8"# JdHrgang. Donderdag 2 December 1909. FEUILLETON. DE WISKOTTENS. BUITENLAND. I*. Iff O, AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden toot Amersfoortf l.OO. Idsm frauco per post1.00. Afzonderlijk* nummers0.05. Dsse Courant rersoh$nt dagelyks, behalrs op Zon- en Feest dagen. Ad vertentiênmededeelingen ent, gelieve men vóór 11 uur 's morgens bty de Uitgeven m te renden. Uitgever*: VALKHOFF 6 C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTlfiN: Van 1—6 regels f 0.00. Elke regel meer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragen 30 eents bjj veeruitbetakng, Qroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrflf bestaan zeer voordeelüe bepalingen tet het herhaald adverteeron in dit Butd, b$ abonnement. Mmr circulairebevattende de voorwaarden, werdt op aaavn*^ toegezonden. Kennisgevingen. JACHT. De Commissaris dor Koningin in do provincie Utrecht, Gezien het besluit van Heeren Gedeputeerd© Staten der provincie Utrecht, d.d. 22 November 1009, 4de afdeeling, no. 2852 Gelet op art. 11 der Jagtwet; Brengen bij deze ter kennis van belanghebben den, dat de sluiting der jacht voor de provincie Utrecht is bepaald op Vrydag, den 31. Decem ber 1909, met zons-ondergang, met uitzondering echter van: lo. het schieten van waterwild, aangeduid in artikel 17 der aangehaalde Wet, daar, waar het schieten van waterwild geoorloofd is; 2o. het vangen van waterwild met slagnetten en het vangen van eendvogels in eene eendenkooi of een daarmede gelijkstaand toestel 3o. het schieten van houtsnippen; waarvan de sluiting later zal worden bepaald. Utrecht, den 24. November 1909. De Commissaris der Koningin voornoemd, F. D. SCH1MMELPENNINCK VOORBEREIDEND MILITAIR ONDERRICHT. Onderzoek ter verkryging van een bewys van, voorgeoefendheid. De Burgemeester der gemeente Amersfoort brengt ter kennis van belanghebbenden,, dat ia de maand Januari a. s.ten overstaan van eene Militaire Commissie, een onderzoek zal plaats hebben ter verkrijging wan ©en bewij* van voor geoefendheid. Aan dat onderzoek mogen deelnemen lo. de lotelingen, die in aanmerking komen oni in ihet volgend jaar bij de militie te worden ingelijfd 2o. de tot korte oefening ingelijfde lotelingen in het genot van uitstel van eerste-oefening, dis hun vroeger verkregen bewijs van voor geoefend beid wenechen opnieuw te verwerven, ten einde daardoor aanspraak te verkrijgen op verlenging van dit uitstel; en 3o. de jongelieden, die het vereischte getuig schrift van lichamelijke geoefendheid wenschen te verwerven om eene verbintenis te kunnen aan gaan zij het Reservekader der Infanterie, der Vesting-Ar tiller ie of der Genie. De lotelingen, hiervoren onder lo. genoemd, kunnen bij het onderzoek drieërlei bewijzen vao voorgeoefendheid behalente weten het bewijs van militaire bekwaamheid; het bewijs van lichamelijke geoefendheidof het bewys van militaire bekwaamheid èn lichamelijke geoefendheid. Bedoelde lotelingen, die een dezer bewijzen hebben verworven, worden, op hunne aanvrage ingedyfd bij het korps en geplaatst in het gar nizoen hunner keuze, voor zoover zij daartoe geschikt zijn en dit met de belangen van den dienst is overeen te brengen. Bezitters van het in de derde plaats genoemde bewys hebben daar- by den voorrang boven hen, die een dei bedde eerstvermelde bewijzen verwierven. De houders van het in de derde plaats ge noemde bewijs hebben daarenboven aanspraak om vóór anderen in aanmerking te komen voor inly ving tot korte oefening (vier maanden) Alleen de bewijzen van voorgeoefendheid, di« in Januari a. s. zullen worden behaald, geven by de inlijving in het volgend jaar aanspraak op vermelde voorrechten; alle vroegere verkregen bewijzen zyn alsdan van onwaarde. De lotelingen, hiervoren onder 2o. genoemd, kunaien bij het onderzoek alleen verwerven het bewya van militaire bekwaamheid èn lichame lijke geoefendheid; dit bewijs moet door hen by de aanvrage om verlenging van uitstel van eer- ate-oefening worden overgelegd. Zy, die in deze Gemeente woonachtig zyn of verblyf houden en aan het in Januari a. a. te bouden onderzoek wenschen deel te nemen moeten zich vóór 10 December a. s. ter Secre tarie der Gemeente aanmelden. De schietbewij- zen, welke bij de schietoefeningen tot verhooging van 's Lands weerkracht verkregen zijn, moeten by do aanmelding worden overgelegd. D.g en uur waarop, zoomede de Gemeente en RUDOLF KRRZOG. De oude Vrouw "bleef staan. Zwaar legde ze (hare band op den anm van den opzibhter en (hare 'vingers drukten zich in zijn imouw „Wat1" „Niet waar, juffrouw Wiskotten, nu zwij gen alio bijbelspreukenwant nu spreekt de moeder. Ik wist 't immers wel." „Is hij weer op de been?" „t Zal nog een paar dagen duren. Giste ren iis inijn Anna terug gekomen. Die en de vrouw van mijnheer Gust-av (hebben hem gebonden." „Emilie?" „Dat behoeft u todh niet te verwonderen. Mensohen, die geen tehuis hebben, staan el kaar 'altijd bij „Kölscih, dat doelde op mij. Zwijg daar over als 't je (belieft. De jongen is ziek. - Bij vreemde imenschen „Vreemde menschen fcijn het nu niet 'be paald, juffrouw Wiekotten." „Niet? Wat weet gij daarvan? Als een kind ziek is, en liet is niet bij 'zijne moeder, dan as het onder vreemden." „Ja, daarin verandering te brengen, is geheel de taiak van de moeder." Juffrouw Wiskotten keek hem aan. Uit haar gerimpeld gelaat drong de blik harer localiteit, waar het onderzoek zal plaats hébben, zullen op een der laatste twee dagen van het jaar bij publicatie ter algemeene kennis worden, gebracht. De wyze, hoe met de verworven bewijzen van voorgeoefendheid moet worden gehandeld, ten einde de daaraan verbonden voorrechten te doen gelden, zal in het begin van het volgend jaar eveneens bij openbare kennisgeving worden be kend gemaakt. Amersfoort den 1. December 1909. D« Burgemeester voornoemd, WULJTIBRS. Politiak Overzicht Rusland cii Finland. „Niets vergeten en niets geleerd" dat is helaas het getuigenis, dat men den thans aan het bewind zijnde Russische staatslie den en de met hen instemmende Russische pers, moet in edegeven, wanneer men hunne daden en doeleinden vergelijkt met die gene, welke Rusland in de schande van den Japanschen oorlog en de gruwelen der reso lutie hebben gestort. Toen het noodlottige jaar 1904 aanibrak, was Plehwe, deze incarnatie van den geest der regeerperiode van Czaar Alexander III, bijna gereed" op het werk der russificee- ring van Finland en dei- kneveling van den liberalen geest de kroon te zetten. Al leen scheen het nog noodig hier en daar de laatste hand aan te leggen. De gemeente wet en de provinciale wet, die reeds in het begin van de negentiger jaren in reaction- nairen zin waren gewijzigd, hadden een nieuwe herziening noodig en dan kon men er aan beginnen het grootvorstendom Fin land, evenals de andere grenslanden Polen, de Oostzee-provincies en den Kau- kasus te uniformeeren en te pacificee- ren. Ook in Finland was men daarmede reeds recht ver gevorderd. Na de afkondi ging vaü het manifest van 15 Februari 1899, dat de gewichtigste vraagstukken op het gebied der wetgeving onttrok aan de bevoegdheid van den Finschen landdag, voorgevend dat deze de algemeene belan gen des rijks betroffen, had men zich niet meer gegeneerd en binnen korten tijd de nieuwe wet op den dienstplicht ingevoerd, de Finsche troepen ontbonden, het kadetten- korps van Frederikshamm opgeheven, de spoorwegen onder Russische controle ge steld, de Russische taal tot officieele taal gemaakt, vele Russische gendarmen in het land gebracht, Russische gouverneurs aan gesteld, Bobrikof tot dictator gemaakt, de beste Finsche vaderlandslievende mannen het land uitgezet en nog meer dergelijks, verricht. Plehwe die eerst als staatssecre taris, daarna ook als ministers-sitaatssecre- taris en ten slotte als minister van binnen- landsche zaken een belangrijk aandeel in dit werk had, kon werkelijk tevreden zijn. Ein- delooze ellende was over Finland gebracht. Tienduizenden landszonen waren naar Ca nada gegaan, doch de „rijksidee" was be vorderd. Toen kwam echter de catastrophe op de velden van Mandsjoerije en in de wateren van Tsoesjima, kwam het moorden en bran den der opgestane 'boeren en op eens kwam men in de kringen der Russische bureau cratie tot het inzicht, dat het optreden tegen het recht van zelfbepaling der Russen en der niet-Russische grensgebieden, geen nut, doch oneindige schade had teweegge bracht: het rijk was aan den rand des af- gronds. Met de Russsen profiteerden ook de Fin nen van deze erkenteniszes dagen na het October-manifest dat hst Russische volk vrijheid beloofde, kregen ook de Finnen hun manifestalle beschikkingen uit het tijd perk van Bobrikof werden ingetrokken, het Februari-manifest werd zelfs buiten wer king gesteld. Spoedig daarop werd de door Bobrikof verbannen vice-president der eco nomische afdeeling van den Finschen senaat, de groote Finsche patriot Leo M eche- lin minister-president, d. w. z. van Finland en de igouverneur Gerhard liet aan den landdag volle vrijheid om liervar- mimgen in te voeren en de wonden, door het tijdperk van russificeering geslagen, te ge nezen. Bekend is dat deze gelukkige toestand niet lang heeft geduurd. Alleen gedurende het kortstondige ministerie-Witte, het nog kortere bewind van het ministerie-Goremy- kin en den aanvang van 'het kabinet-Stoly- pin, toen laatstgenoemde staatsman zich nog niet 'h'eelemaal vast in het zadel voelde. Reeds in 1907 begon de perscampagne tegen Finland en de wolken trokken zich dreigend over lliet groot vorsten dom te zamen. Op het oogenblik is Finland er ongeveer weer even erg aan toe als ten tijde van het manifest van Februari 1899, ten deele zelfs erger. De landdag is ontbonden, wijl nij den eisch van dei\ Czaar om in zake de kwes tie der deelname van Finland aan de mili taire lasten van het geheele rijk van zijne constitutioneele rechten afstand te doen, van de hand heeft 'gewezenin de Rus sisch-Finsche commissie, welke is bijeenge roepen tot vaststelling der wetgevende be voegdheden van den Finschen landdag en van de algemeene rijksinstellingen, hebben de vertegenwoordigers der Russische regee ring, waaronder geheimraad Deutrich, de voormalige adjudant van Bobrikof, met cynische openhartigheid verklaard dat het Russische staatsgezag Finland's „privile giën", dat wil zeggen de door den Czaar hij zijne troonsbestijging plechtig gewaarborg de Finsche constitutie, ten alle tijde ma.g intrekken, dat een van het souvereine Rus sische gezag uitgaande wet in het algemeen reeds geen andere wet kan schenden, enzoo- voorts. De vereeniging van het gouverne ment Wiborg met Rusland is voorgenomen, ofschoon met het oo.g op de buitenlandsche schuldeischers van Finland nog niet ten uit voer gebracht. Finland zal worden getrok ken bij het Russische douanegebiedop de zetels der senatoren zitten thans Russische generaals, en een ontwerp om de gewichtig ste onderdeelen van wetgeving, waarvan wij reeds de volledige lijst gaven, aan de be voegdheid van den Finschen landdag te ont trekken, is alweer door de Russische leden van de Russisch-Finsche commissie gereed gemaakt, de rechten der Finnen om zich te doen vertegenwoordigen op buitenlandsche congressen zijn 'beperkt, de opvolger van Gerhard, gouverneur Böckmann, die huiten verwachting een gematigd en den Finnen welgezind man bleek te zijn, heeft zijn zetel moeten inruimen voor luitenant-generaal Seyn, wiens antecedenten beloven dat hij maar al te zeer een gewillig werktuig van Stolypin zal zijn. Men heeft van somlmige zijden den Fin nen verweten, dat ze door hun al te hard nekkig vasthouden aan hunne grondwette lijke rechten de Russische machthebbers prikkelden, in plaats van ze door kleine tegemoetkomingen te winnen en daardoor de crisis te voorkomen. „Een hoogst kortzichtig verwijt" zoo luidt het in een correspondentie uit Peters burg aan de Neue Freie Presse. „Dat tege moetkomingen de machthebbers in Rusland niet verzoenend stemmen, maar ze tot nog grooteren overmoed in hun russificeering aanmoedigen, weet een ieder die de geschie denis der Russische grensgebieden kent. Bovendien voelen de Finsche senatoren, landdag-afgevaardigden en commissieleden in hun getrouw vasthouden aan 's lands rechten zich volkomen één met hun volk, dat hun eene kleinmoedige, opportunis tische politiek nimmer zou vergeven. „Gelijk onder Bobrikow, zoo zal ook thans het Finsche volk veel te dulden heb ben, doch juist de gedachte aan het jongst verleden kan den moed der natie stalen. „De Russische bureaucratie schijnt ech ter de booze jaren 1904 tot 1907 tevergeefs te hebben doorleefd. Ze heeft niets geleerd en niets vergeten". DulttcklAnd. B e r 1 ij n, 1 Dec. Tot eersten presi dent van den Rijksdag is herkozen graaf StolbergWernigerode met 256 stemmen, tegen 96 blanco. (De nationaal-liberale fractie in den Rijksdag heeft heden morgen besloten van de vertegenwoordiging in het presidium af te zien. Tot eerste vice president is gekozen het Centrums-lid Spahn met 239 stemmen tegen 104 blanco, tot tweede Paasche (vermoede lijk uationaal-liberaal Red.), die zijn be noeming echter niet aannam. Hierop kwam het voorstel tot verdedmgang in behandeling, waarover op 't oogenhlik wordt gedebatteerd. Berlijn, 1 Dec. De verkiezing van een tweeden vice-president is uitgesteld tot Vrijdag. Het conservatief-liberale bondgenootschap is ineengestort toen de groote belasting- strijd het schokte. De conservatief-cle- ricaal-Poolsche coalitie kwam daardoor in de plaats, die nu tegenover de gezamen lijke echter niet heel hecht verbonden nation aal-liberalen en vrijzinnigen staat. Of deze opstelling der partijen in de nieu we Rijkszitting juist zoo bezwaard zal blij ven, zal moeten blijkende verkiezing van den voorzitter zal daarvoor slechts een ge ringe aanwijzing geven. In de nieuwe Rijksdag komt de aanvul ling der jong3te financieel© wetten aan de orde, die al te vlug werden afgehamerd. Zoo moet uiterlijk vóór 1 April 1911 liet ont werp voor een belasting op de waardever meerdering worden ingediend, om op 1 April 1912 in werking te kunnen treden, zooals principieel besloten is. En wanneer de aanvullingsbegrooting aan de orde komt begint het pijnlijke, zorwekkende debat over de financieele, of beter over de afwezigheid daarvan, opnieuw. Toen een jaar geleden de Rijksdag, op 't smeeken der verbonden regeeringen die op den zwaren schuldenlast en den achteruitgang van de koersen der staats- leeningen wezen een half milliard aan nieuwe belastingen toestond, dacht men vooreerst hulp geschaft te hebben. Maar de koers bleef dalen, de financieele toestand des Rijks bleef allertreurigst en dreigt steeds somberder te worden. De 500 millioen nieuwe belastingen wer den vereischt tot dekking van het chroni sche defecit in de Rijkshuishouding van 250 millioenvoor verhooging der ambte naarssalarissen met 110 millioen, vermeer dering der schuldaflossing en voor het in- valiedenfonds. De 'begrooting voor 1907 sloot met een tekort van 14 millioen, die van 1908 met een tekort van 122 millioen, voor 1909 zal het tekort vermoedelijk 340 millioen wor den en zoo gaat het maar steeds voort. Er zal geleend moeten worden en wel zeer veel. De Vos. Ztg. heeft zelfs het bedrag van 750 millioen genoemd. Tot in 1913 is over elke penning der in komsten reeds beschikt. Aan nieuwe Rijks inkomsten heeft men slechts die uit de be lasting op waardevermeerdering en uit het talon- en kwitantiezegel in het vooruitzicht Ook zonder de uiterste spaarzaamheid zal men naar andere middelen moeten om zien, en ditmaal zal het den jonkers toch wel onmogelijk vallen, oen uitbreiding van de successiebelasting nog langer te ontwij ken. Bij het sluiten der zomerzitting bleven een aantal wetsontwerpen liggende wet op de Kamers van Arbeid, voorstellen, die bij een groot aantal ondernemers in slech ten reuk staan, omdat de commissie ook aan arbeiders-secretarissen die niet tot de te vertegenwoordigen beroepen beboe ren, den toegang tot de Kamers v. Arbeid wil ontsluiten, waarin een erkenning der sociaal-democratische vakvereenigingen wordt gezien. Dan bleof liggen een wijzi ging van de Gewerbe Ordnung, waarbij ver schillende voorstellen loonambten voor huisarbeiders, achtuursluiting van winkels, handelsinspecteurs, 'beperkte arbeidsuur op kantoren op sterken tegenstand stuiten. Voorts is onafgedaan de wet tot wijzi ging van de artikelen over huisvredebreuk, dierenmishandeling, beleediging, verduiste ring, diefstal e.a. van het strafwetboek, alsmede de wet tot verandering der wet op de rechterlijke organisatie en der wet op het strafproces. Nog was een nadere rege ling van het telefoonabonnement naar ver houding van het gebruik voorgesteld, en dient de Rijksverzekeringswet te worden herzien. Ten slotte de handelsbetrekkingen. Met een reeks van Staten, moeten nieuwe han delsverdragen worden gesloten, allereerst, naar de Köln. Ztg. betoogt, „met het door de natuur zoo onvergelijkelijk begunstigde en zich zijn meerderheid gestadig meer be wust wordende Amerika.' De volmacht aan den Bondsraad verleend, Engeland en zijn koloniën als meest begunstigde landen te behandelen, moet worden hernieuwd en met Canada, tot dusver van de meestbegunsti- ging uitgezonderd, dient een nieuw over eenkomst te worden gesloten. De eerlang afloopende handelsverdragen met Japan, Zweden en Bulgarije moeten, wanneer die worden opgezegd, worden hernieuwdde handelsovereenkomst met Portugal, moet door den Rijksdag worden bekrachtigd en getracht moet worden met Denemarken tot een handelsverdrag te komen. EMgift. Brussel, 1 Dec. De Kamer heeft met 104 tegen 49 «temmen en 5 onthoudin gen de geheele legerwet in tweede lezing aangenomen. oogen scherp in de zijnen. Toen zeide -ze, terwijl ae zijn mouw los liet: „Het is goed, Kölsclh, de rest izal zich wel Vinden." „'Goeie morgen, juffrouiw Wiskotten." Zij bleef, toen "hij met zijn gélijknuatigen tred verdienen was, op dezelfde plek staan en keek recht voor zich uit. Totdat de ran den barer oogen van inspanning rood wer den. Haar zelfbewust gezicht scheen plot seling meer vervallen, de forsche energieke plooien (hingen 'slapper. „Lieve God," mompelden 'nare lippen, „als mijn trots zich vergrepen heeft, laat de jongen het dan niet ontgelden. Ik (heb hem even lief als de anderen." Op heb privé-kantoor trof ze haiar zoons 'bij het nakijken van de post. „Moeder, nu zal do schoorsteen rook en Brinkimann heeft de stalen afgeleverd. De kaarten worden reeds gedrukt. B'innen acht dagen (kan Wilhelm op reis gaan. Sapper loot, dat aal me een pretje worden „En Ewald?" ,.Wi e— „Ewald! Rookt 'bij (hem de schoorsteen ook?" „Dat vraagt u. moeder? Zoo eensklaps?" „Ja. dat 'vraag ik. Van jullie Vraagt héb todh geen van allen." „Daar hebben we nu geen tijd voor, moe der. Hier gaat het in de eerste plaats om het geheel I" „Ach wat, om het geheel! Als de enkele doelen afsterven, 'valt de rest Vanzelf uit een. Waarom hebben jullie je geen van allen iets van den jongen aangetrokken Waarom niet?" „Maar, moeder, u (hebt. immers zelf niet „Zijn dat jullie zalken? Neen, dat zijn jullie zalken volstrekt niet! Wat je moeder 1 te doen heeft, iweeb ze 'zelf wel, en wat jullie te doen hebben, dat moesten jullie ook zelf weten. Jullie -zijn toch groot genoeg, zou ik denken." „Verduiveld, (moeder, dat as ime eene mor genpredikatie. We 'hebben onfce koffie pas in onze maag." „Of Ewald ook zijne koffie in zijne maag heeft, daar hebben jullie zeker niet naar gevraagd?" „Hij slaat er zich door heen, moeder," zeide Gusta/v„dat schaadt zijne ontwik keling volstrekt niiet." „En dat men hem half dood op het stroo gevonden heeft, op het punt te 'verhongeren, dat schaadt zijne ontwikkeling ook zeker niet? 'Men zou jullie werkelijk nog wol eens om je ooren willen geven, als je niet zulke groote kerels waart." „Moeder! Is Ewald ziek?" „Geef moeder eens een stoel, Paul." Met strak gelaat zat de oude op den kan toorstoel te midden harer 'zonen. „Dat wij hem zoo erg in den steek gelaten hebben, dat was zonde. Nu moet de jongen er voor booten „Moeder, hij heeft toch alle hulp 'van de hand gewezen I" „Men had hem meer liefde moeten toonen dan geld. Zoo'n jong gemoed maakt hierin onderscheid. Maar wij denken altijd slechts aan geld, en nemen het waar wij het krij gen kunnen, zelfs de teekeningen van Ewald, en aan terugbetalen neen, daar denken wij niet aan." „Moeder, als de fabriek zulk een nauw gezet geweten moest hébben, dan konden we de boel wel sluiten." „Sluit dan! In Gods naam, sluit haar! Dat is mij liever. Maar mijn eigen geweten, dat span ik niet op het weefgetuow, ten minste als heit om den jongen gaat!" „.Verduiveld, moeder, is 't (zoo erg Toen begon het in de 'harde trekken dei- oude vrouw te beven en te sidderen Diep-ernstig stonden de zoons om haar heen. Hunne handen logden iaich schuw op hare schouders en haar mutsje. Ze waren niet gewend, hunne moeder te liefikoozen. „Moeder, 'kom moeder, dat zullen wij wel weer in orde brengen. Als de duivel er niet bij in ihet Spel as." „Als het volgens recllït en (billijkheid ging," zeide de oude vrouw en wfkkelde de bevende handen in haar .schort, „dan moest ik nu naar Ewald, naar Düsseldorf reizen. Maar 'vader mag er niets Van merken. Die is. in stilte todh al bezorgd genoeg om den jongen." „Dat nietl Geen woord tegen vader!" Gustav Wiskotten keek op zijn horloge. „Ik zal er van middag heen gaan." „Laat mij mee gaan," zeide Paul. „In mij (heeft hij altijd vertrouwen gesteld „Woont hij nog in de Ratingerstrasse? Van wie 'hebt u het géhoord,, moeder?" „Of hij daar nog woont, moet je Anna Kölsc'h vragen. Zij heeft hem gevonden, en en Emilie heeft (hem gevonden." Geen enkele vroeg nog iets. Do handen gledén van de schouders dér moeder af, de blikken gingen elkander voorbij. Ieder wachtte er op, dat Gustav Wiskotten iets zeggen zou. Seconden vergingen. Toen oorde men Gustav's stem. „Emilie? Mijne Emilie T' Moeder .en zoon keken elkander aan. Ze hadden samen geleden. Zij beiden behoef den elkander niets wijs te maken. „Weet je, Gustav, wat Albert Kól6ch mij straks zeide, toen ik mijne verwondering te kennen gaf? „Menschen zonder tehuis, zeidie hij, „staan elkander altiid bij T' „Paul kan meegaan, besloot Gustav Wiskotten na eene stilte. Hij nam zijn pet van die vensterbank en zette haar achter op zijn hoofd „Maakt, dat jullie aan het werk komt." Zwijgend voldeden ze aan dit bevel. „Moeder," zeide August Wiskotten, die alleen op het privékantoor met do oude vrouw achter gebleven was, „ga nu naar vader en houd hem gezelschap. .Als u wilt, stuur ik om dominé Sdhirrmacher, opdat u eenige aanspraak hebt." Juffrouw Wiskotten stond op. „Als je dat maar wilt laten, August. Er zijn dingen, waarhij eene moeder alleen de dominé is. L&a't je moeder je dab zeg gen." August Wiskotten fronste de dunne wenk brauwen. „In alle geval zal ik eens naar Anna Kolsch gaan. om nadere bijzonder heden te vernemen." „Dat is iets anders. En je kunt het meisje van inij groeten." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1