f. 19. Vrijdag 29 Juli 1910. BUITENLAND. FEUILLETON. 9" jMFgMf. MERSFOORTSGH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post - 1.50 Afzonderlijke nummert - 0.05. Dv.-o Cou: an verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest dagen. Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij do Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DEB ADVEBTENTIËN: Van 15 regels f 0.50* Elke regel meer - 0.10, Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling Qroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bjj abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. TER-V'ISIE-DIGGING OPOAVDN VAN GANiDLD ATHX De Burgemeester der Gemeeiite Amersfoort maakt bekend dat de bij hem ingeleveide opgaven van. Can dida ten voor de op heden gehouden verkiezing, ter vervulling van eene plaats in don Gemeente, raad! (Kiesdistrict UI), evenals het d'oor hom opgemaakte proces-ver baal van sluiting der can- didatenlijst, ter gemeentesecretarie voor een ieder ter inzage liggen; dat afschriften dier stukken aangeplakt en te gen betaling der kosten verkrijgbaar zijn. Amersfoort, den 28. Juli 1910. De Burgemeester voornoemd, WDUTIER8. Politiek Overzicht Staatssecretaris Van Tirpitz. Vol gems eem door de Politischie Rand-- sclmu verspreid bericht, zou hot hooïd van. het Duitech© mariuedepartement, admiraal von Tirpitz zijn ontslag hebben genomen. Dit bericht is aanstonds van bevoegde zijde tegengesproken onder bijvoeging, dat daar mee ook vervallen de beschouwingen, die daaraan zijn vastgeknoopt over de mogelijke redenen van dit verzoek om ontslag. IDe Vosslsche Ztg., die er niet aan heeft meegedaan om dit bericht te helpen ver spreiden, geeft eene verklaring waarom zij dat niet heeft gedaan. Er werd aan admiraal von. Tirpitz het voornemen om af te treden toegeschrevenomdat hij zich niet kon aan sluiten bij de meening ten gunste van een overleg op liet gebied van den viootbouw met Engeland, en daarom meende niet te kun nen blijven op eene plaats, waar men van hem verwachtte, dat hij zou werkzaam zijn op eene wijze, die niet met zijne overtui ging strookte. Deze voorstelling is intus- achen onjuist, volgens de Vossischo Ztg., want d'e vraag of met Engeland onderhan delingen over den viootbouw moeten wor den gevoerd, is eene bij uitstek politieke vraag, die tot de competentie behoort van den rijkskanselier en van het departement van buiteuilandsche zakenhet marine- departement kan daarover slechtg eene raadgevende, geen beslissende stem heb ben. Over deze zaak is ook bij herhaling vertrouwelijk en zonder dab het departe ment er in werd gemoeid, van gedachten gewisseld, inzonderheid bij de ontmoeting te Kronherg van Koning Eduard VII met Kei zer Wilhelm II in Augustus 1908. In Kron- berg werd uitzicht gegeven op de mogelijk heid, dat men zie li met el kaar ziou ver staan over verdere vlootprogramma's tegen het tijdstip, waarop de tegenwoordige Duit- sche vlootwet zou zijn uitgevoerd. De Vos- sische Ztg. gaat daarna aldus voort ,,Hoe deze gedachte in de daad wordt om gezet, blijft aan de toekomst voorbehouden Bij het stelsel van bondgenootschappen of vriendschapsbetrekkingen, dat heden heerscht of in de toekomst kan worden uit gewerkt, gaat het niet aan, dat slechts twee mogendheden eene overeenkomst sluiten] over een scheepsbouwprogramma. In Enge land is men ook dadelijk ongerust gewor den toen het heette, dat Oostenrijk-Hou- garije groot© slagschepen zou bouwen. Niet dat men nu moest vreezen, dat deze paai' schepen gevaarlijk konden worden voor de reusachtige Britsche zeemacht. Maar men zag in de schepen van de Habsburgsche mo narchie eene versterking vati de Duitsche marine. Wat zou het nu voor Engeland te beduiden hebben, alis Duitschland een aan tal dreadnoughts minder, Oostenrijk-Hon- garije echter ©venzooveel meer bouwde? Natuurlijk zou Engeland verlangen, en met recht, dat in eene overeenkomst over de uitrusting van de strijdmacht ter zee Ooe- tenrij'k-IIongarije zou worden betrokkoii. Maar dan zouden ook die staten er in be trokken moeten worden, die als Engelauds bondgenooten in aanmerking kwameu. En eidehjk, kan men de ontwikkeling van de Amerikaansche marine onverschillig voor bijgaan? Volstrekt niet. Indien er overeen stemming mocht worden verkregen over maat en tempo natuurlijk niet alleen van het bouwen van groote schepen maar van de toerustingen ter zee in het algemeen, dan moeten, alle staten aan het daarover te voeren overleg deelnemen. Zulk eene conferentie heeft Engeland nog nooit voor gesteld wanneer het mocht meetnen, dat zij wat Jton uitwerken, dan kan mien er zeker van zijn, dat Duitschland zich niet aan de deelneming zou onttrekken. Voor zoover echter tot dusver eene ver trouwelijke gedachten wisseling enkel tus schen ae monardhen van Duitschland en Engeland en hunne raadslieden heeft plaats gehad, duidlt niets aan, dat er eenig ver schil van meening tusschen den keizer, den rijkskanselier, het departement van buiten land zaken en admiraal von Tirpitz iheeft bestaan of bestaat. Dó staatssecreta ris van het rijksmarine departement staat op zijne plaats sedert half Juli 1897. Hij is dus buitengewoon duurzaam gebleken. Geen won der, dat af en toe wondt verteld, dat hij zal heengaan. Al de praatjes, die laatstelijk de ronde doden, dat de keizer trachtte zich to onttrekken aan de ontmoeting met den staatssecretaris, hem onvriendelijk behan delde hem binnen kort zou ontslaan, zijn even oud als ongegrond. Met groet© stelligheid werd iets dergelijke reeds gecolporteerd, voordat vorst .Bulow den 5en April 1906 in den rijiksdag ziek ineen zakte. Eenmaal zal natuurlijk ook staatssecreta ris von Tirpitz het telkens terugkeerend© ge rucht van zijn aftreden bevestigen. Datgene echter wat nu over zijne plannen bericht weid, is in ieder geval voldoende weerlegd, en d'e redenen, di© htm, daarvoor verkeerde lijk werden toegedicht, konden slechts die nen om de openbare meening aan gene zijde van het Kanaal op een dwaalspoor te bren gen. Daaraan is nu een einde gemaakt, en het volle licht, dat daarover is opgegaan, kan er slechts toe bijdragen de vriendschappelij ke toenadering tusschen Duitschland en En geland te bevorderen en nieuw misverstand t© voorkomen." Duitschland* De nieuwe Duitsche staatssecretaris von Kiderlen-Wachter, dreeft eergisteren te Ma- riënhad den minister van buitenlandsche zaken van Oostenrijk-Hongarije graaf Aoh- renthal ontmoet. De beid© staatslieden ble ven den geheelen dag in eikaars gezelschap. De ontmoeting wordt als eene daad van beleefdheid en vriendschap aangeduid. Van Oostenrijksche zijde wordt medegedeeld, dat behalve de politiek ook persoonlijke k'wos- tiën besproken werden, omdat de beide ministers uit hun diplomatendienst elkaar sedert jaren kennen eu samen bevriend zijn. Het Fremdenblatt geeft toe, dat er thans geene besluiten 'van onmiddellijk gewicht te nemen zijn, maar zegt, dat de ontmoe ting te Mariënbad een nieuwen waarborg er voor zal bieden, dat de buitenlandsche politiek der beide landen in volle overeen stemming samengaat. Aan den aftredenden Duitschen staats secretaris baron von Schoen zijn door den Keizer van Oostenrijk de brill anten bij het grootkruis van dc Leopoldorde verleend, hetgeen door het Fremdenblatt een blijk van bijzondere waardeering genoemd wordt. Het rijksdepartement van binnenlands olie zaken heeft met de betrokken Pruisische departementen van algemeen bestuur de vraag in studie genomen of niet, eensdeels in het algemeen belang, met het oog op de aan de luchtscheepvaart verbonden gevaren, anderzijds tot 'bevordering van de lucht scheepvaart, maatregelen moeten worden genomen, die ten doel hebben de luchtsche pen en vliegtoestellen vóór heb gebruik met zorg to onderzoeken en toezicht uit te oefenen, op de geoefendheid en betrouwbaar heid van het met de bediening van deze vaartuigen belaste personeel. Deze overleg gingen worden gevoerd in 't bijzijn van ver tegenwoordigers deij vereenigingen voor luchtscheepvaart. Aan het rijksdepartement van koloniën zal ee<ne vaste commissie verbonden worden, die het in oeconomische vraagstukken bij staat. De commissie, zal bestaan uit man nen, die de Kamers; van koophandel van Berlijn, Keulen, Cbenmitz, Neurenburg, Bremen, Mannheim en Hamburg aanwijzen. Berlijn en Hamburg wijzen er elk twee aan, de overige Kamers elk een. Frankrijk. Het vonnis, dat door de tiende kamer van de Parijsche rechtbank gewezen is tegen Rochette en zijne medeplichtigen, verklaart dezen schuldig aan verschillende overtredin gen van de wet van 24 Juli 1867, door deel neming aan de uitgifte van aandeelen van naamlooze vennootschappen, opgericht met schending van art. 1 van de genoemde wet, en voorts aan oplichting en uitkeering van fictieve dividenden. Bochette is veroordeeld tot twee jaren gevangenisstraf en 3000 francs boete, Lecaclieux tot vier maanden gevangenisstraf en 1000 frs. boete; verder zijn twee personen veroordeeld tot 5000 frs. en een tot 2000 frs. boete. Dit vonnis brengt, de hoofdzaak in herin nering, waarom 't hier gaat en die bij het lawaai, dat gemaakt wordt tegen hen, die een aandeel hebben gehad in de pogingen om de justitie te kunnen moeien in de zaak- Rochette, in het vergeetboek was gekomen. De eerste en voornaamste schuldige 'bij dit schandaal is Bochette zelf, die als geweten loos zwendelaar lieden, die al te naief en goed van vertrouwen waren, hunne spaar duitjes uit den zak klopte en de verliezen van zijne eerste ondernemingen dekte met de kapitalen, die voor volgende ondernemin gen werden gestort. Daarvoor is hem nu door den rechter de verdiende straf opgelegd. De door de Kamer benoemde commissie van onderzoek heeft hare zittingen hervat volgens een correspondent van de Vossischo Ztg. is het intusschen duidelijk merkbaar, dat de belangstelling van het groote pu bliek in deze onderzoekingen, die steedö meer nitloopen op politieke hatelijkheden, allengs verdwijnt. De parlementaire commissie van onder zoek voor de zaak-Bochette heeft een gehee len voormiddag besteed aan het verhoor van den prefect van politie Lépine. Deze ver zocht in de eerste plaats, dat hem zou wor den toegestaan, zonder door vragen te wor den onderbroken, de betrekkingen van Lé pine tot do gevangenneming van Bochette te mogen uiteenzetten. Hij schetste hoe ver ontrust iedereen wa6 geweest over de aan trekking, die de onderneming van Bochette had uitgeoefend op de kleine spaarders. Ieder financier had geweten, dat alles op uiterst zwakken voet stond daarom mocht de politie niet wachten, want anders zou men haar, als er eene catastrophe kwam, de grootste verwijten hebben gedaan. De pre fect van politie is de handlanger van het O. M. Hij heeft alle volmacht van de ge rechtelijke politiewanneer hij ze gebruikt, dan oefent hij de macht uit van een rechter van instrüctie. Deze m lacht eindigt eerst, wanneer het strafrechtelijk onderzoek be gint. De justitie heeft van de Rochett©- zaak zooveel geweten als de prefect van po litie, maar de verantwoordelijkheid van den profeet van politie is grooter geweest dan die van de justitie, omdat hij reeds bewij zen kon leveren, die de justitie nog had te onderzoeken. Het' O. M. had geaarzeld; het had wel is waar niet aan klachten ont broken, maar die waren later ingetrokken; dikwijls waren klagers ook als bij too ver slag tevreden gesteld. Het O. M. zeide open hartig, dat het een klager noodig had. Het beste middel om het O. M. te helpen was dus een klager te leveren. De prefect van politie wees er op, hoe moeielijk dat was in zulke financieel© zaken en nam daarop den chef van zijn kabinet Durand in be scherming, die den klager met behulp van den bankier Gaudrion op aangifte van den senator Prévet moest zoeken. Hij kon niet weten, dat Gaudrion een slechten naam had, want die was destijds nog niet bestraft geweest, en de klager Pichon was geen arme drommel, m'aar een kleine kapitalist geweest, die als reserve-officier een goeden naam genoot. De prefect van politie ver klaarde ten slotte, dat hij alle verantwoor delijkheid op zich nam. Op de vraag hoe hij kwam aan de inlich tingen over de zaak-Rochette, antwoordde Lépine: ,,Door iedereeu en door de poli tie." Maar hij had de politieberichten niet bewaard. Hij verklaarde niets te weten van een druk, die op het O. M. was uitgeoefend. Hij weigerde beslist iets te zeggen over 't geen tusschen hem en den minister-presi dent Clemencoau in diens kabinet was ge zegd. De commissie besloot het verdere ver hoor van Lépine te verdagen, totdat Cle- menceau terug zou zijn. Engeland. Londen, 29 Juli. De nieuwe vorm van de door den koning bij zijne kro ning af t© leggen verklaring, die door den eersten minister Asquirtih is voorgesteld, werd na langdurige discussie aangenomen met 244 tegen 54 stemmen. Spanje. Madrid, 28 Juli. Minister-presi dent Canalejas verklaarde, dat de regee ring ©ene nota van het Yaticaan heeft ont vangen, waarin gezegd wordt, dat het on mogelijk is de onderhandelingen over de beperking van de geestelijke ox-deu voort te zetten, indien de regeeriug niet de jongste maatregelen op kerkelijk gebied schorste. Canalejas verklaarde, dat hij alle middelen van voorzichtigheid zou uitput ten, maar Vastbesloten was de tegenover het land aanvaarde verplichtingen te zullen nakomen. De viering van de omwenteling, die een jaar geleden te Barcelona heeft plaats ge had, is kalm afgeloopen, een paar onbetee- kerende vechtpartijen tusschen stokers en niet-stakers daargelaten. Werklieden heb ben kransen gelegd op Ferrer's graf. Ge neraal Weyler, de kapitein-generaal van Katalonië, had bijzondere maatregelen ge nomen om iedere poging tot oproer terstond bloedig t© dempen. Niemand schijnt echter aan oproer te hebben gedacht. Rusland. Uit Petersburg wordt aan de Frankf. Ztg. bericht, dat in Finland zich allengs ©ene geprikkelde stemming doet gelden, dio ook op de meest gematigde oud-Finscho kringen overgaat Het toongevende orgaan van deze partij, de Uusi Susmetar, betoogt, dat de wet van 17 Juni niet alleen met lij delijk, maar ook met actief verzet moet viurden beantwoord. De radicale Frambid spoort aan tot bijeenroeping van eene natio nale conventie, onder de benaming con ventie tot redding van het vaderland". In de Petersburgsche bestuurskringen wordt met gespannen aandacht gevolgd hoe de za ken zich verder zullen ontwikkelen. Het aantal troepen in Finland is aanzienlijk versterkt. Poters burg, 28 Juli. Onder voorzitterschap van den adjunct-minister van handel Miller, hebben de aanzienlijkste graanc-xporteurs van Petordburg een© verga dering gehouden, waarin besloten werd tot oprichting van een bond vara den graanhan- dtl en tot bescherming van zijne belangen dn het binnen- en buitenland. Turkije. De Tur'ksche gezant heeft in een gesprek, dat d« Tanin mededeelt, verklaard, dat hij de Grieksche regeering bij herhaling er op opmerkzaam heeft gemaakt, dat Turkije eene oorlogsverklaring niet zou kunnen ver mijden, wanneer afgevaardigden van Kreta in de Grieksche nationale vergadering wer den opgenomen. Saloniki, 28 Juli. Bij Plava zijn Montenegrijuen op Turksch gebied gedron gen en hebben Mohammedaansche dorpen aangevallen. Tal van inwoners zijn gewond, er zijn drie dooden. De grenswacht, die tusschenbeide kwam, kreeg drie zwaar ge wonden. Ten slotte werden de Monteuegrij- neu teruggedreven. Konstanfcinopel. 28 Juli. Tengevolge van de bemoeiingen van den (minister van binneulandsch© zaken zullen de lastdragers der douane de Grieksche schepen, geladen met vreemde goederen, en de vreemde schepen, geladen met Grieksche koopwaren, lossen. Nicaragua. De regeering van president Madriz heeft een beroep gedaan op d© rogeer in gen van. Duitschland, Engeland, Frankrijk, Italië, Mexico en de Middeu-Amerikoaoifeoii© repu blieken om tusschen beide te komen in haar geschal met de Vereenigde Staten. Zij be- HA.JSTZEA.TEN. 7 DOOR RUDOLF HERZOG. Nauwelijks bemerkte hij dat zijn zoon eu Marga Vanhedl hem gevolgd waren. Nauwe lijks zag hij de in militair© houding staan de arbeiders aan boord, de ingenieurs en de opzichter^ van de registreert©eshellen ©n ankerspillenen zijn hoogmoed sloeg over op do vrouw aan mijn arm, zoodat zij in hoog opgerichte houding, recht voor zich uitziende, naast hem voortliep en zonder aarzeling, bij den boeg van het schip, de flesch champagne uit zijn hand nam en den krachtigen arm ophief. Het werd een oogenblik doodstil. Daarop zeide mevrouw Bramberg luid en snel „Ingeborg zult gij heeften zooals zij, die u doopt. Blijf hem trouw, di© u 't leven gaf. Dan blijft gij nabij, ook al zijt gij verre. Voorspoedige vaart, Ingeborg!" De flesch brak tegen den boeg, terwijl de edel© doopwijn er overlieenschuimde. Ivarel Twersten zag haar aan. „Germa- nenbloed 1" juichte het in zijn binnenste. Zoo vroolijk was hij in langen tijd niet ge stemd geweest. Maar geen woord kwam over zijn lippen. Met snelle schreden voerde hij zijn gast naar het hek van het schip, dat het eerst het water zou raken. Cher de verschansing heen luidde zijn be vel aan den hoofdingenieur, die liet on middellijk herbaalde „Stopper los!" Schel e.n doordringend klonk het com mando. Een oogenblik van ademlooze spanning. Suizend velde daarop de valbijl het touw van de „Ingeborg" door. Ter- zelfdertijd sprongen honderden arbeiders toe, zooals pioniercompagnieën tegen een verschansing aandringen. En, met de langgesteelde hamers in de kranige vuis ten, dreven zij met zware slagen de snïalle keggen tusschen de sleden, waarop dc reus achtige romp rustte. Men hoorde nu slechts het haastige ge klop der hamers en het krakende gesteun van het hout-. Nog roert de kolos zich niet. Diaar duim voor duim begint hij vooruit te gaan. Donderende hoera'g weergalmen van de worfplaats omhoog naar het schip, dave rende .hoera's weerklinken aan het dek. En plotseling, met al het vuur van een edel renpaard, jaagt de „Ingeborg" langs de ge smeerde helling. Krakend versplinteren voor haar ijzeren huid de laatste hindernis sen en onder een hernieuwd hoeragedaver duikt het schip in het water, om zich rus tig en trotseh als ©en zwaan uit den vloed te verheffen. De „Ingeborg" wa6 van stapel geloopen. Slechts eens, toen de vaart in het onbe kende element begon, had de hand van me vrouw Bromberg den arm van Twersten krampachtig gedrukt. Daarna bleef die hand volkomen rustig. Zij had den krach- tigen geest gespeurd en deze liad haar tot kalmte gestemd. Tegen de reeling geleund stonden de beide hooge gestalten, schouder aan schou der, en staarden naar buiten, als zagen zij verre achter de monding van de Elbcriv.ier cle zee, de raadselachtige, Woeste, de strijd lustig loerende de knachtwdkkende zee 1 „lk dank u, mevrouw Bramberg." „En ik dank u, meneer Twersten." Rinkelend vielen de auker6 neder, en sue! werd de valreep langs liet scheepsboord neergelaten. Bij de trap legde een sloep aan, om de gasten naar de werf terug te brengen. Nu eerst bemerkt© Twersten d© beide jongelieden. „Vondt je 't mooi?" vroeg hij vriende lijk aan de dochter van zijn vriend. Marga Vanheil knikte zenuwachtig haas tig. Prachtig was 'tl" stiet zij uit. En zij schrok over de geestdrift, welk© in haar stem lag. Verlegen trok zij zich. terug. „Wat is er?" vroeg Robert haar bezorgd. „O, niets, niets! Zeg, welken indruk heb jij van de plechtigheid?" „Indruk?" „Ik zag slechts je vader en de vrouw aan zijn zijdel Een Vikingerpaar gelijk, met het bwustzijn van de zege in de sta rende oogeii. Je vindt, dat ik overdrijf, niet waar? Wij hebben dan ook vanmorgen zooveel gebabbeld over oude legenden, dat de gevolgen daarvan niet konden uitblij ven. Kom, Bob, wij zullen maar weer tot de nuchtere werkelijkheid terugkeeren." „Wat een o-pwinding 1 Nu moet je nog eens pro boeren, mij om mijin romantische denkbeehm hard te vallen!" „Ach Bob, meisjes hebben altijd zoowat romantische ideeën in 't hoofd. Dat hoort bij ons geslacht, ©venals bij jelui de drang naar daden. Maar men moet daar bij toch rekening houden met de werkelijk heid, anders raken wij allen de kluts- kwijt. Stap gauw in de sloep, zoodat wij den in druk maken van degelijke mtanschen." Op de werf werd Twersten door Bram berg met een welwillend en handdruk ont vangen. „Dat ging al6 gesmeerd. Ik moet zeggen, Twersten, 't was werkelijk aardig. En ben je niet een beetje zeeziek geworden? Niet? Geen honger noch dorst gekregen? Ik moet zoggen, dat is iet6 buitengewoons. Karei Twersten glimlachte onverschillig bij deze woorden. Hij wae nu eenmaal op gewekt gesteand en, evenmin al© hij van deze zeldzame gewaarwording iets wilde laten afnemen, evenmin wilde hij zich haar geheel laten ontnemen. „Kom, ga mede," zeide hij, „je verlan gen is zeker gericht op de „Theodoor Bram berg". Ik zal er inmiddellijk aan voldoen." „Theodoor Bramberg? Daarmede bedoel je toch zeker mijn persoon? Twersten, je hebt goed geraden. Ik begin langzamer hand verlangen te krijgen naar mijzcl- ven." „De «boomer ligt in dok II," ging Twer sten voort, di© zich niet van zijn stuk liet brengen. „Ik zou graag wallen, dat u eens ging zien hoe het werk inmiddels gevor derd i6. Rechtuit, als ik u verzoeken mag." Hij ging vooruit, en Ingeborg Bramberg ging naast hem. Dezelfde rytlunus was in hun tred. Beiden merkten dit op. En bei den Was het, als liepen zij nog arm1 in arm. „Hier voelt men het leven," zeide zij P,hoe alles hier klopt en dringt en beweegt." Voor het eerst wierp hij een blik op haar persoon en zag hij welk een kracht er ver borgen was in die hooge, slanke gestalte. „Hier zijn wij er, mevrouw Bramberg. De andoren hebben ons weer niet kunnen volgen." „Beschouw het gonoeged, dat ik heb als de belangstelling van de firma Bramberg on Co." „Een oude zakenman kust u daarvoor in gedachten de hand." „Oud?" Zij wierp een blik op de anderen, die langzaam naderbij kwamen, en toen zeide zij zoo eenvoudig, dat er geen reden tot tegenspraak besboaid „U is de jongste hier. Dat weet u heel goed." „Wat heb je nou met 't schip uitge voerd?" riep Theodoor Bramberg. „Op mijn woord zeg eens de knaap heeft een nieuw© maag gekregen, geloof ik? Twersten, zoo iets kon je met mij ook wel eens profoeoronDat zou, wat mijn per soon betreft, geen weggeworpen geld zijn." „Ach, kom," antwoordde Twersten e!1 vestigde toon zijn blik op het prachtige re sultaat van Duitsche scheepsbouwkunst. ■De stoomer lag in het dok. Het schip stond diroog, en men kon den geheelen romp zien vian den kolos, waarbij de menschen, die aan het werken en klinken wa ren eenvoudig dwergen leken. En otch haddon diezefdde dwergen, in dienst van oen 6terke, gebiedende idee, hot reuzenlichoam midscheeps, dicht voor do machine, van onder tot boven als een klomp boter doorgesnedem, de beide helften met hydraulische kracht van elkander getrok ken ©n er een stuk van veertig voet inge zet. De groote kraan op de dokkade hie? al6 het ware spelenderwijze de scheeps- en jrtachinëdeelen, die duizenden centenaars zwoor waren, uit het schip op de kade en' van de kade op het schip, al naar mate het noodig was. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1