S°. 163c Eerste JBlad. Zaterdag 4 December 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. deTwiskottens. J nur ^iiiiitc AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem frauco per post- 1.50. Afzonder.'yte nummers- 0.05. Deze Courant versohijnt d^gelyks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelinger. enz., gelieve men vóór 11 uur 's morgens b$ de Uitgeven in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTI8N: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij voeruitbetaHn| Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrjjf bestaan zeer voorde el ig# bepalingen bel het herhaald adverteeren in dit B^ad, bjj abonnement. Bea^ circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzichi Het altreden van hel kabinet Giolitti. Ofschoon de organen der oppositie reeds sindis den aanvang van den aomeir den aan staanden val van het kabinet Gdoldibtd badlden voorspeld, komt 't bericht daarvan toch nog «vrij onverwacht. Tot dusver had Giold'tti met succes de aanvallen van zijn tegenstandeirs afgeslagen of ze handig ontweken. Dezen zomer gold zijn val over de maritieme over eenkomsten voor onvermijdelijk, doch plot seling maakte hij heit voorstel der oppositie, om de 'beraadslaging te verdagen, tot het zijne en wendde hij aldus het gevaar af. Daarna heeft hij door nieuwe onderhande lingen hetere overeenkomsten weten te ver krijgen en zoodoende de oppositie eiken zo- ikelijken grond tot tegenstand te ontnemen. Doch het ontbrak niet aan andere gronden tot tegenstand. Op 18 Novem ber is de Italiaansdhe Kamer weer bijeen gekomen en op dienzelfden dag diende Gio- labtir zijne ontwerpen tot belastinghervorming in, waarbij voornamelijk" het volgende werd voorgesteldverlaging van den suikerac- cijns en van de invoerrechten op suiker, verhooging der erfenisbelasting, invoering van een progressieve inkomstenbelasting, waarbij inkomens beneden de 5000 Lire vrij van belasting zullen blijven, deelname der spoorwegen aan de jaarlijlksdhe bezuinigin gen op het beheer, doch met gelijktijdige verhooging van de tarieven. De aankondi ging dezer belastingen bad eene verrassende uitwerking en bracht natuurlijk in de door haar getroffen maatschappelijke kringen een levendig verzet teweeg, dat edhter voorloo- pdg in de Kamer niet tot uitdrukking kwam. De oppositie heeft in den iaatsten tijd wel meer gelegenheid gehad om het ministerie ten val te brengen indien ze dat- gewild had, dooh heeft daarvan geen gebruik gemaakt, zoodat de indruk ontstond, dat het de op positie met hare minister-ten-val-brengerij geen errnsit was of dat ze niet genoeg sterkte kon ontwikkelen. Eerslt toen de voorzitters der afdeelingen zóuden gekozen worden, welke over de belasting-ontwerpen zouden beraadslagen, ondernam de oppositie een ernstagen aanval en bleef overwinnaar. In zeven afdeelingen werden leden der opposi tie, in twee leden der regeeringspartij tot voorzitter gekozen en vervolgens zijn de be- lastingontwerpen met 215 tegen 198 stem men in de afdeelingen verworpen. Daarmede scheen het lot der hervormingsvoorstellen •geld te zijn en het kabinet 'heeft die ne derlaag zoo ernstig opgenomen, dat het tot aftreden besloot. Op zich zelf was de ont- slagindiening niet bepaald nooddg, daar een nederlaag in de afdeelingen nog lang geen nederlaag in de voltallige Kamer, welke al leen beslissend is, behoeft te heteekenen. Gioldtti heeft er evenwel waarschijnlijk zijn redenen voor gehad niet eerst de beslissing in de voltallige Kamer af te wachten. Te Rome heeft men direct na de inidiiening der belasting-ontwerpen in verschillende kringen den indruk gekregen, dat Giolitti daarmede zijn aftreden wilde voorbereiden de pro gressieve inkomstenbelasting is ook in 1893 de oorzaak van zijn val geweest. Hij zou Voorzien hebben, dat bij onder de 'bestaande moedelijkheden toch niet lang meer aan het bewind zou kunnen blijven en daarom zou hij er de voorkeur aan gegeven hebben over een democratische heivorming té vallen, om de toekomst niet voor zich af te sluiten. Het is best mogelijk, dat zulk een bereke ning bij Giolitti heeft vorgezeten, of het wer kelijk zoo is, zal hij wel aan niemand ver tellen. Van de moeilijkheden, waarvan hier bo ven sprake is, is de voornaamste de verhou ding van het kabinet Giolitti tot het cleri- calisme, respectievelijk het Vatic-aan. Bij de laatste Kamerverkiezingen in Maart van dit jaar, werd een aanmerkelijk aantal katho lieken gekozenhet Vaticaan had wel is waar het kiesverbod (non expedit) in be ginsel gehandhaafd, doch toegestaan dat de katholieken overal hun kiesrecht uitoefen den waar zij de verkiezing van een vijand der 'kerk konden verhinderen. Er werden 21 uitgesproken 'katholieken gekozen, en bo vendien bevonden zich onder de meerder heid die Giolitti verkreeg, tal van afgevaar digden, die hunne verkiezing aan de katho lieken te danken hadden eh daarom voor de kerk moésten opkomen. Giolitti wist dit te waardeeren j de troonrede ter opening van de nieuwe Kamer meldde dan ook niets van de vroeger beloofde hervormingen op het ge bied van onderwijs- en huwelijkswetgevingen ide sinds dioor Giolitti aangenomen houding toonde duidelijk, dat het Vaticaan op hem rekenen kon. In den Iaatsten tijd waren •zoowel in de pers als ijl de Kamer de katho lieken Giolitti's ijverigste verdedigers, niet om hem zelf, dooh uit vrees, dat Giolitti's eventueel© opvolger den sibrooim van het was sende anti-olericalfeme niet zou kunnen te genhouden. Doch ook de uiterste linkerzijde is bij de laatste verkiezingen sterk, en wel van 67 tot 113 leden, vermeerderd. Tal van gebeurténissen hebben het anti-clericalisme Versterkt en de houding van Giolitti heeft er eveneens toe bijgedragen bij allen die niet olericaal zijn, wantrouwen te wekken. Men heeft ten slotte gemerkt, dat de kerkdijken in de afdeelingen buitengewoon gewerkt heb ben, om een flinke meerderheid voor de re geering tot stand te brengenwellicht is juist die bijzondere ijver de oorzaak er van geweest, dat de regeering hare meer derheid verloor. Na de verkiezingen telde de officieuse pers onder de ruim 500 afgevaar digden 350 aanhangers der regeeringbij het eerste votum van vertrouwen op den 31en Maartstemden voor de regeering slechts 270 afgevaardigden tegen 72 der uiterste lin kerzijde, de centrumgroepen onthielden zich van stemming. Daaruit bleek, «dat bet af- brokkelingswerk geen heksenweik was en sinds diien is er onder de Vlottende massa Kamerleden, die tussohen oppositie en meer derheid -balanceerde, de kentering ten na deel© van het kabinet toegenomen, gelijk dit laatste thans maar al te gevoelig heeft on dervonden. Bovendien -is het in de parle mentaire geschiedenis van Italië een onder vinding van -oudsher, dat Kamermeerdedhe- den zich zeer spoedig vrijmaken van de re geering, waaraan ze hun parlementair be staan te danken hébben. Wanneer de kroon de oppositie welke speciaal wordt vertegenwoordigd door den radicalen afgevaardigde en oud-minister Pantano, die wel hot krachtigst, in vereeni- ging met de groep van den oud-minister Sonnino de campagne tegen het kabinet beeft gevoerd tot bet bewind roept, dan zal deze voor een moeilijke taak komen te 6taan, omdat ze, zoo als wij vroeger al aan stipten, uit «zulke uiteenloopende elementen Het kabinet Giolitti heeft ongewoon lang geregeerdde thans 67-jarige Giolitti was 3§ jaar onafgebroken president, nadat hij reodö" van 1892 tot 1893 en van 1903 tot 1905 aan het hoofd van het ministerie had gestaan. Onder Crispi was hij minister van financiën, onder Zanardelli van 1901 tot 1903 minister van binnenlandische zaken. Duitscbland. B e r 1 ij n 3 Dcc. De Rijksdag heeft tot tweeden vice-voorzitter gekozen den erf prins van H-o'henlohc-Langenburg, hospi- tant van de Rijkspartij, met 178 stemmen. 98 biljetten waren blanco. De sociaal-demo craat Singer kreeg 42 stemmen. Berlij n, 3 Dec. Bij den Rijksdag is bedien 'ingediend een witboek betreffende de Londensche conferentie over het zeeoor- logerecht, be vatende een algemeen rapport der commissie van. redactie dier conferentie ter opheldering van het zeeocrtlogsreehl terwijl daaraan aansluiten concludeerende opmerkingen Frankrijk. De Senaat heeft met groote meerderheid het beginsel der verplichte ouderdomsver zekering aangenomen. De onlangs gedichte Bond van beamb- tenvereeuigingen heeft openlijk eeh verkla ring doen verschijnen, waarin gezegd wordt, dat de leden van den Bond, als trouwe die naren van de Rejubiiek 'buiten den strijd der partijen blijven en de openbare orde niet zullen verstoken, en dat zij eenparig hebben besloten niet tot staking hun toe. vlucht- te nemen bij de verdediging van hun beroepsbelangen Engeland. Londen (Hoogerhuis), 3 Dec. Het parlement is officieel verdaagd. Londen, 3 Dec. In de troonrede, waarmede het parlement voor den vorm werd gesloten, wordt gezegd, dait het officieele bezoek van den Koning van Portugal veel genoegen verschafte, en de band'en van vriendschap bevestigde en versterkte, welke zoo langen tijd de beide verbonden volkeren gelukkig vereenigden. De betrekkingen met de buitenlandsche mogendheden blijven, van vriendschappelij - ken aard. De moeilijkheden, welke onge lukkig in den herfst van het vorige jaar in Zuidoostelijk Europa zich voordeden, zijn gelukkig op practische wijze en onder be houd van den vrede opgelost, terwijl het constituüoneele stelsel in het Turksche rijk voortgaat bevredigende vorderingen te ma ken De Koning maakt melding van de be krachtiging van eenige overeenkomsten van de Haagsche Vredesconferentie van 1907, waaromtrent voorbehoud was gemaakt en van do hernieuwing van de arbitrageverdra gen met Duitschland, Zweden, Noorwegen, Zwitserland en Portugal, terwijl de hernieu wing van andere te verwachten is. Voorts wordt gewezen op de uitbreiding van de Indische wetgevende raden, Z. M. wees verder op de stichting van de Zuid-Afrikaansche Unie en zeide Deze vrucht van het succes dat gepaard ging met de schenking van vrije instellin gen aan de nieuwe koloniën, geeft aanlei ding tot hartelijke gelukwenschen. Z. M. ze:de er niet aan te twijfelen of de Unie zou bijdragen tot- de kracht van Zuid-Afrika. Hij legde den nadruk op het groote weder zij dsche voordeel van de met de koloniale regeeringen in Juli j.l. gehouden conferen tie voor de verdediging ter zee en te land. Z. M. betuigde zijn dank aan het Lager huis voor de vrijgevigheid en de zorg waar mede liet maatregelen getroffen heeft om te voorzien in de groote vermeerdering der nationale uitgaven, als gevolg van de eiscben, die de rijks verdediging en de soci ale hervorming stellen. De Koning be treurde het dat deze maatregelen nutteloos genomen bleken te zijn. De troonrede ein digde met een opsomming van de wetsont werpen, die in deze zitting zijn aangeno men. Londen, 4 Dec. Officieel wordt bericht, dat de ontibin«ding van het parlement is bepaald op 8 Januari; de ver kiezingen beginnen op 13 Januari. Londen, 3 Dec. De verschillende ambtenaren bij de belastingen heboen mede gedeeld, dat de betaling van de belastingen, welke zijn opgenomen m de begrooting op het oogenbli'k aan de vrijheid van een ieder overgelaten. Maar de personen, die thans niet betalen blijven belastingschuldig, in dien de belastingen later met- terugwerkende kracht weder in werking worden gesteld Worden zij niet wedier geheven, dan zullen alle gedane betalingen worden teruggegeven. Londen, 3 Dec. Lloyd George zeide in een redevoering in de National Liberal Club dat de Lords, door het afmaken" der b^groo'.ing, welke voorzag in de onvermij delijke kwalen, waardoor massa's armen wor den getroffen, hebben getoond, dat zij een klasse zijn, gezegend met elk geluk, die noch- thans niet een klein doel van haar overvloed wil afstaan om de scheppers van hun rijk dom te beschermen tegen de ver-chrikkingen van ellende en wanhoop. Dit is hun laatste daad van vernielende woede. Met al 'hun slimheid heeft hun in haligheid bun kracht overtroffen en wij heb ben eindelijk vat op hen. Hieronder volgt nog "t een en ander over de wijze waarop het gedenkwaand'ge besluit dooi de Lords werd genomen in den nacht van 30 November op 1 December, te mid dernacht. Om halftwaalf had Lord Crewe zijn rede voering ten einde gebracht. Zij had weinig indruk gemaakt en de leden van bet Huis waren een weinig soezerig geworden. Maar toen de spreker eindigde en het groote ©ogenblik voor de stemming daar was, ont waakte eensklaps de belangstellingmen hief zich op uiit zijn gemakkelijke houding en er ging een gec'ruisch van stemmen door de zaal Het Huis was eivol, een groot aan tal Peer* moest blijven staan, zoons van Peercis verdrongen zich op de trappen van den troon, en op de galerij, bestemd voor het Lagerhuis en de vreemKlelingen stonden de toehoorders mannetje aan mannetje. Daar verhief zich de gepmikt-e Lord-Kan. s«eher van zijn „wolzak'' (de Lórd-Kanselier vertegenwoordigt de regeering in het Hoo gerhuis hij draagt een pruik als in de ze ventiende eeuw en is gezeten op den zoo ge il aamden wolzak) en met een duidielijke stem vroeg hij, of het Huis de middelenwet- voor de tweed» maal wilde lezen, erbij voe gende dat er een amendemnt was ingediend door Lord Lansdowne om zulk niet te doen dan na de meening des volks géhoord te heben. Van de banken der minisiterieelen klonk een gemurmel van content", hetgeen zooveel wiüde zeggen als dat zij de tweede lezing aanvaardden, terwijl van de opposi- fciébaken een veel 'luidier g«emlorimied weer klonk van ,,not-contentr'. De ,,not-contents" hebben het gewonnen, zei de Lord Kanse lier. Neen, riepen de ministerieelen, de „contents'" hebben het gewonnen. Zij wis ten natuurlijk wel dlait- dit niet waar was, maar de«ze bewering was nooidlig om een hoofdelijke stemming uit te lokken. „Maakt plaats aan de balde", ï-iep daarop de Lord Kanselier en de leden van het Lagerhuis, die achter bet hek stonden, trokken zich onmiddellijk terug naar de buitenste cou loir, om plaats te maken voor de Lords, die thans alien de zaal verlieten en op 'hun beurt achter op het hek kwamen te staan om ver volgens do zaal binnen te komen door twee verschillende deurenwie vóór verwerping was kwam door de eene, wie de begrooting wilde aanvaarden door de andere. Aan bedde deuren stonden twee tellers met witte stokjes, een van de regeeringspartij en een van «de oppositie Langzaam aan vulde het Huis zich, hoewél door de deur de voor stemmers al heel spoodiig nipmand meer bin nen kwam Toen alle Lords binnen waren, gingen de tellers naar den Lord Kanselier, deelden hem den uitslag mede en de Lord' Kanselier sprak, kalm alsof hij de meest onverschillige zaak 'ter wereld mededeelde „Conten/ts 75, not-con tents 350. De not- contents hebben het gewonnen." Er volgde geen demoncratde zooals in een ander par lement zou gebeurd zijn. De unionistische Lords toonden hun vreugde evenmin als do liberalen hun spijt: daarvoor zijn deze hee- ren vecil te deftig. Alleen op de galarij hoorde men ©enig gefluit. Het is wanneer men de geschiedenis der laatste Lo jaren nagaat eigenlijk de derde parlementsontbinding van buitengewoon be lang waartoe «cle Koning nu zijn toestem ming beeft gegeven. Ontbindingen van bet Lagerhuis zijn er in dat tijdvak geweest in 1886, 1892, 1895, 1900 en 1905. Daarvan waren de bedde eerstigenoemden verreweg de belangrijksten. In 1886 was door het uittreden der Li berale Union is/teil de tweed© lezing van het Home Rul© wetsontwerp met 343 tegen 313 stemmen verworpen. Gl«adstone trad af en de algemeen e verkiezingen van 15 Juli brachten een meerderheid van 118 stemmen voor de vereenigde conservatieven en libe rale unionisten, die 393 zetels bezetten tegenover de 275 der radicalen en Home Rule-aan hangers De tweede ontbinding (van 1892) gaf een meerderheid voor Home Rule in Wales, Ier- ling en Schotland, doch in Engeland zelf kregen de unionisten een meerderheid van 71 zetels, terwijl de geheele unionistische meerderheid slechts 57 zetéls bedroeg. Hét was diestijidS dezélfdé Asquith, die thans de ontbinding beeft gevraagd, «die toen een motie van wantrouwen in de regee ring met 350 tegen 310 stemmen door het Hoogerhuis wist te doen aannemen waarop het ministerie aftrad. Asquith wend toen minister van Binnen- landsche Zaken in het nieuwe kabinet-Glad. stone. Thans is de derde groote ontbinding ge schied en zelden was er wel een die dieper ingreep in het Engelsche Staatsrecht, vooral omdat het ditmaal de Lords zijn geweest die er den eersten stoot toe hebben gegeven. 71 »OOR RUDOLF H1RZOG. „Mijn verlangen zal ik wél de baas wor den. Maar hen hun toonen, terwijl zij hét mij .niet toonen Zoo ver zoo ver zijn wij "toch nog niet." „Ik zal er dan alleen heen. gaan. Waar en wanneer tref ik je?" „Om (bij tienen aan 'het station. Ik zal onderwijl eens rond kijlken, waar Ewald .nog schulden achtergelaten heeft. Doe de groe ten." Ze scheidden. „Luister eens, Paull" „JaT" G us tav Wiékotten kwam terug. „Zorg er voor, dat je de kinderen te zien krijgt... Je je begrijpt mij wel Paul schudde hem de hand. „Dat spreekt ■vau zelf." Gustav Wiskoüten nam een kijkje van Düsséldorf. Wat zou hij met de rest van dól middag en avond aanvangen? Maar het rondslenteren verveelde hem. Hij kende de stad van haver tot gort. Uit de Alléestraal. sloeg hij de Bolkerstraat in. Hier woon den «de Zinters A chit er de kleine ruitjes lokten de fles- schen met groenen, gelen, rooden en witten inhoud. Een pak tabak „Hendrik Olden- fkot't" was er boVenop gestapeld. Daarbo ven kruisten el-kaai- twee lange Hollandsche pijpen. „Regelrecht het bol naar binnen." Hij trad met don lboed op het hoofd op het buffet toe. „Bent u mijnheer Zinters?" „Zoowait 'n vijftig jaartjes is dat ten minste zoo geweesn." „Mijn naam is Wiskotken. Mijn broer Ewald beeft bij u gewoond." „Wat u ze-gitDie charm'ante jongeheer iwas mijnheer uw broer 1 Gretchen, kom 's gauw bier. Kijk 's, wat 'n eer. Dié heer ds.'n broer van mijnheel' Wiiékotten." Gretchen Zin tere kwam naderbij, mat den bezoeker met een bliksemsnellen blik, boog eu reikte hem onbevangen lachend de hand. Gustav Wiskoitten nam «dten hoed af. „Jam mer, dat mijnheer Ewald dait- genoegen niet mee'- gehad heeft." „Waarom ihebt n hem dan la'ten loopen?" „Och," zeide ze aarzelend, „hij begon zoo vrij te worden. En daarvoor was hij toch nog te jong." Gustav Wisktotiten lachte. „Stelt u dan in ouderen meer vertrouwen?" De ou'deren zijn net zoo «gek als de jonge ren. Het Liefst zijn mij nog de bezadig der En onder welke categorie rangschikt u mij 1 „Die zoo «vraagt, kent het antwoord. Zal ik jenever brengen?" „Voor mijn part. Ik hoop, dat er geen vergift in zit." „Vergift,' mengde zich de oude Ziirters in het gesprek en knipoogde sluw. „Waar in Holland de Rijn uitmondt, dat weet zelfs zoo'n ouwe Rijnschipper als ik niét, bij mijn ziel en zaligheid. Maar hoe je in Holland aan de echte snaps kom/»- en hoe je 'm voor- deelig en onvervailséht over de grens krijgt, mijnlheei' Wiiskt/tlten, dat mloogit u mij ge rust-nachts in den slaap vragen. Dat is te .zeggen als er geen douanen bij zijn." Gretchen bracht bet glaasje op oen blad. Wel bekome 't uZe knikte en keek hem tersluiks aan. „Drinkt, u niét mee, mijn heer Zinters. Met z'n tweeën gaat zulk een ontduiking dér belasting makkelijker. „Gretclheoi'n gl«as. Zeer aangenaam, mijnheer Wiskoitten. Wilt u niet gaan zit ten Dan is 'it dadelijk gezelliger. Wat zegt u? Daa/r brengt heit meisje waarachtig de Qieele flescih. Je hebt goeie plannen, Gret chen." „Zal ik 'm weer weg brengen?" „Laat maar staan, juffrouw!" Hij ledigde liet glas in één teug. „Naai1 ben-edon met •alles, «walt ons kwelt. Wat kan men hier te eten krijgen?" „Prima Edammerkaas. Haal eens 'n flink stuk, Gretchen." Girebchjon verdween in de «keuken, om da- «clelijk diaarop met een rood geverfiden bol terug te koeren. Ze legde f luiks een servet over de tafel, droeg bordjes, boter en brood aan en zotte de ienever er naast. „Dat is genoeg vóór de heele familie," lachte Gustav Wiskoitten„Wat dunkt u? Zullen we dat met ons drieën gemeen schappelijk te lijf gaan?" „Mij goed:, mijnheer Wdskotiten. Maar '>t brood heel dun snijden, Grótcihen, en die kaas dik. We zijn geheel onder ons." Gustav Viékotteii keek toe. Hij voelde zich heel béhaaglijk naast het mooie kind met de levendige, lenige bewegingen. „Ocgen hébt u, zoo zwart als kolen, juf frouw." „Bijna precies zoo heeft mijnheer Ewald 't gezegd." „Goed, da't u mij aan h«em herinnert. Mijnheer Zinters, h«oe hóóg staat de jonge man nog bij u in 't krijit?" „Niet de moeite waard, «mijnheer Wis- locttenDaaiVoor behoeft u niét in uw por- tomonnaie te tasten. Dait draagt u los in uw vestzakje." „Geef dan maar's hier, op/dat u die reke ning schrlappen kunt.'' De waard stond op, zocht achter zijn buffet rond en kwam met een lange reep papier te voorschijn. Gustav Wiskotten vloog 'liet door. Hij zette groote oogén op. Daar 'bespeurde ,hij de aanraking van een zacht Li cl ia am en Jas, zonder «zijne verwon dering over id1© «opgleteieikendiei poelten te ken nen te geven, verder. Gretchen Zin'ters had zich als toevallig tegen liean aangedrukt. Het dónkere koje over zijn schouder gerekt, keek ze met hem tegelijk de rekening na. „Al 't extra goede, dat we 'm gedavn hebben, dat hebben wie niét ee»6 opgeschre ven. Hij kon soms ook erg lastig zijn.' „Zoo, zoo.Wat hébt u 'n mooi zwart haar!" „Dait heeft mijnheer Ewald ook gevon den." „Dien hébt u zeker aardig het hoofd op hoi gébracht?'' „Hij wildé het mijne op hol bron gen „En dat is bom ndet gelukt?" Ik geef geen zier om «zulke jonge hoe ren wj. „Zou ik meer geluk hébben?" schertste Ze stiet ham zacht met den soliioudër als een katje, dat een hoogen rug zet- en snor ren..'! kopjes geeft. I Guistaiy Wiékótten kreeg het behaaglijk t warm. Hij wierp nog «een «blik op het to taal «der rekening, haallde zijne portefeuile te voorschijn en schoof den waard, die een bezoeker bediend, had, een paar bankbiljet ten toe. „Als je hl'iefit." Zinters nam ze op en giing wisselen. ^,De j rente zal ik er tegélijkert«ij«d maar af hou den. Dait. maakt Ibijna niks uit." j „Valt er dan voor [dien tusscheupersoon niets of, juffrouw Gretchen?" De bezoeker had hun dén rug toegekeerd de oude rekende in het neven vort rek. Ze wendde het hoofd luisterend naar alle kan ten, boog «zich 6nel voórovier en drukte vast hare lippen op ide zijne. „Ss/t," fluitoeridie ze. „Nu is 't genoeg. Voor u moét «men oppassen 1 Maar hij trok haar met een korten ruk nog een tweede maal naar zich -toe. Zoo'n i lief kind i.yKijk niet zoo léelijk „Het «zijn geen boozc oogen, hot zijn hon- gprige oogen. Ik zal j«e dadelijk nog op eten." „Blijft u nog 'n «beetje? Ja?" „Als je heel lief bent „Ze streelde lvem .tot antwoord met de hand over het gezichlt. J Naar boven en naar beneden. „Zóó pluelio en zóó fluiweel,lachte ze d'aailbij „Blijf nog 'n beetje." „Vléistor," knorde hij en schudkle haar om haar middel. Wordt verx-uhjd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1