too. Jaargang. Vrijdag 16 September 1910. BUITEN LANDT FEUILLETON. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem franco per post 1.50 Afzonderlijke nummer - 0.05. CV: o Cou.an verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest dagen Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtechestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRU3 DER ADVERTENTIËN: Van 1-6 regela f 0.50 Elke regel meer - O.lfw Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent* by vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zser voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eeae circulairebevattende de voorwaarden, wordt op toegezonden. Aan hen, die met 1 October a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand September nog zullen verschijnen, kos teloos toegezonden. Politiek Overzicht. Ministerieele crisis in Bulgarije. liet ministerie in Bulgarije heeft, gelijk een telegram reeds meldde, zijn ontslagaanvrage ingediend. liet ministerie Malinow heeft, wanneer men rekening houdt met de eenigzins zenuwach tige regeermethode der Balkanlanden, een tamelijk lang leven gehad. Op den 28en Ja nuari 19Ü8 besloot Ferdinand, toenmaals nog vorst van Bulgarije, na lang aarzelen een- de mocratisch kabinet te vormen, dat in de bin- nenlandsche politiek met de tradities der voorafgegane Stamboelowistische kabinetten onder Petlcow en Goedew, breken en een vooruitstrevende richting inslaan zou. Aan het hoofd der nieuwe regcering kwam de af gevaardigde Malinow, een als uitstekend ju rist en op den voorgrond tredend redenaar bekend staand staatsman. Generaal Papri- kow, de vroegere Bulgaarsche gezant in Ber lijn, vertrouwensman van Vorst Ferdinand zelf, vriend der Turksch-Bulgaarsche toena dering, overigens geen lid der democratische partij, werd belast met het ministerie van buitcnlandsche zaken. Verder verdient nog genoemd te worden de minister van handel en landbouw Liaptsjew, de theoreticus en pu blicist der Bulgaarsche democratie, welke in de nieuwe regcering een waarborg was voor eene bedachtzame politiek in Macedonië. Bij de op 7 Juni 1908 uitgeschreven nieuwe verkiezing voor het parlement trad de regee ring met een program op, dat naast een her vorming van het leger en de zorg voor het lot der Macedonische Christenen in het bij zonder maatschappelijke verbeteringen be oogde, als de vereeniging der Bulgaarsche spoorwegen met de Turksche, de invoering van een progressieve inkomstenbelasting e. a. De verkiezingen voor de Sobranja waren een volledig succes voor de democratische regee- ringspartij, welke vóór de kabinetswisseling de zwakste partij in het parlement was. De Stamboelowisten verdwenen geheel uit het Bulgaarsche schema der partijen en naast de 175 democraten telde de Sobranja slechts onbeduidende groepen. Tijdens hel bewind van het kabinet Mali now heeft de onafhankelijkverklaring en de verheffing tol Koninkrijk van Bulgarije plaats gehad en is de moeilijke kwestie der Orient- spoorwegen met Turkije geregeld. Omtrent de oorzaak tot de crisis lezen wij eenerzijds, dat deze is gelegen in persoonlijke oneenigheden in het ministerieele kamp. De Koning heeft zich de beslissing over de ont slagaanvrage voorbehouden toL na zijn te rugkomst van de manoeuvres, welke denke lijk Zaterdag plaats vindt. Gelukt eene op schuiving in het ministerie, welke door Mali now is ontworpen, dan zou diens kabinet, ge- reconstitueerd, aan het bewind blijven. De voornaamste moeielijkheid schijnt gelegen te zijn in de positie van den minister van bin- nenlandsche zaken Takew, die vele tegen standers onder de regeeringsmeerderheid heeft, doch zich er tegen verzet van zijn post verdrongen te worden. 11 Een ander bericht, doch aan een niet al- lijd even betrouwbaar orgaan (n.l. de Matin) gewaagt ook van eene reconstitutie van het kabinet, doch met verwijdering van Papri- kow, van wien het heet, dat hij te veel onder Russischen invloed staat en een te vreedzame politiek jegens Turkije voert. Men ziet n.l. daarin de oorzaak van alle moeilijkheden, waarin Bulgarije zich heeft bevonden bij de jongste quaestie over de Macedonische uitgeweken. Ten slotte verneemt het Berliner Tageblalt, ook wel eens sensationeel, uit Sofia, dat in welingelichte kringen een omkooperijzaak, in het minister van binnenlandsche zaken, waar bij verschillende Sobranja-afgevaardigden be trokken schijnen te zijn, als oorzaak van de kabinetscrisis wordt aangegeven. Diiitethtaad. Over een Maandag gehouden conferentie der vertegenwoordigers van den Duilschen vlceschhouwcrsbond met den minister van landbouw Freiherr von Schorlemer-Lieser deelt Je Norddeulsche Allgemcine Zeitung het volgende mede: Naast verschillende andere het vleeschhou- wersbedrijf betreffende vragen zijn in het ruim twee uur durend onderhoud hoofdzake lijk de voorstellen besproken, welke de voor zitter van den Duitschen vleeschhouwersbond in eene door hem overhandigde memorie heeft aangegeven ter bestrijding van den vleesclinood. Deze voorstellen betroffen: 1. den tolvrijen invoer van alle soorten vee voeder; 2. den grooteren invoer van fok- en slachtvee uit het buitenland, onder vermij ding van alle bemoeilijkende voorwaarden; 3. een billijke en betere verzending van vee door de spoorwegen; 4. afschaffing subsidiair vermindering van alle soorten rechten op het slachten. In antwoord op ae uiteenzettingen, welke de vertegenwoordigers der Duitsche vleesch- houwersvereeniging ter motiveering van bo vengenoemde vooi'stellen gaven, verklaarde de minister, dat hij al belangstelling had ge toond in de kwestie van de verhooging der vleeschprijzen en van den vleeschaanvoer, toen hem nog niet eens klachten hadden be reikt. Hij wees op een besluit, d.d. 27 Juli, aan de Pruisisehe Kamers van landbouw uitge vaardigd in verband met de veetelling van 1 December 1909, bij welk besluit maatregelen werden gelast in het belang van bevordering der veeteelt en van een slabielen marktaan- voer. De nadruk werd door den minister ge legd op de noodzakelijkheid den vleeschaan voer ook voortaan zooveel mogelijk onafhan kelijk van hel buitenland te doen plaats heb ben en daarom af te zien van zulke maatrege len, welke naar het zich laat aanzien de tegenwoordige hooge vleeschprijzen niet defi nitief zullen opheffen, maar wel den binnen- landschen veeteelt in gevaar zou kunnen bren gen. Daarom en ook met het oog op het gevaar van besmettelijke veeziekte meende de minis ter een vermindering van invoerrechten niet in uitzicht te kunnen stellen, te meer ook dóórom niet, wijl de veestapel en de veeprij- zen in de voor invoer in aanmerking komen de landen niet laten hopen op een noeraens- waardigen invloed op de Duitsche veeprij- zen. Voedergebrek was er ook niet, zeide de minister. Integendeel juist de rijkelijke voor raad er van heeft gemaakt, dat de aanvoer van vee op de markt minder is geworden. En wat de vrachtprijzen betreft voor veevervoer, gesteld dat deze zelfs de helft minder wer den, welke lage prijs men van dc spoorweg maatschappijen niet kan vergen, dan zou dit op 1 kilogram vleesch maar 1 pfennig schelen. Een proef met vermindering der slachlrcch- ten werd door den minister bereidwillig toe gezegd, ofschoon hij zich van de resultaten niet veel voorstelde. In den loop van het onderhoud betoogde de minister nog, dat de groote voorraad van slachtvarkens en de toename van den aanvoer van ossen en runderen op de meeste markten reeds binnen kort een vermindering der vee- prijzen doet verwachten. Aan varkensvleesch is heelemaal geen gebrek, zeide de minister. Ruim 50 van de behoefte aan vleesch in Duitschland, en wel juist de consumptie voor de minder gegoeden, wordt door varkens vleesch gedekt; daarbij kan men dus heele maal niet van vleesclinood spreken. Dit blijkt uit het feit, dat de vleeschconsumptie per hoofd der bevolking sinds het voorjaar nog is gestegen. Mocht er toch geen daling plaats hebben in de vleeschprijzen, dan beloofde de minister verdere maatregelen tot waarborging van den noodigen vleeschaanvoer te zullen nemen. Ook voor dit geval kon hij in eerste instantie slechts een ver gemakkei ij king van den vleesch invoer, die overigens op het oogenblik al niet onbeduidend was, in uit zicht stellen. Zooals men ziet doet de minister zijn best de zaken zoo gunstig mogeüjk voor te stellen. Dat komt er van als men zooveel veefokkende agrariërs achter zich heeft. De macht der feiten evenwel zal sterker zijn dan de krach ten, welke serieuse middelen tegen den vlecschnood verhinderen. Tegenover de bovenomschreven houding steekt gunstig af die van den Oostenrijkschen minister van landbouw. In Oostenrijk, waar ook vleeschnood heerscht, zijn de grenzen sinds bijna een maand al opengesteld voor Ilollandsch en Zwilsersch Yee; deze week is ook dezelfde bepaling toegestaan voor Fransch vee. Engeland* De luitenant Allan Sutor uit Tyncmouth heeft voor den krijgsraad terechtgestaan we gens het schrijven van een brochure waarin hij scherp het bestaande legerstelsel heeft ge hekeld. De titel ervan was „Het legerstelsel of waarom in vredestijd 30 millioen pond ster ling per jaar verknoeid?" Het proces heeft drie dagen geduurd. De officier voerde zelf zijn verdediging, op dezen grond, dat geen woord in zijn brochu re in strijd is met de waarheid. Voordal hij in het leger trad behaalde hij een graad aan eèn hoogeschool, en was hij ecnigen tijd schoolhoofd. Van zichzelf heeft hij geen mid delen; hij wilde daarom in het leger carrière maken. Luitenant Sutor heeft thans tien jaar ge diend en deze tijd heeft bij hem slechts den indruk bevestigd, dien hij in de eerste dagen van zijn diensttijd heeft ontvangen. Het on belangrijke werk dat hij te doen had, nam hem niet meer dan een half uur per etmaal in beslag. Hij gaf alle inspanning op, omdat hem gebleken was, dat bevordering toch niet anders dan een quaestie van tijd was. Hem is ook geen enkel garnizoen bekend, waar de dienst niet schandelijk verwaarloosd wordt. Het legerstelsel biedt, geen gelegenheid tot het verkrijgen van technische kennis; men leert niets maar vergeet alles. Deze opvattingen werden door den beschul digden officier uitvoerig ontwikkeld in zijn verdedigingsrede, waarin hij ook de opmer king laschte, dal vele officieren zouden spre ken als hij, indien hun daartoe slechts de vrijheid werd gegeven. Na deze verdediging hoorde de krijgsraad nog verschillende officieren, onder wie lui tenant Sutor gediend heeft, of nog dient, die allen omtrent zijn persoon zeer gunstige ver klaringen aflegden. Hij heeft een blanco straf register en staat bekend als een flink en be kwaam officieF. Over 14 dagen zal de krijgsraad uitspraak doen. Hongarije. De Hongaarsche regeering heeft er defini tief van afgezien met de Fransche regeering eene leening van 500 millioen kronen af te sluiten. Ze zal zien zich deze fondsen op andere wijze te verschaffen en voorloopig slechts die gelden opnemen, welke voor dit jaar toereikend zijn. -Verder zullen 211 mil lioen schalkistbiljellen worden uitgegeven van 4i Bij het afspringen van de leening hebben louter financieele omstandigheden een rol ge speeld en geen politieke. De Fransche kapi talisten hebben alleen van den tegenwoordi- gen toestand op financieel gebied willen pro- fiteeren door eischen te stellen, welke voor Hongarije onaannemelijk zijn geweest. Rusland. Ook een Russisch blad, het Nowoje Vremja, bevestigt thans Iswolki's op handen zijnde aftreden als minister en zijn benoeming te Londen of Parijs als gezant. Turkije. Uil Konstantinopel verluidt een telegram, dat behalve de 10 afgevaardigden, die op de Nationale Vergadering van het oecumenisch patriarchaal, te Konstantinopel werden gear resteerd, nog de verdere 31 afgevaardigden zuilen worden in hechtenis genomen. De metropolieten zouden worden vrijgelaten. Griekenland. Naar uit Athene aan de Vossische Zeitung gemeld wordt, hebben de gezanten van Rus land en Italië den Griekschen minister van buitenlandsche zaken Kallergis van zijn plan plan afgebracht den gezant te Konstantinopel Gryparis naar Athene terug te roepen. In middels is de Grieksche consul-generaal te Odessa Alexandropoelos te Konstantinopel aangekomen voor het geval Gryparis met ver lof mocht gaan. Naar Atheensche bladen mel den, heeft de Grieksche regeering een nota aan de mogendheden in voorbereiding, waar in verzocht wordt dat de mogendheden bij de Porie verloogen zullen indienen naar aan leiding van den anti-Griekschen boycot, waarbij Griekenland zou willen verklaren, dat het, indien de boycot voortduurt, zijn ge zant te Konstantinopel moet terugroepen, in welk geval het Engeland en Rusland zou ver zoeken de vertegenwoordiging van Grieken land aan den Gouden Hoorn op zich te ne men. Vereenigde Staten. Beverly (Massachusetts), 15 Sept.. In een heden gehouden rede deed president Taft een mededceling welke wordt beschouwd als een duidelijke herroeping van de tot dus verre door hem aangenomen houding jegens het insurgente element in de republikein- sche partij. Terwijl hij bij vroegere gelegenheden ern stige beschuldigingen richtte tegen dit cle ment, zeide hij thans, dat hij geen onder scheid zal maken tusschen progressieve en oxthodoxe republikeinen en dat alle partij leiders wat de ondersteuning door den Bond betreft op dezelfde wijze behandeld zullen worden. De vroegere secretaris van de suikertrust, Gerbracht, is volgens een telegram uit New- York tot twee jaar gevangenisstraf en 5000 gulden boete veroordeeld, omdat hij de re geering door onjuiste opgaven over het ge wicht der suiker heeft bedrogen. De rechter stond hem toe in hooger beroep te gaan. Midden-Amerika. Volgens een telegra uit Panama heeft de Nationale Vergadering Pablo Arosemena tot voorloopige president benoemd. Zuid-Afrika* Johannesburg, 1 5 S e p t. Bij de ver kiezingen voor het parlement van de Unie zijn reeds heden in het geheele land gekozen bij enkele candidaatstelling: 31 nationalisten, 8 unionisten en één onafhankelijke. Kaapstad, 15 Sept. De unionisten heb ben alle vier zetels voor Kaapstad veroverd. Tot de gekozenen behoort o.a. ook Jameson, de unionistische leider. Johannesburg, 15Sept. Smuts, mi nister van binnenlandsche zaken, is gekozen te Pretoria West. De mijnmagnaat Phillips, uni<mlst, heeft te Yeoville de overwinning behaald ojjfcSir Wil liam van Hulsteyn. Pretoria, 15 Sept. Dc mijnmagnaat Fitzpatrick behaalde te Pretoria de overwin ning op Botha, den eersten minister. Johannesburg, 15 Sept. De mijn magnaat en unionist Farrar is gekozen te Georgetown. Tegencandidaat was de heer HüU, minister van financiën. Londen, 15 Sept. In de Kaapkol'óftie zijn gekozen 16 unionisten, 11 nationalïstéh en 1 onafhankelijke; in Transvaal 9 unionisten, 12 nationalisten en 1 lid van de arbeiderspartij; in Natal 2 nationalisten en 5 onafhankélijken; in de Oranjerivierkolonie 8 nationalisten en 1 unionist. Krugersdorp, 15 Sept. Abe Bayley, unionist en mijnmagnaat, heeft de nederlaag geleden tegenover den nationalist Langerman. Pretoria, 15 Sept. In een rede ver klaarde Botha, na den uitslag der verkiezing te hebben besproken, dat hij al het mogelijke zou doen om een einde te maken aan het socialisme in Zuid-Afrika. Sir Percy Fitzpa- trick gaf uitdrukking aan zijn oprechte hoop, dat de verkiezingsstrijd de vrede en de wel vaart van Zuid-Afrika tot resultaat zal heb ben, in welke zijn hooggeachte tegenstander zulk een schoone rol had gespeeld. Johannesburg, 15 Sept. De uitsla gen over het geheele land zijn tot dusver als volgt: Gekozen: 34 nationalisten, 33 unionis ten, twee leden der arbeiderspartij, zes onaf- hankelijken, daaronder begrepen de leden bij enkele candidaatstelling gekozen. Allerlei. Het 7e Intern. Esperantisten-Congres zal van 20—27 Augustus 1911 in Antwerpen plaats hebben. Op het in dit jaar gehouden congres te Washington waren 37 landen ver tegenwoordigd, waarvan 9 officiéél. HANZE A TEN. 1 DOOK RUDOLF HEREOG. Plotseling stond Ingeborg's beeld hem voor oogen. „Hij zal meedoen I" herhaalde hij bij zichzelf. Daarop hervatte hij zijn dagelijksch werk. Inmiddels kwam men hem zeggen, dal meneer Martin Vanheil getelefoneerd had, wanneer meneer Twersten persoonlijk te spreken was. „Telefoneer terug, dal ik bij hem zal aan rijden als ik naar de Beurs ga." Hij bleef den geheelen morgen werken totdat de procuratiehouder verscheen en hem aan den tijd herinnerde. „Goed, dat u nu* komt waarschuwen. Ik heb Vanheil ge zegd even bij hem te zullen aankomen. Fre- derilc staat, hoop ik, al met het rijtuig te wachten." Het rijtuig was er inderdaad toen hij uit de barkas sprong en dadelijk reed hij naar Vanheil. Marga zat aan den lessenaar, tegenover haar vader. Toen zij plotseling opkeek, zag zij een uitdrukking van zware zorg op zijn gezicht, welke dadelijk verd\veen toen de oude man den blik van zijn dochter ont moette. Met een besliste beweging legde zij de pen neder. „Vader," zeide zij, „u zult nu toch moeten bekennen, dat ik trouw medehelp. Ik heb al heel wat geleerd onder uw leiding en die van den ouden Rochus. Ik ben nu niet meer vreemd in de zaken van uw kan toor. Zeg mij dus, waarover hebt u zorg?" „Je bent m'n lieve meid, m'n aardig pop petje," antwoordde de oude man, terwijl hij haar schertsend toeknikte. Zij weerde zijn scherts hoofdschuddend af. „Neen vader, uw „lieve meid" wil ik wel blijven, maar uw „aardig poppetje", dat ben ik al lang niet meer. Kijk mij maar niet zoo verschrikt aan. Ik ben geëmployeerde bij de firma Martin Vanheil, en daaraan moet gc u wennen, vader. En wennen met genoe gen." „Nu, dat blijkt, want ik heb je den dienst nog niet opgezegd, mejuffrouw de boekhoud ster." „Ik ben aangesteld op voorwaarde dat ik niet zou kunnen worden afgezet zoolang u leeft. En ik ga dan ook niet meer van de firma weg. Mijn werk hier is mij voor mijn geheele leven heilige ernst." „Je bent een resoluut juffertje," hernam de oude Vanheil, terwijl hij haar vol bewon dering aanzag. „Maar al toonde jc nog veel meer speurzin, groote geheimen zul je bij mij niet vinden „U hèbt zorg, vader." „Wel neen, geen sprake van!" „Ik zie 't toch aan uw gezicht." „Dan moet mijn gezicht jokken." „Neen, vader, voor mij jokt uw gezicht niet. Daarin lees ik nu al sinds jaar en dag." „Groote hemel, dat is om bang van te wor den! En tegenover zoo'n dametje zit ik nog wel met het beste vertrouwen." „Maak nu geen grapjes, vader," zeide Mar ga smeekend. „Ik weet, dat u gaarne schertst en dat doel mij ook genoegen, maar nu moeten wij als twee strijdgenooten eens ernstig met elkander spreken. Of twijfelt u aan mijn flinkheid?" „Als twee strijdgenooten?herhaalde de oude man en in zijn woorden lag een tril lende klank. „Mijn lief, aardig poppetje in den strijd? Dal verhoede God! Dus, meisje, maak dat je klaar komt met je brieven! Er is geen grond voor bezorgdheid. A v a n t i!" Marga nam de pen weder op. „U hebt geen vertrouwen in mij, vader, en'dat doet mij verdriet." „Kind, kind, ik ben toch nog geen mumme lende grijsaard? Ik kan toch nog wel het be heer voeren over mijn firma en den kost voor mijn familie verdienen! Wie heeft geen vertrouwen? Jij of ik? Ziezoo, nu schaam jij je. En straks moest ik mij schamen. Geef mij de hand, dwaze meid! Kom, alles is weer in hel reine. Niet?" „Ja, vader," antwoordde Marga, en haars ondanks werden haar oogen vochtig. „Kun nen wij met dc „Noorwegen" nog vijftig vat brandewijn voor Smit en Zonen laden? Voor Christiania?" „O, die drinken er daarginds nog wel hon derd, niettegenstaande de geheelonthouders- beweging. Zeker, neem die vracht maar aan. Lieve hemel, wat kunnen zij in dat land drinken! Daar zou ik je verhalen van kun nen doen!" „Daar komt het rijtuig van Twersten aan!" Gejaagd ging Marga naar het raam en zag Karei Twersten uitstappen. Haastig keek zij naar haar vader en vroeg„Hebt u iets metKarei Twersten te doen?" „Ik wou hemeen zaak voorstellen." „U?aan hem?" Er werd geklopt, waarna de heer Rochus zelf den geëerden bezoeker in het privaat- kantoor van zijn chef bracht. „Goeden dag, Martin. Heb je iets op 't hart? Ahdaar is ook m'n lieve vriendin, juffrouw Marga. Moet je soms examen doen in koopmanswetenschappen? En moet ik dan daarbij als lid van de examencommissie fun- geerep?" Hij lachte en schudde haar harte lijk de hand. „Waarachtig! Schrijfmouwen ban. Op en top een kantoorjuffrouw." Martin Vanheil wreef zich verlegen de handen. „Maak een mooie buiging, Marga, en hmneem dan maar wat vrijaf." De lieeren waren thans alleen. „Wat is er?" vroeg Twersten, terwijl hij ging zitten. „Wat is de quaestie, Martin?" „Oalleen een lijdelijke moeilijkheid... niet van zoo heel veel belang." „En jc wendt jc tot mij en niet tot je bank? Dan schijnt 't toch wel van belang te zijn. Hoeveel, Martin? „Twaalf duizend gulden." „Nu, dat is veel, als je bankconto is uitge put. En is dal werkelijk uitgeput?" „Ja', antwoordde Martin Vanheil met een kleur, terwijl hij naar den grond keek. „Voor het oogenblik, ja. Zou je me willen helpen, Twersten?" „Met die twaalfduizend? Dat zou verloren geld zijn." „Als dat 't geval was," zeide Vanheil, terwijl hij zijn vriend met een onbevangen blik aan zag, „zou ik het je niet vragen. Want dat zou niet anders dan zuiver bedrog zijn. En ge loof je werkelijk, dat ik daartoe in staat zou zijn, Twersten?" „Vergeef me dat gezegde, Martin." Twersten boog zich naar hem toe cn klopte hem op de knie. „Ik vergat een oogenblik, dat ik bjj jou was. Neen, eeuwige optimist en idealist, van jou heb ik de beste meening. Maar ik vraag je, brengt de zaak op 't oogenblik zoo veel op, dat je die som er op kunt uitwinnen? Tegenwoordig toch heerscht er groote slapte in alle zaken, die niet tot de eerste behooren. Nu, 't zal mij genoegen doen, als je mij beter inlichtingen kunt gcvcn. „Ik jou betere inlichtingen geven, wat de zaken betreft?" Vanheil schudde met weemoe dige scherts het hoofd. „Dal zou een moot praatje zijn voor de Beurs, als dat waar kon zijn. Maar zie je, ik zou zóó ongemerkt de uitgaven kunnen beperken voor mijn huishou den en beknibbelen op m'n eigen dure lief hebberijen." „Ach kom, Martin, die heb je nïell" Twers ten keek nadenkend voor zich heen. „Nu, toen jc jong was, ben jc tegenover ons ook geen kruimelaar geweest, en ik herinner me heel goed, dat je dikwijls met mij gedee. hebt. Daarom wil ik je nu eeh goeden raad geven." „Eenraad?" „Zie zooveel mogelijk vracht te krijgen voor Cuba. Neem de onkostett voor jouw reke ning! Ik zal je (fc gelegenheid voor versche ping bezorgen en je zult zieh, dat je er twee maal je uitgaven als winst uithaalt." Vanheil keek zijn vriend verslagen aan. „De hemel bchoédc me! Alles op hét spel zetten! Op één kaart! Dat kan ik niet verant woorden." „Je zet niets op 't spel. Je moét alleen maar wat durf hebben. Jouw zaken hebben wel zoo'n kleine opfrissching noodig. Ze be ginnen wat oudbakken te worden." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1