S°. 141.
Jaargan|<
Dinsdag 16 November 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE W1SKOTTENS.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Pel' 8 maanden voor Amersfoortf 1.00.
Idem frauoo per post1.(10.
Afzonder;qke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feest*
dagen.
IdrertentiAnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
'«morgens by de Uitgeven in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTlfiN:
Van 16 regelt O.OO.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 «ent* by veendtbetaMa#
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen Wt
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Isw
oiroulairebevattende de voorwaarden, wevdt op aanvm*%
toegezonden.
Politisk Overzicht
Wat Hongarije vraagt.
„Het is eene ondervinding van oudshei-",
loc begint eene correspondentie uit Pest aan
Ie Kóinische Zeitung, „dat men te Weenen
ierst dan tot eenige toegevendheid tegen
over de verlangens en eischen van Hongarije
jleegt te besluiten, wanneer het gewoonlijk
feeds te laat is. Szell kwam indertijd ten
(ral'omdat ir.en hem de concessies weigerde,
kaardoor hij in staat zou geweest zijn orde
lijke toestanden te herstellen, terwijl aan
lijn opvolger dezelfde concessies zonder meer
iierden toegestaan. Doch het was toen reeds
e laat en ue verwildering der politieke ver
houdingen, die tot den strijd over de grond
wet aanleiding gaf, kon niet meer worden
rerhinderd, zoodat de tegemoetkomingen
jeheel nutteloos bleven. Later stond men
lan graaf Tisza de door Hongarije gewensch-
te iandweer-artillerie toe op een tijd, dat er
nieis meer mee te bereiken was. De door de
Kongaarsche regeering verlangde concessies,
Waarmede men voor zes maanden een sterke
fegeermgspartij had kunnen tot stand bren-
feeu, ontmoetten een half jaar achtereen het
sterkste verzet en eerst thans schijnen de
grootste belemmeringen voor eene inwilli
ging ervan verdwenen te zijn, doch thans
Js tengevolge van de inmiddels aangegroe.de
Radicale strooming zulk eene verergering in
de Hongaarsche partij-verhoudingen inge
treden, dat men vreezen moet dat de con
cessies andermaal te laat komen. Men mag
koor of tegen een politiek van tegemoet
komingen zijn, voor beide inzichten kunnen
Jgewiontrge argumenten worden aangevoerd.
Dat eene politiek, die zulke concessies wei
gert, zoolang ze van nut kunnen zijn en ze
toestaat wanneer ze waarschijnlijk niets meer
uitweijcen, geen bijzonder gelukkige is,
idaarover kan slechts ééne meening be
staan".
Evenwel heeft de Hongaarsche regeering,
(teneinde eene overeenkomst met de Kroon
in de hand te werken, hare oorspronkelijke
•voorstellen verzacht, daar ze thajis haar
[voor noodzakelijk gehouden concessies niet
onmiddellijk verlaugt, doch alleen voor het
geval dat Hongarije in den vorm van eene
verlenging van het privilegie der gemeen
schappelijke bank en de goedkeuring der
Ibuitengewoon hooge credieten voor <le ge-
imeenschappelijke legerdoeleinden een tegen-
praestatie lieelt geboden.
Aller verwachtingen richten zieh thans
jop de audiënties, welke Keizer Frans Jozef
aeze week aan Wekerle, Audrassy en Kos-
;suth verleent en waar de eischen van Hon-
Igarije zullen worden besproken. Onder deze
omstandigheden is hel thans het jniste
oogenblik om eens te zien waar het voor
[Hongarije ditmaal om gaat. Laten Wij daar
om verder het woord aan den Pester cor
respondent der Kölnische Zeitung. Dez9
schrijft
„In de bankkwestie verlangt de Hongaar
sche regeering de toestemming, in haar pro
gram de verklaring te mogen opnemen, dat
zij op eene definitieve verlenging van het
bankprivilege eerst dan zal ingaan, wanneer
een overeenkomst tot de invoering van de
verplichte betaling in baar geld tot stand
gekomen is. De Hongaarsche regeering ver
wacht van de verplichte betalingen in baar
geld een verbetering in den afzet der Hon
gaarsche papieren in het buitenland, welke
tegenwoordig daaronder lijdt dat de bui-
tenlandsche kapitalistenkringen niet zonder
vrees zijn dat de Oostenrijksch-Hongaarsche
bank hare reeds vrijwillig ingevoerde beta
lingen in goud vandaag of morgen weer zou
kunnen staken, waardoor den schuldeischers
te kort zou worden gedaan. Hongarije
het bijzonder zou zich door den nieuwen
maatregel eene zekere onafhankelijkheid van
de Oostenrijksche geldmarkt verschaffen en
juist dit is de reden, waarom men in Oos
tenrijksche kringen van dezen maatregel
r.iets weten wil. En toch kan men niet zeg
gen dat de maatregel voor Oostenrijk ou-
voordeelig zou zijn. In de komende lrio
jaren heeft Oostenrijk crediet noodig tot een
bedrag van 600, Hongarije tot een bedrag
van 500 milliioen. Deze kolossale sommen
zijn noch in Oostenrijk, noch in Hongarije
binnenslands te verkrijgen, te minder nog
daar dè inlandsche inschrijvingsmarkt vol
komen uitgeput is, zelfs in die mate, dat b.v.
van de jcr.gste Hongaarsche leening van 56
millioen slechts 22 millioen konden worden
geplaatst. Wat op de binnenlandsche geld
markt nog aan kapitaal kan worden ge
plaatst, moet zoo mogelijk voor het parti
culiere crediet bestemd blijven, dat in den
vorm van pandbrieven, gemeenteleeningen
eveneens beduidend veel noodig heeft. Op
dat men nu ten minste voor de staats-
leeningen in het buitenland kan wer
ken, is de invoering der betalingen in baar
voor Oostenrijk en Hongarije wenschelijk
Nu zal volgens de nieuwste opvatting 'an
het Hongaarsche programma tot oplossing
dezer kwestie de invoering der betalingen
in baar niet dadelijk in werking treden
de Hongaarsche regeering wil zich alleen
heb recht verzekeren tot aan het tijdstip,
waarop zulk eene overeenkomst tot stand
komt, de gemeenschappelijke bank geen
nieuw privilegie te verleenen, doch hoog
stens het bestaande privilege bij tusse'hen-
poozen te verlengen. De inwilliging van dit
verzoek zou daarmede nog geen gereeden
toestand scheppen; de Oostenrijksche regee
ring zou zoowel nu als vroeger in staat zijn
voor haar standpunt in deze kwestie op te
komenze zou er alleen mee hebben ac-
ciord te gaan dat, zoolang ze volhardt in
haar verzet tegen de verplichte betalingen in
baar geld, op het gebied van het bankvraag-
stuk slechts voorloopige regelingen kunnen
worden getroffen. Aan voorloopige regelin
gen is men in Hongarije toch al gewoon.
Wat de militaire kwestie betreft, verlangt
de Hongaarsche regeering allereerst eene aan
het Hongaarsche staatsrecht beantwoorden
de regeling in zake vaandels en onderschei
dingsteekeuen, welke daarin zou bestaan
dat men aan de koppelriemen, patroontas-
schen enz. der Hongaarsche manschappen
den Oostenrijkscheu dubbelen adelaar ver
vangt door de initialen van den monarch
en aan de vaandels der Hongaarsche regi
menten een Strook in de Hongaarsche vader-
landsche kleuren aanbrengt. Bij de behan
deling van militaire rechtsgedingen zou
v or de krijgsraden in laagste instantie 'n
Hongarije de Magyaarsche taal worden in
gevoerd, opdat de beklaagden met Magyaar-
schen tongval de onderhandelingen kunnen
volgen. Het dient op den voorgrond te wor
den gesteld, dat het hier niet om nieuwe
concessies gaat, daar ze reeds voor vier jaar
zijr uitgevaardigd, doch tot dusver nooit
werden toegepast.
Nieuw is de eisch dat in de kleinste een
heden der .Ho ugaar&che^ regimen ten, -de com
pagnie n, het- Magyaarsch als taal zal worden
\erklaard, waarin de onderofficieren zich
met de manschappen zullen onderhouden.
Men hoopt daarmede te bereiken, dat ook
Magyaren zich in grooten getale voor de
enderoffieiersbetrekking zullen aanmelden,
hetgeen thans, nu zij met de manschappen
in de Duitsche taal moeten omgaan, door
hunne gebrekkige talenkennis op bezwaren
stuit.
Alle deze concessies behoeven echter n-'ét'
onmiddellijk te worden gedaan, doóh eerst
dan, wanneer de Hongaarsche wetgevëiide
macht alle buitengewone militaire Uitgaven,
cle kosten der inlijving en de in de nieuwe
militiewet vervatte verhoogiug van het con
tingent, zal hebben goedgekeurd. Daarmede
vervalt de van Oostenrijksche zij dé meer
malen geuile vrees dat men de concessies zou
verleenen, doch Hongarije zich daarna aan
de wederdiensten, welke men ervan ver
langt, zou onttrekken.
De Keizer is, naar men in Pest meent ie
weien, niet meer principieel tegen het ver-"
leeuen der bewuste concessies gekant. Hij
wenscht alleen dat Andrassy en Kossuth
nadrukkelijk de verplichting op zich nemen
dat zij bij dit programma zullen blijven,
wat er voortaan ook geschiede. Dat v '1 i.iet
andere woorden zeggen, dat Kossuth zich
moet verplichten niet mea in de oppositie ie
treden, en aan de onafhankelijkheidspartij
niet meer zijn naam te verleenen. De
scheuring in de ouafhankelijkheidspartij 's
een voordeel, dat tegen de, alles bijeenge
nomen niet veel beteekenende, concessies,
die gedaan dienen te worden, volkomen op
weegt".
Volgens de laatste berichten (men zie
ihdeai onder) wordt de in de slotalinea vaan
bovenstaand artikel dooi- den Pester corres
pondent uitgesproken meening niet geheel
en al bevestigd. De Keizer moet tegen de
tegemoetkomingen in dè legerkwestie be
zwaar hebben gemaakt.
Frankrijk.
In latere berichten omtrent de minister-
crisis, ontstaan door het verzet tegen mi
nister Cochery's belastingplannen, lezen wij
dat het heele kabinet zich met hem solidair
heeft verklaard, waarom Cochery van zijn
ontslag-aanvrage heeft afgezien.
De Fransche bond van onderwijzers, die
100,000 leden telt, heeft, naar bekend is,
naar aanleiding van den herderlijken briel
der bisschoppen tegen de openbare school
een eisch tot schadevergoeding ingesteld we
gens het toebrengen van moreel nadeel, ter
wijl de schrijvers en uitgevers van school
boeken, welke door de bisschoppen verboden
zijn, een actie wegens stoffelijke schade
hebben ingesteld. De bisschoppen schijnen
niet goed te weten, hoe zij, in zake de vor
deringen, handelen moetenten minste hun
houding is onderling zeer verschillend.
Aartsbisschop Dubourg van Rennes heeft
bekend gemaakt, dat hij zijn personeel gé-
last heeft te verhinderen, dat een evefttJneele
dagvaarding zijn huis binnen komt. Hij is
van oordeel, dat, waar een gewoon burger
zulk een dagvaarding moet aannemen, hij
als bisschop boven de wet staat. De aarts
bisschop van Reims daarentegen, zal de dag
vaarding wel aannemen, en heeft reeds een
advocaat genomen en betoogt^ dat dé brief
alleen gericht was tegen „zekere tendenzen
van zekere individuen",' zócklat de onderwij
zersbond in zijn geheel er zich niet van be
hoeft aan te trekken.
Mgr. Amette, de aartsbisschop van Parijs,
plaatst zich op hetzelfde standpunt. De bis
schop van St. Dié echter is strijdlustiger,
en heeft aan minister-president Briand een
open brief geschreven, waarin hij o.a. zegt:
„Laten wij den strijd beginnen, nu gij bet
eerste kanonschot afgeschoten hebt."
Intusschen heeft het congres van kathor
lieken uit de departementen du Nord en du
Pas de Calais besloten, geschriften te ver
spreiden tegen de door de bisschoppen ver
boden boeken.
Van nationalistische en conservatieve zijde
wordt gezegd, dat de civiele aanklacht, door
de vereeniging van leeraren ingediend tegen
de bisschoppen, wegens fouten, in den vorm
niet-ontvankelijk is.
Nog wordt bericht, dat het ministerie van
onderwijs van niets wist. De minister zou
anders niet in gebreke zijn gebleven, de
leeraren te wijzen op het verkeerde van den
door hen ingeslagen weg.
De heer Roussel, algemeen secretaris der
onderwijzersvereeniging, spreekt van hei be
gin tot het einde deze berichten tegen.
De leeraren wisten heel goed wat ze deden
en hoe ver ze konden gaan; ze waren wel
zoo verstandig den raad van rechtsgeleerden
in te winnen en zullen hun zaak doorzetten,
zij genieten daarvoor den noodigen moreelen
en financieelen steun. Zij hebben opzettelijk
minister Doumergue niet geraadpleegd, om
dat zij hun vrijheid wilden behouden.
Te Notre-Damo de l'Asier (Dép. Loire)
heeft een aantal ouders hun kinderen het
bezoek der school verboden, omdat de on
derwijzers verscheidene leerlingen gestraft
hadden, die hadden geweigerd een door den
bisschop verboden leerboek der geschiedenis
te gebruiken.
Engeland*
Portsmouth, 15 Nov. De Zoning
van Portugal kwam hedenmorgen, alhier aan,
ontvangen door den prins van Wales.
Windsor, 15 Nov. Koning Manuel
kwam alhier aan te 3 uur 40 en werd op de
meest hartelijke wijze ontvangen. De burge
meester hield een toespraak, waarin hij her
innerde aan 'het bezoek, dat de ouders van
den Koning vijf jaar geleden aan de stad
hadden gebracht en sprak de hoop uit, dat
het huidige bezoek de banden van vriend
schap, die sinds eeuwen tusschen de twee
landen hebben bestaan, nog zon versterken.
Italië.
Generaal Asinari werd terstond nadat zijn
opzienbarende rede bekend was geworden,
naar Rohie ontboden. De regeering wachtte
echter, wegens de ontzaglijke beweging door
zijn woorden gewekt, zijn komst niet af om
den tuchtmaatregel op hem toe te passen,
waarvan melding is gemaakt.
Men gelooft- algemeen, dat de generaal,
die binnenkort wegens het bereiken van den
leeftijdsgrens uit den dienst zou gaan, alleen
beoogde, op geruchtmakende wijze zijn af-
j scheid te nemen, door de geheime gedachten
van het leger uit te spreken.
Het bestuur van de vereeniging „Patria
Pro Trento e Trieste" te Milaan heeft een
parig besloten een inschrijving te openen,
om een eeredegen aam te bieden aan
^sinari. ,r
De generaal ontving nog vele bijvalsbe
tuigingen en telegrammen van andere pa-
triotische vereenigingen.
De Italiaansche bladen blijven het ont
slag van generaal Asinari, naar aanleiding
van diens te Brescia gehouden rede hespre
ken. Alle vinden dat de- generaal in zijn
rede zich te veel heeft laten gaan en dat >;e
regeering niet anders kon doen dan streng
er tegen optredentoch betreurt men de be
straffing van dezen geachten officier, den
held van Custozza; de Secoio vindt de straf
overdreven en een bewijs van onderdanig
heid der Italiaansche regeering jegens de
Oostenrijksche.
De Italiaansche studenten van de univer
siteit te Trente, welke te Milaan vertoef
den, hebben aan generaal Asinari een tele
gram van gelukwenschen gezonden, terwijl
alle Milaansche studenten besloten een mani
festatie te houden ten gunste van den ont
slagen generaal.
Het Giornale d'Italia deelt mede, dat de
generaal in de volgende termen den minis
ter van oorlog zou hebben geantwoord, -die
Asinari den tegen hem genomen maatregel
aankondigde: „Ik erken mijn dwaling en
ik aanvaard er al de gevolgen van, maar ik
trek niets in van hetgeen ik gezegd heb".
De Oostenrijksche bladen spreken hunne
voldoening uit over de loyale houding -an
de Italiaansche regeering, die, zonder drang
van buiten, uit eigen boezem is voortge
komen.
Hongarije.
Boedapest, 15 Nov. De door den
Koning aan Wekerle, Andrassy en Kossutli
verleende audiënties hebben tot geenerlei
resultaat geleid.
De Pesther Lloyd meldt, dat de Koning
tegemoetkomingen in zake de legerkwestie
geweigerd heeft.
RMlind.
Volgens eene door het burean der Doem a
openbaar gemaakte opgave is die Doema voor
de nieuwe zitting alls volgt samengesteld
rechtsche fractie 51, de nieuwo nationale
partij (ontstaan door de samensmelting der
gematigde rechterzijde met de nationalisten)
93, Octobristen 130, vooruitsfcre venden 40,
cadetten (constitutioneels democraten.) 53,
Poolsch-Lithausche groep 18, Mohammeda
nen 9, arbeids groep 14, sociaal-democraten
16 afgevaardigden. 17 leden zijn bij geen
partij aangesloten.
De door den Czaar benoemde Ruamaoh-
Finsche commissie, die moet "trachten het
conflict tueechen de regeering en Finland
uit den weg - ruimen, heeft haar eerste
zitting gehouden. In geen enkel punt waren
de Finse he leden het met de Russische eens
en ook kon men op geen manier tot eens
gezindheid komen, hoe lang er ook gepraat
werd. De Finnen zijn onverrichter zake naar
Helsingfors teruggekeerd.
De Finsche leden hebben volgehouden dat
Finland, sinds het een grondwet ontving van
Alexander I, een onafhankelijk'land geweest
is en dat de Russische regeering rich niet
te bemoeien heeft met Finland's zaken.'-De
plannen van de Russische regeering ten op-»
zichte van den militairen dienst waren
zoo zeiden de Finnen ten. ©enenmale on
wettig. De Russen spraken deze opvattingen
st-.llig tegen, welke, naar zij betoogden, uit
gingen van een averechtscbe opvatting der
grondwet, door Alexander I verleend. Op
de wijze waarop de Finnen (e werk gingegt
•6 DOOR
RUDOLF HERZOG.
Onde^r de oogen vlam dén waard pakte
Ewald Wiskotten zijne dingen in een groot
pak, zette zijn ihoed op en daalde stijf de
trap af. In dè Ratingerstras ze kwam hij
met de ibej aarde weduwe van een daiglooner
tot een vergelijk. Van die tiwee dakkamer
tjes, welke dé oude vrouw bewoonde, stond
ze hem heb kleinste af. Behalve een stroo-
zak, die op den grond lag en twee kiisten,
die tafel en stoel voorstelden, bevatte heb
vertrek geen meubilair.
De vriendelijke groenitieniliandeliaar, die in
de Volkerstraaze naast de kroeg van Zinters
zijn winkeltje had, 'bracht hem op zijn krui
wagen het pak na. EwaLd Wiskotten keek
nog eenmaal in zijne oud© woning om zich
heen. Hij zocht
„Kan ik juffrouw Gretohen goeden dag
zeggen
„Gretchen? Die is met Franz Stibben uit
Neusz naar de comedie. Zal ik haar de groe
ten doen?'
„Niet anoodi'g. Adieu.
„Ik hoop dat u onè niet vergeten zult."
In hot zolderkamertje, waar de lucht
zwaar en bedompt was, opende hij het raam
pje en liet de frissche avondlucht, die van
den Rijn kwam, binnen stroomen. Die maak
te ook .zijn hoofd weer helder. Als hij zijn
hoofd door het raampje stak, keek hij over
de daken heen tot aan de Academie en over
een gedeelte van. den Rijn. Hij pakte zijn
teekenbehoeften uit, at hongerig brood en
worst tot avondmaal en viel vermoeid op
den stroozak neer.
Den volgenden dag overdacht hij kalm
zijn toestand. „Volhouden", zeide hij tot
zichzelf, „niets onbeproefd laten. Waarom
zou .ik het nu niet eens mot de Kunstnijver
heidsschool probeeren? De professoren daar
zijn even bekwaam. De naam van den schil
der Neyulórfer heeft een uitstekenden klank.
Misschien kan ik daar dadelijk wel wat ver
dienen En dan. zoek ik naderhand eene
andere académie o'f als prilvaat leerling ©en
groot meester. Als rik imaar niet zoo voor
vader en moeder en de broers behoef te
trodlen! Lk zou er mijm leven lang ondèr
lijden. Ik wiil niet bij schilidier Weert op heb
zuipersbankje.
Hij dacht aan dè brieven van zijn broer
Paul, die hij onbeantwoord gelaten haid, en
aan de vergèefsche pogingen, der broeders
hem te spreken te krijgen. Hij had hun
niets te zeggen. Nu nog niet; hedén minder
•dan ooit. Slechte wanneer hij die zware be
proevingen achter zich had en. trotsch en vrij
het hoofd op kon heffen, zoo«als die thuis
het ophieven. Niet eer. Dat was hem tot
een idee-fixe geworidèn, en hij leefde er zich
steeds meer in, Toen hij "sZondags de stem
men van Ernst en Anna Kölsch voor zijne
deur hoorde, werd hij bleek van woede. Was
men hem alweer nagegaan? Moest hij zich
in zijne armzaligheid al weer toonen? Opdat
men het in Barmen rondbazuinde? Hij stiet
I verachtelijk met. <len voet tegen den versle
ten stroozak. Hier was zijn gebied. Rustl
's Maandagemorgeus liet hij zioh op het
bureau van professor Neudörfer aanmelden.
Hij vond een grooten, krachtigen man met
bedaarde manieren, die hem door de gil azen
van zijn bril vriendelijk opnam.
„Wat is uw verlangen?"
„Ik zou u gaarne tèekeniingen. voor
willen leggen."
„Laat zien! Hebt u reeds ergenru» een vak
opleiding genoten?"
EwaLd Wiskotten's keel werd als dicht
geknepen. Doch de bekentenis moest er uit.
„Ik was twee semesters op de Kun sit
ae adèmie.
„Hier in Düsseldorf?"
J a r-'
„En u walt nu van richting veranderen?"
„Ik moet."
„Ah men heeft u dien raad! gegeven,
ergens anders heen te gaan?"
„Ja."
De professor strook over zijn bruinen
baard. Achter de bril leg lazen vorschten dè
oogen. „Zoo, zool Welnu! Bekijken kost
niets. Laat zien, wat u meegebracht hebtl"
Ewald Wiskotten Overhandigde hem de
portefeuille.
,,U beeft. Bent u ziek?"
„Neen, mij ontbreekt slechts -een
leermeester
„Neemt u plaats."
Ewald Wiskotten nam op een krukje naast
de deur plaats en draaide zijn hoed in dè
hand rond Deze was vet en versleten. Dat
had hij nooit bemerkt. Op dat oogenblik
echter zag hij iedere vlek. Hij legde den
hoed maast zijn stoel en bleef met gevouwen
handen stil zitten. Erger kon het niet meer
worden. Als de man, die daar zijne teeke-
ningen in de hand hield, „neen" zeide, dan
greep hij teistond naar zijn vettigen hoed
en en
„Kom toch eens wat naderbij, mijnheer
Hoe was uw naam?"
„Wiskotten."
De professor keek hem aan.
„Wiskotten? Toch niet van de Barmer
industrieelen
„Toch wel, professor."
„Hoe komt u dan vergeef me hoe
komt. u dan in zulk een toestand?"
Ewalld Wiskotten werd gloeiend1 rood. Zijn
blik gleed langs zijr.e kale jas, tot aan de
franjes onderaan zijne broekspijpen en zijne
scheef geioopen schoenen.
,,U moogt mijne, familie niet naar
mij beoondèelen", stootte hij uit.
De professor lachte. „Geen 'haar op mijn
hoofd dlat aan zoo iets dénkt. De Wiskotten»
zouden mij' krijgen. Maar u? Vertel mij eens,
hebt u som® dlomme dingen gedaan?"
„Neen, professor. Slechts dat ik kuipte
naar wildé wordèn. Dat was geen Wupper-
talier traditie."
„Dat verheugt mij. Anders waren wij
nooi-t «goede vrienden gewonden. U krijgt
dus geen toelage? En het geld voor de aca
demieWie heeft dat betaald?"
„De vader van een vrien<j. Maar nu kan
ik dat niet meer aannemen."
„U zoudt dus gaarne spoédig in de ge
legenheid gesteld worden, iets te verdienen?"
„Ja, professor."
„Uwe teekeningen getuigen van een op
vallend groot talent, mijnheer Wiskotten."
■Het ruischte Ewald Wiskotten in de
ooren. Voor zijne oogen draaide de gestalte
van den professor in spiralen rond. Uit het
diepst zijner ziel kwam het, afgebroken, imet
smartelijke tusschenpoozen, woorden <M<r
zioh niet. tot zinnen konden vormen.
„U zegt En van de academie? Weg
gejaagd. En nu toch? Alles niet Vaar?
Kolossaal
„Kalm- Hoe wilt u met zulk eert» ver
wardheid iets voortbrengen? Hier, drink
eens een cognacje. Zoo! U bent geheel'bui-
tan u zeiven, naar het mij voorkomt. U
moet meer op u zelf létten1.
„Dat zal ik ook, professor. Men heeft
mij slechts niet tot rust laten komeir. Maar
nu, nu
„Geon gevoelsuitingen-. Die liebben slechte
na gedanen arbeid-, recht van bestaan. Voor-
ioopig staan we pas vóór den arbeid.' Of u
eens schilderstukken maken zult, trek ikr in
twijfel. Maar «tyliseeren doet u nu reed».
Met de lijnen springt u praohtig om. Dezè
ranken van druivenbladeren* en palmblad,
deze ornamenten, die als slanke bloemen uit
den grond opschieten "ftls kant ovér een
zijden gewaad geworpendat ie nieuw en
mooi."
Hoe deze stem verwarmde. Hoe ze ver
warmde en kalmeerde. Slechts toeluisteren,
slechts op de klank dezer stem acht get en.
„Men kan zien, dat uw wieg- te midden
der textiel-nijverheid gestaan heeft, mijn
heer Wiskotten. Dat is de aangeboren lief
de, verfraaid door oorspronkelijkheid."
Wordt vervolgd.