In handen van.B. en W. om prae-advies.
DeVoorzittor. Er is nog een adres in
gekomen van T. van 'Hoogevest, dat ik dade
lijk in behandeling wil brengen, omdat eene
spoedige beslissing gewenscht is. Het be
treft eene "bouwvergunning.
De bouwverordening verbiedt hooger te
houwen dan de straat breed is. De raad kan
vau dat veribod ontheffing verleeneu. B. en
W. stellen voor dn dit geval af te wijken van
de bepaling der verordening en ontheffing
te verleenen van het verbod.
Wordt besloten dit voorstel als spoed-
eischend in behandeling te nemen.
De heer Kroes. Mijnheer de voorzitter,
voordat daarover beslist wordt, zou ik gaarne
willen weten op welk punt het gebouw zal
kernen te staan. Dat zal van invloed zijn op
onze beslissing. Zal bet perceel aan de water
zijde worden opgetrokken? Als het aan den
kant van de gracht komt te staan, dan kan
er geen bezwaar zijn.
De heer Sanders Het gébouw komt
aan de westzijde op de plaats, waar nu de
aan oude Amerefoorters welbekende vroegere
grutferlj met de twee vergulde paarden en
molen als gevelsteen in staat. Dat per
ceel wordt afgebroken. Deze kleine ver-
liocging zal geen bezwaar opleveren. De be
doeling van de bepaling der verordening is,
dat er geen belemmering ontstaat in het in
treden van licht en lucht. Die eene meter
hooger maakt geen belangrijk verschil.
De heer K roe®. Dat ben ik met iu eens.
De meerdere hoogte zal alleen eene belem
mering zijn voor de avondzon, niet voor die
moi'genzon. Ik dank voor de inlichtingen.
Wordt z. h. o. conform het voorstel van
B. en W. besloten.
Aan de orde is
1. Behandeling van de begrooting van het
Burgerweeshuis voor 1910.
Wordt z. h. o. vastgesteld tot een bedrag
van 9900 in ontvangsten en uitgaven.
2. Behandeling van de begrooting en sub
sidie voor het burgerlijk armbestuur voor
191C.
Wordt z. h o. vastgesteld tot een bedrag
van 13,725 met een subsidie van de ge
meente van 13,332.68.
3. Voorstel van B. en W. tot'beschikking
over een gedeelte van het batig saldo der
rekening, dienst 1908, en tot wijziging der
begrooting, dienst 1909.
Wordt z. h. o. conform besloten.
4 Voorstel van B. en W. betreffende het
personeel ter secretarie.
Voorgesteld wordt eene wijziging van art.
2 voor zooveel betreft de jaarwedde van den
hoofdcommies, die nader wordt bepaald op
1600 tot 2000.
Wordt z. h. o. conform besloten.
5. Voorstel 'betreffende de aanstelling van
een gemeentelijken deurwaarder.
Het voorstel strekt tot instelling van de
betrekking van gemeente-deurwaarder, -waar
aan verbonden is een salaris van 750 tot
950.
De heer R ij k e n s. Mijnheer de voorzit
ter. Mag ik nog even het woord als rappor
teur der le afdeeling. Naar aanleiding van
het feir. dat door het Dagelijksch Bestuur
met zeer veel lof werd gesproken over den
tegenwoordigen titularis, is het verzoek aan
B en W. gedaan, om hem bij een voorko
mende gelegenheid een betrekking op te
dragen. Toen is in toestemmen-den zin geant
woord. Dit feit is in het afdeelingsverslag
vergeten, waarvoor ik mijn excuses aanbied.
Wordt z. li. o. conform 'besloten.
6 Voorstel tot uitbreiding van den dienst
der gemeentereiniging.
De uitbreiding zal geleidelijk geschieden,
in 1910 door aanstelling van één werkman
en aankoop van één paard. In verband daar
mee zal de paardenstal worden vergroot.
Wordt z. h. o. conform 'besloten.
7. Voorstel naar aanleiding van een adres
vai den directeur der Burgeravondschool
betreffende de salarisregeling.
B. en W. stellen voor afwijzend op het
aai es te beschikken.
Wordt z. h. o. conform besloten.
8 Voorstel van B. cn W 'beu-effende een
verzoek van de Ambachtsschool om subsidie
voor den avondteekencursus voor ambachts
lieden
Het voorstel strékt om voor 1910 een sub
sidie toe te kennen van f 350 onder eenige
voorwaarden.
Wordt z. h. o. conform besloten.
9 Behandeling van d© adressen en voor
stellen betreffende de salarisregeling voor
het personeel, verbonden aan het lager on-
deiwijs.
De heer Gerritsen. Mijnheer de
voorzitter, B. en W. zijn 'begonnen met mij
als eereten onderteekenaar oen verwijt te ma
ken van het tijdstip waarop ons voorstel is
ingediend. Zij zeggen: ,,Wij moeten voor 't
vervolg voor een dergelijke wijze van hande
len waarschuwen. Her wil ons voorkomen,
dat na 22 Juni er voldoende gelegenheid
voor uwe vergadering bestaan heeft om vóór
het houden der afdeelings-vergaderingen,
eveutueele. voorstellen in te dienen. Door na
het onderzoek dor begrooting in de afdee-
lingen dergelijke voorstellen, die van groo-
ten invloed zijn op de begrooting, in te -die
nen, verliest het onderzoek der begrooting
in de afdeelingsvcrgadering, veel. van zijn
waarde."
Ik moet toegeven, wij zijn wat laat ge
weest. Maar bij deze gelegenheid en in de
gegeven omstandigheden was het niet gemak
kelijk om eerder met het voorstel klaar te
komen -en dat in te dienen. Maar als ons
dat verwijt gedaan wordt, dan verwijt ik B.
en W., -oa» zij herhaaldelijk hetzelfde doen
en ook ditmaal na het afdeelingsonderzoek
voorstellen 'hébben gedaan, die betrekking
hebben op de volgnummers 1-03 en 113. Ik
geloof echter werkelijk, -dat het voorstel bij
tijds hier binnengekomen is en dat het ver
wijt aan ons adres niet verdiend) is.
Nu een woord over het- voorstel zelf. Ik
zal daarover niet lang spreken. Zeer zeker,
er is verleden jaar eenige verbetering ge
bracht in de onderwijzerstraktementen
niet de oudere onderwijzers zijn daar
door in eene gunstiger positie -geko
men. Maari- ben het oneens met B. en W.,
dat ons systeem van promotie niet zoo aan
lokkelijk zou zijn. Ik stel mij voor, dat
als over eenige jaren weer eens eene nieuwe
regeling moet 'worden gemaakt, B. en W.
zelf zullen voorst-ellen om af te wijken van
de regeling van verleden jaar, toen de op
klimming tot 12 jaar is teruggebracht. Over
d© waardo van -de hoofdact© is al zóóveel
gestreden, dat ik er over zwijgen zal. Ik
voor mij -ben van meening, dat de verhoo-
ging voor de hoofakte moet blijven als een
prikkel tot verdere studie. Of het maximum
te laag is, hangt af van de appreciatie, die
men heeft voor den arbeid van de onderwij
zers. Wij zijn van meening, dat het onvol
doende is met het oog op de eiscben, die aan
het leven worden gesteld. Ik heb daarbij het
oog op de salarisTegeling, die wordt gevraagd
in liet adres van het Onderwijzersgenoot
schap *^ij kunnen niet zeggen, dat Amers
foort eene gunstige figuur maakt in verge
lijking met andere stedenO.a. is het maxi
mum in Gouda 1200, in Leidien 1300,
in Zwolle 1200, in Hengelo 1200, in
Arnhem f 1200. Ik behoef niet al de ge
tallen op te noemenwat ik heb medege
deeld 'bewijst'voldoende, d-at Amersfoort niet
eene plaats is, waar goede traktementen ge
geven worden; men kan althans- niet zeg
gen, dat Amersfoort bovenaan staat. Ik blijf
het voorstel handhaven en hoop, -dat mijne
medeleden zich er mee zullen vereenigen en
zullen erkennen, dat de salarisregeling niet
van <Fen aard is, dat men kan zeggenZij
is voldoende.
De heer van. E s veld. Mijnheer de
voorzitter, ik heb de toelichting van dien
hoer Gerritsen gehoord, maar het voornaam
ste heb ik daarin gemister wordt niet
gezegd uit welke middelen wij deze nieuwe
uitgave zullen bestrijden. Ik vind het moei
lijk dit voorst-el te behandelen, dat. hier a
'bout portant is ingediend.
De heer Gerritsen. Mijnheer de
voorzitter, ik had bij de al gein ©one 'beschou
wingen willen spreken over den financieel en:
toestand. Daarbij had' ik willen, mededeel en,
-dat mijn-e -bedoeling is van: het sal-do van
1908 'het bedragi af te nemen, dat in 1910
voor de verhooging van de onderwijzerstrak-
temeniten noodig is, m. a. w. dat sal-do te
verminderen mot f 2000.
De heer van Es veld. Ik zou meenen,
dat dit saldo, eene toevallige bate, geen
gezonde basis is om er een voorstel op te
bouwen tot het voteeren van eene uitgave,
dde ieder jaar terugkomt, in volgende jaren
nog hooger zal worden en over een jaar of
vijf f 4000 zal bedragen. Zulk eene uitgave
kan met gebaseerd zijn op eene toevallige
bate. De heeren zullen waarschijnlijk iets in
het vooruitzicht hebben, waardoor deze uit
gave -beter kan worden gedekt, of zij zullen
meenen, dat de vooruitzichten van de ge
meente-financiën van dien aard zijn, dat men.
met de uitbetaling van déze tractementen zal
kunnen blijven doorgaan. Als men dit voor
stel aanneemt, dan moet het geld er voor
zijn.
De heer Gerritse n. Mijnheer de
voorzitter^ bij -de algemeen© 'beschouwingen,
over de begrooting zal ik kort mededeelen
wat mijn inzicht is over dén financdee-lem
toestand vani de gemeente, Met de pessimis
tische beschouwing van B. en W. daarover
kan ik anij niet vereenigen. Ik ben reeds
lang lid van den raad, maar ik heb ieder
jaar daarover betzelfde gehoord van het
dagelijksch bestuur. \V ij hebben nooit iets
anders gehoord- dan Wees voorzichtig! Als
men over een saldo kan beschikken, waaruit
buitengewone werken kunnen worden bekos
tigd, als men, zooals een paar jaren gele
den is geschied, f 5Ü.000 heeft kunnen ne
men uit het saldo om Birkhoven te koopen,
zonder daarvoor te leenen, dan kan men
m. i. met de meeste gerustlieid de toekomst
ingaan en behoeft men niet te aarzelen eene
traktementsverhoogiing toe te kennen, die
billijk is. Wat -de vraag betreft, of kan wor
den aangegeven waaruit de uitgave in vol
gende jaren kan worden gedekt, daarop kan
ik antwoorden, dat Amersfoort eene gemeen
te is, dlie Ihiaridl vooruitga-at, en Idiat die ont
vangsten in. volgende jaren even goedi zul
len toenemen als in vroegere jaren is ge
schied. De heeren weten hoe ik over dé pes
simistische opvattingen daaromtrent denk;
bij mij bestaat die opvawing niet.
De heer G e 1 o s s e. Mijnheer dé voor
zitter, de heer Gerritsen heeft geaneend, dat
het minder juist was, wat in het antwoord,
van B. en W. op het voorstel van de vijf
raadsleden over bet tijdstip van de indie
ning is gezegd. Hij meent, dat een verwijt
niet te pas komt, wanneer op den tijd,
waarop -dit hier is gescined, een voorstel is
ingediend, dat invloed heeft op -die begroo
ting. Ik zal daarvan niet veel zeggenik
wil alleen opmerken, dat als de afdeelings-
vergaderingen hébben plaats gehad en de
verschillende posten van de begrooting zijn
vastgesteld', men op dié wijze de zaak in de
war stuurt. Een dergelijk voorstel moet zoo
vroeg worden ingediend', dat het kan worden
overwogen voordat de 'begrooting in de af-
deelingen wordt behandeld. De heer Gerrit
sen zal het -met mij -eens zijn-, dat al-s bet
voorstel wordt aangenomen, dat een grootan,
invloed -zal hebben op de cijfers van dé be
grooting. Als hij zegt, diat bij -de begrooting
door het dagelijksch bestuur 6teeds gezegd
wordt en herinnerd1 wordt aan de leden, dat
voorzichtigheid moet worden betracht, dan
is dat niet te onpas. Wij Hébben -de begroo
ting te behandelen in verband met de finan
cieel e omstandigheden, waarin de gemeente
verkeert. En wanneer de heer Gerritsen
zegt, dat in volgende jaren de begrooting