I
jaren, zoowel schriftelijk als mondeling., al
het mogelijke gedaan om de Regeering tot
zoodanige mededeeling in comité-generaal
aan te sporen Al mijn bemoeiingen zijn
echter vruchteloos gebleven.
Niettegenstaande ik mij telkens bereid
heb verklaard om deze aangelegenheid op
de voor de Regeering meest aangename wijze
te behandelen en alles te vermijden wat tot
ongewenschte publiciteit aanleiding zou kun
nen geven, heb ik niets dan ouheusche ant
woorden ontvangen.
Intusschen verkreeg deze aangelegenheid
een m. i. veel ernstiger en bedenkelijker ka
rakter, toen in 1908 bleek, dat de Minister
van Buitenilandsche Zaken bij hét- sluiten
der Noordzee-entente, d. w. z. toen ons een
geschikte gelegenheid aangeboden werd, om
te trachten het dreigende gevaar door mid
del eener verdragsbepaling af te wenden,
volstrekt geen rekening had gehouden met
de hoog ernstige gebeurtenissen die in 1904
waren voorgevallen.
Tot juist begrip dezer quaestie zij liet
mij vergund den loop der onderhandelingen
over de betreffende verdragen, zooals die in
een buitonlandseh tijdschrift geresumeerd
worden, als volgt hier weer te geven. Een
machtig Souverein. zeer ontstemd, dat bij
«oo vaak en zoo onverdiend voor den on
ruststoker van Europa werd aangezien, hoeft
in 1907/1908, geheel onverwachtshet lof
felijk plan opgevat om aan zijn kleine bu
ren, als bewijs van goede nabuurschap, klei
ne geschenken aan te bieden. Toen evenwel
■bleek, dat die geschenken, wegens hun ge
mis aan praktische waarde, niet overal even
zeer op prijs werden gestéld, en dat ©enige
kleine staten (o. a. Zweden en Noorwegen)
daarvan verschoond wonschten te blijven,
■beeft de milde gever, bevreesd dat zijn goe
de bedoelingen miskend zouden worden, zich
gehaast de ontevreden huren door aanvul
ling van het ontbrekende zooveel mogelijk
tevreden te stellen.
Opmerkelijk is het. nu, dat, terwijl ieder
een zich beijverd heeft van die zoo gunstige
politieke strooming van 1907/1908 zoove©!
mogelijk profijt te trekken, Nederland de
eenige mogendheid van den 2en rang ge
weest is, <föe déze schoone gelegenheid on
gebruikt heeft 1 aiten voorbijgaan en die zich
gehaast, heeft althans voor zoover uit dé
pers blijkt om het. aangeboden verdrag zoo
goed als onveranderd te aanvaarden, uit
vrees, dat. dit kostbare geschenk", zooals
de minister van buiten'landsche zaken op 1
Mei 1908 en op 30 November 1909 aan de
Tweede Kamer te verstaan gaf, ons anders
zou ontsnappen x) en dat. later gevraagd' zou
worden: „Waar is Nederland?"
Wanneer men nu let primo op de groote
belangen, die voor ons vaderland hier op het
spel staan en sec undo op het feit, cftat- poli
tieke verdrageu ten voordtele van mogend
heden van den tweeden rang sléchts hoogst
zolden voorkomen a), dan zal toch algemeen
betreurd moeten worden, dlat de minister
van buitenland6chc zaken van de Noordzee-
entente geen beter gebruik heeft gemaakt.
Vooral waar vol,gene 's ministers eigen
woorden (zie Tweede-Kamerzitting van 1 Mei
1908) ,,do Noordaee -en ten t© tot zuivering
van den politieken toestand moet strekken
en als een bewij6 te beschlouwon is van de
algemeen gevoelde behoefte om het onder
linge wantrouwen weg te nemen", kan het
moeilijk anders dan l>evreenuding wekken,
Idlat. de minister zich niet. bij andere mogend1-
heden van den 2en rang heeft aangesloten
of heeft willen aansluiten, teneinde gezamen
lijk zooal6 bij internationale onderhande
lingen altoos geschiedt met meerdere hoop
op succes voor gemeenschappelijke belangen
op te komen.
Dat oen minister van oen klein land als
Nederland bij zijn negotiatiee met- groot®
mogendheden niet altoos evenveel succes
heeft en dat het hem ook wel eens kan tegen-
loopen, is zeer begrijpelijkhet zou ook
hoogst onbillijk wezen om een minister, al
vorens liet voor en tegen gehoord te hebben,
daarover liard te vallen. Maar nu het blijkt.,
zooal6 in casu, dat die minister in het gé-
ihcvl niet genogotieerd heeft, dat hij zelfs niet
de allergeringste poging gewaagd heeft om
voor do hoogste belangen van ons vaderland
op komen nadat- wij slechte ternauwernood
aan het gevaar eener occupatie door vreem
de, militaire troepen ontsnapt zijn, kan
ik mijn gewoel van teleurstelling niet onder
drukken en meon ik mH alle kracht tegen
zoodanig verzuim te moeten protesteeren.
Voor 't overige zij het mij vergund te ver-
Ij Blijkens hetgeen do minister van Buiten-
iamlscho Zaken in <1© Tweede-Kamerzitting van
30 NavenW>er 19(19 heeft medegedeeld, werd door
een der mogendheden van den 2den rang gedu
rende do onderhandelingen d© vraag ons voorge
legd, of het niet wenschelijk zou zijn. dat in deze
entente uitdrukkelijk een verklaring zou worden
opgenomen, inltoudendo dat de bepalingen van
deze entente in geenerlei wijze afbreuk zouden
doen aan liet volkomen rooht van elk der con-
tracteerende partijen om ingeval van oorlog neu
traal te blijven.
Voor do niet-opneming dezer clausule in de
Noordzee-entento geeft <le Minister in diezelfde
Kamerzitting de volgende reden
„Doch om redenen, die ook bij de Nederl&nd-
ache regeering volkomen billijking vonden, is op
hot allerlaatste oogenblik door eer» van de groote
mogendheden, ik wil niet zeggen moeilijkheden
gemaakt, maar gezegd, dat er reden bestond,
waarom het (eter was deze zaak nu niet meer
op het laatste oogenblik Aanhangig te maken
omdat daardoor de onderteekening van de entente
kon worden verschoven.
,.En tegen die verschuiving bestond inderdaad
op dat oogenblik afdoend bezwaar.
l tl deze woorden des Ministers blijkt duidelijk,
hoezeer onze houding verschilde van die der
apdete mogend heden van den tweeden rang, die
niet tot <le betreffende verxlragen hebben willen
toetreden, alvorens hun zin verkregen te hebben.
2) Ten bewjjze, hoe weinig <le groote mogend
heden bij de regeling van jiolitiek© aangelegen
heden op het gezelschap van klein© Staten ge
steld zijn- zij het mij vergund in herinnering te
brengen, dat eenige jaren geleden door een
groote mogendheid ui:noodiginge>n aan verschil
lend© Europeesdh© regeeringen maar niet aan
Nederland - gericht werden ter deelneming aan
een eonterenti.- waarbij zekere politieke quaes,
ties in verband met handelsbelangen ter sprake
zouden worden gebracht.
Onze toenmalige Regeering. zeer bevreesd, dat
in de Staten-Generaal gevraagd zou kunnen wor-
<k>naa r is Nederlandheeft toen om een
mtnoodiging gebedéld en deze ten slotte ook
verkregen, nuar onder de weinig vleiende voor
waarde. dat onzerzijds geen enkel liezwaar zou
worden ingebracht tegen de voorstellen van den-
gene. die de conferentie op touw had gezet,
wijzen naar den tekst van de betreffende in
1907 en 1908 gesloten politieke verdragen,
waarvan ik de vrijheid ne.m een afschrift
hierbij over te leggen en waaruit men zich
■kan overtuigen, dat er onzerzijds' weinig re
den bestaat om met voldoening op het ver
kregen resultaat terug te zien.
Ik heb dan ook in het volle besef mijner
parlementaire verantwoordelijkheid door
middel mijner achtereenvolgende nota's, eon
poging god'aanom te redid'en wat nog te
redden viel en heb den minister van buiten-
landteche zaken het denkbeeld eener additio
neel e verfclaring aan do hand gediaan, in de
hoop dat wij langs dien weg de voor ons va
derland zóó hoog noodiige zekerheid alsnog
zouden verkrijgen.
Het was immers moeilijk aan te n'emen,
dat Duitechland en Engeland ernstige be
zwaren zouden gemaakt hebben om ons de
zelfde zekerheid toe te staan, diie zij slechts
weinige maanden te voren aan Noorwegen
geschonken hadden, d. w. z. die zekerheid),
dat de integriteit van on6 grondgebied, in
geval van een Europeeschen oorlog zou wor
den geëerbiedigd.
Over het groote belang, dat wij in de te
genwoordige tij dsomfriandjghedêi] bij derge
lijke garantie hébben, zal ik thans niet ver-
dor uitweiden.
Hoewel ik het betreur, dlat mijn voortdu
rende bemoeiingen oan die zekerheid te ver
krijgen tot dusver zijn mislukt, hoop ik toch,
dat ik er in geklaagd ben, om bij vélen de
overtuiging te vestigen, <!at onze buitenland-
sche politiek voortaan op het vorkrijgen
daarvan behoort gericht t© zijn.
Intusschen, gelijk ik reeclte hierboven op
merkte, ik o-eOf toe, diat men en dus ook de
minister van buitenlancteehe zaken hierom
trent ©en andere möening kan hebben dan de
mijne. Daarvoor dient het debat. Doch met
nadruk meen ik te moeten opkomen en pro
test te moeten aanteekenen tégen de wijze,
waarop de minister van buiten] a ndsche za
ken gemeend heeft mij te mogen bestrijden.
Over de onjuiste bewering des ministens,
dat er schijn noch schaduw is geweest1 van
iets, dat reden tot bezorgdheid zou liebben
kunnen gewen, wil ilk, na het hiertxyve-n aan
gevoerde, niets moer zeggen.
Tweede Kamer.
Enquête voorstel Troelstra.
Aan de orde was Donderdag het- voorstel-
Troelstira om een enquête in te stellen naar
de handelingen van den voormaligen minis
ter vian biniienlandsche zaken dir. Kuypor,
in zake decoraties 1903/1904.
De heer de Beaufort zegt, dlat de
wet van enquête een onzer zwakste wetteu
is, hetgeen reeds door minister Heemskerk
Azn indertijd is uiteengezet. Omtreiit de
toepassing van enquête liepen reeds, aan
stonds de meeningen uiteen en de praktijk
schijnt te pleiten voor een moer beperkte
opvatting, van dat rech/t.
Spr. bestrijdt de beschouwingen van don
heer Lobman dat een enquête niet zou rijn
toe te laten tegenover een afgetreden minis
ter. Ging dat op, dan zou ieder minister,
teg©n vieni beschuldigingen Waren gieuit,
door het nemen van ontslag, zich daaraan
kunnen onttrekken.
Spr. vermeent, dat de beer Lobman door
ziekte verhinderd is deze zitting bij, te wo
nen.
In de wet Hs geenerloi hinderpaal om
voor het voorstel Troelstra te stemmen.
Waarheid is, dat in de periode 1901—'05 in-
iloeden ten onzent zich hebben voorgedaan,
verschijnselen en practijken in zwang zijn
gekomen als tot dusver in Nederland' niet
werden aanschouwd. Spr. vreest echter, dat
de goede naam van ons land door een enquête
benadeeld zal worden tegenover het bui
tenland..
Dr. Kuyper gaf immers voorkeur aan een
eereraad. Déze zou parallel kunnen, loopen
met een enquête. Dit is op zich zelf geen
reden om tegen liet voorstel Troelstna te
stemmen, maar spr. meent, dat geenerlei
staatsbelang bij het voorstel bet Tokken is,
integendeel dat ©enigszins het staatsbelang
door «en enquête zal worden geschaad. Spr.
zal tegen het voorstel stemmen.
De hoer Van Doorn zegt <tat' we
eigenlijk met een opéra-comique telleen heb
ben. Nederland is, helaas, hettooneefl. waar
deze Posse word*, afgespeeld. Spr. betwist,
dat- de wet op de ministerieel© verantwoor
delijkheid met dat voorstel in strijd zou
rijn.
Ook spr. is van meenamg, dat. een ohquête
ook teg|©n een oud-minister kan worden in
gesteld
Hij gelooft zeker, dat dr. Kuyper, voor
dat hij het boetekleed had aangetrokken,
geen minister meer zou worden.
Maar toch is het plicht der vertegenwoor
diging een uitspraak uit te lokkeu om het
volle licht te doen schijnen, waar zij meent,
dat in de administratie gedwaald is.
O na anne vaderland is in een net gewiik-
'keld gewonden en ieder weet wie dat niet
gesponnen heeft. Spr. zal stemmen voor
bet voorstel-Troelstra.
De heer Van I d s i n g a zal tegenstem
men en duit zich in hoofdzaak bij don heer
De Beaufort aan. Spr. bevestigt de beschou
wingen van den lieer Lobman. Ook hij is
van oordeeldat een enquête tegen oen oud-
minister kan worden ingesteld.
Na de stellige ontkenning van den heer
Kuyper echter heefjt nÜemlandl reoht «aan
diens woorden te twijfelen.. De verhouding
van dr. Kuyper bot. Lehnmnn, en West-
mever behoeft ons verder niet te raken,
daarbij is geen publiek belang betrokken.
De hoer Nolons acht een enquête wet-
leijk niet mogelijk en zoo zij wettelijk mo
gelijk ware, dan zou spr. haar ongewenscht
achten
De lieer v. d. V eld o verklaart- namens
zijn politieke vrienden, dlat, daargelaten de
bevoégdlbend der Kjamor het staatsbelang
geen enquête enscht. Met voldoening heeft
spr. kennis genomen van dr. Kuyper's be
reidverklaring door een eereraad liclit te
doen schijnen.
Na de pauze wordt aangenomen het amen
dement-Van Idsinga inzake de conclusies
op het- adres-Koek, waarbij de Kamer be
treurt dat geen behoorlijk onderzoek is in
gesteld ten opzichte der klachten van adres
sant en ook de gewijzigd© conclusie met
tegen 29 stemmen.
Mede worden aangenomen de conclusies
in zake het adres Tilanus mét 39 tegen 34
stemmen, hot adres Douglas ett op het adres
Hackstroh
Hierna wordt voortgezet liet Enquêtede
bat.
De heer Van. Veen verdedigt de be
zwaren van den heer Lobman, tegen de aan
vallen daartegen gericht en wijst op de po
litieke passie in de rede van den heer Van
Doorn.
Door het houden eener enquête zou de
politieke atmosfeer toch niet gezuiverd wor
den.
De heer Roodhuizen zegt diat de
a.-r. partij Dr. Kuyper zelf hodlt moeten, la
ten spreken. De benoeming van, dir. Kuy
per tot lid der Staatscommissie voor de
Grondwetsherziening is een «flag in het, aan
gezicht der Kamer. Dr. Kuyper zelf had
moeten aandringen op een enquête. Thans
blijkt uit zijn houding schuldbesef.
De houding der a.-r. partij dwingt spr.
tot het stemmen vóór het voorstet-Troolstra
De heer Van L i m b u r g ontwikkelt de
meendng d'at de Kamer een onverzwakt recht
van. enquête heeft, waarvan de grenzen niet
in de wet rijn omschreven. Het is er niet
om te doen om een© strafvervolging in te
stellen, doch op de gronden on argumenten
van den heer Lobman kan eene enquête niet
worden geweigerd.
Ofschoon spr. en d© zijpen een, enquête on-
noodig achten, zullen zij er toch niet, tegen
stemmen nu deze gevraagd! wordt.
Vrijdag voortzetting, als wanneer dé heer
Troelstra aan het woord komt.
Berichten.
De Staatscourant van Vrijdag 20 Mei
bevat o.a. de volgende koninklijke beslui
ten
benoemd tot directeur der registratie en
domeinen te Leeuwarden A. E. J. Bertling,
thans inspecteur der registratie en domei
nen te Leiden
gedetacheerd bij de infanterie van het
Indische leger voor 5 jaar do le luitenant
A. M. M. van Loon, van het 5e regiment
infanterie
benoemd tot controleur van den arbeid J.
K. F. Arkes, schilder te Groningen; C. J.
A. Foppele, sigarenmaker te 'e Hertogen-
bos chW. P. de Haas, winkelbediende te
Rotterdam; C. G. Heij, timmerman te
's Gravenhage; A. Kruijver, arbeider in liet
bedrijf van machinale houtbewerking te
Zaandam, en G. J. Oonk, textielarbeider te
Enschedé.
Tijdens het verblijf der Koninklijke
familie t© Amsterdam zullen ten Paleize al
daar door H. M. dé Koningin een reeks
officieele gastmalen worden gegeven en wel
27 Mei voor do wethouders van Amster
dam
28 Mei voor kamerheeren, adjudanten i.
b. d.jager,meesters, kamerjonkers van H.
M., die commissarissen der Koningin in. de
verschillende provinciën des landisde le
den van de Eerst© en Tweede Kamer der
Staten-Generaal in NooTdliolllland en de le
den der beide Kamers die in Amsterdam
woonplaats hebben
30 Mei voor Gedeputeerd© Stjaten van
Noord-Hol land met den griffier der Staten
31 Mei voor den Gemeenteraad van Am
sterdam
1 Juni voor de burgerlek© en militaire
autoriteiten te Amsterdam
De O r a n j e-N a s s a u-C a n-
t a te. Uit het onderzoek, door den heer
Van 't Kruys ingesteld met den klokkenist
van liet- Koninklijk Paleis te Amsterdam,
den heer J. Vincent, ie gebleken, dat samen
werking in de Oranje-Nassau-cantate mo
gelijk is tusschen klokkenist en dirigent.
Men zal dus in de cantate het beieren der
klokken hooren, waarvoor de heer Vincent
zijne medewerking welwillend heeft ver
leend een electrische geleiding van den
klokkestocl naar den dirigenten-lessenaar
zal nu worden aangebracht.
De 4000 kinderen, die zullen meedoen aan
de aubade, repeteerden gisteren avond om
half zeven in het beursgebouw. Het-ging on
middellijk goed en de heer Van 't Kruys
was heel tevreden. Hij zeide dat tot de kin
deren en bracht hun onderwijzers en onder
wijzeressen dank.
Prins Hendrik naar Lim
burg. Naar „De Tijd'' uit goedé bron
verneemt, zal Z. K. H. Prins H®ndtrik op
16 Augustus a. 6. een bezoek brengen aan
Maastricht., ter gelegenheid van de algémee-
ne vergadering van dén Nederlandfeeh®n Zui-
vélbond, welke dan zal géhouidien worden.
Naar verluidt, zullen de deelnemers den
volgenden dag een excursie maken, vermoe
delijk naar het Limlb. kolenbekken. Reéds
worden toebereidselen getroffen, oan Z. K.
H. te Maastricht een sclvitterendé ontvangst
te bereidén
De nieuwbenoemde minister van justi
tie, mr. Regout, is uit Brussel, alwaar hij
ale commissaris-generaal bij de tentoonstel
ling de Nederlafdeeling opende, te 'e Gra
venhage teruggekeerd.
De gewone audiëntie van den minister
van Justitie ad interim zal Zaterdag 21 Mei
a.s. niet plaats hebben.
De Krup p-commissie. De
werkzaamheden der Krupp-commissie zijn
zoo goed als afgeloopen.
In de laatste weken is deze commissie
zijn zoo goed als afgeloopen.
In de laatste weken is deze commissie
herhaaldelijk bijeen geweest, en men ver
wacht, dat liet rapport omstreeks het tijd
stip, dat de Kamer met zomer-vacantie uit-
ee? gaat, zal gepubliceerd worden.
Hoewel de grootste geheimzinnigheid om
trent den inhoud wordt betracht, is het
volgens de Tel. wel zc'ker, dat het niet
onverdeeld gunstig voor het Krupp-mouo-
polie luidt.
De heer Lohman was gisteren door on
gesteldheid verhinderd de Kamerzitting bij
te wonen. Temperatuursverhooging nood
zaakt den patiënt het bed te houden.
Ned.
Tweede Kamerverkiezing.
De L. K. meld't, dat prof. Pools candidaat
wordt gesteld voor het district- Helmond, ter
vervanging van minister E. R. H. Régout.
De raadscommissie in zake de Ge-
meente-electriciteitswerken te Amsterdam
deelt ons mede, dat zij in haar Woensdag
avond gehouden vergadering heeft besloten
zoo spoedig mogelijk een afdruk van de ste
nografische verslagen der door haar gehou
den verhooren aan den Raad te doen toe
komen met bijvoeging van een voorloopig
rapport. De conclusie, welke in dit raipport.
worden opgenomen, zullen nog nader wor
den vastgesteld.
Mr. Verbroek heeft de benoeming tot
tijdelijk wethouder van 's Gravenhage aan
genomen en zal heden ter vergadering van
het college van B. en W. geïnstalleerd wor
den.
Bij onderhandsche inschrijving heeft
het departement van Marine aan de Kon.
Maatschappij De Schelde te Vlissingen op
gedragen den bouw van een derde onderzee
boot, bestemd voor de defensie in Neder
land
Benoemd tot vaandrig de reserve-ser
geant K. J. Boeyinga, van het 3e regiment
infanterie.
Nouhuy s-h u 1de. Er heeft zich
te Leiden een commissie gevormd, met de i
'burgemeester aan het- hoofd, om den Leid-
sclien heer J. W. van Nouhuys, die terug
gekeerd is van zijn reis door de binnenlan
den van Nieuw-Guinea, te huldigen.
Heden te twee uur geschiedt op het Stad
huis die hulidiging bij monde van den bur
gemeester.
In landauers wordt de heer Van Nouhuys
met zijne familie van zijne woning gehaald;
langs den weg zal gevlagd worden.
In den ouderdom van 55 jaren is te
Breda overleden de gepensioneerde kapitein-
intendant J. M. P. Knuppell van het O.-I.
leger.
Begrafenis L. J. S. van
Kempen. In tegenwoordigheid van vele
vrie.nd'en en. belangsteliendën is gisteren op
de Algemeene Begraafplaats te '6 Graven
hage ter aarde besteld het stoffelijk over
schot van den heer L. J. S. van Kempen,
oudste firmant van de bekende fabriek van
zilverwerken to Voorschoten.
Aan de groeve werd het woord gevoerd
door dr. Van Gheel Gildemeester. die in
treffende woorden het godsdienstig, maar
ook liet nuttig maatschappelijk leven van den
ontslapene schetste, daarbij herinnerde wat
de lieer Van Kempen eerst als diaken en
daarna als ouderling voor de Ned. Herv.
gemeente is geweestwat hij in het belang
van de plaats zijner inwoning heeft gedaan
als lid van den gemeenteraad en hoe hij ook
's lands belang heeft gediend als lid onzer
Volksvertegenwoordiging. Ouk stelde hij in
het licht hoe de overledene, waar hem licha
melijk lijden niet werd gespaard, dit met
geduld eu lijdzaamheid heeft gedragen en
zoo ook hierin een goed voorbeeld was voor
anderen.
Een vertegenwoordiger uit het personeel
der fabriek schetste daarna nog in het bij
zonder hoe de heer Van Kempen met zorg
heeft gewaakt voorde stoffelijke belangen van
dat personeel.
De broeder van den overledene dankte
voor de bewezen eer.
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen.
Woensdag werd! de 124e algem. ver
gadering der Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen gehouden in het gebouw der Vrije
Gemeente te Amsterdam.
De preeidénite, mejuffrouw Méta Hugen-
iholtz, liet in haar openingswoord uitkomen,
dat ér in verschillende departementen hard
dö gewerkt, maar dlat op vele plaatsen ijve
rig© beetou ursleidén te kampen hebban met d;e
onverechilfliglh'eid' of dén tegenstand dier inge
zetenen. Zij weee op liet nut van het onder
zoek ten opzichte van de Stelselmatige reor
ganisatie der departement te -ibdbl iothekenook
dn betrekking tot het lager onderwijs, daar
bij d'e kwestie van d© zoogenaamde politieke
neutraliteit aanrakende, waarover zij noch
tans geen oordeel uitsprak, daar zij op dat
terrein niet goed1 bekend was.
Het is spr. niet dluidléüjk genoeg, waarom
Ihet gaat. Opvoedkundig© wenschen gaan ge
paard met vatovereenigings-enschen.diaaxbij
komen politieke elementen in het 6p©leen
ruim veld voor misverstand.
Het Nut handlliaaft zijn standpunt: het
openbare onderwijs behoort t© worden, gege
ven met eerbiediging van iedters godsdien
stig© begrippenmaai- evenzeerdie open
bare ec-lioo] wordt niet straffeloos geplaatst
buiten heb national® leven, zoo als dlat zich
ook in on&e nationale feesten openbaart en
waaraan ieder© partij-propaganda, in walken
rin ook, vreemd moét zijn.
Luid applaus volgde op deze red'e.
Een voorstel in zak© een nieuwe bestem
ming voor het Huisdudner Fonds werd aan
gehouden tot e®n volgend© vergadering.
Aan het jaarverslag is het volgende ont
leend
Het ledental bedroeg in 286 departemen
ten, met 1 Maart 1910: 13,782, tegenover
13,833 in Maart 1909, terwijl het aantal ver-
eenigingleden is 12, dat dér eereleden 167
en dat der algemeen© ledien 22.
Nieuwe departementen werden in het lé
ven geroepen te Coevordlen, Oisiterwijk,
IJmukllen en Zevenaar, met reep. 28, 22, 40
en 22 leden
In voorbereiding zijn de depp. Stavoren,
Smilde, Resteren en Warnsveld.
Opgeheven werden de départementen Td-
bur-Oisterwïjk, Goes, Diepenlieim, Warga,
Veenhuizen (Dr.), Bfltenen, NijevteJi, Wer
ve rsliogf en Noordgouwe.
Do rekening over 1908/09 sloot met een
nadeelig saldo van f 5542.55. In de begroo
ting over dat jaar was dit geraamd op
f 17,500.
In de serie der klein© geschriften versohe
nen in den loop van dit jaar zee geschriften,
nl.De zelfwerkzaamheid van de leerlingen
in de school, dbor dr. J. Th. Mouten, Frö-
bel'bewaarschoolonderwijs, door Sophie Fi-
6cherd'e opvoeding van onze jonge men
sclien van 1418 jaar, door J. Bruinwok
Riedelde organisatie van dé school, in ver
band met de ontwikkeling der leerlingen,
d'oor Tli. Sanders; dé peetmoeders van prin
ses Juliana, dóór Johanna W. A. Naberd<
komeet van Halley, door J. van der Bilt.
In bewerking zijn geschriften over: hel
collectief arbeidscontract, d© zedelijke op
voeding in de school, opvoeding in huis
onze waterkeeringen, drooglegging van d«
Zuiderzee, liet afvallen der bladeren, ont
ginning van woeste gronden, aardbevingei
en andere geologische onderwerpen, Finsei
in verband met lupusbehandeling, onze in
lijving bij Frankrijk, de ontwikkeling vai
de Nedevlandsclie koopvaardijvloot sedert d<
opening van het Suezkanaal, coëducatie
samenwerking van school en huisgezin.
Het Nieuwenhuijzen-fond9 voor onderwijs,
dat nu 4 jaar bestaat bedraagt op het oogen
blik 76,195,38$.
Het verslag werd zonder bespreking g ed
gekeurd.
Hierna waren aan de orde de voorstellei
van het hoofdbestuur in zake subsidies.
Besloten werd, voor liet dienstjaar 1910—
1911 beschikbaar te stellen voor het steu-
.nen van departementen in de op- en inrich
ting van departementale Fröbel-bewaarscho.
len en eventueel voor het maken van pro-
paganda, een bedrag van 3000; voor het
steunen van departementen, ter zake vaB
volksbibliotheken, bibliotheken voor jonge
lieden en aan beide te verbinden leoszalei
een bedrag van 300voor het bevoixlerei
van voortgezet ouderwijs aan jongelieden,
die de lagere school hebben doorloopen, eet
bedrag van 1000.
Omtrent het bevorderen van de oprich
ting van voor allen toegankelijke volksban
ken en boerenleenbanken bestond eenig me©
ning6verschil. Een deel der vergadering
achtte subsidie onnoodig, aangezien de cen
trale bank te Utrecht steun verleent. Met
overgroote meerderheid werd echter beslo
ten, ook dit jaar voor dit doel weer 50C
toe te kennen.
Ook werd nog beschikbaar gesteld voor
ondersteuning van departenie-niteini ter zako
van te houden bibliotheek-voordrachten,
volksvoorlezingen en volksvermaken f 400;
voor het doen drukken van het jaarboekjt
in 1500 exemplaren f 300, voor de mede-
deelingen f 2400; voor populaire brochuree
f 1000voor het doen houden van voor-
drachten f 3200; tot het geldelijk steunen
van departementen in zake de pogingen
van meer ontwikkelden om de verstande
lijke en zedelijke ontwikkeling te bevorde
ren van minder bevoorrechten door per
soonlijke bemoeiingen, met dezen in uren
van gemeenschappelijk samenzijn, die van
school- of arbeidstijd vrij vallen, f 200;
tot het bevorderen van hen in 't léven roe
pen door de departementen en anderen van
tijdelijke cursussen in koken en andere -
huishoudelijke bezigheden, tot onderricht
van huisvrouwen en toekomstige huisvrou
wen uit de kleine 'burgerij en den werkmans.
stand c.q., het steunen van dergelijke reeds
bestaande cursuseen, een bedrag van, f 400;
voor het verleenen van geldelijken steun aai I
die departementen, welke aan het hulpper
scneel van bewaarscholen door geregeld on
derwijs van bevoegde personen de gelegen,
heid verschaffen zich te -bekwamen, voor zijl
taak, f 1500.
Langdurige discussies ontlokte het voor-
stél van het hoofdbestuur om den géidelij
ken steun aan de schoolfondsen voor schip
perskinderen in ons land te bepalen op
750. De algemeene vergadering van 1909
braclit dit bedrag op 1000. Het hoofd
bestuur meeinde toen echt-er reeds, en is
ook thans, hoewel vele afgevaardigden op
welsprekende wij'ze de bestaande no oden
schilderden, op dit standpunt blijven staan,
dat de maatschappij dezen steun allengs
moet verminderen, om, zich ten slotte ge
heel terug te trekken, opdat dit sympa
thieke werk worde bekostigd door het rijk,
met de schoolfondsen zelve. Met overgroo
te meerderheid en onder gejuicb der ver
gadering werd besloten, ook dit jaar de
subsidie weder op 1000 te brengen.
Ten einde te bevorderen de oprichting
van plaatselijke vereenigingen, vennoot
schappen en stichtingen, welke in den zin
der woningwet uitsluitend werkzaam zijn
ter verbetering van de volkshuievesting,
wordt oen bedrag van 50 uitgetrokken;
voor de bevordering van tuingrondlverbu-
ring aan werklieden en daarmede gelijk
staande personen door departementen, de
partementale spaarbanken en plaatselijke
vereenigingen, met name door subsidien
beschikbaar te stéllen tot bestrijding van
de eerste kosten van inrichting f 200, ten
einde te bevorderen de oprichting en aan
vankelijke inrichting door dé depantemen-
te?i van vereenigingen, als bedoeld, in art.
421 B. W. 50; voor het bevorderen van -
de oprichting van herstellingsoorden voor
den dag of aanschaffing van draaibare lig-
tenten door de departementen en mede
door departementen opgerichte en bestuur
de vereenigingen 50; een bedrag, zoo
laag gesteld, op grond, dat zoo weinig aan
vragen inkwamen.
Voor ondersteuningen van algemeenen
aard werd uitgetrokken een bedrag van
200, als bijdrage tot 't Nieu-wenlhuij zen
fonds der maatschappij 400.
De reizende bibliotheken wor<dén met een
bedrag van f 3000 gesteund, d. i. f 500
meer dan 't vorig jaar, op grond, dat be
langrijk meer boeken noodig zijn, indien
aan de vele aanvragen zal kunnen worden
voldaan.
Verdei- ten behoeve van do oprichting
door of met medewerking van departemen
ten van Tehuizen voor schoolgaande kinde
ren, van weduwen, weduwnaars en daarme
de gelijkstaande personen, 50.
Ten 'behoeve van door of onder toezicht
van een geneeskundige te leiden cursussen
aan moeders en toekomstige moeders, in
de verpleging van het zeer jonge kind 200.
Het subsidie voor de reizende keukens
werd verhoogd met 100 en bedraagt thans
1600.
Nog werd door d© daartoe bevoegd© com-»