BIJVOEGSEL Amersfoortsch Dagblad. Gemeenteraad AMERSFOORT. BIJ HET VAN Openbare vergadering van den gemeente raad van Amersfoort van O irisdag 10 Mei 1910, des .namiddags ten half twee ure. Voorzitter de heer burgemeester jhr. J. W. A. Barchma» Wuytiers. Tegenwoordig de heeren wethouders M. L. Celosso en T. Sanders, de heeren R. G. Rij kens, M. R. N. Oosterveen, J. W. Joris - sen. A. A. Hymens, A. M. Tromp van Holst. H W. van Esve'ld, A H. van Kal leen, X. Veis Heyn, C. J Plomp, S. J. van. Duinen, W. Salomons, D. Ruys en. J. C. Rolandus Hagedoorn en. de secretaris mr. dr. J. G. Stenfert Kroese. Afwezig de heeren D. Gerritsen en H. Kroes met kennisgeving. De notulen van de vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter doet de vergadering over gaan ini eene met gesloten deuren. De openbare vergadering hei-vat 'zijnde, deelt de Voorzitter mede, dat besloten is de notulen van de geheime vergadering van 22 Februari in het ppenbaar -voor te lezen. De Secretaris doet voorlezing van deze notulen, welke aldus luiden: De heer Sanders wenecht een enkel woord te spreken ovèr een artikel „Ongewenschte inmenging voorkomende in „de Eemlian- der" var 12 Februari 1910, no. 36, welk ar tikel tegen Burgemeester en Wethouders en in 't bijzonder tegen hem ie gericht. Spreker wenseht dit in een vergadering met gesloten deuren te doen, om te voor komen dat aan zijne woorden eene vijande lijke bedoeling toegekend zal worden. Daarna worden door den secretaris voor gelezen de brieven, gewisseld met het be stuur der Industrie- en Huishoudschool, nl. bet schrijven van Burgemeester len Wethou ders, d.d. 2 December 1909, afd. 1, no. 1909, het antwoord van liet. best-uur van 10 Februari 1910 en 'het schrijven van Burge meester en Wethouders van 21 Februari 1910, afd. 1, no. 234. De heer 'Sanders vervolgt daarna zijne rede als volgtIk vind het treurig, dat het bestuur 2 maaudén noodig 'heeft om een blief verkeerd, te beantwoorden. Hoe de aantasting van de zelfstandigheid van het- bestuur uit het schrijven van Bur gemeester en Wethouders tafgeleid wordt, is mij volkomen onduidelijk. Voor de raadsleden dit uiteen te zetten, is zeker overbodig. Meer aandacht verdient het, dat als gevolg van de onbescheiden heid vanwege liet bestuur, waarvoor ik liet bestuur zelf alsnog niet verantwoordelijk meen ite mogen stellen, een artikel in de „Eemlander" verschijnt, blijk gevende van de grootste onbescheidenheid. Dit is een daad van ongekende brutali teit, zoowel in binnen- als in. buitenlandsche journalistiek ongeëvenaard. De zaak wordt op deze wijze voor het forum gebracht, terwijl ze nog niet afge daan is en het publiek slechts ten halve wordt ingelicht. Dit is uit journalistiek oog punt zeer ernstig, zelf6 de socialisten in Duirschland gebruikten niet eene dergelijke strijdwijze, daar werden wel geheime aan schrijvingen gepubliceerd, waartegen op an dere wijze geen redres mogelijk was, maar hier betreft het eene eenvoudige 'zaak, die, nadat ze beëindigd was, in openbare discus sie had kunnen gebracht worden. Hierin ligt de onbescheidenheid. De schrijver van liet bewuste artikel heeft- geen idee van de verhoudingen tusschen liet ge meentebestuur een er zij ds en de gesubsi dieerde vereeniging anderzijds, "wat betreft ieders rechten en verplichtingen. De heer Rij kens in terrompeert met de vraag of hier de bespreking van een hoofd artikel van de Eemlander aan de orde is, waarop de heer Plomp antwoordt, dat liier gesproken wordt over het beleid van Bur gemeester en Wethouders. De heer Sanders vervolgt zijne rede door te zeggen: „Ik had dus gelegenheid té constateerendat de schrijver geen idee heeft van de verhoudingen tusschen ge meente en eene gesubsidieerde vereeniging, ten bewijze waarvan ik het artikel zal voor lezen." Hierna volgt, de voorlezing; de heer Ro landus Hagedoorn verlaat de vergadering. Na voorlezing concludeert dë heer San ders dit gemis aan inzicht en de genoemde onbescheidenheid heb ik willen inemoreeren. Ik heb dit in eene geheime vergadering ge daan om geen openbare vijandelijke daad +e verrichten. 5t- Zijn de ware vrienden die niet- schromen elkaar precies de waarheid, te zeggen". De heer Plomp: „Ik ben dankbaar, dat de zaak hier behandeld wordt, deze aan gelegenheid mag niet onbedekt blijven. Hiertegen moeten Burgemeester en Wet houders verdedigd worden, omdat het col lege natuurlijk niet in eene courant kan schrijven. Ik stel daarom voor aan het be stuur der school te vragen, of dit tegen pu blicatie der brieven geen bezwaar heeft." De heer Kroes ondersteunt het voorstel van den heer Plomip. De heer Jorissen „Is het de bedoeling de -zaak dan verder in. openbare behande ling te nemen?" De lieer Rijkens„Ik ben niet van. plan in den raad verantwoording te geven voor stukken, voorkomende in de „Eemlander". 't Ie bovendien niet uitgemaakt, dat het bestuur jnij ingelicht heeft." De heer Sanders: „Daarom heb ik ook ge zegd „vanwege het bestuur" en er duidelijk aan toegevoegd, dat ik hot bestuur in deze niet verantwoordelijk meen te mogen, stel len. U heeft igelijk, dat uwe daden als redac teur in het algemeen buiten den raad blij ven, maar waar een hoofdredacteur tevens lid van. den raad is en hij valt als redac teur het beleid van het dagelijksch bestuur aan door een aanval, die alleen mogelijk is door hei- begaan eener grove onbescheiden heid tegenover dat bestuur, daar is liet de plicht van dia raadsleden te zeggengij hadt als raadslid niet zoo mogéh handelen." De heer Plomp.Men heeft in deze ver gadering wel eens gesproken van ikieschheid. Getuigt het genoemde artikel van kiesch- heid? De heei' Rij kensJa, als het algemeen 'belang dat eisc'ht, schrijf ik over -zulke on derwerpen. De heer PlompDan moet u dat als raadslid 'hier ter sprake brengen. De heer Rijken®: Dat is mijn zaak. Het voorstel van den heer Plomp wordt daarop met algemeene stemmen aangeno men. Besloten wordt geen geheimhouding van het gesprokene en besloten© op te leggen. Ingekomen zijn de volgende stukken a. Besluit van de Gedeputeerde Staten van Utrecht, van 11 April 1910, 3e afdee- ling, no. 1153/875, tot goedkeuring van de raadsbesluiten van 5 April 1910, nos. 82a en 82 b, strekkende tot wijziging van de begrooting en tot betaling uit het artikel voor onvoorziene uitgaven, dienst 1909. Voor kennisgeving. 'b. Besluit van de Gedeputeerde Staten, van Utrecht van 11 April 1910, 3e iafd., no. 1152/882, tot goedkeuring van. het raadsbesluit van 5 April 1910, no. 84, tot regeling van de Zaterdagavondm'axkt Alsvoren c. Besluit van de Gedeputeerde Staten van Utrecht van 19 April 1910, 3e afd., no. 1151/931, tot goedkeuring van het raadsbesluit van 5 April 1910, no. 85, be treffende verpachting van terreinen voor de a.s. kermis. Alsvoren. d. Besluit van de Gedeputeerde Staten van Utrecht van 19 April 1910, 3e afd., no. 1150/932, tot goedkeuring van het raadsbesluit van 5 April 1910, no. 87, be treffende onderhand sche verhuring van de woning in de Koppelpoort. Alsvoren. e. Van Burgemeester en Wethouders pro ces-verbaaL van opname van de kas en boe ken van den gemeente-ontVanger op 25 April 1910. Ter secretarie ter inzage van de leden. f. Verslag van de Commissie tot bijstand' in het- beheer van de Gasfabriek over 1909. Zal worden gedrukt en opgenomen in het gemeente verslag g. Verslag van de Commissie bot bijstand in het beheer van Birkhoven over 1909. Alsvoren. h. Van de Commissie van toezicht op het Lager Onderwijs het verslag over 1909. Alsvoren. i. Van de Amersfoortsch© Industrie- ©n •Huishoudschool het verslag over 1909. Ter secretarie ter inzage van de leden. j. Van de Ambachtsschool het verslag over 1909 en tevens het verslag van den vakteékencursus voor ambachtslieden over 1909. Alsvoren. k. Van de Amersfoortsche vereeniging tot bestrijding der 'tuberculose het verslas oVer 1909. Alsvoren. 1. Eene dankbetuiging van II. Corver voor de hem toegekende periodieke verhoo- ging van jalarwedde. Dankbetuigingen van J. Jansma en H. J. ter Beeke voor hunne benoeming tot onderwijzer. Voor kennisgeving. m. Een adres van mr. W. H. A. Elink Schuurman, houdende verzoek tot voorwaar delijke deelneming aan den nieuwen hond voor onderlinge brand- en inbraak verzeke ring. In handen van B. en W. om praeadvies. n. Een adres van .het bestuur van de So ciaal-Technische vereeniging van democra tische ingenieurs en 'architecten betreffende hot gebruik van loodwit Alsvoren. o. Adressen van J. A. Jekel en anderen en van M. Brouwer, te Groningen, betref fende verlichting van. den Leusdenschen weg en het gelegenheid geven tot aansluiting aan het buizennet 'ter plaatse. Alsvoren. p. Een verzoek van G. Sardeman en J. Oldenihuis Tone kens om eene concessie voor het' exploiteeren van electrische klokken Alsvoren. q Een adres van het bestuur der Oranje- v-creen iging met verzoek voor 1910 eene subsidie van 200 beschikbaar te willen stellen. De V oorzitter. Aangezien dit sub sidie op de begrooting van 1910 is uitgetrok ken tot een bedrag van 200 overeenkom stig het verzoek van de vereeniging, stel £k 4

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 5