I ar. 161, Vrijdag 3 December 1909. ^BUITENLAND. FEUILLETON. DE W1SK0TTENS. 8"' jHargan k< AMERSFOORT ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem frauco per post - 1.50. Afzonder.'ijke nummers0.05. Deze Courant versohgnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiênmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens by de Uitgeven in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eents by vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeligo bepalingen U1 het herhaald adverteerenin dit B^ad, bg abonnement. Eecr circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvra*^ toegezonden. Kennisgevingen. Burgemeester eu Wethouders van Amersfoort brengen ter openbare kennis, dat door C. Bruij- nis, alhier, den 30. November 1909 beroep is in gesteld' tegen hunne beslissing, -d.d. 18 November 1909, waarbij aan hem de vergunning tot het oprichten. e&neir smiederij voor herstelling en vervaardiging van eleetrisjoh© ver'lichtings- en andere toestellen in het perceel, gelegen aan de Korte Bergstraat, kadastraal bekend gemeente Amersfoort, Sectie D, no. 3359. js geweigerd. Amersfoort, 1 December 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De .Secretaris, De Burgemeester, J. G STEaVFBKT KROESE. W BIJ TIERS. Do Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van hot publiek, dat een door den llaad' van Administratie der H. IJ. S. M. te Amsterdam ingediend verzoek, met bijla gen, om vergunning tot het oprichten van eene smederij ten behoeve van het verrichten van her stellingen enz. aan soinmaterieol, in. het perceel alhier gelegen aan den Soesterweg, bij 'het ka daster bekend onder sectie D, no. 905, op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Donderdag, den 16. December aanstaande, oes voormiddags te half elf uren gelegenheid ten Raad huize wordt gegeven om, ten overstaan van het Gemeentebestuur of van een of meer zijner leden,, bezwaren tegen 'het oprichten van de inrichting in te brengen. Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru dentie, alleen zij gerechtigd', die overeenkomstig artikel 7 der Hindeiwet voor het Gemeentebe stuur of één of meer zyner leden zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lich ten. Amersfoort, den 2. December 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester J. G STEN EERT KROESE. WTIJTIEltS Burgemeester en Wethouders der gemeente Amersfoort brengen ter algemeene kennis, dat bij hun besluit van heden, ingevolge art. 8 dor Hinderwet, aan J. D. van den Hoorn, wonende alhier, vergunning is verleend tot het uitbreiden van zijne bakkerij, door 'liet plaatsen van een kanaal-oven, in het perceel Iuivendelstraat, wijk F, no. 3, kadastraal bekend gemeente Amers foort, sectie E, no. 3737, onder voorwaarde: a. dat de oven rondom minstens 10 c.M. van do aanliggende opgaande muren wordt vrijge houden b. dat de schoorsteen! boven den oven wordt opgetrokken tot eene hoogte van minstens 0.75 Meter boven den nok der bekapping van liet aangrenzende perceel, sectie E, r.o. 4201. Amersfoort, den 2. December 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, J.G.STENFERT KROESE. WUIJTIERS. Politiek Overzicht. De nieuwe zitting van den Duitsehen Kijksdag. De opening van den Duits eken Rijksdag, anders eene gebeurtenis van belang, heelt ditmaal niet zoo de aandiaclut getrokken als gewoonlijkin de eerste plaats viel ze samen met de hoogst belangrijke beslissing in den constitutnoneelen strijd welke thans in G root- B ri than n i tusschen Hoogerhuis en Lagerhuis wondt gevoerd en de aandacht van de gehoede wereld geboeid luoud'b, en werd ze daardoor op het werelditooneel eanigiszins op den achtergrond gescho venin de twee de plaats is de troonrede door Keizer Wil helm uitgesproken een sober gehouden staalsötuik, zonder een enkele opzienbarende term. Op heit gebied der buitenlandsohe po litiek hebben de uiting omtrent de over eenstemming met Frankrijk inzake Ma rokko en de herinnering aan den driebond ©enigermate de opmerkzaamheid op zich gevestigd en heit meest nog in de Fransche pers, wijdlloopig als altijd, tot commentaar aanleiding gegeven. Verder wordt in de ge sprekken over de troonrede gereleveerd dat daarin over Engeland en Rusland wordt ge zwegen, doch volgens goed ingelichte krin gen beteekent du niet een verslechtering der met deze landen onderhouden betrek kingen. In 't bijzonder geklit d!it Engeland, zelfs zou in de Duitech-Engelsche verhou ding meer en meer een ontspanning merk baar en een overeenkomst inzake koloniale vraagstukken, speciaal betreffende den Kon go, een feit zijn. In hare uitingen ove<r de binnenlandsch© politiek is de troonrede eenvoudiig en zake lijk en roert ze alleen die punten aan welke men als neutmie kan aanduiden, d. w. z. punten, die dor den strijd der partijen, welke onlangs zoo heftig ontvlamd is, niet worden getroffen. In den Rijksdag en ook daarbuiten is men van moering dat de nieuwe rijkskanselier von Bethmann-Holl- weg pogen zal zooveel dat mogelijk is met allo politieke partijen werkzaam te zijn en d'at hij diaarom de grootte politieke vraag stukken, waar dit zich laat doen, zal ver mijden. De toestand is hein in zooverre gun stig dat na de afdoening der begrooting be langrijke staatkundige kwesties voortoopig niet te wachten zijn. De partijen zullen het in den beginne den heer von Beth- mann Hol 1 weg wel niet moeilijk maken en vooral het Centrum, waarvan, daar het de sterkste partij in den Rijksdag vormt, veel afhangt, zal, tevreden dat het vorst Biilow uit den weg heeft geruimd, tegenover den nieuwen rijkskanselier eene aanvankelijk afwachtende houding aanne men. Alleen de sociaal-democraten zijn van plan den politieken strijd voort te zetten en willen bij de aanstaande begrootingsde- batten de kanselier-crisis ter sprake bren gen. Von Be'bmann Hollweg wil, naar uit zijne laatste omgeving verluidt, in den Rijksdag niet meer spreken dan absoluut noodzakelijk is. Wellicht zal hij reeds bij de beraadeilaging over een voorloopiig han delsverdrag met Engeland,welke nog voor de begrooting te verwachten is, het woord voeren en ongetwijfeld zal hij de begroo- tingsdÜscussies, welke de vod geilde week be ginnen, met oenige verklaringen inleiden, die echter, naai- verzekerd wordt niet de groot© politieke rede, welke men verwachtte, zullen vormen De eerste interessante kwestie, welke zich in den Rijksdag heeft voorgedaan was de verkiezing van het presidium. Het tot dus ver bestaande presidiale bureau vertegen woordigde de conservatief-liberale blok- meenderheid, waarmede voret Biilow heeft geregeerd.President was een conser vatief, eerste vice-president een nationaal- liberaal, -wecde vice-president een vrijzin nige. Daar de conservaitiief-liberale meer derheid bij de debatten over de rijksfinan- cie-hervoriring uiteengegaan is, en een oon- servatief-clerieaie meerderheid in haar plaats is gekomen, verandert natuurlijk ook de samenstelling van het presidium. Doch niet alleen hierdoor, maar ook dloor nog andere omstandigheden, is deze verkiezing eene ge beurtenis van politieke beteekenis geworden en belangrijker en merkwaardiger dan ze in aidere gevallen ploegt te zijn. Een vast staande practijk bestaat in den Rijksdag omtrent deze verkiezing niet. Lange jaren achtereen heeft de verkeizing van het bureau der Kamer zuiver naar de getalsterkten der partijen plaats gehad, eveneens die dei' se cretarissen, altijd met ééne uitzondering dat de meerderheid nog nooit een der sociaal democraten, ook wanneer deze volgens hun sterktecijfer daarop recht hadden, een zetel in het voorzittersbureau of het ambt van secretaris heeft toegestaan. Echter is ook wel 4e jaren het presidium van den Rijksdag uit het oogpunt van politieke meerderheids- verhoudingen samengesteld, o. a. giedturende den „Kultur-Kampf", toen men het Cen trum van het presidium uitsloot. Of deze keer zuiver volgens de sterkte dor fracties de presidenten zouden worden gekozen of dait men onder de nawerking der twisten over de rijksfinanciehervorming aan die toenmaals gevormde nieuwe meerderheid de voorzit tersza'. els alleen zou overlaten, hing van het besluit der nationaal-li'berale partij af. Deze nieuwe meerderheid zou gaarne ge zien hebben dat de nationaal-liberalen de h!en toekomende post van tweode vice-pre sident hadden aanvaardliet heeft aan po gingen oim lien daartoe te bewegen ook niet ontbroken Geen wonder, anders blijft de keus slechts over tusschen een sociaal-demo craat en een PoolDe nationaal-liberalen hebben echter na twee langdurige parbijver- ga-d erin gen ten slotte ma; alg. stemmen een deelname aan liet voorzitters-bureau van de hand gewezen en hebben, daarin ligt de beteekenis van hun optreden daarmede te kennen gegeven dat de politieke beweeg redenen en gevoelens, welke aan het einde dier vorige zitting tot eene nadere aan een- sluiwng van de burgerlijkepartijen der lin. kerzij.de en tot een gemeenschappelijk op treden daarvan bij de rij ksfinanciöhervor- ming' hebben aanleiding gegeven, bij hen ook thans nog voortbestaanHet is voor den gang dei' politiek en voor de lei-ding der Rij ksdagaangelegenheden tamelijk onver schillig tot welke partijen de beide vice-pre- si'denten béhooren, want hunne functies zijn zeer bescheiden de .heele leidling berust uitsluitend in handen des voorzittersdoch deze handelwijze der nationaal-liberalen is eene politieke manifestatie die bewijst dat. ze uit algemeen politieke gronden onder den indruk der gebeurtenissenwelke zich bij de beraadslagingen over de financieel© her vormingen hebben afgespeeld, ook in de toekomst hunne plaats zullen kiezen bij de burgeillijke partijen dier linkerzijde en hun ne oppositie tegenover de nieuwe meerder heid bij de eerste de beste gelegenheid de monstratief tegenover het land willen doen kennen. Zij laten, evenals de fractie der vrij zinnigen de samenstelling van het presidium aan de nieuwe meerderheid over en heb. ben daarom bij de presidentsverkiezing blanco gestemd. Deze politieke manifestatie zou nog krachtiger geworden zijn wanneer de sociaal-democraten er zich bij hadden aan gesloten deze hebben zich echter ditmaal gehouden aan het beguu6el de presidenten volgens de sterkte der versckillendb fracties te kiezen en hebben nadat het Centrum goed gevonden ihad aan giraaf Stolberg den presidentszetel 'te laten, op dezen, daarna, op Spahn en op den nationaal-liberaal Paassclie gesionul. Wellicht werden ze daar bij geleid door de gedachte dat ze volgens dit. beginsel in den komenden rijksdag wel licht op een presidiale zetel kunnen aan spraak maken. Dat zouden zo dan ook kun nen, doch de fracties der nieuwe meerder heid zullen voor zulk een bewijs van den triomf van revisionisme over Marxisme wel geen gelegenheid geven. Duitschland. In den Landdag van Mecklenburg, te Sternberg bijeen, heeft de stemming plaats gehad over de regeeringsvoorstellen betref fende de verandering der bestaande standen vertegenwoordiging. De Landschapsverga dering nam de voorstellen aan met 36 tegen 7 stemmen, de Ridderschap verwierp ze echter met 169 tegen 7 stemmen. De steden Rostock en Wismar stemden eveneens tegen. De Mecklenburgsche grondwet-voorstellen zijn dus verworpen. Engeland. L o n d e n, 2 De c. Asquith deelde he den in het Lagerhuis mede, dat hij den Koning had geadviseerd het parlement zoo spoedig mogelijk te ontbinden en dat het Zijne Majesteit had behaagd dit advies aan te nemen. De eerste daad van het nieuwe parlement, indien de tegenwoordige regee ring weer aan bet bewind komt, zal zijn alle belastingen, vervat in de middelenwet, weer in te stellen en ze vanaf deze week weer geldig te maken. Londen, 2 Dec De motie, door As- quith voorgesteld, werd in liet Lagerhuis aangenomen met 349 tegen 134 stemmen. Het parlement zal morgen worden gesloten en de ontbinding zal worden aangekondigd tegen een tijdstip, dat het mogelijk maakt-, dat de algemeene verkiezingen kunnen plaats hebben tusschen 10 en 20 Januari. Asquith voegde er aan toe, dat allen, die dab verlangden, hun verschuldigde belas ting, bij de gewone ambtenaren konden be talen volgens het tarief, zooals liet tot nu toe was vastgesteld en hiervan zou door de betrokken departementen onmiddellijk ken nis worden gegeven. Hij hoopte dat het hoogste en onherstel bare verlies dat de staat zou lijden als ge volg van de daad van de Lords niet zeer groot zou zijn. Deze toestand werd niet in het leven geroepen door de regeering, maar bet. was de plicht van de regeering zooveel mogelijk de moeilijkheden en onaangenaam heden er uit voortvloeiende, te verzachten. De daad van de Lords was zonder voor beeld in de geschiedenis en het Lagerhuis zou zijn tradities onwaardig zijn, indien het toestond, dat deze dag voorbijging, zonder dat liet- duidelijk had verklaard, dat het niet van plan was de ernstigste smaad en de meest aanmatigende overheerselling te dul den, van die waaraan men het sedert twee eeuwen ooit had gevraagd zich te onder werpen. (Luide ministerieele toejuichingen.) Asquith besloot met te zeggen, dat alle praatjes betreffende het beroep op liet volk omtrent dezen maatregel de holste uiting was van politieke huichelarij (toejuichingen.) Deze motie teolcende het tegenwoordig misschien beslissend stadium in den lang- durigen strijd. Het Hoogerhuis had de ongeschreven maar door den tijd gewettigde bepaliugen van de grondwet geschonden. De regeering vroeg thans het Huis, en zou zoo spoedig mogelijk den gezamenlijken kiezers verzoe ken te verklai'cn, dat het orgaan en de stem van liet vrije volk, zijn verkozen vertegen- woordigers zouden zijn (luide toejuicliin- gen.) Balfour verklaarde, dat de regeering uit stekend geschikte financieel© maatregelen Jiad kunnen nemen, maar verkoos den han del te bemoeilijken. De Lords hadden blijk gegeven van vol maakt gezond politiek inzicht over wat de plicht was van de tweede kamer en zij zou den door het land worden in het gelijk ge steld. De regeering wenschte het volk er van te overtuigen, dat liet Hoogerhuis het had be- leedigd. Door zijn meening te vragen had den de Lords gehandeld volgens de letter en den geest van de grondwet. Hij hoopte dat deze macht zelden zou worden uitgeoe fend, maar nooit zou worden opgegeven. In een manifest deelt de arbeiderspartij mede, dat de partij bij de verkiezingen kan didaten zal stellen, uitsluitend met het doel de socialistische arbeidersgroepen in het- La gerhuis te versterken. Het manifest bepleit de nationalisatie van landerijen en industrieel© kapitalen en eischt afschaffing van het Hoogerhuis en andére socialistische hervormingen Van de 607 Peers, die men op de stem- minslijst in de Wesfcm. Gazette vermeld vindt, hebben vóór de begrooting gestemd de Lord Kanselier (Lord Loreburn), de aartsbisschop van York, de Lord-president of the Council (voorzitter van den minis terraad Viscount Wolverhampton), de Lord Privy Seal (grootzegelbewaarder the Earl of Crewe), dat zijn 4 Lords; verder 2 markie zen (Breadalbane en Northampton), 8 earls (o. a. Beau champ, Carrington, Ches terfield, Craven, Granville en Russeil), 5 viscounts (o.a. Marley en Selby), 3 bis schoppen (Birmingham, Chester en St. Asaph) en 54 barons (o.a. Acton, de secre taris der Britsche legatie hier ter stede, Coleridge, Courtney of Penwith, Ha vers- ham, Herschel 1, Reay (baron Mackay van Opliemert), Ribblesdale, Swaythling, Wear- dale en Welhy(. Te zamen dus 76 Lords. Vóó het amendement, dus tegen de be grooting, hebben gestemd 17 hertogen, 16 markiezen. 100 oarls. 21 viscounts, de bis schop van Lincoln en 194 barons, te zamen 349 Lords, waaronder men de namen vindt van de hertogen van Norfolk, Argyll, Devon shire, Newcastle, Northumberland, Port land, Rutland, Wellington en Westminster, Lord Lansdowne zelf, Lord Goschen, Lord GUirzon, Lord Rotschild: Verder waren er 18 peers tegenwoordig, die niet meestemden, waaronder natuurlijk de hertog van Connaught, de broeder des Konings, en twee bisschoppen, terwijl 20 peers zich verbonden om wederkeerig buiten stemming te blijven, dus 10 voor en 10 tegen de begrooting. Afwezig eindelijk waren 8 hertogen, 9 markiezen, 35 earls, de aartsbisschop van Canterbury, 17 bisschoppen, 7 viscounts en 67 barons, te zamen 144, waaronder de her togen van Buccleugh, van Cumberland, van Fife en van Manchester, de markies van Ripon, Lord Cromer en Lord Rosebery, de bisschop van Londen, Lord Esher, Lord Hereford, Lord Knollys (de particuliere secretaris des Konings), Lord Northcliffe- (vroeger de heer Harms worth) en Lord Tweedmcuth. De 10 paren" meegerekend kan men dus zeggen dat er van 259 Lords Dinsdagavond is gebleken, dat zij tegen en van 86 dat zij voor de regeering waren, terwijl de 18 overi gen van de 463 aanwezige peers bij de stem- 70 BOOK RUDOLF HERZOG. August Wiskotten keek de post verder door. Toen bet elf uur sloeg, nam hij zijn hoed en ging door die fabriek, om Wilhelm te verzoeken, oen uur zijn plaats te willen innemen. Aan de Wupper trof hij Kölsch, die de partijen telde, welke uit de ververij kwamen„Alleen maar 'n paar kleuren, mijnheer August. Maar van de volgende week af wordt, dat anders. Als de patronen van Ewald op de weefgetouwen komen, zul len de veneus zich in de 'handen kunnen spuwen, era anet die fabricatie gelijken tred te houden." ,,Ik zou uwe dochter graag willen spre ken, mijnheer Kölsch. U hebt dïaar toch niets tegen?" „Het medsje ia groot genoeg, om alleen bezoeken te ontvangen." „Tot ziens dan." „Smakelijk ©ten, mijnheer Wiskotten." August Wiskotten liep met zakelijken tred de straat over, beantwoordde zakelijk dén groet der agenten, die zich van het eene fa- fcriekskantoor naar 't andere haastten, en sloeg met het ernstige gericht» van den za kenman de straat in, waar zich de woning van Kölsch bevond. Hij belde, Anna zelf deed open. Goeden morgen, juffrouw Kölsch. Mijn heer uw vader o veroorloofde mij u een ©ogenblik te storen." „0, (mijnheer Wiskotten, u stoort mij in 't geheel niet." Hij zat tegenover haar, zag hare jeugdige, slanke, kranige gestalte, de zware vlechten oim haar voorhoofd, en keek langs baar heen. De stilte werd drukkend. „Komt u misschien in verband met Ewald, mijnheer Wiskotten?" „Ja, ik moot u de groeten van moeder overbrengen. Ik zou gaarne, ter wille van moeder, nadere bijzondierheden willen ver nemen, juffrouw Kölsch. „Toen ik gisteren uit Diisseldorf vertrok, was hij nog heel zwak. Dien dien aan val .van zwaflek© izal hij wél gauw te 'boven komen, wanlt Emilie, mevrou'w Wiskotten, I verpleegt hem. Maar d© hoofdzaak blijven de aangetaste zenuwen. Daarvoor kan slechts goedheid helpen, die zich niet af laat schrikken." „Zal hij die ook bij Emilie vinden?" „Mannen hebben daar geen verstand van." „En u, juffrouw Kölsch „Ik? Ja. ik help mevrouw Emilie." August Wiskotten trok aan de vingers zijner handschoenen. Op zijn 'hoofd ver toonden zich peinzende rimpels. Hij over legde. „Gerecbtige hemel," dacht het jonge meisje, „hij zal zijn aanzoek toch niet wil len herhalen? Had ik hem toch niets van de goedheid der vrouwen zezegd!!" „Juffrouw KölschNu kwam het. Een ontsnappen was niet meer mogelijk. „Ja, mijnheer Wiskotten?"Dit klonk zeer ibenauwd en zacht. „Het is nu een jaar geledendiat ik door dio.miné 'Schirtmaclxer bij u onderzoek liet doen, of Nu, .u weet weil wat." „Ik weet het." „Ik heb toen eene groote fout. begaan." „Ja," zeide ze en haalde verruimd adem. „Omdat ik niet zelf gekomen hen. Der gelijke aangelegenheden moeten persoonlijk afgehandeld worden." Daar was de schrik weer. En de angst deed haar verbledken. „Nu is de uitslag van deze aangelegenheid tusschen ons nog altijd twijfelachtig. Mis schien misschien is het wel .mogelijk, dat u onderwijl .tot andere gedachten gekomen bent." Ze nam haar hart in beiide handen en al haar moed er bij. „Neen, mijnlieer Wiskotten," zecde ze, en keek hem anet hare reine oog'en open aan. „U houdt van een ander meer." „Ja," antwoordde ze kortaf en rimpelde toornig het voorhoofd „Dat doet me pleizier, juffrouw Kölsch, want i'k ben in deze zanik ook tot andere gedachten gekomen." Geheel overrompeld keek ze hem aan. „Andere?De toon veranderde in een lachen. „Maar waarom vraagt u dan?" „Omdat ik mij door jh©t polsen van do- miné .Schirrmacher in zekere mate gebonden gevoelde. Men kan ttoch geen rekening onaf laten, lals men een nieuwe openen wil?" „U wii'lit u engageeren, mijnheer Wiskot ten? Ik wensch u veel geluk!" „Dank u," zeide August Wiskdtiten on stond op. „En daar ik u toch een soort revanche schuldig ben, zult u oolk de eerste zijn, die het verneemt. Het is de ©enige dochter van deminé Groftoman, uit Eli her teld. „O dan wensch ik u dubbel geluk." „Bevalt >ze u?" ..Ze bezit zooi'eel waardigheid, en die ontbreekt mij geheel." „Die zal ook bij u -nog wel komen," zeide August Wa shotten op trocstenden toon en reikte haar de hand En plotseling kreeg hij haast. De vroolijke Oogen van het meis je beroofden- hom van zijne kalimlte, en weer moest hij langs haar heen zien. „U draagt mij dus geen-'kwaad hart toe?" Toen lachte ze hem uitgelaten in zijn ge richt uit. „Neen, zeker niet, mijnheer Wiskotten Hij nam snel afscheid en had moeite, bui ten weder in den zakelijken tred te geraken „Eigenlijk," dhcht hot jonge meisje, toen ze weer in de kamer terug kcrede, „eigen lijk was dat- toch eene onbeschaamdheid Met den middag-sneltrein reisden Gustav en Paul Wislootten naar DiissCldorf Aan het station namen ze een rijtuig -naar de Ratingerstirasze. „Verduiveld," zeide Gus tav ^Wiskoititen Sn de gang, „liet slankt hier als de heilige pestilentie." Het waren de eerste woorden, welke hij gedurende de reis gesproken had. Ze klanterden do trap op pn zocflyten de kamer der daglooner<Jweduwe. „Paul!" „Ja, Gustav?" „Als Emilie binnen (modhit zijn, dan wacht ik je hier." „Wal je haar niet spreken, Gustav?" „Ze kan hiéa* bij mij koanen." De oude verhuurster droog een emmer Vuil watier uit het vertrek. „Is mijnheer Wasflcdtten tehuis?" „De jongeheer, d'ie hier gewoond heft?" „Gewoond heeft? Woont hij dan niet meer bij u?" J)ie heit de voorname dame, d'ie ook ,de nacht bij 'm gewaakt heit, mee in 'r rij tuig genome." „Was hij dan weer beter?" „De jongeheer was nog slap, maar bij zulk 'n groeit© dame zal dat wel overgaan." „Heeft hij schulden achtergelaten?" „Wat er te betalen vidl, heit d© dame be taald Maar al die angst en zorg, die ik oud monscb uitgedaan heit „Geof haar een daalder, Paul." Toen stommelden ze de trap .weer af. „In do frissch© lucht 1" „Dat Ewald het in dut hoik uitgehouden heeft. Dat is toch heldhaftig „En Emnllie, twee dagen en twee nachten. Dan zit ik toch liever bij Öweram in de kroeg, al is 'ft er nog zoo benauwd. Dan weet men ten minste, wat het is!" „Gustav, nu moeten wij naar tante Jo sephine Scharwaclvter. ,,Wij?" „Ja, Gustav, wij!" Gustav Wiskotten trok de wenkbrauwen samen. Zwijgend schreed hij voort. Toen eeide hij kortaf: „Bogrijp 't dan toch. In dat huis leven drie menschen, die bij mij behooren. Bij mij in BarmenIlk ik kan niet!" „Maar je verlangt tooh naar hen," zeide de andere zacht. Wordt vermlgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1