jr. aai. Maandag 14 Februari 1910. BUITENLAND. FEUILLETON. DROOMLEVEN. Jaar(ang4 DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per S maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem frauco per post- 1.50. Afzonder; gke nummers- 0.05. Deze Courant versohijnt dftgelgksbehalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiénmededeelingec enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bg de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tet het herhaald adverteeren in dit B^ad, bg abonnement, circulairebevattende de voorwaarden, werdt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. De Burgemeester van Amersfoort, Gezien le aanschrijving van den Commissaris der Koningin dézer provincie van den 4den Fe bruari 1910, no. 6: Brengt ler kennis van belanghebbenden dat door d'en Minister van Oorlog is bepaald geworden, dal in liet jaar 1910 bij wijze van proef bij de Infanterie, bij de Vos ting-Artillerie, en bij de Genietroepen aan de verlofgangers van de nulitie, voor zoover deze voor de derde (laat ste) maal voor herhalingsoefening onder de wape- uen zullen komen, alsmede aan de milicien-ser geanten der lichting 1909, voor zoover zij zulks zullen v erlangen, zal: kunnen worden vergund, om 'buiten de kazerne te overnachten, mits hunne woning (vaste of tijdelijke) in of nabij de garni, zoensplaats gelegen is. en de vergunning geen aanleiding geeft tot het afleggen van zoodanige afstanden, dat daardoor invloed wordt uitgeoe fend op den goeden gang van den dienst en van de oefeningen, tengevolge van buiten deze opge dane vermoeienis dat de onmiddellijke Chef (Compngn/ies-Commt. of de a'ls zoodanig optredende Officier) voor elk geval afzonderlijk, in verband met den afstand, waarop de betrokken persoon van de kazerne woont, zal bepalen, wie voor de hierbedoelde gunst in aanmerking komt; dat de verleende gunst niemand van eenigeu dienst vrijstelt, terwijl de vergunning, wanneer dit den betrokken Ohef gewenscht voorkomt, kan worden, ingetrokken dat zij. die voor de genoemde gunst in aanmer king wenscben te komen, daarvan uiterlijk twee maanden vóór den dag van opkomst schriftelijk kennis moeten .geven aan hun onnvkldellijken Ohef (zie hiervóór) dat er beflangjhefbbenden uitdrukkelijk op ge wezen wordt lo. dat aan den milicien, die eenmaal gevraagd heeft buiten de kazerne te mogen overnachten, daarin geen logies meer wordt .verstrekt, dan in gevallen waarin de betrokken Chefs dit alls straf of om andere redenen nodig mochten achten; 2o. dat niet dan bij iiooge uitzondering ter beoordeeling van den commandeerenden Officiei de gunst kan worden verleend aan hen, die zich na het li iervoren aangegeven tijdstip (2 maanden'vóór de opkomst) daarvoor aanmelden. Amersfoort, den 10. Felbruari 1910. De Bur geniester1 van. Amersfoort, WJÜLJTIERS. Politiek Overzicht De kiesreclrt hervorming in Pruisen. I. In de groote redevoering die de Duitsche Rijkskanselier en Pruisische minister-presi dent von Bellmann Hollweg Donderdag j.l. gehouden heeft ter verdediging van lvet inge- •dieude wetsontwerp omtrent de hervorming van het kiesrecht, heeft hij over dit ontwerp eigenlijk maar heel weinig gesproken. Hoofd zakelijk was zijne redevoering daaraan ge wijd de bewering te wederleggen dat Pruisen eene reactionnaire staat is en zoo werd von Bethmann Hollweg's redevoering een loflied op den Pruisischen staat zooals hij heden is. De burgers van dezen staat hebben uit de uit eenzettingen van hun minister-president kun nen gewaarworden, dat ze, zonder het éigen- lijk recht geweten te hébben, in een zeer mo dernen en politiek vooruitsitrevenden staat leven. De voornaamste bewijzen voor deze be wering des minister-presidenten zijn de Prui sische belastingwetgeving, welke hetgeen ook juist is de bemiddelden in verhou ding sterker belast dan de onbemiddelden, en do grootsche verrichtingen van 't zelfbestuur in de Pruisische gemeenten. De Vossische Zeitung stelt echter hiertegenover, dat hei- geen de Pruisische gemeenten tot stand heb ben gebracht, niet met steun van- doch in strijd met den Pruisischen staat tot uitvoe ring is gebracht en dat de gemeenten dit vaak aan den voogdij uitoefenenden bureau- cratiscbeu geest van reactionnaire ministers en andere autoriteiten hebben moeten ont worstelen Dat de Pruisische staat een politiestaat is wordt door Von Bethmann Hollweg gewoon weg ontkend, evenals bij door een eenvou dige ontkenning de bewering uit de wereld zoekt te helpen, dat de conservatieve partij in Pruisen oppermachtig geworden, ja mach tiger geworden is dan de regeering. Von Bethmann Hollweg verzekerde opnieuw, ge lijk hij ook in den Rijksdag bad gedaan, dat. de Pruisische regeering geen partijregeering is. Met sterken nadruk verklaarde hij „Pruisen laat zich nipt in" het kamp van het parlementarisme sleepen, zoolang de macht van zijn koningschap niet gebroken is." In deze uitspraak treedt de opvatting der Prui sische conservatieven aan den dag, alsof koningschap en parlementarisme tegenstel lingen zijn, terwijl er toch monarchen zijn, die wezenlijke parlementaire instellingen, welke de medewerking van het volk aan de regeering en daardoor de goede verhouding tusschen heerscher en volk waarborgen, eer- dei" als eene versterking dan als een ver zwakking hunner macht ondervinden. Von Bethmann Hollweg heeft vervolgens, hoewel eenige uitzonderingsgevallen willende erkennen, een groot deel zijner redevoering besteed aan een protest tegen de bewering, dat de Pruisische ambtenaren van hunne macht op politiek terrein misbruik maken, iets wat onder de vrijzinnigen vrijwel als een axioma geldt, om daarna tot eenige der meest typeerende gedeelten zijner redevoe ring te komen. Wij lezen ergens de krasse uitspraak: „De vraag of wij met de hoogere wetenschappelijke opvoeding en be schaving onzer jeugd nog op den goeden weg. zijn, vervult breede kringen van ons volk met bezorgdheid." En sprekende van de mis moedigheid en ontstemming, die een groot deel van het Pruisische volk vervullen, zeide de minister-president: Men moet op deze bronnen (d. w. z. de hoogere wetenschappe lijke ontwikkeling, en de ongodsdienstige be weging die sinds jaren breede lagen van het volk doortrekt) teruggaan, om te begrijpen, waaraan deze ontstemming, waarvan ik sprak, in ons volk aanwezig is. Deze ont stemming verlangt ook eene hervorming van het Pruisische kiesrecht. Men wiegt zich in de hoop, dat het begin van al het goede gevonden is wanneer eerst het Pruisische drie-klassen-kiesrecht is afgeschaft. Hier tegen nu kwam de minister-president op en hij gaf daarbij eenige uitspraken te beste, die men bekwaam geresumeerd vindt in bet volgende commentaar van het Berliner Tage- blatt, hetwelk mede naar aanleiding van de vorige uitspraken van Von Bethmann Holl weg schrijft: „De heer Von Bethmann ziet niet in, dat de Pruisische regeering door het parlementarisme van zich af te wijzen, onder het juk der conservatieven gedwongen wordt door +e gaan, hij ziet niet, dat het partijen- régime, hetwelk hij loochent, nergens zoo heerschit als juist in Pruisen en dat hij door weigering van een werkelijke kiesrechthervor ming, deze heerschappij van een partij ver sterkt. Daar de heer Von Beth man-Hollweg den Pruisischen staat in zijn tegenwoordigen vorm voor zoo voortreffelijk houdt, open baart hij zich natuurlijk als tegenstander van al diegenen, welke dezen staat willen democratiseeren. Het kiesrecht ma'g volgens Von Bethmann Hollweg niet democratischer word en ingericht, want hij poneeVt de stelling, dat politieke 'beschaving en opvoe ding niet bevorderd worden, doch lijden, hoe democratischer het kiesrecht is ingericht. Hij gelooft een vermindering in de belangstel ling ie kunnen oonstateeren, welke het volk voor het parlement heeft en voert, zeldzaam genoeg, als bewijs voor deze bewering het feit aan, dat de pers de gewoonte lieeft aan genomen, stemmingsbeelden uit de parlemen ten openbaar te maken, terwijl toch de ver betering in de parlementaire berichtgeving cn de meer levendige vorm der verslagen niet alleen een vooruitgang in de techniek der journalistiek, doch ook een bewijs er voor zijn, hoezeer het publiek zich voor de handelingen der volksvertegenwoordiging interesseert." De democratiseering van het parlementa risme heeft volgens Von Bethmann Hollweg in alle landen er toe bijgedragen de politieke zeden oppervlakkiger en ruwer te maken en hot proces van vooruitgang te belemmeren. Zoo spreekt de Pruisische minister-president, nadat in de laatste jaren bijna alle Duitsche bondsstaten behalve Pruisen, er op bedacht zijn geweest, het kiesrecht op democratischer leest te schoeien. Deze kunnen thans uit de rede van Von Bethmann-Hollweg verne men, dat ze daardoor de vooruitgang hebben tegengehouden. De eenige zekere waarborg voor politieke vooruitgang is en blijft het Pruisische drieklassen kiesrecht, hetwelk den jonkers de oppermacht in het land verze kert tbn Bethmann Hollweg verklaarde daar na, dat de vegeering vasthoudt aan de open-, bare stemming. Zijn tegenstand jegens de geheime verkiezing trachtte de minister-pre sident met philosofisohe argumenten te mo- tiveerén. Het is volgens hem niet waar, dat de geheime stemming een waarborg biedt voor de onafhankelijkheid der kiezers. Bij de geheime stemming is juist de geestelijk- zwakkere kiezer tegenover de invloeden van zijn materieele instincten en persoonlijke on lustgevoelens minder vrij dan bij de open bare. Daarom beeft de sociaal-democratie bij het geheime kiesrecht zooveel meer meeloo- pers dan bij het openbare, daarom is de sociaal-democratie, die anders fanatiek voor openbaarheid is, zulk een geestdriftig aanhangster van het geheime stemrecht. En dan, zeide Bethmann, bestaat er in 't algemeen geen onafhankelijkheid. „Ons ge- heele leven is uit afhankelijkheden te zamen- gesteld", filosofeerde de minister-president. Voor alles is deze rede merkwaardig, wan neer men bedenkt dat de Pruisische minister president, die de democratiseering van bet parlement, voor een euvel houd't en zich voor een tegenstander der geheime verkiezing ver klaart, tevens kanselier van het Duitsche rijk is, waarin een geheim en zeer democra tisch kiesrecht bestaat. Doch ook bier wist onze filosoof een mouw aan te passen, door den veelvuldig geu'ten eisch te ontkennen dat de const it utioneele ontwikkeling in de verschillende bondsstaten homogene banen moet inslaan. Dat is een dogmatische eisch, zeide Bethmann, zonder eenig begrip van Duitschland's geschiede nis en beschaving. Want als voor bet Noor den en Zuiden dezelfde politieke vormen pasten, dan had zicli in den loop der dui zendjarige Duitsche geschiedenis al lang de centralistische eenheidsstaat ontwikkeld. Dat dit niet is geschied is geen toeval der geschiedenis, doch ligt aan de individualis tische trek van het Duitsche wezen. Men moet niet met de machtwoorden „agra risch" en „reactiounair" Pruisen in miscre- diet brengen, want ten slotte is toch Pruisen en Pruisen's „eigenart" het geweest, welke niet in de laatste plaats aan de weder opstanding van het rijk heeft medegewerkt. Van de kolommenlange rede van von Bethmann mee nen wij hiermede, in aanslui ting aan het vermoeide excerpt, het meest kenmerkende op den voorgrond te hebben gesteld. Duitichland. B. e r 1 ii n, 12 F e b r. De minister president verdedigde zich bij de beden voort gezette beraadslaging over het kiesrechtont- werp tegen de voorstelling van Pachnikes (vrz. volkspartij), als zoude de regeering door de indiening van het voorstel een reac- tionnairen stap zou gedaan hebben. Von Bethmalin Hollweg maakte er aanspraak op, dat ernstig zou worden opgenomen betgeen hij namens de staatsregeering had ver klaard. B e r 1 ij n, 12 Februari. Bij de verdere beraadslaging over de kiesrechther vorming, waarbij de minister-president, ge lijk gemeld, op het standpunt der regee ring in 't kort den nadruk legde, bepleit ten de sprekers der.conservatieven en vrij- conservatieven de openbare stemming, wel ke huns inziens moest worden gehandhaafd. De vrijzinnige vereeniging en dc volks partij verklaarden zich voor de geheime stemming, het alpha en omega der hervor ming. De nationaal-liberaal Krause sprak zich eveneens voor de geheime verkiezing uit op ethische gronden.. Als zijn meening over de Duitsche sociaal-democraten sprak hij uit, dat deze, in tegenstelling met die van Frankrijk en Engeland, anti-monarchaal en anti-nationaal was. De spreker ging voort: Daarmede is niet gezegd, da/t de arbeiders klasse dezelfde gezindheid beeft. Wij ver staan onder nationale gezindheid een vast te samengaan van alle partijen en standen, wanneer het geldt ons vaderland tegen een buitenlandschen vijand te beschermen, ge lijk wij dat in 1870 gedaan hebben. Dit na tionale gevoel heeft onze sociaal-democratie niet. (Levendige bijval). (Hét kiesrechtvoorstel is naar een spe ciale commissie van 28 leden verwezen). Berlijn, 13 Febr Heden hielden •dc sociaal-democraten in verscheidene ge deelten der stad een groot aantal vergade ringen, om te protesteeren tegen het kies wet-ontwerp Na afloop trokken de deelne mers door de straten, doch de politie belet te de vorming van massa-demonstraties en in 'i bijzonder om een optocht te houden door het centrum der stad en naar 't keizerlijk paleis. Alles had een kalm verloopalleen uit de voorstad Rixdorff is bericht ontvan gen, dal er tusschen de politieagenten en ae menigte een botsing plaats had, waarbij twee politiebeambten door steenworpen on beduidend gewond werden. Er wordit niets gemeld omtrent verwondingen van perso nen uit het publiek. B e r 1 ij n, 1 3 F e b r. Tegen den avond kwam het op de Kronprinzenbrücke tot een botsing tusschen de politie en ongeveer vier honderd meest jonge betoogers, waarbij door de politie, die door scheldwoorden en steen worpen geprikkeld was, drie personen ge wond werden. Te Duisburg en Koningsber gen moest, de politie met 't blanke wapen cptreden, waarbij verscheidene personen ge- woud weiden en eenige arrestatien plaats hadden. Halle a d. Saaie, 13 Febr. Na afloop van de heden gehouden kiesrecht- vergaderingen vielen ongeveer 2000 betoo gers dc politie aan, die de sabel trok en véle personen verwondde. België. Brussel, 13 Febr. Volgens het „Journal de Bruxélles" is baron Beijens benoemd tot minister van het Koninklijke Huis. Frankrijk. P a r ij s, 1 2 F e b v. De Senaat- beeft met algemeene stemmen besloten over te gaan tot de tweede beraadslaging over de wet op de arbeidspensioenen. Ook de Fransche Senaat heeft zijn toe stemming gegeven tot bet veirleenen van een nieuw crediet van 20 mi 11 ioen francs voor de noodlijdenden door de overstroomingen. In de Fransche Kamer heeft de afge vaardigde Bettv voorgesteld eene medaille in te stellen voor de overlevende strijders van 1870. Het voorstel werd van verschil lende zijden gesteund en ten slotte met 594 tegen 34 stemmen aangenomen, of schoon de minister van oorlog had ver klaard de instelling van zulk een medaille, welke slechts 'herinneringen aan de geleden nederlagen zou wakker roepen, onnoodig te achten. Italië. Rome, 12 Fe b r. De Kamer besprak de mededeelingen van de regeering. Sonni- no verklaarde daarbij dat het regeerings- program niet kon worden beschuldigd van gemis aan pclitieken grondslag. De kiesrecht-hervorming zal te gelegener tijd een onderwerp van studie voor Kamer en regeering zijn. Zoo groot mogelijke verbreiding van volksonderwijs is de beste voorbereiding tot kiesrechther vorrai n g De spreker deed een beroep op de ernstige medewerking der Kamer in de bestudeering van de baar voorgelegde vraagstukken. Op die voorwaarde alleen stemde bij er in toe, op zijn plaats te blijven. De door Sonniuo aanvaarde motie: De Kamer, gehoord de regeeringsverklaring, gaat over tot de orde van den dag, werd aangenomen met 193 tegen 84 stemmen en 10 onthoudingen. Engeland. Brighton, 12 Febr. Minister As- quith kwam bier hedenmorgen aan ter audiëntie bij den Koning. Newcastle, 12 Febr. De uitslag van de stemming, gehouden onder de arbei ders in de kolenmijnen van Northumber land, beeft naar heden werd verklaard, net volgende resultaat gehad14078 stemmen waren voor staking, 13687 er tegen. Daar de vereisohte meerderheid van twee derde niet is verkregen, zal er niet gestaakt wor den. Moman van 31 ANNA WAHLENBERG. Uit het Zweedsch dook Bitit Ba xk er Nort. En"t is immers niet onmogelijk, dat ze zich laait ovedlialenZij, tdiie leeninnaal om naam en geld getrouwd is, want dat heeft ze ongetwijfeld gedaan, kan alles doen. En Robert schijnt niet zoo onvoorwaardelijk aan baar ernst te gelooven, dat heb ik vroe ger ook al gemerkt. Maar hij is ridderlijk. Hij zou zrich zelf het niet kuijnen vergeven, aLs hij iets onaardigs van een dame zei. Liever zwijgt hij, dan dat hij over haar spreekt-. Maar men kan het toch wel zien, hij heeft altijd zulk een ironischen blik in de oogeu, als hij over baar spreekt.'' Ben geheelen tijd, terwijl Agues deze lange redevoering tegen zich z.elf hield, had ze Flora aangekeken. Maar zelfs niet voor een oogenblik week de starre uitdrukking van haar glaat; dezen keer hielpen de sprookjes niet. Maar Agnes garf het nog niet op. Ze pro beerde het nog eene. Ze borduurde hetzelfde tihema noig eens op andter stramien, maar met erven weinig resultaat. De eenige merkbare verandering bij Flora bestond hierin, dat z© haar oogen "sloot. En weer kwam de stilte over hen. „Vermoei ik je?" vroeg Agues ten slotte. „O, mee." Maar ze dead1 haar oogen niet open „Zal ik heengaan?" „Ja, dat is misschien het beste." Ze wenachte haar dlus weg. En 't eenige, wat men doen kon, was baar alleen te laten. Eerst toen Agnes afscheid nam. keek ze vluchtig op en bleef daarna onbewegelijk zitten Onder den terugweg was Agnes op 't punt naar de Ekvall-s te gaan. Moest Robert niet weten, dat hij -gauw naar huis moest gaan? Maar ze gaf niet toe aan deze impulsie Flora had immers gelegd, dat ze haar nooit zou vergeven, indien ze het- deed? En ze had zoo beslist en zeker gesproken als nooit vroeger. Dat strak gelaat kon ze onmogelijk verge ten. En ikeer op keer was er iets, dat- Agnes dwong stil te -staan en in haar hart een dankgebed te uiten, dat zij het niet was, die de schuld droeg, dat dit gezicht zoo stijf en wit was Ingeborg kwam om goeden nacht te zeg gen. De dienstmeisjes kwamen in de ka mer en vroegen dan eens dit, en dan weer dat, de avond verstreek meer en meer. Maar nog zat Flora op dezelfde plaats en in dezelfde houding. Niets rondtem haar kon haar bewegen op te staan-, vóór de stappen, die ze verwachtte, bij d*e deur waren. Toen richtte zij zich op, trok haar werkmandje ■naar zich toe en haalde haar borduurwerk voor den dag En toen Robert binnen trad, was het volstrekt geen ongewoon ge zicht, dat zijn oogen ontmoetten „Is Agnes heengegaan?" vroeg hij. „Zooals je ziet." Hij nam plaats in d'en stoel, 't dichtst bij haar, en zat eenige «ogenblikken stil. „Ik heb me wat verlaat/zei hij. ,,Er waren vreemden bij de Bkvalls, een .per soon die veel te vertellen had." Op dit- gezegde volgde een kléine pauze, dlie bestemd scheen om Flora gelegenheid te geven iets te vragen. Maar ze vroeg niet-s „Ester Gyllensporré" legde hij uit. „Ze gaat scheiden van haar man „Zoo," zei Flora, zonder van haar werk op te zien. „Het schijnt je niet erg te interesseer en Ja, .ik weet dat je niet veel sympathie voor haar gevoelt. Maar ze gaf toch groeten voor je mee." „Dank." „Ze had1 geen tijd om afscheidsbezoeken te 'brengen-, want ze vertrekt morgenmid dag, eerst naar bet buitenlland, waar ze eenige weken blijft, en dan naar haar ouders in Smaland. Zoodat we haar hier niet meer zien." Voor de eerste maal hief Flora het hoofd op en keek hem aan met een schuwen, doch vorsclienden blik, als wilde ze diep in zijn ziel lezen. En hij vervolgde, als antwoord1 op haar onuitgesproken vraag „Ja, ze was een kleine mooie vlinder, ©n nu is ze ons voorbij gefladderd." Nog waren Flora's oogen op hem gericht, en zijn blak zonk in den hare. Het was een verklaring zonder woorden. Eindelijk begon een teeder, een bijna toegevend lachje rondom zijn mond t© spe len, en langzaam kwam er ook een zwak lachje om Flora's mond. En het werd licht en gelukkig. Toen boog hij zich over haar hand, die rustte op de tafel tusschen het borduurwerk, en kuste die. Maar nauwelijks had hij haar aangeraakt, of hij schrikte terug. „Wat- warm 'Ze trok haar hand terug, alsof er iets was dat ze voor hem wilde verborgenEu toen hij nu vragen begon te doen, en zich herinnerde dat ze hoestte en er zwak uitzag, lachte ze luid. Was het de moeite waard om over te spre ken, het was slechts de lente, die haar zoo moe maakte, dat was immeiis élk jaar zoo? Maar ze voelde zich al beter, ze zou wel spoedig heelemaal weer beter worden." En 't leek alsof ze de waarheid had ge sproken Haar gelaatskleur werd weer wonderlijk friseh en mooi, en 'deze gunstige verandering bezat een duurzaamheid, die alle plotseling ontstane onrust doofde. Maar 't meest verbaasd was Agnes, die niet goed geslapen had en zich den volgenden morgen vroeg naar Flora haastte. Welk wonder was er gebeurd? Die Flora was toch merkwaardig, Stil en geruisch- loo.s ging ze d'aar, maar even -vlug als een kind wisselde ze van uiterlijk en stemming. De meest onbeduidende en meest verborgen oorzaken 'konden baar moedeloosheid en zorg in hoop en vreugde veranderen, en omge keerd Ze hadden echter nauwelijks elkaar be groet. of Robert, hief luisterend de hand op, „Hoor," zei hij. En wat ze hoorden, was het schrille ge fluit van dc locomotief, dat duidelijk van I het station weerklonk ,,Nu trekt Ester Gyllensporré uit in de wereld, om nooit ween- terug te komen," zei Rober; Eefl paar séconden luisterden ze. Maar Flora het langst en het opmerkzaamst 't Was gemakkelijk te zien, dat het scherp, snijdend gegil haar een genot was. En nu begreep Agnes heel goed waarom ze weer gezond was XIX Wat was dat vootr een brief dien Robert had ontvangen? Den halven dagen had deze er, al gelegen en op zijn schrijftafel gewacht. Flora had' hem een paar maal in de handen genomen en bekeken Het adres was' geschreven met een vlug, mooi handschrift, iets groot voor een vrouwmaar dat het toch van een dame moest zijn bewees de sierlijkheid er van. Ze herkende 'het toch niet. Maar de poststem pel droeg den naam van een klein Sma- landsch station, en dit had haar aandacht getrokken. Toon Robert eindelijk thuis kwam, was ze hem in zijn kamer gevolgd, en ze stond slechts een paar schreden van 'hem af, toon •hij de enveloppe openscheurde en don brief er uitnam. Het licht van hét raam viel ongehinderd op Kern, en terwijl hij den brief bestudeerde, kon zij zijn gelaat be schouwen Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1