JunrKang.
Maandag 27 December 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE WISKOTTENS.
ABONNEMENTSPRIJS:
Par t msanden voor Amersfoortf l.O».
Idem frauoo per poet- 1.5#.
Afzonder'$ke nummera- •.05.
Daze Courrat veraeh^nt dAgelyka, behalve op Zon- en Peest-
dafen.
hdvertentiênmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 nnr
morgens b| de Uitgever* in te zenden.
Uitgever»: VALKHOFF C°.
Utr*«hudie»tr«at 1. lntercomm. Talephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVBRTENTItN:
Van 15 regels f 0.5#.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 85 eente bij voernitbetalaf
Groote letters naar plaateruimte.
Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeeline bepalingen tet
het herhaald adverteeren in dit Biad, b$j abonnement. B«r*
oiroulaire, bevattende de voorwaarden, werdt op aanvraag
toegezonden.
Aan hen, die met 1 Januari
a. s. op dit blad inteeKener
worden de nummers die ge
durende de maand December
no ff zullen verschijnen, Kos
teloos toegezonden
Politiek Overzicht.
Het einde van «Ie obstructie in den
Oostenrijksclien Rijksraad.
De omkeering, die de vaststelling van
hot gewijzigde reglement van orde, aan heb
einde van de befaamde 86-urige „Dauersit-
zung" heeft teweeg gebracht in den Oosben-
rijkschen rijksraad, is duidelijk uitgekomen
in de enkele dagen, welke het huis van af
gevaardigden daarna nog is bijeengebleven.
Met vliegende vaart heeft men zich door het
dringendste werk, dat lag opgestapeld, heen
geslagen. Tien wetsontwerpen, ieder op zich
zelf van groot belang, zijn in ééne vergade
ring voor de tweede en de derde maal ge
lezen. De wijze van werken, die werdl ge
volgd, herinnert aan een grooten schoon
maak. De groote achterstand, die mtoesi
worden ingehaald, kon daarvoor als veront
schuldiging dienen.
Aan het einde van de zitting moesten,
overeenkomstig het nieuwe reglehient van
orde, de onafgedaan gebleven obstructie-
voorstellen in behandeling komen. Geluk
kig was de voorsteller, die het eerst aan
de beurt was, niet aanwezig. Zoo kwam
men over deze klip gemakkelijk heen, en
de voorzitter kon de vergadering sluiten
met oene korte toespraak, waarin hij er van
gewaagde, dat het- huis een grootsch werk
had verricht, dat de monarchie tot roem en
ear zou strekken Hij doelde daarmeê blijk
baar op het nieuwe reglement van orde.
Zal dit werkelijk voor het Oostenrijk-
sche par lemen v een nieuw tijdperk openen?
Daarop kan niet onvoorwaardelijk een toe
stemmend antwoord gegeven worden. In
zonderheid onder de Duitsche partijen ziet
men de toekomst niet zonder angst en vreöze
tegemoet. De correspondent van de Köln.
Ztg. te Weenen is blijkbaar onder den in
druk van de in die kringen heersehende
stemming. Al erkent hij, dat de eerste uit
werking van het gewijzigde reglement van
orde bepaald zegenrijk geweest is, omdat
daardoor het huis van afgevaardigdendat
reeds reddeloos in de obstructie verstrikt
scheen te zijn, tot ernstigen, vruchtdira-
gen-deu arbeid is teruggebracht, hij is be
zorgd voor het gevaar, dat de Duitschers
in Oostenrijk van Slavische zijde bedreigt,
en schrijft: De Slavische unie zal hare
pogingen herhalen om het- parlement in
hare macht te krijgen. Thans staat in den
persoon van den christel ij k-sociaal Pattai
nog een voorzitter aan het hoofd van het
huis, die machtsmisbruik tegenover de
Duitschers niet kan toelaten. Maar wan
neer hij eene latere verkiezing de Slavische
meerderheid zich een voorzitter uit haar
midden zal hebben gekozen, dan zal zij het
parlement in hare macht hebben, en diat zij
niet kieskeurig zal zijn in het gebruik van
deze macht, dat doen de daden van het
Slavische presidium ten tijde van de regee
ring van Badeni verwachten, toen Abra-
hamowiczen Kramarcz de politie in de zaal
riepen om de Duitsche oppositiemannen te
verwijderen. Dan zullen de Slaven de vruch
ten van hunne jongste gewelddaad oogsten
en de Duitschers zullen machteloos moeten
toezien hoe de Slaven naar eigen goeddun
ken zullen huishouden".
Inderdaad is 't met de herziening van hetb
reglement van ordie anders gegaan dan de
Duitsche partijen zich hadden voorgesteld.
Zij hadden gewild, dat daarmee de kroon
zou worden gezet op de bij legging van de
nationale twisten. Daarvan schijnt men ech
ter in Oostenrijk op dit oogenblik verder
dan ooit verwijderd te zijn. Integendeel is
de strijdlust en 'de aanv-alsgezindheid van
de Czechon en de Zuid-Slaven in den laat-
sfen tijd levendiger en krachtiger dan ooit
te voren. Op grond daarvan oordleelt de
Frankf. Ztg. het begrijpelijk, dat de Duit
schers wantrouwi? zijn en den loop, dien
de zaken hebben genomen, beschouwen als
een val, die hun is gesteld Maar zij meent
toch, dat er voor de Duitschers geen reden
bestaat om de dingen, die zullen komen, nu
met grootere bezorgdheid tegemoet te zien,
dan hun door liet belang van hun nationaal
bestaan tot plicht wordt gemaakt ,,Er be
staat in den Oostenrijkschen rijksraad even
min eene compacte Slavische als eene Duit
sche meerderheid, en al kunnen ook de clo-
ricale partijen neiging voelen om met de
Slaven samen te gaan, zij zullen toch in
alle nationale kwestiën in hun eigen belang
met de andere Duitschers moeten samen
gaan. En indien ooit de poging mocht wor
den beproefd om machtsmisbruik te plegen
tegen de Duitschers of een reglement van
orde te maken, dat zulik machtsmisbruik
mogelijk zou maken, dan zouden de Duit
sche partijen sterk genoeg zijn liet draden-
net van het reglement van orde met een
geweldigen ruk stuk te scheuren en het
parlement te doen uiteenspatten. De nieuwe
wet brengt dus voor de Duitschers geen ern
stig gevaar, maar wel de mogelijkheid
hoewel voorloopig niet- meer dat Oosten
rijk een constitutioneel© staat wordt en
gered wordt voor het gevaar tot spot van
Europa te dienen. Daarvoor is het intus-
schen een eisoh, dat de regeering tusschen
Duitschers en Czeohen den vrede tot stand
brengt. Tot al te hoopvolle verwachtingen
bestaat dus evenmin reden als tot bovenma
tige vree»."
België.
Brussel, 24 Dec. De "ministers heb
ben hunne portefeuilles ter beschikking van
den Koning gesteld. Z. M. heeft den minis
ters verzocht hunne functiën te blijven ver
vullen.
De leden van den Senaat en van de Kamer
werden gisteren namiddag om half vier
door den Koning in het paleis te Brussel
ontvangen om de adressen van antwoord
op de troonrede te overhandigen. De adres
sen werden door de voorzitters Simon is
(Senaat) en Cooreman (Kamer) voorgelezen.
In het adres van den Senaat wordt aan e
verdiensten van Leopold II hulde gebracht;
in het adres van de Kamer wordt uitdruk
king gegeven aan de hoop, dat de Koning
opgewassen zal zijn tegen de taak, die hij
op politiek en sociaal gebied heeft te ver
vullen, en werkzaam zal zijn om den duur-
zamen vrede tusschen kapitaal en arbeid te
bevorderen.
Prinses Louise is gisterenmorgen om 10
uur weder naar Keulen vertrokken. De be
zwaren, die aan hare rehabilitatie in den
weg staan, moeten nog niet uit den weg ge
ruimd zijn. Haar optreden iu de erfenis
zaak schijnt de goedkeuring van den Ko
ning niet te hebben gevonden. Ook schijnt
zij de banden met hare omgeving niet te
willen verbreken.
Koning Albert I heeft bij zijne komst aan
de regeering wat de Fransohen noemen
,,une bonne pressé'. Bladen van verschil
lende richting prijzen zijne eerste troon
rede om het zeerst. De Indépendance beige
zegt, dat deze rede geheel buiten den ge
wonen toon van de officieele verklaringen
valt; zij draagt den stempel van eene krach
tige persoonlijkheid en vertolkt flink de lei
dende gedachte van den Koning op het
oogenblik, waarop zijne regc-ering begint.
Van bijzonder gewicht is de zinsnede over
de koloniale politiek. „Daar is zijne stem
doorgedrongen tot ver buiten de Belgische
grens; zijn woord richtte zich tot geheel
Europa en dat wcord was inderdaad wat het
moest zijn".
De Gazette releveert eveneens inzonder
heid do zinsneden, die op het Congogebied
betrekking hebben, en zegt: „De Koning
heeft van het Congolaud gesproken, zonder
van zijne rijkdommen te gewagen, hetgeen
ongewoon is, en hij heeft er op gewezen, dat
het veeleer de humanitaire taak, de taak
der beschaving is, die aan België's naam
grootheid kan verleenen.
o-.et veel geestdrift spreekt zich de mi-
nisterieele Vingtième Siècle uit. De Ex
press, een radicaal blad dat te Luik ver
schijnt, schrijft: „Het begin van de nieuwe
regeering is gced. De woorden, die gespro
ken zijn, zijn in staat de beste verwachtin
gen op te wekken en schijnen een bewijs te
zijn voor de aanwezigheid van de eerlijkste
bedoelingen. Er is geen reden om in twij
fel te trekken, dat de woorden van den
Koning niet zijne ware meening zouden uit
drukken".
De socialistische Peuple schrijft„De
trconrede wil de arbeidersklasse paaien met
de illusie van eene democratische regee
ring, terwijl Albert de gevangene van de
conservatieve bourgeoisie is en zal blijven.
De trconrede beoogt voor den Congostaat
eene beslissende humanitaire hervorming,
die slechts mogelijk wordt door offers, die
onze hulpmiddelen te boven gaan, en waar
tegen de aanhangers van het oude stelsel
het hevigste verzet zullen bieden.
Ook de uitspraken van eenige parlemen
taire leiders verdienen de aandacht. De
socialist Vander velde zeide in een inter
view: „Wat in andere landen geldt als eene
critiek van het koningschip bij Gods ge
nade, dat heeft Albert uitgesproken, en de
vergadering heeft elk wcord door haren
bijval onderstreept. In Albert's stem klonk
oprechtheid en kracht, die zeker ook buiten
België indruk zal maken.
De democratische leider Janson zeide.
„De rede is door eeu openhartigen geest en
een ruim hart ingegeven, en toont den op
rechten wil, binnen de perken de constitu-
tioneele rechten te regeeren. Koning Albert
heeft de mannen gehuldigd, die de mo
narchie gesticht en den eersten Koning ge
roepen hebbenhij breekt dus met het
koningschap bij Gods genade en erkent de
door het volk ingestelde democratie". Groo
ten indruk heeft op Janson de zinsnede van
de noodzakelijke ontwikkeling der zedelijke
en verstandelijke eigenschappen gemaakt
dat is eindelijk iets anders dan het eeuwige
roemen op den stoffelijken rijkdom. Janson
heeft den Koning persoonlijk met zijne
troonrede geluk gewen&cht. In gelijken zin
luiden do uitingen van den leider der ge
matigde liberalen Hymans.
Koning Albert heeft eene amnestie uit
gevaardigd, waardoor kwijtschelding of ver
mindering van straf wordt verleend bij ver-
oorlingen, gaande tot- twee jaren gevange
nisstraf.
Naar aanleiding van de regeeringsveran
dcring, is de op 6 Januari bepaalde con
ferentie van Duitsche, Engelsche en Bel
gische gemachtigden tct regeling van de
grensgeschillen aan den Congo, eenige
weken uitgesteld.
Het vertrek van prinses Louise uit Brus
sel op den dag na de begrafenis van haren
vader wordt toegeschreven aan hare wei
gering om zich los te maken van hare om
geving. Er wordt gezegd, dat de koninklijke
familie deed wat zij kon om de prinses te
bewegen van hare tegenwoordige omgeving
af te zien en in België te blijven. De moe
der van den Koning, de gravin van- Vlaan
deren, bleef twee uren bij haar om te trach
ten haar te overreden. Maar telegrammen,
die de prinses ontving van Mattachich, die
in Keulen was achter gebleven, en haar
aankondigde, dat hij naar Brussel zou
komen als zij niet naar Keulen terugkeer
de, gaven den doorslag. De in uitzicht ge
stelde bezoeken van de leden der konink
lijke familie bij -de prinses bleven achter-
wegé, de politie nam maaregelen om Mat
tachich uit het land te zetten als hij over
de grens kwam, en prinses Louise, voor
schandaal beducht, verliet haar vaderland.!
In tegenstelling hiermee worden uit Keu
len berichten verspreid, afkomstig uit de
omgeving van prinses Louise, waarin wordt
verzekerd, dat de prinses geheel vrijwillig
Brüssel heeft verlaten.
D« Congo-oonferentle.
Den 6eu Januari zal te Brussel bijeen
komen de conferentie van Engeland,
Duitschland en België gezamenlijk tot rege
ling van de geschillen over de grensregeling
tusschen de Engelsche en Duitsche Oost-
Afrikaansche koloniën. De conferentie zal
zich alleen met gebiedsvragen bezig houden.
Teganover België zullen Engeland en
Duitschland hetzelfde standpunt verdedi
gen. Alvorens met de beraadslagingen wordt
begonnen, zal Engeland de verklaring af
leggen, dat de deelneming aan de conferen
tie zijnerzijds niet beteekent de erkenning
van de inlijving van het Congogebied bij
België, die het afhankelijk stelt van zekere
reeds geformuleerde en bekende voorwaar
den.
Frankrijk.
De commissie voor arbeidszaken van de
Kamer heeft beraadslaagd over het wetsvoor
stel van de afgevaardigde Godard betref
fende de afschaffing van den nachtarbeid in
de bakkerijen. De commissie heeft zich in
het belang zoowel van het publiek als van
de bakkers zeiven tegen het voorstel uitge
sproken
De Kamer heeft met 437 tegen 50 stem
men eenige suppletoir© credieten voor het
dienstjaar 1909 toegestaan, waaronder 30
millicen voor 'het leger en 16 millioen voor
de vloot.
P a r ij s, 2 4 Dec. Naar aanleiding van
de conferentie, die zij hebben gehad met den
minister van buitenlandsche zaken Piclion,
zullen de Marokkaanscbe gezanten morgen
een officieelen brief zenden tot bevestiging
van de uitkomsten der onderhandelingen,
die tot overeenstemming hebben geleid. Eén
punt is nog aangehouden.
Eng*lancL
De benoeming van den minister van bin-
nenlandscho zaken Herbert Gladstone heeft
geen verrassing gebracht; zij werd reeds se
dert eenigen tijd verwacht. In het kamp der
oppositie maakt men tegen dezo benoeming
het bezwaar, dat de heer Gladstone niet ge
noeg een man van beteekenis is voor dit
ambt. Dat bezwaar is echter tamelijk ge
zocht Herbert Gladstone is een persoon van
beteekenis, niet alleen om zijne eigen ver
diensten, maar ook om den naam dien hij
draagt, als zoon van den vader, den overle
den liberalen leider, die reeds in 1880 heeft
gezegd: „De confederatie in Zuid-Afrika is
de poolster van de tegenwoordige actie van
onze regeering."
Als opvolger van Herbert Gladstone in
zijn ministerambt worden genoemd de minis
ter van openbare werken Lewis Harcourt-,
een zoon van den overleden Sir William
Harcourt, en John Burns, de president van
de Local Government Board.
Oostenrijk-Hongarlje.
Weenen, 24 Dec. De bladen berich
ten, dat de Koning van Bulgarije gistermor
gen hier is aangekomen en in den namiddag
een bezoek bracht aan den minister van
buitenlandsche zaken graaf Aehrenth&l, met
wien hij zich een uur heeft ouderhouden.
Des avonds vertrok hij naar Sofia.
Naar aanleiding van de opdracht, die aan
den oud-minister van financiën Lukacs ge
geven is om een kabinet samen te stellen,
wordt aan de Vossische Ztg. uit Budapest
bericht-, dat graaf Khuen-Hedervary zelf
den Keizer heeft verzocht de poging tot vor
ming van het kabinet eerste met Lukacs te
beproeven. Graaf Khuen staat namelijk
rwJe co dort don vongon Bomer op bcl> aton-d-
punt, dat alle mogelijke pogingen moeten
worden beproefd voordat hij aan de beurt
komt. In de lange reeks van deze pogingen
vormt ook de proefneming met Lukacs een
schakel, en deze mag niet achterwege blij
ven om aan de wereld te toonen, dat alle
pogingen" zijn beproefd om tot geregelde par
lementaire toestanden te komen. Zijn alle
pogingen mislukt-, dan zou een kabinet-
K'huen-Hedervary in de oogen van een ieder
gerechtvaardigd zijn. Deze motieven schij
nen op den Keizer overtuigend gewerkt te
hebben, want Lukacs is belast met bet
voortzetten van de onderhandelingen, om
tot de samenstelling van het kabinet te ko
men, en graaf Khuen is voorshands weer in
de reserve getreden. Men is algemeen van
meening, dat de aan Lukacs gegeven op
dracht de laatste rustplaats is op den weg
naar een kabinet-Khuen, dat tot taak zou
hebben alle mogelijke middelen aan te wen
den tot herstel van de orde.
Rusland.
De Russisch-Finsche verzoeningscommis
sie heeft hare eindvergadering gehouden,
waarin de Russische leden der commissio
hun standpunt tegenover het door de Fin-
sche leden opgestelde plan tot omschrijving
van de wetgeving van het rijk en van Fin
land aldus preciseerden, dat slechts in een
bondsstaat bijzondere rechten niet kunnen
worden afgeschaft zonder toestemming van
84 doo*
RUDOLF HERZOG.
Na tafel iginig de ©pznéhter naar hui6 om
een uurtje te rusten, en ook Gustav Wiskot-
ten trok zic'li terug. Miaair op andere gedach
ten kon 'hij niet kexmen. 's Middags deelde
hij op het kantoor médé, diat hij voor zaken
uit moeSt. Het was hem ingevallen, zijne
schoonzuster Mabel op te zoeken. Vrouwen
hébben bij auilke dingen altijd een beter in
zicht.
„Mevrouw is niet ite spreken."
„Ach, ©main, Voior mij is ze te spreken.
Dien mij slechts aan. Gustav Wiakotten."
De verwende lady liet hem onbehoorlijk
lang wachten. Wat Ibeteékende dat ceremo
nieel? Was er soms bezoek binnen
„Of u maar binnen wilt 'komen, mijnheer
W'ijsfcotten
„Héb ik het je niet gezegkl jeu wijsheid
van ihet p latte! and?"
Maibel Wiékotten trad hem met innemen
de vriend©! j'kheïd tegemoet-Lag -het aan
zijn slecht geweten, diat hij toch meende,
diat ze een weinig anders was dan gewoon
lijk? „Neeim me niét kwalijk, Mabel, diat ik
je dn je rust stoor. Maar de zaak Iheeft- nu
eenmaal haiast."
„Het 'betreft de kindea-en todh niet?"
„De kinderen? Hoe kom je zoo op de 'kin
deren?"
„Majav <ïat ligt toch het eerst voor dc
hand, alk n>en op een ongewoon uur een va
der met bezorgd gelaat hénnen ziet treden.''
„Nee, de kinderen betreft het Goddank
niet. Die maken héb op 't oogenblik waar
schijnlijk 'zeer goéd." Hij keek haiar wan
trouwend aan. Was rij werkelijk verward,
of zag Qiij heden overal spoken?
Maibel voelde den blik en lachte beminne
lijk Wat zou haar zwager willen? Zou hij
reedis van Emille's laanwerilgfheild) gehoord
hébben? 'Dat was toch nauwelijks denkbaar.
„Ga zittenbeste Gustav. En als ik jo
soonjs met -heb een of andier -van dienst 'kan
zijn van harte gaarne."
Gustav W'iékot/ten nam plaat». Hij zocht
naar een goed begin. Mtaar er viel hem
geen enkel in.
„Hoor eens, Maibel, jij bent immers eene
verstandige vrouw?"
,i&oan,t-ijdls beélidl ik mij dlalt in allien ernst
in, Gustajv."
„Met jou kan men toch ©en openhartig
woordje spreken?"
„Zeer openhartige woorden zelfs."
„Dus, Mabel, Bk ben daar in een verdui-
velldi lastig parket geraakt-, Nee, nee, ver
oordeel me niet terstond. Niets onzedelijk».
Maar 'tocheen meisje, ©ern klein meisj e uit
DüseelUorf. Ik heb haar allileen maar in
héb gezicht geaaid. Verder niets. En nu
wordt de rakker lari-ig."
„Maar dat is kostelijk!"
„Tot (buitengewone vreuigde zie ik nu -b©-
paia-ld geen enkele redlenIk wil Ihaar niet
in mijn huis ihéblben."
„Wat? Wil ze dlan bij je in trekken?"
„Je schijnt de zaak niet- men dén noodi-
gen ernst te behandelen. Opzoéken wil v.e
mij.''
„Wanneer?"
„Morgen ochtend."
„Maar dat is heerlijk! Damesbezoek!"
„Dame is wél -een ibeétje tc veel gezegd'.
Ze wil aan het toon eel, misschien is het
koor ooik r-eodls voldoende, mlaa-r in allen 'ge
val moot ik haar helpen."
„Jij, Gustavgéhee] voor niets?"
„Uit liefde tot de kunst wel nauwelijks.
Zij schijnt rich daaromtrent een ander pro
gramma ontworpen te hébben. Het beste
is, dlaib je diezen brief leest-."
„Drommels," zeilde Mabel, ©n nam den
brief unéb opgetrokken neusje aan, „daar zal
je veel op te voeden hebben. Wen haar
vóór alles dit parfum af, Gustav. Er zijn
fijnere soorten."
„Zeg, Mabel, als ik je niet zoo broodnoo-
dig !ha)d!
„Maar ik geef je reedis dén eerden goed'en
raad!."
„Nu ja, die dé schaldé heeft, béhoe'ft voor
don spot niét te zorgen. Lees, kind, en
vind niet van het begin af alles zoo ko
misch."
„Neen, Gustav," zeide Mabel, boen ze
den brief aandachtig gespeld had, en -in
'hare oogen flikkerde de overmoed', „ko
misch vtind1 ik hot in geen geval. Gretchen
Zintebs. Dat is immers de dochter van de
menscthen, waar je .broer Ewalkï gewoond
heeft
„Natuurlijk is ze dat. De oude heeft eeu
kroeg."
„En jo broer Ewald heeft plan gehad:, dé
dochter tot jo schoonzuster te maikon. Hoe
kan men rich da-ar maar zoo zonder meer
o vei heen zétten 1''
„Wat? Ewaild? Gretchen Zinters? Mis
schien wïil je mij wel vertellen, waar je dit
nieuws .zoo plotseling van daan hebt ge
haald?"
„Dat dat is een geheim lk interes
seer me nu eenmaal voor de Wiskottens."
„Ik geloof, dat jij in (hét Paradijs odk
appels- gestolen hebt.
„Houd' je kalm, Gustav. Je kunt je
broer zonder vrees ondier dé oogen tredén.
Hij had al 'lang! mét het meisje afgedaan."
„Het wordt hoe langer hoe mooier! Sinds
wanneer ben ik dan een handelaar in ouwe
Moeren? Onze jon.gfete en ik en zijn© afge
dankte! Maibelik gelloéf, dat ik bij jou aan
bet verkeerde adres terecht 'ben gekomen.
In plaats van mij uit dé knoei te helpen,
help jo me met benijdenswaardige kalmte
-aan de rol van van een belachelijke fi-
guur."
„En i!k vind, dat je groot ongeluk hebt.
Als men een vijiarud overwinnen wil, moet
men toch eerst het terrein verkennen."
„Nemen we aan, dat dat nu gen-oegzfuam
geschied is."
„Word toch niet nerveus, Gustav. Koel
bloedigheid!, beete zwager."
„Lach je mij eigenlijk uit, of komt dat
mij maar zoo voor?"
„Het 'kornlb je maar izoo voor, omdat de
rol van tiheatervadler, dio aan de coulissen -
deur wacht, niet voor jo past."
„Maibel! Sapperment! Nu heb ik genoeg
van je toekomstmuziek I Weet jo raad. of
niet?"
Ze leunde dn haa-r >stoél' achterover, kruis-
to de voeten over elkander ©n sloot- de oogen
„Ik wéét er slechte één."
„Eindelijkzéidte hij en haalde verlicht
adem. „Maar hot moét een radicale zijn."
„Je ontvangt die juffrouw in je hui»,
den portier z©g je, dat de jonge dame naar
je particuliere woning verwezen moet wor
den en 'bekent haar daar, dat je onder
wijl echtgenoot en vaider van twee bloedende
kinderen geworden bent. Je vrouw ech
ter
„Nu heb ik er genoeg van."
„Je vrouw echter," ging Mabél voort,
zonder zi-dh .van haar stuik ie loten bren
gen„zal je gedurende de eerste jaren waar
schijnlijk zoozeer in beslag nemen, dat je
je onmogelijk „deelen" kunt, eenvoudig
omdat je eeu géheele man bent." Zo
©pendé bare oogen wijd en keek hem aan.
„Als ik niet wiet, dat zélfs de mooiste
katjes nagels hebben, zou ik je nu de hand!
kussen."
„Tot ironie heb je geen reden. Hét eeni
ge wat ik bij dit têtc-a-téte betreur is, dat
niet op mijn plek Emilie rit. Ik kan slechte
een biecht aianluoorenZij edhJter heeft de
wijding ontvangen en majg «Ibfiol'uitie verlee
nen."
„Dank je. Nu ben ii!k volkomen georien-
teend."
„Ik hoop, dat ik je van dienst heb kun
nen zijn."
„0 ja. Zeer veel zelfs. Ik héb geleerd,
dat eene vrouw een man éteédls tegen rijn
eöigen vrouw bijistaait, nooit echter tegenover
een derde.'
„Pleette Giraaidpüiaag dfen zaken
man in je eens. Een concurrentie kan
zeer gezond en nuttig zijn, als zij niet.
in oneerlijke concurrentie ontaardt. Juist
zoo is hét tus&chen vrouwen."
Wordt vervolgd.