men billi jtldbed dsg ro ïwiei 1 in aanmerking.
Verlegging van den weg is niet mogelijk om
dat de> gjrond reeds is overgedragen.
Met betrekking tot het beswaar van do
gezondheidscommissie omtrent het ontbre
ken van eon© plaats voor open luchlts<pe{len
wil ik dlit opmerken. De gezo nidllvaidlscom-
missie Uad hétzei fdé bezwaar tegen bert.
eersite plan. Maar als men aan den eisch
van de gezondheidscommissie tegemoet
komt, dan zou diat hierop neerkomen, dat de
gemeente grand, moet onteigenen of koopen.
B. en W. hebben gemeend, dat men dit
evengoed later kan doen. Men moet daar
voor den meest gescliikten tijd afwachten.
Maar liet zou onbillijk zijfn van de eigenaars
te verlangen den gerond beschikbaar te stel
len Dat gaat verdér dan de woningwet toe
laat.
De Ii^eer Rij kens. Mijnheer de voor
zitter ik ben 't niet eens met den geachten
wethouder, dist wij 't beter laten kunnen
döen Integendeelals de toekomstige eige
naars van den grond weten dat er op een
zeker- plek een openducht-speélpilaaits. zal
fconver.. dan zullen zij daar niet gaan wo
nen. Het is goed, dat men dlat vooraf weert.
Wat de opmerking betreft, dat de ver
lengde Paulus Buvslaan niet kan worden
omgelegd', ik gielioof niet, d!at dit eeniig be
zwaar is. De grond aan beide zijdien van
d'en gieprojecteesrden weg bellioort aan den
heer de Groot. Wij krijgen dan een bete-
7 en toestand, een laan, zoo ais onze bedoe
ling is. Ik kan niet treden in eeue beoor
deling of hetgeen gebeurd is. goed is ge
veest Maar wij moeten trachten dia&r den
toestand te verbeteren. I'k moet dus mijn
v or stel bot renvooi van de zaak aan B en
W handhaven
De Voorzitter. U stelt dus voor
de zaak tie renivoyeeron aan B. en W. Dan
zal ik dat voorstel i'n rondvraag brengen.
In stemming gebracht, wordit het voor-
stél van den heer Rij kens aangenomen met
8 tegen 7 stemmen Togieii stemden de hoe
ren Jori&sen, Plomp. Sanders, Hamers,
Veis He.ij.n, Tromp van Holst en Celosse.
De Voorzitter. In verband met die
aanneming van liet voorstel van den heer
Rijkens, zal de belvandélinig van het vol
gende punt van de agenda ook verdaagd
moéten worden.
De heer P 1 óm p. Dient liet voorstel van
dén heer Rijkenis enkel om die behandeling
uit te stellen?
De heer R ij k e ji v De bedoeling is !«».t
voorstel aan B. en W. te renvoyeeren om
onderzoek te doen naar 't geen door mij
is gezegd, dat rekenu.ng moot worden ge
houden niet l»et bezwaar tegen heit plan, dat
de gezondheidscommissie lieeft geopperd.
Wal het eersite punt betreft, den ingang van
de Paulus Buyslaan, ik laat het aan de pru
dentie van B. en W. o ver om daar den toe
stand zoo goed mogelijk te krijgen
De lieer Sanders. Dat staat dus bui
ten het voorstel.
14 Voordel van B. en W. tot wijziging
van «het reglement van orde voor de ver
gaderingen van den gemeenteraad van
Amersfoort
Het voorstel strekt om te bepalen, dat
de notulen van de vergaderingen met ge
sloten deuren 'voortaan niet meer worden
gelezen, maar in de kamer van den gemeen
tesecretaris ter visie «gelegd.
Wordt conform besloten met 13 tegen 2
stemmen Tegen stemden de heeren San
ders en Veis Heyn.
15. Voorstel van vier raadsleden tot be
noeming van eene commissie in zake pro
gressieve inkomstenbelasting.
Het voo is tel is ingediend door de heeren
van Duinen, Gerritsen, Rijkens en Tromp
van Holst en luidt
,,De Raad benoeme uit zijn midden een
commissie van vijf leden, die ten doel heeft
te onderzoeken in hoeverre (het wenschèlijk
is, in deze gemeente een progressie in de be
lasting naar het inkomen in te voeren, om
\ervolgens aan den Raad vooretellen te
doen".
De heer Plomp. Mijnheer de voorzit
ter, wanneer in deze vergadering hoofdelijk
aan de leden werd afgevraagd Zijt gij voor
eene belasting naar draagkracht en kan pro
gressie een der factoren zijn, die bij
de heffing in rekening worden gebracht?
dan zouden dc meesten geneigd zijn daar
op bevestigend te antwoorden. Maar
wanneer men de vraag stelt16 (het voor de
gemeente Amersfoort gewenscht progressie
in te voeren? dan geloof ik, dat het ant
woord van velen daarop anders zal luiden.
De gemeenteraad is niet vrij in de regeling
van de belastingen in de gemeentede ge
meentewet zegt in -welke richting hij zich
■daarin mag bewegen. Dat heeft het gevolg,
dat men in de vraag -der progressie gebon
den ie aan de regelen, die in de wet zijn
gesteld. ïsu is de progressie door een gedeel
te van de genieenten aangenomen, maar zeker
niet door de belangrijkste gemeenten, zeker
niet door de gemeenten, die, zooals Amers
foort, er naar hunkeren mensclien met fortuin
als ingezetenen te krijgen. Die gemeenten
heb'ben te vragen niet alleen naar wat er i6,
maar ook naar wat er komen zal. Zij -heb
ben rekening te houden met het gehalte van
wat zij aan hen, die zich ergens willen ves
tigen, kunnen verschaffen. Amersfoort heeft
goede inrichtingen van onderwijl, eene ge
zonde en aangename ligging, maar geen
handel, geen industrie, weinig oude fami-
liën met gevestigd kapitaal. Dat kan
hier alleen komen van menschen, die
zich hier vestigen. Nu heeft men een groo-
ten kring van menschen, die, als zij zich
ergens vestigen, vragen hoe de belastingen
in de gemeente zijn. Wanneer wij er op let
ten, dat Amersfoort omgeven is door ge
meenten, waar de belastingen laag zijn, en
dat Amersfoort eene gemeente is, die hare
bewoners bijzonder weinig aanbiedt, dan
mogen wij wel 0116 nog wel eens bedenken
wat wij doen als wij de progressie invoe
ren
Ik heb nog een ander bezwaar tegen de
progressie. Als wij de progressie invoeren in
de heffing van de inkomstenbelasting, dan
zal daarvan 'het gevolg zijn ontlasting van
de lagere aanslagen, maar de hoogere aan
slagen zullen zwaarder worden belast. Dat
zal eene groote wisselvalligheid in den aan
slag geven. Het vertrek of het overlijden 'van
enkele aangeslagenen zal ten gevolge kun
nen hebben, dat de aanslag van de overigen
voelbaar zal moeten worden verhoogd. De
tijd, waarin wij leven, brengt mee, dat tel
kens nieuwe zaken worden opgericht, en ver-
eeuigingen worden gesticht, waarvoor ge
vraagd wordt steun uit de openbare kas.
Daarom is het veretandig, ieder ingezetene
persoonlijk te laten bijdragen in de uitgaven,
die moeten worden gedaan.
In de vierde plaats wil ik opmerken, dat,
al mogen wij niet hebben de progressie, er
in onze inkomstenbelasting bestaat eene
degressie door de vrijstellingen. Wanneer
men vrijstelling heeft voor 500 van het in
komen, dan is daarvan het gevolg, dat bij
eene heffing van 3 pet een aangeslagene met
een inkomen van 600 betaalt 3, <lue 50
cent van ieder honderd gulden. Iemand met
1000 inkomen betaalt 15 of 1.50 van
iedere honderd guldeniemand met 2000
inkomen 45 of 2j van iedere ■honderd
guldeniemand met 3000 inkomeu 75
of 2! van iedere honderd gulden iemand
met 4000 inkomen 105 of 2,62^ van
iedere honderd gulden. Men ziet dus de
tegenwoordige belastingverordening werkt
niet gelijk voor alle aangeslagenen door de
degressie worden de lagere inkomens niet
onbelangrijk ontlast.
De progressie is ook daarom gevaarlijk,
omdat zij de izucht tot het doen van uitga
ven bevordert. Dat ie gebleken in Zvvitse
land en ook in ons land heeft men de onder
vinding daarvan opgedaan. Het ie heel ge
makkelijk de uitgaven uit te zetten, maar
wij doen toch beter niet in die richting te
gaan
Eindelijk komt het mij onverstandig voor,
de progressie in te voeren, nu er aan ge
werkt wordt het belastinggebied van de ge
meente te verruimen. Wanneer het wetsont
werp, dat nu bij de Kamer aanhangig is,
we: wordt, dan zullen rechts personen kun
nen worden aangeslagen in de inkomsten
belasting en zullen de gegevens, waarover do
staat beschikt, ter beschikking bomen van
de gemeenten, izöodat wij tot een juist in
zicht zullen komen van den stand der ver
mogens.
Progressie is ook daarom niet aan te raden,
omdat zij zou drukken op de groote fortui
nen. De geschiedenis leert, dat als die druk
bclungrijk wordt verzwaard, men de bezit
tere van die fortuinen stelt tusschen hun ge
weten en hunne beurs. En wanneer de con
trole op de aangiften der belastingschuldi
gen gemakkelijk is voor de lagere inkomens,
zij is moeielijk voor de hoogere. Eindelijk wil
ik er nogmaals op wijzen, dat alle gemeen
ten er behoefte aan hebben, dat zij bezitters
van groote fortuinen onder hare ingezeteuen
■hébben. Dat zijn de koopkrachtige men
schen, 'die het geld onder het publiek bren
gen. Zij alleen kunnen maken, dat er een
krachtige middenstand in de gemeente aan
wezig is, die op hare beurt weder eene wel
varende arbeidersbevolking in het leven kan
roepen.
Ik geloof om al deze redenen, dat de in
voering van progressie voor onze gemeente
niet is aan te raden.
De heer Joris sen. Mijnheer de voor
zitter, ik zal niets toevoegen aan 'het door
den heer Plomp gezegde, waarmee ik mij ge
heel kan vereenigen. Ik zal mij alleen be
palen tot datgene wat gevraagd is door de
onderteekenaars van het voorstel. Zij willen
dat de raad èene commissie zal benoemen om
de zaak te onderzoeken. Maar waarvoor is
eene commissie noodig? De onderteekenaare
beginnen met te zeggen, dat zij van meening
zijn, dat het wenschelijk is eene progressieve
belasting naar het inkomen in te voeren.
Welnu, ik moet onderstellen, dat zij dit uit
spreken na degelijk onderzoek. Dan kan het
voor hen niet veel moeite izijn, met een uit
gewerkt voorstel hier te komen. Zij kunnen
er eene memorie van toelichting aan toevoe
gen, meer of minder •uitgewerkt. Als men
daarmee nog niet tevreden is, dan kunnen
zij in de afdeelingen nader duidelijk maken
waarom zij meenen, dat de progressie 'in het
belang van de gemeente is, en ten slotte heb
ben zij gelegenheid om in de openbare zit
ting 'hunne meening toe te lichten. Waarom
moet eene commissie benoemd worden, ter
wijl de heeren alle gelegenheid hebben om
zelf hunne meening duidelijk te maken? I'k
ben daar bepaald tegen.
De heer R ij kens. Mijnheer de voor
zitter, ik Ihad niet gedacht, dat ik tot ver
dediging van dit voorstel nog het woord zou
moeten voeren. Ik zal zeer kort herinneren
aan de geschiedenis van de izaak. Bij de be
handeling van de begroofcing van 1910 heb
ik de wenschelijkheid van de invoering van
progressie betoogd. Ik heb toen aan het
■dagelijksch 'bestuur gevraagd, of het voor
nemens was een voorttel daartoe in te die
nen. Het antwoord daarop was afwijzend.
Toen heb ik gezegd ,,Dan zal ik zoeken naar
geestverwanten om een voorstel in te die
nen".
Ik zal niet ingaan op het betoog van den
heer Plomp, die Ihier waarheden als koeien
en onjuistheden als olifanten 'heeft verkon
digd over de progressieDaar hébben wij het
nu niet over. Wij stellen on6 den loop 'van de
zaak zoo voorEr zal eene commissie van
•onderzoek benoemd worden. Die zal zicli de
gegevens verschaffen omtrent de ondervin-