IVs. 5». Vrijdag 22 Juli 1910. BUITENLAND. FEUILLETON. jMrgMf. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNBMÏNTSPBIJ8: Per 8 maanden toot Amersfoortf l.OO. Idem franeo per post - l.SO \fzoi.derlf)k« nummert - 0.05. D«.:\j Cowan rereehljn dagelgks behalv op Zon- en Feest dagen. Advertentilnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens b(j de Uitgevers in te zenten. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intaraomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels f 0.50, Elke regel meer - 0.10, Dienstaanbiedingen en aanvragen 85 cents bij vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. De .Burgemeester van Amersfoort brengt ter kennis van belangthebbendeii,, dat schietoefeningen zullen plaats htefcfben van 22 Juli tot en met 13 Augustus a s. van verschillende verdedigings werken in de Steffiing van deu Helder: a. van het fort Kijkduin, waai bij de zee on veilig is tusedhen <le ware richtingen Z.W. en N.W. cot op 8000 M. van het fort b. van het werk Kaaphoofd, iwaarbij onveilig wordt gemaakt een sector Oussehen de ware richtingen N.W. en N.N.O. of tiussohen de ware richtingen West en Noordtot op 4500 Mvan bet werikc. van het fort Erfprins, waarbij het onveilige terrein ligt lussohen <le ware richtingen West en N.N.O., tot op 'hoogstens 9000 M. van (het fort; dat de on veilige sector voor elk fort aal worden aangegeven door 'bakens, op het fort of op de zeewering ge plaatst, en wel: voor Kijkduin door een stel bakens, voorzien van een rondte schijf; voor Kaaphoofd door een stel bakens, voorzien van een driehoek; voor Erfprins door 2 stel 'bakens, waarvan één steil voorzien van 2 d'warsttatten, de U.-lijke grens, en één dtel, voorzien van 1 dware- lat, de W.-lijke grens aangeeftdat op de dagen waarop gevuurd wordtvan den lichttoren van Kijkduin of 'het fort Kijkduin en van de -betrok ken forten eene roode "vlag zal waaien, die 3 uur vóór ilitet begin der oefening halfstok en één uur .vóór de oefening geheel voorgeheschen wordt; dat bovendien op den avond vóór en op de dagen waarop gevuurd wordt>5> een waarschu wingsbord zal geplaatst worden op het terrein van den gemeentelijken. vischaMag te Nieuwe- diop; dat, indien een stoom/vaartuig tot nvaar- schuwen of slepen aanwezig is, zal, indien de oefeningen zulks toelaten, aan kleinere vaartui gen diesgewensch't hulp worden ver'leend om uit den onvei'ligen sector te komen; dat op 26 en izoo nooilig odk op 27 Juli a.s. van het fort Pampus zal gevuurd worden met kanonnen van lidlit 'kaliber (6 c.'M.), waarbij onveilig wordt ge maakt een sector, 'begrensd' door de ware -rich tingen N.-W. door .Noord tot Z.-0. t. Z. (190 gr.) tot op 4500 iM. van 'het fort; dat op 28 en zoo noodig ook op .29 Juli a.s. gelijksoortige oefeningen zullen -worden gehouden, waarbij on veilig -wordt gemaakt een sector, begrensd door de ware richtingen O. N.-O. door Oost tot Z.-O. t. Z. (79 gr.) tot op 4500 Al. van het fortdat op de dagen, waarop gevuurd' /word't, van het i'orb Pampus een roode vlag aal waaien, die 3 uur vóór het 'begin- der oefening 'halfstok en één uur vóór de oefening gelheell voorgeheschen -wordt dat bovendien- tegelijkertijd en- op dezelfde wijze roode -vlaggen- auffksn -waaien, van de (batterijen Diemordam en D-urgerdam, de westbait'teriji nabij M-uiden en den Kerktoren te -Maiider-bergdat op 27 en 28 en izoo noodi-g ook op 29 en 30 J'u'li a.s, ivani- liet werk aan het IJ -voor Diemerdam ge vuurd zal worden met geweerpatronen uit mi trailleurs), waarbij onveilig wordt gemaakt een sector, begrensd door de ware richtingen. N.-W. d-oor Noord' tot Oost -(135 gr.) tot op 2500 M. van de Ivustbatterij alldiaardat op de dagen, waarop gevuurd -wordt, van de Kustbatterij een roode vlag zal waaien, die 3 uur vóór het -begin der schietproef halfstok en één uur voor de schietproef geheel vooigeöiéschen word't; -dat bovendien tegelijkertijd en op dezelfde wijze roode vlaggen zaïl-lten waaien va.n de West-batterij nabij Muidon en van de Kustbatterij" 'van liet -weirlc aan het IJ op lliet vu'ur-'toreneiland. Amersfoort, 21 Jufli 1910. De -Burgemeester voornoemd', WUU TIERS. Politiek Overzicht Het Grunwaldfeest. Er zijn 120 jaren voorbijgegaan sedert het koninkrijk Polen uit de rij der staten is verdwenen. Maar al hebben de Po lep hunne nationale zelfstandigheid verloren, het nationale bewustzijn leeft onder hen on verzwakt voort. Daarvan getuigt een herin neringsfeest, dat dezer dagen door hen is gevierd Den 15en Juli 1410 werd in den Grun wald (Oost-Pruisen), op de plek waar nu het dorp Tannenberg staat, een veldslag ge leverd, waarin de Duitsche ridders onder hun Hochmeister Ulrich von Jungingen ver slagen werdén door een bijna dubbel zoo sterk Poolsch-Litauwsch leger. Die veld slag Jeeft nog steeds voort in de herinne ring van de Polen men heeft hem genoemd een „Slavisch Marathon", en niet ten on rechte, want die dag is het uitgangspunt ge weest van eene nationale ontwikkeling, die hen jarenlang eene eerste plaats deed inne men onder de volken van Europa. De 500e gedenkdag van dezen veldslag is gevierd met een grootsch herinnerings feest. Als plaats daarvoor was gekozen Kra- kau, de oude kroningstad der koningen van Polen. Daar werd op dien dag een stand beeld onthuld van Koning Jagello, den aan voerder onder wien de Polen deze overwin-, ning op de Duitsche ridders hebben behaald Een stoet van vele tienduizenden, meer dan tien Kilometers lang, trok langs dit monu ment naar het Wawel-slot, waar gedelifeerd werd voor de sarcophaag, waarin het stoffe lijk overschot van Jagello rust, en kransen bij honderden neergelegd werden, afkomstig van overal waar Polen verblijf houden. Het feest is waardig verloopen. Geen wan klank, geen valsche noot stoorde de har monie. Henryk Sienkiewicz had eenigen tijd te voren een open brief aan zijne landgenoo- teu laten verschijnen, om hen aan te sporen zich op dezen dag te onthouden van alles, wat aan de waardigheid van deze betooging afbreuk zou kunnen doen. Zijn wachtwoord is stipt opgevolgd. En in de welsprekende rede, die Paderewski aan den voet van het standbeeld van Koning Jagello hield, kon hij naar waarheid verklaren: „Dit gedenk- teekeu is geen gewrocht van haat, maar oen getuigenis van geloof en hoop". Maar het spreekt van zelf, dat in de be schouwingen, die de Poolsche pers aan dezen dag wijdde, het hoofdthema was de verge- king tusschen het verleden en het heden. De toon waarop deze beschouwingen zijn ge stemd, is verschillend naarmate van do streek, waar zij vandaan komen. Aan de stemme'n uit Oostenrijksch-Polen kan men merken, dat het Poolsche element 't daar nog niet zoo kwaad heeft. Inderdaad ver- keeren de Polen in Oostenrijk in eene be voorrechte positie, vergeleken bij hunne Russische en Pruisische broeders; het Grun waldfeest had in Russisch en in Pruisisch Polen niet gevierd kunnen worden. Het leed over de verdrukking in Rusland wordt getemperd door de gedachte aan de stam verwantschap, die de hoop levendig houdt op eene betere toekomst. Maar in Pruisen is de verbittering over de Oostmarkenpoli- tiek, die de regeeriug met den steun van den landdag voert, het alles overlieerschen- de gevoel, dat zich lucht geeft. Ten bewijze daarvan moge de kleine bloemlezing dienen, die hier volgt: De Lech„Onze heilige strijd is niet eene heldhaftige krachtsinspanning voor eens zoo- als voorheen op de velden van Tannenberg, maar eene aanhoudende worsteling met het ons opgedrongen geweld en met de on.gerchtig heid... De hedendaagse he kruisridder heeft geen 'begrip van onze kwalen en smarten. De eenige redding is daarom gelegen in ons zelf Onze voorouders hebben den huiselijken 'haard mot het zwaard in de hand tegen den listigen indringer verdedigdook wij moeten thans onze huizen beschermen voor het binnendrin gen van vreemde cultuur, vreemde taal, vreemd geloof. Moge onze strij-d ook eindi gen met zu'lk c ne overwinning als -die van onze heldhaftige voorvaderen op de velden van Tannenlberg." De Dziennik Kujaweki: „Wanneer iemand ons yraagt of liet ons, de onvrijen, past den dag van heden te vieren, dan antwoorden wij: Ja! Door het leed van de slaver nij, die ons neerdrukt, door het lijden van onze kinderen, door het streven naar het licht van den hemel hebben wij, hoezeer dee moedig en treurig, het recht den terugkee renden dag van den Tannenibergslag te vie ren. Met een eed in het !hart staan wij op den huidigen dag. Heden gelijk 500 jaren ge leden bedreigt on6 dó Germaanse he vloed uit het westen. Evenals ten tijde van onze voorouders voelen en verstaan wij het ge vaar ook wij gorden ons aan tot den strijd." De Gazeta Polska: „Moge heden, op den 500en gedenkdag van den Tannenbergslag, op den Poolschen grond het oer-Poolsche zegelied klinken en voor de gansche wereld: getuigen, dat wij leven, en bereid zijn ons nationaal leven tot den laatsten ademtocht te verdedigen. O dierbaar vaderland! De kreet dringt uit het hart: ,,A1 lijdt gij. al zijt gij onvrij, gij zult nooit ondergaan, nooit 1 Wij zullen u verdedigen." De Narod-owie-c „De hedendaagsche strijdi woedt op geestelijk gebied. Wij zullen in den strijd overwinnen, als wij in staat zijn onze taal en de Poolsche aarde als het hoog ste nationale goed in handen te houden, Pool6ch te denken en te voelen zooals onze voorouders deden." De Kuryer Slaski: „Heden i6 de strijd' opnieuw ontbrand. Nieuwe vervolgingen van het Poolsche volk. Wij moeten strijden, voor al in Pruisen, waar wijl te maken hebben met het in hakatisme veranderde kruisridder- dom. Elk toegeven in dezen strijd! is voor ons een verlies. Laat ons aanhoudend strijden want zonder strijd is er geen leven." Dit zijn slechts enkele stemmen uit een gelijk gestemd: koor. Dultschland. De commissie van de Pruisische vereeni- gir.gen voor lijkverbranding, die zich tot den nieuwen minister van binnenlandsbhe zaken von D-allwitz had gericht met het verzoek om 'beschikking op de vroeger inge diende verzoekschriften tot toelating van de facultatieve lijkverbranding, heeft tot antwoord gekregen, dat de overleggingen over de vraag of en welke maatregelen no pens de toelating van de lijikverbranding in Prui-sen zullen worden genomen,, in den boezem van de koninklijke staatsregeering nog niet ten einde gebracht zijn. Fran krik Het onderzoek van de Kamercommissie in het Rochette-schandaal ru6t voor 't oogen- blik, omdat de voorzitter Jaurès zich eene korte vacantie gunt, maar inmiddels wordt de poleirdek tusschen de verschillende in de zaak betrokken personen steeds heftiger. Er is een scherp conflict tusscben den offi cier van justitie en de prefectuur van po litie. Naar aanleiding van de bewering van den gewezen minister-president Clemenceau en zijne broeders, dat het 0. M. de over haaste gevangenneming van Rochette heeft uitgelokt, verzekert de officier van justitie Monier. dat men hier met zwakheid van geheugen te doen heeft. Wanneer zijne di recte superieuren, de procureur-generaal en de minister van justitie, ziju antwoord op de verklaringen van Clemenceau zouden wil len weten, dan konden zij zeer goed be diend worden. Hand iu hand hiermee gaan scherpe aan valler. tegen Clemenceau, wien verweten wordt, dat hij met zijne mededeel in gen den prefect va j politie heeft tegengesproken, of schoon hij eerst seinde, dat hij aan diens verklaringen niets had toe te voegen. Wan neer Clemenceau na zijne wereldreis terug komt, hetgeen tegen 't laatst van Augustus wordt aangekondigd, dan zal men daarover nog wel meer hooreu Engeland. Volgens de Daily News zal de gezanten- post in Petersburg worden toevertrouwd, aan den gezant te Konstantinopel, sir Gerard Lowther. Voor het ambt van gezant te Konstantinopel komt in de eerste plaats in aanmerking de heer R. W. Graver, die in den consulairen dienst werkzaam geweest is te Erzeroem en te Saloniki en later een der Europeesche financieele gemachtigden in Macedonia is geweest. Zijne benoeming zou het bewijs leveren, dat de dienst in het con sulaire korps geen beletsel oplevert om over te gaan iu den diplomatieken dienst. Na hem wordt het meest genoemd Sir Maurice de Bunsen, thans gezant te Madrid. De spcorwegstaking op den North-Eas- ternspoorweg, die het verkeer in liet New castle-district zeer belemmert, wordt aan nietige oorzaken toegeschreven. De onmid- delijke aanleiding was het ontslag van een wisselwachter, maar sedert geruimen tijd heerschte er gisting onder het personeel, dat klaagde over tirannieke behandeling -door sommige hoogere ambtenaren. De sta kers hebben geen© ei&ehen aan de spoor wegmaatschappij gesteld en op een tweetal vergaderingen, die zij hielden, werd het voorstel om eene deputatie te zenden naar de directie, afgewezen. Er ontbreekt dus aan de zijde van de arbeiders eene tot onder- handelen bevoegde commissie. De staking is eene zonder voorbereiding uitgebroken syni- patniestaking, waaraan eene langdurige gis ting voorafging. (Uit de telegrammen blijkt, dat de staking geëindigd is). Noorwegen. De Noorweegisch-Zweedsch-Russische con ferentie tot voorbereiding der oplossing van de Spitsbergen-kwestie i-s t-e Christian ia bijeen gekomen. De conferentie zal waar schijnlijk drie weken dux*euDe beraadsla gingen worden gevoerd met gesloten deuren. Italië. De te Bern verschijnende Bund verneemt, dat de commissie uit het Italiaansche par lement, die rapport moet uitbrengen over het Gotthard-verdrag, heelt 'besloten de Ka mer aan te bevelen om het verdrag te ver werpen. De Italiaansche regeering doet echter moeite, om de commissie tot intrekking van haar besluit te 'bewegen. Oostenrijk-Hongarija. Graaf Aehrenthal, de minister van bui tel, landsche zaken van Oostenrijk-Honga- rije, heeft zich gistermorgen naar Mariën- bad begeven, waar hij heden of morgen eene ontmoeting heeft met den nieuwen Duitechen staatssecretaris von Kiderlen- Wachter. Uit Weenen wordt aan de Vos- 6ische Ztg. bericht, dat van deze bijeen komst' geen bijzondere regelingen te ver wachten zijn. De overeenstemming tusschen de centrale mogendheden in alle politieke kuestiën is volkomen. De internationale toestand wordt in de welingelichte kringen te Weenen zeer kalm en met vertrouwen 'beschouwd. Men meent, dat er geen sprake van is, dat Rusland de Russisch-JapansChe overeenkomst van 4 Juli tot grondslag van eene agressieve politiek in Europa zal ma ken. Te dien aanzien wordt aan de verze kering van de Nowoje Wremja, dat Rus land den vrede in het oosten en het westen wil gebruiken tot verzameling en nieu-' we regeling van zijne krachten in het bin nenland, volledig geloof geschonken. Of eene ontmoeting van grootvizier Hakki Pacli-a met graaf Aehrenthal te Mariënbad zal plaats hebben, staat nog niet vast. De reis van den grootvizier is afhankelijk van de terugkomst van Djavid Pacha, den mi nister van financiën, die in Parijs onder handelingen voert over eene Turksche lee ning. Een samenkomst van Aehrenthal met Hakki zou geen nieuw moment in de Bal kan-politiek brengen. Tusschen Turkije, Ooster.rij-k-Hongarije en Duitsc'hland be staat sedert de laatste phase van de Kreta- kwestie eene verhouding, die als dankbaar vertrouwen van Turkije in de politiek van da centrale mogendheden kan worden aan geduid. Budapest, 21 Juli. In de Kamer heeft de minister-president de regeerings- partij verdedigd tegen de aanvallen van de oppositie. M-eb betrekking tot het Banbvraagstuk verklaarde de minister, dab hij naar eene regeling streeft met heb eeniigo doel, te wa ken over de veiligheid v,an Ihe-t openbaar crediet. Over de verhooging van de militair© las ten zei de hij, dat het rijk verplilht is zijne weerkracht in overeenstemming te breoigen met die van de andere groote mogendheden. De houding van het leger tijdens de crisis naar aanleiding van de annexatie van Bos nië en Herzegow.ina, was zoo schitterend, dat het geheele land met trots en voldoening werd vervuld. Men heeft gezien, welk een onwaardeerbaar bezit een leger is, dat voor liet Rijk een waarborg is van veiligheid en van prestige. In zake de kiesrechtshervormiiing verklaar de de minister, dab men moest rekening hou dei-, met lien, die beducht zijn voor be treurenswaardige gevolgen van te diep in grijpende hervormingen. Wat de klachten over misbruiken bij de verkiezingen betreft, merkte de minister-president op, dat de op positie-partijen eenvoudig zouden kunnen bekennen, dat de publieke opinie zich van hen afweudde. Evenzoo bekende de minister president met bescheidenheid, dat de over winning van de regeeringspartij niet zoo zeer te danken is aan geestdrift voor haar program, dan wel aan ontevedenheid, ver oorzaakt door het bewind der coalitie. (Da verende toejuiching.) H.A.NZEA. TEN. door RUDOLF^ HER ZOG. „Zeg 1 ben j ij wel eens in Straat Malak- ka geweest?" „Neen." „Nou, als jij daar nog niet geweest bent, weet jij ook niet® van die aardige bruine meisje uit Singapore „Neen, helaas niet." „Dat begrijp ik. Anders zou je aan mij. die daar rechtsrteeks vandaan kom, niet vragen of ik iets heb aan te geven. Ik zou toch niet kunnen betalen. Viat je?" „Heb je dan je heele gage bij die knappe Maleische juffertjes zoek gebracht?" „Tot den laatsten rooien cent toe! Maar je moet toch ook eens wat pleizier hebben in je leven 1 Wij zijn nog niet zoo oud Yin-je ook niet? En dat je het terugzien van moeder de vrouw een avond uitstelt, is toch wel door d© vingers te zién." „Goeie hemel, stuurman, je arme vrouwschrik maar niet, niaar je arme vrouw „Alle duivels wat is er met moeder de vrouw? Is er iets gebeurd?" „Hou je bedaard, stuurman Hesz, ge draag je als een man." „Ze is toch niet dood? Nee, dat is on mogelijk 1" „Neen," zeide de adjunct-commies me delijdend, terwijl hij hem vertroostend op dien schouder klopte. „Dood is zij niet. Maar gisteravond, toen de „Alhambra" binnengekomen en op de boel gemeerd was -ja, ik lieg niet als ik zeg, dat ze zesmaal hier geweest is om te vragen naar stuurman Hesz, of hij al gepasseerd was en of hij veel bij zicli had,, waarvoor inko mende rechten moesten worden betaald.... jon genjongen „BJiksemsche grappenmaker!" Stuur man Hesz stond op den steiger. „Nu, adjuus! Groet z© thuis 1" De stuurman krwam iets naderbij. Met de punt van zijai tong streek hij achter zijn kies, lraailde de pruim tabak naar voren, woog hem even op de tong, en spoog liem toen snel tegen de dekklep van de pet van den ambtenaar der belastingen. „Pak aan als dank! Bevalt je dat?" In de huizenrij langs de haven werden de vensterluiken nu allengs geopend en de kleine gordijntjes weggeschoven. De oude verweerde huisjes, met de lokkende uithangborden, deden zich in de levenwek kende morgenzon voor als bejaarde koket- ten. Hier en daar kwam. ook de waard uit de kelderkroegen te voorschijn, in hemds mouwen, de zeemansmuts scheef op het hoofd. Met eerst een onderzoekenden blik op de haven en toen naar de lucht begon nen zij de luiken weg te nemen, die des nachts voor beschreming, dienden tegen de straat en tegen den eenzamen, veelal zwaar heen en weer slingerenden J-anmaat. Daarna begaven zij zich achter de toon bank. waarop de fiessclien met ihlandschen en buitenlandsclien brandewijn waren uit gestald, en volgden met de oogen de stoere dienstbode, die het lokaal schoonmaakte, de matjes uitklopte en het stof wegsloeg van de alligators, haaien, zwaard- ©n zaag- visschen, die af en toe een krachtigen slag met den stofdoek kregen. Op straat werd het meer en meer woelig- Zware vrachtwagens ratelden over het pla veisel en gingen niaar hun laadplaatsen. Zeelieden verzamelden zich voor de ver huurkantoren om zich te laten aanmonste ren voor een nieuwe reis. Sjouwerlieden trokken in kleine troepen van en naar de plaatsen, waar arbeid werd uitgedeeld. Jonge en meer volwassen menschen, lachen de en meer stemmige mannen in een flink, blauw duffëlsch pak, mannen in het ar beidereboezeroen en arme tobbers in arm zalige plunje. De dag was aangebroken en ieder moest aan den kost komen. En terwijl er in de stad, de stad der kantoren, en in de buitenwijken, waar de me<?r welgestelde burgers woonden, nog vredige rust- heerschte, had de dag in het havengedeelte reeds alle registers van de dagmuziek uitgetrokken. Bij den Sint Pauli-steiger lag een klein, hecht, stoombootje- De stuurman lag lui op de bankde jongen vooruit hield scher pen uit-kijk. „Nog niets te zi«n Van meneer Twer sten," luidde zijn bericht. „Kom ©ven hier om mijn pijp aan te ste ken." De jongen streek tegen zijn leeren broek een lucifer af en hield dien in den pijpe- bop. Toen ging hij weer naar zijn post-. „Nog niets te zien van meneer Twersten." Half slapend bleef de stuurman door- rooken. „Goed," mompelde hij, „dan kan je iete hartigs voor mij halen, een slokje, waar een christeumensch wat aan heeft." „P-as op daar komt meneer Twer sten „Wat duivel!...." De stuurman was on middellijk opgesprongen en nam een kaars recht houding aanterwijl hij den jongen, die met één sprong achter hem was komen staan, den heetcn pijpekop in de hand stopte. „Au!" „Doe wegl" Een rijtuig kwa min vluggen draf van het Johannisbolwerk aanrijden. Dicht bij den steiger hield het stal. De koetsier trok de teugels aan en greep groetend naar zijn hoed. Twee heeren ©tapten inmiddels uit. „Tegen één uur, Frederik „Goed meneer!" „Nu, kom je, Robert? Het slaat daar negen uur." „Ja, dadelijk papa. Ik geef den vos een klontje suiker. Ik zie altijd met zoo'n ge noegen, hoe mooi hij gevormd is." Karei Twersten zag met halfgesloten oogen naar zijn zoon. Toen zei hij kortaf: „Vooruit, Frederik 1" en ging den weg op naar den steiger. Eenige oogenblikkeu bleef hij stilstaan. Met wijdgeopende oogen keek hij in de richting van Steinwarder. Een diepe zucht ontsnapte aan de breodo borst. Het zware hoofdhaar was geheel grijs, maar in den donkeren baard was nog geen zilver spiertje te bespeurenHet was der sterke, veerkrachtige gestalte aan te zien, dat er liet bloed der kustbewoners in vloeide, evenals vroeger in de voor ouders. De zoon gaf in lichaamslengte niets toe aan den vader. Maar hij was fijner gebouwd en -zijn gelaatstrekken waren bewegelijker. Een zuidelijke gloed straalde uit, de donkere oogen van onder het zwarte, kortgeknipte haar. Als hij het kleine kneveltje opdraaide, zag men het lachen van een jongensachti ge» mond. „Goeden morgen!" zei Twersten. Hij had den- «trammen groet van zijn stuur man opgemerkt en ging haastig den stei ger op iiaar zijn stoombootje, langs de lig plaats van het stoomveerbootje heen. De stuurman en de jongen hielden de boot ötevig tegen het hoofd, en Twersten en zijn zoon stapten in. „Los, naar de werf!" De stuurman beproefde de machine, dooi deze achtereenvolgens eenige slagen te la ten doen, terwijl de jongen inmiddels het roer hield. Juist stak terzelfdertijd do veerboort af. Zij moesten dus even wach ten tot het vaarwater vrij was. „Los nu!" „Wacht even... Daar is meneer Vanheil, papa. Met Marga. Zij hebben het veer- bootje niet meer kunnen halen." „Heidaar!" riep meneer Vanheil, met zijn hoed naar het groene vaartuigje wui vende. „Daar gaat hij ér zoo waar van door zonder naar ons om te zien Goeden morgen, TwerstenNeen maar, is dat loo- penPapa heeft zijn Vest gedaan, is het niet, kindje?" Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1