V*. 175. 8m Jnnrgauft Vrijdag 17 December 1909. BUITENLAND. ERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO. Idem fmico per poBtl.OO. Afzonderde nummers- 0.00. Deze Courant rersohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. ld vertent iên mededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 'e morgens b{j de Uitgeven in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRUS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.00. Elke regel meer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragen 20 eents bfj vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor liandel en bedrijf bestaan zeer voordeelig* bepalingen tel het herhaald adverteeren in dit Butd, bij abonnement. Kmk oirculairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvra^ toegezonden. Aan hen, die met 1 Januari a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand December nog zullen verschijnenkos teloos toegezonden. Kennisgevingen. I)e Burgemeester van Amersfoort, Gezien artikel 41 der gemeentewet, Brengt tor kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer gemeente zal vergaderen op Dins dag. den 21. December aanstaande, des namid dags te ure. Amersfoort, den 16. December 1909. De Burgemeester voornoemd, WÜIJTIERS. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van het publiek, dat een door J. H. Fröger, alhier, ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot het opriclien van eene slagerij, rookinriching en vetsmelterij, in het perceel, alhier gelegen aan' den Utree'ht- schen weg no. 53. bij het kadasted bekend' onder Sectie C<, no. 1402, op de Secretarie der ge meente ter visie ligt, en dat op Donderdag, den 30. December aanstaande, des voormiddags te lialf elf uren gelegenheid ten Raadhui ze wordt gegeven om, ten overstaan van het Gemeente bestuur of van een of meer zijner leden, bezwa ren tegen het oprichten van de inrichting in te brengen. Tot liet beroep, bedoeld in art. 15. Ie lid der Hinderwet, zij» volgens de bestaande jurispru dentie. alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebe stuur of één of meer zijner leden zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lich ten. Amersfoort, den 16. December 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Secretaris, De Burgemeester, J. G.STENFERT KROESE WriJTlBRS. Politiek Overzicht. Koning Leopold II f. In schrijnende tegenstelling volgen heden de telegrammen uit Brussel o-p elkaar. Eerst het bulletin, dat het gunstige verloop van den dag van gisteren vermeldde, en terstond daarop het bericht, dat de dood heden nacht om half drie is ingetreden. Zoo gebeurt het dikwijlseene laatste flikkering van de levensvlam, die de hoop doet herleven, en daarna plotseling het ein de. Maar onverwacht is ditmaal de dood niet gekomen, allerminst voor den lijder "zelf, die voor enkele dagen aan zijne ge- neesheeren zeide, dat hij nu de groote reis ging ondernemen. Leopold II, zoon en opvolger van Leo pold I, die van 18311865 Koning der Bel gen is geweest, is den 9en April 1835 te Brus sel geboren. In 1840 ontving hij den titel van hertog van Brabant, welke ook op den komenden troonopvolger en diens erfgena men zal overgaan. Zes jaren daarna trad hij als onder-luitenant in militairen dienst, door liep daarbij alle rangen en werd in 1865 luitenant-generaal. Kort voor zijne meerder jarigheid, in April 1853, vertrok hij met zijn vader naar Weenen, ter voorbereiding van het huwelijk met Marie Henriëtte, dochter van den overleden aartshertog Jo seph. Dit huwelijk werd op 27 Augustus ge sloten in 1902 is Marie Henriëtte over leden. Na het overlijden zijns vaders, den lOen December 1865, werd Leopold tot den troon geroepen, den 17en December daaraan volgende legde hij den eed op de grondwet af. Voordat hij de troon besteeg, had de vorst al deel uitgemaakt van den Senaat en zich daar onderscheiden door redevoeringen, die getuigden van eene schitterende wel sprekendheid. Als Koning heeft hij uitge munt door de strengste eerbiediging zijner constitutioneele plichteneen treffend voor beeld daarvan heeft de vorst daarvan nog gegeven Maandag jl.toen hij den wensch te kennen gaf de ingrijpende nieuwe leger- wetten zelf nog met zijn handteekening te kunnen bekrachtigen. Behalve door deze nauwgezette nakoming dier plichten wist hij zich aller achting te verwerven door zijn optreden als beschermer van handel en kunst; de aanleg van Brus sel en omstreken vormt daar een schoone getuigenis van. Reeds als kroonprins onder nam hij vele reizen tot uitbreiding van land en volkenkennis en interesseerde hij zich in t bijzonder voor het onderzoek van Afrika s binnenlanden. In 1876 nam Koning Leopold het initiatief tot oprichting der „Association jn ter nation ale Africainc", waaruit in 1878 voortkwam het comité tot onderzoek van het Kongogebied (Comité d'Etudes du Haut Congo), hetwelk op de conferentie van Ber lijn, in Februari 1885 gehouden, werd omge zet in den z.g. vrijen Kongostaat. Souverein e" van werd, na door de Belgische Kamer in April 1885 verstrekte machtiging, Koning Leopold, die bij testament van 2 Augustus 1889 zijn rechten op den Kongostaat aan het koninkrijk België vermaakte. De vorming van de Kongostaat is het eigenlijke levenswerk geweest van Koning Leopold, als protector van de „Association Internationale Africaine", die onder leiding van Stanley in de jaren 18811884 door het afsluiten van verdragen met de inland- sche hoofden zich een kolossaal gebied wist te verwerven en zicli tot taak stelde het Kongogebied voor 'het vrije handelsverkeer aller naties open te sluitenhierin werd ze door de te Berlijn gehouden conferentie ge steund. Nadat Koning Leopold met toestem ming van de Belgische Kamer den titel van souverein over den Kongostaat had aangeno men, werd in 1890 een overeenkomst geslo ten, waarbij België toestemde in eene rente- looze leening van 25 millioen francs tot aan 1901 en zich daarvoor het recht reserveerde de Kongostaat na afloop dezer periode in te lijven. Dit laatste geschiedde niet; de ver houding tusschen vorst en volk werd bij de wet van 10 Augustus 1901 aldus geregeld, dat de Koning ook voortaan de absolute re geering over den Kongostaat werd gewaar borgd, terwijl België voorloopig van de an nexatie van den Kongostaat en van de opvor dering der aan den Koning geleende bedra gen afzag. Een conflict met Engeland bracht echter in deze verhouding verande ring. De Engelsche pers beweerde, dat in de Kongostaat de inboorlingen onrechtvaardig werden behandeld en aan de handelaren een barbaarsch optreden tegen hen werd toege staan, terwijl het bestuur van den Kongo staat de Belgische handelaren boven vreem de zou oevoordeelen, hetgeen in strijd was met de acte van Berlijn, volgens welke alle stuten gelijke rechten hadden. De Engelsche regeering erkende deze beschuldigingen als rechtvaardig en eischte formeel de afschaf fing der misbruiken. Deze aanvallen op het Kongobestuur vonden ook in andere landen instemming, zoodat de Koning van België be sloot een speciale commissie van onderzoek te benoemen, waarvan buiten de drie Belgen ook twee niet-Belgen deel uitmaakten. Uit het in 1905 door de commissie uitgebrachte rapport bleek de onhoudbaarheid der Engel sche beweringen voor zoover ze betrekking hadden op de behandeling der inboorlingen daarentegen keurde de commissie het in de Kongo heerschende systeem van handelscon- cies af. Daarop werd eene uit 14 leden be staande speciale commissie metde uitwerking van wijzigingsvoorstellen belast, en op 6 Juni 1906 werden een aantal hervormingen met het oog op feitelijk geconstateerde mis standen bevolen. Op 29 November 1907 werd door de gevolmachtigden van België en van den Kongostaat het verdrag omtrent de overname door België onderteekend. Wij hebben bij de geschiedenis van den Kongo met opzet eenigszins uitvoeriger stil gestaan, omdat men hierin de geheele per soonlijkheid van Koning Leopold vindt be lichaamd, de persoonlijkheid van een „busi- ness-man". Want dat was hij, in de eerste plaats. Majesteit ging niet van hem uit; ofschoon een heerscher vol energie, die steeds zijn eigen wil heeft gevolgd, was hij geen „regisseur van den heerscherglans", zooals we Keizer Wilhelm eens hebben zien betitelen In de memorie van antwoord tot bekrach tiging van het verdrag,-waarbij de overne ming van den Kongo werd geregeld, werd dan ook warme hulde gebracht aan Koning Leopold II, die den Kongostaat heeft op gericht met de hulp van andereu wel is waar, maar wien toch de eer toekomt dat hij de gedachte daarvan heeft opgevat en haar tot verwezenlijking 'heeft gebracht met eene vol harding zonder weerga en ondanks bezwa ren zonder tal. Toen in 1907 de annexatie van den Kongo in de Belgische Kamer werd besproken, was men echter meer gestemd om den Koning te veroordeelen, dan om hem te prijzen, en dat kwam door het persoonlijke element, dat er een rol bij speelde. Men leefde in de dagen dat de Koning de juweelen en de kanten van de overledene Koningin Marie Hen riëtte onder den hamer liet bi-engen, hetgeen de algemeene verontwaardiging opwekte »n men zag het bedroevende schouwspel van een koningedochter (Louise) die aan hare schuldeischers de nalatenschap van hare moeder betwistte. Inschrijvingen werden toen geopend om prinses Louise te -hulp te komen, waaraan zelfs de Belgische aristocratie deelnam. De gedachte reeds dat de diadeem, die de Bel gische aristocratie indertijd aan de Koningin Jiad geschonken, door den Koning kon wor den bestemd voor eene andere, de baronesse Vaughan, met wie Leopold, naar men be weerde, in morganatisch huwelijk leefde, was al in staat de beurzen te openen. In de Kamer werden scherpe woorden aan het adres des Konings geuit, niet alleen door de uiterste linkerzijde. Paul Janson, die in zijn langdurige politieke loopbaan altijd tegenover de uiterste linkerzijde heeft ge staan, schreef in die dagen „De openbare meening is gespannen. De Koning is op reis. Sedert maanden is hij door het voorwendsel van eene kuur, (waar door niemand zich laat misleiden) van Bel gië afwezig. Men heeft gezegd, dat hij in Castaix was, maar hij is daar niet versche nen later heeft men gezegd, dat hij in Royat was, maar daar is het seizoen reeds lang gesloten. Zijne besluiten zijn gedateerd van Royat, van Fontainebleau, maar liet al gemeen gerucht verzekert, dat hij in de on middellijke nabijheid van Parijs is in een. wonderschoon slot, waar hij zich ontspant van de beslommeringen der regeering. Terzelfder tijd echter brengt men de ju weelen en de kanten van de overleden koningin onder den hameronder de juwee len bevindt zich een prachtig diadeem, die aan de Koningin bij hare zilveren bruiloft plechtig overhandigd is door Belgische vrouwen. Dergelijke incidenten maken op de me nigte een grooteren indruk dan de ernstigste politieke foutende eenen zoowel als de anderen hebben in het land een pijnlijken weerklank. De ware monarchalen zijn bedroefd, de onafhankelijke geesten komen in opstand. De dienaren van den Koning gehoorzamen maar schoorvoetend, en dikwijls genoeg geven zij hunne diepe ergernis te kennen". Datgene wat wordt afgekeurd in de han delingen van Koning Leopold II als mensch, die weinig koninklijk zijn geweest, heeft toenmaals in ongunstigen izin teruggewerkt op de beoordeeling van het groote werk, waaraan hij zijn leven heeft gewijd. Dat hij zich met groote financieele spe culaties heeft ingelaten en door zijne kolo niale ondernemingen, niet in den Kongo al leen, doch ook in CJhina, Marokko en Egypte, de eerste financier des lands en de com- pagnou der aanzienlijkste en door hem tot ba ron verheven deelhebbers in 't grootkapitaal is geworden, daaraan heeft de Belgische be volking geen 'bijzonderen aanstoot genomen. Niet voor niets neemt België op handelsge bied de vijfde plaats ter wereld in. Koning Leopold heeft zich gesteld aan de spits der 'beweging, die hij de „expansion beige" noemde. In de eigenaardige besteding van zijn geld, vonden de Belgen echter, dat de Koning wel wat te ver ging. De Belgen zijn in den grond ge nomen te weinig rechtgeaarde monar chisten en te groote sceptici, om zicJh op te winden over het miscrediet, waarin Koning Leopold de monarchale re- geeringsvorm heeft gebracht. Hun verbin tenis met het Coburgsche vorstenlhuis is er slechts een geweest die gegrond was op ver standelijke- en belangen-oogmerken. De Belgen houden echter wel is waar van geld en pleizier, doch ze bezitten ook fami liezin, neiging tot wettige en ordelijke toe standen. En wat voor hen over de schreef gaat, dat zijn de buitengewone combinaties, die de Koning met behulp vau kundige ju risten heeft verzonnen, om zijn vermogen bij leven en na zijn dood aan het bereik van 's lands wetten te onttrekken. Klaar blijkelijk heeft de Koning daarmede ten doel gehad zijne twee dochters Louise en Stefa- nie, met wie hij in onmin leefde, te onterven en zijn vermogen te voegen bij die instellin gen, waarvoor hij het bestemd had. Daarom heeft de Koning zijn geheele be zit aan onroerende goederen in België als donatie geschonken, onder de voorwaarde, dat aan hem en aan zijn opvolgers op den troon het vruchtgebruik zou blijven en hij een met de waarde dezer goederen overeen komende rente zou trekken. Dat is dus eigenlijk geen schenking, nvaar een verkoop. Door deze daad heeft hij zich buiten de wet gesteld, volgens welke een vader van drie kinderen slechts over een vierde van zijn vermogen mag beschikken en voor ieder kind een vierde moet reserveeren. Met hetzelfde doel heeft de Koning de kroondomeinen in den Kongo geschapen. Hoeveel millioenen aan waardepapieren in het bezit des Konings zijn, weet niemand. Zonder twijfel heeft hij ze tijdig op een vei lige plaats geborgen, zoodat de prinsessen zich met datgene zullen moeten tevreden stellen, wat de Koning aan zijn vertrouwde personen voor haar ter hand heeft gesteld. Heeft hij ze vergeten of onterfd, dan zul len ze weinig middelen kunnen vinden om er wettelijk tegen op te komen. Wel waren er tot voor korten tijd nog eenige brokstuk ken van het enorme Koninklijke vermogen, waarop de wettelijke erfgenamen aanspra ken zouden kunnen doen gelden, vóór alles de inventaris der Koninklijke paleizen, de Koninklijke schüderijenverzaraelingen kunstvoorwerpen en familiestukken, doch ook deze heeft de Koning besloten te ver vreemden en zoo kon men in de vorige maand genieten van het buitengewone schouwspel van eene openbare verkooping van alle kunstvoorwerpen uit de Koninklijke verzamelingen, de ontvangen geschenken en souvenirs inbegrepen, welke, als afkomstig van Leopold I en de beide gestorven Ko ninginnen, moeder en echtgenoote des Ko nings, toch voor een ieder als het onaan tastbaarst zouden schijnen. Gelet op die hooge prijzen, die de Koning eischte, was voor een sterke reclame zorg godragen, ten einde de Amcrikaausche en Engelsche lief hebbers te lokken. En zoo zijn de door de natie met groote kosten gerestaureerde en weder opgebouwde Koninklijke paleizen vol komen ontruimd, ofschoon de civiele lijst des Konings van 3,330,000 francs hem slechts verleend is onder voorwaarde de paleizen in stand te houden en te versieren. Op die wijze vermocht de Koning in roep van slimheid komen, de eerbied van zijn volk werd er niet mee gewonnen, veeleer verspeeld. Ook zijne verhouding tot al te mondaine kringen werkte daartoe mede. I De jongste verrassing, die de Koning den Belgen bereid heeft, was die vorming van drie naamiooze vennootschappen, waar in de Koning alle in zijn bezit zijnde onroe rende goederen en ook de roerende heeft Een dezer vennootschappen is eene met des Konings onroerende goederen in Duitsch land begiftigde instelling ten gunste dér stad een andere bevindt zich in Frankrijk an heeft ten doei de bezittin gen des Konings aan de Riviera te bestu ren de derde eindelijk is Belgisch en heet „Compagnie foncière pour conservation et embellissement des sites" (grondmaatschap- pij tot behoud en verfraaiing der landschap pen) Hieraan heeft de Koning de Brus sel in de omgeving van het paleis gelegen onroerende goederen toevertrouwd. Daaron der zijn zelfs koffiehuizen en hotels. De aan deelhouders, welke met de vertegenwoordi gers des Konings tot vorming dezer vennoot schappen verschenen, waren oogenschijniijk slechts stroomannen. O.a. was er bij de intendant van het civiele huis des Konings een ander was weer de gewone bouwonder nemer des Konings, enz. Tot op het laatst zijns levens heeft zich des Konings onbuigzame wilskracht doen gelden. Vaak is hij afwezig geweest, doch nooit heeft hij de teugels van het bewind uit handen gegeven. „De Koning" zoo schreef nog tijdens het leven van Koning Leopold het Belgische parlementslid George Lorand in eene speciale bijdrage aan de Neue Freie Presse, „stelt er zich niet mede tevreden te regeeren, hij heerscht; hij staat boven de wetten en bevredigt al zijne liefhebberijen. Hij commandeert zijn ministers en door deze de afgevaardigden. De geweldige werken die hij uitdekt, en waarvoor de spaarzaamheid der Bel gen de millioenen zou weigeren, wan neer hij ze van hen mocht verlan gen, worden zonder voorkennis der belas tingplichtigen ondernomen en ondanks alles ten slotte uitgevoerd. Leopold II is beden in België machtiger en van de gehoorzaamheid zijner onderdanen zekerder dan Wilhelm II in Duitschland" Aan deze macht heeft thans de dood, de macht waarvoor alles zich moet buigen, een einde gemaakt. Le roi est mort, vive le roiKoning Leo pold is dood, prins Albert staat gereed om den Belgischen troon te bestijgen. Manne lijke afstammelingen laat Leopold II niet na; de eenige zoon, die uit zijn huwelijk met aartshertogin Marie Henriette'van Oos tenrijk werd geboren, is jong gestorven. De erfgenaam van de Belgische Koningskroon is prins Albert, de zoon van 's Konings overleden jongeren broeder, prins Boude- wijn, graaf van Vlaanderen. De nieuwe Koning is den 8en April 1875 te Brussel geboren en den 2en October 1900 in het huwelijk getreden met Elisabeth, her togin van Beieren. Uit dit huwelijk zijn twee zoons gesproten, prins Leopold, geboren den 3eh November 1901, en prins Karei, geboren den lOen October 1903, en eene dochter, prinses Marie, die den 4en Augustus 1906 geboren is. BelgIS. Brussel, 1 6 D e c. Het volgende bul letin is bekend gemaakt. „De Koning heeft den dag goed doorge bracht. Het voedsel, dat hem werd toege diend, bekwam hem goed. Temperatuur 37 graden, pols 72, ademhaling 22." 17 Dec. De Koning is heden nacht om 2.35 overleden. Tweede telegram. De Koning werd bewaakt door twee zusters. Dezen hiel den zich op in het aan de ziekenkamer be lendende vertrek, teen een kreet gehoord werd. die aankondigde, dat de Koning zich onwel voelde Gisteren nog ihad de Koning, sprekende met baron Goffinet, over de plaats aan de Azuurkust, waarheen hij zich over eenige weken dacht te begeven. De monarch was in een uitstekend humeur en hoewel de zwelling aan den voet verergerd was, had den de geneesheeren goede hoop. Zij uitten intussehen eenige bedenkingen wat het hart betreft, dat reden gaf tot eenige ongerust heid. Baron Goffinet heeft aan prinses Louise geseind om haar het overlijden van haren vader te berichten. Het schijnt, dat de Koning den wensch heeft uitgedrukt, dat zijne begrafenis zeer eenvoudig zou zijn. Derde telegram. Baron Goffinet maakte zelf het overlijden van den Koning bekend, daarbij zeggende: Gisteren nog waren wij vol vertrouwen De Koning is gestorven aan eene ader verstopping. Baron Goffinet is naar Brussel vertrokken om de doodstijding aan de leden van de koninklijke familie mede te deelen. Vierde telegram. De avond was uitstekend verloopen, maar in den nacht omstreeks 2 uur 20 minuten riep de Koning den wachthebbenden geneesheer en zeide tot hem: „Ik stik, dokter". Terstond daarop volgde de dood. De dokter deed morphine- inspuitingen, maar zonder succes. Prins Albert en prinses Clementine kwa men in het Palmboomenpaviljoen 25 minu ten na den dood. De familie werden door telegrammen van het overlijden verwittigd. De opperhofmaarschalk, de secretaris van den Koning, de pastoor-deken van Laeken en baron August Goffinet kwamen terstond. Prins Albert kuste schreiend den Koning. Vijfde telegram. De eerste bla den zijn in rouwrand verschenen.. Dr. Thiriar verklaarde aan de Etoile beigeWij waren ongerust, want wij wisten, dat de Koning lijdend was aan eene hart ziekte, gevolg van zijn leeftijd. Dat was onze groote vrees, toen wij de operatie ver richtten wij besloten niettemin tot de ope ratie, omdat wij den monarch verschrikke lijke smarten wilden besparen. De Koning is gestorven zonder in zijn doodsstrijd geleden te hebben. Twee pleegzusters en een geneesheer heb ben dadelijk het lij'k in het doodskleed ge wikkeld. De minister-president begaf zich, zoodra hij het bericht liad ontvangen, naar het paleis te Laeken. De Moniteur zal morgen j in een bijzonder nummer een besluit bekend maken, waarbij een regentschapsraad wordt ingesteld, bestaande uit de ministers, totdat de opvolger van den Koning den eed zal liéb- I ben afgelegd. Zesde telegram. Om kwart over zes zagen de dagbladschrijvers, die voor den ingang van het kasteel stonden te wachten, een van hunne collega's uit het paleis ko men, die bij wijze van bijzondere gunet al leen binnengelaten was. De onder-voorzitter van de persvereeniging verzocht om een ge hoor bij baron Gaffinet om dezen het verzoek van de journalisten om ook in het paleis te worden toegelaten, over te brengen. Hij kreeg een besliste weigering tot antwoord. Hij wees er op, hoe de journalisten in an dere landen ontvangen worden, maar baron Goffinet was niet te vermurwen, zeggende dat hij één dagbladschrijver had toegelaten en dat diens collega's aan diens blad bijzon derheden konden ontleenen. Op de opmer king van den onder-voorzitter, <fat de col lega's ieder een blad vertegenwoordigden, liet de baron zich er toe vinden om in enkele woorden het sterven van den Koning te schetsen. Hij zeide, dat de Koning kalm op het doodsbed uitgestrekt lag. De geheele familie was in tranen om hem heen De mi nisters zijn gewaarschuwd. Men is nu bezig het lijk te balsemen. Alle dagbladschrijvers zijn zeer veront waardigd over de wijtze waarop zij behandeld zijn. Zevende telegram. Het hof, dc gravin van Vlaanderen, prinses Stephanie en prins Albert zijn samen in het paviljoen te Laeken gekomen. De vreemde gezanten zijn door staatstelegrammen van den dood verwittigd. In een der vele telegrafische berichten om trent den toestand van Koning Leopold, werd gemeld dat de artsen den Koning ver boden hadden bezoek van wie ook te ont vangen. De veronderstelling dat deze be schikking in verband heeft gestaan met de aanwezigheid van prinses Stephanie, (gra vin Lonyay) te Brussel, schijnt gerechtigd to zijn. De Koning wilde blijkbaar de prin ses, die hij in liet jaar 1902 van het doods bed barer moeder heeft weggejaagd, niet zien. Merkwaardig doet het hierbij aan in de bladen te moeten lezen dat 'barones Vaughan, met wie naar men zegt de Koning morga natisch is gehuwd, den heelen avond van Woensdag aan het bed van den zieke heeft doorgebracht. Ook de andere wettige ver wanten des Konings zijn immers bij de sponde geweest. Men wilde het niet geloo- ven in Brussel, dat de vader zoo hardvoch tig kan zijn om de dochter, die naar zijn ziekbed is geijld, de deur te wijzen, terwijl zijn toestand hem veroorloofde do barones Vaughan door een achterdeurtje binnen te laten. Prinses Stephanie verheugt zich in de sympathie der Brusselsche bevolking, welke sympathie door haar tragisch levens- lot en de behandeling, die ze van haar vader heeft ondervonden, nog aanmerkelijk is toe- I genomen. De prinses heeft bezoeken afgelegd j bij hare bloedverwanten prins en prinses I Albert en prinses Clementine, die zeer be wogen moeten zijn geweest. Wellicht dat in het aangezicht des doods i de Koning nog tot inkeer is gekomen. Prinses Louise, die te Budapest verwijlt, heeft van haar boosheid over het stilzwijgen op haar verzoek om tot haar vader toege laten te worden, getuigd tegenover een cor respondent van de Matin. Ze was zóó boos, dat ze haar voornemen te kennen gaf, een boek te schrijven over haar leven, waarin ze alle geheimen der Europeesche hoven zou onthullen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1