jr. aai.
Maandag 14 Februari 1910.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DROOMLEVEN.
Jaar(ang4
DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per S maanden voor Amersfoortf 1.00.
Idem frauco per post- 1.50.
Afzonder; gke nummers- 0.05.
Deze Courant versohijnt dftgelgksbehalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiénmededeelingec enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bg de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tet
het herhaald adverteeren in dit B^ad, bg abonnement,
circulairebevattende de voorwaarden, werdt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
De Burgemeester van Amersfoort,
Gezien le aanschrijving van den Commissaris
der Koningin dézer provincie van den 4den Fe
bruari 1910, no. 6:
Brengt ler kennis van belanghebbenden
dat door d'en Minister van Oorlog is bepaald
geworden, dal in liet jaar 1910 bij wijze van
proef bij de Infanterie, bij de Vos ting-Artillerie,
en bij de Genietroepen aan de verlofgangers van
de nulitie, voor zoover deze voor de derde (laat
ste) maal voor herhalingsoefening onder de wape-
uen zullen komen, alsmede aan de milicien-ser
geanten der lichting 1909, voor zoover zij zulks
zullen v erlangen, zal: kunnen worden vergund, om
'buiten de kazerne te overnachten, mits hunne
woning (vaste of tijdelijke) in of nabij de garni,
zoensplaats gelegen is. en de vergunning geen
aanleiding geeft tot het afleggen van zoodanige
afstanden, dat daardoor invloed wordt uitgeoe
fend op den goeden gang van den dienst en van
de oefeningen, tengevolge van buiten deze opge
dane vermoeienis
dat de onmiddellijke Chef (Compngn/ies-Commt.
of de a'ls zoodanig optredende Officier) voor elk
geval afzonderlijk, in verband met den afstand,
waarop de betrokken persoon van de kazerne
woont, zal bepalen, wie voor de hierbedoelde
gunst in aanmerking komt;
dat de verleende gunst niemand van eenigeu
dienst vrijstelt, terwijl de vergunning, wanneer
dit den betrokken Ohef gewenscht voorkomt, kan
worden, ingetrokken
dat zij. die voor de genoemde gunst in aanmer
king wenscben te komen, daarvan uiterlijk twee
maanden vóór den dag van opkomst schriftelijk
kennis moeten .geven aan hun onnvkldellijken Ohef
(zie hiervóór)
dat er beflangjhefbbenden uitdrukkelijk op ge
wezen wordt
lo. dat aan den milicien, die eenmaal gevraagd
heeft buiten de kazerne te mogen overnachten,
daarin geen logies meer wordt .verstrekt, dan in
gevallen waarin de betrokken Chefs dit alls straf
of om andere redenen nodig mochten achten;
2o. dat niet dan bij iiooge uitzondering ter
beoordeeling van den commandeerenden Officiei
de gunst kan worden verleend aan hen, die
zich na het li iervoren aangegeven tijdstip (2
maanden'vóór de opkomst) daarvoor aanmelden.
Amersfoort, den 10. Felbruari 1910.
De Bur geniester1 van. Amersfoort,
WJÜLJTIERS.
Politiek Overzicht
De kiesreclrt hervorming in Pruisen.
I.
In de groote redevoering die de Duitsche
Rijkskanselier en Pruisische minister-presi
dent von Bellmann Hollweg Donderdag j.l.
gehouden heeft ter verdediging van lvet inge-
•dieude wetsontwerp omtrent de hervorming
van het kiesrecht, heeft hij over dit ontwerp
eigenlijk maar heel weinig gesproken. Hoofd
zakelijk was zijne redevoering daaraan ge
wijd de bewering te wederleggen dat Pruisen
eene reactionnaire staat is en zoo werd von
Bethmann Hollweg's redevoering een loflied
op den Pruisischen staat zooals hij heden is.
De burgers van dezen staat hebben uit de uit
eenzettingen van hun minister-president kun
nen gewaarworden, dat ze, zonder het éigen-
lijk recht geweten te hébben, in een zeer mo
dernen en politiek vooruitsitrevenden staat
leven. De voornaamste bewijzen voor deze be
wering des minister-presidenten zijn de Prui
sische belastingwetgeving, welke hetgeen
ook juist is de bemiddelden in verhou
ding sterker belast dan de onbemiddelden, en
do grootsche verrichtingen van 't zelfbestuur
in de Pruisische gemeenten. De Vossische
Zeitung stelt echter hiertegenover, dat hei-
geen de Pruisische gemeenten tot stand heb
ben gebracht, niet met steun van- doch in
strijd met den Pruisischen staat tot uitvoe
ring is gebracht en dat de gemeenten dit
vaak aan den voogdij uitoefenenden bureau-
cratiscbeu geest van reactionnaire ministers
en andere autoriteiten hebben moeten ont
worstelen
Dat de Pruisische staat een politiestaat is
wordt door Von Bethmann Hollweg gewoon
weg ontkend, evenals bij door een eenvou
dige ontkenning de bewering uit de wereld
zoekt te helpen, dat de conservatieve partij
in Pruisen oppermachtig geworden, ja mach
tiger geworden is dan de regeering. Von
Bethmann Hollweg verzekerde opnieuw, ge
lijk hij ook in den Rijksdag bad gedaan, dat.
de Pruisische regeering geen partijregeering
is. Met sterken nadruk verklaarde hij
„Pruisen laat zich nipt in" het kamp van het
parlementarisme sleepen, zoolang de macht
van zijn koningschap niet gebroken is." In
deze uitspraak treedt de opvatting der Prui
sische conservatieven aan den dag, alsof
koningschap en parlementarisme tegenstel
lingen zijn, terwijl er toch monarchen zijn,
die wezenlijke parlementaire instellingen,
welke de medewerking van het volk aan de
regeering en daardoor de goede verhouding
tusschen heerscher en volk waarborgen, eer-
dei" als eene versterking dan als een ver
zwakking hunner macht ondervinden.
Von Bethmann Hollweg heeft vervolgens,
hoewel eenige uitzonderingsgevallen willende
erkennen, een groot deel zijner redevoering
besteed aan een protest tegen de bewering,
dat de Pruisische ambtenaren van hunne
macht op politiek terrein misbruik maken,
iets wat onder de vrijzinnigen vrijwel als een
axioma geldt, om daarna tot eenige der
meest typeerende gedeelten zijner redevoe
ring te komen. Wij lezen ergens de krasse
uitspraak: „De vraag of wij met de
hoogere wetenschappelijke opvoeding en be
schaving onzer jeugd nog op den goeden weg.
zijn, vervult breede kringen van ons volk
met bezorgdheid." En sprekende van de mis
moedigheid en ontstemming, die een groot
deel van het Pruisische volk vervullen, zeide
de minister-president: Men moet op deze
bronnen (d. w. z. de hoogere wetenschappe
lijke ontwikkeling, en de ongodsdienstige be
weging die sinds jaren breede lagen van het
volk doortrekt) teruggaan, om te begrijpen,
waaraan deze ontstemming, waarvan ik
sprak, in ons volk aanwezig is. Deze ont
stemming verlangt ook eene hervorming van
het Pruisische kiesrecht. Men wiegt zich in
de hoop, dat het begin van al het goede
gevonden is wanneer eerst het Pruisische
drie-klassen-kiesrecht is afgeschaft. Hier
tegen nu kwam de minister-president op en
hij gaf daarbij eenige uitspraken te beste,
die men bekwaam geresumeerd vindt in bet
volgende commentaar van het Berliner Tage-
blatt, hetwelk mede naar aanleiding van de
vorige uitspraken van Von Bethmann Holl
weg schrijft: „De heer Von Bethmann ziet
niet in, dat de Pruisische regeering door het
parlementarisme van zich af te wijzen, onder
het juk der conservatieven gedwongen wordt
door +e gaan, hij ziet niet, dat het partijen-
régime, hetwelk hij loochent, nergens zoo
heerschit als juist in Pruisen en dat hij door
weigering van een werkelijke kiesrechthervor
ming, deze heerschappij van een partij ver
sterkt. Daar de heer Von Beth man-Hollweg
den Pruisischen staat in zijn tegenwoordigen
vorm voor zoo voortreffelijk houdt, open
baart hij zich natuurlijk als tegenstander
van al diegenen, welke dezen staat willen
democratiseeren. Het kiesrecht ma'g volgens
Von Bethmann Hollweg niet democratischer
word en ingericht, want hij poneeVt de
stelling, dat politieke 'beschaving en opvoe
ding niet bevorderd worden, doch lijden, hoe
democratischer het kiesrecht is ingericht. Hij
gelooft een vermindering in de belangstel
ling ie kunnen oonstateeren, welke het volk
voor het parlement heeft en voert, zeldzaam
genoeg, als bewijs voor deze bewering het
feit aan, dat de pers de gewoonte lieeft aan
genomen, stemmingsbeelden uit de parlemen
ten openbaar te maken, terwijl toch de ver
betering in de parlementaire berichtgeving
cn de meer levendige vorm der verslagen
niet alleen een vooruitgang in de techniek
der journalistiek, doch ook een bewijs er
voor zijn, hoezeer het publiek zich voor de
handelingen der volksvertegenwoordiging
interesseert."
De democratiseering van het parlementa
risme heeft volgens Von Bethmann Hollweg
in alle landen er toe bijgedragen de politieke
zeden oppervlakkiger en ruwer te maken en
hot proces van vooruitgang te belemmeren.
Zoo spreekt de Pruisische minister-president,
nadat in de laatste jaren bijna alle Duitsche
bondsstaten behalve Pruisen, er op bedacht
zijn geweest, het kiesrecht op democratischer
leest te schoeien. Deze kunnen thans uit de
rede van Von Bethmann-Hollweg verne
men, dat ze daardoor de vooruitgang hebben
tegengehouden. De eenige zekere waarborg
voor politieke vooruitgang is en blijft het
Pruisische drieklassen kiesrecht, hetwelk den
jonkers de oppermacht in het land verze
kert
tbn Bethmann Hollweg verklaarde daar
na, dat de vegeering vasthoudt aan de open-,
bare stemming. Zijn tegenstand jegens de
geheime verkiezing trachtte de minister-pre
sident met philosofisohe argumenten te mo-
tiveerén. Het is volgens hem niet waar, dat
de geheime stemming een waarborg biedt
voor de onafhankelijkheid der kiezers. Bij
de geheime stemming is juist de geestelijk-
zwakkere kiezer tegenover de invloeden van
zijn materieele instincten en persoonlijke on
lustgevoelens minder vrij dan bij de open
bare. Daarom beeft de sociaal-democratie bij
het geheime kiesrecht zooveel meer meeloo-
pers dan bij het openbare, daarom is de
sociaal-democratie, die anders fanatiek voor
openbaarheid is, zulk een geestdriftig
aanhangster van het geheime stemrecht. En
dan, zeide Bethmann, bestaat er in 't
algemeen geen onafhankelijkheid. „Ons ge-
heele leven is uit afhankelijkheden te zamen-
gesteld", filosofeerde de minister-president.
Voor alles is deze rede merkwaardig, wan
neer men bedenkt dat de Pruisische minister
president, die de democratiseering van bet
parlement, voor een euvel houd't en zich voor
een tegenstander der geheime verkiezing ver
klaart, tevens kanselier van het Duitsche
rijk is, waarin een geheim en zeer democra
tisch kiesrecht bestaat.
Doch ook bier wist onze filosoof een mouw
aan te passen, door den veelvuldig geu'ten
eisch te ontkennen dat de const it utioneele
ontwikkeling in de verschillende bondsstaten
homogene banen moet inslaan. Dat is een
dogmatische eisch, zeide Bethmann, zonder
eenig begrip van Duitschland's geschiede
nis en beschaving. Want als voor bet Noor
den en Zuiden dezelfde politieke vormen
pasten, dan had zicli in den loop der dui
zendjarige Duitsche geschiedenis al lang de
centralistische eenheidsstaat ontwikkeld.
Dat dit niet is geschied is geen toeval der
geschiedenis, doch ligt aan de individualis
tische trek van het Duitsche wezen. Men
moet niet met de machtwoorden „agra
risch" en „reactiounair" Pruisen in miscre-
diet brengen, want ten slotte is toch
Pruisen en Pruisen's „eigenart" het geweest,
welke niet in de laatste plaats aan de weder
opstanding van het rijk heeft medegewerkt.
Van de kolommenlange rede van von
Bethmann mee nen wij hiermede, in aanslui
ting aan het vermoeide excerpt, het meest
kenmerkende op den voorgrond te hebben
gesteld.
Duitichland.
B. e r 1 ii n, 12 F e b r. De minister
president verdedigde zich bij de beden voort
gezette beraadslaging over het kiesrechtont-
werp tegen de voorstelling van Pachnikes
(vrz. volkspartij), als zoude de regeering
door de indiening van het voorstel een reac-
tionnairen stap zou gedaan hebben. Von
Bethmalin Hollweg maakte er aanspraak op,
dat ernstig zou worden opgenomen betgeen
hij namens de staatsregeering had ver
klaard.
B e r 1 ij n, 12 Februari. Bij de
verdere beraadslaging over de kiesrechther
vorming, waarbij de minister-president, ge
lijk gemeld, op het standpunt der regee
ring in 't kort den nadruk legde, bepleit
ten de sprekers der.conservatieven en vrij-
conservatieven de openbare stemming, wel
ke huns inziens moest worden gehandhaafd.
De vrijzinnige vereeniging en dc volks
partij verklaarden zich voor de geheime
stemming, het alpha en omega der hervor
ming.
De nationaal-liberaal Krause sprak zich
eveneens voor de geheime verkiezing uit
op ethische gronden.. Als zijn meening over
de Duitsche sociaal-democraten sprak hij
uit, dat deze, in tegenstelling met die van
Frankrijk en Engeland, anti-monarchaal en
anti-nationaal was. De spreker ging voort:
Daarmede is niet gezegd, da/t de arbeiders
klasse dezelfde gezindheid beeft. Wij ver
staan onder nationale gezindheid een vast
te samengaan van alle partijen en standen,
wanneer het geldt ons vaderland tegen een
buitenlandschen vijand te beschermen, ge
lijk wij dat in 1870 gedaan hebben. Dit na
tionale gevoel heeft onze sociaal-democratie
niet. (Levendige bijval).
(Hét kiesrechtvoorstel is naar een spe
ciale commissie van 28 leden verwezen).
Berlijn, 13 Febr Heden hielden
•dc sociaal-democraten in verscheidene ge
deelten der stad een groot aantal vergade
ringen, om te protesteeren tegen het kies
wet-ontwerp Na afloop trokken de deelne
mers door de straten, doch de politie belet
te de vorming van massa-demonstraties en
in 'i bijzonder om een optocht te houden door
het centrum der stad en naar 't keizerlijk
paleis. Alles had een kalm verloopalleen
uit de voorstad Rixdorff is bericht ontvan
gen, dal er tusschen de politieagenten en
ae menigte een botsing plaats had, waarbij
twee politiebeambten door steenworpen on
beduidend gewond werden. Er wordit niets
gemeld omtrent verwondingen van perso
nen uit het publiek.
B e r 1 ij n, 1 3 F e b r. Tegen den avond
kwam het op de Kronprinzenbrücke tot een
botsing tusschen de politie en ongeveer vier
honderd meest jonge betoogers, waarbij door
de politie, die door scheldwoorden en steen
worpen geprikkeld was, drie personen ge
wond werden. Te Duisburg en Koningsber
gen moest, de politie met 't blanke wapen
cptreden, waarbij verscheidene personen ge-
woud weiden en eenige arrestatien plaats
hadden.
Halle a d. Saaie, 13 Febr. Na
afloop van de heden gehouden kiesrecht-
vergaderingen vielen ongeveer 2000 betoo
gers dc politie aan, die de sabel trok en véle
personen verwondde.
België.
Brussel, 13 Febr. Volgens het
„Journal de Bruxélles" is baron Beijens
benoemd tot minister van het Koninklijke
Huis.
Frankrijk.
P a r ij s, 1 2 F e b v. De Senaat- beeft met
algemeene stemmen besloten over te gaan tot
de tweede beraadslaging over de wet op de
arbeidspensioenen.
Ook de Fransche Senaat heeft zijn toe
stemming gegeven tot bet veirleenen van een
nieuw crediet van 20 mi 11 ioen francs voor
de noodlijdenden door de overstroomingen.
In de Fransche Kamer heeft de afge
vaardigde Bettv voorgesteld eene medaille
in te stellen voor de overlevende strijders
van 1870. Het voorstel werd van verschil
lende zijden gesteund en ten slotte met
594 tegen 34 stemmen aangenomen, of
schoon de minister van oorlog had ver
klaard de instelling van zulk een medaille,
welke slechts 'herinneringen aan de geleden
nederlagen zou wakker roepen, onnoodig
te achten.
Italië.
Rome, 12 Fe b r. De Kamer besprak
de mededeelingen van de regeering. Sonni-
no verklaarde daarbij dat het regeerings-
program niet kon worden beschuldigd van
gemis aan pclitieken grondslag.
De kiesrecht-hervorming zal te gelegener
tijd een onderwerp van studie voor Kamer
en regeering zijn.
Zoo groot mogelijke verbreiding van
volksonderwijs is de beste voorbereiding tot
kiesrechther vorrai n g
De spreker deed een beroep op de ernstige
medewerking der Kamer in de bestudeering
van de baar voorgelegde vraagstukken. Op
die voorwaarde alleen stemde bij er in toe,
op zijn plaats te blijven. De door Sonniuo
aanvaarde motie: De Kamer, gehoord de
regeeringsverklaring, gaat over tot de orde
van den dag, werd aangenomen met 193
tegen 84 stemmen en 10 onthoudingen.
Engeland.
Brighton, 12 Febr. Minister As-
quith kwam bier hedenmorgen aan ter
audiëntie bij den Koning.
Newcastle, 12 Febr. De uitslag
van de stemming, gehouden onder de arbei
ders in de kolenmijnen van Northumber
land, beeft naar heden werd verklaard, net
volgende resultaat gehad14078 stemmen
waren voor staking, 13687 er tegen. Daar
de vereisohte meerderheid van twee derde
niet is verkregen, zal er niet gestaakt wor
den.
Moman van
31 ANNA WAHLENBERG.
Uit het Zweedsch
dook Bitit Ba xk er Nort.
En"t is immers niet onmogelijk, dat ze
zich laait ovedlialenZij, tdiie leeninnaal om
naam en geld getrouwd is, want dat heeft ze
ongetwijfeld gedaan, kan alles doen. En
Robert schijnt niet zoo onvoorwaardelijk
aan baar ernst te gelooven, dat heb ik vroe
ger ook al gemerkt. Maar hij is ridderlijk.
Hij zou zrich zelf het niet kuijnen vergeven,
aLs hij iets onaardigs van een dame zei.
Liever zwijgt hij, dan dat hij over haar
spreekt-. Maar men kan het toch wel zien,
hij heeft altijd zulk een ironischen blik in
de oogeu, als hij over baar spreekt.''
Ben geheelen tijd, terwijl Agues deze
lange redevoering tegen zich z.elf hield, had
ze Flora aangekeken. Maar zelfs niet voor
een oogenblik week de starre uitdrukking
van haar glaat; dezen keer hielpen de
sprookjes niet.
Maar Agnes garf het nog niet op. Ze pro
beerde het nog eene. Ze borduurde hetzelfde
tihema noig eens op andter stramien, maar met
erven weinig resultaat. De eenige merkbare
verandering bij Flora bestond hierin, dat z©
haar oogen "sloot. En weer kwam de stilte
over hen.
„Vermoei ik je?" vroeg Agues ten slotte.
„O, mee."
Maar ze dead1 haar oogen niet open
„Zal ik heengaan?"
„Ja, dat is misschien het beste."
Ze wenachte haar dlus weg. En 't eenige,
wat men doen kon, was baar alleen te laten.
Eerst toen Agnes afscheid nam. keek ze
vluchtig op en bleef daarna onbewegelijk
zitten
Onder den terugweg was Agnes op 't punt
naar de Ekvall-s te gaan. Moest Robert niet
weten, dat hij -gauw naar huis moest gaan?
Maar ze gaf niet toe aan deze impulsie
Flora had immers gelegd, dat ze haar nooit
zou vergeven, indien ze het- deed? En ze
had zoo beslist en zeker gesproken als nooit
vroeger.
Dat strak gelaat kon ze onmogelijk verge
ten.
En ikeer op keer was er iets, dat- Agnes
dwong stil te -staan en in haar hart een
dankgebed te uiten, dat zij het niet was, die
de schuld droeg, dat dit gezicht zoo stijf en
wit was
Ingeborg kwam om goeden nacht te zeg
gen. De dienstmeisjes kwamen in de ka
mer en vroegen dan eens dit, en dan weer
dat, de avond verstreek meer en meer. Maar
nog zat Flora op dezelfde plaats en in
dezelfde houding. Niets rondtem haar kon
haar bewegen op te staan-, vóór de stappen,
die ze verwachtte, bij d*e deur waren. Toen
richtte zij zich op, trok haar werkmandje
■naar zich toe en haalde haar borduurwerk
voor den dag En toen Robert binnen
trad, was het volstrekt geen ongewoon ge
zicht, dat zijn oogen ontmoetten
„Is Agnes heengegaan?" vroeg hij.
„Zooals je ziet."
Hij nam plaats in d'en stoel, 't dichtst
bij haar, en zat eenige «ogenblikken stil.
„Ik heb me wat verlaat/zei hij. ,,Er
waren vreemden bij de Bkvalls, een .per
soon die veel te vertellen had."
Op dit- gezegde volgde een kléine pauze,
dlie bestemd scheen om Flora gelegenheid
te geven iets te vragen. Maar ze vroeg
niet-s
„Ester Gyllensporré" legde hij uit.
„Ze gaat scheiden van haar man
„Zoo," zei Flora, zonder van haar werk
op te zien.
„Het schijnt je niet erg te interesseer en
Ja, .ik weet dat je niet veel sympathie voor
haar gevoelt. Maar ze gaf toch groeten
voor je mee."
„Dank."
„Ze had1 geen tijd om afscheidsbezoeken
te 'brengen-, want ze vertrekt morgenmid
dag, eerst naar bet buitenlland, waar ze
eenige weken blijft, en dan naar haar
ouders in Smaland. Zoodat we haar hier
niet meer zien."
Voor de eerste maal hief Flora het hoofd
op en keek hem aan met een schuwen, doch
vorsclienden blik, als wilde ze diep in zijn
ziel lezen.
En hij vervolgde, als antwoord1 op haar
onuitgesproken vraag
„Ja, ze was een kleine mooie vlinder, ©n
nu is ze ons voorbij gefladderd."
Nog waren Flora's oogen op hem gericht,
en zijn blak zonk in den hare. Het was een
verklaring zonder woorden.
Eindelijk begon een teeder, een bijna
toegevend lachje rondom zijn mond t© spe
len, en langzaam kwam er ook een zwak
lachje om Flora's mond. En het werd licht
en gelukkig.
Toen boog hij zich over haar hand, die
rustte op de tafel tusschen het borduurwerk,
en kuste die. Maar nauwelijks had hij
haar aangeraakt, of hij schrikte terug.
„Wat- warm
'Ze trok haar hand terug, alsof er iets
was dat ze voor hem wilde verborgenEu
toen hij nu vragen begon te doen, en zich
herinnerde dat ze hoestte en er zwak uitzag,
lachte ze luid.
Was het de moeite waard om over te spre
ken, het was slechts de lente, die haar zoo
moe maakte, dat was immeiis élk jaar zoo?
Maar ze voelde zich al beter, ze zou wel
spoedig heelemaal weer beter worden."
En 't leek alsof ze de waarheid had ge
sproken Haar gelaatskleur werd weer
wonderlijk friseh en mooi, en 'deze gunstige
verandering bezat een duurzaamheid, die
alle plotseling ontstane onrust doofde. Maar
't meest verbaasd was Agnes, die niet goed
geslapen had en zich den volgenden morgen
vroeg naar Flora haastte.
Welk wonder was er gebeurd? Die Flora
was toch merkwaardig, Stil en geruisch-
loo.s ging ze d'aar, maar even -vlug als een
kind wisselde ze van uiterlijk en stemming.
De meest onbeduidende en meest verborgen
oorzaken 'konden baar moedeloosheid en zorg
in hoop en vreugde veranderen, en omge
keerd
Ze hadden echter nauwelijks elkaar be
groet. of Robert, hief luisterend de hand op,
„Hoor," zei hij.
En wat ze hoorden, was het schrille ge
fluit van dc locomotief, dat duidelijk van
I het station weerklonk
,,Nu trekt Ester Gyllensporré uit in de
wereld, om nooit ween- terug te komen," zei
Rober;
Eefl paar séconden luisterden ze. Maar
Flora het langst en het opmerkzaamst
't Was gemakkelijk te zien, dat het
scherp, snijdend gegil haar een genot was.
En nu begreep Agnes heel goed waarom
ze weer gezond was
XIX
Wat was dat vootr een brief dien Robert
had ontvangen?
Den halven dagen had deze er, al gelegen
en op zijn schrijftafel gewacht. Flora had'
hem een paar maal in de handen genomen
en bekeken
Het adres was' geschreven met een vlug,
mooi handschrift, iets groot voor een
vrouwmaar dat het toch van een dame
moest zijn bewees de sierlijkheid er van. Ze
herkende 'het toch niet. Maar de poststem
pel droeg den naam van een klein Sma-
landsch station, en dit had haar aandacht
getrokken.
Toon Robert eindelijk thuis kwam, was ze
hem in zijn kamer gevolgd, en ze stond
slechts een paar schreden van 'hem af, toon
•hij de enveloppe openscheurde en don brief
er uitnam. Het licht van hét raam viel
ongehinderd op Kern, en terwijl hij den
brief bestudeerde, kon zij zijn gelaat be
schouwen
Wordt vervolgd.