BINNENLAND.
hu it» op eiectieven grondslag zal berusten.
Lord Halsbury, ou d - or d- kawselier, ver-
klaarde voldaan te zijn over het tegenwoor
dige stelsel
De aigemeene beraadslagingen eindigen
morgenavond.
17 Maart. Redmond, de leider van de
nationalisten, keurde in eene rede te New
castle de politiek van slingering en lafheid'
van de regeering af in de behandeling van
de begrooting voordat liet veto-vraagstuk is
beelifci. Hij was overtuigd, dot er binnen
weinige weken nieuwe aigemeene verkiezin
gen zuilen zijn.
Span]«.
De minister van financiën heeft openlijk
laten verklaren, dat de invoering van hot
kadaster verrassende en voor de schatkist
verblijdende vrucluei draagt. Om een voor
beeld te noemenin vier provinciën van
Andalusie werden, sedert daar liet kadaster
geheel in werking is, iandwrijen tea* waar
de van 50 millioeu peseta's ingeschreven,
die tot dusver aan elke belasting onttrokken
waren. De minister van financiën drukte
het vaste vertrouwen uit, dat de invoering
van het kadaster in liet geheele land de
uitwerking zal hebben, dat de inkomsten
van de staatshuishouding zonder invoering
van nieuwe belastingen tot 1300 millioea
zal klimmen.
Madrid, 16 Maart. De minister
president deelde aan eenige dagbladschrij
vers mede, dat de Frausche regeering, naar
aanleiding van sommige berichten in de
Spastisch© pers over den toestand te Ceuta
en over militaire plannen, die Spanje zou
hebben, den Spaanschen gezant te Parijs
om inlichtingen daaromtrent heeft verzocht.
De gezant luid geantwoord, dat die be
richten de vruchten van journalistieke ver
beelding waren en dat de Spaaneche regee
ring volstrekt niet het voornemen heeft in
den omtrek van Ceuta tot militaire operatiën
over te gaan.
Oostenrijk.
Het huis van afgevaardigden van den
rijksraad zal morgen zijne laatste zitting
vóór de Paaschvacantie houden Het lee-
ningsontwerp komt niet meer in behande
ling liet plan om nogmaals te beproeven
hot aan do orde te stellen, is opgegeven.
De Landdag van Bohemen zal in de twee
de week van Aprii weer bijeengeroepen
worden Dadelijk na Paschen zullen nieuwe
besprekingen geopend worden., uitgaande
van dc vertegenwoordigers van de groote
grondbezitters, om te trachten den landdag
weer aan het werk te krijgen in de lerin
gen van de Duitsch-Boheemsche afgevaar
digden wordt dit plan echter nu reeds pes
simistisch beoordieeld De regeering staat
op liet standpunt, dat het bijleggen van
liet conflict in dezen landdag tot de voor
waarde-u voor de reconstructie van het ka
binet belvoort.
Britsch-lndië.
De Dalai Lama, drie thans te Calcutta
vertoeft, heeft verleden Maandag een
plechtig bezoek afgelegd bij den onder
koning. Door een es korte van Bengaalse he
ruiters werd hij naar het paleis begeleid
-en bij zijn aankomst aldaar door een ©ere
wacht ontvangen.
Do onder-koning kwam hem tegemoet
aan den ingang van de troonzaal, waar
reeds zes Ti-betaaDsche hoofden gezeten
waren met dien staf van den onder-koning.
De Dalai Lama, drie eon prachtig geel
zijden gewaad droeg, mam plaats tegenover
hen.
Toen begon het onderhoud, dat zich be
paalde tot enkele beleefdlioidsbetuigingen
Een uur nadat de Dalai Lama vertrok
ken was, beantwoordde die onder-koning
zijn bezoek. Ook hij begaf zich in groote
Staatsie naar Hastings-Ho use, waar die
'Boeddhistische kerkvorst, zij-u intrek heeft
genomen
Of zijn bezoek voor hem nog iets andiers
zal opleveren dan deze wisseling van be
leefdheden, moet nog blijken.
Kameroverzicht
Tweede Kamer.
Bij den aanvang der zitting van Woens
dag stelde de heer Borgesius voor
om de debatten over de sociale verzekering
te heropening, daar hij enkele onjuisthe
den door den minister gezegd, diende recht
te zetten
De heer Lobman verzette zich tegen
dit voorstel. Men heeft ruimschoots gele
genheid gehad om alles te vragen, wat men
wenschie. Op de meerderheid rust de poli
tieke plicht om te waken voor een goeden
gang van zaken in de Kamer.
De heer Schaper steunde het voor
stel-Borgesius. De heer Lohman, zegt spr.
poseert hier als vice-president en stond
gisteren middag achter den president.
(Do voorzitten- interrumpeert niemand in
de Kamer wordt geinfluenceerd).
De heer Schaper zijn rede vervol
gend, bezweert de meerderheid, om van haar
macht geen misbruik te maken. Hij kan
er niet in berusten om van het woord af te
zien
Het voorstel-Borgesius wordt bestreden
door de heeren Van der Velde en
Nolens en verdedigd door de heeren
Treub en de Stuers welke laatste
het pijnlijk noemt dat de minderheid moet
soebatten om het woord te krijgen.
Het voorstel-Borgesius wordt verworpen
met 2043 stemmen (rechts tegen links
behalve de heer De Stuers, die vóór stem
de).
De heer Schaper schreeuwt tot de
rechterzijde in de Kamer daarop: „smerige
bende, smerige dompers".
I>e Voorzitter merkt op, dat der
gelijke uitdrukkingen in de Kamer niet te
pas komeii.
Godurende enkele oogenblikken bleef het
nog woelig in de Kamer.
Aan <fe orde kwam nu de Interpel
late e-T er Laan over sc hooi tocs/tan -
den te utten, Zuilichem, Beuningon, Weert
en Oudshoom
De heer Ter Laan wees op verschil
lende besluiten van gemeentebesturen, die
do strekking hebben om liet bijzonder on
derwijs te bevoorrechten ten koste van het
openbare. Hij richtte tot den minister van
Binnenlandsche Zaken de volgende vragen
of de gemeente Putten gezorgd heeft voor
een voldoend aantal onderwijzers aan de
openbare school na vertrek van het hoofd
daarvan
of het genoemde gemeentebestuur art. 3.
3e alinea der L. O wet overtreden heeft
door verkoop van lokalen, bestemd voor
het openbaar onderwijs
of genoemd gemeentebestuur niet de hand
behoorde te houden aan art 16 alinea 1
der L. O.-wet. toen_.de openbare school
toch nog 145 leerlingen telde
en ten slotte wat de minister naar aan
leiding van de*- besluiten van het gemeen
tebestuur van Putten gedaan heeft, en hoe
hij zich houden zal tegenover liet verhuren
of verkoopen van schoollokalen, die nog
voor liet openbaar lager onderwijs strek
ken.
Over de voorgestelde conclusie op een In
gekomen adres vroeg de lieer Schaper
hoofdelijke stemming, daarbij zijn voorne
men te kennen gevende, om zoo vaak dit
mogelijk is hoofdelijke stemming te zullen
vragen, dus als een soort van obstructio-
nisme na het besluit van heden ochtend,
inzake de sociale verzekering.
De eonclusiae werd aangenomen met ai
gemeene stemmen, dus ook die van den
heer Schaper.
Hierna werd de interpellatie van den
heer Ter Laan voortgezet.
•Minister Heemskerk zei dat de
conversie der Openbare School in de bij
zondere een zeer natuurlijk verschijnsel is.
Het openbaar onderwijs behoeft geen
voorrang te hebben boven liet bijzonder.
De door den interpellant bedoelde raads
besluiten waren volkomen in overeenstem
ming met den wensch der ouders.
De heer Ter Laan wees op de ellen
de en de plagerijen, voorafgaande aan de
opheffing eener openbare schooi. Het blijkt
dat de minister niets gedaan heeft.
Spr. stelt als motie voor
„de Kamer, van oordeel dat de belan
gen van het onderwijs ten zeerste geschaad
worden, door de verhuring en den verkoop
van openbare schoolgebouwen, op het
oogeivblik dat deze in gebruik zijn bij den
openbaren dienst, gaat over tot de orde
van den dag.
De motie wordt verworpen met 27 tegen
38 stemmen.
De Voorzitter stelt daarna voor
het ontwerp nopens de geldleening Suri
name van de agenda af te voeren.
De heer Schaper vraagt hierover
hoofdelijke stemming. Het voorstel wordt
aangenomen met 59 tegen 1 stem.
De Voorzitter stelt daarna voor
om alle conclusies, die aan de orde wer
den gesteld, Donderdag niet te behandelen,
ook niet het oog op het treurige familie-
verlies van Minister Kool.
De heer Schaper vroeg wederom
hoofdelijke stemming doch verklaart later,
met het oog op de reden van uitstel door
den voorzitter genoemd, uit kicschheid dit
maal geen hoofdelijke stemming te zullen
vragen, zich echter voorbehoudende het
recht om telkens stemming te vragen als
hij dit noodig acht.
Het voorstel van den Voorzitter wordt
zonder hoofdelijke stemming goedge
keurd
Aan 't eind van de verg. der Kamer w,as
We-t zeer rumoerig. Etr ontstond een hef
tige woordenwisseling tusschen den heer
Schaper en den voorzitter, welke laatste
den heer Schaper toevoegde dat deze de
usances van het parlement met voeten trad.
(Heden voortzetting).
Berichten.
De Staatscourant van Donderdag 17
Maart bevat o. a de volgende Koninklijke
besluiten
benoemd tot burgemeester van Arnhem
mr, A. J A A. baron van Heemstra;
benoemd aan de rijksuniversiteit te
Utrecht tot buitengewoon hoogleeraar in de
zoölogie Dr. A. A. W. Hubrecht, gewoon
hoogleeraartot hoogleeraar in de zoölogie
Dr. H. F. Nierstrasz, lector aan die uni
versiteit
benoemd tot lector in de geneeskunde
(histologie) aan de rijksuniversiteit te Lei
der. Dr E. v. d. Velde, te 's Graven'hage
belast met het onderwijs in de gerechte
lijke geneeskunde de hóogleeraar aan die
universiteit Dr. N. Ph. Tendeloo;
bevorderd bij den Centrale» Gezondheids
raad' tot commies de adjunct-commies T.
Heyne, thans adjunct-commies, tot adjunct-
commies E. L Ahlrichs, thans le klerk-
teekenaar en J. H. Holscber, thans le
klerk
benoemd bij het departement van finan
ciën tot le klerk W. Leder, thans 2e klerk.
Aubade aan H. M. de Ko
ningin. Het bestuur van het comité voor
de te Amsterdam bij het aanstaande Juliana-
feeet in de hoofdstad aan H. M. en dien
Prins te brengen auibade heeft do gelegen
heid tot deelneming aan dit muzikale hulde
betoon (onder aanvoering van den he<er van
't Kruys) alsnog opengesteld voor Neder
landse he zang vereend gingen en liedertafels,
die voor 1 April zich daartoe aanmelden bij
den algemeenen secretaris van het comité,
den heer N. Degen, te Amsterdam
Installatie van den burgemeester
van Amsterdam.
Men meldt uit Amsterdam
De gemeenteraad1 hieflld gisteren een verga
dering, waarvoor als eendg punt op die agenda
voorkwam installatie van Jlhr. mr. dr. A.
Roëll, al6 Burgemeester. Van de publieke
tribune waren de eerste rijen ingenomen door
hoofdambtenaren der gemeente. De tribune
was geheel bezet. Er waren zestig kaarten
uitgegeven, en vélen die buiten queue
hadden gemaakt, 'konden niet worden
toegelaten Een deel der perstribune was
gereserveerd voor een aanbal diames onder
wie zich mevrouw Roëll bevond.
Van de raadsleden waren alleen de heeren
Zimmermann en Scheltema afwezig. Te ruim
half drie opende de waarnemende burge
meester, de heer Th. F. A. D e 1 p r a t,
de vergaderingnadat het gebed was go-
iezen, verzocht de Voorzitter don secretaris
voorlezing te doen van het schrijven van
den Commissaris der Koningin van Noord-
Holland. waarin mede-.ioeling werd gedaan
van de benoeming en beec-diging van jhr.
mr. dr. A. Röell tot burgemeester van Am
sterdam.
Do Voorzitter verzocht vervolgens do wet
houders den heer Röell binnen te leideu.
De raadsleden verhieven zich toen van hun
zc-tels. Onmiddellijk na het binnentreden
van den nieuwen burgemeester sprak de heer
Delprnt hem als volgt toe:
Mijnheel- Roëll.
Daar mij het voorrecht ten deel valt U
in dezen Raad liet welkom toe te roepen,
zij het mij vergund enkele woorden tot U
te richten op dit zoo gewichtige oogenblik
nu U gereed staat het hooge ambt te aan
vaarden tot welks vervulling U zich be
reid heeft verklaard. De beteekenis van de
taak. welke U wacht, kan niet ie hoog ge
schat worden. Wat toch kan schooner doel
zijn wat kan t t grooter zelfvoldoening
leiden, dan mede te werken tot verhooging
van de ontwikkeling en den bloei der hoofd
stad des Ilijks geen stad toch in Neder
land. welker heteekenis, in zoo velerlei op
zicht, met die van Amsterdam kan vergele
ken worden.
Die taak is niét licht, want dc behoeften
van Amsterdam zijn vele en heerschen op
elk gebied. De economische belangen der
talrijke bevolking, de belangen van handel
en nijverheid, de belangen der wetenschap,
zij allen zullen veel van U werkkracht vor
deren.
Teleurstellingen zullen ook daarbij Uw
deel worden - - veel wat ge zoudt wenschen
helpen tot stand brengen zal onuitgevoerd
moeten blijven, omdat de financieel© toe
stand dei Gemeente tot groote bedacht
zaamheid bij het doen van uitgaven nood
zaakt. Maar teleurstellingen mogen niet
leiden tot ontmoediging, de veerkracht van
den wil om voorwaarts te streven mag niet
verslapt worden. En vooruitgang, niet stil
etand ,op welk gebied ook, moet ons aller
doel zijn. Wij mogen niet blind zijn voor
de evolutie, welke zich op elk gebied toont.
Hem, die daarvoor de oogen zoude sluiten,
„gaat de stroom der moderne gedachten
over het hoofd heen of stuwt hero op zij".
Maar wij Nederlanders weten het te goed,
onze geheele geschiedenis herinnert er ons
aan —een machtige stroom kan onheil en
verwoesting aanbrengen in plaats van wel
vaart en zegen, wanneer hij zich onge
breideld met geweld over de vlakte een
weg baant, maar ook kan hij met verspil
ling van eigen kracht, zich doelloos over
de vlakte verspreiden, moerassen scheppend
waar welige landouwen hadden kunnen ont
staan.
Dan is het ,de taak van den ingenieur
hier dammen op te werpen, door den stroom
vaak heftig bestookt, daar de bedding t©
verdiepen of hinderpalen op te ruimen, re
gelend en leidend op te treden met vasten
wil en kennis van zakep. Dan kan die
machtige stroom, met behoud van kracht,
vroeger gevreesd en miskend, een weldoe
ner worden voor het land.
Zoo zie ik ook hier aan de ééne zijde
voortstuwende kracht, die somtijds te on
stuimig tot voortgaan naar eene in hare
oogen betere toekomst dwingt, aan de an
dere zijde meer kalme elementen, die, met
open oog voor het goede, dat in het heden
te apprecieeren valt, bedachtpaain en rem
mend optreden. Aan den voorzitter de moei
lijke taak beiden zoo te leiden en te bescher
men, dat eene harmonische samenwerking
verkregen wordt, dooi- welke alleen het heil
van Amsterdam kan bevorderd worden.
Mijnheer Röell de roep is U voorafge
gaan lioe ge elders reeds getoond hebt dat
helder inzicht, dien vasten wil, die werk
kracht te bezitten, welke onmisbaar zijn
bij het vervullen Uwer taak. In dezen
Raad vindt U 45 leden van velerlei rich
ting, maar die allen, ieder voor zich de
plechtige gelofte hebben afgelegd, hunne
beste krachten te zullen aanwenden tot heil
dezer stad Wij Wethouders geven U daar
bij de verzekering, dat wii het onze plicht
zullen achten U naar onze beste krachten
ter zijde te staan. De talrijke ambtenaren
dezer gemeente wenschen niet anders. Moge
ons aller samenwerking Uwe taak verlich
ten en strekken tot bevordering der be
langen van deze stad.
Mag ik U, Burgemeester, thans uitnoo-
digen den voorzitterszetel in te nemen
dat U dien langen tijd moge beklecden tot
heil van Amsterdam.
Deze rede werd met applaus ontvangen
van de sociaal-democratische groep klapten
alleen de heeren Vliegen en Wibaut.
De heer Röell, die den ambtsketen droeg,
plaatste zich voor den vcorzitterszetel en
hield de volgende rede
Mijne Heeren
Door het vertrouwen van Hare Majesteit
dl- Koningin en van de Hooge Regeering
aan het hoofd gestéld van heit Gemeentebe
stuur van Amsterdam, werd ik zooeven door
Üw oudfeten Wethouder aU Burgemeester
geïnstalleerd in bewoordingenwaarvoor ik
o pi echt erkentelijk ben, maar in bewoordin
gen tevens, die mij meer dan ooit te voren
het gewicht hebben doen beseffen van de
tank, die mij wacht, dien ernet van de ver
plichtingen, die ik héb op mij genomen.
Niet dan na rijp beraad en na veel inwen-
digen strijd heb :k de eervolle benoeming
aanvaard, die mij is ten deel gevallen en nog
telkens komt de vraag bij mij op, of ik wel
heb gedaan, of ik niet, vehblindi dloor de
hoog6 onderscheiding, dlte voor mij in het
aanzoek was gelegen, mijne krachten heb
overschat en dus geheel zal blijven beneden
dé eiedhen, waaraan de Burgemeester van de
hoofdstad moet beantwoorden.
Als ik tooh bedenk, dat mijne drie Ambts
voorgangers, toen zij d'at amlbt aanvaardlden,
lid waren geweest van het. Dagelijk6oh Be
stuur der gemeente en daardoor waren toege
rust met eene kennis van zaken, die voor de
leiding van het bestuur onmisbaar mag ge
noemd' worden als ik bepaaldelijk het oog
richt, op uw onlangs afgetreden Voorzitter,
op zijne rijke ervaring, op zijne uitnemende
bekwaamheden ©ti op al de voortreffelijke
hoedanigheden, waarvoor hij bij het schei
den uit uw midden van alle zijden werd ge
huldigd eene huldiging, waarbij ik mij
met al den eerbiet!, die mij tegenover een
man van zijne verdiensten past, moge aan
sluiten dan zal het geen nadrukkelijke
verklaring behoevendat. ik slechts uiterst-
schroomvallig de eerste schrede zet op de
nieuwe baan, die voor mij open Ligt, waar ik.
vreemdeling op dlien weg en daardoor onbe
kend met zijn oneffenheden, hinder niesen,
gevaren wellicht, weinig anders medebreng
om op te steunen dan den rietstaf van een
ervaring, opgedaan in twee provinciale hoofd
steden. wier belangen, al zijn zij in den
grond gelijk, toch van de belangen dei-
hoofdstad in graad en ill omvang zoo aan
merkelijk verschillen.
En tocli M. H. heb ik ten slotte mijne be
zwaren overwonnen, niet alleen omdat
zooals ik bij het scheiden uit het mij zóó
dierbaar geworden Arnhem heb gezegd
ik meende, dat mijn plicht als dienaar van
den lande dat gebood, maar ook omdat van
Amsterdam eene machtige aantrekkings
kracht tot mij uitging, eene kracht, die
eaano'eweg op mijn ganschen persoon en al
mijn© vermogens een zoodanig beslag heeft
gelegd, dat ik thans voor u sta in de volle
opgewektheid, die noo-ug ie om aan de ©ven
eervolle als veelomvattend© taak, d;ie mij op
de schouders is gelegd, de inspanning van
mijn beste krachten te wijden.
Niet d'at ik de moeilijkheden licht tel.
Indien niet reeds lang liet stadsbestuur
van Amsterdam., ontgroeid als het lieeit aan
de bestaande wettelijke bepalingen en daar.
door belemmerd in zijne functïën, de aan
dacht had getrokken van allen, die zich op
liet gebied van het gemeentëbéheer bewegen,
dan zou het treffende afscheidswoord, door
mijn zóó bij uitstek deskundigen voorganger
in uwe vergadering uitgesproken, reeds vol
doende zijn geweest, om mij die moeilijkhe
den in haar vollen omvang te doen Inzien.
Maar daartegenover staat, dat van Am
sterdam het voorbeeld uitgaat- met betrek
king tot oplossing van alle vraagstukken, die
ook elders in het gemeentel even bram dien en
dat ik het een onschatbaar voorrecht acht dé
bescheiden maar volijverige medewerker te
mogen zijn van allen, die van Amsterdam in
dat opzicht het goed© voorbeeld willen
doen uitgaan, door de hoofdstad! hot bewijs
willen doen leveren, dat in dén historischen
bodem van ons gemeentewezen ook een aan
huidige' eischen beantwoordend) beheer kan
wortelen, althans willen toonen, wat een
drachtige samenwerking in die richting nog
vermag te bereiken. Aan een ©rustig 6trerven
naar deze samenwerking zal het van m ij n e
zijde geenszins ontbreken.
Ik moge mij echter onthouden van het
doen van alle toezeggingen, die mij in dit
oogenblik op het hart liggen evenmin als
•het peil van het debat altijd in rechte reden
staat tot zijne 1emgte, evenmin zouden die
bel ften bij veelheid van woorden winnen.
Laat mij mogen volstaan met die verzeke
ring, d'at het mijn vurig verlangen is, om
het mij geschonken vertrouwen niet te be
schamen mijn vaste wil om den steun' te
v e r d i e n en, waarop ik ten slotte een
krachtig beroep moge doen bij allen, wm
het heil en het welzijn'hunner gemeente ter
harte gaan.
Allereerst bij U. M. H. leden van den Ge
meenteraad, wier liefde voor de 6tad uwer
inwoning mij een waarborg is, dat gij een
Burgemeester wilt ontzien en ter zijd'e staan,
wien niets zoozeer zal ter harte gaan als de
wensch om uw rechtvaardig en onpartijdig,
maar ook welwillend en belangstellend voor
zitter te zijn.
Maar bovenal bij U M. tl. webhouders
en secretaris, aan wie ik met bescheiden
aandrang vraag den vreemdeling in uw
kring, die u met zijn vertrouwen ©n volle
toewijding wil tegemoet komen, de hulp en
de medewerking te schenken, die een onmis
baar vereischte zijn voor eene collegiale en
daardoor doeltreffende behartiging van de
aan het DageHjksch Bestuur toevertrouwde
belangou.
En vooraj niet minder bij allen, wie zij
ook zijn, die in hoogeren of lager en rang
de gemeente dienen en die, ais zij liun
plicht getrouw in acht nemen, in mij een
ijverig voorstander zullen vinden van hunne
belangen.
Indien wij allen, van wat stand of rang
of richting ook, met terzijdestelling van wait
verdëelt, de handen ineenslaan, om al de
ons gegeven krachten en gaven te wijdien
aan den bloei en d'e welvaart van de stad,
die ik van heden af ook d'e mijne mag noe
men, daji houd ik mij verzekerd', dat de
waarheid opnieuw zal blijken van de oude
vadërlandsche leuze, d'at Eendracht Macht
maakt, en d'at Gods onmisbare zegen zal rus
ten op onzen gemeensc'happelijken arbeid',
tot 'heil van Amsterdam 1
Alle leden applaudisseerden van de soc.-
democraten alleen de heer Wibaut.
De zitting werd onmiddellijk hierna ge
sloten.
Na afloop der zitting werden in burge
meesterskamer de raadsleden aan den heer
Röell voorgesteld.
In de winkelstraten woei van verschillen
de huizen de vlag ter eere van den nieuwen
burgemeester. Bij de aapkomst van den heer
Röell ten stadhuize deed zich een klein in
cident voor, dat iets te kort deed aan het
ceremonieel. De twee boden, die in opdracht
hadden den nieuwen burgemeester het stad
huis binnen te leiden, stonden hem, den
staf. waarmede zij hem vooraf moesten gaan
in de hand, aan den ingang op te wachten.
Een heer vroeg aan een hunner: „Of de
dames al binnen waren". Op het- bevesti
gend antwoord ging ook hij naar binnen.
Eerst toen bemerkten de boden, dat de heer
niemand anders was dan de nieuwe burge
meester, dien zij nog niet- kenden.
De "lijst der gasten welke Dinsdag
avond aanzaten aan het diner bij den Com
missaris der Koningin in Noordi-Holland,
gegeven ter eere van onzen nieuwen burge
meester jhr. Röell, düent nog te worden aan
gevuld met de namen van den afgebredén
burgemeester mr. Van Leeuwen en den grif
fier der Staten van Noord-Hol 1 audi, mr. A.
A. Lans. In het geheel zaten 42 gasten aan.
De nieuwe burgemeester
van Arnhem. Mr. Van Heemstra werd
den 22en Juli 1871 te Vreeland géboren,
waar zijn vader destijds burgemeester was.
Hij studeerde aan de universiteit te Utrecht
e» promoveerde in 1896 op Setliingen. Na
zijn promotie vestigde mr. Van Heemstra
zich als praktiseerend advocaat-procureur te
Arnhem, waar hij teven6 kantonrechter,
plaatsvervanger was. Gedurende een zestal
.jaren bleef mr. Van Heemstra te Arnhem.
In Augustus 1902 wer dhij benoemd tot amb
tenaar van 0. M. bij het Kantongerecht te
Roermond. Hij nam eveneens een werkzaam
aandeel in het algemeen belang. Zoo was hij
bijv. te Roermond voorzitter vau het Ge
nootschap voor Natuur- en Letterkunde al
daar ouderling van den kePkeraad der Nod.
Herv. Gemeente, president van d'e Protee-
tantsche Ziekenverpleging, president-kerk-
voogd, president van de ï-stauratie-commissie
der Protestantsche kerk, lid van den Voog
dijraad, enz.
29 October 1909 werd hij benoemd tot sub
stituut-officier van justitie bij de Arrond..
rechtbank te Maastricht, ter opvolging van
mr. Hoyer, dio als zoodanig werd benoemd
te Haarlem.
Mr. Van Heew6tra behoort tot de Christ®.
lijk-Historische partij.
Opleiding officieren O.-ï.
leger. In 1910 zullen bij de militaire
inrichtingen voor de opleiding tot officier
voor den dienst in Ned.-Indië de volgende
plaatsen worden opengesteld
a bij de Kon. Mil, Academie 26 plaat
sen. Hiervan zijn er 15 bestemd voor leer
lingen van de Cadettenschool te Alkmaar,
en wel 6 voor de infanterie, 2 voor d© ca
valerie, 4 voor de artillerie en 3 voor de
genie, en 11 voor de overige candidaten,
verdeeld als volgtvoor hen die het- examen
in Ned.-Indië afleggen 4 voor de infanterie
en voor hen die het examen in Nederland
afleggen 3 voor de infanterie, 1 voor de
cavalerie, 1 voor de artillerie en 2 voor de
genie
b. bij den Hoofdcursus te Kampen 12
plaatsen. Hiervan zijn er 9 bestemd voor
onderofficieren van het Nederlandsche le
ger en wel 5 voor de infanterie en 4 voor
de militaire administratie en 5 voor onder
officieren van het leger in Nederl.-Indië,
waarvan 4 voor de infanterie en 1 voor de
militaire aclministratie
c. bij de Cadettenschool 10 plaatsen,
waarvan 6 voor hen, die het.' toelatings
examen in Nederland en 4 voor hen die het
in Nederl.-Indië afleggen.
Doctoren honoris causa.
De Senaat der universiteit te Leiden heeft
benoemd t-ot doc-tor honoris c-ausa in de
Xederl. letteren den heer D F. Scheur
leer te s Graven-hage en tot doctor honoris
causa in de godgeleerdheid prof. da*. Edv.
Lehmann te Kopenhagen.
De heer D. F. Scheurleer, bankier ie
s Gravenhage, is bekend als schrijver 'van
belangrijke werken op het gebied der mu
ziekgeschiedenis, in het bij zender van Ne
derland. Hij gaf tal van werken uit de 16e
eeuw in keurig wetenscliappelijken vorm uit
en schreef over het muziekleven te Amster
dam in de 17e eeuw en in Holland in de 18e
eeuw hoogst merkwaardige studiën, die,
vooral zijn kleine uitgaven, voor de kunst
geschiedenis en onze beschavingsgeschiede
nis in liet algemeen van groot belang zijn.
Ook als wetenschappelijk verzamelaar van
oude muziek en muziekinstrumenten, waar
van hij een wereldberoemde collectie heeft
bijeengebracht, heeft de heer Scheurleer
zicli grooten naam gemaakt zoowel hier als
in het buitenland.
Als voorzitter der Vereeniging voor Mu
ziekgeschiedenis en stichter van die voor het
Nederlandsche Zeewezen, 'het gevolg van
de op zijn initiatief tot stand gekomen ten
toonstelling op dat gebied in 1909, heeft
hij der wetenschap groote diensten bewezen.
De uitgave van zijn boek over het mu
ziekleven in Holland in de 18e eeuw was
een gereede aanleiding om hem te huldigen
door een eeredoctoraat in de Nederlandsche
letteren.
Prof. dr. Ed. v. Lehmann, hoogleeraar
te Kopenhagen, is thans benoemd te Ber
lijn, waar een nieuwe leerstoel over gods
dienstgeschiedenis gevestigd is. Deze hoog
leeraar, een -der -eerste geleerden op dit ge
bied heeft zeer belangrijke werken geschre
ven, die hem recht geven op de bezetting
van den eersten leerstoel in zijn vak, die te
Berlijn wordt opgericht.
De Leids-che Universiteit, waar het vak
door Tiel als het ware tot dien rang werd
verheven, wenschte bij de oprichting van
den leerstoel den ook hier te lande welbe
kenden hoogleeraar te huldigen door een
eere-doctoraat in de godgeleerdheid.
Het ontslag van dr. De
G elder. Het Hbld. vernam, -dat de aan
leiding tot het conflict tusschen den direc
teur van de gemeentelijke elecfrische cen
trale te Amsterdam, den heer A. W. Reesing
en den onder-directeur dr. De Gelder, welk
conflict tot het ontslag van den laatsten
heef: geleid, is gelegen in het volgende:
Zaterdag 8 Januari van dit jaar bevond
dr. De Gelder zich met verlof elders. Bii
terugkeer in de Centrale op Maandag 10
Januari bleek zijn schrijftafel geopend te
zijn. De directeur deelde hem mede, den
voorafgaanden Zaterdag het bureau te heo-
ben doen openen, daar hij een stuk, dat bij
dr. De Gelder berustte, dringend noodig
had. De opening had plaats gehad des mid
dags omstreeks 3 uur, terwijl de bureaux te
4 uur worden verlaten.
Dr De Gelder meende te kunnen bewij
zen, dat de heer Ressing het stuk geens
zins noodig had, althans niet vóór het tijd
stip, waarop hij, dr. De Gelder, zou terug-
k-eeren. De, volgens hem, onnoodige opening
van het bureau, achtte hij in hooge mate be-
lcedigend en toen hij den heer Ressing ver
klaring vroeg van diens handeling, ontstond
een vrij heftige woordenwisseling.
Het gerezen conflict nam spoedig «xrooter
afmetingen aan en weldra werden meenings-
verschillen omtrent bedrijfsaangelegenheden
en het beheer met de qu nest ie vermengd.
Pogingen door, derden aangewend om het
geschil bij te leggen, hadden geen resultaat.
Tn Februari meende dr De Gelder den
wethouder der bedrijven, den heer Del prat,
met eenige zaken liet conflict betreffende,
te moeten in kennis stellen. Dat voornemen
werd uitgevoerd en ook aan -den heer Res-
sirt» door dr. De Gelder bekend gemaakt.
Tn den brief aan den wethouder beklaagde
de heer De Gelder zich er o m. over, dat