M°. 305. Juargang. Vrijdag 29 April 1910. BUITENLAND. ff FEUILLETON. Mijn Vriend ie Chauffeur. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: ,Per 3 maanden voor Amersfoort Idem franco per post Afzonderlijke nummert L\ j Couran verschijn dagelijks dagen. r 1.00. - l.SO. behalv op Zon- en Feest- Advertentiëntnededeelingen 9nz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. lntercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVIRTINTIÊN: Vm 1—6 regels t Elke regel taeer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 09 ssutl bg voenatbekaliaf Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zssr voordesikje bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement lege circulair»bevattende de voorwaarden, wordt op aanVrAg toegezonden. Kennisgevingen. De Burgemeester van Amersfoort, 'brengt ter kermnis van belanghebbenden, dat volgens mededeeling van den Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht, d»d'. 26 April 1910, 4e afdeelfog, no. 1833/12-50, op 6 en zoo nood. g ook op 7 Mei a. s. eene schietoefening zal worden gehouden van het fort Pampus.' Er zal gevuurd worden me', kanonnen van licht kaliber (6 c.M.), waarbij onveilig wordt gemaakt een sector, begrensd door de ware richtingen N.W. en Z.O./Z. (191 gr.) tot op 4-500 M. van het foi-t. Op de dagen dat gevuurd wordt, zal van het fort Pampus een roode vlag waaien, die 3 uur vóór het begin, der oefening halfstok en één uur vóór de oefening geheel .voorgeheschen wordt. Boveudien zullen tegelijkei tijd en op dezelfde wijze roode vlaggen waaien van de batterijen Dtemerdam en Durgerdiam. de Weet batterij n&by Minden en. den kerktoren te Mut-lerberg. Amersfoort, den 28. April 1910. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIEItS. De Burgemeester cn Wethouders raa Amers foort, Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van het publiek, dat een <loor G. J. van Ameror.gen, handelende ondier de firma Van der Want» en Oo., ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot het oprichten van eene drukkerij, gedreven door een gasmotor ran ten hoogte 10 P. K., dieneode tot drijfkracht van 1 snelpers en 2 degelpersen, op de perceelen, althiier. gelegen aan de Van Pei synstraatbij het kadaster bekend onder Sectie D, oo. 2880/2120, op dte Secretarie der gemeente ter visie ligt. en dat op Donderdag, den 12. Mei aanstaande, des vooriniddags te half elf'uien, gelegenheid ten liaadhuuze wordt gegeven om, ten ovens-taan van liet Gemeentebestuur of van een of meer zijner leden, bezwaren tegen liet oprichten van dé in richting in te brengen. Tot hetr beroep, bedoeld in. art. 15, le .lid dei- Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru dentie, alleen zij gerechtigd:, die overeenkomstig artikel 7 dér Hinderwet voer het Gemeentebe stuur of één of meer zijner lédén. zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Amersfoort, den 28. April 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd', De Secretaris, De Burgemeester. J G. STELXFERT KjROESE. WUIJTIEITS. Politiek Overzicht. De onlusten in Hunan. Over de onlusten in de Chineesche pro vincie Hunan, inzonderheid in Tsjangsja, zal het laatste woord nog wel niet gezegd zijn; nu eens heeten zij bedwongen, dan weer barsten zij op nieuw uit. Over de hier in aanmerking komende plaatselijke en po litieke omstandigheden schrijft een man, die met den toestand bekend is, dat Tsjangsja nog voor een dozijn jaren voor de Europea nen eene bijna onbekende plaats was. Hoe wel eene groote stad met eene bevolking, die op 300,000 a 500,000 mensclien wordt geschat, daarbij de hoofdstad van de groote provincie Hunan en voor groote ontwikke ling geschikt, was Tsjangsja van den ge zichtskring der volken van het westen uit gesloten door de Chineesche afzondering, die juist daar misschien haar toppunt had bereikt. Zoomin baron F. von Richthofen als prof. Pumpelly, twee van de stoutmoe- digsten en ondernemendsten der Chineesche reizigers, waren in de stad toegelaten. Hu nan had den naam ,,de gesloten provincie" verworven, en Tsjangsja, ofschoon slechts 300 K.M. van Hankau verwijderd, wedijver de bijna met Lhassa in zijn verzet tegen het buitenland. De geest van afzondering was hier zoo sterk, dat men zich zelfs verzette tegen de aanwezigheid van Chineezen uit andere provinciën. De eerste „vreemde duivel", die Tsjangsja heeft bezocht, schijnt de nu overleden Mor timer O'Sullivan te zijn geweest, die in den winter van 1897/'98 in opdracht van de Kamer van koophandel van Sjanghai zich daar vertoonde. Volgens zijn bericht was destijds Hunan een broeinest van conser vatisme er. vijandschap tegen de vreemde lingen, al was in de westelijke hoofdstad de stemming eenigszins verdraagzamer dan in Tsjangsja. De telegraaf had er als 't ware met geweld van wapenen ingericht moeten worden. Daarentegen kreeg men spoedig smaak in de electrische verlichting. Zij werd in de ambtswoning van den gouver neur aangelegd, en bij de komst van O'Sul livan waren reeds meer dan honderd win kels van electrische verlichting voorzien. Toen de laatste Keizer den troon beklom, benoemde hij tot- gouverneur van Hunan een vrijzinnig ambtenaar, Tsjengpaotsjeng, die zijn best deed den weerzin van de pro vincie tegen de vreemdelingen te overwin nen. Hij stichtte zoogenaamde vreemde scholen, waarin onderwijs gegeven werd in natuurwetenschappen en andere moderne vakken, en ontbood daartoe Chineesche on derwijzers uit Sjanghai. Hij was het ook, die de telegraaf aanlegde en het electrische licht invoerde. Toen echter de Keizerin weduwe de teugels in de hand nam, werd Tsjengpaotsjeng ontslagen, en Juliensan, een aartsconservatief, kwam in zijne plaats en schafte bijna alles weer af, wat zijn voor ganger had ingevoerd. In de laatste jaren heeft intu&schen de komst van Engelsche zendelingen en de oprichting van een con sulaat er toe bijgedragen om de den vreem delingen vijandige stemming eenigszins te verzachtenmaar de inboorlingen blijven steeds zeer onverdraagzaam en gemakkelijk op te winden Volgens kapitein Harfeld, een lateren rei ziger, strekt Tsjangsja zich omstreeks 3 Kilometers uit langs den rechter oever van de Siang en moet het tusschen 250,000 en 300,000 inwoners tellen. Het handelskwar tier ligt op omstreeks 3 K.M. afstand van de noordelijke haven. De stad bezit tal rijke schoone tempels en vele scholen. De handel van de stad neemt een derde van den vreemden invoer van de provincie Hunan op, die uit Europa, Amerika en Japan be trokken wordt en uit eene groote verschei denheid van goederen bestaat. Door het Chineesche gezantschap te Lon den wordt op grond van berichten uit Pe king verzekerd, dat de jongste onlusten in Tsjangsja veroorzaakt zijn door nood en verbittering van het. volk, dat tengevolge van den ondanks de duurte voortgezetten rijstuitvoer tegen de plaatselijke overheden is opgestaan. De Daily News heeft eenige mededeelingen gekregen van een te Londen studeerenden Chinees, Tso genaamd, die uit Tsjangsja afkomstig is, in China reeds tot het christendom is overgegaan en zLh ,,cen ijverig medewerker aan de Jong-Chineesche beweging" noemt. Hij verklaart in voort durende gemeenschap niet zijn geboorteland te zijn en verzekert, evenals liet Chineesche gezantschap, dat de onlusten in Tsjangsja volstrekt niet een den vreemdelingen vijan dig karakter dragen, maar van zuiver plaat selijken aard en in de eerste plaats uit hon gersnood voortgekomen zijn. Maar ook heerscht er groote ontevredenheid over het meedogenlooze, wroede optreden van de Mandsjoe-heeren, waarover de heer Tso en zijne geestverwanten te Londen zeer slecht te spreken zijn. Daitechland. Als uitkomgt van de langdurige beraad slagingen in de begrootingscommissie over de Zuid-Afrikaausche aangelegenheden, is een besluit vastgesteld, dat aan den rijks dag ter aanneming zal worden aanbevolen. Hei strekt om den rijkekanselier te verzoe ken 1. in overweging te nemen of en in welken omvang, met het oog op de nieuwere ont wikkeling in de koloniën, eene wijziging van de wet op de protectoraten moet worden ter hand genomen, inzonderheid ook eene wijziging van de bepalingen op het mijn recht in dezer voegea. of de vroeger ver leenden, aan derden nog toekomende voor rechten, zoo noodig tegen schadevergoe ding, kunnen worden opgehevenb. hoe door eene herziening van de keizerlijke ver ordening van 8 Augustus 1905 over de uit- oofening van het mijnrecht de rechten en plichten van de delvers en van de grondeigenaars kunnen worden omschreven en zeker gesteld c. of eene bijzondere wet over het zoeken en den afzet van edelge steenten onder eerbiediging van deugdelijk verkregen rechten van derden moet worden uitgevaardigd 2 een wetsontwerp in te dienen, waardoor do in het protectoraat Zuidwest-Afrika voor de uitbarsting van de daar voorgekomen opstand gevestigde solvabele personen tot ontlasting van de rijksschatk'st worden be last; 3. den rijksdag een advies te doen toe komen over de vraag onder welke voorwaar den en in welken omvang een protectoraat door directe belasting kan worden genoopt tot dekking van kosten, die uit oorlogs maatregelen in dit protectoraat zijn voort gevloeid. B e r 1 ij n 2 8 April. In het Hee renhuis protsteerde bij de tweede lezing van het kiesrechtontwerp von Bethmann Holl- vveg. De staatsregeeriug stemt toe in het voorstel om de „drittelungs" districten op een breed eren grondslag te stellen, doch von Bethmann Hollweg kenschetste de ge heime indirecte verkiezing als eene bepa ling, zonder welke een positief resultaat niet tot stand, kan komen, in een negatief resultaat zou hij een zware benadeeling der landsbelangen zien. (Levendige bravo's). Berlijn, 28 April. Na uitvoerige debatten nam het Heerenhuis de artt. 1 tot 3 aan, bevattende bepalingen omtrent de kiesbevoegdheid en het actieve en 1 ?t pas sieve kiesrecht. Een voorstel tot invoering van directe, geheime verkiezingen werd verworpen, even eens een voorstel tot wederinvoering van do openbare stemming. Daarop werd art. 4, de hoofdbepaling, betreffende de indirecte verkiezing van de afgevaardigden en de geheime stemming van de kiesmannen, aangenomen. Morgen wordt de behandeling .voortgezet. B.lcli. Brussel, 28 April. De centrale sectie van de Kamer, aan wie het onder zoek van het wetsontwerp tot wijziging van het tarief der invoerrechten was opgedra gen, is tot het inzicht gekomen, dat zij met dit onderzoek onmogelijk vóór het einde der zitting gereed zal kunnen komen. Brussel, 28 April. Roosevelt is hier aangekomen, komend^ van Parijs. Hij kwam aan 12.15, vergezeld van zijne vrouw, zijne dochter en zijn zoon. Hij werd aan het station begroet door een ver tegenwoordiger van den koning, do>r den gezant en den consul van de Yereenigde Staten, door den burgemeester van Brussel en tal van notabiliteitenDe Harmonie communale speelde het Amerikaanse he volkslied. Na de voorstellingen bereikte Roosevelt het gezantschapsgebouw onder de toejuichingen van eene reusachtige me nigte. De gezant der Yereenigde Staten gaf i; he» gezantschapsgebouw een déjeuner ter eere van Roosevelt. Er waren talrijke ga* ten, waaronder verscheidene ministers Brussel, 28 April. Op de tentoon stelling hield Roosevelt in tegenwoordigheid van den Koning, de ministers, leden van de magistratuur en personen uit politieke, let terkundige en kunstkringen eene voor dracht, soms humoristisch, soms weder hoogst ernstig. Hij dankte België voor de genoten ont vangst, begroette den Koning in vleiende termen en bracht hulde aan de Belgische werkkracht. Daarna begaven de Koning en Roosevelt zich per automobiel naar het pa leis te Laken. De Koning gaf hedenavond een diner ter eere van Roosevelt. Tot de gasten van het koninklijke paar behoorden mevr. Roose velt, de gezant der Vereenigde Staten en de ministers van buitenlandse he zaken, kolo niën en binnenlandsche zaken. Er werden geene redevoeringen gehouden. Hedenavond werd een schitterende re ceptie ter eere van Roosevelt gehouden in het Raadhuis. De dicht opeengedrongen menigte op het groote plein juichte den oud-president toe. De burgemeester «telde de gemeenteraads leden voor aan den gast. De receptie werd gevolgd door een raout. Brussel, 29 April. Roosevelt is heden morgen om 7.35 vertrokken. Oud-president Roosevelt heeft, zooals men onder de telegrammen vermeld vindt, gis teren in de feestzaal \*an het hoofdgebouw der wereldtentoonstelling eene korte rede gehouden over het thema: „Time is money". Tijdens zijn verblijf te Berlijn zal hij een bezoek brengen aan de Berlijnsche univer siteit, in welker aula hij den 12en Mei een» rede zal houden. De rede is hoofdzakelijk bestemd voor de academische wereld, want Roosevelt heeft den wensch uitgedrukt voor Berlijnsche professoren en 6tud*enten het woord te voeren. Frankrijk. De herkiezing van Jaurès bij de herstem ming van 1 Mei schijnt verzekerd te zijn uit Albi wordt bericht, dat de radicaal Ri- gaud ten zijnen gunste zijne candidatuur heeft ingetrokken. De minister-president heeft den prefect te Marseille opgedragen, bij eventueel© onder handelingen met de stakende zeelieden eene deputatie van hen slechts dan te ontvangen, wanneer de bewerkers van de staking, in zonderheid de secretaris Rivelli, er niet toe behooren. Deze beschikking is een ant woord op de bemoeiingen van sommige poli tiekers, die in het belang van de verkiezing van Briseon bij de herstemming bij den pre fect stappen hadden gedaan ten gunste van Rivelli. Minister-president Briand heeft met den Parijsclien prefect van politie Lépine een onderhond gehad over de door de vakver- eenigingen voorgenomen Meibetooging in het Bois de Boulogne. In eene van regee- ringswege uitgegeven nota wordt verklaard, dat de regeering alle maatregelen heeft ge nomen om den len Mei de orde en veilig heid in Parijs en daarbuiten te beschermen. Uit Marseille wordt bericht, dat de vak- vereeniging van de ingeschreven zeelieden aan den prefect een stuk heeft overhandigd, dat eischen voor de hervatting van den ar beid bevat. De vraag van het in dienst ne men van zwarten op schepen, dïe niet naar Oost-Azië varen, moet' voor goed geregeld wordenVerder wordt bevestiging verlangd van het recht op staking der ingeschreven zeelieden en de toezegging, dat zij weer zulleu worden aangesteld aan boord van de door hen verlaten schepen. Door de Eclair, d)u9 van eene de regee ring vijandige zijde, wordt beweerd, dat er met de vakvereeniging onderhandeld wordt om de zeelieden tot initrekkinag van de socialistische Kamereandüd'atuur te bewe gen, ten einde de verkiezing van den voor zitter der Kamer Brisson mogelijk te ma ken. De zeelieden zouden als voorwaarde gesteld hebben, dat de regeering de door den vice-minister van marine Ohéron tij dens de staking in acht genomen houding openlijk zou afkeuren. Engeland. Londen, 28 April. De eerste minister Asquith had heden morgen ee.ie audiëntie bij den Koning. Daarna werd' lord Kitchener ontvangen, die na eene af wezigheid van acht jaren in Engeland te rug is. Londen, 28 April. De behande ling van de begrooting in het Hoogerhuis wekte weinig belangstelling, in vergelijking met de debatten in hot vorige jaar. Lord Crewe verzocht het Huis het ont werp in alle stadia aan te nemen. Hij ont kende beslist, dat de aanneming der be grooting in het Lagerhuis het resultaat was van een handel, van welken aard ook. Lord Lansdowne zeide, dat nu de kiezers door hunne vertegenwoordigers in het Lagerhuis zich voor de begrooting hebben verklaard, er voor het Hoogerhuis niet anders over blijft, dan zich daarbij neer te leggen. Hij stond daarna stil bij het dralen van de regeering met de indiening van de begroo ting bij het parlement. Hij was volkomen bereid aan te nemen, dat er geen handel was gedreven, maar als dit niet het geval was, dan had men hier te doen met êene capitulatie voor den aandrang van eene fractie. De begrooting is in alle lezingen aange nomen Het lagerhuis is met vacantia gegaan tot 26 Mei. Naar hel Sfngtlteh 30 TAN C. N. «n W. M. WILLIAMSON. De losgemaakte streng zijde waartegen wij hadden opgekeken, veranderde langzamer hand in dik touw, dat strak gespannen van zig naar zag en van zag naar zig liep. In do laagte, als wij den moed vonden achter ons naar beneden te kijken., lag het touw losser, hier en daar zelfs in elkaar gekron keld. De bergtop met de oude vesting (welke zooals meneer Barrymore terecht op merkte niet ongelijk was aan de ark, die op den Ararat strandde toen het overige der schepping van den aardbodem werd weg gespoeld) was nu niet meer zoo ver verwij derd. Wij konden bijna een vriendschap pelijke verhouding aanknoopen met dezen berg en zijn naburige makkers, waarvan kort geleden de hoogste punten ons onbereikbaar hadden toegeschenen. Eindelijk meende ik een woordje te kun nen zeggen zonder gevaar te loopen den motor hartklopping te bezorgen, en mij tot Maida wendend, fluisterde ik haar in „Waar denk je -aan?" „Oh!" zei ze schrikkend, alsof ik haar uit een droom wekte. „Ik dacht met hoeveel meer ijver wij naar deugdzaamlieid en gods vrucht zouden trachten indien wij, op deze wereld vertoevend, met onze lichamelijke oogen den hemel z a g e n. als een plaats vol lacht op een hoog en bergtop. En zoo wij er in slaagden van hoe weinig waarde dan onze pogingen zouden zijn." „En waar denkt u aan, mama?" vroeg ik verder. „Wekten deze gevaarten ook bij u een gedachte op?" „Ja, dat deden ze, maar een meer wereld- sche dan die van Maida. Ik zei tot mezelf, dat het verschil van heel diep in de laagte te zijn waar we waren en heel in de hoogte zooals nu, volkómen gelijk staat met dat van ons oud leven te Denver en ons nieuw leven hier." Haar parabel verder uitwerkend, sprak zij zoo zacht, dat sir Ralph en meneer Barrymore geen woord konden verstaan. „In die dagen van Denver leek het even onmogelijk dat wij prinsen, baronets en en zulk soort menschen tot intieme vrienden zouden hebben, als het een half uur geleden doenlijk scheen de vesting te naderen. En toch wij zijn op weg en bereiken het doel." De gedachten, door de bergen gewekt in Maada's blond© hoofdje en het (nu) kastanje bruine van mama, waren zoo karakterestiek voor die beide hoofden, dat ik in een lach schoot en onze twee mannen vragend omke ken. Maar mama's gelijkenis was niet voor uitleg vatbaar. Langzamerhand bereikten wij steeds stij gend het sneeuwgebied. Rein als Maida's gedachten lag de sneeuw aan weerszijden van den steilen weg, maar „le corse" had zijn eigen hoog gelegen huis verlaten en was gierend en fluitend den berg afgeloopen. Wij hadden het dan ook minder koud, en. toen de ergste zigzags achter ons lagen en een groote zwarte tun nel mond in het gezicht. Ikwam ten bewijze dat wij den col naderden begon de zon warm te worden. Nog luttele minuten en (op de tweede versnelling met alle vijf aan boord) wij stoven den grooten zwarten mond in. Ik had altijd gemeend: dat wij in ons land van elk ding het grootste en langste hadden, maar van een tunnel als deze had' ik in Amerika nimmer gehoord'. Het was het zonderlingste ding om in te kijken dat ik ooit zag. De lampen van onze automobiel me neer Barrymore had even stilgehouden om ze aan te steken toonden ons een langen, langen rechten doorgang met een ovaalvor mige zoldering, dwars door den berg ge graven. Behalve de paar eerste meters waar het daglicht nog een flauw schijnsel wierp en het. steen en geweilf grijsachtig deed glim men, zou er volslagen duisternis hebben ge- iheerBcht zonder de tun nel-lantaarns. Zoo ver liet oog sTechts reikte zag men ze als oen glanzende lijn, en indien dé meest ver maarde walvisch ter wereld een ruggegraat had gehad van diamianten verwaardigd1, dan zou Jonas op zijn doortocht, ongeveer dten- zelfden indruk hebben gekregen als wij nu. Alleen dé verst verwijderde electrische lampen geleken op diamanten, dicht naast elkaar tegen de zoldering geplakt, die in onze nabijheid waren ballen van licht onder zwaaiende para-sols van inkzwarté schadu wen Som is stoven wij voorbij groote scherpe kegels van druipsteen, volgens Mai da veel gelijkend op hbedénspeldendóe reu zinnon door den top van den berg liladdén gje^token Eerst lag de weg duimendik onder witte stof, tot onze verrassing plotseling veran derd in een laag vetlbige mlodidér, waarop onizo auto begon te dansen als in dó Roya- vallei. „Een gevioTg van het) waifcer dat dloor de gaten druppelt, wélke de reuzinnen met Ihiaair luoedénpennen in het gróete spekten - kussen htefehen geuwaafltifc," zei meneer Bar rymore, die Maiidla's opmerking had ge- ihïoordEn diie hialtólijke schepsels hadlden den geheeleu berg boven ons hoofd] zoo dkxvr- priemd, dat miamia en ik onze parapluie's opzetten om niet nat te regenen. A Is er eens een ongeil uk gebeurde! Of stel dat wij iets tegenkwamen dat ons den weg vOrepertfeMama gilde het uit, maar hét geluid' van haar stem werd verdoofd door het geraas van den mótor in dit volle ge welf. In eens, alsof haar woorden het „hackten opgeroepen ui t het diepste diep'om een uitdrukking van sir Ralph te gebruiken verscheen er iets en het belemmerde ons niet weinig den doortocht. Het was een paard', blinkend als zilver toen onze voorlantaarn het als met een lan gen, lichtenden vinger aanwees. Door den nauwen, boogvormogen door gang kwam het dier ons op zijn achteTbeé- ncn tegemoet, een wag©n trekkend waarin iemand stond dóe het. met een zweep om het hoofd sloeg. Terwille van het glibberige pad reden wij niet hard, maar het luid weergalmend ge snor van den motor, het gedruppel van het water, de nauwheid: van den tunnel, het ge blaf van ons hondje, het geschreeuw van den voerman en het. zonderlinge schouwspel tzo- ven mijn hoofd precies een verlichte schijf op het scherm van een tooverlantaarn ontnamen mij zoozeer alle berihning, dat ik niet twijfelde of alle betrokken personen zouden verongetl ukken Ik weet niet of ik .gilde, maiar dat mama het deed zou zelfs een stófdioof mensch gé hoord hebben. Het eerste wat werkelijk tot mij® bewustzijn dtoordlrong, was het fóit d!at meneer Barrymore niet enkel de auto maar ook den motor gestopt hadi, van zijn. plaats was gesprongen en naar het paara gegaan. Hij riep den voerman iets toe wat ik niet verstond omdat het TtalHiaanseh was, maar cteze hield! op met schreeuwen en gebruikte de zweep niet meer. Meneer Barrymiore streelde het dlier en sprak er net zioo lang tegen tot bet niet meer in de rondte danste a's gedroogde maïs in een heet© pan op e®n fel vuur. Toen biet, misrtntg gewordenzich herinnebde dat zijn voorbeenen gegeven wa ren om op te loopen en niet om de lucht te lcraben, gvleddde meneer Barrymore het paard het aldoor op den bals kloppend, be- iuoedzaam naïr de automobielEven nog snoof en sidderde het, en rook toe® met een allergrappigste uitdrukking van afkeer en nieuwsgierigheid aan wat meneer Barrymore dén „radiator" noemt-. Ik verbeeldde mij diat liet paard dacht: „Dit is een allerakelige', ding, maar het 6©hijnt toe te behooren aan den vriendelijk- rten, goedSiartdgwen man dien ik ooit bd> ontmoet, dus is het mogelijk nog zoo slecht niet als ik eerst had gevreesd:." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1