1°. 143. 8*" Jaargang* Woensdag 17 November 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. DE WISKOTTENS. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: PRIJS DER ADVERTENTIËN: Deze Courant verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 'e morgana bfj de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 «exits bij vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen M het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Bev circulairebevattende de voorwaarden, werdt op aanvn*» toegezonden. Politiek Overzicht De ouderdomsTerzekering in Frankrijk. I. Op den 4en van deze maand is de Fran- j sche Senaat begonnen met de beraadslaging i over de aan liem voorgelegde wetsontwerpen in zake de ouderdomsverzorging van werk- I lieden en beambten. Het zijn er drie: bet 1 aan den Senaat door de Kamer toegezonden j ontwerpeen dat door een commissie uit den Senaat zelf bewerkt is, en een ontwerp i der regeering. Op 23 Februari 1906 heeft de Kamer de toenmalige beraadslaging van de door haar in gemeenschap met het ka- binet-Rouvier ondernomen oplossing van het vraagstuk in den vorm van een wets voorstel ten einde gebracht en naar den Se naat verwezen. Er zijn dus ruim drie en een half jaar noodig geweest voor den Senaat de kwestie dezer sociale hervorming zooveel verder te brengen, dat het er toe kwam aan hare werkelijke afdoening te beginnen. Dat lag eigenlijk niet aan den Senaat, doch aan de Kamer zelf. Zij had, om voor de verkie zingen van 1906 nog op de groote massa der werklieden en beambten een goeden in druk te maken, haar voorstel ter elfder ure tot een werkstuk bijeengeflanst, dat- hun meer beloften deed dan men in staat was te houden. Haar voorstel stond aan de loon- trekkenden van allerlei aard een minimum pensioen toe van 360 francs, na een ar beidstijd van 30 jaar, welk pensioen zou ingaan op 60-jarigen leeftijd, en een pen sioen van 120 francs aan alle loontrekken- den, die bij het in werking treden der wet boven de 60 jaar zijn. De verplichte bij drage hiervoor bepaalde de Kamer op 2 van het loon voor werknemers en werkge vers, terwijl als derde de Staat de rest van de bij de wet bepaalde rentesom zou beta len. Óm eens na te rekenen, hoeveel de kos ten der bijdragen, zoowel bij deze als genen zouden beloopen, daarin had de Kamer met het oog op de op handen zijnde verkiezingen weinig lust. Toen echter, na de verkiezin gen, de commissie uit den Senaat daaraan dacht, rekende deze uit, dat arbeiders en werkgevers te zamen bij de 400 millioen, en de Staat om de wet te kunnen uitvoe ren, aanvankelijk 312, en later, bij meer geregelde, normale werking, 426 millioen jaarlijks zou moeten opbrengen. Daarmede was aan den arbeid der Kamer de doodsteek toegebracht. De commissie uit den Senaat legde heit voorstel der Kamer, als zijnde onuitvoer baar, eenvoudig ter zijde en werkte zelf een nieuw ontwerp uit. De grondtrekken daar van zijn de volgendeHet recht op ouder domsverzorging wordt verschoven tot den 65-jarigen leeftijd. De alsdan verworven ren te wordt in drieën verdeeld. 1. Een vaste jaarrente van 120 francs, die door de bij drage des werkgevers van jaarlijks 9 francs voor iederen werknemer boven de 18 jaar en van 6 francs voor iederen werkijemer onder dien leeftijd en door de noodige aan vulling van wege den Staat zal worden op gebracht; 2. eene naar de werkzaamheden verschillend bepaalde, uit eene bijdrage van den arbeider van jaarlijks 3 francs tot aan zijn 18e levensjaar en van 6 francs daarboven, verkregen ouderdomsrente en 3. een aanvulling door den staat tot een bedrag van een derde dezer rente met een maximum van 60 francs. Als het normaal bedrag van het door eigen bijdragen verkre gen ouderdoms-pensioen van den pensioen gerechtigde berekent het ontwerp 180 francs op het 65e levensjaar, zoodat diensvolgens het geheele pensioen bedraagt 360 francs. Daar het ontwerp 't echter aan den pensioen- gerechtigde overlaat, zijn bijdrage hooger to doen zijn dan het vastgestelde minimum van 3, resp. 6 francs, waartegenover de ver plichting van het rijk staat in verhouding daarmede ook zijn eigen bijdrage te verhoo- gen, in die mate, dat deze verhooging de op het 65e levensjaar verworven ouderdoms rente van 180 francs met J doet toenemen, kan ook het normale totaal-bedrag op den leeftijd van 65 jaar dienovereenkomstig van 360 francs tot 480 francs stijgen. Het ont werp laat er voorts de pensioen-gerechtigden vrij in, hunne aanspraken ook reeds vroeger, vanaf het 55e levensjaar te doen gelden, na tuurlijk volgens de hen alsdan toekomende bedragen. Het pensioentarief voor elk jaar zal hiervoor door de ministeries van arbeid en financiën gemeenschappelijk naar een vastgestelde sterftetafel en een vastgesteld-en rentevoet worden toegekend. Anderzijds laat het ontwerp den pensioen-gerechtigde ook vrij zijn verplichte bijdrage in plaats van voor dit doel op een andere wijze en wel öf voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, öf voor levensverzekering, öf voor den aankoop van een onvervreemdbaar stuk land, te be steden. De volle beschikking over de door de werkgevers en deb staat opgebrachte rente van 120 francs is evenwel vastge knoopt aan de voorwaarde, dat de verzeke- ringsplichtige minstens 3/5 zijner verschul digde verplichte bijdragen voor het ouder domspensioen zal hebben voldaan, voor wel ker invorderdn goverigens de werkgever van het recht gebruik kan maken, het aan 't einde des jaars niet betaalde bedrag op het loon, met voorrecht boven elke andere schuld, af te houden. Deze voorwaarde wordt nog verscherpt voor den verzekerings- plichtige, die vóór het 65e jaar zijn rente hebben wil. Om in het genot te komen daar van moet hij het totaalbedrag zijner ver plichte bijdragen hebben betaald. De. bij het in werking treden der wet reeds 65 jaar oud zijnde beambten en werk lieden laat het ontwerp ten slotte ten laste van den staat komen en voor den duur van vijf jaren ressorteeren onder de wet tot on derstand aan ouden van dagen en gebrekki- gen met een wettelijke aanspraak op de door deze wet voor de laatsten bepaalde onder steuningen van minstens 60 en hoogstens 120 francs. Overigens verstaat het ontwerp onder pensioen-gerechtigden, alle arbeiders en beambten beiderlei kunne, zoowel in han del en nijverheid als bij den landbouw en de particuliere huishouding, die minder dan 2400 francs salaris per jaar verdienen. Hun aantal bedraagt 10.800.000 personen. Frankrijk. Het kamerlid Gayraud, katholiek geeste lijke, had aan den minister van onderwijs gevraagd, welke maatregelen deze dacht te nemen om voldoening te geven aan de ouders die zich er over beklaagd hadden, dat hun kinderen op school boeken gebruikten, die niet in overeenstemming waren met hun godsdienstige inzichten. Minister Doumergue heeft [geantwoord, dat de vaders van kinderen, die op open bare lagere scholen gaan, in de regeling, die door de wet van 27 Februari 1880 getroffen is, het besluit van 18 Januari 1889 en in het ministerieele rondschrijven van 7 Octo- bsr 1880 de waarborg vinden, dat de school boeken niets inhouden, waardoor het begin sel -der onzijdigheid van het openbaar onder wijs wordt aangetast. Bij de wet van 1880 is bepaald, dat de op de scholen gebruikte boeken op een in elk departement bestaande lijst omschreven moeten worden op een wijze, die voor dwalingen omtrent den aard dier boeken bijkans geen plaats laat. Bovendien laat de wet van Februari 1880 den minister vrijheid in te grijpen na het oordeel van de permanente commissie van den oppersten raad van het openbaar onderwijs ingewon nen te hebben, dat het beginsel der neutrali- teiten op een nieuw onderzoek dier boeken aan te dringen en zoo dit niet helpt de tus- schenkomst van den minister in te roepen. De minister meent, dat de klachten, die Gay raud overgebracht heeft, ongegrond zijn. Ze zijn niet scherp omschreven en niet spontaan bij de klagers opgekomen. De boeken, waarop aanmerking gemaakt wordt, waren reeds sedert langen tijd op de scholen in gebruik en de klagers komen eerst thans met hun aanmerkingen. De minister meent dan ook, dat niet de persoonlijke overtuiging der klagers, rustende op een degelijk per soonlijk onderzoek van de boeken, tot het verzoek om buiten gebruik te stellen geleid heeft, maar het op den index plaatsen dezer werken door de bisschoppen en de bangma kerij door de plaatselijke geestelijkheid. Iu de laatste zitting van het te Rijssel gehouden katholiek congres nam Monseig neur Delamaire het woord om de conclusie te trekken uit de gehouden debatten, waar bij hij zeide, dat ontwijfelbaar ouders het reclit beb'ben, volgens hun geloof en hun familietradities de kinderen op te voeden. Mocht de toestand verergeren, dan zullen de katholieken liever alles verdragen, dan toe te laten, dat zielen hunner zonen en dochters worden besmet. En ten slotte mag een krachtiger aanvallende houding van de katholieke partij worden tegemoet gezien. Noch tegen de republiek, noch tegen het vaderland wil zij strijd, maar zij zal de wapens niet opsteken, vóór den dag dat de Fransche belastingschuldigen, die het on derwijs bekostigen, het recht zullen heb ben verkregen, de katholieke school uit de algemeene belastingen te betalen. Want de katholieken hebben genoeg van de schijn neutraliteit; zij eischen volle vrijheid in het onderwijs. De aartsbisschop van Toulouse heeft Zon dag door de geestelijken van zijn diocees van den kansel een brief laten voorlezen, waarin hij de getrouwen opwekt moedig stand te houden in den begonnen strijd, en, zonder heftigheid of haatdragenheid, maar onwrikbaar voet bij stuk te houden. Engeland. Windsor, 16 Nov. De investituur van Koning Manuel als ridder van den Kou- söbajndl had holer hedenavond met groot praal en plechtigheid plaats in tegenwoor digheid van de ridders van de Orde. Daarna volgde een gala-ddner. In den middag hebben minister Grey en de Portugeesche minister van buiten! and- sche zaken nota's gewisseld, waarbij de duur van het Engelsch-Portugeesche arbitrage- tractaa't met- vijf jaar wordt verlengd. Windsor, 16 Nov. De gezondheid van Koning Manuel instellende, verwelkom de Koning Eduand hem als de souverein van een der oudste bondgenooten, daar Por tugal en Engeland gedurende eeuwen de warmste en beste vrienden zijn geweest. Zij zijn met elkaar verbonden geweest in vrede en oorlog. Hij vertrouwde, dat het. in de toekomst altijd vrede zon zijn. Het zon Koning Manuel belang inboeze men te weten, dat het arbitrage verdrag, ge- teekend door Lord Lanedowne en den Por- tugeeschen minister van buitenlandsche za ken, heden eindigde, en door Sir Edward Grey en den Portugeeschen minister van buiten!andsche zaken vernieuwd is. Windsor, 16 Nov. In antwoord op een heildronk van Koning Edward betuigde Koning Manuel diep geroerd te zijn over de door Z. M. uitgesproken woorden, die een plechtige 'hernieuwde bevestiging zijn van de hechte vriendschap, die sinds ongeveer zes eeuwen, tusschen Groot-Brittannië en Portugal heeft bestaan en van een dér langst durende verbonden van de wereld). De schitterende ontvangst had! hem diep getroffen. Londen, 16 Nov. Lord Lausdowne kondigde aan, dat hij hij do tweede lezing van de wet op de middelen de volgende motie zou voorstellen ,,Hel Hoogerliuis acht zich niet gerech tigd hare goedkeuring te hechten aan deze wet, voordat zij aan het oordeel van het land •zal zijn onderworpen." Lord Lausdowne deed deze gewichtige anededeeling ten aanhoore van een betrekke lijk gering aantal leden van het Hooger- huis. Hij werd zwak toegejuicht door zijn medestanders, toen hij met duidelijke stem de motie -voorlas, terwijl de liberale peers in volkomen stilte luisterden. Daar het Lagerhuis niet bijeen is, heeft de medeeling 'betrekkelijk weinig beroering in het par Lemen t verwekt, maar men houdt zich wel druk bezig met onderstellingen over de financieel© gevolgen, die uit de aan neming, welke zeker is, zullen voortvloeien. In zekere kringen is men de meening toe gedaan, dat de motie, hoewel inderdaad ge lijkstaande met een verwerping vam de be grooting van inkomsten, deze technisch plaatst in een toestand van opschorting en dat dientengevolge de daarbij voorgeschreven belastingen van kracht blijven tot het einde der zitting. Daar echter deze wijze van op treden ten aanzien van een begrooting van inkomsten zonder precedent is, kan er geen betrouwbare schatting van de financieele ge volgen gemaakt worden, voord'at een gezag hebbende mediedeeling door die regeering is gedaan, wanneer het Lagerhuis op 23 dezer weder bijeenkomt. De behandeling van de middelenwet in het Hoogerhuis begint 22 dezer. L o n d e n, 1 6 N o v. Er is reden om aan te nemen, dat die eerste minister Asquith na de stemming van het Hoogerhuis over de begrooting, een motie zal voorstellen, in welke de houding van het Hoogerhuis zal worden afgekeurd en verklaard, dlat alleen hiet Lagerhuis het recht heeft over belastin gen te beslissen en dat de Lords in strijd met de grondwet handelen door een ontbin ding van het Lagerhuis te forceoren. Daarna zullen de zittingen vermoedelijk voor een week worden verdaagd en confe renties van partijleiders worden gehouden met het oog op de wettiging der minst be streden belastingen. Londen, 17 Nov. De motie van Lord Lansdowne betreffende de begrootinig was het algemeene -thema der politieke rede voeringen van gisterenavond en van de arti kelen en interviews in de dagbladen van heden. Minister Winsten Ohiurdhill heeft ma nifesten doen verspreiden, waarin hij ver klaart gaarne de uiünood'iging te aanvaarden om meetings te houden in Lancashire en Chestershire, ten einde de groote campagne voor conservatisme en protectionisme tegen te werken. De minister zegt daarin, dat hij al lang gevoeld heeft dat Lancashire een be slissen den invloed in het geschil heeft ;iegt er den nadruk op dat protectie een ramp zal zijn voor de katoenindustrie en doet uitko men dat de Lorde pogen zich de geheöle macht in den Staat te verzekeren, omdat door de vestiging van hun recht itot controle der financiën van het Koninkrijk, zij dan elk jaar in staat zullen zijn de ontbinding van het parlement te forceeren door vernietiging der begrooting. Zulk een resultaat zou abso luut noodlottig zijn voor de Britsche demo cratie. Opmerking verdient dat minister Churchill's manifest werd uitgegeven na een vergadering van den ministerraad van. gis teren. De conservatieve persorganen van heden, zijn geestdriftig over de knappe bewoordin gen van Lansdowne's motie en verklaren dat deze geen aandrang op of het opleggen van een veto aan den wil des volks bevat, integendeel alleen het 'beginsel bevestigt, dot het volk de werkelijke regeering vormt. De liberale bladen wraken de motie als een oorlogsverklaring en zeggen, dat de on afgebroken traditie van 300 jaar thans met voeten getreden, wordt door de zelfzuch tige verdedigers der belangen van grondeige naars, likeurhandelaars, en de kampioenen van belastingen op de voedingsmiddelen. Zij dringen er bij Asquith op aan om niet ge hoor te geven aan den aandrang om onder handelingen te openen over de aannemang van een tijdelijke 'begrooting, welke de 'oe- lastingen achterwege laat, welke den Lorde onaangenaam zijn. Londen, 16 Nov. De vertegenwoor digers van de vreemde mogendheden en. d'e koloniale regeeringen hebben een bijeen komst gehouden met de vertegenwoordigers der Britsebe regeering aan het ministerie van buHonlairtische zaken, om die mogelijkheid te bespreken van de samenstelling van een wereldkaart volgons een gemeenschappelijk systeem. De tegenwoordige conferentie is een uitvloeisel vam het aardrijkskundig con gres te Genève in 1908. Sir Charles Hardiingo, die de afgevaardig den bij afwezigheid van minister Grey ver welkomde, wenschte hun alle succes en ver zekerde hun, dat de Britsebe regeering alle voorstelen, welk© baar zouden worden voor gesteld, met de meeste sympathie zou over wegen Het bevredigdngswerk wordt to Barcelona voortgezet. De vrienden van Ferrer, die ver bannen waren, hebben toestemming gekregen naar Barcelona terug te keeren, waar zij niet meer onder politietoezicht staan. Reeds zijn de broer van Ferrer, José Ferrer, en de anarchist Anselino Lorenzo te Barcelona aan gekomen. »7 DOOR RUDOLF HERZOG. En al had de stem gezegd, dat hij in de gevangenis geboren wasslechts toeluiste ren, slechts zich door dien klank wel laten doen. ,,Dus dat moet ontwikkeld worden. Con centreer uwe begaafdheid voorloopig op dit punt. Laat u niet door verkeerd begrepen kunstenaarstrots overhalen, deze richting ontrouw te worden. Toon uwe energie, toon dat u een man bent. Dan zal de kun stenaar niet achter blijven." ,,De kunstenaar herhaalde Ewald Wiskotten. Zeker, de kunstenaarOf houdt u mij voor een handwerksman?" „Professor 1" „Goed. En dezelfde man, die nu voor n staat, werd: in zijni jeugd eveneens van do academie weggezonden. U ziet, het. heeft mij niets geschaad. Slechts het volle be wustzijn van zijn doel moet men hebben, in plaats van sentimentaliteit. Een kunste naar is niet te onderdrukken. En kunste naar zijn, beteekent niet alleen met olieverf en doek omgaan, in alles wat vroolijk en mooi maakt, kunt u het toonen, al was het slechts in een stukje galon. Begrijpt u daf? En wilt u een man zijn! Man en kunstenaar tegelijk?" „Dat wil ik, professor 1" „U hebt een zeer energieben schedel vorm.. Logenstraf uw Schepper niet! Mor gen. kunt u als mijn leerling hier komeni. Precies om acht uur!" „Als uw?" „Als mijn. privaat leerling. IJ interes seert, mij, daarom brenig ik u niet men. den heelen troep samen. Zorg slechts, dab mij ne belangstelling niet verflauwt." „Hamel, professor! Maar ik ik kin 't niet betalen I" „Als dat al uw zorg is u zult het gauw genoeg inhalen. Anders" hij lachte en stroek op nieuw langs zijn baard „heeft do slechte leermeester zich het verlies zelf te wijten." „Ik zal werken," zeidè Ewald! Wiskotten, en keek den ieeraar imet groote, heldere oogen aan. Deze knikte hem 'toe. „Nog iets. Kunt ge u niet watwat helderder kleeden?" Zwijgend keek het jonigomen&ch naar den grond. „Tot uwe familie wilt ge u niet weniden?" „Neen, nog niet!" „Stijfkop," dacht, de professor. Maar toch beviel die trots hem. Er stak werk- •koorts achter. „Hoe ver 'bent u op school gekomen?" „Ik heb mijn eind-examen gedaan." „Op een gymnasium? „Ja." „Dan hebt u het verder gebracht dan ik. En mijn jongens schijnen hun vader niette willen overvleugelen. Sinds twee jaar blij ven de bengels in dezelfde klas hangen. 1 Deze piëteit maakt mij nu nog beangst, j Zoudt. u hun geen privaatles kunnen geven? j 's Avonds als het licht weg is? Laten wij zeggen -, een thaler voor 'beiden." „Professor, u ik „Moet dat „ja" beteekenen?" J a." „Dan tot morgen duE. Ik heb nu ook geen seconde meer voor u vrij. Adielu, mijnheer Wiskotten." Buiten keek Ewald Wiskotten. in de zoh. Hij dwong zijn blik het gefonkel uit te hou den, als een kind, dlat zijne krachten op de proef stelt. Zijne ledematen rekten zich uit, zijn tred werd vearkachtig. En thuis stak bij het hoofd ui't het raampje van zijn dakkamertje en hield den blik vast op de academie gericht, en het. verloren paradijs kwam hem niet meer als het eenige voor, waar de boom der kennis te winden was. De jeugd deed hare rechten gelden, om met nieuwe hoop het gebeurde uit, te- wisschen. Dag in, dag uit werkte hij. In een ver trek naast het atelier van den meester stond zijne teekentafel, en zijne pbaniasie, op een doel gericht, ontplooide de vleugels, om het strijdperk af 'te zoeken' en, den. palm der overwinning weg te dlragen. Het woord! van den leermeester legde hem aan banden, als hij van den rechten weg af wilde dwa len, en het woord van don leermeester ves tigde zijn blik op het bloeien en ontspruiten langs den weg, als hij de vlucht der wol ken volgde die hem niet mee namen. Zoo leerde hij de naaste omgeving in zijne kunst kennen en liefhebbenen keerde uit de verte terug en zag in de nabijheid zijn eigen beeld'. Neudörfer had Ewald' reedis den eersten avond in zijn familiekring binnengeleid. Na eene korte en vriendelijke begroeting van de vrouw des huizes, waren de knapen aan hem overgeleverd', vroolijke jongens, die zich ondeir den. moei-oiijken druk van den plicht kronkelden, en uit alle macht naar de vrij heid streefden. Zij trachtten van den huis onderwijzer een speelmakker te maken, doch Ewald Wiskotten vatte ze met ijzeren greep aan en droeg zijn jeugdige ervaring, die hij den vader zijner leerlingen dankte, op *de verbaasde knapen, over. En alle poorten, welke hij gegrendeld bad, ontsloot hij weer en leerde de jonge zielen het ge heim van den familietrots, die niet rusite, voordat hij door groote prestaties zich de faam der voorvaderen waardig had gemaakt, om haar als een voorwaarts dringend wa pen teeken verdër te dragen. Dan luister den de knapen met schitterende oogen naar de ridderlijke taal, staken, als de onderwij zer op de boeken wees, de wijsvingers in de ooren en leerden met gloeiende hoofden.. „Waarom gaat u niet naar uwe familie?" vroegen ze hem eens. „Ik moet mij eerst een vaandel verove ren," zeide hij. „Of zouden jullie in de achterste rij geplaatst willen woriden, als men je makkers huldigde?" „Neen, vooraan. Heelemaal vooraan." „Ziet ge, daarom houd ik mij verborgen, totdat ik voor den dag kon komen. Eens ga ik er heen 1 Met het vaandel I En hij die oen vaandel draagt, is een aanvoerder. Doet insgelijks f" Toen verkreeg de gestalte van dén jon gen, uitgehongerden leermeester een ro mantisch tintje voor hen. Ze dragen onder de afgedragen jas een verborgen, gouden pantser blinken. En ze trachtten zijni goedkeuring te verwerven m heb oefenen van hun trots. Want het geheimzinnige maakte indruk op hunne kinderziel. Ewald' Wiskotten. echter vond bij het concentroe- ren ihiunner jonge kr,achten die zijne terug, en hij zelf werd! de leerling van zijn leeraaats- ambt. Vier weken gingen voOdbijZe waren voldoende geweest om hem weer op de been te helpen. Zijne geringe behoeften kon hij bestrijden en voor den zomer had Neudör fer hem het maken van teekeningeu voor hu n stnijv erheidbarbeddl toegezegd. Vrij! droeg hij het hoofd', en grootsche plannen ontwikkelden zich weer, als hij uit zijn dak venstertje den blik peinzend op het verlo ren paradijs rusten liet, dat zich hoonend! voor höm uitbreidde. Een schilderstuk op zetten. Heel in het geheim? Of hij het wa gen. zou? Slechts om hun daarginds de kwi tantie voor zijn einddiploma te overhandi gen? Toen. hij daags daarop Neudörfers atelier betrad, deelde de portier hem mede, 'dat dé professor plotseling op reis wta6 gegaan. Naar Kassei, naar zijne moeder. Hij snel de naar de woning tvan zijn leermeester, en vond slechte mevrouw Neudörfer. Si©ehte met een half oor hoordé 'hij, dab dé moeder van den professor een© beroert© bad gehad en hartstochtelijk naar liet gezelschap van haar zoon verlangde. Om haar genoegen te doen, had haar man de jongens voor dé Paasch viae anti© meegenomen. Hij liet mijn- lieer Wiskotten verzoeken, eveneens drie we ken vaoantie te nemlen. De leeirmeestor had in den angst over zijne moeder die posfüio van zijn leerling verga ten. „Drie weken,1" zeidie Ewald WaskotHJon bij zichzelf. Een zou wel gaan, maar drie we ken...." JFurdt vtrvolffd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1