten, wanneer het gewoonlijk feeds te laat is. Szell kwam indertijd ten (ral'omdat ir.en hem de concessies weigerde, kaardoor hij in staat zou geweest zijn orde lijke toestanden te herstellen, terwijl aan lijn opvolger dezelfde concessies zonder meer iierden toegestaan. Doch het was toen reeds e laat en ue verwildering der politieke ver houdingen, die tot den strijd over de grond wet aanleiding gaf, kon niet meer worden rerhinderd, zoodat de tegemoetkomingen jeheel nutteloos bleven. Later stond men lan graaf Tisza de door Hongarije gewensch- te iandweer-artillerie toe op een tijd, dat er nieis meer mee te bereiken was. De door de Kongaarsche regeering verlangde concessies, Waarmede men voor zes maanden een sterke fegeermgspartij had kunnen tot stand bren- feeu, ontmoetten een half jaar achtereen het sterkste verzet en eerst thans schijnen de grootste belemmeringen voor eene inwilli ging ervan verdwenen te zijn, doch thans Js tengevolge van de inmiddels aangegroe.de Radicale strooming zulk eene verergering in de Hongaarsche partij-verhoudingen inge treden, dat men vreezen moet dat de con cessies andermaal te laat komen. Men mag koor of tegen een politiek van tegemoet komingen zijn, voor beide inzichten kunnen Jgewiontrge argumenten worden aangevoerd. Dat eene politiek, die zulke concessies wei gert, zoolang ze van nut kunnen zijn en ze toestaat wanneer ze waarschijnlijk niets meer uitweijcen, geen bijzonder gelukkige is, idaarover kan slechts ééne meening be staan". Evenwel heeft de Hongaarsche regeering, (teneinde eene overeenkomst met de Kroon in de hand te werken, hare oorspronkelijke •voorstellen verzacht, daar ze thajis haar [voor noodzakelijk gehouden concessies niet onmiddellijk verlaugt, doch alleen voor het geval dat Hongarije in den vorm van eene verlenging van het privilegie der gemeen schappelijke bank en de goedkeuring der Ibuitengewoon hooge credieten voor <le ge- imeenschappelijke legerdoeleinden een tegen- praestatie lieelt geboden. Aller verwachtingen richten zieh thans jop de audiënties, welke Keizer Frans Jozef aeze week aan Wekerle, Audrassy en Kos- ;suth verleent en waar de eischen van Hon- Igarije zullen worden besproken. Onder deze omstandigheden is hel thans het jniste oogenblik om eens te zien waar het voor [Hongarije ditmaal om gaat. Laten Wij daar om verder het woord aan den Pester cor respondent der Kölnische Zeitung. Dez9 schrijft „In de bankkwestie verlangt de Hongaar sche regeering de toestemming, in haar pro gram de verklaring te mogen opnemen, dat zij op eene definitieve verlenging van het bankprivilege eerst dan zal ingaan, wanneer een overeenkomst tot de invoering van de verplichte betaling in baar geld tot stand gekomen is. De Hongaarsche regeering ver wacht van de verplichte betalingen in baar geld een verbetering in den afzet der Hon gaarsche papieren in het buitenland, welke tegenwoordig daaronder lijdt dat de bui- tenlandsche kapitalistenkringen niet zonder vrees zijn dat de Oostenrijksch-Hongaarsche bank hare reeds vrijwillig ingevoerde beta lingen in goud vandaag of morgen weer zou kunnen staken, waardoor den schuldeischers te kort zou worden gedaan. Hongarije het bijzonder zou zich door den nieuwen maatregel eene zekere onafhankelijkheid van de Oostenrijksche geldmarkt verschaffen en juist dit is de reden, waarom men in Oos tenrijksche kringen van dezen maatregel r.iets weten wil. En toch kan men niet zeg gen dat de maatregel voor Oostenrijk ou- voordeelig zou zijn. In de komende lrio jaren heeft Oostenrijk crediet noodig tot een bedrag van 600, Hongarije tot een bedrag van 500 milliioen. Deze kolossale sommen zijn noch in Oostenrijk, noch in Hongarije binnenslands te verkrijgen, te minder nog daar dè inlandsche inschrijvingsmarkt vol komen uitgeput is, zelfs in die mate, dat b.v. van de jcr.gste Hongaarsche leening van 56 millioen slechts 22 millioen konden worden geplaatst. Wat op de binnenlandsche geld markt nog aan kapitaal kan worden ge plaatst, moet zoo mogelijk voor het parti culiere crediet bestemd blijven, dat in den vorm van pandbrieven, gemeenteleeningen eveneens beduidend veel noodig heeft. Op dat men nu ten minste voor de staats- leeningen in het buitenland kan wer ken, is de invoering der betalingen in baar voor Oostenrijk en Hongarije wenschelijk Nu zal volgens de nieuwste opvatting 'an het Hongaarsche programma tot oplossing dezer kwestie de invoering der betalingen in baar niet dadelijk in werking treden de Hongaarsche regeering wil zich alleen heb recht verzekeren tot aan het tijdstip, waarop zulk eene overeenkomst tot stand komt, de gemeenschappelijke bank geen nieuw privilegie te verleenen, doch hoog stens het bestaande privilege bij tusse'hen- poozen te verlengen. De inwilliging van dit verzoek zou daarmede nog geen gereeden toestand scheppen; de Oostenrijksche regee ring zou zoowel nu als vroeger in staat zijn voor haar standpunt in deze kwestie op te komenze zou er alleen mee hebben ac- ciord te gaan dat, zoolang ze volhardt in haar verzet tegen de verplichte betalingen in baar geld, op het gebied van het bankvraag- stuk slechts voorloopige regelingen kunnen worden getroffen. Aan voorloopige regelin gen is men in Hongarije toch al gewoon. Wat de militaire kwestie betreft, verlangt de Hongaarsche regeering allereerst eene aan het Hongaarsche staatsrecht beantwoorden de regeling in zake vaandels en onderschei dingsteekeuen, welke daarin zou bestaan dat men aan de koppelriemen, patroontas- schen enz. der Hongaarsche manschappen den Oostenrijkscheu dubbelen adelaar ver vangt door de initialen van den monarch en aan de vaandels der Hongaarsche regi menten een Strook in de Hongaarsche vader- landsche kleuren aanbrengt. Bij de behan deling van militaire rechtsgedingen zou v or de krijgsraden in laagste instantie 'n Hongarije de Magyaarsche taal worden in gevoerd, opdat de beklaagden met Magyaar- schen tongval de onderhandelingen kunnen volgen. Het dient op den voorgrond te wor den gesteld, dat het hier niet om nieuwe concessies gaat, daar ze reeds voor vier jaar zijr uitgevaardigd, doch tot dusver nooit werden toegepast. Nieuw is de eisch dat in de kleinste een heden der .Ho ugaar&che^ regimen ten, -de com pagnie n, het- Magyaarsch als taal zal worden \erklaard, waarin de onderofficieren zich met de manschappen zullen onderhouden. Men hoopt daarmede te bereiken, dat ook Magyaren zich in grooten getale voor de enderoffieiersbetrekking zullen aanmelden, hetgeen thans, nu zij met de manschappen in de Duitsche taal moeten omgaan, door hunne gebrekkige talenkennis op bezwaren stuit. Alle deze concessies behoeven echter n-'ét' onmiddellijk te worden gedaan, doóh eerst dan, wanneer de Hongaarsche wetgevëiide macht alle buitengewone militaire Uitgaven, cle kosten der inlijving en de in de nieuwe militiewet vervatte verhoogiug van het con tingent, zal hebben goedgekeurd. Daarmede vervalt de van Oostenrijksche zij dé meer malen geuile vrees dat men de concessies zou verleenen, doch Hongarije zich daarna aan de wederdiensten, welke men ervan ver langt, zou onttrekken. De Keizer is, naar men in Pest meent ie weien, niet meer principieel tegen het ver-" leeuen der bewuste concessies gekant. Hij wenscht alleen dat Andrassy en Kossuth nadrukkelijk de verplichting op zich nemen dat zij bij dit programma zullen blijven, wat er voortaan ook geschiede. Dat v '1 i.iet andere woorden zeggen, dat Kossuth zich moet verplichten niet mea in de oppositie ie treden, en aan de onafhankelijkheidspartij niet meer zijn naam te verleenen. De scheuring in de ouafhankelijkheidspartij 's een voordeel, dat tegen de, alles bijeenge nomen niet veel beteekenende, concessies, die gedaan dienen te worden, volkomen op weegt". Volgens de laatste berichten (men zie ihdeai onder) wordt de in de slotalinea vaan bovenstaand artikel dooi- den Pester corres pondent uitgesproken meening niet geheel en al bevestigd. De Keizer moet tegen de tegemoetkomingen in dè legerkwestie be zwaar hebben gemaakt. Frankrijk. In latere berichten omtrent de minister- crisis, ontstaan door het verzet tegen mi nister Cochery's belastingplannen, lezen wij dat het heele kabinet zich met hem solidair heeft verklaard, waarom Cochery van zijn ontslag-aanvrage heeft afgezien. De Fransche bond van onderwijzers, die 100,000 leden telt, heeft, naar bekend is, naar aanleiding van den herderlijken briel der bisschoppen tegen de openbare school een eisch tot schadevergoeding ingesteld we gens het toebrengen van moreel nadeel, ter wijl de schrijvers en uitgevers van school boeken, welke door de bisschoppen verboden zijn, een actie wegens stoffelijke schade hebben ingesteld. De bisschoppen schijnen niet goed te weten, hoe zij, in zake de vor deringen, handelen moetenten minste hun houding is onderling zeer verschillend. Aartsbisschop Dubourg van Rennes heeft bekend gemaakt, dat hij zijn personeel gé- last heeft te verhinderen, dat een evefttJneele dagvaarding zijn huis binnen komt. Hij is van oordeel, dat, waar een gewoon burger zulk een dagvaarding moet aannemen, hij als bisschop boven de wet staat. De aarts bisschop van Reims daarentegen, zal de dag vaarding wel aannemen, en heeft reeds een advocaat genomen en betoogt^ dat dé brief alleen gericht was tegen „zekere tendenzen van zekere individuen",' zócklat de onderwij zersbond in zijn geheel er zich niet van be hoeft aan te trekken. Mgr. Amette, de aartsbisschop van Parijs, plaatst zich op hetzelfde standpunt. De bis schop van St. Dié echter is strijdlustiger, en heeft aan minister-president Briand een open brief geschreven, waarin hij o.a. zegt: „Laten wij den strijd beginnen, nu gij bet eerste kanonschot afgeschoten hebt." Intusschen heeft het congres van kathor lieken uit de departementen du Nord en du Pas de Calais besloten, geschriften te ver spreiden tegen de door de bisschoppen ver boden boeken. Van nationalistische en conservatieve zijde wordt gezegd, dat de civiele aanklacht, door de vereeniging van leeraren ingediend tegen de bisschoppen, wegens fouten, in den vorm niet-ontvankelijk is. Nog wordt bericht, dat het ministerie van onderwijs van niets wist. De minister zou anders niet in gebreke zijn gebleven, de leeraren te wijzen op het verkeerde van den door hen ingeslagen weg. De heer Roussel, algemeen secretaris der onderwijzersvereeniging, spreekt van hei be gin tot het einde deze berichten tegen. De leeraren wisten heel goed wat ze deden en hoe ver ze konden gaan; ze waren wel zoo verstandig den raad van rechtsgeleerden in te winnen en zullen hun zaak doorzetten, zij genieten daarvoor den noodigen moreelen en financieelen steun. Zij hebben opzettelijk minister Doumergue niet geraadpleegd, om dat zij hun vrijheid wilden behouden. Te Notre-Damo de l'Asier (Dép. Loire) heeft een aantal ouders hun kinderen het bezoek der school verboden, omdat de on derwijzers verscheidene leerlingen gestraft hadden, die hadden geweigerd een door den bisschop verboden leerboek der geschiedenis te gebruiken. Engeland* Portsmouth, 15 Nov. De Zoning van Portugal kwam hedenmorgen, alhier aan, ontvangen door den prins van Wales. Windsor, 15 Nov. Koning Manuel kwam alhier aan te 3 uur 40 en werd op de meest hartelijke wijze ontvangen. De burge meester hield een toespraak, waarin hij her innerde aan 'het bezoek, dat de ouders van den Koning vijf jaar geleden aan de stad hadden gebracht en sprak de hoop uit, dat het huidige bezoek de banden van vriend schap, die sinds eeuwen tusschen de twee landen hebben bestaan, nog zon versterken. Italië. Generaal Asinari werd terstond nadat zijn opzienbarende rede bekend was geworden, naar Rohie ontboden. De regeering wachtte echter, wegens de ontzaglijke beweging door zijn woorden gewekt, zijn komst niet af om den tuchtmaatregel op hem toe te passen, waarvan melding is gemaakt. Men gelooft- algemeen, dat de generaal, die binnenkort wegens het bereiken van den leeftijdsgrens uit den dienst zou gaan, alleen beoogde, op geruchtmakende wijze zijn af- j scheid te nemen, door de geheime gedachten van het leger uit te spreken. Het bestuur van de vereeniging „Patria Pro Trento e Trieste" te Milaan heeft een parig besloten een inschrijving te openen, om een eeredegen aam te bieden aan ^sinari. ,r De generaal ontving nog vele bijvalsbe tuigingen en telegrammen van andere pa- triotische vereenigingen. De Italiaansche bladen blijven het ont slag van generaal Asinari, naar aanleiding van diens te Brescia gehouden rede hespre ken. Alle vinden dat de- generaal in zijn rede zich te veel heeft laten gaan en dat >;e regeering niet anders kon doen dan streng er tegen optredentoch betreurt men de be straffing van dezen geachten officier, den held van Custozza; de Secoio vindt de straf overdreven en een bewijs van onderdanig heid der Italiaansche regeering jegens de Oostenrijksche. De Italiaansche studenten van de univer siteit te Trente, welke te Milaan vertoef den, hebben aan generaal Asinari een tele gram van gelukwenschen gezonden, terwijl alle Milaansche studenten besloten een mani festatie te houden ten gunste van den ont slagen generaal. Het Giornale d'Italia deelt mede, dat de generaal in de volgende termen den minis ter van oorlog zou hebben geantwoord, -die Asinari den tegen hem genomen maatregel aankondigde: „Ik erken mijn dwaling en ik aanvaard er al de gevolgen van, maar ik trek niets in van hetgeen ik gezegd heb". De Oostenrijksche bladen spreken hunne voldoening uit over de loyale houding -an de Italiaansche regeering, die, zonder drang van buiten, uit eigen boezem is voortge komen. Hongarije. Boedapest, 15 Nov. De door den Koning aan Wekerle, Andrassy en Kossutli verleende audiënties hebben tot geenerlei resultaat geleid. De Pesther Lloyd meldt, dat de Koning tegemoetkomingen in zake de legerkwestie geweigerd heeft. RMlind. Volgens eene door het burean der Doem a openbaar gemaakte opgave is die Doema voor de nieuwe zitting alls volgt samengesteld rechtsche fractie 51, de nieuwo nationale partij (ontstaan door de samensmelting der gematigde rechterzijde met de nationalisten) 93, Octobristen 130, vooruitsfcre venden 40, cadetten (constitutioneels democraten.) 53, Poolsch-Lithausche groep 18, Mohammeda nen 9, arbeids groep 14, sociaal-democraten 16 afgevaardigden. 17 leden zijn bij geen partij aangesloten. De door den Czaar benoemde Ruamaoh- Finsche commissie, die moet "trachten het conflict tueechen de regeering en Finland uit den weg - ruimen, heeft haar eerste zitting gehouden. In geen enkel punt waren de Finse he leden het met de Russische eens en ook kon men op geen manier tot eens gezindheid komen, hoe lang er ook gepraat werd. De Finnen zijn onverrichter zake naar Helsingfors teruggekeerd. De Finsche leden hebben volgehouden dat Finland, sinds het een grondwet ontving van Alexander I, een onafhankelijk'land geweest is en dat de Russische regeering rich niet te bemoeien heeft met Finland's zaken.'-De plannen van de Russische regeering ten op-» zichte van den militairen dienst waren zoo zeiden de Finnen ten. ©enenmale on wettig. De Russen spraken deze opvattingen st-.llig tegen, welke, naar zij betoogden, uit gingen van een averechtscbe opvatting der grondwet, door Alexander I verleend. Op de wijze waarop de Finnen (e werk gingegt •6 DOOR RUDOLF HERZOG. Onde^r de oogen vlam dén waard pakte Ewald Wiskotten zijne dingen in een groot pak, zette zijn ihoed op en daalde stijf de trap af. In dè Ratingerstras ze kwam hij met de ibej aarde weduwe van een daiglooner tot een vergelijk. Van die tiwee dakkamer tjes, welke dé oude vrouw bewoonde, stond ze hem heb kleinste af. Behalve een stroo- zak, die op den grond lag en twee kiisten, die tafel en stoel voorstelden, bevatte heb vertrek geen meubilair. De vriendelijke groenitieniliandeliaar, die in de Volkerstraaze naast de kroeg van Zinters zijn winkeltje had, 'bracht hem op zijn krui wagen het pak na. EwaLd Wiskotten keek nog eenmaal in zijne oud© woning om zich heen. Hij zocht „Kan ik juffrouw Gretohen goeden dag zeggen „Gretchen? Die is met Franz Stibben uit Neusz naar de comedie. Zal ik haar de groe ten doen?' „Niet anoodi'g. Adieu. „Ik hoop dat u onè niet vergeten zult." In hot zolderkamertje, waar de lucht zwaar en bedompt was, opende hij het raam pje en liet de frissche avondlucht, die van den Rijn kwam, binnen stroomen. Die maak te ook .zijn hoofd weer helder. Als hij zijn hoofd door het raampje stak, keek hij over de daken heen tot aan de Academie en over een gedeelte van. den Rijn. Hij pakte zijn teekenbehoeften uit, at hongerig brood en worst tot avondmaal en viel vermoeid op den stroozak neer. Den volgenden dag overdacht hij kalm zijn toestand. „Volhouden", zeide hij tot zichzelf, „niets onbeproefd laten. Waarom zou .ik het nu niet eens mot de Kunstnijver heidsschool probeeren? De professoren daar zijn even bekwaam. De naam van den schil der Neyulórfer heeft een uitstekenden klank. Misschien kan ik daar dadelijk wel wat ver dienen En dan. zoek ik naderhand eene andere académie o'f als prilvaat leerling ©en groot meester. Als rik imaar niet zoo voor vader en moeder en de broers behoef te trodlen! Lk zou er mijm leven lang ondèr lijden. Ik wiil niet bij schilidier Weert op heb zuipersbankje. Hij dacht aan dè brieven van zijn broer Paul, die hij onbeantwoord gelaten haid, en aan de vergèefsche pogingen, der broeders hem te spreken te krijgen. Hij had hun niets te zeggen. Nu nog niet; hedén minder •dan ooit. Slechte wanneer hij die zware be proevingen achter zich had en. trotsch en vrij het hoofd op kon heffen, zoo«als die thuis het ophieven. Niet eer. Dat was hem tot een idee-fixe geworidèn, en hij leefde er zich steeds meer in, Toen hij "sZondags de stem men van Ernst en Anna Kölsch voor zijne deur hoorde, werd hij bleek van woede. Was men hem alweer nagegaan? Moest hij zich in zijne armzaligheid al weer toonen? Opdat men het in Barmen rondbazuinde? Hij stiet I verachtelijk met. <len voet tegen den versle ten stroozak. Hier was zijn gebied. Rustl 's Maandagemorgeus liet hij zioh op het bureau van professor Neudörfer aanmelden. Hij vond een grooten, krachtigen man met bedaarde manieren, die hem door de gil azen van zijn bril vriendelijk opnam. „Wat is uw verlangen?" „Ik zou u gaarne tèekeniingen. voor willen leggen." „Laat zien! Hebt u reeds ergenru» een vak opleiding genoten?" EwaLd Wiskotten's keel werd als dicht geknepen. Doch de bekentenis moest er uit. „Ik was twee semesters op de Kun sit ae adèmie. „Hier in Düsseldorf?" J a r-' „En u walt nu van richting veranderen?" „Ik moet." „Ah men heeft u dien raad! gegeven, ergens anders heen te gaan?" „Ja." De professor strook over zijn bruinen baard. Achter de bril leg lazen vorschten dè oogen. „Zoo, zool Welnu! Bekijken kost niets. Laat zien, wat u meegebracht hebtl" Ewald Wiskotten Overhandigde hem de portefeuille. ,,U beeft. Bent u ziek?" „Neen, mij ontbreekt slechts -een leermeester „Neemt u plaats." Ewald Wiskotten nam op een krukje naast de deur plaats en draaide zijn hoed in dè hand rond Deze was vet en versleten. Dat had hij nooit bemerkt. Op dat oogenblik echter zag hij iedere vlek. Hij legde den hoed maast zijn stoel en bleef met gevouwen handen stil zitten. Erger kon het niet meer worden. Als de man, die daar zijne teeke- ningen in de hand hield, „neen" zeide, dan greep hij teistond naar zijn vettigen hoed en en „Kom toch eens wat naderbij, mijnheer Hoe was uw naam?" „Wiskotten." De professor keek hem aan. „Wiskotten? Toch niet van de Barmer industrieelen „Toch wel, professor." „Hoe komt u dan vergeef me hoe komt. u dan in zulk een toestand?" Ewalld Wiskotten werd gloeiend1 rood. Zijn blik gleed langs zijr.e kale jas, tot aan de franjes onderaan zijne broekspijpen en zijne scheef geioopen schoenen. ,,U moogt mijne, familie niet naar mij beoondèelen", stootte hij uit. De professor lachte. „Geen 'haar op mijn hoofd dlat aan zoo iets dénkt. De Wiskotten» zouden mij' krijgen. Maar u? Vertel mij eens, hebt u som® dlomme dingen gedaan?" „Neen, professor. Slechts dat ik kuipte naar wildé wordèn. Dat was geen Wupper- talier traditie." „Dat verheugt mij. Anders waren wij nooi-t «goede vrienden gewonden. U krijgt dus geen toelage? En het geld voor de aca demieWie heeft dat betaald?" „De vader van een vrien<j. Maar nu kan ik dat niet meer aannemen." „U zoudt dus gaarne spoédig in de ge legenheid gesteld worden, iets te verdienen?" „Ja, professor." „Uwe teekeningen getuigen van een op vallend groot talent, mijnheer Wiskotten." ■Het ruischte Ewald Wiskotten in de ooren. Voor zijne oogen draaide de gestalte van den professor in spiralen rond. Uit het diepst zijner ziel kwam het, afgebroken, imet smartelijke tusschenpoozen, woorden <M<r zioh niet. tot zinnen konden vormen. „U zegt En van de academie? Weg gejaagd. En nu toch? Alles niet Vaar? Kolossaal „Kalm- Hoe wilt u met zulk eert» ver wardheid iets voortbrengen? Hier, drink eens een cognacje. Zoo! U bent geheel'bui- tan u zeiven, naar het mij voorkomt. U moet meer op u zelf létten1. „Dat zal ik ook, professor. Men heeft mij slechts niet tot rust laten komeir. Maar nu, nu „Geon gevoelsuitingen-. Die liebben slechte na gedanen arbeid-, recht van bestaan. Voor- ioopig staan we pas vóór den arbeid.' Of u eens schilderstukken maken zult, trek ikr in twijfel. Maar «tyliseeren doet u nu reed». Met de lijnen springt u praohtig om. Dezè ranken van druivenbladeren* en palmblad, deze ornamenten, die als slanke bloemen uit den grond opschieten "ftls kant ovér een zijden gewaad geworpendat ie nieuw en mooi." Hoe deze stem verwarmde. Hoe ze ver warmde en kalmeerde. Slechts toeluisteren, slechts op de klank dezer stem acht get en. „Men kan zien, dat uw wieg- te midden der textiel-nijverheid gestaan heeft, mijn heer Wiskotten. Dat is de aangeboren lief de, verfraaid door oorspronkelijkheid." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1