W\ 27©. Vrijdag 25 Maart 1910. BUITENLAND FEUILLETON, Mijn Vriend de Chauffeur. ?V 8"' jHargang. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: P«r S maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post1.50. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant renohgnt dagelijksbehalve op Zon- en Feest- dagen. AdvertentiÖnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn 's morgens bp de Uitgeven in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRUS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tel het herhaald adverteeren in dit Bvad, bp abonnement. Ken' circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvra** toegezonden. Aan hen, die met 1 April a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand Maart nog zullen -verschijnenkoste loos toegezonden Kennisgevingen. Do Burgemeester van Amersfoort; Gelet op artikel 28, alinea 6 der Woningwet; brengt ter kennis van 'belanghebbenden, dat van af heden gedurende 4 weken op de gemeente, secretarie voor een ieder ter inzage ligt een ont werp .wijziging en aanvulling van liet uitbreidings plan der gemeente Amersfoort, vastgesteld door den Raad der gemeente Amersfoort in zijne ver gadering van 31 Juli 1906, bij besluit no. 297 (good'gekeurd bij besluit van Gedeputeerde Sta ten van Utrecht, den 6. -September 1906, le af- dieeling, no. 27) en gewijzigd door' den Raad dei- gemeente Amersfoort in zijne vergadering van 30 Jtuilli 1907, bij besluit no. 261 (goedgekeurd bij be sluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van den 27. Augufetus 1007, le afdeel ing, no. 3254 2241) Amersfoort, 24 'Maart .1910. .De Burgemeester voornoemd, WULTTIERfi. De Burgemeester van Amersfoort GeJet op artjkel '27, alinea 6 der Woningwet; brengt ter kennis wan belanghebbendendar van af heden gedurende 4 weken op de gemeente secretarie ter visie ligt een ontwerp-verordening. houdende intrekiking van de verordening no. 1 en wijziging van de verordeningen no. 2 en 7, hou dende hét verbod tot het stellen .van gebouwen op grond, welke in de naaste toekomst voor den aanleg van eene straat, gracflit of plein bestemd is. Amersfoort, 24 Maart 1910. De Burgemeester voornoemd, WUUTIBRS. ]>- Burgemeester van Amersfoort Gelet op artikel 27', alinea 6 dei- Woningwet; 'brengt ter 'kennis van belanghebbenden dat van af 'heden gedurende 4 weken op de gemeente secretarie ter visie ligt een ontwerp-werordening no. 8, houidenilde Ihet verbod' tot het stellen van gebouwen, op grond, welke in de naaste toekomst voor den aanleg van eene straat, gracht of plein bestemd is. Amersfoort, 24 Maart 1910. De Burgemeester voornoemd. WUUTIBRS. Politiek Overzicht. Chili en Peru. Aan den Zuid-Amerikaanschen hemel is een onweerswolk verschenen. Peru heeft zijn gezant teruggeroepen uit Santiago. Dat be- teekent eene onvriendelijke handeling tegen den naburigen staat en kan tot het volledig afbreken van de betrekkingen en daarmee tot ernstige moeielijklieden leiden. De aan leiding daartoe werd aan Peru gegeven door het bevel om de Peruaansche priesters te verwijderen uit 'het- gebied van Tacna en Arica, waar zij, in plaats van zich te hou den binnen de perken van hun ambt, de ontevredenheid tegen Chili aanstookten. De regeering van Chili heeft bij die gelegenheid den bisschop in de aangrenzende Peruaan sche provincie Arequipa, tot wiens ressort Tacna en Arica behooren, laten mededee- len, dat zij de kerken in de tot haar gebied behoorende gewesten zou sluiten, als de bis schop de Peruaansche geestelijken niet door Chileense he verving. De aanleiding tot de terugroeping van den Peruaanschen gezant uit Santiago wijst op de oorzaak van de sedert dertig jaren tusschen Chili en Peru bestaande gespannen verhouding. Den len April 1879 had Chili aan Bolivia en Peru den oorlog verklaard. De oorlog duurde tot in het jaar 1884. Den 29en November 1884 stond Bolivia aan Chili de provincie Atacama af. Peru had reeds vroeger vrede met Chili moeten sluiten. Den 20en October 1883 stond het de pro vinciën Tarapaca voor altijd, Arica en Tac na voor tien jaren af. In 1893 zou eene volksstemming beslissen, aan wien het voor- loopig door Chili bezette Peruaansche ge bied voor goed zou worden toegewezen. De overwinnende partij zou aan de partij, in wier nadeel de beslissing uitviel, 10 mil lioen soles (12 millioen gulden) betalen. Chili verlangde in 1893, dat dit bedrag vóór de volksstemming bij een onpartijdigen derde zou worden gedeponeerd. Toen Peru daartoe eindelijk in staat was, verlangde Chili verder, dat aan de volksstemming niet alleen de voor 1883 in het gebied gevestigde Peruanen, maar ook de sedert ten gevolge van de ontwikkeling der salpeter-industrie bij menigte in het land gekomen Chileenen, Bolivianen en vreemdelingen zouden mogen deelnemen. Een in 1899 te Santiago geslo ten verdrag, dat ook deze moeielijkheid uit den weg ruimde, werd door het Chileensche congres verworpen. Daarna bleven de on derhandelingen geruimen tijd rusten beide partijen maakten toerustingen tot oorlog, maar bedachten zich nog in tijds. In 1908 deed Chili nieuwe voorstellen. Het wilde voor Tacna en Arica het dubbele van de in het vredesverdrag van 1883 be dongen som, dus 20 millioen soles, betalen, den spoorweg AricaTacna tot de Peruaan sche provincie Arequipa verlengen en aan Peru een gunstig handelsverdrag toestaan. Dit wex-d door Peru geweigerd. Ook een voorstel van Chili van November 1908, om het betwiste gebied te verdeelen volgens eene van de zee tot aan de Cordilleras door de dalen van Chacalluta en Arica loopende lijn te verdeelen, waardoor twee vijfden met Tacna aan Peru, drie vijfden met Ari ca aan Chili ten deel zou, vallen, leidde tot niets. Eindelijk werd besloten een scheidsrechter aan te roepen. Dit ambt werd opgedragen aan den Koning van Spanje. Deze had aanvankelijk te veel met zich zelf te doeneerst thans, nu de Marokkaansche oorlog geëindigd is, kan hij zich aan deze taak wijden. Misschien zal men, als hij zijne uitspraak heeft gedaan, zien gebeu ren, dat de in het ongelijk gestelde pai*tij niet van zins is zich aan zijne beslissing te onderwerpen. Of het dan tot een oorlog zal komen, staat, intusschen te bezien, want Peru heeft alle reden om Chili en zijn leger, dat georganiseerd is door den chef van den generalen staf Emil Körner, een voormalig Duitsch officier, te ontzien. Chili echter- is in den benijdenswaardigen toestand van den zaligen bezitter. Duitschland. Naar aanleiding van onjuiste mededee- lingen, die de eerste lord van de admirali teit Mc Kenna in het Engelsc'hie lagerhuis heeft gedaan over den bouwtijd van de groote Dmische pantserschepen en over het aantal van deze op een bepaald tijdstip beschik bare schepen, levert de Nordd. Allg. Zei- tung eene uitvoerigegedocumenteerde tegenspraak. Het officieuse blad baalt aan wat de Engelsche minister den 14en April 1910 heeft gezegd, en schrijft dan: „Deze opgaven bevatten vergissingen, die niet onweersproken mogen blijven. In de eerste plaats zij vermejd, dat de Engelsche eerste minister in overeenstemming met toongevende Duitsche opvattingen zich over de begrippen „datum van de opdracht om te bouwen" en „kiellegging" den 26en Juli 1909 als volgt heeft uitgedrukt: „Wij ver staan onder bouwbegin net verleenen van de opdracht om te bouwen". „Het tijdstip van de kiellegging is praktisch van geen betee- kenis." „In Duitschland is het tijdstip van 't verleenèn van de opdrachtom te bouwen, dat ook voor den heer Mc. Ken na het uitgangs punt vormt, afhankelijk van het toestaan van den eersten termijn van de bouwsom door de wetgevende macht, d. i. van het begin van het dienstjaar waarvoor de be williging geschiedt. De opdracht tot het bouwen van een nieuw schip vóór 1 April zou in strijd zijn met de wettelijke bepa lingen en is dus niet mogelijk. Wanneer dius de opdracht om te 'bouwen niet door uiter lijke omstandigheden constructieve over wegingen, vertraging van de debatten in den rijksdag, onderhandelingen met de construc- tiewerven eene vertraging ondergaat, dan wordt de opdracht tot den bouw in April van het jaar der bewilliging gegeven en moet met dezen datum als begin van don bouw gerekend worden. Blijkens de in het vorige jaar in den rijksdag officieel afgelegde verklaringen van den rijkskanselier en van den staatssecreta ris van het rijksdepartement van marine, worden bij de Duitsche linieschepen de voor den bouw vereischte gelden in vier jaarlijk- sche termijnen beschikbaar gesteld; de bouwtijd bedraagt d'us 36 a 40 maanden. Daaruit is de tijd, die ongeveer noodig is voor de voltooiing van ieder linieschip, ge makkelijk te berekenen." Met cijfers wordt aangetoond, dat de bouw van de Nassau 40, van de Westfalen 37, van de Rheinland 37 en van de Posen 36 maanden gediuurd heeft, doorpen dus een bouwtijd van 38.6 maanden. „I>erhalve verkeert- de heer Mc Kenna in dwaling, wanneer hij voor de schepen van de Nassau-klasse een bouwtijd van 26 maan den aanneemt. Ook het op deze onderstelling opgebouwde vermoeden, dat de bouw van de in 1910 bewilligde Duitsche schepen zou kunnen worden bespoedigd tot 26 maanden, mist allen grondslag. Duitschland zal, zooals meermalen officieel verklaard is, in het jaar 1912 en wel in het najaar van dit jaar! slechts 13 groote schepen niet, zooals de heer Mc Kenna als mogelijk lveeft aangeduid 17 beschikbaar hebben." België. In do Kamer was Woensdag het regee- ringsvoorstel aan de orde om een mUlioei uit te trekken voor subsidies aan de vrije, d. w. z. katholieke scholen. Socialisten en liberalen kwamen heftig op tegen het voorstel en stelden voor de be handeling te verdagen. Toen de regeering dit niet wilde toestaan, verlieten alle 1 'en van de linksche partijen, op vijf na, de zaal en daarop werd het krediet toegestaan met 77 stemmen tegen 5. Frankrijk. P a r ij s, 2 4 Maart. De Kamer heeft 12 wetsontwerpen aangenomen tot goedkeu ring van de overeenkomst tót regeling van internationale geschillen en van andere over eenkomsten, te 's Gravenhage den I8eu Octo ber 1907 onderteekend. Engeland. Op eene in het lagerhuis gedane vraag, of er tusschen Engeland en Franifcrijk een verdrag of eenige afspraak bestaat, waar door de Franse he vloot verplicht is den Britse hen handel, die naar de Middelland- sche zee gaat om zich van het Suezkanaal te bedienen .tegen elk gevaar te hese her-, men en waardoor in bert geval van een> conflict de volledige heerschappij van de Engelsche en de Fransche vlag in de Mid- dellandsche zee verzekerd is, heeft de eerste Minister Asquith verklaart, dat eene overeen ko mst of verdr ag v an dilent aard tusschen Engeland en Frankrijk ndiet Italië. Rome, 24 Maart. Officieus wordt gezegd dat het bezoek, hetwelk de Duitsche rijkskanselier aan Rome heeft gebracht, een nieuw getuigenis heeft afgelegd van de ban den van hartelijk vertrouwen, die Duitsch land en Italië vereenigen. De politiek, welke is gegrondvest op den driebond, zal behoed blijven tegen persoonlijke veranderingen i.i de beide landen. Rome en Berlijn stemmen overeen met Weenen in den wensch om den stams quo in het Oosten en de wclv3irt der Balkanst&ten te handhnyen. Hongarije. Uit alle streken van liet land ontvangen de beide ministers, die bij de sciiandaal- tooneelen van verleden Maandag in het nu ontbonden huis van afgevaardigden gewond weiden, betuigingen van sympathie. In d-; club van de regeeringspartij werd de minis ter-president gehuldigd hij antwoordde op eene toespraak, dat. geene aanvallen, van welken aard ook, hem in zijne besluiten zou den doen wankelen. Hij botreuYde slechts,, dat de houding van eenige afgevaardigden afbreuk had gedaan aan de houding van het. parlement. Eenige loden van de Justh-partij hebben zich, naar aanleiding van liet gebeurde, -n de partij afgescheideneene geheele gr iep leden heeft het partijbestuur uitgenoodigd het gebeurde beslist te veroordeelen en elke gemeenschap met de bedrijvers van het schandaal af te wijzen, onder bedreiging, dat zij anders uit de partij zouden treden. Dientengevolge heeft het partijbestuur eene verklaring bekend gemaakt, dat de uitspat ting van enkelen niet aan de geheele partij ten laste moet worden gelegd. Het is nog steeds niet authentiek vastge steld, welke leden aan het schandaal hebben deelgenomen. Een worden wel is waar ver scheidene leden genoemd, maar alleen van de weinigen, die zich vrijwillig hebben e meld, heeft men zekerheid. Het aantal deel nemers moet echter veel grooter geweest zijn; dat blijkt reeds hieruit, dat tot dus ver niemand heeft erkend met inktkokers te hebben gegooid, ofschoon verscheidene van die projectielen op den minister-president en de in zijne nabijheid staande personen zijn neergekomen. Over de toelaatbaarheid van gerechtelijke vervolging der bedrijvers heeft de oud- minister graaf Apponvi verklaard, dat geen twijfel over kon bestaan dat afgevaar digden, die zulke handelingen hebben ge pleegd, niet onder bescherming van de on schendbaarheid staan. Als men wilde he- weren, dat dergelijke handelingen door de onschendbaarheid worden gedekt, dan zou. er ook een moord gepleegd kunnen worden in de vergaderzaal van het huis van afge vaardigden, zonder dat men den dader kon straffen. Rumenië. Eene commissie onder leading van den president der Joodse!» gemeente te Bu- karest is bij den koning van Rumenië op audiëntie geweest om den koning te wij zen op de nadeedüge gevolgen, die een aan tal door het parlement aangenomen wetten voor de Joden zouden hebben. De koning luisterde met aandacht naar de vertoogen van de commissie en liet zich daan-op zeer vleiend uit óver de vader landslievende houding der Roemeense he Joden. M'aar hij onthdéild rich van het doen van bepaalde toezeggingen. Rutland. Alexander Gootschkow, de lei-der van de Oktobrifiten die nu voorzitter is van de rijksdoema, is een kweekel-ing van de Mos kovische universiteit en een van de meent geziene Russische parlementsleden. Zijn redenaarstalent en zijne gehechtheid aan het grondwet-manifest van 30 October 1905 hebben hem groot gezag verschaft onder de gematigde liberale elementen van het land. Oorspronkelijk directeur van eene bank in Moskou, legde hij dit amibt neder om bij do verkiezingen voor de eerste doem& de Oktobristen partij in "t leven te roepen en te strijder, voor de verwezenlijking van do in het October-manifest verkondigde vrijhe den Eene beslissende rol -begon Goetechkow echter eersi in de derde doema te spelen, waarin de Oktobristen-partij, die in aantal de sterkste partij in de doema i6, de partij is die den doorslag geeft. Hoewel dóór de oppositie hevig aangevallen om den steun, dien hij aan de regeert ng verdeendle, gaf ,'Gioetsc!liiow nieltJbeqmn herhaaldelijk bewij zen, dat -lüj een trouw aanhanger is van liet October-manifest en steeds bereid ie op te komen voor de verwezenlijking van de toegezegde hervormingen. In hert. vorige jaar hield hij eene rede tegen dé grootvor sten in het leger, die zeer die aandacht tnok, en nog onlangs hield hij eene zeer scherpe rede tegen <Lo politiek van Stolypin en verlangde uitdrukkelijk, dat er eindelijk zou worden begonnen met de verwezenlij king van de hervormingen. De verkiezing van Goetechkow tot voor zitter van de rijksdoema heeft, dus de be- teekenie van eene overwinning der gema tigde conetitiutdoneolo elementen in de rijks doema Turkije. Salonika, 24 Maart. Sint-s drie dagen hebben aan de grens van Montene gro gevechten plaats tusschen Arivauten en Móriten eg-rijnen. Een Armaut eu twee Montenegrijnen zijn gedood. Konstantinopel, 2 4 Maart. De leden der commissie tot afbakening der grens tusschen Tunis en Tripolis zijn gis teren vertrokken. Griekenland Uit Athene wordt bericht, dat er waar schijnlijk volledige overeenstemming ver-, kregen zal worden tusschen dón militairen boni en de partijen. Deze namen de zui vering van de universiteit, van «ie ambte-, naren van binnenlandsch bestuur en van. het leger in gewijrigden vorm aan. Acade- Hamr het Bngeltch 10 vak C. N. «n W. II. WILLIAMSON. „Welk soort wagen hébt ui" vroeg dc prim*, zich eensfclape tot mij wendend. „Een PabhanJ," zed ik, mei een blik zoo onschuldig en zacht ale melk. Ik wiet dat mijn antwoord hem zou teleurstellen, daar hij geen enkele aanmerking op de machine kou maken. „Hoeveel paardenkracht U „lete onder d« twintig,' zeide ik dip'o- matisoh. Twaalf," verbeterde Terry kortaf. Hij kan soms zeer irriteeromd' zijn, maar op dit. oogenbliik was 'hij zoo buitengewoon mooi en droeg zijm gelaat zulk een troteehe, hoog hartige uitdrukking, dat toen ik hem aan keek de wensch om op zijn hoofd' te trom melen verdween. Bestond er werkelijk een vrouw die Terry, zondier titel en met een motor van niet nneer dan twaalf pair- dek'acht, kon verzaken ter wilde van een paar hoedendoozen en oer Ooetenrijkscliei prins? „Een wagen van twaalf paar.-Jekracht, en HhTinee writ u een reisje maken met drie dames, haar kamenier en al haar bagage?" vroeg 'DalmarWaJlm in zijn uitstekend Efgclsch. „Maar dat is niet mogelijk!" Plotte efldng overviel mij een gewaarwor ding alsof Terry en ik kleine bestrafte jon gens waren, die met een hianldlkar een reis rond de wereld willen dóen. „Zij zullen geen behoefte aan een kame nier hebben-, prins," zeilde juffrouw Des troy. „,Ik weet hioe itjante K.'atryns haar moet opgemaakt worden en de Zusters heb ben mij geleerd naald en dlraad te gebrui ken." Dit wals de eerste maal gedlurende d'e lunch dat zij de lippen opende, behalve om met een nonachtige matigheid wat te eten, en nu verbrak zij haar zwijgen ten bate van een plan dat gister nog haar zeer af keurenswaardig had toegeschenen. Het meisje, belangwekkend door haar bizondere schoonheid, kreeg 'in mijn oogen nieuwe waarde. Niet weinig wekte zij mijn nieuws gierigheid, ofschoon haar woorden zear dui delijk haar plaats in het trio aangaven. Waarom brak zij een lans ter onzer verde diging? Hadden haar rijke bloedverwanten haar diensten noodig en haar gedwongen het klooster te verlaten, waaraan zij, te oor- deelen naar den vertrouwelijk en, t eederen toon waarop zij „Zusters5' zeidie, zeer ge hecht moest zijn? Had. een nieuwe windl •haar mooi blank zeil d:oen o-pbollen en w e n s c :h t c zij ten slotte ook met ons - moe te gaan? Wilde zij den prins vertellen hoe ar-m zij was? Dit waren eenige dór hon derd en één vragen, in mijn geest ontstaan door dit enkde zinnetje van de Schoone Maagd van Destrev. Ik dacht dat het gezicht van dien prins betrok, maar mevrouw Kidiclers aandeel in de verdediging leidde mijn aandacht af. „Wij verwachten ook niet al onze bagage te kunnen meenemen," zeide zij. „Mij dunkt, enkele dungen kunnen ons van plaats tot plaats per spoor wordten nagezonden. Kan dat?" „Natuurlijk!" haastte ik m-ij haar te verzekeren voor Da' marKalm over de be zwaren van een diergelijke regeling kon uitweidlen. ,,jHet is de .gewone manier van doen. En uw kamenier kan eveneens mét den trein reizen." ,,-Zij is een Panisiienne en zegt aJtijjd dat- ze Frankrijk niét wil verlaten, zelfs al bé- taallde ijk tweemaal haar loon.'' „Probeer met driemaal," s-teldó Beechy voor. En juffrouw Deatrey„Zooals ik reeds zeide, Agnes kan gerust thuisblijven. Tante Katryn en Beechy zullen haar niet missen en voor mij doet zij nooit iets." „Hoe jammer,5' klaagde de prins „dat mijn automobiel j-uist gerepareerd wordt. Het zou een groot geluk voor mij geweest- zijn om met de drie dames een reisje te ma ken, al was het naar hert. eindó der wereld'. De mijne is niet „iets minder dan twintig,' zooaTg sir Ralph Morray. rijn wagen van twaalf paardlekraóht beschrijft, maar iéts meer dan twintig met een heerlijk ruime tonneau Rod dé Beige en een kap, waarop gelegenheid tot het bergen van allerlei 6oort -biagagé. Tuseclhjen twee haakjes, d'e uwé heeft toch een kap, sir Ralph?55 „Neen", wa6 ik verplicht te bekennen, met een beetje droegen mond, waar schijnlijk te wijten aan het water met ije. „'Geen kap? Hoe wilt u d'an die dames voor de regen beschutten?" Dat met oogen stralend van deugdzame verontwaardiging en een beweging, die bescherming beloofde aan drie behulpbehoevende, vrouwelijke we zens voor de maoh'inaties van een paar ge wetenlooze schurken. i Door mijn onbekendheid met auto-e:gen- j aardigheden had- ik geen wapen om don aan val af te slaan, maar gelukkig trok Terry eindelijk zijn degen, j „De diaanets zullen beschut zijn door haar miotpr-m'antels ein. onze reisdekens. Ik weet zeker dat ze geen lust htebiben een der grootste genoegens van een auto-vit o-p te offeren voor een beetje persoon-lijk gemak, wanneer hét eens mocht regenen," zei hij. „Een kap geeft geen voldoende beschutting voor den regen, 'behalve voorzien van gor dijnen of zijwanden van glas, en zelfs zon der deze dingen belemmert ze het vrije uit richt. „Hoe jammer toch dat ik u mijn wagen niet kan aanbieden" zuchtte de prins. „Maar gravin, indien u een poosje ztmdt willen wachten een weak, mogelijk een dag of tien, dan zou ik „Maar wij vertrekken overmorgen, niet waar, Kitty?'' viel juffrouw Destrev hem in de rede. „Dat denk ik wel," klonk mevrouw Kid- ders antwoord, die genageld de wenkbrau wen fronste wanneer zij als tante Katryn werd aangesproken en glimlachte bij den naam Kitty. „Wij zijn hier al moer dan een week en hebben, dank zij den prins, al de bozionswaardlighedi?n van Nice en Mon'te Carlo bezichtigd. Niets weerhoudt ons, ofschoon er wel eenige moeilijkheden aan verixjndten zijn om zoo spoedig gereed te wezen." „Waarom zoo gehaast, gravin?" vroeg de prins, zich schouderophalend van mij af wendend. „Dat weet ik niet." Haar oogen zochten de mijne. „Het schikt sir Ralph het best om dan te vet-rrekken, en bezwaren er tegen hebben wij eigenlijk niet.'' „Waarheen gaat u?" vroeg Dailjniar- Kalm. „Misschien kan ik u hier of daar onderweg ontmoeten „Dit is nu juist een van dé dingen die nog niet beslist zijn," verklaarde mevrouw Kidder, „Ik vind alle streken goed. Het is vooral dó tocht per automobiel dlie ons aantrekt, dus kunnen wij zoo wat rondrij den. U weet, het is ons eeretó bezoek aan Europa, en zoolang wij op mooie plaatsen zijn, is het ons vrij wOl gelijk." „Dat moo^t u vinden,, mama," zeide Beechy, ..maar wij* niet. Maida en ik willen graag het Gomömeer rien, waar Claude Melnotrt? zijn paleis heeft." „0, ja! In The Lady of Lyons. Dat vind ik zulk e ?n al leraardigis te comodie. Kunnen wij daarheen, sir Ralph?" „Daar moet ik mijn chauffeur over raad plegen. Hij i6 beter op de hoogte van aar drijkskunde dan ik. Dat mag wel ook, want hij besteedt zoo-Veel gold aan kaarten eii plattegronden dat 'hij er best een vrouw "an kon ondleriiiouiden. Hé, Terry?'5 „Langs twee kanten kan men het Cohdo- meer bereiken," zeide hij met een zelfver- trouwen, dat mij aangenaam aandeed1. „De I-aliaaueche Riviera volgend! tot Genua' en "an daar direct naar Milaanof dóór de Roya\ail'lei, hetzij over Turijn of lange een k-utcn omweg eveneens naar Milaan.'5 Wordt veniolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1