BINNENLAND. hu it» op eiectieven grondslag zal berusten. Lord Halsbury, ou d - or d- kawselier, ver- klaarde voldaan te zijn over het tegenwoor dige stelsel De aigemeene beraadslagingen eindigen morgenavond. 17 Maart. Redmond, de leider van de nationalisten, keurde in eene rede te New castle de politiek van slingering en lafheid' van de regeering af in de behandeling van de begrooting voordat liet veto-vraagstuk is beelifci. Hij was overtuigd, dot er binnen weinige weken nieuwe aigemeene verkiezin gen zuilen zijn. Span]«. De minister van financiën heeft openlijk laten verklaren, dat de invoering van hot kadaster verrassende en voor de schatkist verblijdende vrucluei draagt. Om een voor beeld te noemenin vier provinciën van Andalusie werden, sedert daar liet kadaster geheel in werking is, iandwrijen tea* waar de van 50 millioeu peseta's ingeschreven, die tot dusver aan elke belasting onttrokken waren. De minister van financiën drukte het vaste vertrouwen uit, dat de invoering van het kadaster in liet geheele land de uitwerking zal hebben, dat de inkomsten van de staatshuishouding zonder invoering van nieuwe belastingen tot 1300 millioea zal klimmen. Madrid, 16 Maart. De minister president deelde aan eenige dagbladschrij vers mede, dat de Frausche regeering, naar aanleiding van sommige berichten in de Spastisch© pers over den toestand te Ceuta en over militaire plannen, die Spanje zou hebben, den Spaanschen gezant te Parijs om inlichtingen daaromtrent heeft verzocht. De gezant luid geantwoord, dat die be richten de vruchten van journalistieke ver beelding waren en dat de Spaaneche regee ring volstrekt niet het voornemen heeft in den omtrek van Ceuta tot militaire operatiën over te gaan. Oostenrijk. Het huis van afgevaardigden van den rijksraad zal morgen zijne laatste zitting vóór de Paaschvacantie houden Het lee- ningsontwerp komt niet meer in behande ling liet plan om nogmaals te beproeven hot aan do orde te stellen, is opgegeven. De Landdag van Bohemen zal in de twee de week van Aprii weer bijeengeroepen worden Dadelijk na Paschen zullen nieuwe besprekingen geopend worden., uitgaande van dc vertegenwoordigers van de groote grondbezitters, om te trachten den landdag weer aan het werk te krijgen in de lerin gen van de Duitsch-Boheemsche afgevaar digden wordt dit plan echter nu reeds pes simistisch beoordieeld De regeering staat op liet standpunt, dat het bijleggen van liet conflict in dezen landdag tot de voor waarde-u voor de reconstructie van het ka binet belvoort. Britsch-lndië. De Dalai Lama, drie thans te Calcutta vertoeft, heeft verleden Maandag een plechtig bezoek afgelegd bij den onder koning. Door een es korte van Bengaalse he ruiters werd hij naar het paleis begeleid -en bij zijn aankomst aldaar door een ©ere wacht ontvangen. Do onder-koning kwam hem tegemoet aan den ingang van de troonzaal, waar reeds zes Ti-betaaDsche hoofden gezeten waren met dien staf van den onder-koning. De Dalai Lama, drie eon prachtig geel zijden gewaad droeg, mam plaats tegenover hen. Toen begon het onderhoud, dat zich be paalde tot enkele beleefdlioidsbetuigingen Een uur nadat de Dalai Lama vertrok ken was, beantwoordde die onder-koning zijn bezoek. Ook hij begaf zich in groote Staatsie naar Hastings-Ho use, waar die 'Boeddhistische kerkvorst, zij-u intrek heeft genomen Of zijn bezoek voor hem nog iets andiers zal opleveren dan deze wisseling van be leefdheden, moet nog blijken. Kameroverzicht Tweede Kamer. Bij den aanvang der zitting van Woens dag stelde de heer Borgesius voor om de debatten over de sociale verzekering te heropening, daar hij enkele onjuisthe den door den minister gezegd, diende recht te zetten De heer Lobman verzette zich tegen dit voorstel. Men heeft ruimschoots gele genheid gehad om alles te vragen, wat men wenschie. Op de meerderheid rust de poli tieke plicht om te waken voor een goeden gang van zaken in de Kamer. De heer Schaper steunde het voor stel-Borgesius. De heer Lohman, zegt spr. poseert hier als vice-president en stond gisteren middag achter den president. (Do voorzitten- interrumpeert niemand in de Kamer wordt geinfluenceerd). De heer Schaper zijn rede vervol gend, bezweert de meerderheid, om van haar macht geen misbruik te maken. Hij kan er niet in berusten om van het woord af te zien Het voorstel-Borgesius wordt bestreden door de heeren Van der Velde en Nolens en verdedigd door de heeren Treub en de Stuers welke laatste het pijnlijk noemt dat de minderheid moet soebatten om het woord te krijgen. Het voorstel-Borgesius wordt verworpen met 2043 stemmen (rechts tegen links behalve de heer De Stuers, die vóór stem de). De heer Schaper schreeuwt tot de rechterzijde in de Kamer daarop: „smerige bende, smerige dompers". I>e Voorzitter merkt op, dat der gelijke uitdrukkingen in de Kamer niet te pas komeii. Godurende enkele oogenblikken bleef het nog woelig in de Kamer. Aan <fe orde kwam nu de Interpel late e-T er Laan over sc hooi tocs/tan - den te utten, Zuilichem, Beuningon, Weert en Oudshoom De heer Ter Laan wees op verschil lende besluiten van gemeentebesturen, die do strekking hebben om liet bijzonder on derwijs te bevoorrechten ten koste van het openbare. Hij richtte tot den minister van Binnenlandsche Zaken de volgende vragen of de gemeente Putten gezorgd heeft voor een voldoend aantal onderwijzers aan de openbare school na vertrek van het hoofd daarvan of het genoemde gemeentebestuur art. 3. 3e alinea der L. O wet overtreden heeft door verkoop van lokalen, bestemd voor het openbaar onderwijs of genoemd gemeentebestuur niet de hand behoorde te houden aan art 16 alinea 1 der L. O.-wet. toen_.de openbare school toch nog 145 leerlingen telde en ten slotte wat de minister naar aan leiding van de*- besluiten van het gemeen tebestuur van Putten gedaan heeft, en hoe hij zich houden zal tegenover liet verhuren of verkoopen van schoollokalen, die nog voor liet openbaar lager onderwijs strek ken. Over de voorgestelde conclusie op een In gekomen adres vroeg de lieer Schaper hoofdelijke stemming, daarbij zijn voorne men te kennen gevende, om zoo vaak dit mogelijk is hoofdelijke stemming te zullen vragen, dus als een soort van obstructio- nisme na het besluit van heden ochtend, inzake de sociale verzekering. De eonclusiae werd aangenomen met ai gemeene stemmen, dus ook die van den heer Schaper. Hierna werd de interpellatie van den heer Ter Laan voortgezet. •Minister Heemskerk zei dat de conversie der Openbare School in de bij zondere een zeer natuurlijk verschijnsel is. Het openbaar onderwijs behoeft geen voorrang te hebben boven liet bijzonder. De door den interpellant bedoelde raads besluiten waren volkomen in overeenstem ming met den wensch der ouders. De heer Ter Laan wees op de ellen de en de plagerijen, voorafgaande aan de opheffing eener openbare schooi. Het blijkt dat de minister niets gedaan heeft. Spr. stelt als motie voor „de Kamer, van oordeel dat de belan gen van het onderwijs ten zeerste geschaad worden, door de verhuring en den verkoop van openbare schoolgebouwen, op het oogeivblik dat deze in gebruik zijn bij den openbaren dienst, gaat over tot de orde van den dag. De motie wordt verworpen met 27 tegen 38 stemmen. De Voorzitter stelt daarna voor het ontwerp nopens de geldleening Suri name van de agenda af te voeren. De heer Schaper vraagt hierover hoofdelijke stemming. Het voorstel wordt aangenomen met 59 tegen 1 stem. De Voorzitter stelt daarna voor om alle conclusies, die aan de orde wer den gesteld, Donderdag niet te behandelen, ook niet het oog op het treurige familie- verlies van Minister Kool. De heer Schaper vroeg wederom hoofdelijke stemming doch verklaart later, met het oog op de reden van uitstel door den voorzitter genoemd, uit kicschheid dit maal geen hoofdelijke stemming te zullen vragen, zich echter voorbehoudende het recht om telkens stemming te vragen als hij dit noodig acht. Het voorstel van den Voorzitter wordt zonder hoofdelijke stemming goedge keurd Aan 't eind van de verg. der Kamer w,as We-t zeer rumoerig. Etr ontstond een hef tige woordenwisseling tusschen den heer Schaper en den voorzitter, welke laatste den heer Schaper toevoegde dat deze de usances van het parlement met voeten trad. (Heden voortzetting). Berichten. De Staatscourant van Donderdag 17 Maart bevat o. a de volgende Koninklijke besluiten benoemd tot burgemeester van Arnhem mr, A. J A A. baron van Heemstra; benoemd aan de rijksuniversiteit te Utrecht tot buitengewoon hoogleeraar in de zoölogie Dr. A. A. W. Hubrecht, gewoon hoogleeraartot hoogleeraar in de zoölogie Dr. H. F. Nierstrasz, lector aan die uni versiteit benoemd tot lector in de geneeskunde (histologie) aan de rijksuniversiteit te Lei der. Dr E. v. d. Velde, te 's Graven'hage belast met het onderwijs in de gerechte lijke geneeskunde de hóogleeraar aan die universiteit Dr. N. Ph. Tendeloo; bevorderd bij den Centrale» Gezondheids raad' tot commies de adjunct-commies T. Heyne, thans adjunct-commies, tot adjunct- commies E. L Ahlrichs, thans le klerk- teekenaar en J. H. Holscber, thans le klerk benoemd bij het departement van finan ciën tot le klerk W. Leder, thans 2e klerk. Aubade aan H. M. de Ko ningin. Het bestuur van het comité voor de te Amsterdam bij het aanstaande Juliana- feeet in de hoofdstad aan H. M. en dien Prins te brengen auibade heeft do gelegen heid tot deelneming aan dit muzikale hulde betoon (onder aanvoering van den he<er van 't Kruys) alsnog opengesteld voor Neder landse he zang vereend gingen en liedertafels, die voor 1 April zich daartoe aanmelden bij den algemeenen secretaris van het comité, den heer N. Degen, te Amsterdam Installatie van den burgemeester van Amsterdam. Men meldt uit Amsterdam De gemeenteraad1 hieflld gisteren een verga dering, waarvoor als eendg punt op die agenda voorkwam installatie van Jlhr. mr. dr. A. Roëll, al6 Burgemeester. Van de publieke tribune waren de eerste rijen ingenomen door hoofdambtenaren der gemeente. De tribune was geheel bezet. Er waren zestig kaarten uitgegeven, en vélen die buiten queue hadden gemaakt, 'konden niet worden toegelaten Een deel der perstribune was gereserveerd voor een aanbal diames onder wie zich mevrouw Roëll bevond. Van de raadsleden waren alleen de heeren Zimmermann en Scheltema afwezig. Te ruim half drie opende de waarnemende burge meester, de heer Th. F. A. D e 1 p r a t, de vergaderingnadat het gebed was go- iezen, verzocht de Voorzitter don secretaris voorlezing te doen van het schrijven van den Commissaris der Koningin van Noord- Holland. waarin mede-.ioeling werd gedaan van de benoeming en beec-diging van jhr. mr. dr. A. Röell tot burgemeester van Am sterdam. Do Voorzitter verzocht vervolgens do wet houders den heer Röell binnen te leideu. De raadsleden verhieven zich toen van hun zc-tels. Onmiddellijk na het binnentreden van den nieuwen burgemeester sprak de heer Delprnt hem als volgt toe: Mijnheel- Roëll. Daar mij het voorrecht ten deel valt U in dezen Raad liet welkom toe te roepen, zij het mij vergund enkele woorden tot U te richten op dit zoo gewichtige oogenblik nu U gereed staat het hooge ambt te aan vaarden tot welks vervulling U zich be reid heeft verklaard. De beteekenis van de taak. welke U wacht, kan niet ie hoog ge schat worden. Wat toch kan schooner doel zijn wat kan t t grooter zelfvoldoening leiden, dan mede te werken tot verhooging van de ontwikkeling en den bloei der hoofd stad des Ilijks geen stad toch in Neder land. welker heteekenis, in zoo velerlei op zicht, met die van Amsterdam kan vergele ken worden. Die taak is niét licht, want dc behoeften van Amsterdam zijn vele en heerschen op elk gebied. De economische belangen der talrijke bevolking, de belangen van handel en nijverheid, de belangen der wetenschap, zij allen zullen veel van U werkkracht vor deren. Teleurstellingen zullen ook daarbij Uw deel worden - - veel wat ge zoudt wenschen helpen tot stand brengen zal onuitgevoerd moeten blijven, omdat de financieel© toe stand dei Gemeente tot groote bedacht zaamheid bij het doen van uitgaven nood zaakt. Maar teleurstellingen mogen niet leiden tot ontmoediging, de veerkracht van den wil om voorwaarts te streven mag niet verslapt worden. En vooruitgang, niet stil etand ,op welk gebied ook, moet ons aller doel zijn. Wij mogen niet blind zijn voor de evolutie, welke zich op elk gebied toont. Hem, die daarvoor de oogen zoude sluiten, „gaat de stroom der moderne gedachten over het hoofd heen of stuwt hero op zij". Maar wij Nederlanders weten het te goed, onze geheele geschiedenis herinnert er ons aan —een machtige stroom kan onheil en verwoesting aanbrengen in plaats van wel vaart en zegen, wanneer hij zich onge breideld met geweld over de vlakte een weg baant, maar ook kan hij met verspil ling van eigen kracht, zich doelloos over de vlakte verspreiden, moerassen scheppend waar welige landouwen hadden kunnen ont staan. Dan is het ,de taak van den ingenieur hier dammen op te werpen, door den stroom vaak heftig bestookt, daar de bedding t© verdiepen of hinderpalen op te ruimen, re gelend en leidend op te treden met vasten wil en kennis van zakep. Dan kan die machtige stroom, met behoud van kracht, vroeger gevreesd en miskend, een weldoe ner worden voor het land. Zoo zie ik ook hier aan de ééne zijde voortstuwende kracht, die somtijds te on stuimig tot voortgaan naar eene in hare oogen betere toekomst dwingt, aan de an dere zijde meer kalme elementen, die, met open oog voor het goede, dat in het heden te apprecieeren valt, bedachtpaain en rem mend optreden. Aan den voorzitter de moei lijke taak beiden zoo te leiden en te bescher men, dat eene harmonische samenwerking verkregen wordt, dooi- welke alleen het heil van Amsterdam kan bevorderd worden. Mijnheer Röell de roep is U voorafge gaan lioe ge elders reeds getoond hebt dat helder inzicht, dien vasten wil, die werk kracht te bezitten, welke onmisbaar zijn bij het vervullen Uwer taak. In dezen Raad vindt U 45 leden van velerlei rich ting, maar die allen, ieder voor zich de plechtige gelofte hebben afgelegd, hunne beste krachten te zullen aanwenden tot heil dezer stad Wij Wethouders geven U daar bij de verzekering, dat wii het onze plicht zullen achten U naar onze beste krachten ter zijde te staan. De talrijke ambtenaren dezer gemeente wenschen niet anders. Moge ons aller samenwerking Uwe taak verlich ten en strekken tot bevordering der be langen van deze stad. Mag ik U, Burgemeester, thans uitnoo- digen den voorzitterszetel in te nemen dat U dien langen tijd moge beklecden tot heil van Amsterdam. Deze rede werd met applaus ontvangen van de sociaal-democratische groep klapten alleen de heeren Vliegen en Wibaut. De heer Röell, die den ambtsketen droeg, plaatste zich voor den vcorzitterszetel en hield de volgende rede Mijne Heeren Door het vertrouwen van Hare Majesteit dl- Koningin en van de Hooge Regeering aan het hoofd gestéld van heit Gemeentebe stuur van Amsterdam, werd ik zooeven door Üw oudfeten Wethouder aU Burgemeester geïnstalleerd in bewoordingenwaarvoor ik o pi echt erkentelijk ben, maar in bewoordin gen tevens, die mij meer dan ooit te voren het gewicht hebben doen beseffen van de tank, die mij wacht, dien ernet van de ver plichtingen, die ik héb op mij genomen. Niet dan na rijp beraad en na veel inwen- digen strijd heb :k de eervolle benoeming aanvaard, die mij is ten deel gevallen en nog telkens komt de vraag bij mij op, of ik wel heb gedaan, of ik niet, vehblindi dloor de hoog6 onderscheiding, dlte voor mij in het aanzoek was gelegen, mijne krachten heb overschat en dus geheel zal blijven beneden dé eiedhen, waaraan de Burgemeester van de hoofdstad moet beantwoorden. Als ik tooh bedenk, dat mijne drie Ambts voorgangers, toen zij d'at amlbt aanvaardlden, lid waren geweest van het. Dagelijk6oh Be stuur der gemeente en daardoor waren toege rust met eene kennis van zaken, die voor de leiding van het bestuur onmisbaar mag ge noemd' worden als ik bepaaldelijk het oog richt, op uw onlangs afgetreden Voorzitter, op zijne rijke ervaring, op zijne uitnemende bekwaamheden ©ti op al de voortreffelijke hoedanigheden, waarvoor hij bij het schei den uit uw midden van alle zijden werd ge huldigd eene huldiging, waarbij ik mij met al den eerbiet!, die mij tegenover een man van zijne verdiensten past, moge aan sluiten dan zal het geen nadrukkelijke verklaring behoevendat. ik slechts uiterst- schroomvallig de eerste schrede zet op de nieuwe baan, die voor mij open Ligt, waar ik. vreemdeling op dlien weg en daardoor onbe kend met zijn oneffenheden, hinder niesen, gevaren wellicht, weinig anders medebreng om op te steunen dan den rietstaf van een ervaring, opgedaan in twee provinciale hoofd steden. wier belangen, al zijn zij in den grond gelijk, toch van de belangen dei- hoofdstad in graad en ill omvang zoo aan merkelijk verschillen. En tocli M. H. heb ik ten slotte mijne be zwaren overwonnen, niet alleen omdat zooals ik bij het scheiden uit het mij zóó dierbaar geworden Arnhem heb gezegd ik meende, dat mijn plicht als dienaar van den lande dat gebood, maar ook omdat van Amsterdam eene machtige aantrekkings kracht tot mij uitging, eene kracht, die eaano'eweg op mijn ganschen persoon en al mijn© vermogens een zoodanig beslag heeft gelegd, dat ik thans voor u sta in de volle opgewektheid, die noo-ug ie om aan de ©ven eervolle als veelomvattend© taak, d;ie mij op de schouders is gelegd, de inspanning van mijn beste krachten te wijden. Niet d'at ik de moeilijkheden licht tel. Indien niet reeds lang liet stadsbestuur van Amsterdam., ontgroeid als het lieeit aan de bestaande wettelijke bepalingen en daar. door belemmerd in zijne functïën, de aan dacht had getrokken van allen, die zich op liet gebied van het gemeentëbéheer bewegen, dan zou het treffende afscheidswoord, door mijn zóó bij uitstek deskundigen voorganger in uwe vergadering uitgesproken, reeds vol doende zijn geweest, om mij die moeilijkhe den in haar vollen omvang te doen Inzien. Maar daartegenover staat, dat van Am sterdam het voorbeeld uitgaat- met betrek king tot oplossing van alle vraagstukken, die ook elders in het gemeentel even bram dien en dat ik het een onschatbaar voorrecht acht dé bescheiden maar volijverige medewerker te mogen zijn van allen, die van Amsterdam in dat opzicht het goed© voorbeeld willen doen uitgaan, door de hoofdstad! hot bewijs willen doen leveren, dat in dén historischen bodem van ons gemeentewezen ook een aan huidige' eischen beantwoordend) beheer kan wortelen, althans willen toonen, wat een drachtige samenwerking in die richting nog vermag te bereiken. Aan een ©rustig 6trerven naar deze samenwerking zal het van m ij n e zijde geenszins ontbreken. Ik moge mij echter onthouden van het doen van alle toezeggingen, die mij in dit oogenblik op het hart liggen evenmin als •het peil van het debat altijd in rechte reden staat tot zijne 1emgte, evenmin zouden die bel ften bij veelheid van woorden winnen. Laat mij mogen volstaan met die verzeke ring, d'at het mijn vurig verlangen is, om het mij geschonken vertrouwen niet te be schamen mijn vaste wil om den steun' te v e r d i e n en, waarop ik ten slotte een krachtig beroep moge doen bij allen, wm het heil en het welzijn'hunner gemeente ter harte gaan. Allereerst bij U. M. H. leden van den Ge meenteraad, wier liefde voor de 6tad uwer inwoning mij een waarborg is, dat gij een Burgemeester wilt ontzien en ter zijd'e staan, wien niets zoozeer zal ter harte gaan als de wensch om uw rechtvaardig en onpartijdig, maar ook welwillend en belangstellend voor zitter te zijn. Maar bovenal bij U M. tl. webhouders en secretaris, aan wie ik met bescheiden aandrang vraag den vreemdeling in uw kring, die u met zijn vertrouwen ©n volle toewijding wil tegemoet komen, de hulp en de medewerking te schenken, die een onmis baar vereischte zijn voor eene collegiale en daardoor doeltreffende behartiging van de aan het DageHjksch Bestuur toevertrouwde belangou. En vooraj niet minder bij allen, wie zij ook zijn, die in hoogeren of lager en rang de gemeente dienen en die, ais zij liun plicht getrouw in acht nemen, in mij een ijverig voorstander zullen vinden van hunne belangen. Indien wij allen, van wat stand of rang of richting ook, met terzijdestelling van wait verdëelt, de handen ineenslaan, om al de ons gegeven krachten en gaven te wijdien aan den bloei en d'e welvaart van de stad, die ik van heden af ook d'e mijne mag noe men, daji houd ik mij verzekerd', dat de waarheid opnieuw zal blijken van de oude vadërlandsche leuze, d'at Eendracht Macht maakt, en d'at Gods onmisbare zegen zal rus ten op onzen gemeensc'happelijken arbeid', tot 'heil van Amsterdam 1 Alle leden applaudisseerden van de soc.- democraten alleen de heer Wibaut. De zitting werd onmiddellijk hierna ge sloten. Na afloop der zitting werden in burge meesterskamer de raadsleden aan den heer Röell voorgesteld. In de winkelstraten woei van verschillen de huizen de vlag ter eere van den nieuwen burgemeester. Bij de aapkomst van den heer Röell ten stadhuize deed zich een klein in cident voor, dat iets te kort deed aan het ceremonieel. De twee boden, die in opdracht hadden den nieuwen burgemeester het stad huis binnen te leiden, stonden hem, den staf. waarmede zij hem vooraf moesten gaan in de hand, aan den ingang op te wachten. Een heer vroeg aan een hunner: „Of de dames al binnen waren". Op het- bevesti gend antwoord ging ook hij naar binnen. Eerst toen bemerkten de boden, dat de heer niemand anders was dan de nieuwe burge meester, dien zij nog niet- kenden. De "lijst der gasten welke Dinsdag avond aanzaten aan het diner bij den Com missaris der Koningin in Noordi-Holland, gegeven ter eere van onzen nieuwen burge meester jhr. Röell, düent nog te worden aan gevuld met de namen van den afgebredén burgemeester mr. Van Leeuwen en den grif fier der Staten van Noord-Hol 1 audi, mr. A. A. Lans. In het geheel zaten 42 gasten aan. De nieuwe burgemeester van Arnhem. Mr. Van Heemstra werd den 22en Juli 1871 te Vreeland géboren, waar zijn vader destijds burgemeester was. Hij studeerde aan de universiteit te Utrecht e» promoveerde in 1896 op Setliingen. Na zijn promotie vestigde mr. Van Heemstra zich als praktiseerend advocaat-procureur te Arnhem, waar hij teven6 kantonrechter, plaatsvervanger was. Gedurende een zestal .jaren bleef mr. Van Heemstra te Arnhem. In Augustus 1902 wer dhij benoemd tot amb tenaar van 0. M. bij het Kantongerecht te Roermond. Hij nam eveneens een werkzaam aandeel in het algemeen belang. Zoo was hij bijv. te Roermond voorzitter vau het Ge nootschap voor Natuur- en Letterkunde al daar ouderling van den kePkeraad der Nod. Herv. Gemeente, president van d'e Protee- tantsche Ziekenverpleging, president-kerk- voogd, president van de ï-stauratie-commissie der Protestantsche kerk, lid van den Voog dijraad, enz. 29 October 1909 werd hij benoemd tot sub stituut-officier van justitie bij de Arrond.. rechtbank te Maastricht, ter opvolging van mr. Hoyer, dio als zoodanig werd benoemd te Haarlem. Mr. Van Heew6tra behoort tot de Christ®. lijk-Historische partij. Opleiding officieren O.-ï. leger. In 1910 zullen bij de militaire inrichtingen voor de opleiding tot officier voor den dienst in Ned.-Indië de volgende plaatsen worden opengesteld a bij de Kon. Mil, Academie 26 plaat sen. Hiervan zijn er 15 bestemd voor leer lingen van de Cadettenschool te Alkmaar, en wel 6 voor de infanterie, 2 voor d© ca valerie, 4 voor de artillerie en 3 voor de genie, en 11 voor de overige candidaten, verdeeld als volgtvoor hen die het- examen in Ned.-Indië afleggen 4 voor de infanterie en voor hen die het examen in Nederland afleggen 3 voor de infanterie, 1 voor de cavalerie, 1 voor de artillerie en 2 voor de genie b. bij den Hoofdcursus te Kampen 12 plaatsen. Hiervan zijn er 9 bestemd voor onderofficieren van het Nederlandsche le ger en wel 5 voor de infanterie en 4 voor de militaire administratie en 5 voor onder officieren van het leger in Nederl.-Indië, waarvan 4 voor de infanterie en 1 voor de militaire aclministratie c. bij de Cadettenschool 10 plaatsen, waarvan 6 voor hen, die het.' toelatings examen in Nederland en 4 voor hen die het in Nederl.-Indië afleggen. Doctoren honoris causa. De Senaat der universiteit te Leiden heeft benoemd t-ot doc-tor honoris c-ausa in de Xederl. letteren den heer D F. Scheur leer te s Graven-hage en tot doctor honoris causa in de godgeleerdheid prof. da*. Edv. Lehmann te Kopenhagen. De heer D. F. Scheurleer, bankier ie s Gravenhage, is bekend als schrijver 'van belangrijke werken op het gebied der mu ziekgeschiedenis, in het bij zender van Ne derland. Hij gaf tal van werken uit de 16e eeuw in keurig wetenscliappelijken vorm uit en schreef over het muziekleven te Amster dam in de 17e eeuw en in Holland in de 18e eeuw hoogst merkwaardige studiën, die, vooral zijn kleine uitgaven, voor de kunst geschiedenis en onze beschavingsgeschiede nis in liet algemeen van groot belang zijn. Ook als wetenschappelijk verzamelaar van oude muziek en muziekinstrumenten, waar van hij een wereldberoemde collectie heeft bijeengebracht, heeft de heer Scheurleer zicli grooten naam gemaakt zoowel hier als in het buitenland. Als voorzitter der Vereeniging voor Mu ziekgeschiedenis en stichter van die voor het Nederlandsche Zeewezen, 'het gevolg van de op zijn initiatief tot stand gekomen ten toonstelling op dat gebied in 1909, heeft hij der wetenschap groote diensten bewezen. De uitgave van zijn boek over het mu ziekleven in Holland in de 18e eeuw was een gereede aanleiding om hem te huldigen door een eeredoctoraat in de Nederlandsche letteren. Prof. dr. Ed. v. Lehmann, hoogleeraar te Kopenhagen, is thans benoemd te Ber lijn, waar een nieuwe leerstoel over gods dienstgeschiedenis gevestigd is. Deze hoog leeraar, een -der -eerste geleerden op dit ge bied heeft zeer belangrijke werken geschre ven, die hem recht geven op de bezetting van den eersten leerstoel in zijn vak, die te Berlijn wordt opgericht. De Leids-che Universiteit, waar het vak door Tiel als het ware tot dien rang werd verheven, wenschte bij de oprichting van den leerstoel den ook hier te lande welbe kenden hoogleeraar te huldigen door een eere-doctoraat in de godgeleerdheid. Het ontslag van dr. De G elder. Het Hbld. vernam, -dat de aan leiding tot het conflict tusschen den direc teur van de gemeentelijke elecfrische cen trale te Amsterdam, den heer A. W. Reesing en den onder-directeur dr. De Gelder, welk conflict tot het ontslag van den laatsten heef: geleid, is gelegen in het volgende: Zaterdag 8 Januari van dit jaar bevond dr. De Gelder zich met verlof elders. Bii terugkeer in de Centrale op Maandag 10 Januari bleek zijn schrijftafel geopend te zijn. De directeur deelde hem mede, den voorafgaanden Zaterdag het bureau te heo- ben doen openen, daar hij een stuk, dat bij dr. De Gelder berustte, dringend noodig had. De opening had plaats gehad des mid dags omstreeks 3 uur, terwijl de bureaux te 4 uur worden verlaten. Dr De Gelder meende te kunnen bewij zen, dat de heer Ressing het stuk geens zins noodig had, althans niet vóór het tijd stip, waarop hij, dr. De Gelder, zou terug- k-eeren. De, volgens hem, onnoodige opening van het bureau, achtte hij in hooge mate be- lcedigend en toen hij den heer Ressing ver klaring vroeg van diens handeling, ontstond een vrij heftige woordenwisseling. Het gerezen conflict nam spoedig «xrooter afmetingen aan en weldra werden meenings- verschillen omtrent bedrijfsaangelegenheden en het beheer met de qu nest ie vermengd. Pogingen door, derden aangewend om het geschil bij te leggen, hadden geen resultaat. Tn Februari meende dr De Gelder den wethouder der bedrijven, den heer Del prat, met eenige zaken liet conflict betreffende, te moeten in kennis stellen. Dat voornemen werd uitgevoerd en ook aan -den heer Res- sirt» door dr. De Gelder bekend gemaakt. Tn den brief aan den wethouder beklaagde de heer De Gelder zich er o m. over, dat

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 2