X\ 104
Maandag 6 December 1909.
BUITENLAND,
FEUILLETON.
DE WISKOTTENS.
tl rtitratrtiiig.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maandon voor Amersfoortf l.OO.
Idem frauco per poet- 1.50.
Afzonder.jjfce nummers - 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
A d verten t iönmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 urn
's morgens by de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer -0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer vocg-deelige bepalingen tel
het herhaald adverteeren in dit B^ad, bjj abonnement. Kea^
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvrat
toegezonden.
Kennisgevingen.
De Burgemeester van Amersfoort brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat, vólgens schrij
ven van den Commissaris der Koningin in de
provincie, d.d. 2 December 1909, 4e afdeeling,
no. 6471/4488, op 7 December a. s. en «co noo-
dig ook op de volgende dagen schietproeven
/allien worden gehouden op het fort Erfprins
met een kanon van /waar kaliber, waarbij on
veilig wordt gemaakt een sector tusschen de
ware richtingen N.N.W. en W.N.W. tot op 8000
M. van 'het fort; deze sector wordt aangegeven
door 3 bakens met een driehoek als toptee'ken
Op do dagen, dat gevuurd) wordt, zal van het
fort .Erfprins, en zoo mogelijk ook van de Schou.
tenkaap eene roode vlag waaien, die 3 uur vóór
het begin der proef halfstok en één uur voor
den aanvang geheel voorgeheschen wordt. Bo
vendien zal op den avond vóór en op de dagen,
waarop geschoten wordt, een. waarschuwingsbord
geplaatst worden op het terrein van den gemeen
telijken vischafslng te Nieuwediep. Een stoom-
vaartuig rot waarschuwen of sleepen zal niet
aanwezig zijn. Bij de uiteinden van dat gedeelte
<ler Heldersche zeewering, dat als onveilig wordt
beschouwd, zullen posten worden geplaatst, die
door het opsteken van roode vlaggetjes zullen
aangeven, dat het verkeer verboden is, hetgeen
in den regel niet langer dan 5 minuten zal duren,
terwijl daarna het vuren eenigen tijd gestaakt
wordt.
Amersfoort, den 4. December 1909.
De Burgemeester van Amersfoort.
WUIJT1IER8
De Burgemeester van Amersfoort brengt ter
kennis, dat, volgens missive van den heer Com
missaris der Koningin in deze provincie, d.d. 1
December j.l., 4e Afdeeling, no. 6460/4415, de
navolgende verlofgangers der Landweer, in uni
form gekleed en voorzien van de kleediing- en
uitrustingstukken, lion bij vertrek met verlof
medegegeven, benevens van zakboekje en ver
lofpas, zich hebben aan te melden op den datum
en tijdstip achter hunne namen vermeld', bij den
•lieer Dist ricts - Com mand an t der Landweer te
Amersfoort (le Kazernestraat), teneinde door
genoemden. Iai ndweer-Dis tricts -Com m a nda nt- te
worden onderzocht
1. Stalenhoef, Pieten, 18 December 1909, 9
uur voormiddag.
2. Van Zuilen, Hendrikus Hermanns, 18 De
cember 1909, 9 uur voormiddag.
3. Van Putten, Jacob, 18 December 1909, 9
uur voormiddag
4. Achterberg, Gerandais, 18 December 1909,
9 uur voormiddag.
5. Wijnhof. Lamüiertus, 18 December 1909,
9 uur voormiddag.
6. Van Rijn, Jacobus, 20 December 1909, 9
uur vooriiniddag.
7. Te Kloctse, Wesscl, 20 December 1909, 9
uur voormiddag.
8. Helderink, Johannes Hendrikus, 20 De
cember 1909, 9 uur voormiddag.
9. Everaars, Cornelis, 20 December 1909, O
uur voormiddag.
Amersfoort, den 4den December 1909.
De B urgemeester voornoemd
WUIJTIERS.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort
brengt, ter voldoening aan de aanschrijving van
den Commissaris der Koningin, in de provincie
Utrecht, d.d. 29 November 1909, 4e afd., no.
63864387, ter kennis van belanghebbenden, dat
i:i> de gemeente Utrecht een geval van kwaden
droes is voorgekomen bij een paard, afkomstig
uit Wijk bij Duurstede.
Amersfoort', den 4. December 1909.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Politiek Overzicht
De strijd tussclien Hoogerhuis
eu Lagerhuis.
Donderdag heeft de Britsche premier As-
qui'h in zijne s'rijdrede tegen liet Hooger-
huis medegedeeld, dat de Koning aan de
ontbinding van het parlement zijne goed
keuring had gehecht; een dag later is het
bij Koninklijk besluit verdaagd. Deze vorm
van verdaging is naar alle zekerheid uitslui
tend deswege gekozen, wijl anders de ont
binding onmiddellijk had moeten geschie
den en de verkiezingen dan midden in den
adventstijd zouden zijn gevallen, vóór alles
echter omdat dan volgens de kiezerslijsten
van dit jaar zou moeten worden gestemd,
terwijl een verkiezing in Januari natuurlijk
volgens de nieuwe lijst plaats vindt. En zoo
zal, naar officieel is bekend gemaakt, de
ontbinding den 8en Januari plaats hebben
en zullen de verkiezingen zelf den 13en
d.a.v. aanvangen.
Met de voorbereiding tot den verkiezings
strijd is men echter reeds lang doende, men
heeft daarvoor den uitslag der stemming in
het Hoogerhuis niet behoeven af te wachten.
De strijd zal, het liet zich in het parlement
reeds aanzien en is nader gebleken uit
de rede die Lloyd George Vrijdag voor de
National Liberal Club heeft gehouden, met
groote heftigheid worden gevoerd.
In de troonrede, die volgens het gewone
cliché was opgesteld en verder niets bijzon
ders bood, heeft een enkele zin de aandacht
ge'rokken. In dat gedeelte der rede, het
welk op de geldmiddelen slaat en waarbij de
Koning zich, volgens constitutioneel ge
bruik, uitsluitend richt tot de leden van
het Lagerhuis, heet het namelijk: „Mijne
Heeren, leden van het Lagerhuis, ik dank
u voor de vrijgevigheid en de zorg, die gij
hebt getoond naar aanleiding van de groote
vermeerdering van 's lands uitgaven, ge-
ëischt door de nationale verdediging en de
sociale hervormingen. Ik betreur het, dat-
de door u genomen maatregelen nutteloos
zijn geweest." Deze woorden zijn in de pers
nog al besproken. Men heeft daaruit opge
maakt, dat de Kroon de door do meerder
heid van bet Lagerhuis aangenomen begroo
ting niet voor onaannemelijk heeft gehou
den, als hoedanig ze door het Hoogerhuis is
gequalificeerd. Wel is waar wordt de troon
rede door de regeering ontworpen, doch zon
der twijfel zou, indien de Koning had ge
wild dat deze zin verdween, zijn wensch zijn
opgevolgd. Toch behoeft bet feit, dat de
Koning deze zin heeft laten staan, nog niet
te 'beteekenen dat- hij alle voorstellen van
Lloyd George goedkeurt. Alleen reeds om de
onverkwikkelijke gevolgen van deze crisis
kan de Koning gewenscht hebben, dat ze
werd vermeden in dezen zin zullen de
conservatieven de, voor meer dan één uit
legging vatbare, woorden uit de troonrede
wel trachten te verzwakken.
Wat den financieelen chaos betreft, de re-
geering heeft, zooals van den aanvang af
werd voorspeld, van geen marchandeeren
over de begrooting willen weten. De Lords
hadden klaarblijkelijk verwacht, dat de re
geering een hulpbegrooting zoude indienen,
waarvoor ze genadiglijk hunne toestemming
beloofden, doch minister Asquith beeft zulk
eene tegemoetkoming als onwaardig van de
band gewezen en wil alle consequenties, die
uit den toestand voortvloeien, op het Hoo
gerhuis doen neerkomen. Het eenige wat hij
tot vermindering van de financieele warboel
doen kon, zoo verklaarde hij, was, dat de
regeering de belastingbetalers vrijliet de in
de begrooting begrepen belastingen, ook
zonder dat deze door Hoogerhuis en Kroon
zijn bekrachtigd, verder te betalen, onder
voorwaarde dat ze zullen worden terugbe
taald, wanneer eventueel als gevolg van den
uitslag der nieuwe verkiezingen een regee
ring zal optreden, die de begrooting prijs
geeft. Dat de premier voor deze houding
scherp door Balfour is aangevallen, laat zich
begrijpen. Bij de verwarring op financieel
gebied komt nog dat ook de schatkist direct
verlies lijdt. De regeering moet, daar inmid
dels het beheer toch niet kan stilstaan, zich
de noodige middelen door leeningen of
schatkistbiljeten verschaffen. Ofschoon
waarschijnlijk de onlangs door Gladstone's
voormaligcn secretaris Lord Welby, opgege
ven som van 49 millioen pond sterling, welke
op deze wijze zou moeten worden opgebracht,
te boog is geraamd, ontslaat er vanzelf een
zeer aanzienlijke rentebehoefte, welke het
toekomstige tekort vergrooten moet.
In ons vorig artikel over den thans ont
ketenden strijd, dat onmiddellijk na het be
kend worden van den uitslag der stemming
over de motie Lansdowne werd geplaatst,
zijn de factoren, die bij dezen wereldhistori-
schen kamp ter sprake komen, dermate uit
voerig weergegeven, dat wij in de vele na
dere beschouwingen in de buitenlandscbe
dagbladen, zoowel Engelsche als andere,
weinig nieuws meer hebben gevonden. Wij
vinden over het vetorecht der Lords ergens
nog deze kenschetsende passages: ,,Het
theoretisch recht den* Lords schijnt door
iedereen te worden erkend, dezer dagen
nog door den Loi-d-kanselier en Donderdag
door minister Asquith. Maar dit recht is
gelijk aan dat van den souverein om de be
krachtiging eener wet te weigeren, die door
beid© Kamers is goedgekeurd. Waar is de
minister die een Engelsch souverein zou dur
ven aanraden zijn goedkeuring niet aan
eenige wet te hechten? Het Hoogerhuis, zeg
gen de liberalen in ,,plus royal:ste que le
roi" geweest."
Een felle aanval op de Lords vindt men
in de volgende beschouwing: „Een groeit
rijk heeft tegen het einde van liet begroo-
tingsjaar geen begrooting omdat de grond
bezittende adel, die zich i.ooit om de zorgen
des 1 an dis bekommert, van zijne landgoede
ren ie gekomen om een financieele wet te
verwerpen, die, gelijk zelden eene andere,
de grondslagen der sociale rechtvaardigheid
nakomt. Het is in de toekomst niet meer
voldoende dat men het recht van het- Lager
huis de staathuishouding alleen te regelen,
voor altijd vaststelt, oo.k bij die andere doe
len van wetgeving dienen voorzorgen te wor
den getroffen, opdat de stem van 600 men-
sc'ien, die niemand vertegenwoordigen als
hunne eigene persoon en van wie het mee-
rendeel zich jaarin, jaaruit, van de staats
zaken verre houdt, niet telkens verhinderen
kan wat de gekozen vertegenwoordigers des
volks besloten hebben. Of nu zulks door
eene beperking van het recht van veto der
Lords geschiedt in de reedis dkxr Campbéil-
B an nermann voorgeslagen richting of door
eene geschreven grondwet, waarvan de En-
gelsrhen wel is waar een afkeer hebben, dit
is een kwestie van later zorg."
Als tegenwicht geven wij heb merkwaar
dige oordeel van een ander buiitenlandsch,
niet Engelsch blad, nl. de Temps, het Fran-
scbe voorname orgaanDe Temps, die zich
J var. den beginne af aan de zijde de-
Lords heeft geschaard lecilui: een artikel
j als volgt: „Do liberal en hebben (n.l. bij den
I veikiezingestrijd) in hun voordeel d:© stroo-
mingen van onzen tijd, de eenstemmig er
kende macht in elk Land met algemeen ki.i-
recht, waarvan Tadne, ongeveer twintig ja
ren geleden, met zooveel helderzïenéheid de
toekomstige gevaren dfeed uitkomende ver
wondering die, in de partijen welke zichzelf
„geavanceerd'' noemen, de aristocratische
privilegiën uitlokken, die in Engeland meer
dan overal eldiers zulk een lang leven hebben
'behouden. De Lords en dé conservatieven
hebben anderzijds volkomen grond om te
zeggen dat bun recht om te doen wat zij ge
daan hebben, onbetwistbaar is, dat het feit
d t zij gedurende lange jaren vaii dit recht
geen gebruik hebben gemaakt liet niet heelt
kunnen uit den weg ruimen, dat waar de
begrooting aan bet Hoogerhuis onderworpen
wordt, zulks klaarblijkelijk toch daarvoor
geschiedt opdat het die onderzoeke, goed- of
afkeurt; dat ten slotte de voorrechten der
Lords te meer gerechtvaardigd zijn, waar in
onz da-gen, en voornamelijk in Engeland,
het niet de lagere klassen zijn die gevaar
loopen, gelijk vroeger, onrechtvaardig te
worden getroffen en overstelpt met belastin
gen, doch integendeel de rijken en dat het
dus niett het- oogenblik is om hen te ont
wapenen."
Do liberalen beschikken over vaardige
woordvoerders en gewikste debaters als
Lloyd George en Winston Churchill.
Voort6 geiet op de financieele warboel die
de bevolking natuurlijK aan de Lords zal
t-oesc'hrijven zou men mogen zeggen dat de
leiders -der conservaieven met niet al te veel
vertrouwen den uitslag der verkiezingen
kunnen tegemoetzienHet is waar dat de.
herstemmingen van den laatsten tijd grooten-
deels voor de liberalen ongunstig uitgeval
len zijn, en gezien den inhoud dezer begroo-
tdng is het ook waar dat het in grondbezit
en alcoholproductie belegde kapitaal 't niet
aan groote financieele offers zal laten ont-
b xken, om eene meerderheid van Tories uit
de verkiezingen te doen voortkomen. Deson
danks is men zich onder bezonnen conserva
tieven volkomen bewust van de geringe waar
schijnlijkheid waarmede eene ommekeer in
de politieke verhoudingen kan worden ver
wacht. Vooral de rede door Lord Roselbery
in het Hoogerhuis gehouden was eene uiting
van die bezorgdheid. Menige herstemming
werd door de conservatieven uitsluitend ge
wonnen doordat de arbeiderspartij cane'idatu-
ren stelden, die absoluut geen uitzicht op
succes beden, daardoor de stemmen der
vooruitstrevende kiezers versnipperden en,
wijl in Engeland geen hei-stemmingen plaats
hebben en de betrekkelijke meerderheid gel
dig is in plaats van de vo lelt rekte, de con
servatieven in het zadel hielpen.
Het zou well eens kunnen gebeuren dat
deze fout bij de volgende verkiezingen ver
meden wordt, In dit geval zal men, zonder
dat eene speciale overeenkomst behoeft te
worden gesloten, bet stellen van candidaten,
die geen uitzicht op succes hébben, zooveel
mogelijk verhinderen, terwijl ook de liberalen
concessies zullen moeten doen. Dab deze laat
ste met zulk een kolossale meerderheid als
ze thans bobben in het Hoogerhuis zullen
terugkeeren, schijnt in elk geval uitgesloten,
doch die hebben ze ook niet noodig.
Maar, gesteld deze samenwerking komt tot
stand, dan blijft toch nog elke voorspelling
gewaagd Er valt nog rekening te houden
met d© bij geen partij aangesloten midden
stof, met de omstandigheid dat er unionis
ten zijn d'ie sterke voorstanders zijn van een
Lagerhuis dat machtiger is dan het Hooger
huisgematigde liberalen die niet zijn voor
een home rule van het Lagerhuis en de be-
voegdho -n van het Hoogerhuis niet te veel
verminderd wenschen te zien. De unionisten
zijn niet allen eensgezind over de economi
sche politiek, want er zijn ooik meerdere
unionistische vrij handel aars enz.
Onder deze omstandigheden is het voors
hands beter zich van prognostics te onthou
den.
Dultacbland.
Nu de n ation a al - lib c ralen en de de vrij-
co nservatie v e-R i j kap arti j weigerden de
plaats van tweede vice-president te aan
vaarden, stonden de conservatieven plotse
ling voor de vraagmoet nu aan een Pool,
of ©en sociaal-democraat of een antisemiet
die plaats worden aangeboden?
Om die beslissing te ontwijken en nog
eer.s na te denken hebben zij Woensdag de
vevdere verkiezing van heb bureau doen ver
dagen.
En inmiddels is er werkelijk iemand ge
vonden, die het centrum en de conservatie
ven uit den nood wil helpen, n.l. de erf
prins zu Hohenlohe-Langenburg.
De erfprins van Hothenlohe is een wilde,
maar hij hospiteert bij de Rijkspartij. De
prins von HobenLohe is een man, d'ie be
kend staat als een trouw evangelisch gezin
de, krasse anti-ultramon'taan, die bij de in
wijding der Lutherkirche eens het contrum
doodelijke vijandschap heeft gezworen. A'la
gevolg daarvan weigerde het centrum hem,
toen hij onder-staatssecretaris van koloniën
was, de ministerieele porteuille, en maakte
het hem bij de koloniale zaken het leven
zoo zuur, dat hij liever heengiing. En thans
heeft hét dien zélfden man tot tweeden vice-
president dóen kiezen.
„Dat thans" zoo schrijft een der Duitsche
bladen, enkele uren nadat de Rijkspari ij
verklaard heeft geen plaats in het presidium
te wenschen, onder dén druk van conserva
tieven en centrum aan Hohenlohe vergun
ning wordt gegeven om een benoeming te
aanvaarden, moet er toe leiden, dat voortaan
aan de mededeelingen en besluiten van die
partij hoegenaamd geen watard© meer wordt
gehecht'
Frankrijk.
De radicaal-socialist Dessoye heeft in de
Kamer een interpellatie aangekondigd over
de maatregelen welke de regeering denkt te
nemen, om aan de clerical© propaganda tégen
dé wereldlijke school perken te stellen.
De bepreking zal plaats hébben bij de be
handeling van de begiooting van onderwijs.
Engotaad.
Londen, 4 Dec. Voor een groote me
nigte werd heden op Trafalgar Square van
af zes platforms het woord gevoerd tegen
het optreden der Lords.
Een mot,ie werd aangenomen, waarin ver
klaard wordt dat het optreden der Lords een
ernstige bedreiging vormt tegen de volks-
vrij'.oden, die alleen kunnen worden ge
handhaafd bij volledige afschaffing van het
vetorecht der Lords.
Londen, 6 Dec. De Daily News
meldt, dat bijna alle kooplieden, welke ta-
72 »«o«
RUDOLF 1ERZOO.
De oud» Zinters kwam terug. Gustav
Wiskotten keek geld' en rekening na.
,,Et ontbreekt nog vijf mark."
„Hadt u niet gezegd vijf mark voor die
bediening? Neem mie niet kwalijk, dat dacht
ik." En hij zocht in zijn vefetzakje. „Een
vergissing ie mensohelijk, mijnheer Wiskot-
ten Men kan 't verkeerd vérs taan."
„Laiajb maar. Aan het dienstmeisje had
ik niet gedlaoht."
,,'n Pijpjel 'n Echte Holandscbe, lange
GoudSche pijp? En echte HolLanclsche taibak.
Die is in Bannen in 't geheel niet te krij
gen."
„Goed. Alleen maai- om de waar eens te
ondier zoeken
De waiaTld haalde een kistje tabak en
nieuwe l'ange pijpen. De ellebogen op tafel,
den dichten rook dér tabak voor zich uit
blazend, zaten de mannen tegenover elkan
der. „Het zou juist 'n goeie gelegenheid
voor 'n spélletje kaart rijn. Wat dénk>- u
daarvanmij nheer Wiekotten 1
„We hebben geen dérden man."
,,Dat zou ook 'n vrouw kunnen zijn.
G ret él ven kan 'it heel goed."
Krijg die kaarten, iGrete'hen. Zoo,
6ohud nou Maar 't mag n,iet om voel geld
giaan. 'n Stuiver 't fiche. Meer kan ik
zelfs 'n mijnheer Wiskotten niet bieden."
„Hè, 'n stuiver 't fiche? Dat kan goud
geld koeten."
„Zoudfc u ons die af willen halen? Dat is
mijne bedoeling niét. 'Sól'o klaveren!"
„Wacht, ik ben nég zoo ver niet. Solo
klaveren? U past, juffrouw Gretchenï ,Ik
ook."
Het spel 'begon. De oudé speelde goraf-
fmeéird, .hij won slag o-p slag. Gretchen
Zinters trapte ondér tafel Gus'.av Wiskot
ten zacht op den véöt. Dit maakte hem
verstrooid. Nu liet ze haar laarsjes op zijn
voet staan. Toen knipoogde hij over de
kaarten heen lachend tegen haar, en zij
lonkte hem boe.
„Troef," zeide Zinters.
„Hoeooo? Hebt u dan dén laatsten slag
genomen?
„Opletten," antwoordde de waarrd onver
schillig, „troef 1'*
„Wacht even," zeide Gustav Wiskotten,
reikte overr het tafelblad en legde dén laat
ste» slag uit. „Zoo, zoo! Waartaede wilt
u d'ie» idaai genomen hebben?"
„Ho wat, mijnheer Zinters. U hebt niet
bekend. Spélen we hier skat of spelen we
hier vadisch
„Gut," zeide Gretchen Zinters pruilend,
„wat stuift u toch gauw op. We spelen
hier immers voor ons pledzier." En ze trok
hem heimelijk aan zijn mouw en g'af hem mot
de oogen teékenen. Tóen liet hij dén oud©
spelen zooals hij wilde. Het Vroolijke spel
met het lonkende, verliefd doende meisje
vermaakte hém meer. De tabaksrook om
hulde de tafél, deglaasjes werden geledigd
en gevuld!.
Nu en dan stond de oude op met bezoe
kers te bedienen. De iblok-nofe, waarop hij
winst en verlies der seplenden noteerde, nam
hij telkens mee. Dan schoof Gretchen Zin
ters nader bij. „Laat hem dat genoegen
toch. I klheb zoon pledzier."
„Mét mij, katje?"
„Dat moest ik u eigenlijk heelennaal niet
zeggen. Ik maak u nog .maar verwaander."
„Ik kan 't verdragen, alle duivels. Vlug!
Vader kijklt juist een andereu kant op!"
Hef 'bloéd stroomde hem langzaam en heet
dOor de aderen en benevelde zijn brein. Hij
was het niet meer gewend liefkoozingen te
ontvangen. De reuk van den jenever, de
tabaksrook en te midden van den rook
lekkend en wenkenid de zwarte meisjesoogen
a-lis. dénkerigloeiendè, rijpe braambessen
hij rekte de breede borst opnieuw uit.,, Al
lo ns, meisje 1"
„Is 't waar, dat er in uw fabriek driehon
derd wan werken 1"
„Hef zullen er nog wel een paar meer
zijn."
„Wat fabriceert u dan alzoo?"
„Passementerieën, galons en kant."
„Hè, als ik dat allemaal 's rieu konl"
„Zal ik je meenemen?"
„Och, dat meent u niet. Maar u kunt
mij een pakje sturen
„En wat zou ik daarvoor (krijgen? Nou?
Zullen we elkaar wederzien?"
„Oh ja! Maar niemand mag het weten!"
„Alleen wij beiden."
„Ik .zou u wél laflldlooir 'n zoen willen ge
ven 1"
„Jou vleister! Wat voor 'n zacht, va-rni
schepseltje houd ik daar in m'n armen?"
„Weet u, wat ik zou willen? Wat ik liet
liefste zou willen?"
Ze Koek hem smeekend als een kind van
onderen af in de oogen.
„Nee. Iets van mij?"
„Als u wilt, kunt u mij helpen. Ik ik
zou zoo graag bij het tooneel willen."
j „Alle .achtingMaar ik geloof Waarachtig
dat je talent hebt!"
j „Ik zou voor u heel cm aal alleen spelen."
„Zooizoide hij, strékte de heenen
uit en gaf zich aan de onbekende stemming
oi er, die heim als een warm bad omhulde
„En .wat zou ik daarvoor moéten doen!"
i „Voor mijne opleiding zorgen." antwoord
de ze snel.
„En naderhand ben ik je kwijt."
„Dat gelooft u zelf niet," vleide ze en
staarde hem cmet kinderlijke (bewondering
aan. „Twee zoo als u zijn er op de heele we
reld niet. U 'bent izoo sterk
,,Wil ak je eens mot één vinger optillen?"
en hij toonde meesmuilend zijne vuisten.
I Bliksemsnel Iboog hij zich voorover en
kuste ze. „Ik koan naar Barmen."
Hij voelde de meisjeslippen op zijne han
den tot in het merg. Een woest kracht
kwam ovei* hem. Lichtzinnigheid en ver
nielzucht. Ruwe vreugde en algéheele we
reldverachting. Hij greop naar het jenever
glas en dronk het leeg. Zijne hand sloot
zich als een schroef om de vangers van het
meisje. In zijne oogen brandde het:
i „Goed. We spreken dan ook <olver hef too
neel."
i De galaigkamer liep leeg. De oude Zin
ters liet mot veel vriendelijkheid' den laat
sten gast uit, kwam handenwrijvend' terug
en wilde hef spel weer hervatten. Gustav
Wiskotten keek op -zijn horloge. „Wat is
datDat kan toch niet uit komen? Bij half
twaalf?"
„Nu wordt 't pas gezellig, mijnheer Wis
kotten. "-
Maar Gustav Wiskotten verlangde de re
kening. „Ik móet dadelijk naar hét sta
tion."
Toen rekende de voorm'all'iige Rijnschiip-
per, de pet in den nek, de pijp tussclien de
tandén en die hemidsméuwon hoog opgerold,
met schitterende oogen af. Gustav W'iskot-
ten had ruim twintig mark te betalen.
„Waar staan hier rijtuigen?"
i „Vlak om den hiek. Op de Ratliaus-
markt. Gretchen, wijs het mijnheer Wis
kotten eens."
Adieu dan
„Het was me een waar genoegen, mijn
heer WisloottenIk lioop, dat u me gauw
weer de eer zul't dóen."
i Van den drempel der voordeur weer Gret
chen Zinters hem de plaats, waar de rijtui
gen stonden. Het was oen donkere nacht.
En plotseling voelde hij hare armen als twee
zachte slangen om zijn hal» glijden en luare
Vlugge lippen op zijn mond.
„U schrijft mij, ja? En mij niét verge
ten 1"
Even vcor het vertrek van den laatseu
trein kwam hij op het perron. Paul kwam
hem opgewonden tegemoet. „Waar blijf je
toch, Gustav? Reed's twee uur wacht ik op
je. Er .is je toch niets overkomen?"
„Niets onaangenaams," lachte Guetav
Wiskotten en rekte in de nachtlucht de spie
ren zijner armen.
1 „Stap gauw in. De trein vertrekt."
Wordt ver volt/tl.
i