f°. 3«2. Donderdag 17 Maart 1910. BUITENLAND. FEUILLETON. Mijn Vriend de Chaulnr. Juarfaag. DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem frauco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant rersohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertent iönmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur morgens by de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtse!: estraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regelf O.BO. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeliee bepalingen tel het herhaald adverteeren in dit Btad, by abonnement. Ew oiroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan' hen, die met 1 April a. s. op dit blad inteekenen worden de nummers die ge durende de maand Maart nog zullen verschijnenkoste loos toegezonden. Politiek Overzicht Het rijkstand £lzas-l.otiiaringen. Sedert 1871 ie liet rijksland Elzas-Lotha ringen een deel van het Duitsche rijk, maar geen gelijkgerechtigd deel. Het hoogste ge zag in het rijksland wordt uitgeoefend door den Duit6oheii Keizer krachtens die rijkswet van 9 Juni 1871, Tot 1 Januari 1874 oefen de hij ook de wetgevende macht uit onder toestemming van den bonderaad. Van 1 Ja nuari 1874 tot aan de wet van 2 Mei 1877 werden landswetten vastgesteld door den bondsraad gezamenlijk met den rijksdag, waarin ook afgevaardigden van Elzas-Lotha- ringen zitting hebbensedert wordt de wet gevende macht in het land uitgeoefend pri niair dioor den Keizer, die gebonden is aan de toestemming van den bondsraad en van den reeds in 1874 in 't leven geroepen, maa.r tot 1877 6lechts met een raadgevende, bevoegdheid bekleeden „LandesausscbusB", waarvan de leden door de lagere bestuurs organen gekozen wordensecundair, name lijk wanneer do 1 andsregeering en d© Landes- ausschuss 't niet eens kunnen wordlen, door den bondsraad en den rijksdag. Die toestand is sedert 1877 zoo gebleven, maar de wensch naar verandering is sedert geruimen tijd gevoeld en met klimmenden nadruk uitgedrukt. Ditmaal is die wensch nog eens herhaald, toen in den rijksdag do begrooting van de rijkskanselarij aan de orde was. Het verlangen naar een© hervorming van den bestaanden toestand is vrij alge meen kenbaar gemaakt en ook de lijn, waar langs de hervorming zich moet bewegen, 16 duidelijk aangewezen, en wel dioor de woord voerders van allo partijen vrijwel op gelijke wijze. Wat verlangd wordt, is in twee hoofd punten samen te vatten de verheffing van El zas-Lotharingen tot een zelfstandigen bondsstaat, in t bezit van de zelfde rechten al6 de andere bondsstaten, en de herziening van het kiesrecht voor den „Landesaus- schu&s"De verheffing tot bondsstaat sluit in zich de afschaffing van de wetgevende be voegdheid van den rijksdag in Elzas-Lotha- ringsche landszaken en de vertegenwoordi ging van het rijksland in den bondsraad, die nu ontbreekt. Wat de nieuwe regeling van het kiesrecht voor den „Landesausschuas" betreft, stelt men zich voor, dat die op de zelfde wijze moet zijn als het kiesrecht voor den rijksdag. .Deze wenschen heeft de rijks dag geformuleerd in een besluit, dat is aan genomen met alle stemmen op die van de rchterzij.de na. Dit i6 niet de eenige uitkomst van liet thans gevoerde debat. De rijkskanselier heeft daarbij eene rede gehouden, die aan leiding geeft tot de opvatting, dat de rijks- regeering voor deze wenschen het oor niet sluit en dat zij zelfs liet stadium van over wegen reeds voorbij is. Onder de telegram men is eergisteren deze rede reeds vermeld. De rijkskanselier herinnerde daarin aan de door hem den 13en December van het vo rige jaar gehouden rede, waarin hij als zijne meening uitsprak, dat de uitbreiding van de politieke zelfstandigheid van het rijksland de aangewezen weg is, maar dat het verlee- ncn van grooter zelfstandigheid aan het rijksland in het belang van het rijk waarbor gen eischt, die slechts de Elzas-Lotharingers zelf kunnen verleenen. Wat onder deze waarborgen moest worden verstaan, daarvan gaf de rijkskanselier thans eene nadere ver klaring, die zich dekt met de door een afge-' vaardigde in dit debat daarvan gegeven uit legging, die had gezegd, dat daarmee niet gemeend kon zijn een zeker „hoera-patrio- tisme". maar loyalisme en trouw aan het rijk, en daaraan voldeed de overgroote meerderheid van het Elzas-Lotharingsche volk. De rijkskanselier zeide: „Ik geef niets om het zoogenaamde hoera-patriotisine. Maar datgene wat de afgevaardigde ook zijnerzijds als noodzakelijke garantie heeft geeiseht, dat is ook voor mij de noodige ga rantie. Hij duidde het aan als loyalisme en als staatstrouwe gezindheid. Daarop moeten wij zeer zeker in het rijk aanspraak maken Maar ik geef hem ook verder toe, dat ik met het woord. waarborgen" niet heb gemeend, dat voordat wij verder gaan in alle indivi duen de liefde voor het vaderland moet zijn gekweekt, die wij juist willen bevorderen door de ontwikkeling van Elzas-Lotharingen tot zelfstandigheid. Indien de grootere zelf standigheid de versmelting van het rijksland met het rijk moet bevorderen, dan kan na tuurlijk het verleenen van de zelfstandigheid niet afhankelijk gemaakt worden van de voorwaarde, dat deze versmelting reeds vooraf volkomen tot stand gekomen is." Als toelichting van het woord ,,hoera pat riot isme" kan dienen, dat daarmee ge doeld wordt op het chauvinisme van zekere oud-Duitsohe klieken in en buiten Elzas- Lotharingen, dat aan de gezonde ontwikke ling van den toestand zeker evenveel schade heeft gedaan als het drijven van de Duitscli- land vijandige elementen. Hieraan knoopte de rijkskanselier de ge wichtige mededeeling vast, dat hij een wetsontwerp, dat de verdere ontwikkeling van Elzas-Lotharingen beoogt, heeft laten uitwerken en dat dit ontwerp gereed is. Over den inhoud van dit wetsontwerp kon hij voorshands geene mededeelingen doen dat kon eerst geschieden wanneer het stadium van de behandeling in den bondsraad is door- loopen en hij verzekerd is van de toestem ming der verbonden regeeringen. Maar over de staatsrechtelijke bezwaren, die moeten worden bestreden bij zulk een wetsontwerp, wilde hij niet spreken, want zulke bezwaren zijn er om te worden overwonnen, en zij zul len worden overwonnen. Voor 't- oogenblik moet men zich dus tevreden stellen met de aankondiging, dat een wetsontwerp tot regeling van deze zaak te verwachten is. Maar dat is een be langrijke stap vooruit.; Duitschland. B o r 1 ij n, 16 Maart. In den Rijks dag beantwoordde de rijkskanselier de re devoeringen van verschillende sprekers, die gisteren en heden de Mannesmann-zaak hadden besproken. De rijkskanselier zette uiteen, dat liet beslissende moment in deze kwestie gelegen is in het besluit van het diplomatieke korps te Tanger, dato 20 Augustus 1908, waarbij de mogendheden overeen kwamen, dat zij als mijnwet in don zin van de acte van Algeciras slechts die wet beschouwen, welke voor hare uitvaar diging aan de mogendheden wordt bekend gemaakt, opdat het diplomatieke corps zich kan overtuigen, of zulk een wet aan de bepalingen van de acte van Algeciras be antwoordt. Wilde Duitschland de mijnwet, waarop de Mannesmann-concessies berus ten, erkennen, dan moest het zich lijnrecht tegenover het vermelde Augustus-besluit stellen. ..Tot een politiek van zulk een ver dragsbreuk zoo zeide de rijkskanselier leen ik mij niet." (Bijval). ,,Het is een gevaarlijk beginnen" al dus vervolgde de Rijkskanselier ,,de lei ding der buiten 1 andsche politiek door het buitengewoon ernstige verwijt van zwakte tegenover binnen- en buitenland in disore- diet te brengen, wanneer men voor dnt ver wijt geen bewijs heefla (Levendlige bijval.) Daardoor wordt datgene in gevaar gebracht, waarop Duitschland's positie in de wereld berust. Ook sinds ik tot de leiding der za ken werd geroepen, waren wij in staat on ze betrekkingen tot- de mogendheden vriend schappelijk te doen blijven zonder iets an diers in te zetten dan Duitsohland's wil om zijn positie in de wereld voortdurend doch loyaal te handhaven. De rijkskanse lier besloot met het verzoek tot de verschil lende partijen te richten dat deze er niet toe zouden overgaan om de mate van steun wélke zij aan d'e regeering in de vraagstuk ken der buitenlandse he politiek willen waar borgen afhankelijk te maken van de mate van tevredenheid met de binnenlandse he po litiek. B e r 1 ij n, 1 6 M a a r t. In den verderen loop van het debat viel Liebermann den mi nister von Schoen heftig aan. Hij verklaar de, dat de Duitscher in het buitenland, die op den steun van het ministerie van buiten- landsche zaken vertrouwt, werkelijk verla ten is. De Rijkskanselier kwam krachtig op tegen deze beleediging van den verdienstelijken leider van het departement van buitenland- sche zaken, die hij ongehoord noemde. Hij verklaarde, dat er geen verschil bestaat tus- schen de politiek van den Rijkskanselier en die van den staatssecretaris. Staatssecretaris von Schoen antwoordde, dat hij verkeerde voorstellingen afwees, maar vooral de onderstelling, dat hij in zijn denken, streven en handelen geleid zou wor den door persoonlijke wenschen voor de toe komst, dus door iets anders dan het streven om het welzijn van het Duitsche vaderland te bevorderen. (Toejuichingen). Hij kwam verder op tegen de beweying van den sociaal-democraat David, dat het besluit van de Pruisische regeering, ten aan zien van de scheepvaarttollen, een contract breuk tegenover Nederland zou zijn. Dit moeielijke vraagstuk kan ongetwijfeld niet anders worden opgelost dan door vriend schappelijk overleg. De begrooting van buitenlandsche zaken werd daarna goedgekeurd. Tweede telegram. De Rijksdag heeft de tweede lezing van de begrooting ten einde gebracht- De mededeeling, die d© rijkskanselier in de zitting van den rijksdag van verleden Maandag heeft gedaan, dat een wetsontwerp tot, herziening van staatsrechtelijke orga nisatie van Elzas-Lotharingen gereed is en, zoodira het door den bondsraad is goedge keurd, bij den rijksdag zal worden inge diend, is geheel onverwacht gekomen. De regeering Iiad het geheim goed bewaard niemand wist, dat zulk eeu wetsontwerp werd voorbereid. Niemand weet ook wat het wetsontwerp zal bevattenin ieder ge val is het echter zeker, dat dieze herzie ning, al zal zij misschien nog niet de auto nomie verleenen aan El zas-Lotharingen toch een groote stap verder aal zijn naar dit doeil. Wat de bijzonderheden der aangekondig de wijzigingen betreft, iis men voorloopig op vermoedens aangewezen. Aan de Nou© Freie Presse wordt uib Berlijn bericht, dlat sedert ©enigen tijd het gerucht loopt, dat liet plau bestaat tot oprichting van een er felijk stadhouderschap in Straatsburg en dat men het oog heeft op Prins August Wilhelm als stadhouder, den vierden zoon van den Keizer, diie voor eenige jaren in Straatsburg is gepromoveerd als doctor ju- ris. Prins August Wilhelm is nu 23 jaar en is getrouwd op een ook voor een prins jongen leeftijd. Of de andere Duitsche dy nastieën, inzonderheid die in West- en Zuid-Duitschland, het plan om een prins uit het geslacht Hobenzollern tot erfelijk stadhouder in Elzas-Lotharingeu te maken, ze«r gunstig zouden opnemen, schijnt aan twijfel onderhevig r© zijn. B er 1 ij n, 16 Maart. Het huis van afgevaardigden behandleld;e heden het wets ontwerp tot wijziging van de kieswet in der de lezing. Nadat de leiders der partijen liet standpunt van hunne partijen kenbaar had den gemaakt en daarbij in hoofdzaak waren gebleven bij 't geen zij vroeger hadden ge zegd, verklaarde minister-president von Beth man n Hollweg namens de regeering, dat het getrapte kiesrecht principieel moeit worden gehandhaafd. De directe en de ge heime verkiezing kunnen niet gelijktijdig ge geven worden. De regeering be6chouwt wel is waar het ook heden nog als het doelma tigste, de indirecte verkiezing door die directe te vervangen en de openbaar heid van de verkiezing in stand te Qioudenzij zal echter, wanneer eene aanzienlijke meerderheid van heb huis in dien zin beslist, ook eene oplossing aan nemen waarbij de indirecte verkiezing ge handhaafd en de geheim© stemming voor die benoeming van de kiesmannen ingevoerd wordt, zonder dat zij zich daarmede echter houdt aan alle bepalingen van het wetsont werp in zijne tegenwoordige gedaante. B e r 1 ij n, 16 Maart. Het Huis van Afgevaardigden nam in derde lezing het kies- rechtvooretel aan, na eenige onbeduidende veranderingen in tweede lezing, met 238 te gen 168 stemmen. Tegen stemden vijf con servatieven, de vrij -conservatieven m<k twee uitzondleringende nataonaal-liberalen, de vrij zij nnige volkspartij, do Polen en de ®o- oiaal-idemooraten Btlglft. Brussel, 16 Maart. Als antwoord op de verhooging van de Fransche invoer rechten, -stelt de Belgische regeering voor de invoerrechten op mousseerende wijnen te brengen op 200 fres. per H.L. en die op brandewijn en likeuren op 500 fres. Frankrijk. Par ij s 16 Maart. De Senaat heeft de algemeene bepalingen van het wetsont werp op de leeftijdspensioeuen aangeno men onder bepaling, dat de wet van toepas sing zal worden op het tijdstip, vast te stel len in de wet op de middelen voor 1911, waarin de daarvoor noodige geldmiddelen zullen worden aangewezen. De minderheid, die in de Kamer gestemd heeft tegen het gedeelte van de motie tot brandmerking van de likwidatieschandolen, dat eene verklaring van vertrouwen in het kabinet inhield, bestond uit 41 vereenigde socialisten, 14 radicalen, 3 nationalisten, 20 conservatieven en een gematigden repu blikein. 116 leden, meest gematigde repu blikeinen en conservatieven, onthielden zien van de stemming. Door het besluit tot weigering van elke verdere toevoeging werden geëcajteecd voorstellen, om leedwezen uit te spreken over de inmenging van zekere advocaten- politiekers in de likwidatie van de congre gatiën en over de langzaamheid van de justi tie. Het eerste voorstel was tegen den mi nister Millerand gericht, het tweede tegen den minister van justitie Barthou. De radicale bladen brengen grooten lof aan de houding van den minister-president Briand en drukken de overtuiging uit, dat de stemming hem het noodige vertrouwen zal verleenen om liet zuiveringswerk uit te voeren, waarvan de noodzakelijkheid door het jongste schandaal helder aan den dag is gekomen. De bladen van de oppositie zeg- geu, dat de regeering en de meerderheid ten slotte tot elkaar gekomen zijn op den grondslag van de gemeenschappelijke ver- kiezingsbelangen. De minister-president heeft aan de radicalen verklaardAls gij weer gekozen wilt worden, dan moet gij mij uw volledig, onbeperkt vertrouwen toe staan. Dit moment heeft zijne uitwerking niet gemist. Er is nu in den Senaat nog een debat te verwachten. De senator Monis, die eene interpellatie heeft aangekondigd, voelt zich als oud-minister van justitie, onder wiens bewind de likwidateurs zijn benoemd, ge troffen door de woorden van deu tegenwoor dige» ministerhet daarin vervatte verwijt kan hij niet op zich laten zitten. Ook de senator Le Provost de Launay, van de rech terzijde, die in de onthullingen over de in triges van de likwidateurs in de commissie van enquête vau den Senaat eene bijzon dere rol speelde, voelt zich getroffen door de woorden van Barthou en wil daartegen opkomen Men verwacht, dat ook de ge wezen minister-president Combes in dit- debat het woord zal nemen. De afgevaardigde Reynaud heeft bij de Kamer een wetsontwerp ingediend om te be palen, dat de voor de vereffening van de congregatieboedels benoemde likwidateurs terstond na de afkondiging van deze wet worden vervangen door den directeur-gene raal van het domeinbestuur. Engeland. Londen, 16 Maart. De algemeene beraadslagingen over lord Roeebery'e voor stellen tot hervorming van het hoogerhuis zijn voortgezet in eene druk bezochte verga dering. Tot dusver heeft geen der conserva tieve pail's er bezwaar tegen gemaakt om de hervorming van het hoogerfhuds in overwe ging te neimen, maar dit debat is slechte van algemeenen aard -de tekst van Rose- bery's vooretellen is nog niet iu duscuesie geweeet. Lord Curzon verklaarde zich tegen het denkbeeld van eene Tweede Kamer op zui ver electie<ven grondslaghij drukte db hoop uit, dat de pairs, die krachtens erfrecht hun. no waardigheid verkrijgen, behoorlijk verte genwoordigd zullen zijn in de uit verkiezin gen voortgekomen Kamer, maar sloot het denkbeeld niet uit, dat een gedeelte van het Naar het Engeltch VAK C. N. en W. M- WILLIAMSON. ,,Félicité," zei ik, den vloed barer wel sprekendheid stuitend, ,,er is iets gebeurd. Onverwachts zijn drie dames op de thee ge komen „Monsieur weet wel dat er geen thee is. Hij en de andere milord drinken enkel kof fie of wliis „Dat doet er niet toe'', viel ik haar haas tig in de rede. „Er moet thee zijn, want de dames hebben mijn invitatie aangenomen. Ook moet er salade en broodjes met vleesch wezen, en gebakjes en room een massa, stapels, voor vijf personen." „U k'unt even goed aan die slang van valschheid, aan die eend van u, vragen om vijf eieren in evenveel minuten te leggen." „Zij is mijn eend niet, maar die van jou Je hebt haar -bij een verloting gewonnen e» als vriendin aangenomen. Ik gis dat zij onmogelijk op commando eieren kan leggen, maar luister eens, Félicité, goede, beste Fe- licité, laat me niet in verlegenheid. Al achttien maanden ken ik je en nog nooit lieb ik tevergeefs een beroep op je gedaan. Laat het nu niet de eerste keer zijn! Ik vertrouw op je en, je weet, je moet iets, neen, alles d'oen voor de eer van het huis." „Denkt monsieur dat ik thee, gebak en room uit de steenen van den keukenvloer kan stampen?" „Neen, maar ik geloof vast dat je er raad op zult weten. Je wilt toch niet dat ik mijn vertrouwen in je verlies?" „Neen," zei Félicité, wier oogen straal den als ki-eeg zij een ingeving. „Neen, ik zou niet graag willen dat monsieur zijn ver trouwen verloor. Zeker, zooals monsieur zegt, ik zal doen wat ik kan voor de eer van hot- huns. Laat 'hij nu met een gerust hart naar zijn vrienden, teruggaan. Over een kwartier of hoogstens twintig minuten zal er een theetafel gereed staan, waarvoor hij zich niet behoeft te schamen." „Engel!" riep ik uit, haar op den ronden schouder kloppend, waarna ik mij langs het huis heen naar het gezelschap in den, voor tuin spoedde, in duizend angsten dat er tij dens mijn afwezigheid iets kon gebeurd zijn. Gereed me dadelijk met de zaak te be moeien, indien ér een kink in den kabel was gekomen, draaide ik om het hoekje van de villa en zag een onverwacht tooneel. Ik had Terry verlaten met, drie dames en vond hem terug met zeven. Blijkbaar had hij uit deu salon stoelen gehaald, want allen zaten, maar heel ge zellig zag het er niet uit. Mevrouw Kid'- d.er stak haaT rondte kon in de lucht en op haar gelaat 'lag een; „ik ben zoo goed als jullie, zoo niet beter" uitdrukking. Beechy monsterde met haar ondeugenden blik de toiletten der vreemde dames en juffrouw Destroy hield zich bezig met de gele poes, die haar de tragische geschiedenis van de gestolen muis had verteld. D© nieuwe bezoekers waren Engelschon. Onmogelijk uit te leggen waaraan ik het zag zjoodra mijn blik op haar v-ieil, en ik wa6 even overtuigd, dat haar naaste mannelijke bloedverwanten hun fortuin hadden gemaakt in bier en comestibles of andere in korsetten en zeep. Zij behoorden tot dlat soortallen hadden groote vooruitstekendie tanden, voor al de dochters, die alle drie précies dertig jaar leken, geen dlag jonger en ge?n dag ouder, en zich volkomen bewust waren van hun verheven deugden. lik zag het huis wat zij in Engelland be woonden. Zeker in Surbiton ©n natuurlijk met „Bouwgrond te koop'Een Débrebt's Peerage, een Burke's Landed Gentry en een wetboek van Mevrouw Etiquette of Smart Society prijkten vast in de boekenkast, en in het mandje op de tafel in de hal lag zoo de f aim! ie den een of anderen kennis met een title! bezat diens kaartje altijd bovenop de andere. „Uw vriend dleelde me mede dat u de advertentie in de Riviera Sun van heden liet plaatsen," begon de Moeder, wier uiterlijk oon hoofdletter M voreischte. „U ie, als ik het wel helb, sir Ralph Morray?" Ik boog toestemlmend en de dame ver volgde: „Ik ben mevrouw Fox—Posten. U zult, ongetwijfeld veel van mijn echtgenoot gehoord hebben, en ik durf beweren, dat wij goed bekend' zijn met eikaars vriondlen." (Dit met een air bestemd oan de Aimenikaan- scha dannes uit het véld te slaan). „Het is een uitstekend idee van u, Sir Ralph, om mot uw auto het continent te bereizen in gezelschap ran eenige geestverwantenIk héb mijn dochters meegebracht om schikkin gen voor een mooi reisje te maken en ik hoop dat ,Tiug-e-Iing aan de 6chel beroofde ons van liet genoegen te vernemen, welke hoop mevrouw Poreton koesterde, maar schonk j ons twee nieuwe bezoekers. Nooit had ik me kunnen voorstellen wat j de gevolgen van een kleine rose advertentie zoudlen zijnHet scheen wed, niet of allo I dblle honden o>p on6 waren losgelaten, maar heel de vlottende vrouwelijke bevolking van de Fransche Riviera. Iets moest er gedaan worden en wel onmiddellijk om den opko menden vloed van daanies te koeren of hot Chalet des Pins en Terry ©n ik werdén er dooi* verzwolgen. Ik keek naar Terry ©n hij kéék naar mij toen wij werkbui gelijk oprezen, om ons aan de nieuwe bezoekers voor te stellen. Weer Amerikaanschen, dat zag ik aan haar kinnen. Zij hadlden geen gelaatskleur en geen bizonderen leeftijd; zij droegen blauw-gazen sluiers en aan haar ceinturos kleine tingelende tasohjes, een bowijs dat ze ongehuwd waren anders zouden haar eeht- genooten, de kleine rammelende dingen naar do hel hébben verwezen, onverschillig waar die was. „Goeden mdddag," zeidte de eerst© Blauwe Sluier. „lik ben mejuffrouw Carri© Hood Woodall, advocaat te Hteboken, over wie zulk ©en aardig artikeltje in de Riviera Sun stond, dicht bij uw ad vertentie. Dit i6 njij n chaperon, mevrouw Elizabeth Boat- Cully. Wij doen een reis door Europa en zouden gaarne een uitstapje met uw automobiel ma ken, indien „Het spijt me, dames," viel ik haar in <1© rede, „maar mijn auto staat al ten dienste van mevrouw Kidder van Colorado en haar gezelschap. Dat is immers zoo, Barry- more." „Ja," ldonk luid zijn antwoord. En dat ja, ofiséhoon misschien ondoordacht uitge sproken, hield ik vooreen enetige beslissing. Mevrouw Kidder bloosde als het rood© pi pier van de Riviera SunBeechy sloeg ze dig de oogen neer en wierp haar vlechten over haar schouder. En juffrouw Destroy, d'e witte godin, verwaardigde zich te glim lachen tegen Terrv ©n niemand anders. Op het. oogenblik verscheen Félicité met een blad. Geslagen room schuimde over den rond van oen bruine kom als een witte pru"c over hét voorhoofd! van een rechter; licht groene salade lag verleidelijk naast met vleescli belegde broodjes kleine, ronde ge bakjes, bros en smakelijk, waren hoog op gestapeld op een gebarsten porseleinen 6chaalvroeg© aardbeien glansden schitte rend nood' tusschen haar eigen groene bla- dren. Geen ander wonder was met dit t© vergelijken. Félicité had! in geen enkel op zicht mijn vertrouwen beschaamd, toch or waren maar vijif kopjes. Mevrouw FoxPor&ton en liaar dochters; mejuffrouw Came Hood' WoodiaUl en haar chaperon don wenk begrijpend, nomen af scheid en de reisgenooten bleven alleen om hun plannen te bespreken. „Grendel de poort, Félicité," a&i ik. „Zoo gauw mogelijk." En ze deed het. Beste Félicité! Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1