IVs. 5».
Vrijdag 22 Juli 1910.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
jMrgMf.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNBMÏNTSPBIJ8:
Per 8 maanden toot Amersfoortf l.OO.
Idem franeo per post - l.SO
\fzoi.derlf)k« nummert - 0.05.
D«.:\j Cowan rereehljn dagelgks behalv op Zon- en Feest
dagen.
Advertentilnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens b(j de Uitgevers in te zenten.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intaraomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels f 0.50,
Elke regel meer - 0.10,
Dienstaanbiedingen en aanvragen 85 cents bij vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
De .Burgemeester van Amersfoort brengt ter
kennis van belangthebbendeii,, dat schietoefeningen
zullen plaats htefcfben van 22 Juli tot en met 13
Augustus a s. van verschillende verdedigings
werken in de Steffiing van deu Helder:
a. van het fort Kijkduin, waai bij de zee on
veilig is tusedhen <le ware richtingen Z.W. en
N.W. cot op 8000 M. van het fort b. van het
werk Kaaphoofd, iwaarbij onveilig wordt gemaakt
een sector Oussehen de ware richtingen N.W. en
N.N.O. of tiussohen de ware richtingen West en
Noordtot op 4500 Mvan bet werikc. van het
fort Erfprins, waarbij het onveilige terrein ligt
lussohen <le ware richtingen West en N.N.O., tot
op 'hoogstens 9000 M. van (het fort; dat de on
veilige sector voor elk fort aal worden aangegeven
door 'bakens, op het fort of op de zeewering ge
plaatst, en wel: voor Kijkduin door een stel
bakens, voorzien van een rondte schijf; voor
Kaaphoofd door een stel bakens, voorzien van
een driehoek; voor Erfprins door 2 stel 'bakens,
waarvan één steil voorzien van 2 d'warsttatten, de
U.-lijke grens, en één dtel, voorzien van 1 dware-
lat, de W.-lijke grens aangeeftdat op de dagen
waarop gevuurd wordtvan den lichttoren van
Kijkduin of 'het fort Kijkduin en van de -betrok
ken forten eene roode "vlag zal waaien, die 3 uur
vóór ilitet begin der oefening halfstok en één uur
.vóór de oefening geheel voorgeheschen wordt;
dat bovendien op den avond vóór en op de
dagen waarop gevuurd wordt>5> een waarschu
wingsbord zal geplaatst worden op het terrein
van den gemeentelijken. vischaMag te Nieuwe-
diop; dat, indien een stoom/vaartuig tot nvaar-
schuwen of slepen aanwezig is, zal, indien de
oefeningen zulks toelaten, aan kleinere vaartui
gen diesgewensch't hulp worden ver'leend om uit
den onvei'ligen sector te komen; dat op 26
en izoo nooilig odk op 27 Juli a.s. van het fort
Pampus zal gevuurd worden met kanonnen van
lidlit 'kaliber (6 c.'M.), waarbij onveilig wordt ge
maakt een sector, 'begrensd' door de ware -rich
tingen N.-W. door .Noord tot Z.-0. t. Z. (190 gr.)
tot op 4500 iM. van 'het fort; dat op 28 en
zoo noodig ook op .29 Juli a.s. gelijksoortige
oefeningen zullen -worden gehouden, waarbij on
veilig -wordt gemaakt een sector, begrensd door
de ware richtingen O. N.-O. door Oost tot Z.-O.
t. Z. (79 gr.) tot op 4500 Al. van het fortdat
op de dagen, waarop gevuurd' /word't, van het
i'orb Pampus een roode vlag aal waaien, die 3
uur vóór het 'begin- der oefening 'halfstok en één
uur vóór de oefening gelheell voorgeheschen -wordt
dat bovendien- tegelijkertijd en- op dezelfde wijze
roode -vlaggen- auffksn -waaien, van de (batterijen
Diemordam en D-urgerdam, de westbait'teriji nabij
M-uiden en den Kerktoren te -Maiider-bergdat
op 27 en 28 en izoo noodi-g ook op 29 en 30 J'u'li
a.s, ivani- liet werk aan het IJ -voor Diemerdam ge
vuurd zal worden met geweerpatronen uit mi
trailleurs), waarbij onveilig wordt gemaakt een
sector, begrensd door de ware richtingen. N.-W.
d-oor Noord' tot Oost -(135 gr.) tot op 2500 M.
van de Ivustbatterij alldiaardat op de dagen,
waarop gevuurd -wordt, van de Kustbatterij een
roode vlag zal waaien, die 3 uur vóór het -begin
der schietproef halfstok en één uur voor de
schietproef geheel vooigeöiéschen word't; -dat
bovendien tegelijkertijd en op dezelfde wijze roode
vlaggen zaïl-lten waaien va.n de West-batterij nabij
Muidon en van de Kustbatterij" 'van liet -weirlc aan
het IJ op lliet vu'ur-'toreneiland.
Amersfoort, 21 Jufli 1910.
De -Burgemeester voornoemd',
WUU TIERS.
Politiek Overzicht
Het Grunwaldfeest.
Er zijn 120 jaren voorbijgegaan sedert
het koninkrijk Polen uit de rij der staten
is verdwenen. Maar al hebben de Po lep
hunne nationale zelfstandigheid verloren,
het nationale bewustzijn leeft onder hen on
verzwakt voort. Daarvan getuigt een herin
neringsfeest, dat dezer dagen door hen is
gevierd
Den 15en Juli 1410 werd in den Grun
wald (Oost-Pruisen), op de plek waar nu
het dorp Tannenberg staat, een veldslag ge
leverd, waarin de Duitsche ridders onder
hun Hochmeister Ulrich von Jungingen ver
slagen werdén door een bijna dubbel zoo
sterk Poolsch-Litauwsch leger. Die veld
slag Jeeft nog steeds voort in de herinne
ring van de Polen men heeft hem genoemd
een „Slavisch Marathon", en niet ten on
rechte, want die dag is het uitgangspunt ge
weest van eene nationale ontwikkeling, die
hen jarenlang eene eerste plaats deed inne
men onder de volken van Europa.
De 500e gedenkdag van dezen veldslag
is gevierd met een grootsch herinnerings
feest. Als plaats daarvoor was gekozen Kra-
kau, de oude kroningstad der koningen van
Polen. Daar werd op dien dag een stand
beeld onthuld van Koning Jagello, den aan
voerder onder wien de Polen deze overwin-,
ning op de Duitsche ridders hebben behaald
Een stoet van vele tienduizenden, meer dan
tien Kilometers lang, trok langs dit monu
ment naar het Wawel-slot, waar gedelifeerd
werd voor de sarcophaag, waarin het stoffe
lijk overschot van Jagello rust, en kransen
bij honderden neergelegd werden, afkomstig
van overal waar Polen verblijf houden.
Het feest is waardig verloopen. Geen wan
klank, geen valsche noot stoorde de har
monie. Henryk Sienkiewicz had eenigen tijd
te voren een open brief aan zijne landgenoo-
teu laten verschijnen, om hen aan te sporen
zich op dezen dag te onthouden van alles,
wat aan de waardigheid van deze betooging
afbreuk zou kunnen doen. Zijn wachtwoord
is stipt opgevolgd. En in de welsprekende
rede, die Paderewski aan den voet van het
standbeeld van Koning Jagello hield, kon
hij naar waarheid verklaren: „Dit gedenk-
teekeu is geen gewrocht van haat, maar oen
getuigenis van geloof en hoop".
Maar het spreekt van zelf, dat in de be
schouwingen, die de Poolsche pers aan dezen
dag wijdde, het hoofdthema was de verge-
king tusschen het verleden en het heden.
De toon waarop deze beschouwingen zijn ge
stemd, is verschillend naarmate van do
streek, waar zij vandaan komen. Aan de
stemme'n uit Oostenrijksch-Polen kan men
merken, dat het Poolsche element 't daar
nog niet zoo kwaad heeft. Inderdaad ver-
keeren de Polen in Oostenrijk in eene be
voorrechte positie, vergeleken bij hunne
Russische en Pruisische broeders; het Grun
waldfeest had in Russisch en in Pruisisch
Polen niet gevierd kunnen worden. Het
leed over de verdrukking in Rusland wordt
getemperd door de gedachte aan de stam
verwantschap, die de hoop levendig houdt
op eene betere toekomst. Maar in Pruisen
is de verbittering over de Oostmarkenpoli-
tiek, die de regeeriug met den steun van
den landdag voert, het alles overlieerschen-
de gevoel, dat zich lucht geeft. Ten bewijze
daarvan moge de kleine bloemlezing dienen,
die hier volgt:
De Lech„Onze heilige strijd is niet eene
heldhaftige krachtsinspanning voor eens zoo-
als voorheen op de velden van Tannenberg,
maar eene aanhoudende worsteling met het
ons opgedrongen geweld en met de on.gerchtig
heid... De hedendaagse he kruisridder heeft
geen 'begrip van onze kwalen en smarten. De
eenige redding is daarom gelegen in ons zelf
Onze voorouders hebben den huiselijken 'haard
mot het zwaard in de hand tegen den listigen
indringer verdedigdook wij moeten thans
onze huizen beschermen voor het binnendrin
gen van vreemde cultuur, vreemde taal,
vreemd geloof. Moge onze strij-d ook eindi
gen met zu'lk c ne overwinning als -die van
onze heldhaftige voorvaderen op de velden
van Tannenlberg."
De Dziennik Kujaweki: „Wanneer iemand
ons yraagt of liet ons, de onvrijen, past den
dag van heden te vieren, dan antwoorden
wij: Ja! Door het leed van de slaver
nij, die ons neerdrukt, door het lijden van
onze kinderen, door het streven naar het
licht van den hemel hebben wij, hoezeer dee
moedig en treurig, het recht den terugkee
renden dag van den Tannenibergslag te vie
ren. Met een eed in het !hart staan wij op
den huidigen dag. Heden gelijk 500 jaren ge
leden bedreigt on6 dó Germaanse he vloed
uit het westen. Evenals ten tijde van onze
voorouders voelen en verstaan wij het ge
vaar ook wij gorden ons aan tot den
strijd."
De Gazeta Polska: „Moge heden, op den
500en gedenkdag van den Tannenbergslag,
op den Poolschen grond het oer-Poolsche
zegelied klinken en voor de gansche wereld:
getuigen, dat wij leven, en bereid zijn ons
nationaal leven tot den laatsten ademtocht
te verdedigen. O dierbaar vaderland! De
kreet dringt uit het hart: ,,A1 lijdt gij. al
zijt gij onvrij, gij zult nooit ondergaan, nooit 1
Wij zullen u verdedigen."
De Narod-owie-c „De hedendaagsche strijdi
woedt op geestelijk gebied. Wij zullen in
den strijd overwinnen, als wij in staat zijn
onze taal en de Poolsche aarde als het hoog
ste nationale goed in handen te houden,
Pool6ch te denken en te voelen zooals onze
voorouders deden."
De Kuryer Slaski: „Heden i6 de strijd'
opnieuw ontbrand. Nieuwe vervolgingen van
het Poolsche volk. Wij moeten strijden, voor
al in Pruisen, waar wijl te maken hebben met
het in hakatisme veranderde kruisridder-
dom. Elk toegeven in dezen strijd! is voor
ons een verlies. Laat ons aanhoudend strijden
want zonder strijd is er geen leven."
Dit zijn slechts enkele stemmen uit een
gelijk gestemd: koor.
Dultschland.
De commissie van de Pruisische vereeni-
gir.gen voor lijkverbranding, die zich tot
den nieuwen minister van binnenlandsbhe
zaken von D-allwitz had gericht met het
verzoek om 'beschikking op de vroeger inge
diende verzoekschriften tot toelating van
de facultatieve lijkverbranding, heeft tot
antwoord gekregen, dat de overleggingen
over de vraag of en welke maatregelen no
pens de toelating van de lijikverbranding in
Prui-sen zullen worden genomen,, in den
boezem van de koninklijke staatsregeering
nog niet ten einde gebracht zijn.
Fran krik
Het onderzoek van de Kamercommissie in
het Rochette-schandaal ru6t voor 't oogen-
blik, omdat de voorzitter Jaurès zich eene
korte vacantie gunt, maar inmiddels wordt
de poleirdek tusschen de verschillende in
de zaak betrokken personen steeds heftiger.
Er is een scherp conflict tusscben den offi
cier van justitie en de prefectuur van po
litie. Naar aanleiding van de bewering van
den gewezen minister-president Clemenceau
en zijne broeders, dat het 0. M. de over
haaste gevangenneming van Rochette heeft
uitgelokt, verzekert de officier van justitie
Monier. dat men hier met zwakheid van
geheugen te doen heeft. Wanneer zijne di
recte superieuren, de procureur-generaal en
de minister van justitie, ziju antwoord op
de verklaringen van Clemenceau zouden wil
len weten, dan konden zij zeer goed be
diend worden.
Hand iu hand hiermee gaan scherpe aan
valler. tegen Clemenceau, wien verweten
wordt, dat hij met zijne mededeel in gen den
prefect va j politie heeft tegengesproken, of
schoon hij eerst seinde, dat hij aan diens
verklaringen niets had toe te voegen. Wan
neer Clemenceau na zijne wereldreis terug
komt, hetgeen tegen 't laatst van Augustus
wordt aangekondigd, dan zal men daarover
nog wel meer hooreu
Engeland.
Volgens de Daily News zal de gezanten-
post in Petersburg worden toevertrouwd, aan
den gezant te Konstantinopel, sir Gerard
Lowther. Voor het ambt van gezant te
Konstantinopel komt in de eerste plaats in
aanmerking de heer R. W. Graver, die in
den consulairen dienst werkzaam geweest is
te Erzeroem en te Saloniki en later een der
Europeesche financieele gemachtigden in
Macedonia is geweest. Zijne benoeming zou
het bewijs leveren, dat de dienst in het con
sulaire korps geen beletsel oplevert om over
te gaan iu den diplomatieken dienst. Na
hem wordt het meest genoemd Sir Maurice
de Bunsen, thans gezant te Madrid.
De spcorwegstaking op den North-Eas-
ternspoorweg, die het verkeer in liet New
castle-district zeer belemmert, wordt aan
nietige oorzaken toegeschreven. De onmid-
delijke aanleiding was het ontslag van een
wisselwachter, maar sedert geruimen tijd
heerschte er gisting onder het personeel,
dat klaagde over tirannieke behandeling
-door sommige hoogere ambtenaren. De sta
kers hebben geen© ei&ehen aan de spoor
wegmaatschappij gesteld en op een tweetal
vergaderingen, die zij hielden, werd het
voorstel om eene deputatie te zenden naar
de directie, afgewezen. Er ontbreekt dus aan
de zijde van de arbeiders eene tot onder-
handelen bevoegde commissie. De staking is
eene zonder voorbereiding uitgebroken syni-
patniestaking, waaraan eene langdurige gis
ting voorafging.
(Uit de telegrammen blijkt, dat de staking
geëindigd is).
Noorwegen.
De Noorweegisch-Zweedsch-Russische con
ferentie tot voorbereiding der oplossing van
de Spitsbergen-kwestie i-s t-e Christian ia
bijeen gekomen. De conferentie zal waar
schijnlijk drie weken dux*euDe beraadsla
gingen worden gevoerd met gesloten deuren.
Italië.
De te Bern verschijnende Bund verneemt,
dat de commissie uit het Italiaansche par
lement, die rapport moet uitbrengen over
het Gotthard-verdrag, heelt 'besloten de Ka
mer aan te bevelen om het verdrag te ver
werpen.
De Italiaansche regeering doet echter
moeite, om de commissie tot intrekking van
haar besluit te 'bewegen.
Oostenrijk-Hongarija.
Graaf Aehrenthal, de minister van bui
tel, landsche zaken van Oostenrijk-Honga-
rije, heeft zich gistermorgen naar Mariën-
bad begeven, waar hij heden of morgen
eene ontmoeting heeft met den nieuwen
Duitechen staatssecretaris von Kiderlen-
Wachter. Uit Weenen wordt aan de Vos-
6ische Ztg. bericht, dat van deze bijeen
komst' geen bijzondere regelingen te ver
wachten zijn. De overeenstemming tusschen
de centrale mogendheden in alle politieke
kuestiën is volkomen. De internationale
toestand wordt in de welingelichte kringen
te Weenen zeer kalm en met vertrouwen
'beschouwd. Men meent, dat er geen sprake
van is, dat Rusland de Russisch-JapansChe
overeenkomst van 4 Juli tot grondslag van
eene agressieve politiek in Europa zal ma
ken. Te dien aanzien wordt aan de verze
kering van de Nowoje Wremja, dat Rus
land den vrede in het oosten en het westen
wil gebruiken tot verzameling en nieu-'
we regeling van zijne krachten in het bin
nenland, volledig geloof geschonken.
Of eene ontmoeting van grootvizier Hakki
Pacli-a met graaf Aehrenthal te Mariënbad
zal plaats hebben, staat nog niet vast. De
reis van den grootvizier is afhankelijk van
de terugkomst van Djavid Pacha, den mi
nister van financiën, die in Parijs onder
handelingen voert over eene Turksche lee
ning. Een samenkomst van Aehrenthal met
Hakki zou geen nieuw moment in de Bal
kan-politiek brengen. Tusschen Turkije,
Ooster.rij-k-Hongarije en Duitsc'hland be
staat sedert de laatste phase van de Kreta-
kwestie eene verhouding, die als dankbaar
vertrouwen van Turkije in de politiek van
da centrale mogendheden kan worden aan
geduid.
Budapest, 21 Juli. In de Kamer
heeft de minister-president de regeerings-
partij verdedigd tegen de aanvallen van de
oppositie.
M-eb betrekking tot het Banbvraagstuk
verklaarde de minister, dab hij naar eene
regeling streeft met heb eeniigo doel, te wa
ken over de veiligheid v,an Ihe-t openbaar
crediet.
Over de verhooging van de militair© las
ten zei de hij, dat het rijk verplilht is zijne
weerkracht in overeenstemming te breoigen
met die van de andere groote mogendheden.
De houding van het leger tijdens de crisis
naar aanleiding van de annexatie van Bos
nië en Herzegow.ina, was zoo schitterend,
dat het geheele land met trots en voldoening
werd vervuld. Men heeft gezien, welk een
onwaardeerbaar bezit een leger is, dat voor
liet Rijk een waarborg is van veiligheid en
van prestige.
In zake de kiesrechtshervormiiing verklaar
de de minister, dab men moest rekening
hou dei-, met lien, die beducht zijn voor be
treurenswaardige gevolgen van te diep in
grijpende hervormingen. Wat de klachten
over misbruiken bij de verkiezingen betreft,
merkte de minister-president op, dat de op
positie-partijen eenvoudig zouden kunnen
bekennen, dat de publieke opinie zich van
hen afweudde. Evenzoo bekende de minister
president met bescheidenheid, dat de over
winning van de regeeringspartij niet zoo
zeer te danken is aan geestdrift voor haar
program, dan wel aan ontevedenheid, ver
oorzaakt door het bewind der coalitie. (Da
verende toejuiching.)
H.A.NZEA. TEN.
door
RUDOLF^ HER ZOG.
„Zeg 1 ben j ij wel eens in Straat Malak-
ka geweest?"
„Neen."
„Nou, als jij daar nog niet geweest bent,
weet jij ook niet® van die aardige bruine
meisje uit Singapore
„Neen, helaas niet."
„Dat begrijp ik. Anders zou je aan mij.
die daar rechtsrteeks vandaan kom, niet
vragen of ik iets heb aan te geven. Ik zou
toch niet kunnen betalen. Viat je?"
„Heb je dan je heele gage bij die knappe
Maleische juffertjes zoek gebracht?"
„Tot den laatsten rooien cent toe! Maar
je moet toch ook eens wat pleizier hebben
in je leven 1 Wij zijn nog niet zoo oud
Yin-je ook niet? En dat je het terugzien
van moeder de vrouw een avond uitstelt,
is toch wel door d© vingers te zién."
„Goeie hemel, stuurman, je arme
vrouwschrik maar niet, niaar je arme
vrouw
„Alle duivels wat is er met moeder
de vrouw? Is er iets gebeurd?"
„Hou je bedaard, stuurman Hesz, ge
draag je als een man."
„Ze is toch niet dood? Nee, dat is on
mogelijk 1"
„Neen," zeide de adjunct-commies me
delijdend, terwijl hij hem vertroostend op
dien schouder klopte. „Dood is zij niet.
Maar gisteravond, toen de „Alhambra"
binnengekomen en op de boel gemeerd
was -ja, ik lieg niet als ik zeg, dat ze
zesmaal hier geweest is om te vragen naar
stuurman Hesz, of hij al gepasseerd was
en of hij veel bij zicli had,, waarvoor inko
mende rechten moesten worden betaald....
jon genjongen
„BJiksemsche grappenmaker!" Stuur
man Hesz stond op den steiger.
„Nu, adjuus! Groet z© thuis 1"
De stuurman krwam iets naderbij. Met
de punt van zijai tong streek hij achter zijn
kies, lraailde de pruim tabak naar voren,
woog hem even op de tong, en spoog liem
toen snel tegen de dekklep van de pet van
den ambtenaar der belastingen.
„Pak aan als dank! Bevalt je dat?"
In de huizenrij langs de haven werden
de vensterluiken nu allengs geopend en
de kleine gordijntjes weggeschoven. De
oude verweerde huisjes, met de lokkende
uithangborden, deden zich in de levenwek
kende morgenzon voor als bejaarde koket-
ten. Hier en daar kwam. ook de waard uit
de kelderkroegen te voorschijn, in hemds
mouwen, de zeemansmuts scheef op het
hoofd. Met eerst een onderzoekenden blik
op de haven en toen naar de lucht begon
nen zij de luiken weg te nemen, die des
nachts voor beschreming, dienden tegen de
straat en tegen den eenzamen, veelal
zwaar heen en weer slingerenden J-anmaat.
Daarna begaven zij zich achter de toon
bank. waarop de fiessclien met ihlandschen
en buitenlandsclien brandewijn waren uit
gestald, en volgden met de oogen de stoere
dienstbode, die het lokaal schoonmaakte, de
matjes uitklopte en het stof wegsloeg van
de alligators, haaien, zwaard- ©n zaag-
visschen, die af en toe een krachtigen slag
met den stofdoek kregen.
Op straat werd het meer en meer woelig-
Zware vrachtwagens ratelden over het pla
veisel en gingen niaar hun laadplaatsen.
Zeelieden verzamelden zich voor de ver
huurkantoren om zich te laten aanmonste
ren voor een nieuwe reis. Sjouwerlieden
trokken in kleine troepen van en naar de
plaatsen, waar arbeid werd uitgedeeld.
Jonge en meer volwassen menschen, lachen
de en meer stemmige mannen in een flink,
blauw duffëlsch pak, mannen in het ar
beidereboezeroen en arme tobbers in arm
zalige plunje. De dag was aangebroken
en ieder moest aan den kost komen.
En terwijl er in de stad, de stad der
kantoren, en in de buitenwijken, waar de
me<?r welgestelde burgers woonden, nog
vredige rust- heerschte, had de dag in het
havengedeelte reeds alle registers van de
dagmuziek uitgetrokken.
Bij den Sint Pauli-steiger lag een klein,
hecht, stoombootje- De stuurman lag lui op
de bankde jongen vooruit hield scher
pen uit-kijk.
„Nog niets te zi«n Van meneer Twer
sten," luidde zijn bericht.
„Kom ©ven hier om mijn pijp aan te ste
ken."
De jongen streek tegen zijn leeren broek
een lucifer af en hield dien in den pijpe-
bop. Toen ging hij weer naar zijn post-.
„Nog niets te zien van meneer Twersten."
Half slapend bleef de stuurman door-
rooken.
„Goed," mompelde hij, „dan kan je iete
hartigs voor mij halen, een slokje, waar
een christeumensch wat aan heeft."
„P-as op daar komt meneer Twer
sten
„Wat duivel!...." De stuurman was on
middellijk opgesprongen en nam een kaars
recht houding aanterwijl hij den jongen,
die met één sprong achter hem was komen
staan, den heetcn pijpekop in de hand
stopte.
„Au!"
„Doe wegl"
Een rijtuig kwa min vluggen draf van het
Johannisbolwerk aanrijden. Dicht bij den
steiger hield het stal. De koetsier trok de
teugels aan en greep groetend naar zijn
hoed. Twee heeren ©tapten inmiddels uit.
„Tegen één uur, Frederik
„Goed meneer!"
„Nu, kom je, Robert? Het slaat daar
negen uur."
„Ja, dadelijk papa. Ik geef den vos een
klontje suiker. Ik zie altijd met zoo'n ge
noegen, hoe mooi hij gevormd is."
Karei Twersten zag met halfgesloten
oogen naar zijn zoon. Toen zei hij kortaf:
„Vooruit, Frederik 1" en ging den weg op
naar den steiger. Eenige oogenblikkeu
bleef hij stilstaan. Met wijdgeopende oogen
keek hij in de richting van Steinwarder.
Een diepe zucht ontsnapte aan de breodo
borst. Het zware hoofdhaar was geheel
grijs, maar in den donkeren baard was nog
geen zilver spiertje te bespeurenHet
was der sterke, veerkrachtige gestalte aan
te zien, dat er liet bloed der kustbewoners
in vloeide, evenals vroeger in de voor
ouders.
De zoon gaf in lichaamslengte niets toe
aan den vader. Maar hij was fijner gebouwd
en -zijn gelaatstrekken waren bewegelijker.
Een zuidelijke gloed straalde uit, de donkere
oogen van onder het zwarte, kortgeknipte
haar. Als hij het kleine kneveltje opdraaide,
zag men het lachen van een jongensachti
ge» mond.
„Goeden morgen!" zei Twersten. Hij
had den- «trammen groet van zijn stuur
man opgemerkt en ging haastig den stei
ger op iiaar zijn stoombootje, langs de lig
plaats van het stoomveerbootje heen.
De stuurman en de jongen hielden de
boot ötevig tegen het hoofd, en Twersten
en zijn zoon stapten in.
„Los, naar de werf!"
De stuurman beproefde de machine, dooi
deze achtereenvolgens eenige slagen te la
ten doen, terwijl de jongen inmiddels het
roer hield. Juist stak terzelfdertijd do
veerboort af. Zij moesten dus even wach
ten tot het vaarwater vrij was.
„Los nu!"
„Wacht even... Daar is meneer Vanheil,
papa. Met Marga. Zij hebben het veer-
bootje niet meer kunnen halen."
„Heidaar!" riep meneer Vanheil, met
zijn hoed naar het groene vaartuigje wui
vende. „Daar gaat hij ér zoo waar van
door zonder naar ons om te zien Goeden
morgen, TwerstenNeen maar, is dat loo-
penPapa heeft zijn Vest gedaan, is het
niet, kindje?"
Wordt vervolgd.