V*. 175.
8m Jnnrgauft
Vrijdag 17 December 1909.
BUITENLAND.
ERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO.
Idem fmico per poBtl.OO.
Afzonderde nummers- 0.00.
Deze Courant rersohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
ld vertent iên mededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
'e morgens b{j de Uitgeven in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRUS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.00.
Elke regel meer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 20 eents bfj vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor liandel en bedrijf bestaan zeer voordeelig* bepalingen tel
het herhaald adverteeren in dit Butd, bij abonnement. Kmk
oirculairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvra^
toegezonden.
Aan hen, die met 1 Januari
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand December
nog zullen verschijnenkos
teloos toegezonden.
Kennisgevingen.
I)e Burgemeester van Amersfoort,
Gezien artikel 41 der gemeentewet,
Brengt tor kennis van de ingezetenen, dat de
Raad dezer gemeente zal vergaderen op Dins
dag. den 21. December aanstaande, des namid
dags te ure.
Amersfoort, den 16. December 1909.
De Burgemeester voornoemd,
WÜIJTIERS.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door J. H. Fröger, alhier, ingediend verzoek,
met bijlagen, om vergunning tot het opriclien van
eene slagerij, rookinriching en vetsmelterij, in
het perceel, alhier gelegen aan' den Utree'ht-
schen weg no. 53. bij het kadasted bekend' onder
Sectie C<, no. 1402, op de Secretarie der ge
meente ter visie ligt, en dat op Donderdag, den
30. December aanstaande, des voormiddags te
lialf elf uren gelegenheid ten Raadhui ze wordt
gegeven om, ten overstaan van het Gemeente
bestuur of van een of meer zijner leden, bezwa
ren tegen het oprichten van de inrichting in te
brengen.
Tot liet beroep, bedoeld in art. 15. Ie lid der
Hinderwet, zij» volgens de bestaande jurispru
dentie. alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig
artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebe
stuur of één of meer zijner leden zijn verschenen,
teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lich
ten.
Amersfoort, den 16. December 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G.STENFERT KROESE WriJTlBRS.
Politiek Overzicht.
Koning Leopold II f.
In schrijnende tegenstelling volgen heden
de telegrammen uit Brussel o-p elkaar. Eerst
het bulletin, dat het gunstige verloop van
den dag van gisteren vermeldde, en terstond
daarop het bericht, dat de dood heden nacht
om half drie is ingetreden.
Zoo gebeurt het dikwijlseene laatste
flikkering van de levensvlam, die de hoop
doet herleven, en daarna plotseling het ein
de. Maar onverwacht is ditmaal de dood
niet gekomen, allerminst voor den lijder
"zelf, die voor enkele dagen aan zijne ge-
neesheeren zeide, dat hij nu de groote reis
ging ondernemen.
Leopold II, zoon en opvolger van Leo
pold I, die van 18311865 Koning der Bel
gen is geweest, is den 9en April 1835 te Brus
sel geboren. In 1840 ontving hij den titel
van hertog van Brabant, welke ook op den
komenden troonopvolger en diens erfgena
men zal overgaan. Zes jaren daarna trad hij
als onder-luitenant in militairen dienst, door
liep daarbij alle rangen en werd in 1865
luitenant-generaal. Kort voor zijne meerder
jarigheid, in April 1853, vertrok hij met
zijn vader naar Weenen, ter voorbereiding
van het huwelijk met Marie Henriëtte,
dochter van den overleden aartshertog Jo
seph. Dit huwelijk werd op 27 Augustus ge
sloten in 1902 is Marie Henriëtte over
leden. Na het overlijden zijns vaders, den
lOen December 1865, werd Leopold tot den
troon geroepen, den 17en December daaraan
volgende legde hij den eed op de grondwet
af. Voordat hij de troon besteeg, had de
vorst al deel uitgemaakt van den Senaat en
zich daar onderscheiden door redevoeringen,
die getuigden van eene schitterende wel
sprekendheid. Als Koning heeft hij uitge
munt door de strengste eerbiediging zijner
constitutioneele plichteneen treffend voor
beeld daarvan heeft de vorst daarvan nog
gegeven Maandag jl.toen hij den wensch
te kennen gaf de ingrijpende nieuwe leger-
wetten zelf nog met zijn handteekening te
kunnen bekrachtigen. Behalve door deze
nauwgezette nakoming dier plichten wist
hij zich aller achting te verwerven
door zijn optreden als beschermer van
handel en kunst; de aanleg van Brus
sel en omstreken vormt daar een schoone
getuigenis van. Reeds als kroonprins onder
nam hij vele reizen tot uitbreiding van land
en volkenkennis en interesseerde hij zich in
t bijzonder voor het onderzoek van Afrika s
binnenlanden. In 1876 nam Koning Leopold
het initiatief tot oprichting der „Association
jn ter nation ale Africainc", waaruit in 1878
voortkwam het comité tot onderzoek van het
Kongogebied (Comité d'Etudes du Haut
Congo), hetwelk op de conferentie van Ber
lijn, in Februari 1885 gehouden, werd omge
zet in den z.g. vrijen Kongostaat. Souverein
e" van werd, na door de Belgische Kamer in
April 1885 verstrekte machtiging, Koning
Leopold, die bij testament van 2 Augustus
1889 zijn rechten op den Kongostaat aan
het koninkrijk België vermaakte.
De vorming van de Kongostaat is het
eigenlijke levenswerk geweest van Koning
Leopold, als protector van de „Association
Internationale Africaine", die onder leiding
van Stanley in de jaren 18811884 door
het afsluiten van verdragen met de inland-
sche hoofden zich een kolossaal gebied wist
te verwerven en zicli tot taak stelde het
Kongogebied voor 'het vrije handelsverkeer
aller naties open te sluitenhierin werd ze
door de te Berlijn gehouden conferentie ge
steund. Nadat Koning Leopold met toestem
ming van de Belgische Kamer den titel van
souverein over den Kongostaat had aangeno
men, werd in 1890 een overeenkomst geslo
ten, waarbij België toestemde in eene rente-
looze leening van 25 millioen francs tot aan
1901 en zich daarvoor het recht reserveerde
de Kongostaat na afloop dezer periode in te
lijven. Dit laatste geschiedde niet; de ver
houding tusschen vorst en volk werd bij de
wet van 10 Augustus 1901 aldus geregeld,
dat de Koning ook voortaan de absolute re
geering over den Kongostaat werd gewaar
borgd, terwijl België voorloopig van de an
nexatie van den Kongostaat en van de opvor
dering der aan den Koning geleende bedra
gen afzag. Een conflict met Engeland
bracht echter in deze verhouding verande
ring. De Engelsche pers beweerde, dat in de
Kongostaat de inboorlingen onrechtvaardig
werden behandeld en aan de handelaren een
barbaarsch optreden tegen hen werd toege
staan, terwijl het bestuur van den Kongo
staat de Belgische handelaren boven vreem
de zou oevoordeelen, hetgeen in strijd was
met de acte van Berlijn, volgens welke alle
stuten gelijke rechten hadden. De Engelsche
regeering erkende deze beschuldigingen als
rechtvaardig en eischte formeel de afschaf
fing der misbruiken. Deze aanvallen op het
Kongobestuur vonden ook in andere landen
instemming, zoodat de Koning van België be
sloot een speciale commissie van onderzoek
te benoemen, waarvan buiten de drie Belgen
ook twee niet-Belgen deel uitmaakten. Uit
het in 1905 door de commissie uitgebrachte
rapport bleek de onhoudbaarheid der Engel
sche beweringen voor zoover ze betrekking
hadden op de behandeling der inboorlingen
daarentegen keurde de commissie het in de
Kongo heerschende systeem van handelscon-
cies af. Daarop werd eene uit 14 leden be
staande speciale commissie metde uitwerking
van wijzigingsvoorstellen belast, en op 6
Juni 1906 werden een aantal hervormingen
met het oog op feitelijk geconstateerde mis
standen bevolen. Op 29 November 1907
werd door de gevolmachtigden van België en
van den Kongostaat het verdrag omtrent de
overname door België onderteekend.
Wij hebben bij de geschiedenis van den
Kongo met opzet eenigszins uitvoeriger stil
gestaan, omdat men hierin de geheele per
soonlijkheid van Koning Leopold vindt be
lichaamd, de persoonlijkheid van een „busi-
ness-man". Want dat was hij, in de eerste
plaats. Majesteit ging niet van hem uit;
ofschoon een heerscher vol energie, die
steeds zijn eigen wil heeft gevolgd, was hij
geen „regisseur van den heerscherglans",
zooals we Keizer Wilhelm eens hebben zien
betitelen
In de memorie van antwoord tot bekrach
tiging van het verdrag,-waarbij de overne
ming van den Kongo werd geregeld, werd
dan ook warme hulde gebracht aan Koning
Leopold II, die den Kongostaat heeft op
gericht met de hulp van andereu wel is waar,
maar wien toch de eer toekomt dat hij de
gedachte daarvan heeft opgevat en haar tot
verwezenlijking 'heeft gebracht met eene vol
harding zonder weerga en ondanks bezwa
ren zonder tal.
Toen in 1907 de annexatie van den Kongo
in de Belgische Kamer werd besproken, was
men echter meer gestemd om den Koning te
veroordeelen, dan om hem te prijzen, en dat
kwam door het persoonlijke element, dat er
een rol bij speelde. Men leefde in de dagen
dat de Koning de juweelen en de kanten
van de overledene Koningin Marie Hen
riëtte onder den hamer liet bi-engen, hetgeen
de algemeene verontwaardiging opwekte »n
men zag het bedroevende schouwspel van
een koningedochter (Louise) die aan hare
schuldeischers de nalatenschap van hare
moeder betwistte.
Inschrijvingen werden toen geopend om
prinses Louise te -hulp te komen, waaraan
zelfs de Belgische aristocratie deelnam. De
gedachte reeds dat de diadeem, die de Bel
gische aristocratie indertijd aan de Koningin
Jiad geschonken, door den Koning kon wor
den bestemd voor eene andere, de baronesse
Vaughan, met wie Leopold, naar men be
weerde, in morganatisch huwelijk leefde,
was al in staat de beurzen te openen.
In de Kamer werden scherpe woorden aan
het adres des Konings geuit, niet alleen door
de uiterste linkerzijde. Paul Janson, die in
zijn langdurige politieke loopbaan altijd
tegenover de uiterste linkerzijde heeft ge
staan, schreef in die dagen
„De openbare meening is gespannen. De
Koning is op reis. Sedert maanden is hij
door het voorwendsel van eene kuur, (waar
door niemand zich laat misleiden) van Bel
gië afwezig. Men heeft gezegd, dat hij in
Castaix was, maar hij is daar niet versche
nen later heeft men gezegd, dat hij in
Royat was, maar daar is het seizoen reeds
lang gesloten. Zijne besluiten zijn gedateerd
van Royat, van Fontainebleau, maar liet al
gemeen gerucht verzekert, dat hij in de on
middellijke nabijheid van Parijs is in een.
wonderschoon slot, waar hij zich ontspant
van de beslommeringen der regeering.
Terzelfder tijd echter brengt men de ju
weelen en de kanten van de overleden
koningin onder den hameronder de juwee
len bevindt zich een prachtig diadeem, die
aan de Koningin bij hare zilveren bruiloft
plechtig overhandigd is door Belgische
vrouwen.
Dergelijke incidenten maken op de me
nigte een grooteren indruk dan de ernstigste
politieke foutende eenen zoowel als de
anderen hebben in het land een pijnlijken
weerklank.
De ware monarchalen zijn bedroefd, de
onafhankelijke geesten komen in opstand.
De dienaren van den Koning gehoorzamen
maar schoorvoetend, en dikwijls genoeg
geven zij hunne diepe ergernis te kennen".
Datgene wat wordt afgekeurd in de han
delingen van Koning Leopold II als mensch,
die weinig koninklijk zijn geweest, heeft
toenmaals in ongunstigen izin teruggewerkt
op de beoordeeling van het groote werk,
waaraan hij zijn leven heeft gewijd.
Dat hij zich met groote financieele spe
culaties heeft ingelaten en door zijne kolo
niale ondernemingen, niet in den Kongo al
leen, doch ook in CJhina, Marokko en Egypte,
de eerste financier des lands en de com-
pagnou der aanzienlijkste en door hem tot ba
ron verheven deelhebbers in 't grootkapitaal
is geworden, daaraan heeft de Belgische be
volking geen 'bijzonderen aanstoot genomen.
Niet voor niets neemt België op handelsge
bied de vijfde plaats ter wereld in. Koning
Leopold heeft zich gesteld aan de spits der
'beweging, die hij de „expansion beige"
noemde. In de eigenaardige besteding van
zijn geld, vonden de Belgen echter, dat de
Koning wel wat te ver ging.
De Belgen zijn in den grond ge
nomen te weinig rechtgeaarde monar
chisten en te groote sceptici, om zicJh
op te winden over het miscrediet,
waarin Koning Leopold de monarchale re-
geeringsvorm heeft gebracht. Hun verbin
tenis met het Coburgsche vorstenlhuis is er
slechts een geweest die gegrond was op ver
standelijke- en belangen-oogmerken.
De Belgen houden echter wel is waar van
geld en pleizier, doch ze bezitten ook fami
liezin, neiging tot wettige en ordelijke toe
standen. En wat voor hen over de schreef
gaat, dat zijn de buitengewone combinaties,
die de Koning met behulp vau kundige ju
risten heeft verzonnen, om zijn vermogen
bij leven en na zijn dood aan het bereik
van 's lands wetten te onttrekken. Klaar
blijkelijk heeft de Koning daarmede ten doel
gehad zijne twee dochters Louise en Stefa-
nie, met wie hij in onmin leefde, te onterven
en zijn vermogen te voegen bij die instellin
gen, waarvoor hij het bestemd had.
Daarom heeft de Koning zijn geheele be
zit aan onroerende goederen in België als
donatie geschonken, onder de voorwaarde,
dat aan hem en aan zijn opvolgers op den
troon het vruchtgebruik zou blijven en hij
een met de waarde dezer goederen overeen
komende rente zou trekken. Dat is dus
eigenlijk geen schenking, nvaar een verkoop.
Door deze daad heeft hij zich buiten de wet
gesteld, volgens welke een vader van drie
kinderen slechts over een vierde van zijn
vermogen mag beschikken en voor ieder kind
een vierde moet reserveeren. Met hetzelfde
doel heeft de Koning de kroondomeinen in
den Kongo geschapen.
Hoeveel millioenen aan waardepapieren
in het bezit des Konings zijn, weet niemand.
Zonder twijfel heeft hij ze tijdig op een vei
lige plaats geborgen, zoodat de prinsessen
zich met datgene zullen moeten tevreden
stellen, wat de Koning aan zijn vertrouwde
personen voor haar ter hand heeft gesteld.
Heeft hij ze vergeten of onterfd, dan zul
len ze weinig middelen kunnen vinden om
er wettelijk tegen op te komen. Wel waren
er tot voor korten tijd nog eenige brokstuk
ken van het enorme Koninklijke vermogen,
waarop de wettelijke erfgenamen aanspra
ken zouden kunnen doen gelden, vóór alles
de inventaris der Koninklijke paleizen, de
Koninklijke schüderijenverzaraelingen
kunstvoorwerpen en familiestukken, doch
ook deze heeft de Koning besloten te ver
vreemden en zoo kon men in de vorige
maand genieten van het buitengewone
schouwspel van eene openbare verkooping
van alle kunstvoorwerpen uit de Koninklijke
verzamelingen, de ontvangen geschenken en
souvenirs inbegrepen, welke, als afkomstig
van Leopold I en de beide gestorven Ko
ninginnen, moeder en echtgenoote des Ko
nings, toch voor een ieder als het onaan
tastbaarst zouden schijnen. Gelet op die
hooge prijzen, die de Koning eischte, was
voor een sterke reclame zorg godragen, ten
einde de Amcrikaausche en Engelsche lief
hebbers te lokken. En zoo zijn de door de
natie met groote kosten gerestaureerde en
weder opgebouwde Koninklijke paleizen vol
komen ontruimd, ofschoon de civiele lijst
des Konings van 3,330,000 francs hem
slechts verleend is onder voorwaarde de
paleizen in stand te houden en te versieren.
Op die wijze vermocht de Koning in roep
van slimheid komen, de eerbied van zijn
volk werd er niet mee gewonnen, veeleer
verspeeld. Ook zijne verhouding tot al te
mondaine kringen werkte daartoe mede.
I De jongste verrassing, die de Koning
den Belgen bereid heeft, was die vorming
van drie naamiooze vennootschappen, waar
in de Koning alle in zijn bezit zijnde onroe
rende goederen en ook de roerende heeft
Een dezer vennootschappen is eene met
des Konings onroerende goederen in Duitsch
land begiftigde instelling ten gunste
dér stad een andere bevindt zich
in Frankrijk an heeft ten doei de bezittin
gen des Konings aan de Riviera te bestu
ren de derde eindelijk is Belgisch en heet
„Compagnie foncière pour conservation et
embellissement des sites" (grondmaatschap-
pij tot behoud en verfraaiing der landschap
pen) Hieraan heeft de Koning de Brus
sel in de omgeving van het paleis gelegen
onroerende goederen toevertrouwd. Daaron
der zijn zelfs koffiehuizen en hotels. De aan
deelhouders, welke met de vertegenwoordi
gers des Konings tot vorming dezer vennoot
schappen verschenen, waren oogenschijniijk
slechts stroomannen. O.a. was er bij de
intendant van het civiele huis des Konings
een ander was weer de gewone bouwonder
nemer des Konings, enz.
Tot op het laatst zijns levens heeft zich
des Konings onbuigzame wilskracht doen
gelden. Vaak is hij afwezig geweest, doch
nooit heeft hij de teugels van het bewind uit
handen gegeven. „De Koning" zoo
schreef nog tijdens het leven van Koning
Leopold het Belgische parlementslid George
Lorand in eene speciale bijdrage aan de
Neue Freie Presse, „stelt er zich niet
mede tevreden te regeeren, hij heerscht;
hij staat boven de wetten en bevredigt al
zijne liefhebberijen. Hij commandeert zijn
ministers en door deze de afgevaardigden.
De geweldige werken die hij uitdekt,
en waarvoor de spaarzaamheid der Bel
gen de millioenen zou weigeren, wan
neer hij ze van hen mocht verlan
gen, worden zonder voorkennis der belas
tingplichtigen ondernomen en ondanks alles
ten slotte uitgevoerd. Leopold II is beden in
België machtiger en van de gehoorzaamheid
zijner onderdanen zekerder dan Wilhelm II
in Duitschland"
Aan deze macht heeft thans de dood, de
macht waarvoor alles zich moet buigen, een
einde gemaakt.
Le roi est mort, vive le roiKoning Leo
pold is dood, prins Albert staat gereed om
den Belgischen troon te bestijgen. Manne
lijke afstammelingen laat Leopold II niet
na; de eenige zoon, die uit zijn huwelijk
met aartshertogin Marie Henriette'van Oos
tenrijk werd geboren, is jong gestorven. De
erfgenaam van de Belgische Koningskroon
is prins Albert, de zoon van 's Konings
overleden jongeren broeder, prins Boude-
wijn, graaf van Vlaanderen.
De nieuwe Koning is den 8en April 1875
te Brussel geboren en den 2en October 1900
in het huwelijk getreden met Elisabeth, her
togin van Beieren. Uit dit huwelijk zijn twee
zoons gesproten, prins Leopold, geboren den
3eh November 1901, en prins Karei, geboren
den lOen October 1903, en eene dochter,
prinses Marie, die den 4en Augustus 1906
geboren is.
BelgIS.
Brussel, 1 6 D e c. Het volgende bul
letin is bekend gemaakt.
„De Koning heeft den dag goed doorge
bracht. Het voedsel, dat hem werd toege
diend, bekwam hem goed. Temperatuur 37
graden, pols 72, ademhaling 22."
17 Dec. De Koning is heden
nacht om 2.35 overleden.
Tweede telegram. De Koning
werd bewaakt door twee zusters. Dezen hiel
den zich op in het aan de ziekenkamer be
lendende vertrek, teen een kreet gehoord
werd. die aankondigde, dat de Koning zich
onwel voelde
Gisteren nog ihad de Koning, sprekende
met baron Goffinet, over de plaats aan de
Azuurkust, waarheen hij zich over eenige
weken dacht te begeven. De monarch was
in een uitstekend humeur en hoewel de
zwelling aan den voet verergerd was, had
den de geneesheeren goede hoop. Zij uitten
intussehen eenige bedenkingen wat het hart
betreft, dat reden gaf tot eenige ongerust
heid.
Baron Goffinet heeft aan prinses Louise
geseind om haar het overlijden van haren
vader te berichten.
Het schijnt, dat de Koning den wensch
heeft uitgedrukt, dat zijne begrafenis zeer
eenvoudig zou zijn.
Derde telegram. Baron Goffinet
maakte zelf het overlijden van den Koning
bekend, daarbij zeggende: Gisteren nog
waren wij vol vertrouwen
De Koning is gestorven aan eene ader
verstopping.
Baron Goffinet is naar Brussel vertrokken
om de doodstijding aan de leden van de
koninklijke familie mede te deelen.
Vierde telegram. De avond was
uitstekend verloopen, maar in den nacht
omstreeks 2 uur 20 minuten riep de Koning
den wachthebbenden geneesheer en zeide tot
hem: „Ik stik, dokter". Terstond daarop
volgde de dood. De dokter deed morphine-
inspuitingen, maar zonder succes.
Prins Albert en prinses Clementine kwa
men in het Palmboomenpaviljoen 25 minu
ten na den dood. De familie werden door
telegrammen van het overlijden verwittigd.
De opperhofmaarschalk, de secretaris van
den Koning, de pastoor-deken van Laeken
en baron August Goffinet kwamen terstond.
Prins Albert kuste schreiend den Koning.
Vijfde telegram. De eerste bla
den zijn in rouwrand verschenen..
Dr. Thiriar verklaarde aan de Etoile
beigeWij waren ongerust, want wij wisten,
dat de Koning lijdend was aan eene hart
ziekte, gevolg van zijn leeftijd. Dat was
onze groote vrees, toen wij de operatie ver
richtten wij besloten niettemin tot de ope
ratie, omdat wij den monarch verschrikke
lijke smarten wilden besparen.
De Koning is gestorven zonder in zijn
doodsstrijd geleden te hebben.
Twee pleegzusters en een geneesheer heb
ben dadelijk het lij'k in het doodskleed ge
wikkeld.
De minister-president begaf zich, zoodra
hij het bericht liad ontvangen, naar het
paleis te Laeken. De Moniteur zal morgen
j in een bijzonder nummer een besluit bekend
maken, waarbij een regentschapsraad wordt
ingesteld, bestaande uit de ministers, totdat
de opvolger van den Koning den eed zal liéb-
I ben afgelegd.
Zesde telegram. Om kwart over
zes zagen de dagbladschrijvers, die voor den
ingang van het kasteel stonden te wachten,
een van hunne collega's uit het paleis ko
men, die bij wijze van bijzondere gunet al
leen binnengelaten was. De onder-voorzitter
van de persvereeniging verzocht om een ge
hoor bij baron Gaffinet om dezen het verzoek
van de journalisten om ook in het paleis
te worden toegelaten, over te brengen. Hij
kreeg een besliste weigering tot antwoord.
Hij wees er op, hoe de journalisten in an
dere landen ontvangen worden, maar baron
Goffinet was niet te vermurwen, zeggende
dat hij één dagbladschrijver had toegelaten
en dat diens collega's aan diens blad bijzon
derheden konden ontleenen. Op de opmer
king van den onder-voorzitter, <fat de col
lega's ieder een blad vertegenwoordigden,
liet de baron zich er toe vinden om in enkele
woorden het sterven van den Koning te
schetsen. Hij zeide, dat de Koning kalm op
het doodsbed uitgestrekt lag. De geheele
familie was in tranen om hem heen De mi
nisters zijn gewaarschuwd. Men is nu bezig
het lijk te balsemen.
Alle dagbladschrijvers zijn zeer veront
waardigd over de wijtze waarop zij behandeld
zijn.
Zevende telegram. Het hof, dc
gravin van Vlaanderen, prinses Stephanie
en prins Albert zijn samen in het paviljoen
te Laeken gekomen. De vreemde gezanten
zijn door staatstelegrammen van den dood
verwittigd.
In een der vele telegrafische berichten om
trent den toestand van Koning Leopold,
werd gemeld dat de artsen den Koning ver
boden hadden bezoek van wie ook te ont
vangen. De veronderstelling dat deze be
schikking in verband heeft gestaan met de
aanwezigheid van prinses Stephanie, (gra
vin Lonyay) te Brussel, schijnt gerechtigd
to zijn. De Koning wilde blijkbaar de prin
ses, die hij in liet jaar 1902 van het doods
bed barer moeder heeft weggejaagd, niet
zien.
Merkwaardig doet het hierbij aan in de
bladen te moeten lezen dat 'barones Vaughan,
met wie naar men zegt de Koning morga
natisch is gehuwd, den heelen avond van
Woensdag aan het bed van den zieke heeft
doorgebracht. Ook de andere wettige ver
wanten des Konings zijn immers bij de
sponde geweest. Men wilde het niet geloo-
ven in Brussel, dat de vader zoo hardvoch
tig kan zijn om de dochter, die naar zijn
ziekbed is geijld, de deur te wijzen, terwijl
zijn toestand hem veroorloofde do barones
Vaughan door een achterdeurtje binnen te
laten. Prinses Stephanie verheugt zich in
de sympathie der Brusselsche bevolking,
welke sympathie door haar tragisch levens-
lot en de behandeling, die ze van haar vader
heeft ondervonden, nog aanmerkelijk is toe-
I genomen. De prinses heeft bezoeken afgelegd
j bij hare bloedverwanten prins en prinses
I Albert en prinses Clementine, die zeer be
wogen moeten zijn geweest.
Wellicht dat in het aangezicht des doods
i de Koning nog tot inkeer is gekomen.
Prinses Louise, die te Budapest verwijlt,
heeft van haar boosheid over het stilzwijgen
op haar verzoek om tot haar vader toege
laten te worden, getuigd tegenover een cor
respondent van de Matin. Ze was zóó boos,
dat ze haar voornemen te kennen gaf, een
boek te schrijven over haar leven, waarin ze
alle geheimen der Europeesche hoven zou
onthullen.