1°. ÏO». »de Jaargang. Vrijdag 9 September 1910. BUITENLAND. FEUILLETON. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels f 0.50 Afzonderlijke nummert 0.05. Dv: j Ciu an verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest dagen. Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Dienstaanbiedingen en aanvragen 85 cents bij voeruitbetalinf Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. Kennisgevingen. De Burgemeester van Amersfoort, Gezien artikel 41 der gemeentewet, Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer gemeente zal vergaderen op Dinsdag, den 13dcn September aanstaande, des namiddags te 14 ure. Amersfoort, den 8. September 1910. De Burgemeester voornoemd, CELOSSE, Weth. loco-Burg. KOSTKLOOZE-INENTING. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gelet op artikel 18 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad No. 134); brengen ter kennis van belanghebbenden, dat voor een ieder de gelegenheid tot kosteloozc inen ting wordt gegeven op den eersten en twee den M a a n d a g van de maand October, des na middags te drie ure, in de daartoe bestemde loca- liteit van het voormalig schoolgebouw wijk A, Koe straat no. 9. Gedaan te Amersfoort, den 8. September 1910. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, De Secretaris, De Burgemeester, J. G. STENFERT KROESE. CELOSSE, Weth. loco-Burg. De Burgemeester der gemeente Amersfoort, brengt ter voldoening aan de aanschrijving van den Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht, d.d. 5 September 1910, 4e afdceling, no. 4639/3077 ter kennis van belanghebbenden, dat in de gemeente Linschoten een geval van Schurft bij schapen is voorgekomen. Amersfoort, den 8. September 1910.» De Burgemeester voornoemd, CELOSSE, Weth. loco-Burg. Politiek Overzicht Stakingen en gewelddadig heden in Frankrijk. Frankrijk of, zoo men wil, Parijs, vanwaar naar verhouding meer berichten komen dan uil de provincie, bevindt zich tegenwoordig in een toestand van voortdurende arbeidsvor st oring. Het is zoover gekomen dat de indus trie niet meer met zekerheid werken kan. Staathuishoudkundigen moeten eene vermin dering van hel nationale vermogen opgemerkt hebben en onder hen zijn er, die als oor zaken van dit verschijnsel o. a. aanwij zen de lasten aan de nijverheid opgelegd door de vele sociale wetten ten bate der ar beiders en vooral hel dwarsboomen van den arbeid door de eischen niet alleen, doch ook door het boosaardig optreden der werklie den. De eerste oorzaak zou zonder de laatste deze noodlottige werking niet uitoefenen. IIoc dit ook zij, de stakingsmisdrijvcn nemen in zulk eene mate toe, dat men in breedc krin gen er over verontrust is en de bladen van allerlei richting zich gaan bemoeien met de „dictatuur der staking", zooals de Temps een artikel betitelt. Voor cenige dagen gaf een blad een sprekend voorbeeld uil de provin cie: eenige arbeidswilligen, die aan een land goed reparaties verrichtten, werden gefoto grafeerd met hun gereedschap in de hand en het geweer aan een bandelier over den schou der gehangen; de aannemer, op dezelfde wijze gewapend, hield naast hen de wacht tegen de stakers, welke het werk bij dezen aan nemer hadden verboden. Men is liet er over eens, «lat de arbeiders in permanente staking verkceren; nu is 't het eene, dan weer het an dere bedrijf dat er door getroffen wordt; vaak sleept het eene het andere mee en deze be weging veroorzaakt niet alleen storingen der industrie, doch ook van de openbare orde. De stakingen hebben opgehouden vreedzaam te zijn. Vroeger, zegt men, liep het bij een straat- belooging met eenige klappen af, heden knal len de revolvers of gelijk de bekende revolu- lionnair Ilervé bet-uitdrukt: „burger Brow ning" heeft het woord en niets waarborgt er voor, dat de ontwikkeling der beweging in dit stadium blijft staan. Geweldpleging is aan de orde van den dag, de „sabotage", de be schadiging van machines, gereedschappen en grondstoffen is lot een vaste gewoonte gewor den. Als hel nieuwste komt daarbij thans de jacht op de arbeidswilligen, die als „renards" worden aangeduid en aldus gelijk de vossen worden ingesloten. Deze sport, zoo zet de Temps uiteen, wordt in de laatste drie of vier jaren te Parijs met alle kracht uitgeoefend. Bizonder levendig werd zij bij eene schoenmakersstaking toege past. De stakers overvielen groepsgewijze de woningen der gezellen, welke tehuis den ar beid voortzetten. Zij legden beslag op het aan deze menschen door de fabrieken of door de patroons verschafte L Jer en ander materiaal en brachten alles naar het arbeidssecretariaat waar hel werd opgeborgen. Dit vormde een misdaad, welke het strafwetboek als diefstal of heling strafbaar verklaart. Hel Openbaar Ministerie waren de feiten niet on bekend, doch het is langzaam in zijn beslui ten en laat liefst aan anderen de verantwoor delijkheid over,^gelijk het in de gevallen Ducz en Roebelle voldoende bewezen heeft. Ter loops merkt de Temps op, dat men deze werkeloosheid ook in andere zaken opmerkt. Maar wat 1111 de bewuste slakende schoen makers aangaat, zoo vond het Openbare Mi nisterie hel heel natuurlijk dal ze ongestraft bleven, war.t er was geen bevel tol vervol gingvan hoogerhand afgekomen! En de werk gevers bogen zich voor het geweld, daar recht en wel niet werden gehandhaafd. liet is niet te verwonderen, dat het rcvolulion- naire proletariaat van deze ondervinding par tij heeft gelrokken. Het ging daarom nog een stap verder. Men mocht zich eenmaal ver oorloven, gereedschappen en artikelen weg te nemen, waarom zou men thans ook niet de personen der arbeidswilligen aantasten, be- rooven, mishandelen en onder den rcvolution- nairen knoet gaan brengen? Dal deden dan ook kort geleden de stakende loodwerkers. Twee hunner kameraden, die bleven doorwer ken, werden op den openbaren weg 0111 10 uur 's morgens door honderd stakers opgc- wacht en naar het vereenigingsgebouw dei- stakers gebracht. Daar werden ze verhoord, gefouilleerd en opgesloten. Deze parodie van een strafproces geschiedde in allen ernst; scheldwoorden, vuistslagen en schoppen vol tooiden het geding. Bij de fouilleering wer den beiden 5 franken afgenomen, welke de stakers beschouwden als contributie voor de vakvereeniging, waarvan de arbeidswilligen heelcmaal geen lid waren. Hunne gereed schappen werden onbruikbaar gemaakt en na nog eens gefouilleerd te zijn, werden ze verscheidene uren in een kelder opgesloten gehouden. De werkgevers werden bovendien nog gehoond, doordat men hen van het ge beurde telefonisch kennis gaf. De politie liet niet alleen toe, dat de stakers op de „vossen jacht" gingen, ze onthield zich ook van de bewaking van liet vcreenigingslokaal en liet de beide slachtoffers aan hunne misdadige medegezellen over. Ilier en daar komt echter een geval van molestatie van arbeidswilligen voor de recht bank. Bepaalde bladen vinden dat de rech ters alsdan te zacht vonnissen, dezen echter verklaren dat ze zoo ver gaan als mogelijk is. Het is moeilijk te zeggen wie daarbij ge lijk heeft, daar*men de nadere bijzonder heden niet kent. Meest betreft het 't gebruik van revolvers. Eene langdurige polemiek in de pers, waarbij ook eene vergelijking met Engelsche toestanden werd gemaakt, geeft reden 0111 aan te nemen, dat in Frankrijk liet wettelijke verbod van het dragen van wapenen wel voldoende zijn zou, "indien de rechtbanken gelegenheid kregen het radicaal door te voeren, doch dat deze preventieve maatregelen niet voldoende zijn en een toe zicht op den wapenhandel, met noteering der koopers, gelijk in Engeland, nuttig zou wezen. Daartoe zal hel in Frankrijk niet makkelijk komen Duitschland. Op eene te Frankfurt gehouden stampvolle vergadering belegd door de Fortschrittliche Yolksverein teneinde te protesteeren tegen het „Gottcsgnadenthum" is de volgende motie aangenomen: De door de Freisinnige Yolksverein Frank furt belegde zeer druk bezochte vergadering protesteert met alle beslistheid tegen de in te koningsbergen gehouden rede des Keizers lot uiting gekomen beschouwingen. In tegenstel ling met deze beschouwingen verlangt de Fortschrittliche Yolksverein overeenkomstig de eischen van haar politiek program, de krachtdadige toepassing van het parlemen taire regeerstelsei en de volkomen rechtsge lijkheid van alle staatsburgers." De oppcr-presidcnt van de provincie Hom meren Freiherr von Maltzahn-Gültz denkt an ders over de rede des keizers. Bij een gala- maaltijd die zich aansloot bij de feestelijkhe den te Stolp, heeft deze het noodig geacht de dagbladcritick op de Koningsberger rede aan te roeren en de volgende tirade tegen de pers er uit te flappen: „Wanneer nu in "de laatste dagen het gros van onze Duitsche couranten, vooral thans in de vacanties voor het meerendeel geredigeerd door jonge lui die nog niet droog achter de ooren zijn, zich veroorlooft onzen lioogsten souvercin het woord te ontzeggen, dan weet ik dal zulk in dezen kring geen weerklank vindt (levendige bravo's). Wij wenschen ons erover le verheugen dal onze allerhoogste souverein niet slechts een marionet 111 het constitutioncele koninkrijk is, doch eene persoonlijkheid, die nergens zich inhoudt doch zich iaat gelden in haren aard en ze» vertegenwoordigt als een man." Over deze uitspraak wordt de opper-presi- dent, die daarmede blijken gegeven heeft wei nig begrip te hebben van hel Duitsche dag bladwezen, en naar de Frankf. Zeitung hate lijk opmerkt, als staatsambtenaar nooit de middelmaat heeft bereikt, zoodat hij de wijs heid ook niet in pacht heeft, door bladen van allerlei richting scherp berispt. Te Friedberg hebben twee personen, ge kleed in de officiersuniform van het 88e regi ment infanterie, getracht het kasteel, waar de Czaar verblijf houdt, binnen te komen. Zij waren de eerste wacht al voorbij. Maar aan de slotpoort zelf werden zij door de schild wacht afgewezen, omdat zij geen pas konden vertoonen. Zij gingen daarop heen en niemand heeft eenig spoor van hen kunnen ontdekken. Het onderzoek van de autoriteiten en de ge heime politie bleef vruchteloos. Men vermoedt dat de twee mannen geen officieren waren, maar zich slechts in de uniform hadden ge stoken, '>m door te dringen in het kasteel. Er loopt een gerucht, dat de twee bekende politie-spionnen Azef en Harting-Landesen zich onder een aangenomen naam te Fried berg bevinden om den Czaar te bewaken. Door de liooge veeprijzen is het vleesch in Duitschland zeer duur geworden, waardoor het alleen voor de mensehen niet dikke beur zen te verkrijgen is, doch voor den midden- en werkmansstand weer een ware vleesch- nood is ingetreden. Overal worden thans op vergaderingen moties aangenomen, waarin de regeering verzocht wordt de grenzen, on der de noodige controle, voor slachtvee open te stellen. Engeland. De Duitsche luitenant der pioniers Ileim, die, als verdacht van spionnage te Ports mouth 111 hel officierencasino van het fort Pur- brook aanvankelijk onder toezicht is gehouden waar hij zeer gentlemanlike werd behandeld, en thans r.aar de gevangenis te Winches ter is vervoerd, teneinde 111 preventieve hech tenis te worden gezet, werd door officieren van bovengenoemd fort ontdekt, toen hij een schets maakte van het fort Wildley. Dit fort is een oude versterking uit een tijd van paniek, toen men in Engeland een Fransche invasie vreesde, en is 111 Portsmouth bekend onder de benaming „Palmerston's dwaasheid". De vervaardiger van de schets bevond zich op hel bewuste oogcnblik tegenover de 12 Meter iiooge, ruim honderd jaar oude bakstecnen muur van genoemd fort. liet door hem ge maakte plan bevatte ook de schetsen van an dere verouderde, aan de landzijde bij Ports mouth liggende, versterkingen. Wij hebben reeds gemeld, dat de inrichting van deze for ten een ieder békend is; in iedere boekwin kel had onze z.g. „spion" voor li pence pho- tografién ervan kunnen koopen. De gebou wen worden als kazernes gebruikt en zijn al lang ontbloot van verdedigingsmiddelen, Waarom de Duitscher zich de moeite gegeven heeft van deze oude barakken schetsen te maken, is dus moeilijk te begrijpen; misschien is het een dolle luitenanlsslrcek geweest. Wel wil ilo Times weten, dal onlangs is voorge steld deze oorspronkelijk tegen aanvallen van de landzijde opgerichte versterkingen te be stemmen als verdedigingsmiddelen tegen aan vallen van zee uit. De „spion" moet Zater dagavond in Portsmouth aangekomen en door eene Engelsche jonge dame, die, toen zij le Cöblenz vertoefde, daar veel met Duitsche officieren in aanraking kwam, in een pension ondergebracht zijn. Toen hij bezig was met schetsen maken, werd hij van uit Purbrook met een teleskoop geobserveerd. Hij moet, toen een patrouille op hem werd uit gezonden, nog een poging tot vluchten ge daan hebben. Bij zijn arrestatie gedroeg hij zich zeer kalm; zijn verzoek om een gesprek mei den Duitschen consul te hebben, werd niet ingewilligd, daar hij bezwaar maakte tegen de aanwezigheid van een Engclschcn officier bij het gesprek. Het Engelsche mi nisterie van oorlog schijnt zich wtl voor de zaak te interesseeren, want generaal Trotter, de commandant vau de versterkingen aan de Zuidkust, is van zijn verlof teruggeroepen. Italië. Home, 8 Sept. Heden verscheen een Motu proprio, waarin de Paus practische maatregelen voorschrijft tegen den toenemen- den groei der modernistische beweging. Rusland. Te St. Petersburg spreekt men het bericht van een aftreden van Iswolski legen. Zoolang de Czaar in het buitenland cn Stolypin in Siberië is, zijn geen veranderingen in het kabinet te wachten. De quaestie van nieuwe benoemingen aan de gezantschappen te Ber lijn, Weenen en Parijs is reeds lang aanhan gig. De gezant te Weenen, prins Oeroessof, is reeds lang lijdende; Nelidof, le Parijs, is ern stig ziek en graaf Osten-Sacken te Berlijn heeft die leeftijdsgrens bereikt, welke ook diploma ten tot rust noodigl. Nieuwe benoemingen zijn echter niet te verwachten voor het vol gende jaar, in elk geval niet eerder dan wan neer de Czaar terug zal zijn in Rusland. Dat Iswolski wel iets voelt voor de bekleeding van een dezer gezantscliapsposten is niet nieuw, toch verzekert de berichtgever te St.- P eters burg. van het Berl. Tagebl., dat laatste lijk zijn positie als minster zekerder is ge worden. In officicele kringen wil men weten, dat de minister van Financiën Kokoftsef den gezantschapspost te Berlijn zou ambieeren. Naar de Lokal Anzeigcr meldt, zou de Rus sische regeering besloten hebben tegen het volgend jaar een internationale conferentie tegen de cholera bijeen te roepen, om maat regelen te beramen om «leze gevreesde ziekte te bestrijden. Turkije. Konstantinopel, 8 September. In haar nota aan de beschermende mogend heden van Kreta heeft de Porte niet hel oog op de officieren, maar de onderofficieren van t.e Kretenzische militie en gendarmerie, die mei het doel bevordering te maken naar Athene gaan en als officieren naar Kreta terugkceren. De beide door de Porte aangekochte Duit sche oorlogsschepen zijn te laat aan de plaats hunner bestemming gekomen. Op de Barba- rossy bleek tic jipsfaUiitijc vyuj flraatjjooze telegrafie, die bij het afleveren van het schip uitnemend in orde was, reeds na 4 uur niet meer te werken. De schepen raakten uit elkaar en konden niettegenstaande de korte reis niet tegelijk en ook niet op tijd aan komen. Verder heeft de minister van marine op het laatste oogcnblik besloten geen gebruik te maken van de diensten der Duitsche instruc teurs, die zich aan boord bevonden. Om de Fransche leening misschien? Japan. Volgens de „Agence d'Extrèmc Orient" speelt Japan op het oogcnblik de mogendhe den een mooie poets. Het heeft de verplich ting de haven van Port-Arthur voor tien in ternationalen handel open te houden; hel be stemt nu daarvoor de westelijke haven, waar geen schepen kunnen binnenloopcn en welke geen kaden, dokken of machinale inrichtin gen bezit; de Oostelijke haven bezit die wel, doch wordt door Japan zelf in beslag geno men voor marine- en handelsdoeleinden. Als dit zoo is, mogen de betrokken mogendheden Japan hierover wel eens aan den tand voelen. Australië. De sinds ecnigen tijd in omloop zijnde ge ruchten omtrent een op handen zijnde aftre den van den gouverneur-generaal van Austra lië Earl of Dudley, worden talrijker. Als reden wordt genoemd onccnighcid tusschen den gouverneur cn het bomlsministcric, wat ech ter door de ministers wordt ontkend; verder ontstemming van Lady Dudley over te ge- ringen financicclen steun door het publick voor een inrichting tot verpleging van immi- EAJSZEA. TEN. 41 DOOR RUDOLF HERZOG. En in deze aan feesten zoo rijke Januari maand was haar dit weder bijzonder gelukt. Haar zeldzaam fraaie gelaatskleur als van elpenbeen, die de lichtste trillingen weergaf, de diep donkere oogen, die een vochligen glans hadden en schitterden van genot, haar geheelc wezen trok in al zijn aanvallige be koorlijkheid de aandacht der mannen tot zich. En hun blikken ontgingen haar niet. Zij was zich van haar macht volkomen bewust. Menigeen onder de hccren geloofde, dat me vrouw Angèle Twersten in het geheim met genoegen zijn blikken had opgemerkt, en hoe meer er bijkwamen, die dit geloofden, des te zekerder werd haar spel. Ook het huis Twersten had zijn feestavond gehad. Van de Bramberg's was alleen de heer Theodoor verschenen. Mevrouw Bram- berg was daags tevoren naar een vriendin in Lubeck gegaan. ,,'t ls mijn wenscb," had zij Twersten ge antwoord, „dat je op dien avond slechts gastheer bent. Dat ben je aan jezelf cn aan je gasten verschuldigd. E11 dat zou je niet goed kunnen zijn, als je wist dal ik tegen woordig was. Breng «laar maar niets tegen in, Karei! Dat is een opoffering, die wij nu eenmaal aan onze vriendschap moeten bren gen." „Aan onze vriendschap, Ingeborg?" Zij zag hem in de oogen. „Ja, Karei, want liefde redeneert niet cn zou liefst haar gang gaan, ongeacht welken gang zij ging. Wij moeten dus 0111 ons zelfs- wil onze toevlucht bij «te vriendschap zoe ken." „Je hebt gelijk, Ingeborg. Groet voor mij het lieve, oude Lubeck." Karei Twersten had zich daarop beijverd, dat hel leest ten zijnen huize eene eereplaats kreeg in de geschiedenis der festijnen, welke dien winter in Hamburg gegeven werden. Tot in het vroege morgenuur ruischte de dansmuziek en zweefde de schoone vrouw des huizes in de balzaal rond. Nu was deze plicht volbracht, want Karei Twersten beschouwde het mededoen aan de eischen der samenleving geheel als plicht. IIij vond er niet de minste uitspanning of vreugde in. Een gang over zijn werf, of een uurtje bij Ingeborg Bramberg gaf hem veel meer genot. Het was nu in de laatste dagen van Ja nuari. De avondpartijen begonnen reeds te ver minderen. Twersten zat op zijn kantoor, ging de beursnotueringen van den dag 11a cn las de telegrammen uit Spanje, cn de kabel- berichten uit Amerika. Voor hem bestond er geen twijfel meer, elke dag kon het be richt brengen van de vredebreuk tusschen de beide mogendheden. Men was alleen nog maar bezig met te zoeken naar het formu leeren van de reden. Op dit oogcnblik opende «1e bureaukneeht de deur en diende mevrouw Twersten aan. Verwonderd stond Twersten op. „Angèle?" „Goeden dag, Carlos! Bekom maar eerst van je verrassing!" ,,'t Is in bijna twintig jaar niet gebeurd, dat je op de werf bent geweest!" „Ja, en 't zal vooreerst ook niet meer voor komen, maar ik heb een brief gekregen, Carlos, die mij dwong je te storen, daar deze onverwijld handelen noodzakelijk maakt." „Een brief? Van wienMaar ga eerst zitten." Bij deze woorden schoof hij hoffelijk een stoel voor haar bij. „Ik moet naar Santiago." „Naar Santiago? Nu? Dadelijk? Je hadt toch wel lot vanavond kunnen wachten om mij deze verrassing mede le doelen?" ,,'t ls zooals ik zeg, ik moet onmiddellijk vertrekken." „Vertel me dan eerst eens waarom?" vroeg Twersten, terwijl hij al half de oogen sloot cn zijn handen op dc leuning van zijn sloel legde. „Ik heb een brief van oom José," begon zij haastig, „en de oude lui hebben onder zijn brief nog eenige woorden geschreven. Zij vreczen het ergste! 't ls zoo goed als zeker, dat er oorlog komt." „Met Amerika? „Ja, met de Yankees natuurlijk." „Dus jelui bent nog geen baas in je eigen land?" „Zeker zijn wij dat, cn hol zal niet lang duren of wij zijn "t overal. En als generaal Wcylcr r.og maar een paar regimenten had kunnen opofferen, zouden wij al lang de baas zijn geweest. Die bende kleurlingenwat heeft hij er onder huis gehouden! Als insec ten heeft hij ze doodgeslagen, die rekels!" „Wal een woorden, Angèle! Die menschen vechten tegen onderdrukking en om een eigen vertegenwoordiging te hebben. E11 van dien met bloed bevlekten W'eyler hebben zij voor eiken man, dien hij hun wegschoot, een soldaat doodgeslagen. Dal heeft voor den generaal zoo'11 leelijke rekening gemaakt, dat hij teruggeroepen is." „Nu ja, zij hebben elkaar wederkeerig lec- lijk beet gehad en hel ging er flink op los. Maar wal weet jij daarvan! Toen generaal Blanco met nieuwe troepen kwam en aan het volk een vertegenwoordiging in het voor uitzicht stelde, hebben zij schrede voor schrede moeten toegeven. Reeds in den herfst was Spanje op Cuba weer meester van den toestand en waren dc heeren oproerlingen aan hel einde van hun krachten, allen open lijken en geheimen steun van Amerika ten spijt. E11 nu zoekt Amerika langs een meer rechtstreekschen weg twist. Het wil nu niet meer de vrijheid van de eilanden, het wil nu onze eilanden zelf hebben!" „En daarom moet jij er heen?" zeide Twersten, lachend. „Daarom moet ik er heen, ja, of jc lacht of niet, beste Carlos, want de mijnen roepen mij." „Ik moet toch aannemen, dat de „uwen" in Hamburg wonen. Je plaats is dus hier, Angèle." „Dat heb je mis," antwoordde zij kalm, „en dat weet je zelf heel goed. Ik bevries hier in Hamburg, en die enkele prettige feesten kunnen mij daarvoor geen voldoende vergoeding geven. Ik ben mijn levenlang niet van Cuba weg geweest, zelfs terwijl ik in Hamburg was. Mijn hart, mijn ziel, mijn gedachten alles is in mijn vaderland! Neen, nooit heb ik een andere familie ge had." „Je bent ten minste openhartig Angèle." - H-S „Dat is niet moeilijk bij onze verhouding. Hier leef ik nauwelijks, en «I&órleef ik geheel op." „Zoozoo „O, je kunt me jc criliek wel sparen," zeide zij met een zenuwachtig lachje, „vrat leven is, daarvan heb je eigenlijk niet het minste begrip, 't Zou woorden verspillen zijn, als ik wilde trachten je dat aan t ver sland le brengen." „Je hebt wèl gelijk, Angèle. Ons beider le- en is nooit saanigevloeid tot één leven; bei den, jij en ik leven ieder afzonderlijk." „Daar leef ik op!" herhaalde zij, en haar oogen schitterden, alsof zij reeds de zon van haar geboorteland zag. I wersten ontging dit niet. Zijn besluit was reeds genomen. „Kan ik den brief van 00111 José eens in zien?" vroeg hij. „Ik moet toch weten hoe de toestand is." Zij haalde den brief uit haar bontmantel tje te voorschijn en gaf hem dien. „Je kunt hem gerust lezen, er staan geen geheimen in." Twersten nam den brief en streek hem giad op zijn schrijftafel. Nauwelijks had hij een gedeelte gelezen, of-zijn gezicht nam een uitdrukking van spanning aan. Hij voelde dit zelf en steunde daarom hel hoofd met zijn hand, waardoor hij zijn gezicht beter kon verbergen En alsof de brief over zaken handelde, las hij hem langzaam, woord voor woord, 0111 geen syllabe te verliezen. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1