BIJVOEGSEL
Amersfoortsch Dagblad.
Gemeenteraad
AMERSFOORT.
BIJ HET
VAN
Openbare vergadering van den gemeente
raad van Amersfoort op Dinsdag 30 Novem
ber 1909, des namiddags ten half twee ure.
Voorzitter de heer burgemeester jhr. J.
W. A. Bare hm an Wuytiers.
Tegeftwoordig de hoeren wethouders M.
L. Celosse en T. Sanders, de heeren R. G.
Rij kens, H. Kroes, A. M. Tromp van Holst,
D. Gerritsen, H. W. van Es veld, A. H. van
Kalken, N. Veis Heyn, C. J. Plomp, S. J.
van Duinen, W. Salomons, A. A. Hamers,
J. W. Jorissen, M. R. N. Oosterveen en
D. Ruys.
Afwezig de heer J. C. Rolandus Hage-
doorn met kennisgeving.
De notulen van de vorige vergadering
worden vastgesteld, zooals deze ter visie
hebben gelegen.
Ingekomen zijn de volgende stukken
a. Besluit van de Gedep. Staten van
Utrecht van 2 November 1909, 3e Afd. no.
3923/2593, tot goedkeuring van het raads
besluit van 26 October 1909, no. 402, strek
kende tot het beleggen van gelden voor het
wegenfonds.
Voor kennisgeving aangenomen.
b. Besluit van de Gedep. Staten van
Utrecht van 2 November 1909, 3e Afd. no.
3921/2618, tot goedkeuring van het raads
besluit van 26 October 1909, no. 384, be
treffende beschikking saldo 1908 en wijzi
ging begrooting 1909.
Als boven.
c. Besluit van de Gedep. Staten van
Utrecht van 8 November 1909, 3e Afd. no.
3956/2689, tot goedkeuring van het raads
besluit van 26 October 1909, no. 400, be
treffende het aangaan eener ruiling van
gronden met A. M. Tromp van Holst.
Als boven.
d. Besluit van de Gedep. Staten van
Utrecht van 2 November 1909, 3e Afd. no.
3922/2592, tot goedkeuring van het raads
besluit van 26 October 1909, no. 401, be
treffende onderhandsche verhuring van twee
woonhuizen aan de Kamperbinnenpoort.
Als boven.
e. Besluit van de Gedep. Staten van
Utrecht van 8 November 1909, 3e Aid. no.
4213/2663, tot goedkeuring van het raads
besluit van 26 October 1909, no. 403, tot
vaststelling van het 2e aanvullingskohier
van de inkomstenbelasting, dienst 1909.
Als boven.
f. Schrijven van de Gedep. Staten van
Utrecht van 8 November 1909, 3e Afd. no.
3963/2720, houdende bericht, dat zij het
raadsbesluit van 26 October 1909, no. 383,
betreffende de subsidie aan het Burgerlijk
armbestuur voor 1910, voor kennisgeving
hebben aan ge nome n
Als boven.
g. Schrijven van Burgemeester en Wet
houders van 26 November 1909, Afd. 1, no.
1568, waarbij Jiericht wordt dat Gedep. Sta
ten op hun verzoek het aantal lesuren van
het herhalingsonderwijs, dat voor een Rijks
bijdrage in aanmerking kan komen, over
1910 op 384 per school hebben vastgesteld.
Als boven.
h. Schrijven van Burgemeester en Wet
houders van 11 November 1909, Afd. 1, no.
1567, betreffende de Hoogere Burgerschool
en de Handelsschool.
Gedeponeerd ter secretarie ter inzage.
i. Een dankbetuiging van het bestuur
van de Vereeniging tot bevordering van het
Vreemdelingenverkeer te Amersfoort voor
de buitengewone subsidie van 100.
Voor kennisgeving aangenomen.
j. Een dankbetuiging van het Amers
foortsch Dr an kweercomité voor de verleen
de subsidie.
Als boven.
k. Een adres van G. J. Buys e. a.,
betreffende het reglement voor het Middel
baar Onderwijs.
Gerenvoyeerd naar B. en W., ten fine van
advies.
1. Een adres van G. J. Buys e. a., be
treffende de schoollocaliteiten van de Hoo
gere Burgerschool.
De Voorzitter. Ik stel voor ook dit
stuk te renvoyeeren naar B. en W. voor
advies.
De heer Gerritsen. Ik zou wel een
vraag willen doen, mijnheer de voorzitter,
en wel deze, -óf het niet beter zou zijn deze
zaak n i e t te stellen in handen van B. en
W. Wij weten toch bij voorbaat reeds wat
hun antwoord zal wezen. In 1907 is toege
geven dat het schoolgebouw in onhoudbaren
toestand verkeerdetoen is gezocht naar
een terrein om een nieuwe school te bou
wen, maar wegens ongeschiktheid van die
terreinen is toen de zaak blijven rusten. Nu
zullen B. en W. de zelfde vraag weer heb
ben te beantwoorden. Men zal het er wel
unaniem over eens zijn, dat er een nieuwe
H. B. S. moet worden gebouwd, onge
acht wat er in de toekomst staat te gebeu
ren, n.l. of het Rijk de school al dan niet
overneemt. In beide gevallen is de bouw
eener nieuwe schooi noodzakelijk. Nu weten
wij allemaal, dat het college van B. en W.
reeds zeer veel heeft te doen met verschil
lende werken, ik zou zelfs geneigd zijn om
te zeggen, dat B. en W. te veel met werk
zijn overladen. En met het oog daarop zou
ik willen adviseeren een commissie te be
noemen, die met voorstellen tot nieuwen
schoolbouw bij den Raad zal komen. Ik
vrees, dat wij. anders weer maanden zullen
moeten wachten, wat ik niet acht in het be
lang van de zaakik vind het op het oogen-
blik bepaald noodig, dat wordt overgegaan
tot den bouw van een nieuwe school. Ik hoop
dat B. en W. den door mij uitgesproken
wensch zullen willen overwegen en in een
volgende vergadering met een desbetreffend
voorstel komen.
De Voorzitter. U wil dus niet ren
voyeeren naar B. en W., maar hen uitnoo-
digen een commissie te benoemen?
De heer Gerritsen. Neen, ik kan
mij met het voorstel tot renvoyeeren naar
B. en W. vereenigen, maar wil daar den
wensch aan vast knoopen, dat B. en W.
niettemin een commissie van onderzoek zul
len voordragen.
De heer Plomp. Ik kan met dat voor
stel van den heer Gerritsen niet meegaan,
mijnheer de voorzitter. B. en W.. stellen den
Raad voor het adres te stellen in hunne
handen ter behandeling. De heer Gerritsen
wil daar nu nog wat op aandringen, dus
feitelijk met andere woordenB. en W. ver
plichten met een definitief voorstel te
komen. Ik kan mij begrijpen, dat men zegt
dat de school in slechte conditie verkeert,
maar als men zoo van alle kanten roept,
dat iets slecht is, dan wil het nog wel eens
gebeuren dat het bij nader inzien wat mee
valt. Ik voor mij acht het oogenblik nog
niet gekomen om over te gaan tot den bouw
van een nieuwe H. B. S. Er zijn toch ver
schillende omstandigheden, die het raadzaam
maken niet al te spoedig een beslissing te
nemen; immers zijn plannen hangende tot
overname door de regeering, er is een ont
werp in de maak voor de bijzondere H. B.
S., dat we nu nog niet kennen, voornemens
bestaan om te Bussum een H. B. S. op te
richten, welke school haar invloed zou kun
nen doen gelden op het leerlingental van
die te Amersfoort. Maar vóór alles heeft
men te letten op de overname van de school
door het Rijk, wat van te grootere beteeke-
nis is, nu er eveneens gesproken wordt over
de stichting van een Handelsschool. Ik acht
dus op het oogenblik het tijdstip allerminst
aangebroken om een decisie te nemen ten
opzichte van onze H. B. S., want men
heeft op geen enkel punt «enige zekerheid.
Ik zag daarom liever het voorstel van B. en
W. aangenomen.
De heer van Duinen. In de eerste
plaats, mijnheer de voorzitter, voel ik mij
verplicht een woord van dank te spreken
voor de royale wijze, waarop B en W. in
zage hebben verstrekt van het schrijven
inzake de overname der school, om welke
inlichtingen ik in een vorige vergadering
had gevraagd. De Raad zal het zeker waar-
deeren thans daarmede op de hoogte te zijn.
Wat nu het voorstel van den heer Gerritsen
betreft, ik moet zeggen, dat ik mij daar vol
komen mee kan vereenigen. Het is mijn
overtuiging, mijnheer de voorzitter, dat als
de Raad destijds gekend was in zake de
subsidie, hij zeker betere voorwaarden zou
hebben aangeboden. Gaau wij den loop der
zaken na, dan zien wij dat in het jaar
1897 de kosten voor de H. B. S. 7.4
mille bedroegen, doch in het schrijven van
B. en W. van 21 December 1908 aan den
minister, werden geschat op 22 mille. Men
ziet dus, hoe in betrekkelijk korten tijd
die kosten zijn gestegen. Indertijd, ik meen
in 1902 ik was toen nog geen lid van
deze vergadering is door den minister
voorgesteld dat de gemeente jaarlijks
8 mille zoude bijdragenik kan mij
nu bezwaarlijk voorstellen dat het Rijk
zal ingaan op het bod van 5 mille, zoo
als dat thans door B. en W. wordt gedaan.
Het is dan ook mijn gevoelen, dat er een
nieuw aanbod door de gemeente zal moeten
worden gedaan, en mij kan het ook zoo zeer
niet verwonderen, dat er op het laatste bod
van de gemeente, door de regeering niet is
geantwoord. Blijkens de Handelingen der
Kamer deed de minister ten vorigen jare de
toezegging, dat Amersfoort een der eerste
gemeenten zou wezen, die vanwege het Rijk
zouden worden geholpen. Misschien zou men
den Minister nog eens aan die woorden kun
nen herinneren en wie weet, met hoeveel
succes 1 De quaestie van de overname der
school dateert al van jaren her en nu is die
zaak nog altoos niet geregeld. De heer
Plomp somde weer eens eenige bezwaren op,
die er z. i. bestaan, om thans eindelijk eens
doortastend op te treden; och, mijnheer de
voorzitter, er zijn altijd en altoos bezwaren
vernomen, als de vraag van een nieuwe
H. B. S. ter sprake kwam. Als we willen
wachten tot eens alle bezwaren zijn overwon
nen, dan zullen we nog wel héél lang kun
nen wachten. Maar dat wachten zal dan
toch zijn ten nadeele van het onderwijs en
dus ook ten nadeele van de gemeente. Daar
om kan ik mij geheel vereenigen met wat
de heer Gerritsen wil, opdat er nu met
de zaak eens worde opgeschoten.
De heer R ij kens. Mijnheer de voor
zitter, ook ik behoor tot degenen, die het
bejammeren, dat destijds de Raad niet ge
kend is in het cijfer dat de Regeering is
aangeboden in zake de overname van de
H. B. S. Ik meen dat de Raad in dit bod,
dat me veel te laag schijnt, gekend had be-
hooren te worden. Ook vind ik in dien
brief tweemaal de bedreiging dat we zullen
moeten overgaan tot het afwijzen der buiten
leerlingen. Een Regeering is spoedig op haar
teentjes getrapt, en misschien moet ook
hierin de reden gezocht worden, dat we in
een jaar tijd geen antwoord hebben gekre
gen.
Verder zou ik het goed vinden, als de ge-