S°. 163c Eerste JBlad.
Zaterdag 4 December 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
deTwiskottens.
J nur ^iiiiitc
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem frauco per post- 1.50.
Afzonder.'yte nummers- 0.05.
Deze Courant versohijnt d^gelyks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelinger. enz., gelieve men vóór 11 uur
's morgens b$ de Uitgeven in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTI8N:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij voeruitbetaHn|
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrjjf bestaan zeer voorde el ig# bepalingen bel
het herhaald adverteeren in dit B^ad, bjj abonnement. Bea^
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzichi
Het altreden van hel kabinet
Giolitti.
Ofschoon de organen der oppositie reeds
sindis den aanvang van den aomeir den aan
staanden val van het kabinet Gdoldibtd badlden
voorspeld, komt 't bericht daarvan toch nog
«vrij onverwacht. Tot dusver had Giold'tti met
succes de aanvallen van zijn tegenstandeirs
afgeslagen of ze handig ontweken. Dezen
zomer gold zijn val over de maritieme over
eenkomsten voor onvermijdelijk, doch plot
seling maakte hij heit voorstel der oppositie,
om de 'beraadslaging te verdagen, tot het
zijne en wendde hij aldus het gevaar af.
Daarna heeft hij door nieuwe onderhande
lingen hetere overeenkomsten weten te ver
krijgen en zoodoende de oppositie eiken zo-
ikelijken grond tot tegenstand te ontnemen.
Doch het ontbrak niet aan andere
gronden tot tegenstand. Op 18 Novem
ber is de Italiaansdhe Kamer weer bijeen
gekomen en op dienzelfden dag diende Gio-
labtir zijne ontwerpen tot belastinghervorming
in, waarbij voornamelijk" het volgende werd
voorgesteldverlaging van den suikerac-
cijns en van de invoerrechten op suiker,
verhooging der erfenisbelasting, invoering
van een progressieve inkomstenbelasting,
waarbij inkomens beneden de 5000 Lire vrij
van belasting zullen blijven, deelname der
spoorwegen aan de jaarlijlksdhe bezuinigin
gen op het beheer, doch met gelijktijdige
verhooging van de tarieven. De aankondi
ging dezer belastingen bad eene verrassende
uitwerking en bracht natuurlijk in de door
haar getroffen maatschappelijke kringen een
levendig verzet teweeg, dat edhter voorloo-
pdg in de Kamer niet tot uitdrukking kwam.
De oppositie heeft in den iaatsten tijd wel
meer gelegenheid gehad om het ministerie
ten val te brengen indien ze dat- gewild had,
dooh heeft daarvan geen gebruik gemaakt,
zoodat de indruk ontstond, dat het de op
positie met hare minister-ten-val-brengerij
geen errnsit was of dat ze niet genoeg sterkte
kon ontwikkelen. Eerslt toen de voorzitters
der afdeelingen zóuden gekozen worden,
welke over de belasting-ontwerpen zouden
beraadslagen, ondernam de oppositie een
ernstagen aanval en bleef overwinnaar. In
zeven afdeelingen werden leden der opposi
tie, in twee leden der regeeringspartij tot
voorzitter gekozen en vervolgens zijn de be-
lastingontwerpen met 215 tegen 198 stem
men in de afdeelingen verworpen. Daarmede
scheen het lot der hervormingsvoorstellen
•geld te zijn en het kabinet 'heeft die ne
derlaag zoo ernstig opgenomen, dat het tot
aftreden besloot. Op zich zelf was de ont-
slagindiening niet bepaald nooddg, daar een
nederlaag in de afdeelingen nog lang geen
nederlaag in de voltallige Kamer, welke al
leen beslissend is, behoeft te heteekenen.
Gioldtti heeft er evenwel waarschijnlijk zijn
redenen voor gehad niet eerst de beslissing
in de voltallige Kamer af te wachten. Te
Rome heeft men direct na de inidiiening der
belasting-ontwerpen in verschillende kringen
den indruk gekregen, dat Giolitti daarmede
zijn aftreden wilde voorbereiden de pro
gressieve inkomstenbelasting is ook in 1893
de oorzaak van zijn val geweest. Hij zou
Voorzien hebben, dat bij onder de 'bestaande
moedelijkheden toch niet lang meer aan het
bewind zou kunnen blijven en daarom zou
hij er de voorkeur aan gegeven hebben over
een democratische heivorming té vallen, om
de toekomst niet voor zich af te sluiten.
Het is best mogelijk, dat zulk een bereke
ning bij Giolitti heeft vorgezeten, of het wer
kelijk zoo is, zal hij wel aan niemand ver
tellen.
Van de moeilijkheden, waarvan hier bo
ven sprake is, is de voornaamste de verhou
ding van het kabinet Giolitti tot het cleri-
calisme, respectievelijk het Vatic-aan. Bij
de laatste Kamerverkiezingen in Maart van
dit jaar, werd een aanmerkelijk aantal katho
lieken gekozenhet Vaticaan had wel is
waar het kiesverbod (non expedit) in be
ginsel gehandhaafd, doch toegestaan dat de
katholieken overal hun kiesrecht uitoefen
den waar zij de verkiezing van een vijand
der 'kerk konden verhinderen. Er werden 21
uitgesproken 'katholieken gekozen, en bo
vendien bevonden zich onder de meerder
heid die Giolitti verkreeg, tal van afgevaar
digden, die hunne verkiezing aan de katho
lieken te danken hadden eh daarom voor de
kerk moésten opkomen. Giolitti wist dit te
waardeeren j de troonrede ter opening van
de nieuwe Kamer meldde dan ook niets van
de vroeger beloofde hervormingen op het ge
bied van onderwijs- en huwelijkswetgevingen
ide sinds dioor Giolitti aangenomen houding
toonde duidelijk, dat het Vaticaan op hem
rekenen kon. In den Iaatsten tijd waren
•zoowel in de pers als ijl de Kamer de katho
lieken Giolitti's ijverigste verdedigers, niet
om hem zelf, dooh uit vrees, dat Giolitti's
eventueel© opvolger den sibrooim van het was
sende anti-olericalfeme niet zou kunnen te
genhouden. Doch ook de uiterste linkerzijde
is bij de laatste verkiezingen sterk, en wel
van 67 tot 113 leden, vermeerderd. Tal van
gebeurténissen hebben het anti-clericalisme
Versterkt en de houding van Giolitti heeft er
eveneens toe bijgedragen bij allen die niet
olericaal zijn, wantrouwen te wekken. Men
heeft ten slotte gemerkt, dat de kerkdijken
in de afdeelingen buitengewoon gewerkt heb
ben, om een flinke meerderheid voor de re
geering tot stand te brengenwellicht is
juist die bijzondere ijver de oorzaak er
van geweest, dat de regeering hare meer
derheid verloor. Na de verkiezingen telde de
officieuse pers onder de ruim 500 afgevaar
digden 350 aanhangers der regeeringbij
het eerste votum van vertrouwen op den
31en Maartstemden voor de regeering slechts
270 afgevaardigden tegen 72 der uiterste lin
kerzijde, de centrumgroepen onthielden zich
van stemming. Daaruit bleek, «dat bet af-
brokkelingswerk geen heksenweik was en
sinds diien is er onder de Vlottende massa
Kamerleden, die tussohen oppositie en meer
derheid -balanceerde, de kentering ten na
deel© van het kabinet toegenomen, gelijk dit
laatste thans maar al te gevoelig heeft on
dervonden. Bovendien -is het in de parle
mentaire geschiedenis van Italië een onder
vinding van -oudsher, dat Kamermeerdedhe-
den zich zeer spoedig vrijmaken van de re
geering, waaraan ze hun parlementair be
staan te danken hébben.
Wanneer de kroon de oppositie welke
speciaal wordt vertegenwoordigd door den
radicalen afgevaardigde en oud-minister
Pantano, die wel hot krachtigst, in vereeni-
ging met de groep van den oud-minister
Sonnino de campagne tegen het kabinet
beeft gevoerd tot bet bewind roept, dan
zal deze voor een moeilijke taak komen te
6taan, omdat ze, zoo als wij vroeger al aan
stipten, uit «zulke uiteenloopende elementen
Het kabinet Giolitti heeft ongewoon lang
geregeerdde thans 67-jarige Giolitti was
3§ jaar onafgebroken president, nadat hij
reodö" van 1892 tot 1893 en van 1903 tot
1905 aan het hoofd van het ministerie had
gestaan. Onder Crispi was hij minister van
financiën, onder Zanardelli van 1901 tot
1903 minister van binnenlandische zaken.
Duitscbland.
B e r 1 ij n 3 Dcc. De Rijksdag heeft
tot tweeden vice-voorzitter gekozen den erf
prins van H-o'henlohc-Langenburg, hospi-
tant van de Rijkspartij, met 178 stemmen.
98 biljetten waren blanco. De sociaal-demo
craat Singer kreeg 42 stemmen.
Berlij n, 3 Dec. Bij den Rijksdag is
bedien 'ingediend een witboek betreffende
de Londensche conferentie over het zeeoor-
logerecht, be vatende een algemeen rapport
der commissie van. redactie dier conferentie
ter opheldering van het zeeocrtlogsreehl
terwijl daaraan aansluiten concludeerende
opmerkingen
Frankrijk.
De Senaat heeft met groote meerderheid
het beginsel der verplichte ouderdomsver
zekering aangenomen.
De onlangs gedichte Bond van beamb-
tenvereeuigingen heeft openlijk eeh verkla
ring doen verschijnen, waarin gezegd wordt,
dat de leden van den Bond, als trouwe die
naren van de Rejubiiek 'buiten den strijd
der partijen blijven en de openbare orde
niet zullen verstoken, en dat zij eenparig
hebben besloten niet tot staking hun toe.
vlucht- te nemen bij de verdediging van hun
beroepsbelangen
Engeland.
Londen (Hoogerhuis), 3 Dec. Het
parlement is officieel verdaagd.
Londen, 3 Dec. In de troonrede,
waarmede het parlement voor den vorm werd
gesloten, wordt gezegd, dait het officieele
bezoek van den Koning van Portugal veel
genoegen verschafte, en de band'en van
vriendschap bevestigde en versterkte, welke
zoo langen tijd de beide verbonden volkeren
gelukkig vereenigden.
De betrekkingen met de buitenlandsche
mogendheden blijven, van vriendschappelij -
ken aard. De moeilijkheden, welke onge
lukkig in den herfst van het vorige jaar in
Zuidoostelijk Europa zich voordeden, zijn
gelukkig op practische wijze en onder be
houd van den vrede opgelost, terwijl het
constituüoneele stelsel in het Turksche rijk
voortgaat bevredigende vorderingen te ma
ken
De Koning maakt melding van de be
krachtiging van eenige overeenkomsten van
de Haagsche Vredesconferentie van 1907,
waaromtrent voorbehoud was gemaakt en
van do hernieuwing van de arbitrageverdra
gen met Duitschland, Zweden, Noorwegen,
Zwitserland en Portugal, terwijl de hernieu
wing van andere te verwachten is.
Voorts wordt gewezen op de uitbreiding
van de Indische wetgevende raden,
Z. M. wees verder op de stichting van
de Zuid-Afrikaansche Unie en zeide
Deze vrucht van het succes dat gepaard
ging met de schenking van vrije instellin
gen aan de nieuwe koloniën, geeft aanlei
ding tot hartelijke gelukwenschen. Z. M.
ze:de er niet aan te twijfelen of de Unie zou
bijdragen tot- de kracht van Zuid-Afrika.
Hij legde den nadruk op het groote weder
zij dsche voordeel van de met de koloniale
regeeringen in Juli j.l. gehouden conferen
tie voor de verdediging ter zee en te land.
Z. M. betuigde zijn dank aan het Lager
huis voor de vrijgevigheid en de zorg waar
mede liet maatregelen getroffen heeft om te
voorzien in de groote vermeerdering der
nationale uitgaven, als gevolg van de
eiscben, die de rijks verdediging en de soci
ale hervorming stellen. De Koning be
treurde het dat deze maatregelen nutteloos
genomen bleken te zijn. De troonrede ein
digde met een opsomming van de wetsont
werpen, die in deze zitting zijn aangeno
men.
Londen, 4 Dec. Officieel wordt
bericht, dat de ontibin«ding van het
parlement is bepaald op 8 Januari; de ver
kiezingen beginnen op 13 Januari.
Londen, 3 Dec. De verschillende
ambtenaren bij de belastingen heboen mede
gedeeld, dat de betaling van de belastingen,
welke zijn opgenomen m de begrooting op
het oogenbli'k aan de vrijheid van een ieder
overgelaten. Maar de personen, die thans
niet betalen blijven belastingschuldig, in
dien de belastingen later met- terugwerkende
kracht weder in werking worden gesteld
Worden zij niet wedier geheven, dan zullen
alle gedane betalingen worden teruggegeven.
Londen, 3 Dec. Lloyd George zeide
in een redevoering in de National Liberal
Club dat de Lords, door het afmaken" der
b^groo'.ing, welke voorzag in de onvermij
delijke kwalen, waardoor massa's armen wor
den getroffen, hebben getoond, dat zij een
klasse zijn, gezegend met elk geluk, die noch-
thans niet een klein doel van haar overvloed
wil afstaan om de scheppers van hun rijk
dom te beschermen tegen de ver-chrikkingen
van ellende en wanhoop.
Dit is hun laatste daad van vernielende
woede. Met al 'hun slimheid heeft hun in
haligheid bun kracht overtroffen en wij heb
ben eindelijk vat op hen.
Hieronder volgt nog "t een en ander over
de wijze waarop het gedenkwaand'ge besluit
dooi de Lords werd genomen in den nacht
van 30 November op 1 December, te mid
dernacht.
Om halftwaalf had Lord Crewe zijn rede
voering ten einde gebracht. Zij had weinig
indruk gemaakt en de leden van bet Huis
waren een weinig soezerig geworden. Maar
toen de spreker eindigde en het groote
©ogenblik voor de stemming daar was, ont
waakte eensklaps de belangstellingmen
hief zich op uiit zijn gemakkelijke houding
en er ging een gec'ruisch van stemmen door
de zaal Het Huis was eivol, een groot aan
tal Peer* moest blijven staan, zoons van
Peercis verdrongen zich op de trappen van
den troon, en op de galerij, bestemd voor
het Lagerhuis en de vreemKlelingen stonden
de toehoorders mannetje aan mannetje.
Daar verhief zich de gepmikt-e Lord-Kan.
s«eher van zijn „wolzak'' (de Lórd-Kanselier
vertegenwoordigt de regeering in het Hoo
gerhuis hij draagt een pruik als in de ze
ventiende eeuw en is gezeten op den zoo ge
il aamden wolzak) en met een duidielijke
stem vroeg hij, of het Huis de middelenwet-
voor de tweed» maal wilde lezen, erbij voe
gende dat er een amendemnt was ingediend
door Lord Lansdowne om zulk niet te doen
dan na de meening des volks géhoord te
heben. Van de banken der minisiterieelen
klonk een gemurmel van content", hetgeen
zooveel wiüde zeggen als dat zij de tweede
lezing aanvaardden, terwijl van de opposi-
fciébaken een veel 'luidier g«emlorimied weer
klonk van ,,not-contentr'. De ,,not-contents"
hebben het gewonnen, zei de Lord Kanse
lier. Neen, riepen de ministerieelen, de
„contents'" hebben het gewonnen. Zij wis
ten natuurlijk wel dlait- dit niet waar was,
maar de«ze bewering was nooidlig om een
hoofdelijke stemming uit te lokken. „Maakt
plaats aan de balde", ï-iep daarop de Lord
Kanselier en de leden van het Lagerhuis,
die achter bet hek stonden, trokken zich
onmiddellijk terug naar de buitenste cou
loir, om plaats te maken voor de Lords, die
thans alien de zaal verlieten en op 'hun beurt
achter op het hek kwamen te staan om ver
volgens do zaal binnen te komen door twee
verschillende deurenwie vóór verwerping
was kwam door de eene, wie de begrooting
wilde aanvaarden door de andere. Aan
bedde deuren stonden twee tellers met witte
stokjes, een van de regeeringspartij en een
van «de oppositie Langzaam aan vulde het
Huis zich, hoewél door de deur de voor
stemmers al heel spoodiig nipmand meer bin
nen kwam Toen alle Lords binnen waren,
gingen de tellers naar den Lord Kanselier,
deelden hem den uitslag mede en de Lord'
Kanselier sprak, kalm alsof hij de meest
onverschillige zaak 'ter wereld mededeelde
„Conten/ts 75, not-con tents 350. De not-
contents hebben het gewonnen." Er volgde
geen demoncratde zooals in een ander par
lement zou gebeurd zijn. De unionistische
Lords toonden hun vreugde evenmin als do
liberalen hun spijt: daarvoor zijn deze hee-
ren vecil te deftig. Alleen op de galarij
hoorde men ©enig gefluit.
Het is wanneer men de geschiedenis der
laatste Lo jaren nagaat eigenlijk de derde
parlementsontbinding van buitengewoon be
lang waartoe «cle Koning nu zijn toestem
ming beeft gegeven.
Ontbindingen van bet Lagerhuis zijn er
in dat tijdvak geweest in 1886, 1892, 1895,
1900 en 1905. Daarvan waren de bedde
eerstigenoemden verreweg de belangrijksten.
In 1886 was door het uittreden der Li
berale Union is/teil de tweed© lezing van het
Home Rul© wetsontwerp met 343 tegen 313
stemmen verworpen. Gl«adstone trad af en
de algemeen e verkiezingen van 15 Juli
brachten een meerderheid van 118 stemmen
voor de vereenigde conservatieven en libe
rale unionisten, die 393 zetels bezetten
tegenover de 275 der radicalen en Home
Rule-aan hangers
De tweede ontbinding (van 1892) gaf een
meerderheid voor Home Rule in Wales, Ier-
ling en Schotland, doch in Engeland zelf
kregen de unionisten een meerderheid van
71 zetels, terwijl de geheele unionistische
meerderheid slechts 57 zetéls bedroeg.
Hét was diestijidS dezélfdé Asquith, die
thans de ontbinding beeft gevraagd, «die
toen een motie van wantrouwen in de regee
ring met 350 tegen 310 stemmen door het
Hoogerhuis wist te doen aannemen waarop
het ministerie aftrad.
Asquith wend toen minister van Binnen-
landsche Zaken in het nieuwe kabinet-Glad.
stone.
Thans is de derde groote ontbinding ge
schied en zelden was er wel een die dieper
ingreep in het Engelsche Staatsrecht, vooral
omdat het ditmaal de Lords zijn geweest
die er den eersten stoot toe hebben gegeven.
71 »OOR
RUDOLF H1RZOG.
„Mijn verlangen zal ik wél de baas wor
den. Maar hen hun toonen, terwijl zij hét
mij .niet toonen Zoo ver zoo ver zijn wij
"toch nog niet."
„Ik zal er dan alleen heen. gaan. Waar
en wanneer tref ik je?"
„Om (bij tienen aan 'het station. Ik zal
onderwijl eens rond kijlken, waar Ewald .nog
schulden achtergelaten heeft. Doe de groe
ten."
Ze scheidden.
„Luister eens, Paull"
„JaT"
G us tav Wiékotten kwam terug. „Zorg er
voor, dat je de kinderen te zien krijgt...
Je je begrijpt mij wel
Paul schudde hem de hand. „Dat spreekt
■vau zelf."
Gustav Wiskoüten nam een kijkje van
Düsséldorf. Wat zou hij met de rest van
dól middag en avond aanvangen? Maar het
rondslenteren verveelde hem. Hij kende de
stad van haver tot gort. Uit de Alléestraal.
sloeg hij de Bolkerstraat in. Hier woon
den «de Zinters
A chit er de kleine ruitjes lokten de fles-
schen met groenen, gelen, rooden en witten
inhoud. Een pak tabak „Hendrik Olden-
fkot't" was er boVenop gestapeld. Daarbo
ven kruisten el-kaai- twee lange Hollandsche
pijpen.
„Regelrecht het bol naar binnen."
Hij trad met don lboed op het hoofd op
het buffet toe. „Bent u mijnheer Zinters?"
„Zoowait 'n vijftig jaartjes is dat ten
minste zoo geweesn."
„Mijn naam is Wiskotken. Mijn broer
Ewald beeft bij u gewoond."
„Wat u ze-gitDie charm'ante jongeheer
iwas mijnheer uw broer 1 Gretchen, kom 's
gauw bier. Kijk 's, wat 'n eer. Dié heer
ds.'n broer van mijnheel' Wiiékotten."
Gretchen Zin tere kwam naderbij, mat den
bezoeker met een bliksemsnellen blik, boog
eu reikte hem onbevangen lachend de hand.
Gustav Wiskoitten nam «dten hoed af. „Jam
mer, dat mijnheer Ewald dait- genoegen niet
mee'- gehad heeft."
„Waarom ihebt n hem dan la'ten loopen?"
„Och," zeide ze aarzelend, „hij begon zoo
vrij te worden. En daarvoor was hij toch
nog te jong."
Gustav Wisktotiten lachte. „Stelt u dan
in ouderen meer vertrouwen?"
De ou'deren zijn net zoo «gek als de jonge
ren. Het Liefst zijn mij nog de bezadig
der
En onder welke categorie rangschikt u
mij 1
„Die zoo «vraagt, kent het antwoord. Zal
ik jenever brengen?"
„Voor mijn part. Ik hoop, dat er geen
vergift in zit."
„Vergift,' mengde zich de oude Ziirters
in het gesprek en knipoogde sluw. „Waar
in Holland de Rijn uitmondt, dat weet zelfs
zoo'n ouwe Rijnschipper als ik niét, bij mijn
ziel en zaligheid. Maar hoe je in Holland
aan de echte snaps kom/»- en hoe je 'm voor-
deelig en onvervailséht over de grens krijgt,
mijnlheei' Wiiskt/tlten, dat mloogit u mij ge
rust-nachts in den slaap vragen. Dat is
te .zeggen als er geen douanen bij zijn."
Gretchen bracht bet glaasje op oen blad.
Wel bekome 't uZe knikte en keek hem
tersluiks aan. „Drinkt, u niét mee, mijn
heer Zinters. Met z'n tweeën gaat zulk
een ontduiking dér belasting makkelijker.
„Gretclheoi'n gl«as. Zeer aangenaam,
mijnheer Wiskoitten. Wilt u niet gaan zit
ten Dan is 'it dadelijk gezelliger. Wat zegt
u? Daa/r brengt heit meisje waarachtig de
Qieele flescih. Je hebt goeie plannen, Gret
chen."
„Zal ik 'm weer weg brengen?"
„Laat maar staan, juffrouw!" Hij ledigde
liet glas in één teug. „Naai1 ben-edon met
•alles, «walt ons kwelt. Wat kan men hier
te eten krijgen?"
„Prima Edammerkaas. Haal eens 'n
flink stuk, Gretchen."
Girebchjon verdween in de «keuken, om da-
«clelijk diaarop met een rood geverfiden bol
terug te koeren. Ze legde f luiks een servet
over de tafel, droeg bordjes, boter en brood
aan en zotte de ienever er naast.
„Dat is genoeg vóór de heele familie,"
lachte Gustav Wiskoitten„Wat dunkt
u? Zullen we dat met ons drieën gemeen
schappelijk te lijf gaan?"
„Mij goed:, mijnheer Wdskotiten. Maar
'>t brood heel dun snijden, Grótcihen, en die
kaas dik. We zijn geheel onder ons."
Gustav Viékotteii keek toe. Hij voelde
zich heel béhaaglijk naast het mooie kind
met de levendige, lenige bewegingen.
„Ocgen hébt u, zoo zwart als kolen, juf
frouw."
„Bijna precies zoo heeft mijnheer Ewald
't gezegd."
„Goed, da't u mij aan h«em herinnert.
Mijnheer Zinters, h«oe hóóg staat de jonge
man nog bij u in 't krijit?"
„Niet de moeite waard, «mijnheer Wis-
locttenDaaiVoor behoeft u niét in uw por-
tomonnaie te tasten. Dait draagt u los in
uw vestzakje."
„Geef dan maar's hier, op/dat u die reke
ning schrlappen kunt.''
De waard stond op, zocht achter zijn
buffet rond en kwam met een lange reep
papier te voorschijn. Gustav Wiskotten
vloog 'liet door. Hij zette groote oogén op.
Daar 'bespeurde ,hij de aanraking van een
zacht Li cl ia am en Jas, zonder «zijne verwon
dering over id1© «opgleteieikendiei poelten te ken
nen te geven, verder. Gretchen Zin'ters
had zich als toevallig tegen liean aangedrukt.
Het dónkere koje over zijn schouder gerekt,
keek ze met hem tegelijk de rekening na.
„Al 't extra goede, dat we 'm gedavn
hebben, dat hebben wie niét ee»6 opgeschre
ven. Hij kon soms ook erg lastig zijn.'
„Zoo, zoo.Wat hébt u 'n mooi
zwart haar!"
„Dait heeft mijnheer Ewald ook gevon
den."
„Dien hébt u zeker aardig het hoofd op
hoi gébracht?''
„Hij wildé het mijne op hol bron gen
„En dat is bom ndet gelukt?"
Ik geef geen zier om «zulke jonge hoe
ren
wj.
„Zou ik meer geluk hébben?" schertste
Ze stiet ham zacht met den soliioudër als
een katje, dat een hoogen rug zet- en snor
ren..'! kopjes geeft.
I Guistaiy Wiékótten kreeg het behaaglijk
t warm. Hij wierp nog «een «blik op het to
taal «der rekening, haallde zijne portefeuile
te voorschijn en schoof den waard, die een
bezoeker bediend, had, een paar bankbiljet
ten toe. „Als je hl'iefit."
Zinters nam ze op en giing wisselen. ^,De
j rente zal ik er tegélijkert«ij«d maar af hou
den. Dait. maakt Ibijna niks uit."
j „Valt er dan voor [dien tusscheupersoon
niets of, juffrouw Gretchen?"
De bezoeker had hun dén rug toegekeerd
de oude rekende in het neven vort rek. Ze
wendde het hoofd luisterend naar alle kan
ten, boog «zich 6nel voórovier en drukte vast
hare lippen op ide zijne.
„Ss/t," fluitoeridie ze. „Nu is 't genoeg.
Voor u moét «men oppassen
1 Maar hij trok haar met een korten ruk
nog een tweede maal naar zich -toe. Zoo'n
i lief kind
i.yKijk niet zoo léelijk
„Het «zijn geen boozc oogen, hot zijn hon-
gprige oogen. Ik zal j«e dadelijk nog op
eten."
„Blijft u nog 'n «beetje? Ja?"
„Als je heel lief bent
„Ze streelde lvem .tot antwoord met de
hand over het gezichlt.
J Naar boven en naar beneden. „Zóó
pluelio en zóó fluiweel,lachte ze d'aailbij
„Blijf nog 'n beetje."
„Vléistor," knorde hij en schudkle haar
om haar middel.
Wordt verx-uhjd.