f°. 3«2.
Donderdag 17 Maart 1910.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Mijn Vriend de Chaulnr.
Juarfaag.
DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem frauco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant rersohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertent iönmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur
morgens by de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtse!: estraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regelf O.BO.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeliee bepalingen tel
het herhaald adverteeren in dit Btad, by abonnement. Ew
oiroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan' hen, die met 1 April
a. s. op dit blad inteekenen
worden de nummers die ge
durende de maand Maart nog
zullen verschijnenkoste
loos toegezonden.
Politiek Overzicht
Het rijkstand £lzas-l.otiiaringen.
Sedert 1871 ie liet rijksland Elzas-Lotha
ringen een deel van het Duitsche rijk, maar
geen gelijkgerechtigd deel. Het hoogste ge
zag in het rijksland wordt uitgeoefend door
den Duit6oheii Keizer krachtens die rijkswet
van 9 Juni 1871, Tot 1 Januari 1874 oefen
de hij ook de wetgevende macht uit onder
toestemming van den bonderaad. Van 1 Ja
nuari 1874 tot aan de wet van 2 Mei 1877
werden landswetten vastgesteld door den
bondsraad gezamenlijk met den rijksdag,
waarin ook afgevaardigden van Elzas-Lotha-
ringen zitting hebbensedert wordt de wet
gevende macht in het land uitgeoefend pri
niair dioor den Keizer, die gebonden is aan
de toestemming van den bondsraad en van
den reeds in 1874 in 't leven geroepen,
maa.r tot 1877 6lechts met een raadgevende,
bevoegdheid bekleeden „LandesausscbusB",
waarvan de leden door de lagere bestuurs
organen gekozen wordensecundair, name
lijk wanneer do 1 andsregeering en d© Landes-
ausschuss 't niet eens kunnen wordlen, door
den bondsraad en den rijksdag.
Die toestand is sedert 1877 zoo gebleven,
maar de wensch naar verandering is sedert
geruimen tijd gevoeld en met klimmenden
nadruk uitgedrukt. Ditmaal is die wensch
nog eens herhaald, toen in den rijksdag do
begrooting van de rijkskanselarij aan de orde
was. Het verlangen naar een© hervorming
van den bestaanden toestand is vrij alge
meen kenbaar gemaakt en ook de lijn, waar
langs de hervorming zich moet bewegen, 16
duidelijk aangewezen, en wel dioor de woord
voerders van allo partijen vrijwel op gelijke
wijze. Wat verlangd wordt, is in twee hoofd
punten samen te vatten de verheffing van
El zas-Lotharingen tot een zelfstandigen
bondsstaat, in t bezit van de zelfde rechten
al6 de andere bondsstaten, en de herziening
van het kiesrecht voor den „Landesaus-
schu&s"De verheffing tot bondsstaat sluit
in zich de afschaffing van de wetgevende be
voegdheid van den rijksdag in Elzas-Lotha-
ringsche landszaken en de vertegenwoordi
ging van het rijksland in den bondsraad, die
nu ontbreekt. Wat de nieuwe regeling van
het kiesrecht voor den „Landesausschuas"
betreft, stelt men zich voor, dat die op de
zelfde wijze moet zijn als het kiesrecht voor
den rijksdag. .Deze wenschen heeft de rijks
dag geformuleerd in een besluit, dat is aan
genomen met alle stemmen op die van de
rchterzij.de na.
Dit i6 niet de eenige uitkomst van liet
thans gevoerde debat. De rijkskanselier
heeft daarbij eene rede gehouden, die aan
leiding geeft tot de opvatting, dat de rijks-
regeering voor deze wenschen het oor niet
sluit en dat zij zelfs liet stadium van over
wegen reeds voorbij is. Onder de telegram
men is eergisteren deze rede reeds vermeld.
De rijkskanselier herinnerde daarin aan de
door hem den 13en December van het vo
rige jaar gehouden rede, waarin hij als zijne
meening uitsprak, dat de uitbreiding van de
politieke zelfstandigheid van het rijksland
de aangewezen weg is, maar dat het verlee-
ncn van grooter zelfstandigheid aan het
rijksland in het belang van het rijk waarbor
gen eischt, die slechts de Elzas-Lotharingers
zelf kunnen verleenen. Wat onder deze
waarborgen moest worden verstaan, daarvan
gaf de rijkskanselier thans eene nadere ver
klaring, die zich dekt met de door een afge-'
vaardigde in dit debat daarvan gegeven uit
legging, die had gezegd, dat daarmee niet
gemeend kon zijn een zeker „hoera-patrio-
tisme". maar loyalisme en trouw aan het
rijk, en daaraan voldeed de overgroote
meerderheid van het Elzas-Lotharingsche
volk. De rijkskanselier zeide: „Ik geef
niets om het zoogenaamde hoera-patriotisine.
Maar datgene wat de afgevaardigde ook
zijnerzijds als noodzakelijke garantie heeft
geeiseht, dat is ook voor mij de noodige ga
rantie. Hij duidde het aan als loyalisme en
als staatstrouwe gezindheid. Daarop moeten
wij zeer zeker in het rijk aanspraak maken
Maar ik geef hem ook verder toe, dat ik met
het woord. waarborgen" niet heb gemeend,
dat voordat wij verder gaan in alle indivi
duen de liefde voor het vaderland moet zijn
gekweekt, die wij juist willen bevorderen
door de ontwikkeling van Elzas-Lotharingen
tot zelfstandigheid. Indien de grootere zelf
standigheid de versmelting van het rijksland
met het rijk moet bevorderen, dan kan na
tuurlijk het verleenen van de zelfstandigheid
niet afhankelijk gemaakt worden van de
voorwaarde, dat deze versmelting reeds
vooraf volkomen tot stand gekomen is."
Als toelichting van het woord ,,hoera
pat riot isme" kan dienen, dat daarmee ge
doeld wordt op het chauvinisme van zekere
oud-Duitsohe klieken in en buiten Elzas-
Lotharingen, dat aan de gezonde ontwikke
ling van den toestand zeker evenveel schade
heeft gedaan als het drijven van de Duitscli-
land vijandige elementen.
Hieraan knoopte de rijkskanselier de ge
wichtige mededeeling vast, dat hij een
wetsontwerp, dat de verdere ontwikkeling
van Elzas-Lotharingen beoogt, heeft laten
uitwerken en dat dit ontwerp gereed is. Over
den inhoud van dit wetsontwerp kon hij
voorshands geene mededeelingen doen dat
kon eerst geschieden wanneer het stadium
van de behandeling in den bondsraad is door-
loopen en hij verzekerd is van de toestem
ming der verbonden regeeringen. Maar over
de staatsrechtelijke bezwaren, die moeten
worden bestreden bij zulk een wetsontwerp,
wilde hij niet spreken, want zulke bezwaren
zijn er om te worden overwonnen, en zij zul
len worden overwonnen.
Voor 't- oogenblik moet men zich dus
tevreden stellen met de aankondiging,
dat een wetsontwerp tot regeling van deze
zaak te verwachten is. Maar dat is een be
langrijke stap vooruit.;
Duitschland.
B o r 1 ij n, 16 Maart. In den Rijks
dag beantwoordde de rijkskanselier de re
devoeringen van verschillende sprekers, die
gisteren en heden de Mannesmann-zaak
hadden besproken. De rijkskanselier zette
uiteen, dat liet beslissende moment in deze
kwestie gelegen is in het besluit van het
diplomatieke korps te Tanger, dato 20
Augustus 1908, waarbij de mogendheden
overeen kwamen, dat zij als mijnwet in don
zin van de acte van Algeciras slechts die
wet beschouwen, welke voor hare uitvaar
diging aan de mogendheden wordt bekend
gemaakt, opdat het diplomatieke corps zich
kan overtuigen, of zulk een wet aan de
bepalingen van de acte van Algeciras be
antwoordt. Wilde Duitschland de mijnwet,
waarop de Mannesmann-concessies berus
ten, erkennen, dan moest het zich lijnrecht
tegenover het vermelde Augustus-besluit
stellen. ..Tot een politiek van zulk een ver
dragsbreuk zoo zeide de rijkskanselier
leen ik mij niet." (Bijval).
,,Het is een gevaarlijk beginnen" al
dus vervolgde de Rijkskanselier ,,de lei
ding der buiten 1 andsche politiek door het
buitengewoon ernstige verwijt van zwakte
tegenover binnen- en buitenland in disore-
diet te brengen, wanneer men voor dnt ver
wijt geen bewijs heefla (Levendlige bijval.)
Daardoor wordt datgene in gevaar gebracht,
waarop Duitschland's positie in de wereld
berust. Ook sinds ik tot de leiding der za
ken werd geroepen, waren wij in staat on
ze betrekkingen tot- de mogendheden vriend
schappelijk te doen blijven zonder iets an
diers in te zetten dan Duitsohland's wil
om zijn positie in de wereld voortdurend
doch loyaal te handhaven. De rijkskanse
lier besloot met het verzoek tot de verschil
lende partijen te richten dat deze er niet
toe zouden overgaan om de mate van steun
wélke zij aan d'e regeering in de vraagstuk
ken der buitenlandse he politiek willen waar
borgen afhankelijk te maken van de mate
van tevredenheid met de binnenlandse he po
litiek.
B e r 1 ij n, 1 6 M a a r t. In den verderen
loop van het debat viel Liebermann den mi
nister von Schoen heftig aan. Hij verklaar
de, dat de Duitscher in het buitenland, die
op den steun van het ministerie van buiten-
landsche zaken vertrouwt, werkelijk verla
ten is.
De Rijkskanselier kwam krachtig op tegen
deze beleediging van den verdienstelijken
leider van het departement van buitenland-
sche zaken, die hij ongehoord noemde. Hij
verklaarde, dat er geen verschil bestaat tus-
schen de politiek van den Rijkskanselier en
die van den staatssecretaris.
Staatssecretaris von Schoen antwoordde,
dat hij verkeerde voorstellingen afwees,
maar vooral de onderstelling, dat hij in zijn
denken, streven en handelen geleid zou wor
den door persoonlijke wenschen voor de toe
komst, dus door iets anders dan het streven
om het welzijn van het Duitsche vaderland
te bevorderen. (Toejuichingen).
Hij kwam verder op tegen de beweying
van den sociaal-democraat David, dat het
besluit van de Pruisische regeering, ten aan
zien van de scheepvaarttollen, een contract
breuk tegenover Nederland zou zijn.
Dit moeielijke vraagstuk kan ongetwijfeld
niet anders worden opgelost dan door vriend
schappelijk overleg.
De begrooting van buitenlandsche zaken
werd daarna goedgekeurd.
Tweede telegram. De Rijksdag
heeft de tweede lezing van de begrooting ten
einde gebracht-
De mededeeling, die d© rijkskanselier in
de zitting van den rijksdag van verleden
Maandag heeft gedaan, dat een wetsontwerp
tot, herziening van staatsrechtelijke orga
nisatie van Elzas-Lotharingen gereed is en,
zoodira het door den bondsraad is goedge
keurd, bij den rijksdag zal worden inge
diend, is geheel onverwacht gekomen. De
regeering Iiad het geheim goed bewaard
niemand wist, dat zulk eeu wetsontwerp
werd voorbereid. Niemand weet ook wat
het wetsontwerp zal bevattenin ieder ge
val is het echter zeker, dat dieze herzie
ning, al zal zij misschien nog niet de auto
nomie verleenen aan El zas-Lotharingen
toch een groote stap verder aal zijn naar
dit doeil.
Wat de bijzonderheden der aangekondig
de wijzigingen betreft, iis men voorloopig
op vermoedens aangewezen. Aan de Nou©
Freie Presse wordt uib Berlijn bericht, dlat
sedert ©enigen tijd het gerucht loopt, dat
liet plau bestaat tot oprichting van een er
felijk stadhouderschap in Straatsburg en
dat men het oog heeft op Prins August
Wilhelm als stadhouder, den vierden zoon
van den Keizer, diie voor eenige jaren in
Straatsburg is gepromoveerd als doctor ju-
ris. Prins August Wilhelm is nu 23 jaar
en is getrouwd op een ook voor een prins
jongen leeftijd. Of de andere Duitsche dy
nastieën, inzonderheid die in West- en
Zuid-Duitschland, het plan om een prins
uit het geslacht Hobenzollern tot erfelijk
stadhouder in Elzas-Lotharingeu te maken,
ze«r gunstig zouden opnemen, schijnt aan
twijfel onderhevig r© zijn.
B er 1 ij n, 16 Maart. Het huis van
afgevaardigden behandleld;e heden het wets
ontwerp tot wijziging van de kieswet in der
de lezing. Nadat de leiders der partijen liet
standpunt van hunne partijen kenbaar had
den gemaakt en daarbij in hoofdzaak waren
gebleven bij 't geen zij vroeger hadden ge
zegd, verklaarde minister-president von
Beth man n Hollweg namens de regeering,
dat het getrapte kiesrecht principieel moeit
worden gehandhaafd. De directe en de ge
heime verkiezing kunnen niet gelijktijdig ge
geven worden. De regeering be6chouwt wel
is waar het ook heden nog als het doelma
tigste, de indirecte verkiezing door die
directe te vervangen en de openbaar
heid van de verkiezing in stand te
Qioudenzij zal echter, wanneer eene
aanzienlijke meerderheid van heb huis
in dien zin beslist, ook eene oplossing aan
nemen waarbij de indirecte verkiezing ge
handhaafd en de geheim© stemming voor die
benoeming van de kiesmannen ingevoerd
wordt, zonder dat zij zich daarmede echter
houdt aan alle bepalingen van het wetsont
werp in zijne tegenwoordige gedaante.
B e r 1 ij n, 16 Maart. Het Huis van
Afgevaardigden nam in derde lezing het kies-
rechtvooretel aan, na eenige onbeduidende
veranderingen in tweede lezing, met 238 te
gen 168 stemmen. Tegen stemden vijf con
servatieven, de vrij -conservatieven m<k twee
uitzondleringende nataonaal-liberalen, de
vrij zij nnige volkspartij, do Polen en de ®o-
oiaal-idemooraten
Btlglft.
Brussel, 16 Maart. Als antwoord
op de verhooging van de Fransche invoer
rechten, -stelt de Belgische regeering voor
de invoerrechten op mousseerende wijnen
te brengen op 200 fres. per H.L. en die op
brandewijn en likeuren op 500 fres.
Frankrijk.
Par ij s 16 Maart. De Senaat heeft
de algemeene bepalingen van het wetsont
werp op de leeftijdspensioeuen aangeno
men onder bepaling, dat de wet van toepas
sing zal worden op het tijdstip, vast te stel
len in de wet op de middelen voor 1911,
waarin de daarvoor noodige geldmiddelen
zullen worden aangewezen.
De minderheid, die in de Kamer gestemd
heeft tegen het gedeelte van de motie tot
brandmerking van de likwidatieschandolen,
dat eene verklaring van vertrouwen in het
kabinet inhield, bestond uit 41 vereenigde
socialisten, 14 radicalen, 3 nationalisten,
20 conservatieven en een gematigden repu
blikein. 116 leden, meest gematigde repu
blikeinen en conservatieven, onthielden zien
van de stemming.
Door het besluit tot weigering van elke
verdere toevoeging werden geëcajteecd
voorstellen, om leedwezen uit te spreken
over de inmenging van zekere advocaten-
politiekers in de likwidatie van de congre
gatiën en over de langzaamheid van de justi
tie. Het eerste voorstel was tegen den mi
nister Millerand gericht, het tweede tegen
den minister van justitie Barthou.
De radicale bladen brengen grooten lof
aan de houding van den minister-president
Briand en drukken de overtuiging uit, dat
de stemming hem het noodige vertrouwen
zal verleenen om liet zuiveringswerk uit te
voeren, waarvan de noodzakelijkheid door
het jongste schandaal helder aan den dag is
gekomen. De bladen van de oppositie zeg-
geu, dat de regeering en de meerderheid
ten slotte tot elkaar gekomen zijn op den
grondslag van de gemeenschappelijke ver-
kiezingsbelangen. De minister-president
heeft aan de radicalen verklaardAls gij
weer gekozen wilt worden, dan moet gij mij
uw volledig, onbeperkt vertrouwen toe
staan. Dit moment heeft zijne uitwerking
niet gemist.
Er is nu in den Senaat nog een debat te
verwachten. De senator Monis, die eene
interpellatie heeft aangekondigd, voelt zich
als oud-minister van justitie, onder wiens
bewind de likwidateurs zijn benoemd, ge
troffen door de woorden van deu tegenwoor
dige» ministerhet daarin vervatte verwijt
kan hij niet op zich laten zitten. Ook de
senator Le Provost de Launay, van de rech
terzijde, die in de onthullingen over de in
triges van de likwidateurs in de commissie
van enquête vau den Senaat eene bijzon
dere rol speelde, voelt zich getroffen door
de woorden van Barthou en wil daartegen
opkomen Men verwacht, dat ook de ge
wezen minister-president Combes in dit-
debat het woord zal nemen.
De afgevaardigde Reynaud heeft bij de
Kamer een wetsontwerp ingediend om te be
palen, dat de voor de vereffening van de
congregatieboedels benoemde likwidateurs
terstond na de afkondiging van deze wet
worden vervangen door den directeur-gene
raal van het domeinbestuur.
Engeland.
Londen, 16 Maart. De algemeene
beraadslagingen over lord Roeebery'e voor
stellen tot hervorming van het hoogerhuis
zijn voortgezet in eene druk bezochte verga
dering. Tot dusver heeft geen der conserva
tieve pail's er bezwaar tegen gemaakt om de
hervorming van het hoogerfhuds in overwe
ging te neimen, maar dit debat is slechte
van algemeenen aard -de tekst van Rose-
bery's vooretellen is nog niet iu duscuesie
geweeet.
Lord Curzon verklaarde zich tegen het
denkbeeld van eene Tweede Kamer op zui
ver electie<ven grondslaghij drukte db hoop
uit, dat de pairs, die krachtens erfrecht hun.
no waardigheid verkrijgen, behoorlijk verte
genwoordigd zullen zijn in de uit verkiezin
gen voortgekomen Kamer, maar sloot het
denkbeeld niet uit, dat een gedeelte van het
Naar het Engeltch
VAK
C. N. en W. M- WILLIAMSON.
,,Félicité," zei ik, den vloed barer wel
sprekendheid stuitend, ,,er is iets gebeurd.
Onverwachts zijn drie dames op de thee ge
komen
„Monsieur weet wel dat er geen thee is.
Hij en de andere milord drinken enkel kof
fie of wliis
„Dat doet er niet toe'', viel ik haar haas
tig in de rede. „Er moet thee zijn, want
de dames hebben mijn invitatie aangenomen.
Ook moet er salade en broodjes met vleesch
wezen, en gebakjes en room een massa,
stapels, voor vijf personen."
„U k'unt even goed aan die slang van
valschheid, aan die eend van u, vragen om
vijf eieren in evenveel minuten te leggen."
„Zij is mijn eend niet, maar die van jou
Je hebt haar -bij een verloting gewonnen e»
als vriendin aangenomen. Ik gis dat zij
onmogelijk op commando eieren kan leggen,
maar luister eens, Félicité, goede, beste Fe-
licité, laat me niet in verlegenheid. Al
achttien maanden ken ik je en nog nooit
lieb ik tevergeefs een beroep op je gedaan.
Laat het nu niet de eerste keer zijn! Ik
vertrouw op je en, je weet, je moet iets,
neen, alles d'oen voor de eer van het huis."
„Denkt monsieur dat ik thee, gebak en
room uit de steenen van den keukenvloer
kan stampen?"
„Neen, maar ik geloof vast dat je er
raad op zult weten. Je wilt toch niet dat
ik mijn vertrouwen in je verlies?"
„Neen," zei Félicité, wier oogen straal
den als ki-eeg zij een ingeving. „Neen, ik
zou niet graag willen dat monsieur zijn ver
trouwen verloor. Zeker, zooals monsieur
zegt, ik zal doen wat ik kan voor de eer
van hot- huns. Laat 'hij nu met een gerust
hart naar zijn vrienden, teruggaan. Over
een kwartier of hoogstens twintig minuten
zal er een theetafel gereed staan, waarvoor
hij zich niet behoeft te schamen."
„Engel!" riep ik uit, haar op den ronden
schouder kloppend, waarna ik mij langs het
huis heen naar het gezelschap in den, voor
tuin spoedde, in duizend angsten dat er tij
dens mijn afwezigheid iets kon gebeurd zijn.
Gereed me dadelijk met de zaak te be
moeien, indien ér een kink in den kabel was
gekomen, draaide ik om het hoekje van de
villa en zag een onverwacht tooneel. Ik
had Terry verlaten met, drie dames en vond
hem terug met zeven.
Blijkbaar had hij uit deu salon stoelen
gehaald, want allen zaten, maar heel ge
zellig zag het er niet uit. Mevrouw Kid'-
d.er stak haaT rondte kon in de lucht en op
haar gelaat 'lag een; „ik ben zoo goed als
jullie, zoo niet beter" uitdrukking. Beechy
monsterde met haar ondeugenden blik de
toiletten der vreemde dames en juffrouw
Destroy hield zich bezig met de gele poes,
die haar de tragische geschiedenis van de
gestolen muis had verteld.
D© nieuwe bezoekers waren Engelschon.
Onmogelijk uit te leggen waaraan ik het
zag zjoodra mijn blik op haar v-ieil, en ik wa6
even overtuigd, dat haar naaste mannelijke
bloedverwanten hun fortuin hadden gemaakt
in bier en comestibles of andere in korsetten
en zeep. Zij behoorden tot dlat soortallen
hadden groote vooruitstekendie tanden, voor
al de dochters, die alle drie précies dertig
jaar leken, geen dlag jonger en ge?n dag
ouder, en zich volkomen bewust waren van
hun verheven deugden.
lik zag het huis wat zij in Engelland be
woonden. Zeker in Surbiton ©n natuurlijk
met „Bouwgrond te koop'Een Débrebt's
Peerage, een Burke's Landed Gentry en een
wetboek van Mevrouw Etiquette of Smart
Society prijkten vast in de boekenkast, en
in het mandje op de tafel in de hal lag
zoo de f aim! ie den een of anderen kennis
met een title! bezat diens kaartje altijd
bovenop de andere.
„Uw vriend dleelde me mede dat u de
advertentie in de Riviera Sun van heden liet
plaatsen," begon de Moeder, wier uiterlijk
oon hoofdletter M voreischte. „U ie, als ik
het wel helb, sir Ralph Morray?"
Ik boog toestemlmend en de dame ver
volgde: „Ik ben mevrouw Fox—Posten. U
zult, ongetwijfeld veel van mijn echtgenoot
gehoord hebben, en ik durf beweren, dat wij
goed bekend' zijn met eikaars vriondlen."
(Dit met een air bestemd oan de Aimenikaan-
scha dannes uit het véld te slaan). „Het is
een uitstekend idee van u, Sir Ralph, om
mot uw auto het continent te bereizen in
gezelschap ran eenige geestverwantenIk
héb mijn dochters meegebracht om schikkin
gen voor een mooi reisje te maken en ik
hoop dat
,Tiug-e-Iing aan de 6chel beroofde ons
van liet genoegen te vernemen, welke hoop
mevrouw Poreton koesterde, maar schonk j
ons twee nieuwe bezoekers.
Nooit had ik me kunnen voorstellen wat j
de gevolgen van een kleine rose advertentie
zoudlen zijnHet scheen wed, niet of allo I
dblle honden o>p on6 waren losgelaten, maar
heel de vlottende vrouwelijke bevolking van
de Fransche Riviera. Iets moest er gedaan
worden en wel onmiddellijk om den opko
menden vloed van daanies te koeren of hot
Chalet des Pins en Terry ©n ik werdén er
dooi* verzwolgen.
Ik keek naar Terry ©n hij kéék naar mij
toen wij werkbui gelijk oprezen, om ons aan
de nieuwe bezoekers voor te stellen.
Weer Amerikaanschen, dat zag ik aan
haar kinnen. Zij hadlden geen gelaatskleur
en geen bizonderen leeftijd; zij droegen
blauw-gazen sluiers en aan haar ceinturos
kleine tingelende tasohjes, een bowijs dat ze
ongehuwd waren anders zouden haar eeht-
genooten, de kleine rammelende dingen naar
do hel hébben verwezen, onverschillig waar
die was.
„Goeden mdddag," zeidte de eerst© Blauwe
Sluier. „lik ben mejuffrouw Carri© Hood
Woodall, advocaat te Hteboken, over wie
zulk ©en aardig artikeltje in de Riviera Sun
stond, dicht bij uw ad vertentie. Dit i6 njij n
chaperon, mevrouw Elizabeth Boat- Cully.
Wij doen een reis door Europa en zouden
gaarne een uitstapje met uw automobiel ma
ken, indien
„Het spijt me, dames," viel ik haar in <1©
rede, „maar mijn auto staat al ten dienste
van mevrouw Kidder van Colorado en haar
gezelschap. Dat is immers zoo, Barry-
more."
„Ja," ldonk luid zijn antwoord. En dat
ja, ofiséhoon misschien ondoordacht uitge
sproken, hield ik vooreen enetige beslissing.
Mevrouw Kidder bloosde als het rood© pi
pier van de Riviera SunBeechy sloeg ze
dig de oogen neer en wierp haar vlechten
over haar schouder. En juffrouw Destroy,
d'e witte godin, verwaardigde zich te glim
lachen tegen Terrv ©n niemand anders.
Op het. oogenblik verscheen Félicité met
een blad. Geslagen room schuimde over den
rond van oen bruine kom als een witte pru"c
over hét voorhoofd! van een rechter; licht
groene salade lag verleidelijk naast met
vleescli belegde broodjes kleine, ronde ge
bakjes, bros en smakelijk, waren hoog op
gestapeld op een gebarsten porseleinen
6chaalvroeg© aardbeien glansden schitte
rend nood' tusschen haar eigen groene bla-
dren. Geen ander wonder was met dit t©
vergelijken. Félicité had! in geen enkel op
zicht mijn vertrouwen beschaamd, toch or
waren maar vijif kopjes.
Mevrouw FoxPor&ton en liaar dochters;
mejuffrouw Came Hood' WoodiaUl en haar
chaperon don wenk begrijpend, nomen af
scheid en de reisgenooten bleven alleen om
hun plannen te bespreken.
„Grendel de poort, Félicité," a&i ik.
„Zoo gauw mogelijk." En ze deed het.
Beste Félicité!
Wordt vervolgd.