I jaren, zoowel schriftelijk als mondeling., al het mogelijke gedaan om de Regeering tot zoodanige mededeeling in comité-generaal aan te sporen Al mijn bemoeiingen zijn echter vruchteloos gebleven. Niettegenstaande ik mij telkens bereid heb verklaard om deze aangelegenheid op de voor de Regeering meest aangename wijze te behandelen en alles te vermijden wat tot ongewenschte publiciteit aanleiding zou kun nen geven, heb ik niets dan ouheusche ant woorden ontvangen. Intusschen verkreeg deze aangelegenheid een m. i. veel ernstiger en bedenkelijker ka rakter, toen in 1908 bleek, dat de Minister van Buitenilandsche Zaken bij hét- sluiten der Noordzee-entente, d. w. z. toen ons een geschikte gelegenheid aangeboden werd, om te trachten het dreigende gevaar door mid del eener verdragsbepaling af te wenden, volstrekt geen rekening had gehouden met de hoog ernstige gebeurtenissen die in 1904 waren voorgevallen. Tot juist begrip dezer quaestie zij liet mij vergund den loop der onderhandelingen over de betreffende verdragen, zooals die in een buitonlandseh tijdschrift geresumeerd worden, als volgt hier weer te geven. Een machtig Souverein. zeer ontstemd, dat bij «oo vaak en zoo onverdiend voor den on ruststoker van Europa werd aangezien, hoeft in 1907/1908, geheel onverwachtshet lof felijk plan opgevat om aan zijn kleine bu ren, als bewijs van goede nabuurschap, klei ne geschenken aan te bieden. Toen evenwel ■bleek, dat die geschenken, wegens hun ge mis aan praktische waarde, niet overal even zeer op prijs werden gestéld, en dat ©enige kleine staten (o. a. Zweden en Noorwegen) daarvan verschoond wonschten te blijven, ■beeft de milde gever, bevreesd dat zijn goe de bedoelingen miskend zouden worden, zich gehaast de ontevreden huren door aanvul ling van het ontbrekende zooveel mogelijk tevreden te stellen. Opmerkelijk is het. nu, dat, terwijl ieder een zich beijverd heeft van die zoo gunstige politieke strooming van 1907/1908 zoove©! mogelijk profijt te trekken, Nederland de eenige mogendheid van den 2en rang ge weest is, <föe déze schoone gelegenheid on gebruikt heeft 1 aiten voorbijgaan en die zich gehaast, heeft althans voor zoover uit dé pers blijkt om het. aangeboden verdrag zoo goed als onveranderd te aanvaarden, uit vrees, dat. dit kostbare geschenk", zooals de minister van buiten'landsche zaken op 1 Mei 1908 en op 30 November 1909 aan de Tweede Kamer te verstaan gaf, ons anders zou ontsnappen x) en dat. later gevraagd' zou worden: „Waar is Nederland?" Wanneer men nu let primo op de groote belangen, die voor ons vaderland hier op het spel staan en sec undo op het feit, cftat- poli tieke verdrageu ten voordtele van mogend heden van den tweeden rang sléchts hoogst zolden voorkomen a), dan zal toch algemeen betreurd moeten worden, dlat de minister van buitenland6chc zaken van de Noordzee- entente geen beter gebruik heeft gemaakt. Vooral waar vol,gene 's ministers eigen woorden (zie Tweede-Kamerzitting van 1 Mei 1908) ,,do Noordaee -en ten t© tot zuivering van den politieken toestand moet strekken en als een bewij6 te beschlouwon is van de algemeen gevoelde behoefte om het onder linge wantrouwen weg te nemen", kan het moeilijk anders dan l>evreenuding wekken, Idlat. de minister zich niet. bij andere mogend1- heden van den 2en rang heeft aangesloten of heeft willen aansluiten, teneinde gezamen lijk zooal6 bij internationale onderhande lingen altoos geschiedt met meerdere hoop op succes voor gemeenschappelijke belangen op te komen. Dat oen minister van oen klein land als Nederland bij zijn negotiatiee met- groot® mogendheden niet altoos evenveel succes heeft en dat het hem ook wel eens kan tegen- loopen, is zeer begrijpelijkhet zou ook hoogst onbillijk wezen om een minister, al vorens liet voor en tegen gehoord te hebben, daarover liard te vallen. Maar nu het blijkt., zooal6 in casu, dat die minister in het gé- ihcvl niet genogotieerd heeft, dat hij zelfs niet de allergeringste poging gewaagd heeft om voor do hoogste belangen van ons vaderland op komen nadat- wij slechte ternauwernood aan het gevaar eener occupatie door vreem de, militaire troepen ontsnapt zijn, kan ik mijn gewoel van teleurstelling niet onder drukken en meon ik mH alle kracht tegen zoodanig verzuim te moeten protesteeren. Voor 't overige zij het mij vergund te ver- Ij Blijkens hetgeen do minister van Buiten- iamlscho Zaken in <1© Tweede-Kamerzitting van 30 NavenW>er 19(19 heeft medegedeeld, werd door een der mogendheden van den 2den rang gedu rende do onderhandelingen d© vraag ons voorge legd, of het niet wenschelijk zou zijn. dat in deze entente uitdrukkelijk een verklaring zou worden opgenomen, inltoudendo dat de bepalingen van deze entente in geenerlei wijze afbreuk zouden doen aan liet volkomen rooht van elk der con- tracteerende partijen om ingeval van oorlog neu traal te blijven. Voor do niet-opneming dezer clausule in de Noordzee-entento geeft <le Minister in diezelfde Kamerzitting de volgende reden „Doch om redenen, die ook bij de Nederl&nd- ache regeering volkomen billijking vonden, is op hot allerlaatste oogenblik door eer» van de groote mogendheden, ik wil niet zeggen moeilijkheden gemaakt, maar gezegd, dat er reden bestond, waarom het (eter was deze zaak nu niet meer op het laatste oogenblik Aanhangig te maken omdat daardoor de onderteekening van de entente kon worden verschoven. ,.En tegen die verschuiving bestond inderdaad op dat oogenblik afdoend bezwaar. l tl deze woorden des Ministers blijkt duidelijk, hoezeer onze houding verschilde van die der apdete mogend heden van den tweeden rang, die niet tot <le betreffende verxlragen hebben willen toetreden, alvorens hun zin verkregen te hebben. 2) Ten bewjjze, hoe weinig <le groote mogend heden bij de regeling van jiolitiek© aangelegen heden op het gezelschap van klein© Staten ge steld zijn- zij het mij vergund in herinnering te brengen, dat eenige jaren geleden door een groote mogendheid ui:noodiginge>n aan verschil lend© Europeesdh© regeeringen maar niet aan Nederland - gericht werden ter deelneming aan een eonterenti.- waarbij zekere politieke quaes, ties in verband met handelsbelangen ter sprake zouden worden gebracht. Onze toenmalige Regeering. zeer bevreesd, dat in de Staten-Generaal gevraagd zou kunnen wor- <k>naa r is Nederlandheeft toen om een mtnoodiging gebedéld en deze ten slotte ook verkregen, nuar onder de weinig vleiende voor waarde. dat onzerzijds geen enkel liezwaar zou worden ingebracht tegen de voorstellen van den- gene. die de conferentie op touw had gezet, wijzen naar den tekst van de betreffende in 1907 en 1908 gesloten politieke verdragen, waarvan ik de vrijheid ne.m een afschrift hierbij over te leggen en waaruit men zich ■kan overtuigen, dat er onzerzijds' weinig re den bestaat om met voldoening op het ver kregen resultaat terug te zien. Ik heb dan ook in het volle besef mijner parlementaire verantwoordelijkheid door middel mijner achtereenvolgende nota's, eon poging god'aanom te redid'en wat nog te redden viel en heb den minister van buiten- landteche zaken het denkbeeld eener additio neel e verfclaring aan do hand gediaan, in de hoop dat wij langs dien weg de voor ons va derland zóó hoog noodiige zekerheid alsnog zouden verkrijgen. Het was immers moeilijk aan te n'emen, dat Duitechland en Engeland ernstige be zwaren zouden gemaakt hebben om ons de zelfde zekerheid toe te staan, diie zij slechts weinige maanden te voren aan Noorwegen geschonken hadden, d. w. z. die zekerheid), dat de integriteit van on6 grondgebied, in geval van een Europeeschen oorlog zou wor den geëerbiedigd. Over het groote belang, dat wij in de te genwoordige tij dsomfriandjghedêi] bij derge lijke garantie hébben, zal ik thans niet ver- dor uitweiden. Hoewel ik het betreur, dlat mijn voortdu rende bemoeiingen oan die zekerheid te ver krijgen tot dusver zijn mislukt, hoop ik toch, dat ik er in geklaagd ben, om bij vélen de overtuiging te vestigen, <!at onze buitenland- sche politiek voortaan op het vorkrijgen daarvan behoort gericht t© zijn. Intusschen, gelijk ik reeclte hierboven op merkte, ik o-eOf toe, diat men en dus ook de minister van buitenlancteehe zaken hierom trent ©en andere möening kan hebben dan de mijne. Daarvoor dient het debat. Doch met nadruk meen ik te moeten opkomen en pro test te moeten aanteekenen tégen de wijze, waarop de minister van buiten] a ndsche za ken gemeend heeft mij te mogen bestrijden. Over de onjuiste bewering des ministens, dat er schijn noch schaduw is geweest1 van iets, dat reden tot bezorgdheid zou liebben kunnen gewen, wil ilk, na het hiertxyve-n aan gevoerde, niets moer zeggen. Tweede Kamer. Enquête voorstel Troelstra. Aan de orde was Donderdag het- voorstel- Troelstira om een enquête in te stellen naar de handelingen van den voormaligen minis ter vian biniienlandsche zaken dir. Kuypor, in zake decoraties 1903/1904. De heer de Beaufort zegt, dlat de wet van enquête een onzer zwakste wetteu is, hetgeen reeds door minister Heemskerk Azn indertijd is uiteengezet. Omtreiit de toepassing van enquête liepen reeds, aan stonds de meeningen uiteen en de praktijk schijnt te pleiten voor een moer beperkte opvatting, van dat rech/t. Spr. bestrijdt de beschouwingen van don heer Lobman dat een enquête niet zou rijn toe te laten tegenover een afgetreden minis ter. Ging dat op, dan zou ieder minister, teg©n vieni beschuldigingen Waren gieuit, door het nemen van ontslag, zich daaraan kunnen onttrekken. Spr. vermeent, dat de beer Lobman door ziekte verhinderd is deze zitting bij, te wo nen. In de wet Hs geenerloi hinderpaal om voor het voorstel Troelstra te stemmen. Waarheid is, dat in de periode 1901—'05 in- iloeden ten onzent zich hebben voorgedaan, verschijnselen en practijken in zwang zijn gekomen als tot dusver in Nederland' niet werden aanschouwd. Spr. vreest echter, dat de goede naam van ons land door een enquête benadeeld zal worden tegenover het bui tenland.. Dr. Kuyper gaf immers voorkeur aan een eereraad. Déze zou parallel kunnen, loopen met een enquête. Dit is op zich zelf geen reden om tegen liet voorstel Troelstna te stemmen, maar spr. meent, dat geenerlei staatsbelang bij het voorstel bet Tokken is, integendeel dat ©enigszins het staatsbelang door «en enquête zal worden geschaad. Spr. zal tegen het voorstel stemmen. De hoer Van Doorn zegt <tat' we eigenlijk met een opéra-comique telleen heb ben. Nederland is, helaas, hettooneefl. waar deze Posse word*, afgespeeld. Spr. betwist, dat- de wet op de ministerieel© verantwoor delijkheid met dat voorstel in strijd zou rijn. Ook spr. is van meenamg, dat. een ohquête ook teg|©n een oud-minister kan worden in gesteld Hij gelooft zeker, dat dr. Kuyper, voor dat hij het boetekleed had aangetrokken, geen minister meer zou worden. Maar toch is het plicht der vertegenwoor diging een uitspraak uit te lokkeu om het volle licht te doen schijnen, waar zij meent, dat in de administratie gedwaald is. O na anne vaderland is in een net gewiik- 'keld gewonden en ieder weet wie dat niet gesponnen heeft. Spr. zal stemmen voor bet voorstel-Troelstra. De heer Van I d s i n g a zal tegenstem men en duit zich in hoofdzaak bij don heer De Beaufort aan. Spr. bevestigt de beschou wingen van den lieer Lobman. Ook hij is van oordeeldat een enquête tegen oen oud- minister kan worden ingesteld. Na de stellige ontkenning van den heer Kuyper echter heefjt nÜemlandl reoht «aan diens woorden te twijfelen.. De verhouding van dr. Kuyper bot. Lehnmnn, en West- mever behoeft ons verder niet te raken, daarbij is geen publiek belang betrokken. De hoer Nolons acht een enquête wet- leijk niet mogelijk en zoo zij wettelijk mo gelijk ware, dan zou spr. haar ongewenscht achten De lieer v. d. V eld o verklaart- namens zijn politieke vrienden, dlat, daargelaten de bevoégdlbend der Kjamor het staatsbelang geen enquête enscht. Met voldoening heeft spr. kennis genomen van dr. Kuyper's be reidverklaring door een eereraad liclit te doen schijnen. Na de pauze wordt aangenomen het amen dement-Van Idsinga inzake de conclusies op het- adres-Koek, waarbij de Kamer be treurt dat geen behoorlijk onderzoek is in gesteld ten opzichte der klachten van adres sant en ook de gewijzigd© conclusie met tegen 29 stemmen. Mede worden aangenomen de conclusies in zake het adres Tilanus mét 39 tegen 34 stemmen, hot adres Douglas ett op het adres Hackstroh Hierna wordt voortgezet liet Enquêtede bat. De heer Van. Veen verdedigt de be zwaren van den heer Lobman, tegen de aan vallen daartegen gericht en wijst op de po litieke passie in de rede van den heer Van Doorn. Door het houden eener enquête zou de politieke atmosfeer toch niet gezuiverd wor den. De heer Roodhuizen zegt diat de a.-r. partij Dr. Kuyper zelf hodlt moeten, la ten spreken. De benoeming van, dir. Kuy per tot lid der Staatscommissie voor de Grondwetsherziening is een «flag in het, aan gezicht der Kamer. Dr. Kuyper zelf had moeten aandringen op een enquête. Thans blijkt uit zijn houding schuldbesef. De houding der a.-r. partij dwingt spr. tot het stemmen vóór het voorstet-Troolstra De heer Van L i m b u r g ontwikkelt de meendng d'at de Kamer een onverzwakt recht van. enquête heeft, waarvan de grenzen niet in de wet rijn omschreven. Het is er niet om te doen om een© strafvervolging in te stellen, doch op de gronden on argumenten van den heer Lobman kan eene enquête niet worden geweigerd. Ofschoon spr. en d© zijpen een, enquête on- noodig achten, zullen zij er toch niet, tegen stemmen nu deze gevraagd! wordt. Vrijdag voortzetting, als wanneer dé heer Troelstra aan het woord komt. Berichten. De Staatscourant van Vrijdag 20 Mei bevat o.a. de volgende koninklijke beslui ten benoemd tot directeur der registratie en domeinen te Leeuwarden A. E. J. Bertling, thans inspecteur der registratie en domei nen te Leiden gedetacheerd bij de infanterie van het Indische leger voor 5 jaar do le luitenant A. M. M. van Loon, van het 5e regiment infanterie benoemd tot controleur van den arbeid J. K. F. Arkes, schilder te Groningen; C. J. A. Foppele, sigarenmaker te 'e Hertogen- bos chW. P. de Haas, winkelbediende te Rotterdam; C. G. Heij, timmerman te 's Gravenhage; A. Kruijver, arbeider in liet bedrijf van machinale houtbewerking te Zaandam, en G. J. Oonk, textielarbeider te Enschedé. Tijdens het verblijf der Koninklijke familie t© Amsterdam zullen ten Paleize al daar door H. M. dé Koningin een reeks officieele gastmalen worden gegeven en wel 27 Mei voor do wethouders van Amster dam 28 Mei voor kamerheeren, adjudanten i. b. d.jager,meesters, kamerjonkers van H. M., die commissarissen der Koningin in. de verschillende provinciën des landisde le den van de Eerst© en Tweede Kamer der Staten-Generaal in NooTdliolllland en de le den der beide Kamers die in Amsterdam woonplaats hebben 30 Mei voor Gedeputeerd© Stjaten van Noord-Hol land met den griffier der Staten 31 Mei voor den Gemeenteraad van Am sterdam 1 Juni voor de burgerlek© en militaire autoriteiten te Amsterdam De O r a n j e-N a s s a u-C a n- t a te. Uit het onderzoek, door den heer Van 't Kruys ingesteld met den klokkenist van liet- Koninklijk Paleis te Amsterdam, den heer J. Vincent, ie gebleken, dat samen werking in de Oranje-Nassau-cantate mo gelijk is tusschen klokkenist en dirigent. Men zal dus in de cantate het beieren der klokken hooren, waarvoor de heer Vincent zijne medewerking welwillend heeft ver leend een electrische geleiding van den klokkestocl naar den dirigenten-lessenaar zal nu worden aangebracht. De 4000 kinderen, die zullen meedoen aan de aubade, repeteerden gisteren avond om half zeven in het beursgebouw. Het-ging on middellijk goed en de heer Van 't Kruys was heel tevreden. Hij zeide dat tot de kin deren en bracht hun onderwijzers en onder wijzeressen dank. Prins Hendrik naar Lim burg. Naar „De Tijd'' uit goedé bron verneemt, zal Z. K. H. Prins H®ndtrik op 16 Augustus a. 6. een bezoek brengen aan Maastricht., ter gelegenheid van de algémee- ne vergadering van dén Nederlandfeeh®n Zui- vélbond, welke dan zal géhouidien worden. Naar verluidt, zullen de deelnemers den volgenden dag een excursie maken, vermoe delijk naar het Limlb. kolenbekken. Reéds worden toebereidselen getroffen, oan Z. K. H. te Maastricht een sclvitterendé ontvangst te bereidén De nieuwbenoemde minister van justi tie, mr. Regout, is uit Brussel, alwaar hij ale commissaris-generaal bij de tentoonstel ling de Nederlafdeeling opende, te 'e Gra venhage teruggekeerd. De gewone audiëntie van den minister van Justitie ad interim zal Zaterdag 21 Mei a.s. niet plaats hebben. De Krup p-commissie. De werkzaamheden der Krupp-commissie zijn zoo goed als afgeloopen. In de laatste weken is deze commissie zijn zoo goed als afgeloopen. In de laatste weken is deze commissie herhaaldelijk bijeen geweest, en men ver wacht, dat liet rapport omstreeks het tijd stip, dat de Kamer met zomer-vacantie uit- ee? gaat, zal gepubliceerd worden. Hoewel de grootste geheimzinnigheid om trent den inhoud wordt betracht, is het volgens de Tel. wel zc'ker, dat het niet onverdeeld gunstig voor het Krupp-mouo- polie luidt. De heer Lohman was gisteren door on gesteldheid verhinderd de Kamerzitting bij te wonen. Temperatuursverhooging nood zaakt den patiënt het bed te houden. Ned. Tweede Kamerverkiezing. De L. K. meld't, dat prof. Pools candidaat wordt gesteld voor het district- Helmond, ter vervanging van minister E. R. H. Régout. De raadscommissie in zake de Ge- meente-electriciteitswerken te Amsterdam deelt ons mede, dat zij in haar Woensdag avond gehouden vergadering heeft besloten zoo spoedig mogelijk een afdruk van de ste nografische verslagen der door haar gehou den verhooren aan den Raad te doen toe komen met bijvoeging van een voorloopig rapport. De conclusie, welke in dit raipport. worden opgenomen, zullen nog nader wor den vastgesteld. Mr. Verbroek heeft de benoeming tot tijdelijk wethouder van 's Gravenhage aan genomen en zal heden ter vergadering van het college van B. en W. geïnstalleerd wor den. Bij onderhandsche inschrijving heeft het departement van Marine aan de Kon. Maatschappij De Schelde te Vlissingen op gedragen den bouw van een derde onderzee boot, bestemd voor de defensie in Neder land Benoemd tot vaandrig de reserve-ser geant K. J. Boeyinga, van het 3e regiment infanterie. Nouhuy s-h u 1de. Er heeft zich te Leiden een commissie gevormd, met de i 'burgemeester aan het- hoofd, om den Leid- sclien heer J. W. van Nouhuys, die terug gekeerd is van zijn reis door de binnenlan den van Nieuw-Guinea, te huldigen. Heden te twee uur geschiedt op het Stad huis die hulidiging bij monde van den bur gemeester. In landauers wordt de heer Van Nouhuys met zijne familie van zijne woning gehaald; langs den weg zal gevlagd worden. In den ouderdom van 55 jaren is te Breda overleden de gepensioneerde kapitein- intendant J. M. P. Knuppell van het O.-I. leger. Begrafenis L. J. S. van Kempen. In tegenwoordigheid van vele vrie.nd'en en. belangsteliendën is gisteren op de Algemeene Begraafplaats te '6 Graven hage ter aarde besteld het stoffelijk over schot van den heer L. J. S. van Kempen, oudste firmant van de bekende fabriek van zilverwerken to Voorschoten. Aan de groeve werd het woord gevoerd door dr. Van Gheel Gildemeester. die in treffende woorden het godsdienstig, maar ook liet nuttig maatschappelijk leven van den ontslapene schetste, daarbij herinnerde wat de lieer Van Kempen eerst als diaken en daarna als ouderling voor de Ned. Herv. gemeente is geweestwat hij in het belang van de plaats zijner inwoning heeft gedaan als lid van den gemeenteraad en hoe hij ook 's lands belang heeft gediend als lid onzer Volksvertegenwoordiging. Ouk stelde hij in het licht hoe de overledene, waar hem licha melijk lijden niet werd gespaard, dit met geduld eu lijdzaamheid heeft gedragen en zoo ook hierin een goed voorbeeld was voor anderen. Een vertegenwoordiger uit het personeel der fabriek schetste daarna nog in het bij zonder hoe de heer Van Kempen met zorg heeft gewaakt voorde stoffelijke belangen van dat personeel. De broeder van den overledene dankte voor de bewezen eer. Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Woensdag werd! de 124e algem. ver gadering der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen gehouden in het gebouw der Vrije Gemeente te Amsterdam. De preeidénite, mejuffrouw Méta Hugen- iholtz, liet in haar openingswoord uitkomen, dat ér in verschillende departementen hard dö gewerkt, maar dlat op vele plaatsen ijve rig© beetou ursleidén te kampen hebban met d;e onverechilfliglh'eid' of dén tegenstand dier inge zetenen. Zij weee op liet nut van het onder zoek ten opzichte van de Stelselmatige reor ganisatie der departement te -ibdbl iothekenook dn betrekking tot het lager onderwijs, daar bij d'e kwestie van d© zoogenaamde politieke neutraliteit aanrakende, waarover zij noch tans geen oordeel uitsprak, daar zij op dat terrein niet goed1 bekend was. Het is spr. niet dluidléüjk genoeg, waarom Ihet gaat. Opvoedkundig© wenschen gaan ge paard met vatovereenigings-enschen.diaaxbij komen politieke elementen in het 6p©leen ruim veld voor misverstand. Het Nut handlliaaft zijn standpunt: het openbare onderwijs behoort t© worden, gege ven met eerbiediging van iedters godsdien stig© begrippenmaai- evenzeerdie open bare ec-lioo] wordt niet straffeloos geplaatst buiten heb national® leven, zoo als dlat zich ook in on&e nationale feesten openbaart en waaraan ieder© partij-propaganda, in walken rin ook, vreemd moét zijn. Luid applaus volgde op deze red'e. Een voorstel in zak© een nieuwe bestem ming voor het Huisdudner Fonds werd aan gehouden tot e®n volgend© vergadering. Aan het jaarverslag is het volgende ont leend Het ledental bedroeg in 286 departemen ten, met 1 Maart 1910: 13,782, tegenover 13,833 in Maart 1909, terwijl het aantal ver- eenigingleden is 12, dat dér eereleden 167 en dat der algemeen© ledien 22. Nieuwe departementen werden in het lé ven geroepen te Coevordlen, Oisiterwijk, IJmukllen en Zevenaar, met reep. 28, 22, 40 en 22 leden In voorbereiding zijn de depp. Stavoren, Smilde, Resteren en Warnsveld. Opgeheven werden de départementen Td- bur-Oisterwïjk, Goes, Diepenlieim, Warga, Veenhuizen (Dr.), Bfltenen, NijevteJi, Wer ve rsliogf en Noordgouwe. Do rekening over 1908/09 sloot met een nadeelig saldo van f 5542.55. In de begroo ting over dat jaar was dit geraamd op f 17,500. In de serie der klein© geschriften versohe nen in den loop van dit jaar zee geschriften, nl.De zelfwerkzaamheid van de leerlingen in de school, dbor dr. J. Th. Mouten, Frö- bel'bewaarschoolonderwijs, door Sophie Fi- 6cherd'e opvoeding van onze jonge men sclien van 1418 jaar, door J. Bruinwok Riedelde organisatie van dé school, in ver band met de ontwikkeling der leerlingen, d'oor Tli. Sanders; dé peetmoeders van prin ses Juliana, dóór Johanna W. A. Naberd< komeet van Halley, door J. van der Bilt. In bewerking zijn geschriften over: hel collectief arbeidscontract, d© zedelijke op voeding in de school, opvoeding in huis onze waterkeeringen, drooglegging van d« Zuiderzee, liet afvallen der bladeren, ont ginning van woeste gronden, aardbevingei en andere geologische onderwerpen, Finsei in verband met lupusbehandeling, onze in lijving bij Frankrijk, de ontwikkeling vai de Nedevlandsclie koopvaardijvloot sedert d< opening van het Suezkanaal, coëducatie samenwerking van school en huisgezin. Het Nieuwenhuijzen-fond9 voor onderwijs, dat nu 4 jaar bestaat bedraagt op het oogen blik 76,195,38$. Het verslag werd zonder bespreking g ed gekeurd. Hierna waren aan de orde de voorstellei van het hoofdbestuur in zake subsidies. Besloten werd, voor liet dienstjaar 1910— 1911 beschikbaar te stellen voor het steu- .nen van departementen in de op- en inrich ting van departementale Fröbel-bewaarscho. len en eventueel voor het maken van pro- paganda, een bedrag van 3000; voor het steunen van departementen, ter zake vaB volksbibliotheken, bibliotheken voor jonge lieden en aan beide te verbinden leoszalei een bedrag van 300voor het bevoixlerei van voortgezet ouderwijs aan jongelieden, die de lagere school hebben doorloopen, eet bedrag van 1000. Omtrent het bevorderen van de oprich ting van voor allen toegankelijke volksban ken en boerenleenbanken bestond eenig me© ning6verschil. Een deel der vergadering achtte subsidie onnoodig, aangezien de cen trale bank te Utrecht steun verleent. Met overgroote meerderheid werd echter beslo ten, ook dit jaar voor dit doel weer 50C toe te kennen. Ook werd nog beschikbaar gesteld voor ondersteuning van departenie-niteini ter zako van te houden bibliotheek-voordrachten, volksvoorlezingen en volksvermaken f 400; voor het doen drukken van het jaarboekjt in 1500 exemplaren f 300, voor de mede- deelingen f 2400; voor populaire brochuree f 1000voor het doen houden van voor- drachten f 3200; tot het geldelijk steunen van departementen in zake de pogingen van meer ontwikkelden om de verstande lijke en zedelijke ontwikkeling te bevorde ren van minder bevoorrechten door per soonlijke bemoeiingen, met dezen in uren van gemeenschappelijk samenzijn, die van school- of arbeidstijd vrij vallen, f 200; tot het bevorderen van hen in 't léven roe pen door de departementen en anderen van tijdelijke cursussen in koken en andere - huishoudelijke bezigheden, tot onderricht van huisvrouwen en toekomstige huisvrou wen uit de kleine 'burgerij en den werkmans. stand c.q., het steunen van dergelijke reeds bestaande cursuseen, een bedrag van, f 400; voor het verleenen van geldelijken steun aai I die departementen, welke aan het hulpper scneel van bewaarscholen door geregeld on derwijs van bevoegde personen de gelegen, heid verschaffen zich te -bekwamen, voor zijl taak, f 1500. Langdurige discussies ontlokte het voor- stél van het hoofdbestuur om den géidelij ken steun aan de schoolfondsen voor schip perskinderen in ons land te bepalen op 750. De algemeene vergadering van 1909 braclit dit bedrag op 1000. Het hoofd bestuur meeinde toen echt-er reeds, en is ook thans, hoewel vele afgevaardigden op welsprekende wij'ze de bestaande no oden schilderden, op dit standpunt blijven staan, dat de maatschappij dezen steun allengs moet verminderen, om, zich ten slotte ge heel terug te trekken, opdat dit sympa thieke werk worde bekostigd door het rijk, met de schoolfondsen zelve. Met overgroo te meerderheid en onder gejuicb der ver gadering werd besloten, ook dit jaar de subsidie weder op 1000 te brengen. Ten einde te bevorderen de oprichting van plaatselijke vereenigingen, vennoot schappen en stichtingen, welke in den zin der woningwet uitsluitend werkzaam zijn ter verbetering van de volkshuievesting, wordt oen bedrag van 50 uitgetrokken; voor de bevordering van tuingrondlverbu- ring aan werklieden en daarmede gelijk staande personen door departementen, de partementale spaarbanken en plaatselijke vereenigingen, met name door subsidien beschikbaar te stéllen tot bestrijding van de eerste kosten van inrichting f 200, ten einde te bevorderen de oprichting en aan vankelijke inrichting door dé depantemen- te?i van vereenigingen, als bedoeld, in art. 421 B. W. 50; voor het bevorderen van - de oprichting van herstellingsoorden voor den dag of aanschaffing van draaibare lig- tenten door de departementen en mede door departementen opgerichte en bestuur de vereenigingen 50; een bedrag, zoo laag gesteld, op grond, dat zoo weinig aan vragen inkwamen. Voor ondersteuningen van algemeenen aard werd uitgetrokken een bedrag van 200, als bijdrage tot 't Nieu-wenlhuij zen fonds der maatschappij 400. De reizende bibliotheken wor<dén met een bedrag van f 3000 gesteund, d. i. f 500 meer dan 't vorig jaar, op grond, dat be langrijk meer boeken noodig zijn, indien aan de vele aanvragen zal kunnen worden voldaan. Verdei- ten behoeve van do oprichting door of met medewerking van departemen ten van Tehuizen voor schoolgaande kinde ren, van weduwen, weduwnaars en daarme de gelijkstaande personen, 50. Ten 'behoeve van door of onder toezicht van een geneeskundige te leiden cursussen aan moeders en toekomstige moeders, in de verpleging van het zeer jonge kind 200. Het subsidie voor de reizende keukens werd verhoogd met 100 en bedraagt thans 1600. Nog werd door d© daartoe bevoegd© com-»

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 2