K°. 1519. Tweede blad.
8"e Jaargang'.
Uit den omtrek.
FEUILLETON.
DE W1SKOTTENS.
ABONNEMENTSPRIJS:
,?er 3 maanden voor Amersfoort f 1.00.
Idem franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummer: - 0.05.
t\ Cour an verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiónmededoelingen 9nz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10,
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit BLid, b$ abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Vergadering wan de Provin
ciale Staten.
rDe winterzitting van de Prov. Staten
werd gisteren geopend in het Gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen, te Utrecht, door
den Commissaris der Koningin in deze pró-
vincie, mr. F. D. Graaf Schimmel
pen nines.
Na de voorlezing van het gebed door den
griffier, verheffen de leden zich van hunne
zetels om staande de volgende toespraak van
den voorzitter aan te hooren
Mijne Heeren!
..Andermaal heeft sedert onze laatste zit
ting de dood een offer uit ons midden ge-
eiseht; mr. W. H. J. baron van Heemstra,
die gedurende ruim 28 jaren van deze Ver
gadering deel uitmaakte en daarin slechts
hoogst zelden zijn zetel epen liet, is heen
gegaan en met hem een man, die naar zijne
inzichten en kraéhten de belangen van onze
Provincie met trouw heeft voorgestaan.
Zijne bekende offervaardigheid waar het
de bevordering van de zedelijke en stoffe
lijke belangen betrof niet alleen van de ge
meenten vroeger aan zijne zorgen als burge
meester toevertrouwd, maar van de geheele
Provincie, zal, naar ik mij overtuigd houd,
zijne nagedachtenis in ruimen kring in
dankbare herinnering doen voortleven dat
zij zoo"
Mededeeling wordt gedaan, dat de hee
ren van Bolhuis, Kol van Ouwerkerk, Hart
man en Schillen bericht hebben gezonden,
heden verhinderd te zijn de Staten-vergade
ring bij te wonen.
Van douairière van Heemstrade Beau
fort is ingekomen een kennisgeving van het
overlijden van haren echtgenoot, lid der
Staten, baron van Heemstra. Dit schrijven
zal met een brief van rouwbeklag worden
beantwoord door het college van Gedep.
Staten.
Aan de orde komt de agenda:
No. 1. Missive van den Commissaris der
Koningin, houdende mededeeling, dat bij
Koninklijk besluit, aan de bijzondere com
missie uit de Staten, in wier handen is ge
steld het voorstel van Gedeputeerde Staten
tot wijziging van een viertal waterschaps
reglementen, machtiging is verleend tot
voortzetting van hare werkzaamheden na
de sluiting der laatstgehouden Statenzit-
ting.
Voor kennisgeving aangenomen.
No. 2. Missive van den Particulieren Se
cretaris van Hare Majesteit de Koningin,
houdende eene dankbetuiging voor de geluk-
wenschen, Hare Majesteit aangeboden met
de geboorte van Hare Koninklijke Hoog
heid Prinses Juliana.
Voor kennisgeving aangenomen.
No. 3. Adres van den voorzitter en den
secretaris van het Nederlandsch Verbond van
Vakvereenigingen, houdende verzoek om in.
de bestekken van werken, welke voor reke
ning van de Staten worden uitgevoerd, ver
schillende bepalingen te doen opnemen.
De Voorzitter deelt na voorlezing
van dit uitvoerige adres door den griffier,
mede dat vanwege de Staten slechts zeer
enkele werken worden uitgevoerd, van welke
werken de aanbesteding door de Prov. Sta
ten n i e t is voorbehouden. De zaak berust
geheel bij Gedeputeerden, weshalve de
Voorzitter voorstelt dit adres naar hun col
lege te renvoyeeren.
Wordt z. h. s. conform besloten.
No. 4. Voorstel van Gedeputeerde Sta
ten, tot toekenning van een provinciaal sub
sidie aan den Nederlandscben Aannemers-
bond ten behoeve van zijne Middelbare
Technische School.
Gerenvoyeerd naar de afdeelingen.
No. 5. Voorstel van Gedeputeerde Sta
ten, tot wijziging van het besluit, waarbij
aan het Groot-waterechap Beoosten de
Vecht een renteloos voorschot ie toegekend.
Gerenvoyeerd naar de afdeelingen.
No. 6. Missive van Gedeputeerde Staten,
houdende mededeeling, dat de rekening der
provinciale inkomsten en uitgaven over 1907
bij Koninklijk besluit van 3 September
1909, No. 39, is bekrachtigd.
Voor kennisgeving aangenomen.
No. 7. Missive van Gedeputeerde Sta
ten, houdende mededeeling, dat bij Konink
lijk besluit van 16 September 1909, No.
53, is goedgekeurd het besluit der Staten
van 13 Juli 1909 tot aanvulling van het
Reglement op het rijden met Hondenwa
gens in de provincie Utrecht.
Voor kennisgeving aangenomen.
No. 8. Missive van Gedeputeerde Staten,
houdende mededeeling, dat bij Koninklijk
besluit zijn goedgekeurd de provinciale
begrooting voor 1910 en de verordening op
de heffing van opcenten in 1910.
Voor kennisgeving aangenomen.
No. 9. Voorstel van Gedeputeerde Sta
ten d.d. 18 October 1909, tot wijziging der
provinciale begrootdng voor 1909.
Gerenvoyeerd naar de afdeelingen.
No. 10. Missive van Gedeputeerde Sta
ten, houdende mededeeling, dat bij Konink
lijk besluit van 13 October 1909, No. 36:
le. is goedgekeurd het besluit der Staten
van 13 Juli 1909, waarbij Gedeputeerde
Staten gemachtigd werden tot overschrij
ving van eenige posten der provinciale be
grooting voor 1908
2e. machtiging is verleend tot het doen
van eenige betalingen uit den post van on
voorziene uitgaven der begrooting voor
1909, waartoe door de Staten bij besluit
van 13 Juli 1909 was besloten.
Voor kennisgeving aangenomen.
No. 11. Adres van G. S. Vlieger te Am
sterdam om schadevergoeding voor schipper
Wagen aar wegens het lekstooten van diens
schip op een paal in den Angstel, met het
voorstel daaromtrent van Gedeputeerde Sta
ten.
Gesteld in handen eener commissie ten
fine van prae-adviea. Deze commissie be
staat uit de heerenMolengraaf, van Tuyl
van Serooskerken van Zuylen, van Sas se
van Ysselt en Huydecoper.
No. 12. Adres van den Stichtschen Ijs
bond om vaststelling van bepalingen tegen
het stukvaren van het ijs in openbare vaar
wateren, met het voorstel daaromtrent van
Gedeputeerde Staten.
Gesteld in handen eener commissie ten
fine van prae-advies. Deze commissie be
staat uit de heerenvan Lier, van Har-
denbroek, Kettlitz, Rnigge en van Itter-
sum.
No, 13. Voorstel van Gedeputeerde Sta
ten, d.d. 8 November 1909, tot intrekking
van het Reglement op het verwerken van
den Hennep in de provincie Utrecht.
Dit voorstel wordt overeenkomstig het
voorstel van den voorzitter dadelijk behan
deld en zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming goedgekeurd.
No. 14. Adres van het bestuur der ver-
eeniging Ambachtschool voor Amersfoort
e.o. houdende verzoek om subsidie ten be
hoeve van een avondteekencursus voor am
bachtslieden, met het voorstel daaromtrent
van Gedeputeerde Staten.
Gerenvoyeerd naar de afdeelingen.
No 15. Voorstel van Gedeputeerde Sta
ten,-tot wijziging van het Reglement op den
dienst van den Provincialen Waterstaat en
van de instructie voor den Hoofdingenieur
van den Provincialen Waterstaat.
De heer Van Sasse van Ys
selt heeft in de stukken gelezen dat de
bureau-ambtenaren 4J cent per K. M. ver
goeding krijgen voor reiskosten. Dit be
drag begrijpt spreker niet. Want als men
reist met een Kilometerboekje le klas, dan
kost het nog maar 3 cent per K. M. Waar
om de bureau ambtenaren van den Water
staat nu 4J cent in rekening moeten bren
gen voor 1 K. M. reizens, gaat boven spre
kers begrip.
De Voorzitter merkt op, dat de
beer van Sasse van Ysselt dit punt ten on
rechte ter sprake brengt bij de algemeen©
beschouwingen over dit 'voorstel. Daarvoor
zal straks het woord zijn te voeren.
De heer Van Sasse van \r 8-
s e 1 t krijgt even later wederom gelegen
heid om het door hem besproken punt op
nieuw aanhangig te maken. Spreker be
grijpt uiet, welke grondslag heeft gediend
om een bedrag van 4£ cent per K. M. vast
te stellen. Wat is daarvoor de reden ge
weest
De heer Kettlitz is eveneens over
dit punt gevallen. Spreker bindt aan de
vraag des heeren van Ysselt een andere
vast en wel deze: of de ambtenaren, als ze
bijyoorbeeld een rijtuig moeten gebruiken,
dit afzonderlijk in rekening kunnen bren
gen. Als daarvoor een afzonderlijke vergoe
ding wordt toegestaan, dan sluit spreker
zich aan bij de bedenkingen des heeren Van
Ysselt.
De heer De Wijkerslooth deelt
mede, dat de opzichters van den provinci
alen waterstaat tot dusverre ook steeds 4£
cent per K.M. konden declareeren. Nu
men voor de bureau-ambtenaren eveneens
vergoeding wil uittrekken, was het be
zwaarlijk voor deze categorie een andere
maatstaf van berekening toe te passen,
waar de ambtenaren, komend© uit denzelf
den kring als de opzichters en precies het
zelfde werk doende als deze, ook precies
dezelfde onkosten zouden hebben te maken.
Er bestond alzoo voor het college van Ge
deputeerden geen enkele aanleiding thans
voor de bureau-ambtenaren een andere ver-
goedings-berekening te maken dan gold
voor de opzichters. Aan den heer Kettlitz
antwoordt spreker, dat artikel 7 4o alinea
(slot) in die gevallen voorziet; extra uit
gaven worden vergoed.
De Voorzitter brengt in het mid
den, dat het thans aanhangige voorstel
slechts een luttele wijziging bedoelt van
bet bestaande reglement. In die zeer on
dergeschikte wijziging hoeft men nu geen
aanleiding te vinden om een geheel tarief
te gaan veranderen, dat al jaren heeft ge
golden en werkelijk niet overmatig is te
noemen. Gaarne wil spreker toezeggen, dat
in het college van Gedeputeerde Staten een
herziening van het beden aangevochten
tarief zal worden overwogen. Maar voor
vandaag had men zich het liefst te bepalen
tot de ter tafel liggende kleine wijziging in
het betrokken reglement.
Conform wordt beslotenhet voorstel
wordt z. h. s. goedgekeurd.
No. 16. Adres van eenige machinisten
van stoomgemalen, houdende verzeek om het
aalraamnet als geoorloofd vischtuig op te
nemen in het Reglement op de Jacht en
Visscherij en de afpaling der Eendenkooien
en adres van A. Kuyn e. a. te Hoogland
tot ondersteuning van evengemeld verzoek.
De Voorzitter stelt voor, oplit
adres door den griffier in extenso voor
gelezen afwijzend te beschikken, zulks
met het oog op de zeer aanstaande invoe
ring van de nieuwe visscherij wet, in ver
band waarmede het ongeraden is te achten
nu een besluit te nemen, dat slechts betrek
king zou kunnen hebben op hoogstens en
kele maanden.
Conform besloten.
No. 17 Missive van Gedeputeerde Sta
ten, houdende mededeeling van verande
ringen in het personeel der provinciale
griffie.
Voor kennisgeving aangenomen.
No. 18. Voorstel van Gedeputeerde Sta
ten, tot wijziging der provinciale begroo
ting voor 1910.
Gerenvoyeerd naar de afdeelingen.
De agenda is hiermede afgehandeld.
De Voorzitter deelt mede, dat wordt
ingetrokken een voorstel van vroeger, om
grond aan den Leidschen Rijn onder Har-
melen te verkoopen. Gedeputeerde Staten
erkennen de gegrondheid van de aanmer
kingen, dienaangaande gemaakt in het
voorloopig verslag van de rapporteurs. Bij
nader inzien hebben Gedeputeerden beslo
ten het voorstel terug te nemen, omdat het
inderdaad onjuist was, te handelen zooals
door hen werd voorgesteld. Men zal nu in
nader overleg treden ten opzichte van de
bier bedoelde strook grond.
Deze mededeeling wordt voor kennisge
ving aangenomen.
De vergadering gaat over tot het trekken
der afdeelingen.
De afdeelingen worden als volgt gecon
stitueerd
Eerste afdeelingRagay, Kettlitz, van
Andel, Grijns, van den Burg, Bicker Caar-
ten, Lothen van Doelen Grothe, W. J. van
Beeck Calkoen, Schimmelpeuninck, Wen-
tink, Kleinschmit, Sandberg.
Tweede afdeelingvan Bolhuis, van Lier,
Royaards, van Sasse van Ysselt, Kol van
Ouwerkerk, Molengraaff, Hartman, De
Jong, van Loon, van Hazendonk, Doude
van Troostwijk, Boetzelaer.
Derde afdeelingde Louter, Hamers, W.
A. van Beeck Calkoen, van Hardenbroek,
van de Westeringh, van Asch van Wijck,
van Tuyl van Serooskerken van Zuylen,
Knigge en Timmermans.
De vergadering wordt geschorst tot bet
benoemen van voorzitters en onder-voorzit
ters der afdeelingen.
Benoemd worden
Eerste afdeelingvoorzitter van Lynden
van Sandenburgonder-voorzitter mr. Bil-
derdijk.
Tweede afdeelingvoorzitter jhr. Bosch
van Oud-Amelisweerdonder-voorzitter
baron van Ittersum.
Der4e afdeelingvoorzitter Huydecoper
ondervoorzitter de Wijkerslooth de Weer-
desteijn.
De vergadering wordt heropend.
De heer Knigge vraagt het woord.
Spreker wijst op den onhoudbaren toestand
van de vaart, die midden door Mijdrecht
oopt, de waterweg die loopt naar Amster
dam, Rotterdam en Utrecht. Over een leng
te van 30 meter is de toestand van die vaart
zóó, dat de schepen er door aan den grond
geraken, en dientengevolge de scheepvaart
wordt versperd, wat handel en industrie be
nadeelt. Het toezicht over de vaart berust
bij het waterschap ,,De Ronde Veenen",
maar dat waterschap maakt er zich brutaal
van af. De klachten houden aan en nu
hoopt spreker d Gedeputeerden het water
schap eens zullen herinneren aan z'n plicht.
De schoeiing langs de vaart bijvoorbeeld is
geheel vervallen, de modder zit er meer
buiten dan er binnen, iedereen werpt z'n
vuil maar in het water, en zoo is een on
houdbare tcestanl geschapen, die dringend
verbetering behoeft.
De heer van Ittersum, dezen spre
ker beantwoordende, zegt, van de vaart
zelf momenteel niets af te weten. De heer
Knigge zegt wel dat het toezicht berust bij
de Ronde Veenen"; dat is best mogelijk,
maar dan is het nog zeer de vraag, wie de
onderhoudsplichtige is. Toezicht sluit onder
houdsplicht niet in. Blijft dus de vraag:
wie is de onderhoudsplichtige voor de
scheepvaart? Daar draait de zaak om.
De Voorzitter deelt mede, dat de
quaestie in het college van Gedeputeerde
Staten zal worden besproken. In een vol
gende vergadering zullen den heer Knigge
andere inlichtingen worden verstrekt.
De heer Doude van Troostwijk
wenscht de periodieke vraag te stellen ,,Hoe
staat het met de veelbesproken Vecht-quaes-
tie? (Gelach).
De heer Van Ittersum ook deze
vraag beantwoordende, zegt dat over de zaak
nog steeds een correspondentie loopende is.
De gewijzigde plannen van de Staten zijn
thans bij den minister, om diens oordeel er
over te vernemen. Dat was noodig, omdat
de minister destijds subsidie toezei; men
kon dus den minister niet voorbijgaan en
moest diens opinie inwinnen over de zoo
juist bedoelde herziene plannen. Op het
antwoord van den minister is tot heden
nog geen bericht gevolgdmen kan dit met
den dag verwachten. Intusschen kan men.
gerust zijn met de verzekering, dat de zaak
marcheert.
Daar niemand verder het woord verlangt,
wordt de vergadering gesloten.
De tweede zitting wordt gehouden. 30 No
vember, ten. 11 uur 'b morgens.
_rIn verband met het aanstaande St.
Nicolaasfeest wordt ter bevordering van een
geregelde bezorging der bestelgoederen
door de vlaata.-ha.ppij tot Expl. van Staats
spoorwegen aan het publiek verzocht, de
colli van duidlelijke, volledige adressen te
voorzien
Gewoon bestelgoed wordt op Zondag 5
December a.s. evenals op andere Zondagen
niet ten vervoer aangenomen, uitgenomen
op enkele stations op die daarvoor ook op
andere Zondagen vastgestelde uren, voor
licht bederfelijke artikelen.
Er zal echter op Zondag 5 December aan
alle stations den geheelen dag ge
legenheid bestaan voor de aanname van goe
deren, mats als bestelgoed snel-
vervoer ten vervoer aangeboden.
53 DOOR
RUDOLF HERZOG.
Gustav Wiskotten steeg uit. Zonder aar
zelen schreed (hij dwars tusschen oe rij werk
lieden door, die hem nijdig nakeken. Nu
had hij den jongen man met de kar bereikt.
Hij legde hem zwaar de hand op den schou-
der. ,,Ewaldl"
Deze wierp de trekriemen ff en wendde
zich bliksemsnel om. Ontsteld keelt hij zijn
broer aan. Toen verdween het schaamrood,
dat hem plotseling in het gelaat gestegen
was hij drukte de lippen op elkander, e«
zijn blik werd vijandig.
„Wat moet dat beteekenen?" Gustav Wis
kotten stiet met den voet tegeu den kruiwa-
Sen
„Gaat 't jou wat aan?
„Hobo? Op dien toon fluiten' we niet!
Wat moet dat beteekenen, dat je onder het
volk daar verkeert? Hé?"
„Je ziet bet. Ik werk."
„Je bent zeker vergeten, wat je den naam
Wiskotten verschuldigd bent! Heb je je
verstand verloren? Ik ben bier wel ter rech
ter tijd gekomen. Marsch mee!"
„Ik heb je niet geroepen. Stoor mij
hier niet, of ik roep den opzichter."
„Wat Wil je weerspanning zijn?"
Gustav Wiskotten greep hem met ijzeren
greep bij zijne jas. „Draai je eens om, Zie
je dat rijtuig? Fritz izit er in en Wilfhelm i
met zijne vrouw. Die zal zich verheugen j
baar jongs ten zwager te kunnen begroeten. j
Ewald Wiskotten beefde. Hij had de i
dame bemerkt. „Los," stiet hij uit, „dade
lijk los! Ik ga niet mee. Zal je me los la
ten? Help! Henscben! Hierheen! Te hulp
De wegwerkers kwamen met hunne spaden
naderbij. „Laat dien man- los!"
„Om den drommel met! Die gaat mee!
Voorwaarts
„Ik heb niets met hem te makenDie wil
■mij van het recht om te werken berooven.
Zijn wo hier solidair of niet?"
„Laat los dien man! Maar vlug wat!"
Spade netelen werden dreigend tegen Gus
tav Wiskotten opgeheven. Doch hij hield
vast. Daar vloog hem een schep aaide in
het gezicht. Hij liet los en. wischt© zich
he* voorhoofd' af. Nieuwe scheppen aard©
vlogen door de lucht, Knuppels werden ge
zwaaid, dentig stemmen brulden cxm hem
heen. Middenin den hoop vloog hij, om
zich een doortocht te banen. Wilhelm en
Fritz sprongen over 'het rij tuigportier en
stormden naderbijEen woedend gehuil
ontving hen., aardklompen en steenen. Doch
ze rukten Gustav tussc'hen den hoop uit en
naa-r het rijtuig toe. Als een lawine kwaim
de schaar arbeiders achter hen, aan, alle
hartstochten plotseling ontketend. Te mid
den van hen Ewald Wiskot*. ten als in een
roes. De broers bereikten het rijtuig. Ma-
bel stond hoog opgericht en hield haar lorg
net voor hare oogen. Dit bracht den troep
tolt heb uiterste.
„Dat wijf d'r uit! Dat wijf!"
Gustav Wiskoten kloon op den bok. Hij
rukte den ontstelden koetsier (teugels eoi
zweep uit de hand. Midden tussc'hen den
uit elkander stuivenden troep door stuurde
hij de paarden, en liniks en rechits ranselde
hij er met de zweep op. Achter den wegrij-
denden landauer aau vlogen aardklompen
en steenen
„Wat was dat?" vroeg MaJbel .verbaasd.
„O oGustav Wiskotten kon de
woorden Ibijnia niet uatbrengen. „Alleen
maar eene kleine ovatie, dï© je jongst© zwa
ger je bracht.
„Wat zijn jullie Wiekottens toch amu
sante menschen
De troep wegwerkers had zich gekal
meerd. De opzichter liet «ich het voorge
vallene berichten.
„Dat waien je broers?" vroeg hij. Spot
tend 'keek de troep naar Ewald Wiskotten
en keerde zich, op den grond spuiwend:, van
hem af. „Maak gauw dat je naar huis
komt!"
Ewald Wiskotten keek hen versuft aan.
„Ga 'heen", zcide de opzichetr kortaf, „je
hoort hier niet!"
Toen verwijderde hij zich zwijgend. Je
hoort, hier niet, Waar 'hoorde hij dan eigen
lijk! Hier niet, daar niet.. Hij had het
koud. Zijne knieën werden moe. Wanke
lend volgde hij den zich uren, ver tot Düs-
seldbrf uitstrekkend en straatweg, geheel al
leen. En kroop als een geranselde hond in
zijn hoek.
HOOFDSTUK IV.
„Je kunt niet zeggen, Gusitav, dat ik je
iooi* lastig gevallen hen."
„Zeker niet, dominee."
„Toen het ongeluk, het misverstand tus
schen jou en je vrouw over je (kwam, zeide
ik tolt. mezelfMannen als Gustav Wiskot
ten: moeten het begrip van. rec'ht en onrecht
uit zichzelf krijgen, als het bestendig wil"
zijn.. Wordt het van buitenaf aan hen op
gedrongen, dan gevoelen zij bet als eene
vernedering. En juist hun speelt de lieve
ij delheid het makkelijkst parten, omdat zij
er zich vrij van. wanen."
„Ik ij<lel, dominee! Dezen keeir hebt ge u
vergist."
„Besite Gustav, leea" jij m© toch niet de
ijdelheid van den man kennen. Wij gaan
aan dit euvel veel erger mank dan de vrou
wen. Bij de vrouwen kweeken wij deze nei
ging aan wij phantaseeren in fluweel en zij
de, linten en kanten om haar jinooi te ma
kende geheele industrie van ons dal, de\
halve industrie der wereld wijdijvert om
hoar te streelen. Zooata men een rnooi^
tkind streelt, waar men ziijne vreugde aan
beleeft. De ijdielheid der vrouw wordt dus
in den grond voortgebracht door de ijdel
heid van den man. Ja, ja, dat is zoo. Zij
zijn ijdel ter wille harer schoonheid. Men
noemt dat wel eens een ©eredienst. De heeren
der schepping echter gaan er trots oh op,
dat deze eeredieaist om hunnentwille ge
schiedt, en zijn zeer slecht geluimd, als
hun de heimelijke wierook, waar ze zoo van
uiiti db hoogte op neer zien, niet dag' aan
d'ag aangenaam is den neiis stijgt. De ijdel
heid der vrouw is de vreugde van het weg
schenkende kind, de ijdelheid van den mali
het egoïsme van den veeleischenden. heer
en gebieder."
„U bent niet slecht thuis op dat gebied,
dominee.
„Omdat ik de dingen in vogelvlucht zie,
beste Gusitav. Een dominee is in. zeker op-
zieh van een even onzijdig geslacht alö een
art6, waarvoor men zich niet geneert. Wij
zijn als 't ware de neutrale toeecho uwer®,
die hoogstens aan hunne goedkeuring of hun
misnoegen uiting mogen geven, en ook wel
eens tot objectieve critiek vergunning krij
gen, als de verfcooner twijfel koestert. Doch
gevolgd wordt de raad van den zielzorger
slechte in hoogst enkele gevallen. En dringt
men zich op, dan, wondt je de ©ntnéekaart
ontnomen."
„Daartoe bestaat in mijn huis geen
vrees."
„Neen, een verwijt voor jou hielden mijne
woorden ook niet in Maar wat helpt het
in je huis te zijn, alb jij achter de schermen
blijft?"
„Ik ben mezelf als publiek bijna reeds te
veel."
„Dat vreeede ik reedis. Je wilt naar je
zelf liever niet meer luisterenOmidlat er
twijfel1, bij je opgekomen, is, of je melodie
nog de rechte is. Gustav, laten we eens
openhartig met elkander praten. Het ge
beurde tusschen jou en je vrouw valt wel
zeer te betreuren, maar 't is to oh nde:. zoo
ontzettend tragisch, dat uit, den steen des
aanstoods een muur opgericht moe: worden.
Integendeel. Slechte de ijdelheid van den
man ziet en berg, de liefde ziet, een ötofje."
lïordt vervolgd.