JunrKang. Maandag 27 December 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. DE WISKOTTENS. ABONNEMENTSPRIJS: Par t msanden voor Amersfoortf l.O». Idem frauoo per poet- 1.5#. Afzonder'$ke nummera- •.05. Daze Courrat veraeh^nt dAgelyka, behalve op Zon- en Peest- dafen. hdvertentiênmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 nnr morgens b| de Uitgever* in te zenden. Uitgever»: VALKHOFF C°. Utr*«hudie»tr«at 1. lntercomm. Talephoonnummer 66. PRIJS DER ADVBRTENTItN: Van 15 regels f 0.5#. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 85 eente bij voernitbetalaf Groote letters naar plaateruimte. Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeeline bepalingen tet het herhaald adverteeren in dit Biad, b$j abonnement. B«r* oiroulaire, bevattende de voorwaarden, werdt op aanvraag toegezonden. Aan hen, die met 1 Januari a. s. op dit blad inteeKener worden de nummers die ge durende de maand December no ff zullen verschijnen, Kos teloos toegezonden Politiek Overzicht. Het einde van «Ie obstructie in den Oostenrijksclien Rijksraad. De omkeering, die de vaststelling van hot gewijzigde reglement van orde, aan heb einde van de befaamde 86-urige „Dauersit- zung" heeft teweeg gebracht in den Oosben- rijkschen rijksraad, is duidelijk uitgekomen in de enkele dagen, welke het huis van af gevaardigden daarna nog is bijeengebleven. Met vliegende vaart heeft men zich door het dringendste werk, dat lag opgestapeld, heen geslagen. Tien wetsontwerpen, ieder op zich zelf van groot belang, zijn in ééne vergade ring voor de tweede en de derde maal ge lezen. De wijze van werken, die werdl ge volgd, herinnert aan een grooten schoon maak. De groote achterstand, die mtoesi worden ingehaald, kon daarvoor als veront schuldiging dienen. Aan het einde van de zitting moesten, overeenkomstig het nieuwe reglehient van orde, de onafgedaan gebleven obstructie- voorstellen in behandeling komen. Geluk kig was de voorsteller, die het eerst aan de beurt was, niet aanwezig. Zoo kwam men over deze klip gemakkelijk heen, en de voorzitter kon de vergadering sluiten met oene korte toespraak, waarin hij er van gewaagde, dat het- huis een grootsch werk had verricht, dat de monarchie tot roem en ear zou strekken Hij doelde daarmeê blijk baar op het nieuwe reglement van orde. Zal dit werkelijk voor het Oostenrijk- sche par lemen v een nieuw tijdperk openen? Daarop kan niet onvoorwaardelijk een toe stemmend antwoord gegeven worden. In zonderheid onder de Duitsche partijen ziet men de toekomst niet zonder angst en vreöze tegemoet. De correspondent van de Köln. Ztg. te Weenen is blijkbaar onder den in druk van de in die kringen heersehende stemming. Al erkent hij, dat de eerste uit werking van het gewijzigde reglement van orde bepaald zegenrijk geweest is, omdat daardoor het huis van afgevaardigdendat reeds reddeloos in de obstructie verstrikt scheen te zijn, tot ernstigen, vruchtdira- gen-deu arbeid is teruggebracht, hij is be zorgd voor het gevaar, dat de Duitschers in Oostenrijk van Slavische zijde bedreigt, en schrijft: De Slavische unie zal hare pogingen herhalen om het- parlement in hare macht te krijgen. Thans staat in den persoon van den christel ij k-sociaal Pattai nog een voorzitter aan het hoofd van het huis, die machtsmisbruik tegenover de Duitschers niet kan toelaten. Maar wan neer hij eene latere verkiezing de Slavische meerderheid zich een voorzitter uit haar midden zal hebben gekozen, dan zal zij het parlement in hare macht hebben, en diat zij niet kieskeurig zal zijn in het gebruik van deze macht, dat doen de daden van het Slavische presidium ten tijde van de regee ring van Badeni verwachten, toen Abra- hamowiczen Kramarcz de politie in de zaal riepen om de Duitsche oppositiemannen te verwijderen. Dan zullen de Slaven de vruch ten van hunne jongste gewelddaad oogsten en de Duitschers zullen machteloos moeten toezien hoe de Slaven naar eigen goeddun ken zullen huishouden". Inderdaad is 't met de herziening van hetb reglement van ordie anders gegaan dan de Duitsche partijen zich hadden voorgesteld. Zij hadden gewild, dat daarmee de kroon zou worden gezet op de bij legging van de nationale twisten. Daarvan schijnt men ech ter in Oostenrijk op dit oogenblik verder dan ooit verwijderd te zijn. Integendeel is de strijdlust en 'de aanv-alsgezindheid van de Czechon en de Zuid-Slaven in den laat- sfen tijd levendiger en krachtiger dan ooit te voren. Op grond daarvan oordleelt de Frankf. Ztg. het begrijpelijk, dat de Duit schers wantrouwi? zijn en den loop, dien de zaken hebben genomen, beschouwen als een val, die hun is gesteld Maar zij meent toch, dat er voor de Duitschers geen reden bestaat om de dingen, die zullen komen, nu met grootere bezorgdheid tegemoet te zien, dan hun door liet belang van hun nationaal bestaan tot plicht wordt gemaakt ,,Er be staat in den Oostenrijkschen rijksraad even min eene compacte Slavische als eene Duit sche meerderheid, en al kunnen ook de clo- ricale partijen neiging voelen om met de Slaven samen te gaan, zij zullen toch in alle nationale kwestiën in hun eigen belang met de andere Duitschers moeten samen gaan. En indien ooit de poging mocht wor den beproefd om machtsmisbruik te plegen tegen de Duitschers of een reglement van orde te maken, dat zulik machtsmisbruik mogelijk zou maken, dan zouden de Duit sche partijen sterk genoeg zijn liet draden- net van het reglement van orde met een geweldigen ruk stuk te scheuren en het parlement te doen uiteenspatten. De nieuwe wet brengt dus voor de Duitschers geen ern stig gevaar, maar wel de mogelijkheid hoewel voorloopig niet- meer dat Oosten rijk een constitutioneel© staat wordt en gered wordt voor het gevaar tot spot van Europa te dienen. Daarvoor is het intus- schen een eisoh, dat de regeering tusschen Duitschers en Czeohen den vrede tot stand brengt. Tot al te hoopvolle verwachtingen bestaat dus evenmin reden als tot bovenma tige vree»." België. Brussel, 24 Dec. De "ministers heb ben hunne portefeuilles ter beschikking van den Koning gesteld. Z. M. heeft den minis ters verzocht hunne functiën te blijven ver vullen. De leden van den Senaat en van de Kamer werden gisteren namiddag om half vier door den Koning in het paleis te Brussel ontvangen om de adressen van antwoord op de troonrede te overhandigen. De adres sen werden door de voorzitters Simon is (Senaat) en Cooreman (Kamer) voorgelezen. In het adres van den Senaat wordt aan e verdiensten van Leopold II hulde gebracht; in het adres van de Kamer wordt uitdruk king gegeven aan de hoop, dat de Koning opgewassen zal zijn tegen de taak, die hij op politiek en sociaal gebied heeft te ver vullen, en werkzaam zal zijn om den duur- zamen vrede tusschen kapitaal en arbeid te bevorderen. Prinses Louise is gisterenmorgen om 10 uur weder naar Keulen vertrokken. De be zwaren, die aan hare rehabilitatie in den weg staan, moeten nog niet uit den weg ge ruimd zijn. Haar optreden iu de erfenis zaak schijnt de goedkeuring van den Ko ning niet te hebben gevonden. Ook schijnt zij de banden met hare omgeving niet te willen verbreken. Koning Albert I heeft bij zijne komst aan de regeering wat de Fransohen noemen ,,une bonne pressé'. Bladen van verschil lende richting prijzen zijne eerste troon rede om het zeerst. De Indépendance beige zegt, dat deze rede geheel buiten den ge wonen toon van de officieele verklaringen valt; zij draagt den stempel van eene krach tige persoonlijkheid en vertolkt flink de lei dende gedachte van den Koning op het oogenblik, waarop zijne regc-ering begint. Van bijzonder gewicht is de zinsnede over de koloniale politiek. „Daar is zijne stem doorgedrongen tot ver buiten de Belgische grens; zijn woord richtte zich tot geheel Europa en dat wcord was inderdaad wat het moest zijn". De Gazette releveert eveneens inzonder heid do zinsneden, die op het Congogebied betrekking hebben, en zegt: „De Koning heeft van het Congolaud gesproken, zonder van zijne rijkdommen te gewagen, hetgeen ongewoon is, en hij heeft er op gewezen, dat het veeleer de humanitaire taak, de taak der beschaving is, die aan België's naam grootheid kan verleenen. o-.et veel geestdrift spreekt zich de mi- nisterieele Vingtième Siècle uit. De Ex press, een radicaal blad dat te Luik ver schijnt, schrijft: „Het begin van de nieuwe regeering is gced. De woorden, die gespro ken zijn, zijn in staat de beste verwachtin gen op te wekken en schijnen een bewijs te zijn voor de aanwezigheid van de eerlijkste bedoelingen. Er is geen reden om in twij fel te trekken, dat de woorden van den Koning niet zijne ware meening zouden uit drukken". De socialistische Peuple schrijft„De trconrede wil de arbeidersklasse paaien met de illusie van eene democratische regee ring, terwijl Albert de gevangene van de conservatieve bourgeoisie is en zal blijven. De trconrede beoogt voor den Congostaat eene beslissende humanitaire hervorming, die slechts mogelijk wordt door offers, die onze hulpmiddelen te boven gaan, en waar tegen de aanhangers van het oude stelsel het hevigste verzet zullen bieden. Ook de uitspraken van eenige parlemen taire leiders verdienen de aandacht. De socialist Vander velde zeide in een inter view: „Wat in andere landen geldt als eene critiek van het koningschip bij Gods ge nade, dat heeft Albert uitgesproken, en de vergadering heeft elk wcord door haren bijval onderstreept. In Albert's stem klonk oprechtheid en kracht, die zeker ook buiten België indruk zal maken. De democratische leider Janson zeide. „De rede is door eeu openhartigen geest en een ruim hart ingegeven, en toont den op rechten wil, binnen de perken de constitu- tioneele rechten te regeeren. Koning Albert heeft de mannen gehuldigd, die de mo narchie gesticht en den eersten Koning ge roepen hebbenhij breekt dus met het koningschap bij Gods genade en erkent de door het volk ingestelde democratie". Groo ten indruk heeft op Janson de zinsnede van de noodzakelijke ontwikkeling der zedelijke en verstandelijke eigenschappen gemaakt dat is eindelijk iets anders dan het eeuwige roemen op den stoffelijken rijkdom. Janson heeft den Koning persoonlijk met zijne troonrede geluk gewen&cht. In gelijken zin luiden do uitingen van den leider der ge matigde liberalen Hymans. Koning Albert heeft eene amnestie uit gevaardigd, waardoor kwijtschelding of ver mindering van straf wordt verleend bij ver- oorlingen, gaande tot- twee jaren gevange nisstraf. Naar aanleiding van de regeeringsveran dcring, is de op 6 Januari bepaalde con ferentie van Duitsche, Engelsche en Bel gische gemachtigden tct regeling van de grensgeschillen aan den Congo, eenige weken uitgesteld. Het vertrek van prinses Louise uit Brus sel op den dag na de begrafenis van haren vader wordt toegeschreven aan hare wei gering om zich los te maken van hare om geving. Er wordt gezegd, dat de koninklijke familie deed wat zij kon om de prinses te bewegen van hare tegenwoordige omgeving af te zien en in België te blijven. De moe der van den Koning, de gravin van- Vlaan deren, bleef twee uren bij haar om te trach ten haar te overreden. Maar telegrammen, die de prinses ontving van Mattachich, die in Keulen was achter gebleven, en haar aankondigde, dat hij naar Brussel zou komen als zij niet naar Keulen terugkeer de, gaven den doorslag. De in uitzicht ge stelde bezoeken van de leden der konink lijke familie bij -de prinses bleven achter- wegé, de politie nam maaregelen om Mat tachich uit het land te zetten als hij over de grens kwam, en prinses Louise, voor schandaal beducht, verliet haar vaderland.! In tegenstelling hiermee worden uit Keu len berichten verspreid, afkomstig uit de omgeving van prinses Louise, waarin wordt verzekerd, dat de prinses geheel vrijwillig Brüssel heeft verlaten. D« Congo-oonferentle. Den 6eu Januari zal te Brussel bijeen komen de conferentie van Engeland, Duitschland en België gezamenlijk tot rege ling van de geschillen over de grensregeling tusschen de Engelsche en Duitsche Oost- Afrikaansche koloniën. De conferentie zal zich alleen met gebiedsvragen bezig houden. Teganover België zullen Engeland en Duitschland hetzelfde standpunt verdedi gen. Alvorens met de beraadslagingen wordt begonnen, zal Engeland de verklaring af leggen, dat de deelneming aan de conferen tie zijnerzijds niet beteekent de erkenning van de inlijving van het Congogebied bij België, die het afhankelijk stelt van zekere reeds geformuleerde en bekende voorwaar den. Frankrijk. De commissie voor arbeidszaken van de Kamer heeft beraadslaagd over het wetsvoor stel van de afgevaardigde Godard betref fende de afschaffing van den nachtarbeid in de bakkerijen. De commissie heeft zich in het belang zoowel van het publiek als van de bakkers zeiven tegen het voorstel uitge sproken De Kamer heeft met 437 tegen 50 stem men eenige suppletoir© credieten voor het dienstjaar 1909 toegestaan, waaronder 30 millicen voor 'het leger en 16 millioen voor de vloot. P a r ij s, 2 4 Dec. Naar aanleiding van de conferentie, die zij hebben gehad met den minister van buitenlandsche zaken Piclion, zullen de Marokkaanscbe gezanten morgen een officieelen brief zenden tot bevestiging van de uitkomsten der onderhandelingen, die tot overeenstemming hebben geleid. Eén punt is nog aangehouden. Eng*lancL De benoeming van den minister van bin- nenlandscho zaken Herbert Gladstone heeft geen verrassing gebracht; zij werd reeds se dert eenigen tijd verwacht. In het kamp der oppositie maakt men tegen dezo benoeming het bezwaar, dat de heer Gladstone niet ge noeg een man van beteekenis is voor dit ambt. Dat bezwaar is echter tamelijk ge zocht Herbert Gladstone is een persoon van beteekenis, niet alleen om zijne eigen ver diensten, maar ook om den naam dien hij draagt, als zoon van den vader, den overle den liberalen leider, die reeds in 1880 heeft gezegd: „De confederatie in Zuid-Afrika is de poolster van de tegenwoordige actie van onze regeering." Als opvolger van Herbert Gladstone in zijn ministerambt worden genoemd de minis ter van openbare werken Lewis Harcourt-, een zoon van den overleden Sir William Harcourt, en John Burns, de president van de Local Government Board. Oostenrijk-Hongarlje. Weenen, 24 Dec. De bladen berich ten, dat de Koning van Bulgarije gistermor gen hier is aangekomen en in den namiddag een bezoek bracht aan den minister van buitenlandsche zaken graaf Aehrenth&l, met wien hij zich een uur heeft ouderhouden. Des avonds vertrok hij naar Sofia. Naar aanleiding van de opdracht, die aan den oud-minister van financiën Lukacs ge geven is om een kabinet samen te stellen, wordt aan de Vossische Ztg. uit Budapest bericht-, dat graaf Khuen-Hedervary zelf den Keizer heeft verzocht de poging tot vor ming van het kabinet eerste met Lukacs te beproeven. Graaf Khuen staat namelijk rwJe co dort don vongon Bomer op bcl> aton-d- punt, dat alle mogelijke pogingen moeten worden beproefd voordat hij aan de beurt komt. In de lange reeks van deze pogingen vormt ook de proefneming met Lukacs een schakel, en deze mag niet achterwege blij ven om aan de wereld te toonen, dat alle pogingen" zijn beproefd om tot geregelde par lementaire toestanden te komen. Zijn alle pogingen mislukt-, dan zou een kabinet- K'huen-Hedervary in de oogen van een ieder gerechtvaardigd zijn. Deze motieven schij nen op den Keizer overtuigend gewerkt te hebben, want Lukacs is belast met bet voortzetten van de onderhandelingen, om tot de samenstelling van het kabinet te ko men, en graaf Khuen is voorshands weer in de reserve getreden. Men is algemeen van meening, dat de aan Lukacs gegeven op dracht de laatste rustplaats is op den weg naar een kabinet-Khuen, dat tot taak zou hebben alle mogelijke middelen aan te wen den tot herstel van de orde. Rusland. De Russisch-Finsche verzoeningscommis sie heeft hare eindvergadering gehouden, waarin de Russische leden der commissio hun standpunt tegenover het door de Fin- sche leden opgestelde plan tot omschrijving van de wetgeving van het rijk en van Fin land aldus preciseerden, dat slechts in een bondsstaat bijzondere rechten niet kunnen worden afgeschaft zonder toestemming van 84 doo* RUDOLF HERZOG. Na tafel iginig de ©pznéhter naar hui6 om een uurtje te rusten, en ook Gustav Wiskot- ten trok zic'li terug. Miaair op andere gedach ten kon 'hij niet kexmen. 's Middags deelde hij op het kantoor médé, diat hij voor zaken uit moeSt. Het was hem ingevallen, zijne schoonzuster Mabel op te zoeken. Vrouwen hébben bij auilke dingen altijd een beter in zicht. „Mevrouw is niet ite spreken." „Ach, ©main, Voior mij is ze te spreken. Dien mij slechts aan. Gustav Wiakotten." De verwende lady liet hem onbehoorlijk lang wachten. Wat Ibeteékende dat ceremo nieel? Was er soms bezoek binnen „Of u maar binnen wilt 'komen, mijnheer W'ijsfcotten „Héb ik het je niet gezegkl jeu wijsheid van ihet p latte! and?" Maibel Wiékotten trad hem met innemen de vriend©! j'kheïd tegemoet-Lag -het aan zijn slecht geweten, diat hij toch meende, diat ze een weinig anders was dan gewoon lijk? „Neeim me niét kwalijk, Mabel, diat ik je dn je rust stoor. Maar de zaak Iheeft- nu eenmaal haiast." „Het 'betreft de kindea-en todh niet?" „De kinderen? Hoe kom je zoo op de 'kin deren?" „Majav <ïat ligt toch het eerst voor dc hand, alk n>en op een ongewoon uur een va der met bezorgd gelaat hénnen ziet treden.'' „Nee, de kinderen betreft het Goddank niet. Die maken héb op 't oogenblik waar schijnlijk 'zeer goéd." Hij keek haiar wan trouwend aan. Was rij werkelijk verward, of zag Qiij heden overal spoken? Maibel voelde den blik en lachte beminne lijk Wat zou haar zwager willen? Zou hij reedis van Emille's laanwerilgfheild) gehoord hébben? 'Dat was toch nauwelijks denkbaar. „Ga zittenbeste Gustav. En als ik jo soonjs met -heb een of andier -van dienst 'kan zijn van harte gaarne." Gustav W'iékot/ten nam plaat». Hij zocht naar een goed begin. Mtaar er viel hem geen enkel in. „Hoor eens, Maibel, jij bent immers eene verstandige vrouw?" ,i&oan,t-ijdls beélidl ik mij dlalt in allien ernst in, Gustajv." „Met jou kan men toch ©en openhartig woordje spreken?" „Zeer openhartige woorden zelfs." „Dus, Mabel, Bk ben daar in een verdui- velldi lastig parket geraakt-, Nee, nee, ver oordeel me niet terstond. Niets onzedelijk». Maar 'tocheen meisje, ©ern klein meisj e uit DüseelUorf. Ik heb haar allileen maar in héb gezicht geaaid. Verder niets. En nu wordt de rakker lari-ig." „Maar dat is kostelijk!" „Tot (buitengewone vreuigde zie ik nu -b©- paia-ld geen enkele redlenIk wil Ihaar niet in mijn huis ihéblben." „Wat? Wil ze dlan bij je in trekken?" „Je schijnt de zaak niet- men dén noodi- gen ernst te behandelen. Opzoéken wil v.e mij.'' „Wanneer?" „Morgen ochtend." „Maar dat is heerlijk! Damesbezoek!" „Dame is wél -een ibeétje tc veel gezegd'. Ze wil aan het toon eel, misschien is het koor ooik r-eodls voldoende, mlaa-r in allen 'ge val moot ik haar helpen." „Jij, Gustavgéhee] voor niets?" „Uit liefde tot de kunst wel nauwelijks. Zij schijnt rich daaromtrent een ander pro gramma ontworpen te hébben. Het beste is, dlaib je diezen brief leest-." „Drommels," zeilde Mabel, ©n nam den brief unéb opgetrokken neusje aan, „daar zal je veel op te voeden hebben. Wen haar vóór alles dit parfum af, Gustav. Er zijn fijnere soorten." „Zeg, Mabel, als ik je niet zoo broodnoo- dig !ha)d! „Maar ik geef je reedis dén eerden goed'en raad!." „Nu ja, die dé schaldé heeft, béhoe'ft voor don spot niét te zorgen. Lees, kind, en vind niet van het begin af alles zoo ko misch." „Neen, Gustav," zeide Mabel, boen ze den brief aandachtig gespeld had, en -in 'hare oogen flikkerde de overmoed', „ko misch vtind1 ik hot in geen geval. Gretchen Zintebs. Dat is immers de dochter van de menscthen, waar je .broer Ewalkï gewoond heeft „Natuurlijk is ze dat. De oude heeft eeu kroeg." „En jo broer Ewald heeft plan gehad:, dé dochter tot jo schoonzuster te maikon. Hoe kan men rich da-ar maar zoo zonder meer o vei heen zétten 1'' „Wat? Ewaild? Gretchen Zinters? Mis schien wïil je mij wel vertellen, waar je dit nieuws .zoo plotseling van daan hebt ge haald?" „Dat dat is een geheim lk interes seer me nu eenmaal voor de Wiskottens." „Ik geloof, dat jij in (hét Paradijs odk appels- gestolen hebt. „Houd' je kalm, Gustav. Je kunt je broer zonder vrees ondier dé oogen tredén. Hij had al 'lang! mét het meisje afgedaan." „Het wordt hoe langer hoe mooier! Sinds wanneer ben ik dan een handelaar in ouwe Moeren? Onze jon.gfete en ik en zijn© afge dankte! Maibelik gelloéf, dat ik bij jou aan bet verkeerde adres terecht 'ben gekomen. In plaats van mij uit dé knoei te helpen, help jo me met benijdenswaardige kalmte -aan de rol van van een belachelijke fi- guur." „En i!k vind, dat je groot ongeluk hebt. Als men een vijiarud overwinnen wil, moet men toch eerst het terrein verkennen." „Nemen we aan, dat dat nu gen-oegzfuam geschied is." „Word toch niet nerveus, Gustav. Koel bloedigheid!, beete zwager." „Lach je mij eigenlijk uit, of komt dat mij maar zoo voor?" „Het 'kornlb je maar izoo voor, omdat de rol van tiheatervadler, dio aan de coulissen - deur wacht, niet voor jo past." „Maibel! Sapperment! Nu heb ik genoeg van je toekomstmuziek I Weet jo raad. of niet?" Ze leunde dn haa-r >stoél' achterover, kruis- to de voeten over elkander ©n sloot- de oogen „Ik wéét er slechte één." „Eindelijkzéidte hij en haalde verlicht adem. „Maar hot moét een radicale zijn." „Je ontvangt die juffrouw in je hui», den portier z©g je, dat de jonge dame naar je particuliere woning verwezen moet wor den en 'bekent haar daar, dat je onder wijl echtgenoot en vaider van twee bloedende kinderen geworden bent. Je vrouw ech ter „Nu heb ik er genoeg van." „Je vrouw echter," ging Mabél voort, zonder zi-dh .van haar stuik ie loten bren gen„zal je gedurende de eerste jaren waar schijnlijk zoozeer in beslag nemen, dat je je onmogelijk „deelen" kunt, eenvoudig omdat je eeu géheele man bent." Zo ©pendé bare oogen wijd en keek hem aan. „Als ik niet wiet, dat zélfs de mooiste katjes nagels hebben, zou ik je nu de hand! kussen." „Tot ironie heb je geen reden. Hét eeni ge wat ik bij dit têtc-a-téte betreur is, dat niet op mijn plek Emilie rit. Ik kan slechte een biecht aianluoorenZij edhJter heeft de wijding ontvangen en majg «Ibfiol'uitie verlee nen." „Dank je. Nu ben ii!k volkomen georien- teend." „Ik hoop, dat ik je van dienst heb kun nen zijn." „0 ja. Zeer veel zelfs. Ik héb geleerd, dat eene vrouw een man éteédls tegen rijn eöigen vrouw bijistaait, nooit echter tegenover een derde.' „Pleette Giraaidpüiaag dfen zaken man in je eens. Een concurrentie kan zeer gezond en nuttig zijn, als zij niet. in oneerlijke concurrentie ontaardt. Juist zoo is hét tus&chen vrouwen." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1