BINNENLAND. baar is. Door het verdrag van Bardo bezit Frankrijk sedert 28 jaren de heerschappij over Tunesie, xnaar Turkije heeft dit verdrag nooit erkend en gaat voort de Tunesische inboorlingen, zoodra zij het Turksche ge bied betreden, als onderdanen van den sul tan te behandelen. Turkije houdt namelijk, zooals het ook tegenover Algerië heeft be proefd, de fictie staande, dat Tunesie nog steeds eene provincie van het groote mo- hammedaansche rijk is, en wanneer do Jong- Turken heden geen Fransch-Turksche grens- commissie toelaten en eene Tunesisch-Tripo- litaansche commissie voorstellen, dan bewij zen zij daardoor, dat zij in doze geheel ab stracte kwestie van het nationale prestige nog stijfhoofdiger zijn dan Abdul Hamid was geweest-, want zij willen dit incident zoo geregeld zien alsof men slechts te doen heeft met een plaatselijk conflict tusschen twee naburige provinciën van het Turk sche rijk. Daar men onder deze omstandig heden ook voor Frankrijk te doen heeft met eene kwestie van prestige, zal het incident nog niet zoo spoedig uit den weg geruimd zijn. Het. hier medegedeelde kan strekken tot bevestiging van het bericht van de Temps, dat is opgenomen in het vorigo nummer. Orl«k«nland. Volgens oen bericht uit Athene aan de Voss. Ztg. is het vermoeden juist, dat de Kretensische staatsman Veniselos op uit- noodiging van den Militairen Bond naar Athene is gekomen. Veniselos heeft her haaldelijk en langdurig geconfereerd met kolonel Zorb&s, den minister-president en den minister van buitenlandsche zaken. Over hetgeen besproken is, wordt het diepste stil zwijgen bewaard, er loopen echter geruch ten, dat Veniselos binnen niet te langen tijd een 'belangrijke rol in Griekenland zal spe len. Daaraan staat echter voorloopig nog in den weg, dat Veniselos geen Grieksch staatsburger is Omtrent de behandeling van het proces tegen Typaldos c.s. is bepaald, dat Typaldos en drie zijner medebeklaagden zullen te recht staan voor de rechtbank van gezwore nen. De andere muiters, ten getale van 50, zullen op vrije voeten worden gesteld. In- tusschen blijft men verlangen, dat ook aan Typaldos en do drie auderen gratie zal wor den verleend. Kreta. K o n s ta n t i n o pe 1, 12 Jan. In hun antwoord op de Turksche nota verkla ren de mogendheden, dat er geen sprake kan zijn van iulijving van Kreta bij Grielken- land en beloven zij tusschen beide te zullen komen. Allerlei. Te Berlijn wonen er, volgens de op gave der belastingen, 1256 (mark-)millio- nairs. De rijkste betaalt een kleine twee ton (Ned.) inkomstenbelasting. De misdaden, die Parijs en den om trek bedreigen, houden aan, zegt een Pa- rijsch blad. Maandagochtend is er te Parijs, op Montniartre, een oude portierster in haar loge vermoord gevondenhaar geld was ge stolen. Dienzelfden ochtend vond een werk man in de voorstad Neuillv-Plaisatice op straat het lijk van een dame. In Batignolles heeft een jonge man op straat een jonge vrouw door het hoofd geschoten en daarna zich zelf. De doodstraf schijnt voorloopig de moor denaars nog niet af te schrikken. Lissabon, 12 J an. Aardschokken, die gepaard gingen met onderaardsch ge rommel, hebben zich voorgedaan in het nabij gelegen Villafranca. De Staatscourant van Donderdag 15 Januari bevat o. a. de volgende Konink lijke besluiten benoemd tot substituut-griffier bij de rechtbank te Winschoten jhr. mr. H. O. Feith, advocaat en procureur te Groningen benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw J. Smit Jzn., raads lid te Nieuw-Lekkerland benoemd tot lid van den kolonialen raad van Curasao J. C. B. Forbes. H.M. do Koningin ontving gisteren voormiddag den minister van marine in con ferentie. H.M. de Koningin-Moeder had Dins dagavond aan het diner den heer Mavro- cordato, gezant van Rumenië en mevrouw, jhr. mr. Van Weede, Hr. Ms. gezant te Weenen en movrouw, jhr. mr. Van Swinde- ren, vice-president van den Raad van State, benevens eenige leden van het Huis van H. M. do Koningin met hunne dame6. H. M. do Koningin, H. M. de Ko ningin-Moedor on Z. K. H. <1© Prans stellen zich voor, op het Casino-bad in Den Oudien Dooien te 's Gravenhage dien 14on dezer te genwoordig te zijn. Do Koningin-Moeder is voornemens a.s. Zaterdagavond in Diligentia ©en ge deelte van het concert van de Liedertafel Haagsch Mannenkoor, onder directie van den heer Presburg en waarop o. a eenige dor jongst gediplomeerde leelingen van het koninklijk conservatorium voor muziek te 's Gravenhage als solisten zullen optreden, met Haar tegenwoordigheid te vereeren. Z. K. H. de Prins bezocht Dinsdag den Minister van Waterstaat mr. Regout, in diens kabinet aan het departement. Z. K. H. de Prins vertrekt a.s. Zondagavond naar het Loo, van waaruit do Prins zich Dinsdag naar Nijmegen zal bo- geven, ten einde aldaar 's nam. den eersten steen te leggen voor de te bouwen kazerne voor de kolonialo reserve. Daarbij zal ook tegenwoordig zijn de Mi nister van Koloniën de heer De Waal Ms- lefijt, vergezeld van den heer Cremer, refe rendaris. chef der afdeeling Militaire Zaken aan het departement van koloniën. Statistiek van den Raad van State. Uit een overzicht van de se dert 1862 (na de wet tot regeling der sa menstelling en der bevoegdheden van den ltaad van State van 21 Dec. 1861) door de Afdeeling van den Raad van State voor de geschillen van bestuur behandelde zaken, blijkt, dat, terwijl in de eerste jaren na de wet van 1861 het aantal zaken ongeveer 100 bedroeg, dit in 1890, na invoering der wet op de burgerlijke pensioenen, tot 280 is ge klommen. Daarna liad eene daling plaats tot 140 in 1895, waarna weder vermeerde ring viel te constateeren van 1897 tot 1905 afwisselend tusschen 280 en 350. In 1907, na de wet op de jaarwedden der openbare onderwijzers, werd het getal 380 bereikt en in het nu afgeloopen jaar (1909) kwam men tot boven do 400). Naar het Hbld. verneemt, zal van libe rale zijde voo' het lidmaatschap van de Pro vinciale Staten van Noord-Holland in dis trict Amsterdam I in de vacature, door liet overlijden van mr. W. II. K. Mouthaan ontstaan candidaat gesteld worden de heer mr. Th. Stuart. Afscheid burgemeester van Leeuwen. De gemeenteraad van Amsterdam vergaderde gisteren, voor do laatste maal onder presidium van mr. W. F. van Leeuwen. Nadat, na afloop van de behandeling der raadsagenda, mededeeling was gedaan van een missive van den commissaris der Ko ningin, houdende officieele kennisgeving van het ontslag van mr. Van Leeuwen, sprak de heer Serrurier den burgemeester toe, als oudste lid namens den Raad leedwezen be tuigende over het heengaan van den heer Van Leeuwen. Spreker schetste kort, wat Van Leeuwen als wethouder en vooral als burgemeester voor Amsterdam heeft gedaan. In do ge legenheid, als wethouder, dat optreden van nabij gade te slaan, getuigde spreker van de onvermoeide werkzaamheid, de groote toe wijding en zorg, waarmode alles door den Burgemeester werd geregeld en steeds ge tracht alles te voorkomen, wat moeilijk heden zou kunnen vergrooten of tot betreu renswaardige conflicten leiden. Ook naar buiten zoo sprak ongeveer de heer Serrurier den Burgemeester toe traadt gij op als een krachtig verdediger van de belangen der stad en als haar waardige vertegenwoordiger, die daarvoor geen moeite ontzag, daarin bijgestaan en krachtig ge steund door uw echtgenoote, Raad en stad zijn u beiden innig dank baar en hopen, dat gij no.g lang met vol doening op dit tijdperk van uw leven moogt terugzien (Applaus). De heer Delprat, hierop als oudste wet houder het woord voerende, oordeelde dat de ontmoedigende beschouwingen in de dag bladen en de platen van een zinkend en verlaten koggeschip den waren toestand niet schetsen. Ware dit zoo, dan zou zeker Van Leeuwen als schipper aan het roer blijven. Gedurende Van Leeuwen's wethouders- en burgemeesterschap ging Amsterdam op verschillend gebied vooruit, hetgeen spre ker met statistische gegevens betreffende handel en verkeer staafde. Vergelijk, zeide spreker, het Amsterdam uit de dagen, toen u het wethouderschap aanvaardde met het Amsterdam van heden, vooruitgang op velerlei gebied, geen ach teruitgang, is waar te nemen. Een spiegel van de welvaart is de toestand der door u georganiseerde gemeentebedrijven. In de laatste 10 jaren steeg het gasverbruik van 31.000,000 M\ tot op bijna 90,000,000 M\ en dat verbruik is nog steeds stijgende; de electriciteitswerken, de mooiste van Neder land, ontwikkelen zich krachtig, zij lever den behalve aan de tram 10,000,000 kwtt. in 1909 tegen 1,200,000 kwtt. in 1904 De inhoud der schepen, welke uit zee voor Amsterdam kwamen, nam in de laatste 10 jaren met bijna 1 millioen registerton of 40 pCt. toe. Het Rijn vaart verkeer won voortdurend in belangrijkheid. De indus trie toonde een belangrijke vooruitgang. Verbetering op alle gebieden vonden plaats met uw steun, onder uw medewerking. Dat de ontwikkeling niet plaats kon vin den zonder dat groote uitgaven moesten ge daan worden, spreekt vanzelf; maar Am sterdam had crediet genoeg om tegen matige rente de noodige fondsen te krijgen; ook daarvoor wist u te waken. Ook de gewone dienst vorderde veel geld, waar voldaan moest worden aan eischen op allerlei gebied, waaraan de hoofdstad des Rijks zich niet mocht en ook niet wilde ont trekken. Bedenkt men daarbij, dat onze stad al meer en meer werkstad schijnt te worden, terwijl de woonstad elders wordt gezocht, dan is duidelijk dat de belastingen der in gezetenen moesten klimmen. Maar dan is ook duidelijk, dat die belas tinghoogte niet wijst op achteruitgang van welvaart in het algemeen, maar voor een deel daarop, dat de gemeentegrenzen niet meer bepalen de plaats waar het gewonnen, inkomen wordt verteerd. Al moge thans zuinigheid meer dan ooit gebiedend noodzakelijk zijn, de toekomst behoeft in geenen deele tot ontmoediging te stemmen. Het Koggeschip is niet een zin kend wrak, maar een hecht gezond, sterk getimmerd schip, dat ook de tegenwoordige zware, buien zal weten te trotseeren. In bijna dagelijkschen omgang met u, hebben wij, wethouders, uw vele gaven lee- ren op prijs stellen. Wij hebben u leeren kennen als de doortastende man van zaken, die op het juiste oogenblik juist wist te han delen. Uw buitengewone kennis van de on- derdeelen van eiken gemeentedienst, uw ken nis van het personeel, de eigenaardigheden zoowel van den laagsten tot den hoogsten ambtenaar, waren u bekend, wekten steeds onze bewondering, wij vonden daarin een steun en controle onzer eigen voorstellen. Het kan niet anders of in een college, aangebracht als dat van B. en W., moet verschillen van meening soms over de meest cardinale punten heerschen, het is de moei lijke taak van den voorzitter, die verschil lende elementen tot onderlinge samenwer king te brengen, die taak hebt ge in groot© mate gehad. Wel werden disputen gevoerd, maar tot tweespalt leidde dit nimmer, niet tegenstaande de scherp© critiek nu en dan door u uitgeoefend, maar eerlijk en flink zonder aanzien cks'persoor.s, terwijl u de meening der meerderheid wist te respectee ren. Wij zullen u in onze vergaderingen mis sen, maar de geest van doortastendheid en van te weten, nog van wie, daarin door u gekweekt zal voortleven. Wij, die uw veelzijdige kennis en werk kracht hebben leeren op prijs te stellen, zijn er van overtuigd, dat een nuttig werkzaam leven u wacht na het afsluiten van dit- deel van uw loopbaan. Moge succes, gezondheid en levensgeluk daarbij uw deel zijn en moge de oogenblikken doorgebracht in burge meesterskamer, nog nu en dan een aange name herinnering bij u opwekken. De Raad hoorde de beide redevoeringen van de heeren Serrurier en Delprat staande aan en betuigde door applaus daarmede zijn instemming; alleen de soc.-dem. leden ap plaudisseerden niet. Hierna nam mr. W. F. van Leeuwen het woord. Alvorens deze vergadering te sluiten, wenschte Spr. dank te brengen aan den oud sten wethouder en het oudste raadslid en aan de overige leden van den Raad voor zooveel zij met de gesproken woorden in stemming wilden betuigen. Als oorzaak van zijn ontslag-aanvrage uoemde mr. Van Leeuwen de bestaande be- stuurs-organisatie, die aanleiding tot moei lijkheden moest geven, wilde het bestuur opgewassen blijven tegen zijn taak bij de uitbreiding der gemeente. Als 'bezwaren te gen hef bestaande stelsel noemde Spreker raadscommissies zonder bevoegdhedenhet te omvangrijk worden van de taak van het college van B. en W.de collectieve ver antwoordelijkheid, te dragen door den bur gemeester. Zonder wijziging der Gemeente wet, waarop door Spr. op een andere plaats reeds in 1904 werd aangedrongen, achtte hij verbetering niet mogelijk. Onder omstan digheden van dien aard voelde hij geen lust meer zij n taak voort te zettenook in het belang der gemeente. Daarop kwam de "burgemeester tot 't eigen lijk afscheid van zijn functie, van den Raad en van de burgerij. Dit afscheid na 14 jaar en 4 maanden aan de tafel van het Dagel. Bestuur te hebben gezeten, viel hem bijzonder zwaar; bij het uitspreken er van was mr. Van Leeuwen zichtbaar aangedaan en stokte de stem hem in de keel. De vergadering werd hierna gesloten. De publieke tribune was grootendeels in genomen door hoofd- en andere ambtenaren. De 37 leden van den Raad de geheele gemeenteraad, de soc.-dem. uitgezonderd die voornemens zijn den burgemeester bij zijn aftreden een herinneringsblijk aan te bieden, willen dit, naar De Tel., mee deelt, doen bestaan uit een gouden, een zil veren en een bronzen medaille, vergezeld van een calligrafische oorkonde. Geen serenade. Mr. Van Leeuwen heeft, gevoelig voor het bewijs van sympathie, gemeend te moeten bedanken voor de serenade, die hem Zaterdagavond door een aantal vereenigingen en corpora ties zou worden gebracht. De nieuwe burgemeester? De Tel. zegt thans, op grond van inlich tingen uit de beste bron te kunnen mee- deelen, dat reeds ernstige besprekingen heb ben plaats gehad, met het oog op een be noeming van den heer jhr. mr. A. Röell, burgemeester van Arnhem, tot burgemees ter van Amsterdam. De heer Röell heeft te kennen gegeven, dat hij niet ongenegen is, een eventueele benoeming te aanvaarden. Nu de salarisquaestie zoo gced als gere geld is, kan een beslissing spoedig tegemoet gezien worden. De j aarwedde van don Am- sterdamschen burgemeester. Onder de ingekomen stukken bij den Am- sterdamschen gemeenteraad was gisteren een missive van Gedep. Staten, waarbij het gevoelen van den Raad wordt gevraagd omtrent de door hen beoogde verhooging van de jaarwedde van den burgemeester. De heer Wibaut begreep uit de overwe gingen van Gedeputeerde Staten, diat het salaris moet geëvenrodigd zijn aan den staat, dien de burgemeester moet voeren bij de ver tegenwoordiging der gemeente. Juister zou Spr. achten, dat als Gedep. Staten de ge legenheid willen openen, ook personen zon der vermogen tot burgemeester te benoemen, een scheiding wordt gemaakt tusschen de uitgaven die de burgemeester moet doen als particulier en als burgemeester en daarom te brengen een afzonderlijken post voor reoeptiekosten. Op deze wijze zou de keuze van een burgemeester worden verruimd. De heer Wijnmalen vond een dergelijke scheiding ongewensebt, al acht ook hij de tegenwoordige jaarwedde te gering. Prof. Fabius geloofde dat de moeilijkheid om een burgemeester van Amsterdam te vin den, niet noemenswaard wordt weggenomen door verhooging van het salaris tot f 15,000. Hij had liever gezien, dat door Gedeputeer den de vraag tot den Raad ware gericht, een bepaald bedrag te noemen. Mr. Van den Bergh gaf als zijn persoon lijke meening te kennen, dat de jaarwedde voor den burgemeester moet worden gesteld op f 20,000, liever nog op f 25,000. Navol ging van het voorbeeld in een andere groote stad gegeven, waar de burgemeesterwedde werd verhoogd nadat <1© functionaris de be trekking had aanvaard, vond Spr. minder gewenscht. De heer Wibaut betoogde nogmaals de wenschelijkheid om, teneinde uit alle krin gen den meest bekwamen of geschikten per soon te kunnen kiezen, scherp te scheiden het. particulier en openbaar leven en door de gemeente te doen betalen alle kosten uit het am'bt voortvloeiende. Onmogelijk ie dit niet; het is slechts een kwestie van admi nistratie. Mr. Asscher merkte op, dat Gedeputeerden vragen geen algemeen, doch een concreet antwoord. Het gaat dus niet aan, in het al gemeen te antwoorden. De heer Sutorius merkte op, dat wij staan op een keerpunt in de geschiedenis van Am sterdam Tot nu toe hadden wij nict-gesa- larieerde burgemeesters, die het deden om de waardigheid. Thans krijgt men een ge- salarieerden Mr. Schock achtte den Raad bevoegd te antwoorden wat door den heer Van den Bergh en zelfs door den heer Wibaut werd bedoeld. Maar toch gaat hij, en mèt hem mr Worst, mee met liet voorstel van den burgemeester om te antwoorden dat f 15,000 niet genoeg is. Dit voorstel werd thans toegelicht door den voorzitter, die daarbij uitging van liet thans ingenomen standpunt, dat men den burgemeester schadeloos wi'l stellen. Met f 15,000 is dit niet mogelijk. Iemand, die op die voorwaarde naar hier kwam en van zijn salaris zou moeten bestaan, zou hij noemen den meest bek 1 agenswaardigen man. Deze zou volkomen afhankelijk zijnhij zou voortdurend in botsing komen met regeering en raad. Wil men scheiding nuaken als de heer Wibaut wil, dan acht Spr. dit slechts bestaanbaar als men den burgemeester geeft een ambtswoning, die hij verlaat wanneer hij zijn ambt neerlegt. Maar zóóver zijn wij te onzent niet. Dit zou hier te lande een unicum zijn. De heer Wibaut zeide, zich voor een goed deel te kunnen vereenigen met de ambtswo ning. Anders stelle men ten stadhuize ter beschikking van den burgemeester de looalli- teiten om te recipieeren Besloten werd, overeenkomstig het voor stel van den voorzitter, aan Gedeputeerden te antwoorden, dat tegen de door hen voor gestelde verhooging tot f 15,000 geen be zwaar bestaat Onderzoek Indische ha venwerken. De heeren prof. dr. J. Kraus, oud-minister van waterstaat en G J. de Jongh, directeur der gemeentewer ken van Rotterdam, zullen zich 3 Februari te Genua inschepen aan boord van de Gro- tius, ten einde zich naar Indië te begeven ter voldoening aan de opdracht van den minister van koloniën, om de regeering van advies te dienen in zake de havenwer ken van Soerabaja en van Makassar. B. en W. van Rotterdam hebben daar toe aan den heer De Jongh het noodige verlof verleend Gisteren was het 60 jaar geleden, dat de heer Jan Smit Jzn., scheepsbouwmeester en reeder te Kinderdijk, tot lid van den raad dier gemeente werd gekozen. Sedert 6 November 1865 is hij wethouder. Gelijk die Staatscourant meldt, is hij be noemd tot ridder in de orde van den Ned. Leeuw. Dr. Kiewit de Jonge en Z u i d-A frika. De Transvaalsche Bank en Handelsvereeniging te Amsterdam heeft aan dr. H. J. Kiewit de Jonge, voorzitter van het Algemeen Nederl. Verbond, te Dor drecht, een door den beeldhouwer A. van Wouw, te Johannesburg, vervaardigd beeld toegezonden. Deze zending is geschied in opdracht van leden van het Algemeen Ned. Vei'bond in Zuid-Afrika en gaat vergezeld van een aldaar gemaakt geïllustreeid album, bevattende de namen der Zuid-Afrikaansche mannen, die de vriendelijke gedachte heb ben gehad, dr. Kiewit de Jonge een blij vende herinnering te doen toekomen aan den tijd, dien hij in hun midden heeft door gebracht. Kon. Nederlandsche L a n d b o u w v e r e e n i g i n g. Onder het presidium van Zijne Koninklijke Hoog heid Prins Hendrik der Nederlanden had Maandag ten Paleize op den Kneuterdijk te 'a Gravenhage eene algemeene vergade ring van de Koninklijke Nederlandsche Landbouwvereeniging plaats. Doordat de voorzitter Hare Majesteit moest vertegen woordigen bij de begrafenis van luitenant- generaal Thiange, kon Z. K. H. de verga dering niet tot het einde bijwonen. De Prins opende de bijeenkomst met oen rede, waarin hij de aanwezigen hartelijk welkom heelt© op de eerste algemeene vergadering der vereeniging. Hierna gaf Z. K. H. een kort overzicht van den stand van zaken en van hetgeen tot nu toe verricht werd, waarbij hij o.a. gelegenheid vond woorden van hulde te spreken voor hetgeen de heeren Löhnis en Lovink voor den landbouw en voor de ver eeniging hebben gedaan. Daarna kwam in behandeling het huis houdelijke reglement van de Iv. N. L. Dit werd onveranderd goedgekeurd. Het rapport van den secretaris over het landbouwtentoonstellingwezen werd vervol gens na ampele bespreking voor kennisge ving aangenomen. Het voorstel van het hoofdbestuur, om in 1913 te 's Gravenhage eene algemeene landbouwtentoonstelling te houden, werd onder applaus aangenomen en 't dage- lijksch bestuur gemachtigd alle voorberei dende stappen to doen. Tot leden van het hoofdbestuur uit de personeele leden werden gekozen de heeren F. B. Löhnis te 's GravenhageL. Broe- kema te Wageningen en mr. W. M. van Lanscliot te 's Hertogenbosch. Tot lid van hot hoofdbestuur uit de be gunstigers werd gekozen die heer A. M. Tromp van Holst te Amersfoort. Bij het einde der vergadering werd aan het aftredende! voorloopige hoofdbestuur bij monde van den heer H. J. E. van Heek de dank der vergadering gebracht, waarna die tweede voorzitter, de heer jhr. mr. G. L. M. H. Ruys de Beerenbrouck de bijeen komst sloot. Afschaffing van Nacht arbeid in Bakkerijen. Het De partement „Zaanstreek" van de Maatschap pij van Nijverheid heeft in zijne vergade ring van 28 December een uitvoerig ant woord vastgesteld op de Vragenlijst van het Hoofdbestuur dier Maatschappij inzake liet wetsontwerp op de Afschaffing van Nachtarbeid. Aan de daaraan toegevoegde beschouwingen ontleenen wij het volgende Het wil aan de afdeeling voorkomen, dat het ontwerp zeer onrechtvaardig is tegen over de continu-bedrijven, waar goede ar beidstoestanden heerschen en waaronder zich zelfs modelinrichtingen bevinden. Deze bedrijven toch worden door deze wet teruggebracht met een derde harer productie en dus ook met een «lag tot on geveer de helft in waarde verminderdde helft der waaide dezer vaak zeer kostbare inrichtingen gaat voor de bezulers verlo ren, wordt als bet. ware geconfisqueerd, niet ten bate van het al genreen, maar met het doel de arbeidstoestanden in het con- curreerende klein-bedrijf beter te maken. En dit doel zal dooy het wetsontwerp zelfs niet worden bereikt." Het is niet aan te nemen, dat het de bedoeling van den wetgever geweest is, de grootbedrijven dusdanig te treffen; de toepassing dezer wet leidt echter onverbid delijk tot dit resultaat, en het is niet uit gesloten, dat er groot-bedrijven zijn voor wie deze financieele achteruitzetting den ondergang van het bedrijf zal ten gevolge hebben. Het geheele systeem dezer wet om het grootbedrijf de meest knellende banden aan te leggen, ter wille van het kleinbe drijf komt ons voor, behalve onrechtvaar dig, ook te zijn reactionnair, omdat het de gezonde economische ontwikkeling van het bakkersbedrijf belemmert. In dien zin, dat de oprichting van vele kleine een-persoons bakkerijen zal worden in de hand gewerkt, die hetzij voor eigen rekening, hetzij vooi die eener Vennootschap worden gedreven. Wij voorzien dat door deze verandering de onderlinge concurrentie der kleine bak kers nog zal vermeerderen en de illusie der kleinbedrijvers, dat onder de nieuw© wet hun toestand zooveel beter wordt door het verdwijnen of verminderen van het grootbedrijf wel eens illusoir kon blijken te zijnl De gevolgen van deze wet zijn niet te overzien, doch wij achten het niet onwaar schijnlijk dat de wetgever, als verrassend resultaat zal bereiken de algemeene onte vredenheid van alle partijen. 1. Van de eigenaars der grootbedrijven omdat een groot deel van hun bezit als het ware wordt geconfisqueerd. 2. Van de gezellen in de grootbedrijven, omdat de wee velen hunner werkeloos zal maken., of naar de kleinbedrijven zal voe ren waar hun toestand slechter zal zijn. Ook van de overblijvende gezellen, omdat hun werktijd langer en ongeregelder zal zijn dan thans met de wisselploegen. 3. Van de eigenaars der kleinbedrijven on.üat de onderlinge concurrentie greoter zal worden dan ooit te voren. 4. Van de gezellen der kleinbedrijven omdat steeds iederen nacht voor 4 uur opstaan geen afschaffing van nachtarbeid is en omdat tegen overmatig langen ar beidsduur door dit ontwerp niets wordt ge daan. Deze zullen zich stellig wel het meest bedrogen gevoelen, en het schijnt toch nog al duidelijk dat eene regeling met wissel ploegen, waarbij van de 2 weken één week volkomen nachtrust wordt genoten en waar bij dan tevens een werktijd van 910 uur van zelf is verzekerd, verre te verkiezen is boven een bovenmatig langen arbeidsduur, en nooit langere nachtrust dan tot 3| uur Hoezeer men zich persoonlijk ook kan ver klaren voor liet ethisch beginsel, dat alle arbeid gedurende den dag dient te geschie den, toch dient menalvorens in deze uit spraak te doen, rijpelijk te overwegen of de nadeelen, die de voorgestelde wet- voor de bestaande inrichtingen en voor haar uitge breid personeel zal meebrengen, de uiterst twijfelachtige voordeelen er van voor de ge zellen niet overtreffen. En of de sterke op positie, die toch op klaarblijkelijk goed© gronden tegen het wetsontwerp wordt ge voerd, niet wettigt, dat deze ingewikkelde zaak opnieuw aan een ernstig onderzoek worde onderworpen. Zwakzinnige kinderen. Te 's Gravenhage is opgericht eene afdeeling van de Vereeniging tot het verzorgen, op voeden en onderwijzen van zwakzinnige kin deren, ten einde te komen tot oprichting van meerdere internaten. Tentoonstelling van ge- zo n di h e i dl s 1 ee r. Do minister van Buiitenlandlsche Zaiken vestigt de aandacht van belangheibbendien op een, gedurende de maanden Januari en Februari 1910 te Antwerpen te houden tentoonstelling van gezondheidsleer der eerste kindierjaren. Hoewel de tentoonstelling feitelijk geen internationaal karakteir draagt, zullen Ne derlandsche inzendingen gaarne worden aan vaard. Geen nieuwe s p o o r 1 ij n. De Tel. heeft vernomen, dat het bericht, als zou bij de H. IJ. 8. M. het pLan bestaan, haar lijn RotterdamVork over Eist te verleu gen tot Zevenaar of Elten, geheel ongegrond is. Door den Minister van Financiën is vrijstelling van invoerrechten verleend voor alle op de door het departement Dordrecht der Maatschappij' van Nijverheid van 30 April tot 16 Mei te houden tentoonstelling van electriciteit in woning en bedrijf in te zenden goederen, welke daar niet verkocht worden Door de Staatsspoor en do H. IJ. S. M. worden van de op die tentoonstelling geëx poseerde artikelen geen retourvrachten ge vorderd. Deeersteooievaar. De ooie vaar van de buitenplaats Ton Donck te Bolnes is Dinsdag teruggekomen. Opera en Arbeidswet. Is „het op een kussen zitten en liet daarop in slapende houding liggen" te beschouwen alB arbeid in den zin der wet? Het was deze vraag, die gisteren voor dén kantonrechter in Amsterdam behandeld werd en het was Puccini's opera „Madaana Butterfly", diie de vraag ter sproke deed komen. Togen dien regisseur der Franswhe opera was proces-ver baal opgemaakt, omdat hij, bij de voorstelling van „Madam© Butterfly" op 23 November van het vorig© jaar in den Stadiechouwbuig te Amsterdam een 4-jarig mc'aje arbeid had doen verrichten in den zin als hierboven vermeld. Bij de politie had de beklaagde erkend de opdracht gegeven te hebben, doch thans deed hij hij mond© van zijn raadsman, mr. dr. C. A. Voililant, verklaren, dlait het optreden van het ikinid wel met zijn medeweten, maar niet op zijn last was geschied.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 2