K°. 1519. Tweede blad. 8"e Jaargang'. Uit den omtrek. FEUILLETON. DE W1SKOTTENS. ABONNEMENTSPRIJS: ,?er 3 maanden voor Amersfoort f 1.00. Idem franco per post 1.50. Afzonderlijke nummer: - 0.05. t\ Cour an verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest dagen. Advertentiónmededoelingen 9nz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10, Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit BLid, b$ abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Vergadering wan de Provin ciale Staten. rDe winterzitting van de Prov. Staten werd gisteren geopend in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, te Utrecht, door den Commissaris der Koningin in deze pró- vincie, mr. F. D. Graaf Schimmel pen nines. Na de voorlezing van het gebed door den griffier, verheffen de leden zich van hunne zetels om staande de volgende toespraak van den voorzitter aan te hooren Mijne Heeren! ..Andermaal heeft sedert onze laatste zit ting de dood een offer uit ons midden ge- eiseht; mr. W. H. J. baron van Heemstra, die gedurende ruim 28 jaren van deze Ver gadering deel uitmaakte en daarin slechts hoogst zelden zijn zetel epen liet, is heen gegaan en met hem een man, die naar zijne inzichten en kraéhten de belangen van onze Provincie met trouw heeft voorgestaan. Zijne bekende offervaardigheid waar het de bevordering van de zedelijke en stoffe lijke belangen betrof niet alleen van de ge meenten vroeger aan zijne zorgen als burge meester toevertrouwd, maar van de geheele Provincie, zal, naar ik mij overtuigd houd, zijne nagedachtenis in ruimen kring in dankbare herinnering doen voortleven dat zij zoo" Mededeeling wordt gedaan, dat de hee ren van Bolhuis, Kol van Ouwerkerk, Hart man en Schillen bericht hebben gezonden, heden verhinderd te zijn de Staten-vergade ring bij te wonen. Van douairière van Heemstrade Beau fort is ingekomen een kennisgeving van het overlijden van haren echtgenoot, lid der Staten, baron van Heemstra. Dit schrijven zal met een brief van rouwbeklag worden beantwoord door het college van Gedep. Staten. Aan de orde komt de agenda: No. 1. Missive van den Commissaris der Koningin, houdende mededeeling, dat bij Koninklijk besluit, aan de bijzondere com missie uit de Staten, in wier handen is ge steld het voorstel van Gedeputeerde Staten tot wijziging van een viertal waterschaps reglementen, machtiging is verleend tot voortzetting van hare werkzaamheden na de sluiting der laatstgehouden Statenzit- ting. Voor kennisgeving aangenomen. No. 2. Missive van den Particulieren Se cretaris van Hare Majesteit de Koningin, houdende eene dankbetuiging voor de geluk- wenschen, Hare Majesteit aangeboden met de geboorte van Hare Koninklijke Hoog heid Prinses Juliana. Voor kennisgeving aangenomen. No. 3. Adres van den voorzitter en den secretaris van het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen, houdende verzoek om in. de bestekken van werken, welke voor reke ning van de Staten worden uitgevoerd, ver schillende bepalingen te doen opnemen. De Voorzitter deelt na voorlezing van dit uitvoerige adres door den griffier, mede dat vanwege de Staten slechts zeer enkele werken worden uitgevoerd, van welke werken de aanbesteding door de Prov. Sta ten n i e t is voorbehouden. De zaak berust geheel bij Gedeputeerden, weshalve de Voorzitter voorstelt dit adres naar hun col lege te renvoyeeren. Wordt z. h. s. conform besloten. No. 4. Voorstel van Gedeputeerde Sta ten, tot toekenning van een provinciaal sub sidie aan den Nederlandscben Aannemers- bond ten behoeve van zijne Middelbare Technische School. Gerenvoyeerd naar de afdeelingen. No. 5. Voorstel van Gedeputeerde Sta ten, tot wijziging van het besluit, waarbij aan het Groot-waterechap Beoosten de Vecht een renteloos voorschot ie toegekend. Gerenvoyeerd naar de afdeelingen. No. 6. Missive van Gedeputeerde Staten, houdende mededeeling, dat de rekening der provinciale inkomsten en uitgaven over 1907 bij Koninklijk besluit van 3 September 1909, No. 39, is bekrachtigd. Voor kennisgeving aangenomen. No. 7. Missive van Gedeputeerde Sta ten, houdende mededeeling, dat bij Konink lijk besluit van 16 September 1909, No. 53, is goedgekeurd het besluit der Staten van 13 Juli 1909 tot aanvulling van het Reglement op het rijden met Hondenwa gens in de provincie Utrecht. Voor kennisgeving aangenomen. No. 8. Missive van Gedeputeerde Staten, houdende mededeeling, dat bij Koninklijk besluit zijn goedgekeurd de provinciale begrooting voor 1910 en de verordening op de heffing van opcenten in 1910. Voor kennisgeving aangenomen. No. 9. Voorstel van Gedeputeerde Sta ten d.d. 18 October 1909, tot wijziging der provinciale begrootdng voor 1909. Gerenvoyeerd naar de afdeelingen. No. 10. Missive van Gedeputeerde Sta ten, houdende mededeeling, dat bij Konink lijk besluit van 13 October 1909, No. 36: le. is goedgekeurd het besluit der Staten van 13 Juli 1909, waarbij Gedeputeerde Staten gemachtigd werden tot overschrij ving van eenige posten der provinciale be grooting voor 1908 2e. machtiging is verleend tot het doen van eenige betalingen uit den post van on voorziene uitgaven der begrooting voor 1909, waartoe door de Staten bij besluit van 13 Juli 1909 was besloten. Voor kennisgeving aangenomen. No. 11. Adres van G. S. Vlieger te Am sterdam om schadevergoeding voor schipper Wagen aar wegens het lekstooten van diens schip op een paal in den Angstel, met het voorstel daaromtrent van Gedeputeerde Sta ten. Gesteld in handen eener commissie ten fine van prae-adviea. Deze commissie be staat uit de heerenMolengraaf, van Tuyl van Serooskerken van Zuylen, van Sas se van Ysselt en Huydecoper. No. 12. Adres van den Stichtschen Ijs bond om vaststelling van bepalingen tegen het stukvaren van het ijs in openbare vaar wateren, met het voorstel daaromtrent van Gedeputeerde Staten. Gesteld in handen eener commissie ten fine van prae-advies. Deze commissie be staat uit de heerenvan Lier, van Har- denbroek, Kettlitz, Rnigge en van Itter- sum. No, 13. Voorstel van Gedeputeerde Sta ten, d.d. 8 November 1909, tot intrekking van het Reglement op het verwerken van den Hennep in de provincie Utrecht. Dit voorstel wordt overeenkomstig het voorstel van den voorzitter dadelijk behan deld en zonder discussie en zonder hoofde lijke stemming goedgekeurd. No. 14. Adres van het bestuur der ver- eeniging Ambachtschool voor Amersfoort e.o. houdende verzoek om subsidie ten be hoeve van een avondteekencursus voor am bachtslieden, met het voorstel daaromtrent van Gedeputeerde Staten. Gerenvoyeerd naar de afdeelingen. No 15. Voorstel van Gedeputeerde Sta ten,-tot wijziging van het Reglement op den dienst van den Provincialen Waterstaat en van de instructie voor den Hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat. De heer Van Sasse van Ys selt heeft in de stukken gelezen dat de bureau-ambtenaren 4J cent per K. M. ver goeding krijgen voor reiskosten. Dit be drag begrijpt spreker niet. Want als men reist met een Kilometerboekje le klas, dan kost het nog maar 3 cent per K. M. Waar om de bureau ambtenaren van den Water staat nu 4J cent in rekening moeten bren gen voor 1 K. M. reizens, gaat boven spre kers begrip. De Voorzitter merkt op, dat de beer van Sasse van Ysselt dit punt ten on rechte ter sprake brengt bij de algemeen© beschouwingen over dit 'voorstel. Daarvoor zal straks het woord zijn te voeren. De heer Van Sasse van \r 8- s e 1 t krijgt even later wederom gelegen heid om het door hem besproken punt op nieuw aanhangig te maken. Spreker be grijpt uiet, welke grondslag heeft gediend om een bedrag van 4£ cent per K. M. vast te stellen. Wat is daarvoor de reden ge weest De heer Kettlitz is eveneens over dit punt gevallen. Spreker bindt aan de vraag des heeren van Ysselt een andere vast en wel deze: of de ambtenaren, als ze bijyoorbeeld een rijtuig moeten gebruiken, dit afzonderlijk in rekening kunnen bren gen. Als daarvoor een afzonderlijke vergoe ding wordt toegestaan, dan sluit spreker zich aan bij de bedenkingen des heeren Van Ysselt. De heer De Wijkerslooth deelt mede, dat de opzichters van den provinci alen waterstaat tot dusverre ook steeds 4£ cent per K.M. konden declareeren. Nu men voor de bureau-ambtenaren eveneens vergoeding wil uittrekken, was het be zwaarlijk voor deze categorie een andere maatstaf van berekening toe te passen, waar de ambtenaren, komend© uit denzelf den kring als de opzichters en precies het zelfde werk doende als deze, ook precies dezelfde onkosten zouden hebben te maken. Er bestond alzoo voor het college van Ge deputeerden geen enkele aanleiding thans voor de bureau-ambtenaren een andere ver- goedings-berekening te maken dan gold voor de opzichters. Aan den heer Kettlitz antwoordt spreker, dat artikel 7 4o alinea (slot) in die gevallen voorziet; extra uit gaven worden vergoed. De Voorzitter brengt in het mid den, dat het thans aanhangige voorstel slechts een luttele wijziging bedoelt van bet bestaande reglement. In die zeer on dergeschikte wijziging hoeft men nu geen aanleiding te vinden om een geheel tarief te gaan veranderen, dat al jaren heeft ge golden en werkelijk niet overmatig is te noemen. Gaarne wil spreker toezeggen, dat in het college van Gedeputeerde Staten een herziening van het beden aangevochten tarief zal worden overwogen. Maar voor vandaag had men zich het liefst te bepalen tot de ter tafel liggende kleine wijziging in het betrokken reglement. Conform wordt beslotenhet voorstel wordt z. h. s. goedgekeurd. No. 16. Adres van eenige machinisten van stoomgemalen, houdende verzeek om het aalraamnet als geoorloofd vischtuig op te nemen in het Reglement op de Jacht en Visscherij en de afpaling der Eendenkooien en adres van A. Kuyn e. a. te Hoogland tot ondersteuning van evengemeld verzoek. De Voorzitter stelt voor, oplit adres door den griffier in extenso voor gelezen afwijzend te beschikken, zulks met het oog op de zeer aanstaande invoe ring van de nieuwe visscherij wet, in ver band waarmede het ongeraden is te achten nu een besluit te nemen, dat slechts betrek king zou kunnen hebben op hoogstens en kele maanden. Conform besloten. No. 17 Missive van Gedeputeerde Sta ten, houdende mededeeling van verande ringen in het personeel der provinciale griffie. Voor kennisgeving aangenomen. No. 18. Voorstel van Gedeputeerde Sta ten, tot wijziging der provinciale begroo ting voor 1910. Gerenvoyeerd naar de afdeelingen. De agenda is hiermede afgehandeld. De Voorzitter deelt mede, dat wordt ingetrokken een voorstel van vroeger, om grond aan den Leidschen Rijn onder Har- melen te verkoopen. Gedeputeerde Staten erkennen de gegrondheid van de aanmer kingen, dienaangaande gemaakt in het voorloopig verslag van de rapporteurs. Bij nader inzien hebben Gedeputeerden beslo ten het voorstel terug te nemen, omdat het inderdaad onjuist was, te handelen zooals door hen werd voorgesteld. Men zal nu in nader overleg treden ten opzichte van de bier bedoelde strook grond. Deze mededeeling wordt voor kennisge ving aangenomen. De vergadering gaat over tot het trekken der afdeelingen. De afdeelingen worden als volgt gecon stitueerd Eerste afdeelingRagay, Kettlitz, van Andel, Grijns, van den Burg, Bicker Caar- ten, Lothen van Doelen Grothe, W. J. van Beeck Calkoen, Schimmelpeuninck, Wen- tink, Kleinschmit, Sandberg. Tweede afdeelingvan Bolhuis, van Lier, Royaards, van Sasse van Ysselt, Kol van Ouwerkerk, Molengraaff, Hartman, De Jong, van Loon, van Hazendonk, Doude van Troostwijk, Boetzelaer. Derde afdeelingde Louter, Hamers, W. A. van Beeck Calkoen, van Hardenbroek, van de Westeringh, van Asch van Wijck, van Tuyl van Serooskerken van Zuylen, Knigge en Timmermans. De vergadering wordt geschorst tot bet benoemen van voorzitters en onder-voorzit ters der afdeelingen. Benoemd worden Eerste afdeelingvoorzitter van Lynden van Sandenburgonder-voorzitter mr. Bil- derdijk. Tweede afdeelingvoorzitter jhr. Bosch van Oud-Amelisweerdonder-voorzitter baron van Ittersum. Der4e afdeelingvoorzitter Huydecoper ondervoorzitter de Wijkerslooth de Weer- desteijn. De vergadering wordt heropend. De heer Knigge vraagt het woord. Spreker wijst op den onhoudbaren toestand van de vaart, die midden door Mijdrecht oopt, de waterweg die loopt naar Amster dam, Rotterdam en Utrecht. Over een leng te van 30 meter is de toestand van die vaart zóó, dat de schepen er door aan den grond geraken, en dientengevolge de scheepvaart wordt versperd, wat handel en industrie be nadeelt. Het toezicht over de vaart berust bij het waterschap ,,De Ronde Veenen", maar dat waterschap maakt er zich brutaal van af. De klachten houden aan en nu hoopt spreker d Gedeputeerden het water schap eens zullen herinneren aan z'n plicht. De schoeiing langs de vaart bijvoorbeeld is geheel vervallen, de modder zit er meer buiten dan er binnen, iedereen werpt z'n vuil maar in het water, en zoo is een on houdbare tcestanl geschapen, die dringend verbetering behoeft. De heer van Ittersum, dezen spre ker beantwoordende, zegt, van de vaart zelf momenteel niets af te weten. De heer Knigge zegt wel dat het toezicht berust bij de Ronde Veenen"; dat is best mogelijk, maar dan is het nog zeer de vraag, wie de onderhoudsplichtige is. Toezicht sluit onder houdsplicht niet in. Blijft dus de vraag: wie is de onderhoudsplichtige voor de scheepvaart? Daar draait de zaak om. De Voorzitter deelt mede, dat de quaestie in het college van Gedeputeerde Staten zal worden besproken. In een vol gende vergadering zullen den heer Knigge andere inlichtingen worden verstrekt. De heer Doude van Troostwijk wenscht de periodieke vraag te stellen ,,Hoe staat het met de veelbesproken Vecht-quaes- tie? (Gelach). De heer Van Ittersum ook deze vraag beantwoordende, zegt dat over de zaak nog steeds een correspondentie loopende is. De gewijzigde plannen van de Staten zijn thans bij den minister, om diens oordeel er over te vernemen. Dat was noodig, omdat de minister destijds subsidie toezei; men kon dus den minister niet voorbijgaan en moest diens opinie inwinnen over de zoo juist bedoelde herziene plannen. Op het antwoord van den minister is tot heden nog geen bericht gevolgdmen kan dit met den dag verwachten. Intusschen kan men. gerust zijn met de verzekering, dat de zaak marcheert. Daar niemand verder het woord verlangt, wordt de vergadering gesloten. De tweede zitting wordt gehouden. 30 No vember, ten. 11 uur 'b morgens. _rIn verband met het aanstaande St. Nicolaasfeest wordt ter bevordering van een geregelde bezorging der bestelgoederen door de vlaata.-ha.ppij tot Expl. van Staats spoorwegen aan het publiek verzocht, de colli van duidlelijke, volledige adressen te voorzien Gewoon bestelgoed wordt op Zondag 5 December a.s. evenals op andere Zondagen niet ten vervoer aangenomen, uitgenomen op enkele stations op die daarvoor ook op andere Zondagen vastgestelde uren, voor licht bederfelijke artikelen. Er zal echter op Zondag 5 December aan alle stations den geheelen dag ge legenheid bestaan voor de aanname van goe deren, mats als bestelgoed snel- vervoer ten vervoer aangeboden. 53 DOOR RUDOLF HERZOG. Gustav Wiskotten steeg uit. Zonder aar zelen schreed (hij dwars tusschen oe rij werk lieden door, die hem nijdig nakeken. Nu had hij den jongen man met de kar bereikt. Hij legde hem zwaar de hand op den schou- der. ,,Ewaldl" Deze wierp de trekriemen ff en wendde zich bliksemsnel om. Ontsteld keelt hij zijn broer aan. Toen verdween het schaamrood, dat hem plotseling in het gelaat gestegen was hij drukte de lippen op elkander, e« zijn blik werd vijandig. „Wat moet dat beteekenen?" Gustav Wis kotten stiet met den voet tegeu den kruiwa- Sen „Gaat 't jou wat aan? „Hobo? Op dien toon fluiten' we niet! Wat moet dat beteekenen, dat je onder het volk daar verkeert? Hé?" „Je ziet bet. Ik werk." „Je bent zeker vergeten, wat je den naam Wiskotten verschuldigd bent! Heb je je verstand verloren? Ik ben bier wel ter rech ter tijd gekomen. Marsch mee!" „Ik heb je niet geroepen. Stoor mij hier niet, of ik roep den opzichter." „Wat Wil je weerspanning zijn?" Gustav Wiskotten greep hem met ijzeren greep bij zijne jas. „Draai je eens om, Zie je dat rijtuig? Fritz izit er in en Wilfhelm i met zijne vrouw. Die zal zich verheugen j baar jongs ten zwager te kunnen begroeten. j Ewald Wiskotten beefde. Hij had de i dame bemerkt. „Los," stiet hij uit, „dade lijk los! Ik ga niet mee. Zal je me los la ten? Help! Henscben! Hierheen! Te hulp De wegwerkers kwamen met hunne spaden naderbij. „Laat dien man- los!" „Om den drommel met! Die gaat mee! Voorwaarts „Ik heb niets met hem te makenDie wil ■mij van het recht om te werken berooven. Zijn wo hier solidair of niet?" „Laat los dien man! Maar vlug wat!" Spade netelen werden dreigend tegen Gus tav Wiskotten opgeheven. Doch hij hield vast. Daar vloog hem een schep aaide in het gezicht. Hij liet los en. wischt© zich he* voorhoofd' af. Nieuwe scheppen aard© vlogen door de lucht, Knuppels werden ge zwaaid, dentig stemmen brulden cxm hem heen. Middenin den hoop vloog hij, om zich een doortocht te banen. Wilhelm en Fritz sprongen over 'het rij tuigportier en stormden naderbijEen woedend gehuil ontving hen., aardklompen en steenen. Doch ze rukten Gustav tussc'hen den hoop uit en naa-r het rijtuig toe. Als een lawine kwaim de schaar arbeiders achter hen, aan, alle hartstochten plotseling ontketend. Te mid den van hen Ewald Wiskot*. ten als in een roes. De broers bereikten het rijtuig. Ma- bel stond hoog opgericht en hield haar lorg net voor hare oogen. Dit bracht den troep tolt heb uiterste. „Dat wijf d'r uit! Dat wijf!" Gustav Wiskoten kloon op den bok. Hij rukte den ontstelden koetsier (teugels eoi zweep uit de hand. Midden tussc'hen den uit elkander stuivenden troep door stuurde hij de paarden, en liniks en rechits ranselde hij er met de zweep op. Achter den wegrij- denden landauer aau vlogen aardklompen en steenen „Wat was dat?" vroeg MaJbel .verbaasd. „O oGustav Wiskotten kon de woorden Ibijnia niet uatbrengen. „Alleen maar eene kleine ovatie, dï© je jongst© zwa ger je bracht. „Wat zijn jullie Wiekottens toch amu sante menschen De troep wegwerkers had zich gekal meerd. De opzichter liet «ich het voorge vallene berichten. „Dat waien je broers?" vroeg hij. Spot tend 'keek de troep naar Ewald Wiskotten en keerde zich, op den grond spuiwend:, van hem af. „Maak gauw dat je naar huis komt!" Ewald Wiskotten keek hen versuft aan. „Ga 'heen", zcide de opzichetr kortaf, „je hoort hier niet!" Toen verwijderde hij zich zwijgend. Je hoort, hier niet, Waar 'hoorde hij dan eigen lijk! Hier niet, daar niet.. Hij had het koud. Zijne knieën werden moe. Wanke lend volgde hij den zich uren, ver tot Düs- seldbrf uitstrekkend en straatweg, geheel al leen. En kroop als een geranselde hond in zijn hoek. HOOFDSTUK IV. „Je kunt niet zeggen, Gusitav, dat ik je iooi* lastig gevallen hen." „Zeker niet, dominee." „Toen het ongeluk, het misverstand tus schen jou en je vrouw over je (kwam, zeide ik tolt. mezelfMannen als Gustav Wiskot ten: moeten het begrip van. rec'ht en onrecht uit zichzelf krijgen, als het bestendig wil" zijn.. Wordt het van buitenaf aan hen op gedrongen, dan gevoelen zij bet als eene vernedering. En juist hun speelt de lieve ij delheid het makkelijkst parten, omdat zij er zich vrij van. wanen." „Ik ij<lel, dominee! Dezen keeir hebt ge u vergist." „Besite Gustav, leea" jij m© toch niet de ijdelheid van den man kennen. Wij gaan aan dit euvel veel erger mank dan de vrou wen. Bij de vrouwen kweeken wij deze nei ging aan wij phantaseeren in fluweel en zij de, linten en kanten om haar jinooi te ma kende geheele industrie van ons dal, de\ halve industrie der wereld wijdijvert om hoar te streelen. Zooata men een rnooi^ tkind streelt, waar men ziijne vreugde aan beleeft. De ijdielheid der vrouw wordt dus in den grond voortgebracht door de ijdel heid van den man. Ja, ja, dat is zoo. Zij zijn ijdel ter wille harer schoonheid. Men noemt dat wel eens een ©eredienst. De heeren der schepping echter gaan er trots oh op, dat deze eeredieaist om hunnentwille ge schiedt, en zijn zeer slecht geluimd, als hun de heimelijke wierook, waar ze zoo van uiiti db hoogte op neer zien, niet dag' aan d'ag aangenaam is den neiis stijgt. De ijdel heid der vrouw is de vreugde van het weg schenkende kind, de ijdelheid van den mali het egoïsme van den veeleischenden. heer en gebieder." „U bent niet slecht thuis op dat gebied, dominee. „Omdat ik de dingen in vogelvlucht zie, beste Gusitav. Een dominee is in. zeker op- zieh van een even onzijdig geslacht alö een art6, waarvoor men zich niet geneert. Wij zijn als 't ware de neutrale toeecho uwer®, die hoogstens aan hunne goedkeuring of hun misnoegen uiting mogen geven, en ook wel eens tot objectieve critiek vergunning krij gen, als de verfcooner twijfel koestert. Doch gevolgd wordt de raad van den zielzorger slechte in hoogst enkele gevallen. En dringt men zich op, dan, wondt je de ©ntnéekaart ontnomen." „Daartoe bestaat in mijn huis geen vrees." „Neen, een verwijt voor jou hielden mijne woorden ook niet in Maar wat helpt het in je huis te zijn, alb jij achter de schermen blijft?" „Ik ben mezelf als publiek bijna reeds te veel." „Dat vreeede ik reedis. Je wilt naar je zelf liever niet meer luisterenOmidlat er twijfel1, bij je opgekomen, is, of je melodie nog de rechte is. Gustav, laten we eens openhartig met elkander praten. Het ge beurde tusschen jou en je vrouw valt wel zeer te betreuren, maar 't is to oh nde:. zoo ontzettend tragisch, dat uit, den steen des aanstoods een muur opgericht moe: worden. Integendeel. Slechte de ijdelheid van den man ziet en berg, de liefde ziet, een ötofje." lïordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1