1°. 143.
8*" Jaargang*
Woensdag 17 November 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE WISKOTTENS.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Deze Courant verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
'e morgana bfj de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 «exits bij vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen M
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Bev
circulairebevattende de voorwaarden, werdt op aanvn*»
toegezonden.
Politiek Overzicht
De ouderdomsTerzekering in
Frankrijk.
I.
Op den 4en van deze maand is de Fran-
j sche Senaat begonnen met de beraadslaging
i over de aan liem voorgelegde wetsontwerpen
in zake de ouderdomsverzorging van werk-
I lieden en beambten. Het zijn er drie: bet
1 aan den Senaat door de Kamer toegezonden
j ontwerpeen dat door een commissie uit
den Senaat zelf bewerkt is, en een ontwerp
i der regeering. Op 23 Februari 1906 heeft
de Kamer de toenmalige beraadslaging van
de door haar in gemeenschap met het ka-
binet-Rouvier ondernomen oplossing van
het vraagstuk in den vorm van een wets
voorstel ten einde gebracht en naar den Se
naat verwezen. Er zijn dus ruim drie en een
half jaar noodig geweest voor den Senaat
de kwestie dezer sociale hervorming zooveel
verder te brengen, dat het er toe kwam aan
hare werkelijke afdoening te beginnen. Dat
lag eigenlijk niet aan den Senaat, doch aan
de Kamer zelf. Zij had, om voor de verkie
zingen van 1906 nog op de groote massa
der werklieden en beambten een goeden in
druk te maken, haar voorstel ter elfder ure
tot een werkstuk bijeengeflanst, dat- hun
meer beloften deed dan men in staat was te
houden. Haar voorstel stond aan de loon-
trekkenden van allerlei aard een minimum
pensioen toe van 360 francs, na een ar
beidstijd van 30 jaar, welk pensioen zou
ingaan op 60-jarigen leeftijd, en een pen
sioen van 120 francs aan alle loontrekken-
den, die bij het in werking treden der wet
boven de 60 jaar zijn. De verplichte bij
drage hiervoor bepaalde de Kamer op 2
van het loon voor werknemers en werkge
vers, terwijl als derde de Staat de rest van
de bij de wet bepaalde rentesom zou beta
len. Óm eens na te rekenen, hoeveel de kos
ten der bijdragen, zoowel bij deze als genen
zouden beloopen, daarin had de Kamer met
het oog op de op handen zijnde verkiezingen
weinig lust. Toen echter, na de verkiezin
gen, de commissie uit den Senaat daaraan
dacht, rekende deze uit, dat arbeiders en
werkgevers te zamen bij de 400 millioen,
en de Staat om de wet te kunnen uitvoe
ren, aanvankelijk 312, en later, bij meer
geregelde, normale werking, 426 millioen
jaarlijks zou moeten opbrengen. Daarmede
was aan den arbeid der Kamer de doodsteek
toegebracht.
De commissie uit den Senaat legde heit
voorstel der Kamer, als zijnde onuitvoer
baar, eenvoudig ter zijde en werkte zelf een
nieuw ontwerp uit. De grondtrekken daar
van zijn de volgendeHet recht op ouder
domsverzorging wordt verschoven tot den
65-jarigen leeftijd. De alsdan verworven ren
te wordt in drieën verdeeld. 1. Een vaste
jaarrente van 120 francs, die door de bij
drage des werkgevers van jaarlijks 9 francs
voor iederen werknemer boven de 18 jaar
en van 6 francs voor iederen werkijemer
onder dien leeftijd en door de noodige aan
vulling van wege den Staat zal worden op
gebracht; 2. eene naar de werkzaamheden
verschillend bepaalde, uit eene bijdrage
van den arbeider van jaarlijks 3 francs tot
aan zijn 18e levensjaar en van 6 francs
daarboven, verkregen ouderdomsrente en
3. een aanvulling door den staat tot een
bedrag van een derde dezer rente met een
maximum van 60 francs. Als het normaal
bedrag van het door eigen bijdragen verkre
gen ouderdoms-pensioen van den pensioen
gerechtigde berekent het ontwerp 180 francs
op het 65e levensjaar, zoodat diensvolgens
het geheele pensioen bedraagt 360 francs.
Daar het ontwerp 't echter aan den pensioen-
gerechtigde overlaat, zijn bijdrage hooger
to doen zijn dan het vastgestelde minimum
van 3, resp. 6 francs, waartegenover de ver
plichting van het rijk staat in verhouding
daarmede ook zijn eigen bijdrage te verhoo-
gen, in die mate, dat deze verhooging de
op het 65e levensjaar verworven ouderdoms
rente van 180 francs met J doet toenemen,
kan ook het normale totaal-bedrag op den
leeftijd van 65 jaar dienovereenkomstig van
360 francs tot 480 francs stijgen. Het ont
werp laat er voorts de pensioen-gerechtigden
vrij in, hunne aanspraken ook reeds vroeger,
vanaf het 55e levensjaar te doen gelden, na
tuurlijk volgens de hen alsdan toekomende
bedragen. Het pensioentarief voor elk jaar
zal hiervoor door de ministeries van arbeid
en financiën gemeenschappelijk naar een
vastgestelde sterftetafel en een vastgesteld-en
rentevoet worden toegekend. Anderzijds laat
het ontwerp den pensioen-gerechtigde ook
vrij zijn verplichte bijdrage in plaats van
voor dit doel op een andere wijze en wel öf
voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, öf
voor levensverzekering, öf voor den aankoop
van een onvervreemdbaar stuk land, te be
steden. De volle beschikking over de door
de werkgevers en deb staat opgebrachte
rente van 120 francs is evenwel vastge
knoopt aan de voorwaarde, dat de verzeke-
ringsplichtige minstens 3/5 zijner verschul
digde verplichte bijdragen voor het ouder
domspensioen zal hebben voldaan, voor wel
ker invorderdn goverigens de werkgever van
het recht gebruik kan maken, het aan 't
einde des jaars niet betaalde bedrag op het
loon, met voorrecht boven elke andere
schuld, af te houden. Deze voorwaarde
wordt nog verscherpt voor den verzekerings-
plichtige, die vóór het 65e jaar zijn rente
hebben wil. Om in het genot te komen daar
van moet hij het totaalbedrag zijner ver
plichte bijdragen hebben betaald.
De. bij het in werking treden der wet
reeds 65 jaar oud zijnde beambten en werk
lieden laat het ontwerp ten slotte ten laste
van den staat komen en voor den duur van
vijf jaren ressorteeren onder de wet tot on
derstand aan ouden van dagen en gebrekki-
gen met een wettelijke aanspraak op de door
deze wet voor de laatsten bepaalde onder
steuningen van minstens 60 en hoogstens
120 francs. Overigens verstaat het ontwerp
onder pensioen-gerechtigden, alle arbeiders
en beambten beiderlei kunne, zoowel in han
del en nijverheid als bij den landbouw en
de particuliere huishouding, die minder dan
2400 francs salaris per jaar verdienen. Hun
aantal bedraagt 10.800.000 personen.
Frankrijk.
Het kamerlid Gayraud, katholiek geeste
lijke, had aan den minister van onderwijs
gevraagd, welke maatregelen deze dacht te
nemen om voldoening te geven aan de ouders
die zich er over beklaagd hadden, dat hun
kinderen op school boeken gebruikten, die
niet in overeenstemming waren met hun
godsdienstige inzichten.
Minister Doumergue heeft [geantwoord,
dat de vaders van kinderen, die op open
bare lagere scholen gaan, in de regeling, die
door de wet van 27 Februari 1880 getroffen
is, het besluit van 18 Januari 1889 en in
het ministerieele rondschrijven van 7 Octo-
bsr 1880 de waarborg vinden, dat de school
boeken niets inhouden, waardoor het begin
sel -der onzijdigheid van het openbaar onder
wijs wordt aangetast. Bij de wet van 1880
is bepaald, dat de op de scholen gebruikte
boeken op een in elk departement bestaande
lijst omschreven moeten worden op een wijze,
die voor dwalingen omtrent den aard dier
boeken bijkans geen plaats laat. Bovendien
laat de wet van Februari 1880 den minister
vrijheid in te grijpen na het oordeel van de
permanente commissie van den oppersten
raad van het openbaar onderwijs ingewon
nen te hebben, dat het beginsel der neutrali-
teiten op een nieuw onderzoek dier boeken
aan te dringen en zoo dit niet helpt de tus-
schenkomst van den minister in te roepen.
De minister meent, dat de klachten, die Gay
raud overgebracht heeft, ongegrond zijn. Ze
zijn niet scherp omschreven en niet spontaan
bij de klagers opgekomen. De boeken,
waarop aanmerking gemaakt wordt, waren
reeds sedert langen tijd op de scholen in
gebruik en de klagers komen eerst thans
met hun aanmerkingen. De minister meent
dan ook, dat niet de persoonlijke overtuiging
der klagers, rustende op een degelijk per
soonlijk onderzoek van de boeken, tot het
verzoek om buiten gebruik te stellen geleid
heeft, maar het op den index plaatsen dezer
werken door de bisschoppen en de bangma
kerij door de plaatselijke geestelijkheid.
Iu de laatste zitting van het te Rijssel
gehouden katholiek congres nam Monseig
neur Delamaire het woord om de conclusie
te trekken uit de gehouden debatten, waar
bij hij zeide, dat ontwijfelbaar ouders het
reclit beb'ben, volgens hun geloof en hun
familietradities de kinderen op te voeden.
Mocht de toestand verergeren, dan zullen
de katholieken liever alles verdragen, dan
toe te laten, dat zielen hunner zonen en
dochters worden besmet. En ten slotte mag
een krachtiger aanvallende houding van de
katholieke partij worden tegemoet gezien.
Noch tegen de republiek, noch tegen het
vaderland wil zij strijd, maar zij zal de
wapens niet opsteken, vóór den dag dat de
Fransche belastingschuldigen, die het on
derwijs bekostigen, het recht zullen heb
ben verkregen, de katholieke school uit de
algemeene belastingen te betalen. Want de
katholieken hebben genoeg van de schijn
neutraliteit; zij eischen volle vrijheid in
het onderwijs.
De aartsbisschop van Toulouse heeft Zon
dag door de geestelijken van zijn diocees
van den kansel een brief laten voorlezen,
waarin hij de getrouwen opwekt moedig
stand te houden in den begonnen strijd, en,
zonder heftigheid of haatdragenheid, maar
onwrikbaar voet bij stuk te houden.
Engeland.
Windsor, 16 Nov. De investituur
van Koning Manuel als ridder van den Kou-
söbajndl had holer hedenavond met groot
praal en plechtigheid plaats in tegenwoor
digheid van de ridders van de Orde.
Daarna volgde een gala-ddner.
In den middag hebben minister Grey en
de Portugeesche minister van buiten! and-
sche zaken nota's gewisseld, waarbij de duur
van het Engelsch-Portugeesche arbitrage-
tractaa't met- vijf jaar wordt verlengd.
Windsor, 16 Nov. De gezondheid
van Koning Manuel instellende, verwelkom
de Koning Eduand hem als de souverein
van een der oudste bondgenooten, daar Por
tugal en Engeland gedurende eeuwen de
warmste en beste vrienden zijn geweest. Zij
zijn met elkaar verbonden geweest in vrede
en oorlog. Hij vertrouwde, dat het. in de
toekomst altijd vrede zon zijn.
Het zon Koning Manuel belang inboeze
men te weten, dat het arbitrage verdrag, ge-
teekend door Lord Lanedowne en den Por-
tugeeschen minister van buitenlandsche za
ken, heden eindigde, en door Sir Edward
Grey en den Portugeeschen minister van
buiten!andsche zaken vernieuwd is.
Windsor, 16 Nov. In antwoord op
een heildronk van Koning Edward betuigde
Koning Manuel diep geroerd te zijn over de
door Z. M. uitgesproken woorden, die een
plechtige 'hernieuwde bevestiging zijn van
de hechte vriendschap, die sinds ongeveer
zes eeuwen, tusschen Groot-Brittannië en
Portugal heeft bestaan en van een dér langst
durende verbonden van de wereld).
De schitterende ontvangst had! hem diep
getroffen.
Londen, 16 Nov. Lord Lausdowne
kondigde aan, dat hij hij do tweede lezing
van de wet op de middelen de volgende
motie zou voorstellen
,,Hel Hoogerliuis acht zich niet gerech
tigd hare goedkeuring te hechten aan deze
wet, voordat zij aan het oordeel van het land
•zal zijn onderworpen."
Lord Lausdowne deed deze gewichtige
anededeeling ten aanhoore van een betrekke
lijk gering aantal leden van het Hooger-
huis. Hij werd zwak toegejuicht door zijn
medestanders, toen hij met duidelijke stem
de motie -voorlas, terwijl de liberale peers
in volkomen stilte luisterden.
Daar het Lagerhuis niet bijeen is, heeft
de medeeling 'betrekkelijk weinig beroering
in het par Lemen t verwekt, maar men houdt
zich wel druk bezig met onderstellingen
over de financieel© gevolgen, die uit de aan
neming, welke zeker is, zullen voortvloeien.
In zekere kringen is men de meening toe
gedaan, dat de motie, hoewel inderdaad ge
lijkstaande met een verwerping vam de be
grooting van inkomsten, deze technisch
plaatst in een toestand van opschorting en
dat dientengevolge de daarbij voorgeschreven
belastingen van kracht blijven tot het einde
der zitting. Daar echter deze wijze van op
treden ten aanzien van een begrooting van
inkomsten zonder precedent is, kan er geen
betrouwbare schatting van de financieele ge
volgen gemaakt worden, voord'at een gezag
hebbende mediedeeling door die regeering is
gedaan, wanneer het Lagerhuis op 23 dezer
weder bijeenkomt.
De behandeling van de middelenwet in
het Hoogerhuis begint 22 dezer.
L o n d e n, 1 6 N o v. Er is reden om aan
te nemen, dat die eerste minister Asquith
na de stemming van het Hoogerhuis over de
begrooting, een motie zal voorstellen, in
welke de houding van het Hoogerhuis zal
worden afgekeurd en verklaard, dlat alleen
hiet Lagerhuis het recht heeft over belastin
gen te beslissen en dat de Lords in strijd
met de grondwet handelen door een ontbin
ding van het Lagerhuis te forceoren.
Daarna zullen de zittingen vermoedelijk
voor een week worden verdaagd en confe
renties van partijleiders worden gehouden
met het oog op de wettiging der minst be
streden belastingen.
Londen, 17 Nov. De motie van
Lord Lansdowne betreffende de begrootinig
was het algemeene -thema der politieke rede
voeringen van gisterenavond en van de arti
kelen en interviews in de dagbladen van
heden. Minister Winsten Ohiurdhill heeft ma
nifesten doen verspreiden, waarin hij ver
klaart gaarne de uiünood'iging te aanvaarden
om meetings te houden in Lancashire en
Chestershire, ten einde de groote campagne
voor conservatisme en protectionisme tegen
te werken. De minister zegt daarin, dat hij
al lang gevoeld heeft dat Lancashire een be
slissen den invloed in het geschil heeft ;iegt er
den nadruk op dat protectie een ramp zal
zijn voor de katoenindustrie en doet uitko
men dat de Lorde pogen zich de geheöle
macht in den Staat te verzekeren, omdat door
de vestiging van hun recht itot controle der
financiën van het Koninkrijk, zij dan elk
jaar in staat zullen zijn de ontbinding van
het parlement te forceeren door vernietiging
der begrooting. Zulk een resultaat zou abso
luut noodlottig zijn voor de Britsche demo
cratie. Opmerking verdient dat minister
Churchill's manifest werd uitgegeven na een
vergadering van den ministerraad van. gis
teren.
De conservatieve persorganen van heden,
zijn geestdriftig over de knappe bewoordin
gen van Lansdowne's motie en verklaren dat
deze geen aandrang op of het opleggen
van een veto aan den wil des volks bevat,
integendeel alleen het 'beginsel bevestigt, dot
het volk de werkelijke regeering vormt.
De liberale bladen wraken de motie als
een oorlogsverklaring en zeggen, dat de on
afgebroken traditie van 300 jaar thans met
voeten getreden, wordt door de zelfzuch
tige verdedigers der belangen van grondeige
naars, likeurhandelaars, en de kampioenen
van belastingen op de voedingsmiddelen. Zij
dringen er bij Asquith op aan om niet ge
hoor te geven aan den aandrang om onder
handelingen te openen over de aannemang
van een tijdelijke 'begrooting, welke de 'oe-
lastingen achterwege laat, welke den Lorde
onaangenaam zijn.
Londen, 16 Nov. De vertegenwoor
digers van de vreemde mogendheden en. d'e
koloniale regeeringen hebben een bijeen
komst gehouden met de vertegenwoordigers
der Britsebe regeering aan het ministerie van
buHonlairtische zaken, om die mogelijkheid
te bespreken van de samenstelling van een
wereldkaart volgons een gemeenschappelijk
systeem. De tegenwoordige conferentie is
een uitvloeisel vam het aardrijkskundig con
gres te Genève in 1908.
Sir Charles Hardiingo, die de afgevaardig
den bij afwezigheid van minister Grey ver
welkomde, wenschte hun alle succes en ver
zekerde hun, dat de Britsebe regeering alle
voorstelen, welk© baar zouden worden voor
gesteld, met de meeste sympathie zou over
wegen
Het bevredigdngswerk wordt to Barcelona
voortgezet. De vrienden van Ferrer, die ver
bannen waren, hebben toestemming gekregen
naar Barcelona terug te keeren, waar zij niet
meer onder politietoezicht staan. Reeds zijn
de broer van Ferrer, José Ferrer, en de
anarchist Anselino Lorenzo te Barcelona aan
gekomen.
»7 DOOR
RUDOLF HERZOG.
En al had de stem gezegd, dat hij in de
gevangenis geboren wasslechts toeluiste
ren, slechts zich door dien klank wel laten
doen.
,,Dus dat moet ontwikkeld worden. Con
centreer uwe begaafdheid voorloopig op dit
punt. Laat u niet door verkeerd begrepen
kunstenaarstrots overhalen, deze richting
ontrouw te worden. Toon uwe energie,
toon dat u een man bent. Dan zal de kun
stenaar niet achter blijven."
,,De kunstenaar herhaalde Ewald
Wiskotten.
Zeker, de kunstenaarOf houdt u mij
voor een handwerksman?"
„Professor 1"
„Goed. En dezelfde man, die nu voor n
staat, werd: in zijni jeugd eveneens van do
academie weggezonden. U ziet, het. heeft
mij niets geschaad. Slechts het volle be
wustzijn van zijn doel moet men hebben,
in plaats van sentimentaliteit. Een kunste
naar is niet te onderdrukken. En kunste
naar zijn, beteekent niet alleen met olieverf
en doek omgaan, in alles wat vroolijk en
mooi maakt, kunt u het toonen, al was het
slechts in een stukje galon. Begrijpt u daf?
En wilt u een man zijn! Man en kunstenaar
tegelijk?"
„Dat wil ik, professor 1"
„U hebt een zeer energieben schedel
vorm.. Logenstraf uw Schepper niet! Mor
gen. kunt u als mijn leerling hier komeni.
Precies om acht uur!"
„Als uw?"
„Als mijn. privaat leerling. IJ interes
seert, mij, daarom brenig ik u niet men. den
heelen troep samen. Zorg slechts, dab mij
ne belangstelling niet verflauwt."
„Hamel, professor! Maar ik ik kin 't
niet betalen I"
„Als dat al uw zorg is u zult het gauw
genoeg inhalen. Anders" hij lachte en
stroek op nieuw langs zijn baard „heeft
do slechte leermeester zich het verlies zelf
te wijten."
„Ik zal werken," zeidè Ewald! Wiskotten,
en keek den ieeraar imet groote, heldere
oogen aan. Deze knikte hem 'toe.
„Nog iets. Kunt ge u niet watwat
helderder kleeden?"
Zwijgend keek het jonigomen&ch naar den
grond.
„Tot uwe familie wilt ge u niet weniden?"
„Neen, nog niet!"
„Stijfkop," dacht, de professor. Maar
toch beviel die trots hem. Er stak werk-
•koorts achter.
„Hoe ver 'bent u op school gekomen?"
„Ik heb mijn eind-examen gedaan."
„Op een gymnasium?
„Ja."
„Dan hebt u het verder gebracht dan ik.
En mijn jongens schijnen hun vader niette
willen overvleugelen. Sinds twee jaar blij
ven de bengels in dezelfde klas hangen.
1 Deze piëteit maakt mij nu nog beangst,
j Zoudt. u hun geen privaatles kunnen geven?
j 's Avonds als het licht weg is? Laten wij
zeggen -, een thaler voor 'beiden."
„Professor, u ik
„Moet dat „ja" beteekenen?"
J a."
„Dan tot morgen duE. Ik heb nu ook
geen seconde meer voor u vrij. Adielu,
mijnheer Wiskotten."
Buiten keek Ewald Wiskotten. in de zoh.
Hij dwong zijn blik het gefonkel uit te hou
den, als een kind, dlat zijne krachten op de
proef stelt. Zijne ledematen rekten zich
uit, zijn tred werd vearkachtig. En thuis
stak bij het hoofd ui't het raampje van zijn
dakkamertje en hield den blik vast op de
academie gericht, en het. verloren paradijs
kwam hem niet meer als het eenige voor,
waar de boom der kennis te winden was.
De jeugd deed hare rechten gelden, om met
nieuwe hoop het gebeurde uit, te- wisschen.
Dag in, dag uit werkte hij. In een ver
trek naast het atelier van den meester stond
zijne teekentafel, en zijne pbaniasie, op een
doel gericht, ontplooide de vleugels, om het
strijdperk af 'te zoeken' en, den. palm der
overwinning weg te dlragen. Het woord!
van den leermeester legde hem aan banden,
als hij van den rechten weg af wilde dwa
len, en het woord van don leermeester ves
tigde zijn blik op het bloeien en ontspruiten
langs den weg, als hij de vlucht der wol
ken volgde die hem niet mee namen. Zoo
leerde hij de naaste omgeving in zijne kunst
kennen en liefhebbenen keerde uit de
verte terug en zag in de nabijheid zijn eigen
beeld'.
Neudörfer had Ewald' reedis den eersten
avond in zijn familiekring binnengeleid. Na
eene korte en vriendelijke begroeting van de
vrouw des huizes, waren de knapen aan hem
overgeleverd', vroolijke jongens, die zich
ondeir den. moei-oiijken druk van den plicht
kronkelden, en uit alle macht naar de vrij
heid streefden. Zij trachtten van den huis
onderwijzer een speelmakker te maken,
doch Ewald Wiskotten vatte ze met ijzeren
greep aan en droeg zijn jeugdige ervaring,
die hij den vader zijner leerlingen dankte,
op *de verbaasde knapen, over. En alle
poorten, welke hij gegrendeld bad, ontsloot
hij weer en leerde de jonge zielen het ge
heim van den familietrots, die niet rusite,
voordat hij door groote prestaties zich de
faam der voorvaderen waardig had gemaakt,
om haar als een voorwaarts dringend wa
pen teeken verdër te dragen. Dan luister
den de knapen met schitterende oogen naar
de ridderlijke taal, staken, als de onderwij
zer op de boeken wees, de wijsvingers in de
ooren en leerden met gloeiende hoofden..
„Waarom gaat u niet naar uwe familie?"
vroegen ze hem eens.
„Ik moet mij eerst een vaandel verove
ren," zeide hij. „Of zouden jullie in de
achterste rij geplaatst willen woriden, als
men je makkers huldigde?"
„Neen, vooraan. Heelemaal vooraan."
„Ziet ge, daarom houd ik mij verborgen,
totdat ik voor den dag kon komen. Eens
ga ik er heen 1 Met het vaandel I En hij
die oen vaandel draagt, is een aanvoerder.
Doet insgelijks f"
Toen verkreeg de gestalte van dén jon
gen, uitgehongerden leermeester een ro
mantisch tintje voor hen. Ze dragen onder
de afgedragen jas een verborgen, gouden
pantser blinken. En ze trachtten zijni
goedkeuring te verwerven m heb oefenen
van hun trots. Want het geheimzinnige
maakte indruk op hunne kinderziel. Ewald'
Wiskotten. echter vond bij het concentroe-
ren ihiunner jonge kr,achten die zijne terug,
en hij zelf werd! de leerling van zijn leeraaats-
ambt.
Vier weken gingen voOdbijZe waren
voldoende geweest om hem weer op de been
te helpen. Zijne geringe behoeften kon hij
bestrijden en voor den zomer had Neudör
fer hem het maken van teekeningeu voor
hu n stnijv erheidbarbeddl toegezegd. Vrij!
droeg hij het hoofd', en grootsche plannen
ontwikkelden zich weer, als hij uit zijn dak
venstertje den blik peinzend op het verlo
ren paradijs rusten liet, dat zich hoonend!
voor höm uitbreidde. Een schilderstuk op
zetten. Heel in het geheim? Of hij het wa
gen. zou? Slechts om hun daarginds de kwi
tantie voor zijn einddiploma te overhandi
gen?
Toen. hij daags daarop Neudörfers atelier
betrad, deelde de portier hem mede, 'dat dé
professor plotseling op reis wta6 gegaan.
Naar Kassei, naar zijne moeder. Hij snel
de naar de woning tvan zijn leermeester, en
vond slechte mevrouw Neudörfer. Si©ehte
met een half oor hoordé 'hij, dab dé moeder
van den professor een© beroert© bad gehad
en hartstochtelijk naar liet gezelschap van
haar zoon verlangde. Om haar genoegen te
doen, had haar man de jongens voor dé
Paasch viae anti© meegenomen. Hij liet mijn-
lieer Wiskotten verzoeken, eveneens drie we
ken vaoantie te nemlen.
De leeirmeestor had in den angst over zijne
moeder die posfüio van zijn leerling verga
ten.
„Drie weken,1" zeidie Ewald WaskotHJon bij
zichzelf. Een zou wel gaan, maar drie we
ken...."
JFurdt vtrvolffd