r.
Maandag 20 Juni 1910.
BÜÏTÉNLAND.
FEUILLETON.
Mijn Vriend de
9" Jaargang.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post - 1.50
Afzoi.Jorlijke nummer: - 0.05.
Tv: j Cou au verschijn dagelijks belialv op Zon- e» Feest
dagen.
Advertentiënmededeeliogen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgev«rs: VALKHOFF C®.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummar 66.
PBIJ8 D1R ADVIBTINTllN:
Van 15 regels f 0.5©.
Elke regel meer - 0.10,
Dienstaanbiedingen en aanvragen MS «enta bij vooruitbetaling
Groote letters maar plaatsruimte.
Voor handel en bedr^f bestaan zeer voordeeliae bepalingen tot
het herhaald adveHeeren in dit Blad, bij abonnement. Eeae
oireolairebevattende de voorwaarden, wordt ep aanvraag
toegezonden.
Aan hen, die met 1 Juli
a. s. op dit blad int eekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand Juni nog
zullen verschijnenkoste
loos toegezonden.
Politiek Overaj$bl
De strijd in Oostenrijk.
Kleine oorzaken hebben groote gevolgen.
Dat is in het algemeen waar, maar in den
politieken strijd in Oostenrijk vindt men
het dikwijls op treffende wijze bevestigd.
Èenige jaren geleden is de vraag der vesti
ging van eene parallel-klasse aan het gym
nasium van het stadje Cilli in Stiermarken
een strijdvraag geweest, waarover een mi
nisterie is gevallen. Thans heeft het niet
veel gescheeld, of men zou eene herhaling
daarvan hebben beleefd. Het'heeft maar een
haar gescheeld of het ministerie-Bienerth
zou zijn ontslag genomen he'bbeu om eene
dergelijke nietigheid, do vraag namelijk
waar de Italiaansche rechtsfaculteit moet
worden gehuisvest. Maar achter deze nietig
heden zit de rassenstrijd, die in Oostenrijk
een zoo gewichtige rol speelt, en daardoor
worden zij opgeblazen tot politieke strijdvra
gen, waarvan het bestaan van ministeriën
en de richting, waarin het regeeringsbeleid
wordt gevoerd, afliangt.
Voor eenige jaren reeds is, ter vervulling
van een lang door de Italianen in Oostenrijk
gekoesterden wen6ch, eene afzonderlijke fa
culteit opgericht, waar aanstaande juristen
het in het Italiaansch gegeven onderwijs
konden volgen. Die faculteit werd verbon
den aan de universiteit te Innsbruck. Dat
bleek echter een groote onhandigheid te
zijn, want nergens kunnen Duitschers en
Italianen zich slechter met elkaar verdragen
dan in Tirol, dat uit twee nationaal scherp
gescheiden deelen bestaat, Duitsch en Ita
liaansch Tirol. Na korten tijd reeds moest
de faculteit gesloten worden, om een einde
te maken aan de woeste tooneelen, door op
gezweepte nationale hartsfcoéhten verwekt.
Sedert wordt er vruchteloos naar gestreefd
de uit Innsbruck verdreven faculteit ergens
anders onder dak ite brengen. Verschillen
de plaatsen zijn er voor genoemd, in de
eerste plaats Triest, de groote handelsstad
die de uitvoerhaven van Oostenrijk is, maar
er behoefde slechts eene plaats genoemd te
worden of er stapelden zich bergen bezwaren
tegen op. Eindelijk begonnen de Italianen
het geduld te verliezende Italiaansche
leden van den rijksraad dreigden tot de op
positie te zullen overgaan, als de regeering
hen niet tegemoet kwam. En dat dit geen
ijdelo bedreiging was, heeft verleden
Woensdag de stemming over den begroo-
tingspost voor geheime uitgaven ter beschik
king van de regeering bewezen; die post iö
aangenomen met 239 tegen 212 stemmen.
Hadden de Italiaansche leden tegen in plaats
van voor gestemd, de post zou zijn geval
len.
De regeering lveeft nu eene oplossing aan
gekondigd, die zij beschouwt als voor al
len aannemelijk. In afwachting dat eene
definitieve standplaats zal zijn gevonden,
za! de faculteit tijdelijk, voor vier jaren, ia
Weenen worden gevestigd. Die oplossing is
echt Oostenrijksch, eene halfheid en eene on
oprechtheid tegelijk. Men zal moeten blijven
zoeken naar eene standplaats voor de Ita
liaansche faculteit. Maar dit kabinet heeft
zich uit den brand geredhet heeft zich
vau de zaak afgemaakt en de regeering, die
later komt, zal moeten zien hoe zij zich
redt.
De regeering heeft wijslijk zich van de
indiening van een op deze leest geschoeid
voorstel bij den .rijksraad onthouden, totdat
-zij de Zekerheid bezit, dat het zal worden
aangenomen. Heb is haar ook gellullct ,die ze
kerheid te verkrijgen, miaar niet dan imet
groote inspanning. Bij de Duitscihe paftijen
bestond, namelijk groot bezwaar om Weenen,
al was 't ook maar voorüoopig, als stand
plaats voor de Italiaansche faculteit aan te
wijzen. Dat bezwaar heeft minister-presi
dent Bienerth slechts kunnen overwinnen
door het stellen van de Ikabinets-kwestie.
Hij heeft aangekondigd, dat hij zijn ontslag
zou nemen, ails de Duitschers zich verklaar
den tegen het door hem voorgestane com
promis. De crisis zou ook dan uitbreken,
als het compromis werd aangenomen tegen
de stemmen vatn de Duitschersbaron Bie
nerth wilde, dat de 'bestaande meerderheid
zijn voorstel aannam, en hij weigerde het
uit de handen van de oppositie aan te ne
men. Daarvoor zijn de Duitscihe partijen
ten slotte gezwicht. Om hen tegemoet te
komen, is de toezegging gedaan, diat het
wetsontwerp, dat nu eerstdaags te verwach
ten is, uitdrukkelijk zal .uitspreken, dat de
voorioopige vestiging in Weenen na vier
jaren vervalt en dat de bepaling van de
Italiaansche standplaats bij de wet zal ge
schieden. Daarmee hebben zij hunne bezwa
ren op zijde gezet.
Tot toelichting schrijft de Neue Freie
Press©,,De bestaande meerderheid zal
niet uiteen vallien en de crisis zal niet uit
breken. De Duitschers zullen hét systeem
niet ten val brengen, dat hen wel niet het
verlorene heeft teruggebracht, hun machts
gebied niet heeft verruimd, maai- toch met
succes heeft tegengegaan, dat de reeds ver
geverderde slaviseering van het bestuur dag
aan dag verder voortging en dat het natio
nale bezit van de Duitschers steeds nog
,aan nieuwe aanslagen was blootgesteldDe
huisvesting van de Italiaansche faculteit in
Weenen zou overigens nooit zulk eene cause
célëbre geworden zijn, als niet het ui'twis-
sclien van het Duitsche karakter van Wee
nen een punt in het Czechisdhe nationale
program was, als niet de Slavische aanvallen
in 't vorige jaar de Duitsche afgevaardigden
haclden genoopt de wetgeving te hulp te
roepen tegen de pogingen om Ihet nationale
•karakter van Weenen te vervalschen. Nu
het beginsel om den isivloed van vreemde
talen uit Weenen verwijderd behouden, een
maal was gesteld, moest het de Duitsche
afgevaardigden bij'zonder zwaar vallen, zoo
kort na het voteeren van de wetten' tot be
scherming van de Duitsche taal op het be
ginsel zelf inbreuk be maken of te dulden,
dat bet van andere zijde verbroken werd."
Duitschland.
Potsdam, 19 Juni. Eene van het
nieuwe paleis uitgegane mededeeling houdt
het volgende in
Volgens eene door de lijfartsen Ilberg en
Niedern onderteekende mededeeling, neemt
de knie-aandoening van den Keizer een gun
stig verloop. De vochtmitstorting is, op een
klein restje na, verdwenen. Zweren bestaan
niet en de huid is niet aangedaan.
Het op onverantwoordelijke wijze ver
spreide bericht, dat eene operatie heeft
plaats gehad, is verzonnen. De in de Lokal-
anzeiger medegedeelde bijzonderheden ovei
eene operatie van den Keizer, die gisteren
zou hebben plaats gehad, inzonderheid de
feitelijke mededeelingen .over de komst van
geheimraad Bier in het paleis, de door de
lijfartsen bij de operatie verleende hulp enz.,
zijn geheel uit den duim gezogen. Geheim
raad Bier is gisteren in 't geheel niet in
het paleis geweest.
De Keizer blijft vooruitgaande. Officieel©
bulletins worden niet uitgegeven, omdat de
zwelling aan de knie, die zonder ontsteking
verloopt, van onschuldigen aard blijkt te
zijn.'De lijfarts kan alleen de behandeling
af. De Keizer moet het been ontzien, maar
is overigens welhij ontvangt bezoeken en
doet dienstzaken af. Hoe lang het genezings
proces zal duren, is niet zeker, misschien
eene week, maar mogelijk cok korter.
De Keizerin is gisteren met hare dochter
prinses Victoria Louise naar Hamburg ver
trokken om de wedrennen bij Horn bij te
wonen. Zij zal den Keizer vervangen bij
sommigen van de feestelijkheden, die hij be
loofd had bij te wonen ook de kroonprins
neemt een deel van de plichten over, die zijn
vader op zich had genomen.
B e r 1 ij n, 1 8 J u n i. Aan den minister
van landbouw von Arnim en den minister
van binnenlandsche zaken von Moltke is op
verzoek ont6lag verleend met toekenning
van de koninklijke kroon bij de orde van
den Rooden adelaar le klasse met eiken
loof.
In hunne plaats zijn benoemd de opper-
president van de Rijnprovincie baron von
Sc'horlenier tot minister van landbouw en
de opper president van Silezie von Dallwitz
tot minister van biimenlandsche zaken.
Het aftreden van de beide Pruisische mi
nisters, wier ontslag eergisterenavond, bijna
terstond na de sluiting van de zitting van
den landdag, werd bericht, is niet geheel
onverwacht gekomen. De beide afgetreden
ministers waren zwakke krachten; de heer
von Moltke, een neef van den veldmaar
schalk, had zeer tegen zijn persoonlijken
wensch het ambt van opperpresident van
Oost-Pruisen verwisseld met het minister
ambt; de lieer von Arnim, die in jongere
jaren zeeofficier was en later op zijne goe
deren landbouw dreef, heeft als minister van
landbouw aan de agrariërs geen reden tot
ontevredenheid gegeven, maar zich overi
gens door niets onderscheiden.
De nieuwe minister van landbouw, baron
von Schorleiner-Lieser, was tot dusver opper
president van de Rijnprovincie. Bij de be
handeling van het wetsontwerp tot wijziging
van de kieswet heeft hij eene rol gespeeld;
hij heeft in het heerenhuis het compromis
voorstel ingediend, waardoor de in het huis
van afgevaardigden door het blauw-zwarte
blok vastgestelde regeling voor de regeering
aannemelijk werd; in het heerenhuis werd
dat voorstel aangenomen, maar door het
huis van afgevaardigden werd het verwor
pen. In de beweging van katholieke edelen,
die in de Duitsche vereeniging eene van het
centrum onafhankelijke natioiiaal-katholieke
organisatie wilden stichten, heeft hij eene
leidende rol gespeeldmet het centrum staat
hij dus niet op goeden voet.
Van den nieuwen minister van binnen-
landsche zaken, den heer von Dallwitz, weet
i,uen niet veel meer dan dat hij een vriend
van den rijkskanselier is. Hij is vroeger
minister in het hertogdom Anhalt geweest;
in het vorige najaar is hij opperpresident
van Silezië geworden, waarop nu de benoe
ming tot minister is gevolgd. Indertijd, in
den strijd over de kanaalwet, behoorde hij
tot de landraden, die tegen de regeering
strijd voerden en daarvoor „gemassregelt"
werden
B e r 1 ij n, 18 Juni. De inschrijving
op de 4£ pet. MoskouKdewWoronesqh
oibdigatiën is Bieden ter®bond, nadat zij was
opengesteld, gesleten, omdat uit de verkre
gen inschrijvingen bleek, dat het teir be
schikking gestelde bedrag ver was overtee-
ikend.
Engeland.
Sir. Öha/rleis Harding© heeft zijne benoe
ming tolt onderkoning van Indië (hieraan te
danken, dait men lord Ivit-chtfner niet tot
dit ambt wilde .benoemen. Zijne benoeming
is in het kabinet wel te sprake gekomen,
maar afgestuit op den tegenstand van lord
Morley, die dreigde te zullen aftreden als
de gewezen legerbevelhebber in Indië onder
koning werd.
Lord Kitchener zit nu als een toornende
Achilles op zijne goederen in IerlandHet
ambt van inspecteur-generaal met stand
plaats in Malta 'heeft hij geweigerd.
Tot opvolger van lord Wolverhampton,
die wegens hoogen leeftijd is afgetreden als
lord-voorzitter van den Geheimen Raad, is
benoemd. Lord' Beauchamp. Graaf Beau-
champ heeft met een post aan het bof reeds
deel van dit liberale ministerie uitgemaakt.
Lord Wolver ham pt oh trad af op zijm 80en
verjaardag. Lord Beauchamp is 38.
Londen, 18 Juni. 10,000 vrouwen
hielden lieden namiddag een optocht door
de straten, om zich te begeven naar de Al-
bert Hall, waar eene groote vergadering is
gehouden tot ondersteuning van het wets
ontwerp betreffende het kiesrecht vooi
vrouwen.
Vele landen zijn vertegenwoordigd, ook
Nederland.
Spanje.
De antwoordnota van het Vaticaan op de
voorstellen van Spanje betreffende de ver
andering van het concordaat, is, volgens de
berichten, beslist afwijzend. De correspon
dent van de Imparcial te Rome bericht,
dat het Vaticaan voor de voortzetting rvan
de onderhandelingen verlangt, dat het ko
ninklijk 'besluit over de uitlegging van ar
tikel 11 der grondwet, in betrekkelijk libe
ralen zin zal worden ingetrokken, waarin
de Spaansche regeering in geen geval kan
treden. De liberale pers brengt heftige arti
kelen tegen het Vaticaan, dat tegenover
Spanje op zijne acjhtersite beenen gaat staan,
terwijl het met Duitschland schippert.
De regeering laat berichten, dat zij 'be
zig is aan het ontwerpen van eene wet om
de vestiging van nieuwe geestelijke orden
in Spanje te verbieden en. fiscale maatrege
len voorbereidt om de congregatiën te ver
plichten tot betaling van hoofdgeld van
hunne leden, van grondbelasting en be
drijfsbelasting en van een j aarlijksch recht
van 2i per mille op hunne goederen, als
compensatie van de successierechten, die zij
ontgaan.
Rumenië.
Bukarest, 18 Juni. De Indépen-
dance roumaine bericht, dat de minister
van buitenlandsche zaken aan den Italiaan-
schen gezant te Bukarest eene nota heeft
overhandigd, waarin is vermeld welke vol
doening van Griekenland wordt verwacht
naar aanleiding van het gebeurde in de ha
ven van Piraeus Rumenie zal acht dagen
'wachten is dan geen voldoening verkregen,
dan zullen de noodige maatregelen genomen
worden om de waardigheid en de 'belangen
van Rumenie te verdedigen.
Turkije.
Kön&tantinopel, 18 Juni. De
minister van buitenlandsche zaken heeft in
de Kamer geantwoord op eene vraag over
zijne reis naar Europa. Hij verklaarde, dat
uit de besprekingen in Parijs en Londen
gebleken is, dat de 'vier beschermende mo
gendheden niet van inzicht veranderd zijn
over de Kreta-kwestie, inzonderheid wat de
Turksche souvereiniteit betreft. Hij zedde:
Wij zullen voortgaan met eene definitieve
oplossing te verlangen, maar het is noodig
geduld te oefenen. Ons geduld zal niet als
zwakheid worden aangemerkt, omdat de ge-
heele wereld iweet, dat Turkije sterk genoeg
is om zijne rechten te Verdedigen. De hou
ding van Engeland is niet gewijzigd, die
van de andere mogendheden is steeds
vx iendschappelijk.
WTat het Russische arbitrage-voorstel be
treft, verklaarde de minister, dat men in
eene zoo gewichtige kwestie er niet aan
kan denken een beroep te doen op een
sche idsger echt
De parlementaire groep van vred©vrien
den heeft het voorstel om helt Kreta-vraag-
ist/u'k aan arbitrage te onderwerpen, ver
worpen. Zij 'besloot de .aandacht van de
interparlementaire uniie te vestigen op de
wensöhelijklheid van eene vreedzame oplos
sing der Kreta-Ücwe>stie.
Saloniki, 19 Juni. De Turksche
troepen zijn op hun marsch in het gebied
van Malitza op tegenstand gestuit. De op
gestane Ara anten zijn op de vlucht geslagen.
Vele Arnauten werden gevangen gemaakt.
Do verliezen van de Arnauten zijn onbe
kend de Turksche troepen verloren 2 lui
tenants en 16 manschappen.
K o n s t a n t i n o p e 1 1 9 J uui. De
anti-Grieksche boycotbeweging breidt zich
uit.
Griekenland
De Koning is Donderdagavond te Athe
ne teruggekeerd. De ontvangst was zeer een
voudig, maar door heb volk werd hij met
toejuichiwgen begroet; vooral op Ihet plein
voor het paleis was eene groote menigte
bijeengekomen.
Het söhijnt de regeering niet aangenaam
te zijn, wanneer het volk den Koning har
telijkheid toont.. Zij heeft den Koning ver
zocht luidruchtige begroetingen, zooals in
Patras en op Korfu hebben plaats gehad,
uit den weg te gaan,, om niet reactie en biu-
nenlar.dsche moeielij'kheden teweeg te bren
gen. De Koning was daarover aanvankelijk
verstoord, maar trok later weer bij, zoo
wordt uit Athene aan de Vossisdhe Ztg. be
richt.
Naar het Engelsch
78 VAN
C. K. en W. M. WILLIAMSON.
Niemand onzer scheen genegen zijn bij
val te betuigen, alleen meneer Barrymce
maakte een uitzondering. Hij zeide diat
liet inderdaad een goed plan was en aangc
namer voor ons dan hetgeen hij 'nad be
dacht en verzwegen, om voor ons een ver
rassing te bereiden. Uit Padua had hij
naar het hotel Britannia, waar wij zouden
logeeren, geseind gondels te zenden naar
het station te Mestre, om te voorkomen
dat wij door de achterdeur Venetië zouden
binnentreden. Nu konden dezen voor de
bagage dienen en het gezelschap van vijf
op meer luxerieuse wijze den tocht maken."
Gezelschap van zes, bedoelt u, tenzij
den prins een ongeluk met zijn auto o\er-
komt," merkte Beechy op.
„Neen, ik moet de car naar de garage te
Mestre brengen en kan u dus niet verge
zellen. Morray zal in de Britannia alios
regelen, en ik kom zoodra mogelijk. Hier
slaan wij den zijweg in naar Mestre, en nu
zult u al spoedig iets zeer interessants aan
don horizon zien verrijzen."
Ik was teleurgesteld, want zoo heel gaar
ne had ik bij mijn eersten blik op Venetië
den Chauffeulier in ons gezelschap gehad
het ging echter niet om dit te zegge.i. en
daar ieder zweeg zal hij wel gedacht heb
ben dat niemand belangstelde in zijn aan
wezigheid.
De richting naar Mestre werd door zulk
een klein bordje aangewezen dat niou het
licht over het hoofd kon zien, en de weg
zelf, waarlangs aan weerszijden een broed©
sloot liep, was belachelijk smal. Tante
Kathryn maakte zich doodelijk ongerust,
dat bij een der scherpe 'bochten ons <en
paard op zijn] achterste beenen tegemoet
zou komen, maar ik vertrouwde op meneer
Barryinore en genoot van het landschap -
ditmaal het echte vrije veld zonder palei
zen. villa's of boerenwoningen.
Het uitzicht werd eenigszins belemmerd
door buitengewoon lang gras, waarboven de
slingerende lijn der Carintlhische Alpen
zich uitstrekte. In de lucht was een prik
kelende geur van wier, een bewijs dat wij
in de nabijheid waren der lagunen en
van VenetiëToen verrees eensklaps aan
den horizon het „iets" waarvan meneer
Barrymore had gesproken, nevelachtig en
geheimzinnig maar toch goed herkenbaar
eenige paarsblauwe streepen, klokketo-
rens en koepeldaken tusscheu het goud van
de ondergaande zon en het grijs-groen van
het lange gras.
„Venetië", fluisterde ik. Ofschoon Bee
chy en tante Kathryn gelijktijdig riepen:
„O, diaar is het 1 Ik zag t het eerst!" giing
beider waardeering van het visioen spoedig
verloren in een discussie over de vraag met
welken titel zij de vrienden van den prins
moesten toespreken. Een vriendelijke villa
passeerend, waarheen een avenue van cy
pressen en platanen leidde, het effect ma
kend van maneschijn bij klaar lichten dag,
zagen wij iemand, die bij den ingang
stond, met de hand wuiven.
„Zoo waar, het is Leo Bari, de artist!"
riep sir Ralph uit. „Ik dacht, er niet aan
dat zijn familie hier woont. Ik ken hem
heel goed, hij komt dikwijls naar de Riviera
om te schilderen. Rijd langzaam, Terry."
Dus reed Terry" langzaam, en een mooie,
slanke jonge man trad op de auto toe, sir
Ralplh vroolijk in het Engelsch groetend.
Na aan ons te zijn voorgesteld, werd aan
zijn zuster, een bevallig Italiaansch meisje
met Titiaan-Jiaar, het verzoek gericht den
achtergrond te verlaten, waartegen liet gra-
cieuse wezentje zoo voordeelig uitkwam, om
kennis met ons te maken.
Met veel belangstelling informeerden zij
naar de details van onzen tocht, vooral bij
het vernemen dat ons plan was een week
in Venetië te blijven en dan naar Dalmatië
te rijden.
„Ik ga naar Ragusa schilderen," zeide
hij. „Al meermalen ben ik er geweest, en
dezen keer neem ik mijn zuster Beatrice
mede. Zij schildert ook. Morgen vertrek
ken wij met de Oostenrijksche Lloyd mis
schien ontmoeten wij elkaar daar wel."
„Is u ook te Cattaro geweest?" vroeg
tante Kathryn, over wier lippen de namen
der Dalmatische steden vlug en vlot rollen,
sindg zij er e©n kasteel en een tittel „ver
overde".
„Zeker, en ook te Montenegro."
„En herinnert u zicfli de huizen uit den
omtrek?" ging tante Kathryn voort.
„Twee jaar geleden ben ik er het laatst.
geweest, dus zou een huis al van heel jon
gen datum moeten ziju, wilde ik het niet
kennen," luidde het antwoord van den ar
tist.
„Ik bedeel een heel oud gebouw: Slosh-
er het kasteel van Hrvoya. Hebt u het ge
zien
„Die oude ruïne! Ja, ik beu er geweest.
Van het kasteel is niet veel meer overge
bleven, wel de rots waarop het stond."
Arme tante KathrynHet speet mij voor
haar, maar zij hield zich uitstekend. Trou
wens, het is niet het kasteel maar de titel,
waaraan zij de meeste waarde hecht de
titel en het recht .om overal kronen op te
laten borduren en schilderen.
„Mogelijk vraag ik u den een of anderen
dag er een schilderij van te willen maken,"
zeide ze. Luter echter toen wij den moeien
broer eu de bevallige zuster een „au revoir"
hadden toegewenscht, beweerde zij te twij
felen aan liet artistieke oog van meneer
Bari.
Wij reden snel door de schilderachtige
stad om den verloren tijd in 'te 'halen, en
toen wij haar verlieten, stoof een kleine
electrische tram ons voorbij die op een ver
hoogd pad naar zee liep. Wij volgden op
een met gras begroeiden weg en plotseling
zagen wij Venetië weer, zoo nabij dat wij
gemakkelijk het eene gebouw vau liet an
dere konden onderscheiden. Aan de over
zijde van een breed water scheen de stad
mijner droomen op zee te drijven.
„Kijk, ik deed dit ter wille van u, opdat
u op een wijze uwer waardig naar Venetië
zoudt kunnen gaan," fluisterde de prins mij
in, zich bij ons voegend zoodra wij waren
uitgestapt. Hij wees een prachtigen gondel
aan met een handbeweging, zoo sierlijk en
plechtig als ware hij de Genius, die Aladin
op het te voorschijn getooverde paleis attent
maakte. De glanzende zwarte jas van het
zwaan-achtige ding deed de gouden orna
menten, waarmede het versierd was, volko
men tot hun recht komen, en twee gonde
laars, gekleed in donderblauw en rood en
wit, stonden rechtop als twee bronzen stand
beelden.
Blootshoofds hielpen zij ons instappen, en
noch de afwezigheid van den Chauffeulier,
noch do aanwezigheid van den prins kon
den het nu volgend uur voor mij bederven.
In half zittende, had liggende houding
was ik diep in de zachte kussens gezonken,
terwijl de beide bronzen statues, hun lange
roeispanen rhytmisch bewegend, mij naar
Venetië voeren. Mij naar Venetië.
Een gevoel kwam over mij, als zweefde
ik van tusschen een coulisse van een groot
toomeel naar het voetlicht om een heldin
nen rol te vervullen. Avondklokken, den zons
ondergang in een zegelied, bezingend, ruisch-
ten in zachte, hamonisclie tonen over 'het
wijde water en deze lieflijke zang was het
„leitmotif" voor mijn binnenkomst.
„Wat een schande dat wij nu in motor
pakjes zijn," zei ik tot Beechy. „Vrou
wen hoonden afzonderlijke gondelgewaden
te dragen eiken dag een andier. Ik zou
gaarne een donkerrood killeed hebben, en
een lichtgroen en een lila eai wellicht ook
een rozerood, alle heel artistiek gemaakt
en niet op onze stijve moderne m'anier."
Wordt vervolgd.