8"# JdHrgang.
Donderdag 2 December 1909.
FEUILLETON.
DE WISKOTTENS.
BUITENLAND.
I*. Iff O,
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden toot Amersfoortf l.OO.
Idsm frauco per post1.00.
Afzonderlijk* nummers0.05.
Dsse Courant rersoh$nt dagelyks, behalrs op Zon- en Feest
dagen.
Ad vertentiênmededeelingen ent, gelieve men vóór 11 uur
's morgens bty de Uitgeven m te renden.
Uitgever*: VALKHOFF 6 C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTlfiN:
Van 1—6 regels f 0.00.
Elke regel meer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 30 eents bjj veeruitbetakng,
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrflf bestaan zeer voordeelüe bepalingen tet
het herhaald adverteeron in dit Butd, b$ abonnement. Mmr
circulairebevattende de voorwaarden, werdt op aaavn*^
toegezonden.
Kennisgevingen.
JACHT.
De Commissaris dor Koningin in do provincie
Utrecht,
Gezien het besluit van Heeren Gedeputeerd©
Staten der provincie Utrecht, d.d. 22 November
1009, 4de afdeeling, no. 2852
Gelet op art. 11 der Jagtwet;
Brengen bij deze ter kennis van belanghebben
den, dat de sluiting der jacht voor de provincie
Utrecht is bepaald op Vrydag, den 31. Decem
ber 1909, met zons-ondergang, met uitzondering
echter van:
lo. het schieten van waterwild, aangeduid in
artikel 17 der aangehaalde Wet, daar, waar het
schieten van waterwild geoorloofd is;
2o. het vangen van waterwild met slagnetten
en het vangen van eendvogels in eene eendenkooi
of een daarmede gelijkstaand toestel
3o. het schieten van houtsnippen;
waarvan de sluiting later zal worden bepaald.
Utrecht, den 24. November 1909.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
F. D. SCH1MMELPENNINCK
VOORBEREIDEND MILITAIR ONDERRICHT.
Onderzoek ter verkryging van een bewys
van, voorgeoefendheid.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort
brengt ter kennis van belanghebbenden,, dat ia
de maand Januari a. s.ten overstaan van eene
Militaire Commissie, een onderzoek zal plaats
hebben ter verkrijging wan ©en bewij* van voor
geoefendheid.
Aan dat onderzoek mogen deelnemen
lo. de lotelingen, die in aanmerking komen
oni in ihet volgend jaar bij de militie te worden
ingelijfd
2o. de tot korte oefening ingelijfde lotelingen
in het genot van uitstel van eerste-oefening, dis
hun vroeger verkregen bewijs van voor geoefend
beid wenechen opnieuw te verwerven, ten einde
daardoor aanspraak te verkrijgen op verlenging
van dit uitstel; en
3o. de jongelieden, die het vereischte getuig
schrift van lichamelijke geoefendheid wenschen
te verwerven om eene verbintenis te kunnen aan
gaan zij het Reservekader der Infanterie, der
Vesting-Ar tiller ie of der Genie.
De lotelingen, hiervoren onder lo. genoemd,
kunnen bij het onderzoek drieërlei bewijzen vao
voorgeoefendheid behalente weten
het bewijs van militaire bekwaamheid;
het bewijs van lichamelijke geoefendheidof
het bewys van militaire bekwaamheid èn
lichamelijke geoefendheid.
Bedoelde lotelingen, die een dezer bewijzen
hebben verworven, worden, op hunne aanvrage
ingedyfd bij het korps en geplaatst in het gar
nizoen hunner keuze, voor zoover zij daartoe
geschikt zijn en dit met de belangen van den
dienst is overeen te brengen. Bezitters van het
in de derde plaats genoemde bewys hebben daar-
by den voorrang boven hen, die een dei bedde
eerstvermelde bewijzen verwierven.
De houders van het in de derde plaats ge
noemde bewijs hebben daarenboven aanspraak
om vóór anderen in aanmerking te komen voor
inly ving tot korte oefening (vier maanden)
Alleen de bewijzen van voorgeoefendheid, di«
in Januari a. s. zullen worden behaald, geven
by de inlijving in het volgend jaar aanspraak op
vermelde voorrechten; alle vroegere verkregen
bewijzen zyn alsdan van onwaarde.
De lotelingen, hiervoren onder 2o. genoemd,
kunaien bij het onderzoek alleen verwerven het
bewya van militaire bekwaamheid èn lichame
lijke geoefendheid; dit bewijs moet door hen by
de aanvrage om verlenging van uitstel van eer-
ate-oefening worden overgelegd.
Zy, die in deze Gemeente woonachtig zyn of
verblyf houden en aan het in Januari a. a. te
bouden onderzoek wenschen deel te nemen
moeten zich vóór 10 December a. s. ter Secre
tarie der Gemeente aanmelden. De schietbewij-
zen, welke bij de schietoefeningen tot verhooging
van 's Lands weerkracht verkregen zijn, moeten
by do aanmelding worden overgelegd.
D.g en uur waarop, zoomede de Gemeente en
RUDOLF KRRZOG.
De oude Vrouw "bleef staan. Zwaar legde
ze (hare band op den anm van den opzibhter
en (hare 'vingers drukten zich in zijn imouw
„Wat1"
„Niet waar, juffrouw Wiskotten, nu zwij
gen alio bijbelspreukenwant nu spreekt
de moeder. Ik wist 't immers wel."
„Is hij weer op de been?"
„t Zal nog een paar dagen duren. Giste
ren iis inijn Anna terug gekomen. Die en
de vrouw van mijnheer Gust-av (hebben hem
gebonden."
„Emilie?"
„Dat behoeft u todh niet te verwonderen.
Mensohen, die geen tehuis hebben, staan el
kaar 'altijd bij
„Kölscih, dat doelde op mij. Zwijg daar
over als 't je (belieft. De jongen is ziek.
- Bij vreemde imenschen
„Vreemde menschen fcijn het nu niet 'be
paald, juffrouw Wiekotten."
„Niet? Wat weet gij daarvan? Als een
kind ziek is, en liet is niet bij 'zijne moeder,
dan as het onder vreemden."
„Ja, daarin verandering te brengen, is
geheel de taiak van de moeder."
Juffrouw Wiskotten keek hem aan. Uit
haar gerimpeld gelaat drong de blik harer
localiteit, waar het onderzoek zal plaats hébben,
zullen op een der laatste twee dagen van het
jaar bij publicatie ter algemeene kennis worden,
gebracht.
De wyze, hoe met de verworven bewijzen van
voorgeoefendheid moet worden gehandeld, ten
einde de daaraan verbonden voorrechten te doen
gelden, zal in het begin van het volgend jaar
eveneens bij openbare kennisgeving worden be
kend gemaakt.
Amersfoort den 1. December 1909.
D« Burgemeester voornoemd,
WULJTIBRS.
Politiak Overzicht
Rusland cii Finland.
„Niets vergeten en niets geleerd" dat
is helaas het getuigenis, dat men den thans
aan het bewind zijnde Russische staatslie
den en de met hen instemmende Russische
pers, moet in edegeven, wanneer men hunne
daden en doeleinden vergelijkt met die
gene, welke Rusland in de schande van den
Japanschen oorlog en de gruwelen der reso
lutie hebben gestort.
Toen het noodlottige jaar 1904 aanibrak,
was Plehwe, deze incarnatie van den geest
der regeerperiode van Czaar Alexander III,
bijna gereed" op het werk der russificee-
ring van Finland en dei- kneveling van
den liberalen geest de kroon te zetten. Al
leen scheen het nog noodig hier en daar de
laatste hand aan te leggen. De gemeente
wet en de provinciale wet, die reeds in het
begin van de negentiger jaren in reaction-
nairen zin waren gewijzigd, hadden een
nieuwe herziening noodig en dan kon men
er aan beginnen het grootvorstendom Fin
land, evenals de andere grenslanden
Polen, de Oostzee-provincies en den Kau-
kasus te uniformeeren en te pacificee-
ren. Ook in Finland was men daarmede
reeds recht ver gevorderd. Na de afkondi
ging vaü het manifest van 15 Februari
1899, dat de gewichtigste vraagstukken op
het gebied der wetgeving onttrok aan de
bevoegdheid van den Finschen landdag,
voorgevend dat deze de algemeene belan
gen des rijks betroffen, had men zich niet
meer gegeneerd en binnen korten tijd de
nieuwe wet op den dienstplicht ingevoerd,
de Finsche troepen ontbonden, het kadetten-
korps van Frederikshamm opgeheven, de
spoorwegen onder Russische controle ge
steld, de Russische taal tot officieele taal
gemaakt, vele Russische gendarmen in het
land gebracht, Russische gouverneurs aan
gesteld, Bobrikof tot dictator gemaakt, de
beste Finsche vaderlandslievende mannen
het land uitgezet en nog meer dergelijks,
verricht. Plehwe die eerst als staatssecre
taris, daarna ook als ministers-sitaatssecre-
taris en ten slotte als minister van binnen-
landsche zaken een belangrijk aandeel in dit
werk had, kon werkelijk tevreden zijn. Ein-
delooze ellende was over Finland gebracht.
Tienduizenden landszonen waren naar Ca
nada gegaan, doch de „rijksidee" was be
vorderd.
Toen kwam echter de catastrophe op de
velden van Mandsjoerije en in de wateren
van Tsoesjima, kwam het moorden en bran
den der opgestane 'boeren en op eens kwam
men in de kringen der Russische bureau
cratie tot het inzicht, dat het optreden
tegen het recht van zelfbepaling der Russen
en der niet-Russische grensgebieden, geen
nut, doch oneindige schade had teweegge
bracht: het rijk was aan den rand des af-
gronds.
Met de Russsen profiteerden ook de Fin
nen van deze erkenteniszes dagen na het
October-manifest dat hst Russische volk
vrijheid beloofde, kregen ook de Finnen hun
manifestalle beschikkingen uit het tijd
perk van Bobrikof werden ingetrokken, het
Februari-manifest werd zelfs buiten wer
king gesteld. Spoedig daarop werd de door
Bobrikof verbannen vice-president der eco
nomische afdeeling van den Finschen senaat,
de groote Finsche patriot Leo M eche-
lin minister-president, d. w. z. van
Finland en de igouverneur Gerhard liet
aan den landdag volle vrijheid om liervar-
mimgen in te voeren en de wonden, door het
tijdperk van russificeering geslagen, te ge
nezen.
Bekend is dat deze gelukkige toestand
niet lang heeft geduurd. Alleen gedurende
het kortstondige ministerie-Witte, het nog
kortere bewind van het ministerie-Goremy-
kin en den aanvang van 'het kabinet-Stoly-
pin, toen laatstgenoemde staatsman zich nog
niet 'h'eelemaal vast in het zadel voelde.
Reeds in 1907 begon de perscampagne tegen
Finland en de wolken trokken zich dreigend
over lliet groot vorsten dom te zamen.
Op het oogenblik is Finland er ongeveer
weer even erg aan toe als ten tijde van het
manifest van Februari 1899, ten deele zelfs
erger. De landdag is ontbonden, wijl nij
den eisch van dei\ Czaar om in zake de kwes
tie der deelname van Finland aan de mili
taire lasten van het geheele rijk van zijne
constitutioneele rechten afstand te doen,
van de hand heeft 'gewezenin de Rus
sisch-Finsche commissie, welke is bijeenge
roepen tot vaststelling der wetgevende be
voegdheden van den Finschen landdag en
van de algemeene rijksinstellingen, hebben
de vertegenwoordigers der Russische regee
ring, waaronder geheimraad Deutrich, de
voormalige adjudant van Bobrikof, met
cynische openhartigheid verklaard dat het
Russische staatsgezag Finland's „privile
giën", dat wil zeggen de door den Czaar hij
zijne troonsbestijging plechtig gewaarborg
de Finsche constitutie, ten alle tijde ma.g
intrekken, dat een van het souvereine Rus
sische gezag uitgaande wet in het algemeen
reeds geen andere wet kan schenden, enzoo-
voorts. De vereeniging van het gouverne
ment Wiborg met Rusland is voorgenomen,
ofschoon met het oo.g op de buitenlandsche
schuldeischers van Finland nog niet ten uit
voer gebracht. Finland zal worden getrok
ken bij het Russische douanegebiedop de
zetels der senatoren zitten thans Russische
generaals, en een ontwerp om de gewichtig
ste onderdeelen van wetgeving, waarvan wij
reeds de volledige lijst gaven, aan de be
voegdheid van den Finschen landdag te ont
trekken, is alweer door de Russische leden
van de Russisch-Finsche commissie gereed
gemaakt, de rechten der Finnen om zich te
doen vertegenwoordigen op buitenlandsche
congressen zijn 'beperkt, de opvolger van
Gerhard, gouverneur Böckmann, die huiten
verwachting een gematigd en den Finnen
welgezind man bleek te zijn, heeft zijn zetel
moeten inruimen voor luitenant-generaal
Seyn, wiens antecedenten beloven dat hij
maar al te zeer een gewillig werktuig van
Stolypin zal zijn.
Men heeft van somlmige zijden den Fin
nen verweten, dat ze door hun al te hard
nekkig vasthouden aan hunne grondwette
lijke rechten de Russische machthebbers
prikkelden, in plaats van ze door kleine
tegemoetkomingen te winnen en daardoor
de crisis te voorkomen.
„Een hoogst kortzichtig verwijt" zoo
luidt het in een correspondentie uit Peters
burg aan de Neue Freie Presse. „Dat tege
moetkomingen de machthebbers in Rusland
niet verzoenend stemmen, maar ze tot nog
grooteren overmoed in hun russificeering
aanmoedigen, weet een ieder die de geschie
denis der Russische grensgebieden kent.
Bovendien voelen de Finsche senatoren,
landdag-afgevaardigden en commissieleden
in hun getrouw vasthouden aan 's lands
rechten zich volkomen één met hun volk,
dat hun eene kleinmoedige, opportunis
tische politiek nimmer zou vergeven.
„Gelijk onder Bobrikow, zoo zal ook
thans het Finsche volk veel te dulden heb
ben, doch juist de gedachte aan het jongst
verleden kan den moed der natie stalen.
„De Russische bureaucratie schijnt ech
ter de booze jaren 1904 tot 1907 tevergeefs
te hebben doorleefd. Ze heeft niets geleerd
en niets vergeten".
DulttcklAnd.
B e r 1 ij n, 1 Dec. Tot eersten presi
dent van den Rijksdag is herkozen graaf
StolbergWernigerode met 256 stemmen,
tegen 96 blanco. (De nationaal-liberale
fractie in den Rijksdag heeft heden morgen
besloten van de vertegenwoordiging in het
presidium af te zien.
Tot eerste vice president is gekozen het
Centrums-lid Spahn met 239 stemmen tegen
104 blanco, tot tweede Paasche (vermoede
lijk uationaal-liberaal Red.), die zijn be
noeming echter niet aannam. Hierop kwam
het voorstel tot verdedmgang in behandeling,
waarover op 't oogenhlik wordt gedebatteerd.
Berlijn, 1 Dec. De verkiezing van
een tweeden vice-president is uitgesteld tot
Vrijdag.
Het conservatief-liberale bondgenootschap
is ineengestort toen de groote belasting-
strijd het schokte. De conservatief-cle-
ricaal-Poolsche coalitie kwam daardoor
in de plaats, die nu tegenover de gezamen
lijke echter niet heel hecht verbonden
nation aal-liberalen en vrijzinnigen staat.
Of deze opstelling der partijen in de nieu
we Rijkszitting juist zoo bezwaard zal blij
ven, zal moeten blijkende verkiezing van
den voorzitter zal daarvoor slechts een ge
ringe aanwijzing geven.
In de nieuwe Rijksdag komt de aanvul
ling der jong3te financieel© wetten aan de
orde, die al te vlug werden afgehamerd. Zoo
moet uiterlijk vóór 1 April 1911 liet ont
werp voor een belasting op de waardever
meerdering worden ingediend, om op 1
April 1912 in werking te kunnen treden,
zooals principieel besloten is. En wanneer
de aanvullingsbegrooting aan de orde komt
begint het pijnlijke, zorwekkende debat over
de financieele, of beter over de afwezigheid
daarvan, opnieuw.
Toen een jaar geleden de Rijksdag, op
't smeeken der verbonden regeeringen
die op den zwaren schuldenlast en den
achteruitgang van de koersen der staats-
leeningen wezen een half milliard aan
nieuwe belastingen toestond, dacht men
vooreerst hulp geschaft te hebben. Maar de
koers bleef dalen, de financieele toestand
des Rijks bleef allertreurigst en dreigt
steeds somberder te worden.
De 500 millioen nieuwe belastingen wer
den vereischt tot dekking van het chroni
sche defecit in de Rijkshuishouding van
250 millioenvoor verhooging der ambte
naarssalarissen met 110 millioen, vermeer
dering der schuldaflossing en voor het in-
valiedenfonds.
De 'begrooting voor 1907 sloot met een
tekort van 14 millioen, die van 1908 met
een tekort van 122 millioen, voor 1909 zal
het tekort vermoedelijk 340 millioen wor
den en zoo gaat het maar steeds voort. Er
zal geleend moeten worden en wel zeer veel.
De Vos. Ztg. heeft zelfs het bedrag van 750
millioen genoemd.
Tot in 1913 is over elke penning der in
komsten reeds beschikt. Aan nieuwe Rijks
inkomsten heeft men slechts die uit de be
lasting op waardevermeerdering en uit het
talon- en kwitantiezegel in het vooruitzicht
Ook zonder de uiterste spaarzaamheid
zal men naar andere middelen moeten om
zien, en ditmaal zal het den jonkers toch
wel onmogelijk vallen, oen uitbreiding van
de successiebelasting nog langer te ontwij
ken.
Bij het sluiten der zomerzitting bleven
een aantal wetsontwerpen liggende wet
op de Kamers van Arbeid, voorstellen, die
bij een groot aantal ondernemers in slech
ten reuk staan, omdat de commissie
ook aan arbeiders-secretarissen die niet tot
de te vertegenwoordigen beroepen beboe
ren, den toegang tot de Kamers v. Arbeid
wil ontsluiten, waarin een erkenning der
sociaal-democratische vakvereenigingen
wordt gezien. Dan bleof liggen een wijzi
ging van de Gewerbe Ordnung, waarbij ver
schillende voorstellen loonambten voor
huisarbeiders, achtuursluiting van winkels,
handelsinspecteurs, 'beperkte arbeidsuur op
kantoren op sterken tegenstand stuiten.
Voorts is onafgedaan de wet tot wijzi
ging van de artikelen over huisvredebreuk,
dierenmishandeling, beleediging, verduiste
ring, diefstal e.a. van het strafwetboek,
alsmede de wet tot verandering der wet op
de rechterlijke organisatie en der wet op
het strafproces. Nog was een nadere rege
ling van het telefoonabonnement naar ver
houding van het gebruik voorgesteld, en
dient de Rijksverzekeringswet te worden
herzien.
Ten slotte de handelsbetrekkingen. Met
een reeks van Staten, moeten nieuwe han
delsverdragen worden gesloten, allereerst,
naar de Köln. Ztg. betoogt, „met het door
de natuur zoo onvergelijkelijk begunstigde
en zich zijn meerderheid gestadig meer be
wust wordende Amerika.' De volmacht aan
den Bondsraad verleend, Engeland en zijn
koloniën als meest begunstigde landen te
behandelen, moet worden hernieuwd en met
Canada, tot dusver van de meestbegunsti-
ging uitgezonderd, dient een nieuw over
eenkomst te worden gesloten. De eerlang
afloopende handelsverdragen met Japan,
Zweden en Bulgarije moeten, wanneer die
worden opgezegd, worden hernieuwdde
handelsovereenkomst met Portugal, moet
door den Rijksdag worden bekrachtigd en
getracht moet worden met Denemarken tot
een handelsverdrag te komen.
EMgift.
Brussel, 1 Dec. De Kamer heeft
met 104 tegen 49 «temmen en 5 onthoudin
gen de geheele legerwet in tweede lezing
aangenomen.
oogen scherp in de zijnen. Toen zeide -ze,
terwijl ae zijn mouw los liet: „Het is goed,
Kölsclh, de rest izal zich wel Vinden."
„'Goeie morgen, juffrouiw Wiskotten."
Zij bleef, toen "hij met zijn gélijknuatigen
tred verdienen was, op dezelfde plek staan
en keek recht voor zich uit. Totdat de ran
den barer oogen van inspanning rood wer
den. Haar zelfbewust gezicht scheen plot
seling meer vervallen, de forsche energieke
plooien (hingen 'slapper. „Lieve God,"
mompelden 'nare lippen, „als mijn trots
zich vergrepen heeft, laat de jongen het dan
niet ontgelden. Ik (heb hem even lief als
de anderen."
Op heb privé-kantoor trof ze haiar zoons
'bij het nakijken van de post.
„Moeder, nu zal do schoorsteen rook en
Brinkimann heeft de stalen afgeleverd. De
kaarten worden reeds gedrukt. B'innen acht
dagen (kan Wilhelm op reis gaan. Sapper
loot, dat aal me een pretje worden
„En Ewald?"
,.Wi e—
„Ewald! Rookt 'bij (hem de schoorsteen
ook?"
„Dat vraagt u. moeder? Zoo eensklaps?"
„Ja. dat 'vraag ik. Van jullie Vraagt héb
todh geen van allen."
„Daar hebben we nu geen tijd voor, moe
der. Hier gaat het in de eerste plaats om
het geheel I"
„Ach wat, om het geheel! Als de enkele
doelen afsterven, 'valt de rest Vanzelf uit
een. Waarom hebben jullie je geen van
allen iets van den jongen aangetrokken
Waarom niet?"
„Maar, moeder, u (hebt. immers zelf
niet
„Zijn dat jullie zalken? Neen, dat zijn
jullie zalken volstrekt niet! Wat je moeder 1
te doen heeft, iweeb ze 'zelf wel, en wat jullie
te doen hebben, dat moesten jullie ook zelf
weten. Jullie -zijn toch groot genoeg, zou
ik denken."
„Verduiveld, (moeder, dat as ime eene mor
genpredikatie. We 'hebben onfce koffie pas
in onze maag."
„Of Ewald ook zijne koffie in zijne maag
heeft, daar hebben jullie zeker niet naar
gevraagd?"
„Hij slaat er zich door heen, moeder,"
zeide Gusta/v„dat schaadt zijne ontwik
keling volstrekt niiet."
„En dat men hem half dood op het stroo
gevonden heeft, op het punt te 'verhongeren,
dat schaadt zijne ontwikkeling ook zeker
niet? 'Men zou jullie werkelijk nog wol eens
om je ooren willen geven, als je niet zulke
groote kerels waart."
„Moeder! Is Ewald ziek?"
„Geef moeder eens een stoel, Paul."
Met strak gelaat zat de oude op den kan
toorstoel te midden harer 'zonen. „Dat wij
hem zoo erg in den steek gelaten hebben,
dat was zonde. Nu moet de jongen er voor
booten
„Moeder, hij heeft toch alle hulp 'van de
hand gewezen I"
„Men had hem meer liefde moeten toonen
dan geld. Zoo'n jong gemoed maakt hierin
onderscheid. Maar wij denken altijd slechts
aan geld, en nemen het waar wij het krij
gen kunnen, zelfs de teekeningen van Ewald,
en aan terugbetalen neen, daar denken
wij niet aan."
„Moeder, als de fabriek zulk een nauw
gezet geweten moest hébben, dan konden we
de boel wel sluiten."
„Sluit dan! In Gods naam, sluit haar!
Dat is mij liever. Maar mijn eigen geweten,
dat span ik niet op het weefgetuow, ten
minste als heit om den jongen gaat!"
„.Verduiveld, moeder, is 't (zoo erg
Toen begon het in de 'harde trekken dei-
oude vrouw te beven en te sidderen
Diep-ernstig stonden de zoons om haar
heen. Hunne handen logden iaich schuw op
hare schouders en haar mutsje. Ze waren
niet gewend, hunne moeder te liefikoozen.
„Moeder, 'kom moeder, dat zullen wij wel
weer in orde brengen. Als de duivel er niet
bij in ihet Spel as."
„Als het volgens recllït en (billijkheid
ging," zeide de oude vrouw en wfkkelde de
bevende handen in haar .schort, „dan moest
ik nu naar Ewald, naar Düsseldorf reizen.
Maar 'vader mag er niets Van merken. Die
is. in stilte todh al bezorgd genoeg om den
jongen."
„Dat nietl Geen woord tegen vader!"
Gustav Wiskotten keek op zijn horloge.
„Ik zal er van middag heen gaan."
„Laat mij mee gaan," zeide Paul. „In
mij (heeft hij altijd vertrouwen gesteld
„Woont hij nog in de Ratingerstrasse?
Van wie 'hebt u het géhoord,, moeder?"
„Of hij daar nog woont, moet je Anna
Kölsc'h vragen. Zij heeft hem gevonden,
en en Emilie heeft (hem gevonden."
Geen enkele vroeg nog iets. Do handen
gledén van de schouders dér moeder af, de
blikken gingen elkander voorbij. Ieder
wachtte er op, dat Gustav Wiskotten iets
zeggen zou. Seconden vergingen.
Toen oorde men Gustav's stem.
„Emilie? Mijne Emilie T'
Moeder .en zoon keken elkander aan. Ze
hadden samen geleden. Zij beiden behoef
den elkander niets wijs te maken.
„Weet je, Gustav, wat Albert Kól6ch mij
straks zeide, toen ik mijne verwondering te
kennen gaf? „Menschen zonder tehuis, zeidie
hij, „staan elkander altiid bij T'
„Paul kan meegaan, besloot Gustav
Wiskotten na eene stilte. Hij nam zijn pet
van die vensterbank en zette haar achter op
zijn hoofd
„Maakt, dat jullie aan het werk komt."
Zwijgend voldeden ze aan dit bevel.
„Moeder," zeide August Wiskotten, die
alleen op het privékantoor met do oude
vrouw achter gebleven was, „ga nu naar
vader en houd hem gezelschap. .Als u wilt,
stuur ik om dominé Sdhirrmacher, opdat u
eenige aanspraak hebt."
Juffrouw Wiskotten stond op.
„Als je dat maar wilt laten, August. Er
zijn dingen, waarhij eene moeder alleen de
dominé is. L&a't je moeder je dab zeg
gen."
August Wiskotten fronste de dunne wenk
brauwen. „In alle geval zal ik eens naar
Anna Kolsch gaan. om nadere bijzonder
heden te vernemen."
„Dat is iets anders. En je kunt het
meisje van inij groeten."
Wordt vervolgd.